31980R1724

+++++

( 1 ) PB NR . L 190 VAN 28 . 7 . 1979 , BLZ . 8 .

( 2 ) PB NR . L 239 VAN 28 . 9 . 1968 , BLZ . 2 .

( 3 ) PB NR . L 199 VAN 24 . 7 . 1976 , BLZ . 5 .

VERORDENING ( EEG ) NR . 1724/80 VAN DE RAAD VAN 30 JUNI 1980 TOT VASTSTELLING VAN DE ALGEMENE VOORSCHRIFTEN INZAKE DE BIJZONDERE MAATREGELEN VOOR IN 1980 GEOOGSTE SOJABONEN

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,

GELET OP VERORDENING ( EEG ) NR . 1614/79 VAN DE RAAD VAN 24 JULI 1979 TOT VASTSTELLING VAN BIJZONDERE MAATREGELEN VOOR SOJABONEN ( 1 ) , INZONDERHEID OP ARTIKEL 2 , LID 4 , EN OP ARTIKEL 3 , TWEEDE ALINEA ,

GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,

OVERWEGENDE DAT KRACHTENS ARTIKEL 2 , LID 4 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1614/79 DE ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VOOR DE TOEKENNING VAN STEUN VOOR SOJABONEN , DE VOORSCHRIFTEN INZAKE DE CONTROLE OP HET RECHT OP STEUN EN DE VOORWAARDEN WAARAAN DE KOPERS VAN DEZE BONEN MOETEN VOLDOEN OM HET RECHT OP DE STEUN TE DOEN ONTSTAAN , DIENEN TE WORDEN VASTGESTELD ; DAT KRACHTENS ARTIKEL 3 VAN GENOEMDE VERORDENING VOORTS DE CRITERIA VOOR HET BEPALEN VAN DE WERELDMARKTPRIJS MOETEN WORDEN VASTGESTELD ;

OVERWEGENDE DAT VOOR HET BEPALEN VAN DIE PRIJS MOET WORDEN UITGEGAAN VAN DE MEEST GUNSTIGE AANKOOPMOGELIJKHEDEN OP DE WERELDMARKT ;

OVERWEGENDE DAT DAARTOE DE AANBIEDINGEN OP DE WERELDMARKT EN DE NOTERINGEN OP DE VOOR DE INTERNATIONALE HANDEL BELANGRIJKE BEURZEN GEDURENDE HET TIJDVAK WAARIN DE SOJABONEN UIT DE GEMEENSCHAP WORDEN AFGEZET , IN AANMERKING DIENEN TE WORDEN GENOMEN ; DAT HET EVENWEL RAADZAAM IS GEEN REKENING TE HOUDEN MET AANBIEDINGEN DIE NIET ALS REPRESENTATIEF VOOR DE WERKELIJKE MARKTTENDENS KUNNEN WORDEN BESCHOUWD ;

OVERWEGENDE DAT HET VOOR DE GOEDE WERKING VAN DE STEUNREGELING NOODZAKELIJK IS DAT DE WERELDMARKTPRIJS WORDT GECONSTATEERD VOOR EEN PLAATS VAN GRENSOVERSCHRIJDING VAN DE GEMEENSCHAP ; DAT BIJ HET BEPALEN VAN DEZE PLAATS REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN MET HET REPRESENTATIEVE KARAKTER ERVAN VOOR DE INVOER VAN DEZE BONEN EN DAT DERHALVE DE HAVEN VAN ROTTERDAM MOET WORDEN GEKOZEN ; DAT DE IN AANMERKING GENOMEN AANBIEDINGEN EN NOTERINGEN DIENEN TE WORDEN AANGEPAST INDIEN ZIJ OP EEN ANDERE PLAATS VAN GRENSOVERSCHRIJDING BETREKKING HEBBEN ;

OVERWEGENDE DAT DE IN AANMERKING GENOMEN AANBIEDINGEN EN NOTERINGEN EVENEENS DIENEN TE WORDEN AANGEPAST TER COMPENSATIE VAN EVENTUELE VERSCHILLEN IN DE AANBIEDINGSVORM EN DE KWALITEIT TEN OPZICHTE VAN DE VOOR HET VASTSTELLEN VAN DE STREEFPRIJS GEHANTEERDE CRITERIA ;

OVERWEGENDE DAT ER TER VERGEMAKKELIJKING VAN DE CONTROLE OP HET RECHT OP STEUN DIENT TE WORDEN VOORZIEN IN AANGIFTEN BETREFFENDE DE INGEZAAIDE OPPERVLAKTEN EN DE GEOOGSTE EN GELEVERDE HOEVEELHEDEN ;

OVERWEGENDE DAT MET HET OOG OP DE GOEDE WERKING VAN DE STEUNREGELING DIENT TE WORDEN BEPAALD DAT DE STEUN SLECHTS WORDT VERLEEND AAN PERSONEN DIE BESCHIKKEN OVER VOLDOENDE INSTALLATIES VOOR DE OPSLAG VAN SOJABONEN EN DIE DE CONTROLE OP HET RECHT OP STEUN KUNNEN VERGEMAKKELIJKEN ;

OVERWEGENDE DAT DEZE CONTROLE HET MET NAME MOGELIJK MOET MAKEN NA TE GAAN OF DE IN ARTIKEL 2 , LID 2 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1614/79 BEDOELDE MINIMUMPRIJS IN ACHT WORDT GENOMEN EN ONGERECHTVAARDIGDE STEUNAANVRAGEN MOET VERHINDEREN ;

OVERWEGENDE DAT DE GELDIGHEIDSDUUR VAN BOVENBEDOELDE VOORSCHRIFTEN DIENT TE WORDEN BEPERKT TOT DE PERIODE VAN EEN VERKOOPSEIZOEN ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

ARTIKEL 1

1 . DE WERELDMARKTPRIJS VOOR SOJABONEN WORDT DOOR DE COMMISSIE BEPAALD VOOR ONVERPAKTE , TE ROTTERDAM GELEVERDE , SOJABONEN VAN DE STANDAARDKWALITEIT , WAARVOOR DE STREEFPRIJS IS VASTGESTELD .

VOOR AANBIEDINGEN EN NOTERINGEN DIE NIET AAN DE IN DE EERSTE ALINEA GENOEMDE VOORWAARDEN VOLDOEN , WORDEN DE NODIGE AANPASSINGEN VERRICHT .

2 . DE WERELDMARKTPRIJS WORDT BEPAALD OP DE GRONDSLAG VAN DE MEEST GUNSTIGE REELE AANKOOPMOGELIJKHEDEN , MET UITZONDERING VAN AANBIEDINGEN EN NOTERINGEN DIE NIET ALS REPRESENTATIEF VOOR DE WERKELIJKE MARKTTENDENS KUNNEN WORDEN BESCHOUWD .

3 . BIJ DE BEPALING VAN DE WERELDMARKTPRIJS WORDT SLECHTS REKENING GEHOUDEN MET DE AANBIEDINGEN OP DE WERELDMARKT VOOR LEVERINGEN TIJDENS DE MEEST REPRESENTATIEVE PERIODE VOOR DE AFZET VAN SOJABONEN UIT DE GEMEENSCHAP , ALSMEDE MET DE NOTERINGEN VOOR LEVERINGEN TIJDENS DEZELFDE PERIODE OP DE VOOR DE INTERNATIONALE HANDEL BELANGRIJKE BEURZEN .

ARTIKEL 2

DE IN ARTIKEL 2 , LID 1 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1614/79 BEDOELDE STEUN WORDT OP DIENS VERZOEK VERLEEND AAN IEDERE EERSTE KOPER VAN IN DE GEMEENSCHAP GEOOGSTE SOJABONEN DIE :

A ) TEN MINSTE AAN ONDERSTAANDE VOORWAARDEN VOLDOET :

- HIJ MOET BESCHIKKEN OVER VOLDOENDE INSTALLATIES VOOR DE OPSLAG VAN SOJABONEN ,

- HIJ MOET EEN VOORRAADBOEKHOUDING VOEREN DIE VOLDOET AAN NADER TE BEPALEN VOORSCHRIFTEN ,

- HIJ MOET ZICH ERTOE VERBINDEN EVENTUELE ANDERE BEWIJSSTUKKEN VOOR TE LEGGEN DIE NODIG ZIJN VOOR DE CONTROLE VAN HET RECHT OP STEUN ;

B ) AAN DE BEVOEGDE INSTANTIE VAN DE LID-STAAT WAAR DE SOJABONEN ZULLEN WORDEN GEOOGST , VOOR 15 AUGUSTUS 1980 , EEN MET DE PRODUCENT GESLOTEN CONTRACT VOORLEGT ,

- WAARIN MELDING WORDT GEMAAKT VAN DE OPPERVLAKTE WAARVAN DE DAAROP GEOOGSTE HOEVEELHEID MOET WORDEN GELEVERD ,

- WAARIN OPGAVE WORDT GEDAAN VAN ALLE NODIGE GEGEVENS VOOR HET IDENTIFICEREN VAN DE BETROKKEN OPPERVLAKTE ,

- WAARBIJ DE MINIMUMPRIJS IN ACHT WORDT GENOMEN EN VOLDAAN WORDT AAN DE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2 , LID 6 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1614/79 VASTGESTELDE VOORWAARDEN ;

C ) AAN DEZELFDE INSTANTIE VOORLEGT :

- EEN DOOR DE PRODUCENT ONDERTEKENDE OPGAVE VAN DE DAADWERKELIJK GEOOGSTE HOEVEELHEID ,

- EEN DOOR DE BEIDE BETROKKEN PARTIJEN ONDERTEKENDE OPGAVE VAN DE DAADWERKELIJK DOOR DE PRODUCENT GELEVERDE HOEVEELHEID .

ARTIKEL 3

1 . HET BEDRAG VAN DE STEUN IS HET BEDRAG DAT VAN TOEPASSING IS OP DE DAG WAAROP DE BETROKKENE BIJ DE BEVOEGDE INSTANTIE VAN DE PRODUCERENDE LID-STAAT EEN AANVRAAG OM STEUN INDIENT .

2 . DE AANVRAAG OM STEUN MOET BETREKKING HEBBEN OP DE TOTALE TE LEVEREN HOEVEELHEID OP GROND VAN EEN OF MEER CONTRACTEN EN MOET WORDEN VOORGELEGD NA SLUITING VAN DAT CONTRACT/DIE CONTRACTEN EN VOOR HET EINDE VAN DE IN ARTIKEL 3 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1614/79 BEDOELDE PERIODE .

ARTIKEL 4

1 . ONVERMINDERD ARTIKEL 5 WORDT VOOR DE BEREKENING VAN HET TOE TE KENNEN STEUNBEDRAG UITGEGAAN VAN HET IN DE LEVERINGSAANGIFTE ( N ) BETREFFENDE DE IN ELKE AANVRAAG OM STEUN BEDOELDE CONTRACTEN AANGEGEVEN GEWICHT , AANGEPAST AAN DE HAND VAN DE MOGELIJKE VERSCHILLEN TUSSEN HET VOCHTGEHALTE EN HET GEHALTE AAN ONZUIVERHEDEN DIE BIJ DE IN LID 2 BEDOELDE ANALYSE ZIJN GECONSTATEERD ENERZIJDS EN DE OVEREENKOMSTIGE GEHALTEN WAARVAN IS UITGEGAAN BIJ DE BEPALING VAN DE STANDAARDKWALITEIT WAARVOOR DE STREEFPRIJS WORDT VASTGESTELD , ANDERZIJDS .

2 . HET NEMEN VAN MONSTERS , HET OMZETTEN VAN MONSTERS IN ANALYSEMONSTERS EN HET BEPALEN VAN HET GEHALTE AAN ONZUIVERHEDEN EN HET VOCHTGEHALTE , GESCHIEDEN VOLGENS DE VOOR DE GEHELE GEMEENSCHAP UNIFORME METHODE ALS OMSCHREVEN IN DE BIJLAGEN I TOT EN MET IV VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1470/68 ( 2 ) .

ARTIKEL 5

1 . DE PRODUCERENDE LID-STATEN GAAN DOOR MIDDEL VAN STEEKPROEVEN DE JUISTHEID NA VAN DE IN DE CONTRACTEN VERMELDE OPPERVLAKTEN .

WANNEER UIT DEZE CONTROLES BLIJKT DAT DE OPPERVLAKTE VERSCHILT VAN DE AANGEGEVEN OPPERVLAKTE , WORDT HET CONTRACT AMBTSHALVE DOOR DE LID-STAAT GECORRIGEERD .

2 . DE PRODUCERENDE LID-STATEN GAAN DE JUISTHEID NA VAN DE HOEVEELHEDEN DIE ZIJN VERMELD IN DE AANGIFTEN BETREFFENDE DE GEOOGSTE HOEVEELHEID .

WANNEER BLIJKT DAT DIE HOEVEELHEDEN NIET KUNNEN ZIJN VOORTGEBRACHT OP DE OPPERVLAKTE DIE IS VERMELD IN HET CONTRACT WAAROP ZIJ BETREKKING HEBBEN , EIST DE BETROKKEN LID-STAAT DAT ALLE BEWIJSSTUKKEN WORDEN VOORGELEGD DIE NODIG ZIJN VOOR DE CONTROLE OP DE GEOOGSTE HOEVEELHEID .

INDIEN DE LID-STAAT DE VERSTREKTE BEWIJSSTUKKEN ONTOEREIKEND ACHT , BEPAALT DEZE DE HOEVEELHEID SOJABONEN DIE VOOR STEUN IN AANMERKING KOMT .

3 . DOOR EEN SYSTEMATISCHE CONTROLE VAN DE VOORRAADBOEKHOUDING EN , IN VOORKOMEND GEVAL , VAN DE FINANCIELE BOEKHOUDING VAN DE STEUNAANVRAGERS GAAN DE PRODUCERENDE LID-STATEN NA OF DE IN DE LEVERINGSAANGIFTEN VERMELDE HOEVEELHEDEN OOK WERKELIJK ZIJN GELEVERD .

ARTIKEL 6

DE PROCUDERENDE LID-STATEN STELLEN DE COMMISSIE IN KENNIS VAN DE BEPALINGEN DIE ZIJ VOOR DE TOEPASSING VAN DE IN DEZE VERORDENING VERVATTE REGELING HEBBEN VASTGESTELD , VOORDAT DEZE BEPALINGEN TEN UITVOER WORDEN GELEGD .

ARTIKEL 7

VERORDENING ( EEG ) NR . 1777/76 ( 3 ) WORDT OP 1 NOVEMBER 1980 INGETROKKEN .

ARTIKEL 8

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DAG VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

ZIJ IS SLECHTS VAN TOEPASSING OP IN 1980 GEOOGSTE SOJABONEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE LUXEMBURG , 30 JUNI 1980 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

V . BALZAMO