Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21981A0424(01)

    Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling houdende nadere afwijking van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden

    PB L 371 van 31/12/1980, p. 57–58 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1984; opgeheven door 284A1211(05)

    Related Council regulation

    21981A0424(01)

    Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling houdende nadere afwijking van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden

    Publicatieblad Nr. L 371 van 31/12/1980 blz. 0057
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 24 blz. 0122


    OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling houdende nadere afwijking van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden

    Brief nr. 1

    Brussel, ...

    Excellentie,

    De laatste zin van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de op 22 juli 1972 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden bepaalt dat de in de aan dit Protocol gehechte lijst C vermelde aardolieprodukten niet binnen de werkingssfeer van dit Protocol vallen.

    Om te voorkomen dat deze juridische situatie ertoe voert dat uiteenlopende methoden van administratieve samenwerking worden toegepast, stel ik U voor overeen te komen dat in afwijking van de genoemde zin de in Protocol nr. 3 bedoelde methoden van administratieve samenwerking met ingang van 1 mei 1981 op deze produkten van toepassing zullen zijn.

    Ik zou het op prijs stellen indien U mij meedeelt dat Uw Regering met dit voorstel instemt.

    Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te willen aanvaarden.

    Namens de Raad van de

    Europese Gemeenschappen

    Brief nr. 2

    Brussel, ...

    Mijnheer,

    Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, die als volgt luidt:

    "De laatste zin van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de op 22 juli 1972 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden bepaalt dat de in de aan dit Protocol gehechte lijst C vermelde aardolieprodukten niet binnen de werkingssfeer van dit Protocol vallen.

    Om te voorkomen dat deze juridische situatie ertoe voert dat uiteenlopende methoden van administratieve samenwerking worden toegepast, stel ik U voor overeen te komen dat in afwijking van de genoemde zin de in Protocol nr. 3 bedoelde methoden van administratieve samenwerking met ingang van 1 mei 1981 op deze produkten van toepassing zullen zijn.

    Ik zou het op prijs stellen indien U mij meedeelt dat Uw Regering met dit voorstel instemt.".

    Ik heb de eer U mede te delen dat mijn Regering met het in deze brief vervatte voorstel instemt.

    Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te willen aanvaarden.

    Namens de Regering van het Koninkrijk Zweden

    Top