Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62023CJ0168

    Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 27 juni 2024.
    Prysmian Cabluri şi Sisteme SA tegen Agenţia Naţională de Administrare Fiscală – Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Craiova – Direcţia Regională Vamală Craiova e.a.
    Verzoek van de Tribunal Olt om een prejudiciële beslissing.
    Prejudiciële verwijzing – Douane-unie – Gemeenschappelijk douanetarief – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefindeling – Optischevezelkabel – Onderverdelingen 8544 70 00 en 9001 10 90 – Wijziging in de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur – Rechtszekerheidsbeginsel en beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen.
    Zaak C-168/23.

    Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:2024:557

    Voorlopige editie

    ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

    27 juni 2024 (*)

    „Prejudiciële verwijzing – Douane-unie – Gemeenschappelijk douanetarief – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefindeling – Optischevezelkabel – Onderverdelingen 8544 70 00 en 9001 10 90 – Wijziging in de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur – Rechtszekerheidsbeginsel en beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen”

    In zaak C‑168/23,

    betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Tribunal Olt (rechter in eerste aanleg Olt, Roemenië) bij beslissing van 1 maart 2023, ingekomen bij het Hof op 17 maart 2023, in de procedure

    Prysmian Cabluri și Sisteme SA

    tegen

    Agenția Națională de Administrare Fiscală – Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Craiova – Direcția Regională Vamală Craiova,

    Autoritatea Vamală Română,

    Agenția Națională de Administrare Fiscală – Direcția Generală de Administrare a Marilor Contribuabili,

    wijst

    HET HOF (Achtste kamer),

    samengesteld als volgt: N. Piçarra (rapporteur), kamerpresident, N. Jääskinen en M. Gavalec, rechters,

    advocaat-generaal: T. Ćapeta,

    griffier: A. Calot Escobar,

    gezien de stukken,

    gelet op de opmerkingen van:

    –        Prysmian Cabluri și Sisteme SA, vertegenwoordigd door O. Goran, avocat,

    –        de Roemeense regering, vertegenwoordigd door E. Gane, L. Ghiță en A. Wellman als gemachtigden,

    –        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door M. Salyková en E. A. Stamate als gemachtigden,

    gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

    het navolgende

    Arrest

    1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van postonderverdelingen 8544 70 00 en 9001 10 90 van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: „GN”), die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB 1987, L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 254/2000 van de Raad van 31 januari 2000 (PB 2000, L 28, blz. 16), in de versie die voortvloeit uit uitvoeringsverordening (EU) 2017/1925 van de Commissie van 12 oktober 2017 (PB 2017, L 282, blz. 1) (hierna: „verordening nr. 2658/87”).

    2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Prysmian Cabluri și Sisteme SA (hierna: „Prysmian”), enerzijds, en de Agenție Națională de Administrare Fiscală – Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Craiova – Direcția Regională Vamală Craiova (nationaal bureau van de belastingdienst, regionaal directoraat-generaal overheidsfinanciën Craiova – regionaal douanedirectoraat Craoiva, Roemenië), de Autoritate Vamală Română (Roemeense douaneautoriteit) en de Agenție Națională de Administrare Fiscală – Direcția Generală de Administrare a Marilor Contribuabili (nationale belastingdienst – directoraat-generaal grote belastingplichtigen, Roemenië), anderzijds, met betrekking tot de vermeende onjuiste indeling door Prysmian van optischevezelkabel onder GN-onderverdeling 8544 70 00 in plaats van onder GN-onderverdeling 9001 10 90.

     Toepasselijke bepalingen

     GS

    3        Het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (hierna: „GS”) is opgesteld door de Werelddouaneorganisatie (WDO) en aangenomen bij het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, dat met zijn wijzigingsprotocol van 24 juni 1986 namens de Europese Economische Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB 1987, L 198, blz. 1).

    4        In de GS-toelichtingen op post 8544 van het GS, met als opschrift „Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt – zogenaamd emaildraad – of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken”, staat te lezen:

    „Deze post heeft betrekking op draad, kabels en andere geleiders (bijvoorbeeld vlechten, strippen, staven), voor zover zij geïsoleerd zijn, die als geleiders worden gebruikt in elektrische machines, apparaten of installaties. Onder deze voorwaarde omvat de post ook kabelbundels voor werkzaamheden binnenshuis of voor gebruik buitenshuis (bijvoorbeeld kabels of draden voor ondergronds of onderzees gebruik of voor gebruik door de lucht). Deze goederen variëren van zeer fijn geïsoleerde draad tot dikke, meer complexe types kabels.

    Niet-metalen geleiders vallen eveneens onder deze post.

    [...]

    Hieronder vallen ook optischevezelkabels bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken. De omhulsels hebben doorgaans een andere kleur om de vezels aan de uiteinden van de kabel te kunnen identificeren. Optischevezelkabels worden voornamelijk gebruikt voor telecommunicatie omdat zij een hogere datatransmissiecapaciteit hebben dan elektrische geleiders.”

    5        In de GS-toelichtingen op post 9001 van het GS, met als opschrift „Optische vezels en optischevezelbundels; optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma’s, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas”, staat te lezen:

    „[...] Deze post omvat:

    A)      Optische vezels en optischevezelbundels, alsmede optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544.

    De optische vezels bestaan uit concentrische lagen glas of kunststof met uiteenlopende brekingsindexcijfers. Die van glas zijn bedekt met een zeer dun laagje kunststof, onzichtbaar voor het blote oog en bedoeld om ze een zekere flexibiliteit te geven. Optische vezels worden gewoonlijk geleverd op rollen die meerdere kilometers lang kunnen zijn. Zij worden gebruikt bij de vervaardiging van optischevezelbundels en -kabels.

    Optischevezelbundels hebben de vorm van stijve elementen waarin de vezels over hun gehele lengte zijn samengebonden, of hebben de vorm van flexibele bundels waarin alleen de uiteinden zijn samengebonden. Indien de vezels coherent zijn gerangschikt, worden zij gebruikt om beelden door te geven; indien zij daarentegen niet coherent zijn gerangschikt, kunnen zij alleen worden gebruikt om licht door te geven voor verlichting.

    Optischevezelkabels bedoeld bij deze post, die voorzien kunnen zijn van verbindingsstukken, bestaan uit een omhulsel waarin een of meer optischevezelbundels zijn gevat, die niet individueel omhuld zijn.

    Optischevezelbundels en -kabels worden hoofdzakelijk gebruikt in optische apparatuur, in het bijzonder endoscopen bedoeld bij post 9018.

    [...]

    Van deze post zijn uitgezonderd:

    [...]

    g)      Optischevezelkabels bestaande uit individueel omhulde vezels (nr. 8544)”.

     GN

    6        Zoals volgt uit artikel 1 van verordening nr. 2658/87, regelt de GN de tariefindeling van goederen die in de Europese Unie worden ingevoerd. De GN neemt de posten en de onderverdelingen van het GS tot zes cijfers over, en alleen het zevende en het achtste cijfer vormen eigen onderverdelingen van de GN.

    7        Ingevolge artikel 12, lid 1, van verordening nr. 2658/87 stelt de Europese Commissie jaarlijks bij verordening de volledige versie van de GN met de daarbij behorende autonome en conventionele tarieven van invoerrechten van het gemeenschappelijk douanetarief vast, zoals die voortvloeit uit de door de Raad van de Europese Unie of door de Commissie vastgestelde maatregelen. Deze verordening wordt uiterlijk op 31 oktober in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en is van toepassing met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar.

    8        Zoals blijkt uit punt 1 van dit arrest, is de GN van toepassing op het hoofdgeding in de versie die voortvloeit uit uitvoeringsverordening 2017/1925, die vanaf 1 januari 2018 van toepassing is.

    9        Het eerste deel („Inleidende bepalingen”) van de GN omvat een titel I („Algemene regels”) waarvan punt A („Algemene regels voor de interpretatie van de [GN]”) als volgt luidt:

    „Voor de indeling van goederen in de [GN] gelden de volgende bepalingen:

    l.      De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de navolgende regels.

    [...]

    6.      Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede „mutatis mutandis” de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”

    10      Het tweede deel („Tabel van de rechten”) van de GN omvat afdeling XVI („Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”). In aantekening 1, onder m), op deze afdeling wordt verduidelijkt dat die afdeling de artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90 niet omvat.

    11      Deze afdeling XVI bevat een hoofdstuk 85 („Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”). Dit hoofdstuk bevat post 8544 van de GN, die als volgt is opgebouwd:

    „GN-code

    Omschrijving

    Conventioneel douanerecht (%)

    Bijzondere maatstaf

    1

    2

    3

    4

    8544

    Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt – zogenaamd emaildraad – of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken:



    [...]




    8544 70 00

    – optischevezelkabel

    vrij

    –”


    12      Het tweede deel van de GN bevat ook afdeling XVIII („Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; uurwerken; muziekinstrumenten; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen”). Deze afdeling bevat hoofdstuk 90 („Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotogratie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en ‑toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen”).

    13      Dit hoofdstuk bevat onder meer post 9001 van de GN, die als volgt is opgebouwd:

    „GN-code

    Omschrijving

    Conventioneel douanerecht (%)

    Bijzondere maatstaf

    1

    2

    3

    4

    9001

    Optische vezels en optischevezelbundels; optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma’s, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas:



    9001 10

    – optische vezels, optischevezelbundels en optischevezelkabels



    9001 10 10

    – – kabels voor beeldgeleiding

    2,9

    9001 10 90

    – – andere

    2,9

    [...]”





    14      Volgens aantekening 1, onder h), op hoofdstuk 90 omvat dit hoofdstuk niet optischevezelkabels als bedoeld bij post 8544.

    15      Voor het hoofdgeding zijn relevant de toelichtingen op de GN die de Commissie krachtens artikel 9, lid 1, onder a), tweede streepje, van verordening nr. 2658/87 heeft opgesteld en die zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie van 8 december 2007 (PB 2007, C 296, blz. 4; hierna: „toelichtingen van 2007”) respectievelijk 24 mei 2019 (PB 2019, C 179, blz. 4; hierna: „toelichtingen van 2019”).

    16      In de toelichtingen van 2007 preciseerde die met betrekking tot GN-postonderverdeling 8544 70 00:

    „8544 70 00 – Optischevezelkabel

    Deze onderverdeling omvat eveneens optischevezelkabel, ontworpen voor bijvoorbeeld gebruik voor telecommunicatie, samengesteld uit optische vezels, per vezel voorzien van een dubbele laag acrylaatpolymeer, gevat in een beschermende omhulling. De dubbele laag acrylaatpolymeer bestaat uit een binnenschil van zacht acrylaat en een buitenschil van hard acrylaat waarbij deze is voorzien van een laag van verschillende kleuren.

    De dubbele laag acrylaatpolymeer om de enkele optische vezel biedt bescherming en langere duurzaamheid, bijvoorbeeld door de enkele vezel te beschermen tegen breuk.

    [...]”

    17      In de toelichtingen van 2019 is die met betrekking tot GN-postonderverdeling 8544 70 00 vervangen door de volgende tekst:

    „8544 70 00 – Optischevezelkabel

    Deze onderverdeling omvat eveneens optischevezelkabel, ontworpen voor bijvoorbeeld gebruik voor telecommunicatie, samengesteld uit een of meer optische vezels bedoeld bij post 9001 die per vezel zijn voorzien van een dubbele laag acrylaatpolymeer. De coating bestaat uit een binnenschil van zacht acrylaat en een buitenschil van hard acrylaat; deze buitenschil kan gekleurd zijn of zijn voorzien van een laag verschillende kleuren om de vezels te kunnen identificeren. De optische vezels zijn per vezel voorzien van een dubbele coating; ze vormen op zichzelf geen optischevezelkabel bedoeld bij post 8544 totdat ze in een beschermende omhulling zijn gevat.

    De dubbele coating om de enkele optische vezel biedt bescherming en langere duurzaamheid, bijvoorbeeld door de enkele vezel te beschermen tegen breuk en slijtage.

    [...]”

     Verordening nr. 952/2013

    18      Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB 2013, L 269, blz. 1) bepaalt in artikel 33:

    „1.      De douaneautoriteiten geven op aanvraag beschikkingen inzake bindende tariefinlichtingen (BTI-beschikkingen) of beschikkingen inzake bindende oorsprongsinlichtingen (BOI-beschikkingen) af.

    [...]

    2.      BTI- of BOI-beschikkingen zijn slechts verbindend met betrekking tot de tariefindeling of de vaststelling van de oorsprong van de goederen:

    a)      voor de douaneautoriteiten, jegens de houder van de beschikking, ten aanzien van goederen waarvoor de douaneformaliteiten worden vervuld na de datum waarop de beschikking van kracht wordt;

    b)      voor de houder van de beschikking, jegens de douaneautoriteiten, met ingang van de datum waarop hem mededeling van de beschikking wordt gedaan of wordt geacht te zijn gedaan.

    [...]”

     Hoofdgeding en prejudiciële vragen

    19      Prysmian heeft in de periode van 6 juli tot en met 21 december 2018 goederen ingevoerd (hierna: „betrokken goederen”) die zij heeft aangegeven onder postonderverdeling 8544 70 00 van de GN betreffende „optischevezelkabel” en waarvoor een invoerrecht van 0 % gold.

    20      Op 1 juli 2019 heeft Prysmian aan de Biro Vamal Olt (douanekantoor Olt, Roemenië; hierna: „BVO”) te kennen gegeven dat de betrokken goederen als gevolg van wijzigingen in de toelichtingen van 2019 ten opzichte van de toelichtingen van 2007, voortaan vielen onder postonderverdeling 9001 10 90 van de GN betreffende „optische vezels”, waarvoor een invoerrecht van 2,9 % gold. Prysmian heeft daarop verzocht om de invoerrechten op deze goederen te herberekenen vanaf 24 mei 2019, de datum waarop de toelichtingen van 2019 in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

    21      Naar aanleiding van een douanecontrole achteraf, die werd verricht tussen april en juni 2021, heeft de Direcție Regională Vamală Craiova (regionaal douanedirectoraat Craiova, Roemenië) bij besluit van 29 juni 2021 de betrokken goederen aangemerkt als individueel omhulde optische vezels als bedoeld bij postonderverdeling 9001 10 90 van de GN, waarvoor een invoerrecht van 2,9 % gold. Als gevolg daarvan herberekende zij de douanerechten op alle invoer van de goederen in kwestie die door Prysmian waren aangegeven als „optischevezelkabel” van GN-postonderverdeling 8544 70 00 en eiste zij van deze vennootschap betaling van in totaal 992 430 Roemeense leu (RON) (ongeveer 201 000 EUR) aan aanvullende douanerechten en vertragingsrente.

    22      Prysmian heeft bij de Agenție Națională de Administrare Fiscală – Direcția Generală de Administrare a Marilor Contribuabili bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat is afgewezen bij besluit van 17 november 2021.

    23      Daarop heeft Prysmian bij de Tribunal Olt (rechter in eerste aanleg Olt, Roemenië), de verwijzende rechter, beroep ingesteld strekkende tot nietigverklaring van de besluiten van 17 november 2021 en 29 juni 2021 en tot vrijstelling van de bij die besluiten ingevoerde hoofd- en nevenverplichtingen inzake belastingen.

    24      De verwijzende rechter vraagt zich af of de toelichtingen van 2019 de betekenis van de toelichtingen van 2007 hebben gewijzigd en, zo ja, of een herindeling met terugwerkende kracht van de betrokken goederen onder GN-tariefpost 9001 10 90 afbreuk doet aan de beginselen van rechtszekerheid en voorzienbaarheid.

    25      Deze rechter vraagt zich ook af of het beginsel van uniforme toepassing van de tariefindeling, in samenhang met de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, vereist dat hij rekening houdt met, ten eerste, besluiten van andere nationale douaneautoriteiten en, ten tweede, besluiten van douaneautoriteiten of beslissingen van rechterlijke instanties van andere lidstaten die de indeling van de betrokken goederen onder GN-post 8544 hebben vastgesteld of bevestigd.

    26      Tegen deze achtergrond heeft de Tribunal Olt de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

    „1)      Dient de [GN], gelet op de [toelichtingen van 2007], aldus te worden uitgelegd dat het product bestaande in een kern [core] van de optische vezel en een kernbekleding die bedekt is met een eerste binnenschil van zacht acrylaat en een tweede buitenschil van gekleurd hard acrylaat, een coatingsysteem (ColourLock genoemd), kan worden ingedeeld onder post 8544 70 00 van [de GN]?

    2)      Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, mogen de nationale douaneautoriteiten bij de uitlegging van het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel dan voorbijgaan aan het bestaan van besluiten van de douaneautoriteit van die staat waarin de indeling van dat product onder post 8544 70 00 niet ter discussie is gesteld, maar ook aan gunstige BTI-beschikkingen (waarbij vrijstelling van douanerechten en [belasting over de toegevoegde waarde] is verleend) van andere douaneautoriteiten of zelfs beslissingen van rechterlijke instanties van andere lidstaten van de Europese Unie met betrekking tot een dergelijke tariefindeling, zonder daarmee in strijd te handelen met het beginsel van uniforme toepassing van de tariefindeling dat voortvloeit uit artikel 28 [VWEU], gelezen in samenhang met de door het [Hof] erkende beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, die relevant zijn voor de toepassing van het Unierecht?

    3)      Indien de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord, is het bij de uitlegging van artikel 114 van [verordening nr. 952/2013], gelet op de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, dan mogelijk dat een eventuele onduidelijkheid in de [toelichtingen van 2007], gevolgd door een later in werking getreden verduidelijking, voor een belastingplichtige in een lidstaat een bijkomende belastingschuld doet ontstaan, met name indien de douaneautoriteiten van die staat in de loop der tijd besluiten hebben vastgesteld waarin de indeling van dat product onder post 8544 70 00 niet ter discussie is gesteld en er ook gunstige BTI-beschikkingen zijn afgegeven door andere douaneautoriteiten of zelfs beslissingen van rechterlijke instanties van andere lidstaten van de Europese Unie met betrekking tot een dergelijke tariefindeling?”

     Beantwoording van de prejudiciële vragen

     Eerste vraag

    27      Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in essentie te vernemen of GN-postonderverdeling 8544 70 00 aldus moet worden uitgelegd dat een optischevezelkabel die bestaat in de kern van de optische vezel en een kernbekleding die bedekt is met een eerste binnenschil van zacht acrylaat en een tweede buitenschil van gekleurd hard acrylaat, onder die postonderverdeling valt.

    28      Vooraf zij eraan herinnerd dat wanneer het Hof wordt verzocht om een prejudiciële beslissing over een vraag op het gebied van de tariefindeling, het tot taak heeft om de verwijzende rechter de criteria aan te reiken aan de hand waarvan hij de betrokken producten in het bij hem aanhangige geding correct in de GN kan indelen, en niet om deze producten zelf in te delen. Deze indeling vereist immers een louter feitelijke beoordeling van de kenmerken van deze producten, die in het kader van een prejudiciële verwijzing tot de bevoegdheid van de nationale rechter en niet tot die van het Hof behoort [zie in die zin arrest van 9 februari 2023, LB (Air loungers), C‑635/21, EU:C:2023:85, punt 31 en aldaar aangehaalde rechtspraak].

    29      Bovendien zijn – volgens regel 1 van de algemene regels voor de interpretatie van de GN – de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken van deze nomenclatuur bepalend voor de tariefindeling van goederen. Aangezien het in het hoofdgeding gaat om de tariefindeling van de betrokken goederen onder de onderverdelingen 8544 70 00 of 9001 10 90 van voornoemde nomenclatuur, moet die indeling volgens regel 6 van die algemene regels worden vastgesteld op basis van de bewoordingen van die onderverdelingen en van de aanvullende aantekeningen, waarbij, voor zover niet anders is bepaald, ook rekening kan worden gehouden met de overeenkomstige aantekeningen op afdelingen en hoofdstukken.

    30      Het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen moet in het belang van de rechtszekerheid en van gemakkelijke controle in de regel worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de bewoordingen van de GN-post en in de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven. De bestemming van het product kan een objectief indelingscriterium zijn voor zover zij inherent is aan dit product, wat aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van dit product moet worden beoordeeld [zie in die zin arresten van 3 juni 2021, Flavourstream, C‑822/19, EU:C:2021:444, punt 34, en 9 februari 2023, LB (Air loungers), C‑635/21, EU:C:2023:85, punt 33].

    31      Bovendien zijn de toelichtingen op het GS en de GN weliswaar niet bindend, maar vormen zij toch belangrijke instrumenten ter verzekering van de uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief, en bevatten zij als zodanig nuttige gegevens voor de interpretatie daarvan [zie in die zin arresten van 18 juni 2020, Hydro Energo, C‑340/19, EU:C:2020:488, punt 36, en 9 februari 2023, LB (Air loungers), C‑635/21, EU:C:2023:85, punt 34].

    32      In de eerste plaats vormt postonderverdeling 8544 70 00 van de GN, met als opschrift „Optischevezelkabel”, een onderverdeling van post 8544 van deze nomenclatuur, waarvan de bewoordingen onder meer verwijzen naar „optischevezelkabels bestaande uit individueel omhulde vezels”. GN-post 9001 ziet volgens het opschrift ervan onder meer op „optische vezels en optischevezelbundels, optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544”. Volgens aantekening 1, onder h), op hoofdstuk 90 omvat dit hoofdstuk niet optischevezelkabels als bedoeld bij post 8544.

    33      In de tweede plaats wordt in de toelichting op GN-postonderverdeling 8544 70 00, zoals deze is opgenomen in de toelichtingen van 2007, verklaard dat deze onderverdeling eveneens ziet op optischevezelkabel, ontworpen voor bijvoorbeeld gebruik voor telecommunicatie, samengesteld uit optische vezels, per vezel voorzien van een dubbele laag acrylaatpolymeer, gevat in een beschermende omhulling.

    34      In de derde plaats omvat GS-post 8544 volgens de GS-toelichtingen optischevezelkabels bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken, terwijl GS-post 9001 „optische vezels en optischevezelbundels, alsmede optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544” omvat. In deze toelichtingen wordt verder gespecificeerd dat de optischevezelkabels bedoeld bij GS-post 9001 bestaan uit een omhulsel waarin een of meer optischevezelbundels zijn gevat, die niet individueel omhuld zijn.

    35      Uit het voorgaande volgt, ten eerste, dat de GN een onderscheid maakt tussen „kabels” en „individueel omhulde vezels” en dat alleen optischevezelkabels bestaande uit individueel omhulde vezels onder post 8544 van deze nomenclatuur vallen, met uitsluiting van de optische vezels zelf. Individuele optische vezels alsmede optischevezelbundels vallen daarentegen onder post 9001 van deze nomenclatuur, overeenkomstig de bewoordingen daarvan.

    36      Ten tweede blijkt uit de bewoordingen van GN-post 8544 en uit de toelichting op GN-postonderverdeling 8544 70 00 en de GS-toelichtingen op post 8544 van dit systeem dat optische vezels die kabels vormen, slechts onder deze post kunnen worden ingedeeld wanneer zij zowel individueel omhuld zijn als in een beschermende omhulling zijn gevat.

    37      In casu blijkt uit het verzoek om een prejudiciële beslissing dat de betrokken goederen glasvezelkabels zijn die individueel met een tweelagige coating zijn omhuld, zonder beschermende omhulling. Bijgevolg kunnen deze goederen, onder voorbehoud van de door de verwijzende rechter te verrichten verificaties, voor zover zij niet voldoen aan de tweede cumulatieve voorwaarde als bedoeld in het vorige punt, niet onder GN-post 8544 vallen en moeten zij onder GN-post 9001 worden ingedeeld.

    38      Gelet op een en ander moet op de eerste vraag worden geantwoord dat GN-postonderverdeling 8544 70 00 aldus moet worden uitgelegd dat een optischevezelkabel die bestaat in de kern van de optische vezel en een kernbekleding die bedekt is met een eerste binnenschil van zacht acrylaat en een tweede buitenschil van gekleurd hard acrylaat, niet onder die postonderverdeling valt.

     Tweede vraag

    39      Met zijn tweede vraag wenst de verwijzende rechter in essentie te vernemen of het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat de douaneautoriteiten van een lidstaat de rechten en heffingen innen die een belastingplichtige verschuldigd is wegens de volgens deze autoriteiten onjuiste indeling van een goed onder een GN-postonderverdeling, wanneer BTI-beschikkingen die door deze autoriteiten en douaneautoriteiten van andere lidstaten aan andere belastingplichtigen zijn afgegeven, alsmede rechterlijke beslissingen in andere lidstaten niet van die tariefindeling afwijken.

    40      Het rechtszekerheidsbeginsel, waarvan het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen het rechtstreekse uitvloeisel is, vereist dat rechtsregels duidelijk en nauwkeurig zijn, alsook dat hun toepassing voorzienbaar is voor de justitiabelen, in het bijzonder wanneer die regels nadelige gevolgen kunnen hebben voor particulieren en ondernemingen. Dit beginsel vereist met name dat een regeling de belanghebbenden in staat stelt de omvang van de verplichtingen die zij hun oplegt, nauwkeurig te kennen, en dat deze laatsten dienovereenkomstig hun voorzieningen kunnen treffen (arrest van 3 juni 2021, Jumbocarry Trading, C‑39/20, EU:C:2021:435, punt 48 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

    41      Een justitiabele kan zich alleen op het vertrouwensbeginsel beroepen indien een bestuurlijke autoriteit bij hem gegronde verwachtingen heeft gewekt door precieze, onvoorwaardelijke en overeenstemmende toezeggingen te doen die uitgaan van bevoegde en betrouwbare bronnen (zie in die zin arresten van 7 augustus 2018, Ministru kabinets, C‑120/17, EU:C:2018:638, punt 50, en 31 maart 2022, Smetna palata na Republika Bulgaria, C‑195/21, EU:C:2022:239, punt 65).

    42      In casu volgt in de eerste plaats – zoals in de punten 32 tot en met 37 van het onderhavige arrest in herinnering is gebracht – uit de duidelijke en nauwkeurige bewoordingen van de GN-postonderverdelingen 8544 70 00 en 9001 10 90, gelezen in het licht van de toelichtingen van 2007 en het GS, dat goederen als de hier aan de orde zijnde onder postonderverdeling 9001 10 90 vallen en niet onder postonderverdeling 8544 70 00.

    43      In dit verband en anders dan Prysmian betoogt, verduidelijken de toelichtingen van 2019 – volgens welke de individueel omhulde optische vezels „op zichzelf geen optischevezelkabel bedoeld bij post 8544 [vormen] totdat ze in een beschermende omhulling zijn gevat” – slechts de inhoud van de voorwaarde betreffende het bestaan van een beschermende omhulling, zonder dat daarbij de duidelijke bewoordingen van de toelichtingen van 2007 worden gewijzigd.

    44      In de tweede plaats kan krachtens artikel 33, lid 2, van verordening nr. 952/2013 op een BTI uitsluitend door de rechthebbende of zijn vertegenwoordiger een beroep worden gedaan tegenover de douaneautoriteiten die de BTI hebben verstrekt en tegenover die van de andere lidstaten [zie in die zin arrest van 7 april 2011, Sony Supply Chain Solutions (Europe), C‑153/10, EU:C:2011:224, punt 39].

    45      Aangezien de door andere douaneautoriteiten afgegeven BTI’s en de beslissingen van andere rechterlijke instanties van lidstaten waarbij de indeling van de betrokken goederen onder GN-postonderverdeling 8544 70 00 is vastgesteld of bevestigd, niet aan Prysmian waren gericht, kunnen dergelijke inlichtingen en beslissingen niet worden geacht deze vennootschap nauwkeurige, onvoorwaardelijke en overeenstemmende toezeggingen in de zin van de in punt 41 van het onderhavige arrest genoemde rechtspraak te hebben geboden, die bij haar een gewettigd vertrouwen konden doen ontstaan wat de gegrondheid van die indeling betreft.

    46      Gelet op een en ander moet op de tweede vraag worden geantwoord dat het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich er niet tegen verzetten dat de douaneautoriteiten van een lidstaat de rechten en heffingen innen die een belastingplichtige verschuldigd is wegens de volgens deze autoriteiten onjuiste indeling van een goed onder een GN-postonderverdeling, zelfs wanneer BTI-beschikkingen die door deze autoriteiten en douaneautoriteiten van andere lidstaten aan andere belastingplichtigen zijn afgegeven, alsmede rechterlijke beslissingen in andere lidstaten niet van die tariefindeling afwijken.

     Derde vraag

    47      Gelet op het antwoord op de tweede vraag, hoeft de derde vraag niet te worden beantwoord.

     Kosten

    48      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

    Het Hof (Achtste kamer) verklaart voor recht:

    1)      Postonderverdeling 8544 70 00 van de gecombineerde nomenclatuur, die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 254/2000 van de Raad van 31 januari 2000, in de versie die voortvloeit uit uitvoeringsverordening (EU) 2017/1925 van de Commissie van 12 oktober 2017,

    moet aldus worden uitgelegd dat

    een optischevezelkabel die bestaat in de kern van de optische vezel en een kernbekleding die bedekt is met een eerste binnenschil van zacht acrylaat en een tweede buitenschil van gekleurd hard acrylaat, niet onder die postonderverdeling valt.

    2)      Het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel

    moeten aldus worden uitgelegd dat

    zij zich er niet tegen verzetten dat de douaneautoriteiten van een lidstaat de rechten en heffingen innen die een belastingplichtige verschuldigd is wegens de volgens deze autoriteiten onjuiste indeling van een goed onder een postonderverdeling van de gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 2658/87, zoals gewijzigd bij verordening nr. 254/2000, in de versie die voortvloeit uit uitvoeringsverordening 2017/1925, zelfs wanneer beschikkingen inzake bindende tariefinlichtingen die door deze autoriteiten en douaneautoriteiten van andere lidstaten aan andere belastingplichtigen zijn afgegeven, alsmede rechterlijke beslissingen in andere lidstaten niet van die tariefindeling afwijken.

    ondertekeningen


    *      Procestaal: Roemeens.

    Top