This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61984CJ0179
Judgment of the Court of 9 July 1985. # Piercarlo Bozzetti v Invernizzi SpA and Ministero del Tesoro. # Reference for a preliminary ruling: Pretura unificata di Cremona - Italy. # Co-responsibility levy - Target price for milk. # Case 179/84.
Arrest van het Hof van 9 juli 1985.
Piercarlo Bozzetti tegen Invernizzi SpA en Minister van de Schatkist.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Pretura unificata di Cremona - Italië.
Medeverantwoordelijkheidsheffing - Richtprijs voor melk.
Zaak 179/84.
Arrest van het Hof van 9 juli 1985.
Piercarlo Bozzetti tegen Invernizzi SpA en Minister van de Schatkist.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Pretura unificata di Cremona - Italië.
Medeverantwoordelijkheidsheffing - Richtprijs voor melk.
Zaak 179/84.
Jurisprudentie 1985 -02301
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1985:306
*A9* Pretura unificata di Cremona, ordinanza dell'01/06/84 (2294 - RG 635/84)
*P1* Pretura unificata di Cremona, lettera del 17/11/1986 (RG 635/84)
ARREST VAN HET HOF VAN 9 JULI 1985. - PIERCARLO BOZZETTI TEGEN SPA INVEANIZZI EN MINISTERO DEL TESORO. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE PRETORE DI CREMONA. - MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING - MELKRICHPRIJS. - ZAAK 179/84.
Jurisprudentie 1985 bladzijde 02301
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00831
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . PREJUDICIELE VRAGEN - BEVOEGDHEID VAN HOF - GRENZEN - PROBLEEM VAN BEVOEGDHEID BINNEN NATIONALE RECHTERLIJKE ORGANISATIE - OPLOSSING AFHANKELIJK VAN KWALIFICATIE VAN RECHTSSITUATIE NAAR GEMEENSCHAPSRECHT - NUT VAN PREJUDICIELE BESLISSING
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 177 )
2 . LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKT - MELK EN ZUIVELPRODUKTEN - MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING - KARAKTER - INTERVENTIE TER REGULERING VAN MARKT
( VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD , ARTIKEL 5 ; VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE )
3 . LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKT - MELK EN ZUIVELPRODUKTEN - MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING - VASTSTELLING - BEREKENING OP BASIS VAN RICHTPRIJS VOOR MELK - TOELAATBAARHEID
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 40 , LID 3 , DERDE ALINEA ; VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD , ARTIKEL 2 )
4 . LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKT - DISCRIMINATIE TUSSEN PRODUCENTEN OF CONSUMENTEN - MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN MELKSECTOR - VASTSTELLING OP GROND VAN OBJECTIEVE CRITERIA , AANGEPAST AAN BEHOEFTEN VAN WERKING VAN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING - VERSCHILLENDE GEVOLGEN VOOR PRODUCENTEN - GEEN DISCRIMINATIE
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 40 , LID 3 , TWEEDE ALINEA )
1 . DE RECHTSORDE VAN ELKE LID-STAAT MOET DE RECHTERLIJKE INSTANTIE AANWIJZEN DIE BEVOEGD IS OM KENNIS TE NEMEN VAN GESCHILLEN BETREFFENDE INDIVIDUELE RECHTEN DIE AAN DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE ZIJN ONTLEEND , ECHTER MET DIEN VERSTANDE DAT DE LID-STATEN GEHOUDEN ZIJN , TELKENS EEN EFFECTIEVE BESCHERMING VAN DIE RECHTEN TE VERZEKEREN . BEHOUDENS DIT LAATSTE , DIENT HET HOF ZICH NIET IN TE LATEN MET DE BESLECHTING VAN BEVOEGDHEIDSVRAGEN DIE OP HET NIVEAU VAN DE NATIONALE RECHTERLIJKE ORGANISATIE KUNNEN RIJZEN BIJ DE KWALIFICATIE VAN BEPAALDE OP HET GEMEENSCHAPSRECHT GEBASEERDE RECHTSSITUATIES . WANNEER DEZE KWALIFICATIE IN HET LICHT VAN HET NATIONALE RECHT ECHTER ZELF IS GEBONDEN AAN DE KWALIFICATIE IN HET LICHT VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT , MOETEN AAN DE NATIONALE RECHTER IN HET KADER VAN EEN PREJUDICIELE VERWIJZING DE ELEMENTEN VAN GEMEENSCHAPSRECHT WORDEN VERSCHAFT DIE KUNNEN BIJDRAGEN TOT DE OPLOSSING VAN DE BEVOEGDHEIDSVRAAG WAARVOOR HIJ ZICH ZIET GESTELD .
2 . VANUIT HET OOGPUNT VAN GEMEENSCHAPSRECHT IS DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING , INGESTELD BIJ VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD EN NADER GEREGELD BIJ VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE , GEZIEN DE HAAR TOEBEDEELDE FUNCTIE TER REGULERING VAN DE MARKT , EEN ONDERDEEL VAN DE IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING VAN DE MARKT VOOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN VOORZIENE INTERVENTIEMAATREGELEN EN WORDT ZIJ GEKARAKTERISEERD DOOR HAAR ECONOMISCHE FUNCTIE . DE OMSTANDIGHEID DAT DEZE HEFFING , DIE RECHTSTREEKS WORDT AANGEWEND VOOR BEPAALDE UITGAVEN IN HET KADER VAN DEZE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING , NIET WORDT GENOEMD ONDER DE ' ' EIGEN MIDDELEN ' ' VAN DE GEMEENSCHAP , IS NIET VAN INVLOED OP DEZE KWALIFICATIE .
3 . DE BEREKENING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN DE SECTOR MELK AAN DE HAND VAN DE CENTRALE WAARDE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING , TE WETEN DE RICHTPRIJS VOOR GENORMALISEERDE MELK , DIE VOOR DE GEHELE GEMEENSCHAP REPRESENTATIEF WORDT GEACHT , IS VOLLEDIG IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 40 , LID 3 , EEG-VERDRAG , VOLGENS HETWELK HET GEMEENSCHAPPELIJK PRIJSBELEID IN HET KADER VAN DE MARKTORDENINGEN ' ' OP GEMEENSCHAPPELIJKE CRITERIA EN OP EENVORMIGE BEREKENINGSWIJZEN MOET BERUSTEN ' ' .
4 . DAT DE INVOERING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING VERSCHILLENDE GEVOLGEN KAN HEBBEN VOOR BEPAALDE PRODUCENTEN , AL NAAR GELANG HUN INDIVIDUELE PRODUKTIE OF DE PLAATSELIJKE OMSTANDIGHEDEN , KAN NIET WORDEN BESCHOUWD ALS EEN KRACHTENS ARTIKEL 40 , LID 3 , EEG-VERDRAG VERBODEN DISCRIMINATIE , NU DE BEREKENING VAN DE HEFFING IS GEBASEERD OP OBJECTIEVE CRITERIA DIE ZIJN AANGEPAST AAN DE BEHOEFTEN VAN DE ALGEMENE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING .
IN ZAAK 179/84 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE PRETORE TE CREMONA ( ITALIE ), IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
P . BOZZETTI , VEEHOUDER TE DEROVERE ( CREMONA ),
EN
INVERNIZZI SPA , TE MELZO ( MILAAN ),
EN
MINISTER VAN DE SCHATKIST ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING EN DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 INZAKE EEN MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING EN MAATREGELEN TER VERRUIMING VAN DE MARKTEN IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN , EN VAN VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE VAN 5 AUGUSTUS 1977 HOUDENDE UITVOERINGSBEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE INNING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN ,
1 BIJ BESCHIKKING VAN 1 JUNI 1984 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 9 JULI DAAROPVOLGENDE , HEEFT DE PRETORE TE CREMONA KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG TWEE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING EN DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 INZAKE EEN MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING EN MAATREGELEN TER VERRUIMING VAN DE MARKTEN IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN ( PB 1977 , L 131 , BLZ . 6 ) EN VAN VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE VAN 5 AUGUSTUS 1977 HOUDENDE UITVOERINGSBEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE INNING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN ( PB 1977 , L 203 , BLZ . 1 ), ZOALS NADERHAND GEWIJZIGD EN AANGEVULD .
DE RELEVANTE REGELINGEN
2 BIJ VERORDENING NR . 1079/77 HEEFT DE RAAD EEN MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING INGEVOERD TER VERMINDERING VAN DE STRUCTURELE OVERSCHOTTEN OP DE MARKT VOOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN IN DE GEMEENSCHAP . VOLGENS DE TWEEDE OVERWEGING VAN DE VERORDENING HEEFT DEZE HEFFING TOT DOEL , EEN MEER DIRECT VERBAND TOT STAND TE BRENGEN TUSSEN DE PRODUKTIE EN DE AFZETMOGELIJKHEDEN VAN ZUIVELPRODUKTEN . ZIJ MOET UNIFORM WORDEN TOEGEPAST OP ALLE AAN DE ZUIVELFABRIEKEN TE LEVEREN HOEVEELHEDEN MELK , ALSMEDE OP BEPAALDE VERKOPEN VAN ZUIVELPRODUKTEN OP DE BOERDERIJ .
3 VOLGENS ARTIKEL 2 WORDT HET BEDRAG VAN DE HEFFING VOOR DE ACHTEREENVOLGENDE MELKPRIJSJAREN VASTGESTELD VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 43 , LID 2 , EEG-VERDRAG , DAT WIL ZEGGEN OP VOORSTEL VAN DE COMMISSIE DOOR DE RAAD MET GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID VAN STEMMEN . BIJ DE VASTSTELLING VAN HET BEDRAG VAN DE HEFFING , DAT EEN PERCENTAGE IS VAN DE ' ' MELKRICHTPRIJS VOOR HET BETROKKEN MELKPRIJSJAAR ' ' , WORDT REKENING GEHOUDEN MET DE MARKTSITUATIE , DE VOORUITZICHTEN INZAKE VRAAG EN AANBOD VOOR ZUIVELPRODUKTEN , ALSMEDE MET DE ONTWIKKELING VAN DE VOORRADEN .
4 VOOR HET MELKPRIJSJAAR 1977/1978 WERD DE HEFFING VASTGESTELD OP 1,5% VAN DE MELKRICHTPRIJS ; DE PERCENTAGES DIE VOOR DE VOLGENDE MARKTPRIJSJAREN GOLDEN , WERDEN VASTGESTELD BIJ VERORDENING . BLIJKENS HET DOSSIER WAS DE HEFFING TEN TIJDE VAN HET GESCHIL OVEREENKOMSTIG VERORDENING NR . 1189/82 VAN DE RAAD VAN 18 MEI 1982 ( PB 1982 , L 140 , BLZ . 8 ) VASTGESTELD OP 2% VAN DE RICHTPRIJS .
5 VOLGENS ARTIKEL 3 VAN VERORDENING NR . 1079/77 WORDT BIJ LEVERING AAN EEN MELKBE-OF VERWERKEND BEDRIJF DE HEFFING DOOR DE KOPER VAN MELK INGEHOUDEN OP DE AAN DE PRODUCENT TE VERRICHTEN BETALING ; DE PER MAAND INGEHOUDEN BEDRAGEN WORDEN TELKENS IN DE EERSTVOLGENDE MAAND DOOR DEZE KOPER AFGEDRAGEN AAN DE DAARTOE DOOR IEDERE LID-STAAT AANGEWEZEN BEVOEGDE INSTANTIE . ARTIKEL 5 BEPAALT , DAT DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING WORDT BESCHOUWD ALS ' ' INTERVENTIE TER REGULERING VAN DE LANDBOUWMARKT ' ' .
6 VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE , WAAROP DE VRAGEN VAN DE PRETORE EVENEENS BETREKKING HEBBEN , BEVAT DE UITVOERINGSBEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE INNING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING , DOCH GEEN VOORSCHRIFTEN DIE VAN BIJZONDER BELANG ZIJN VOOR DE GESTELDE VRAGEN . HET ONDERZOEK VAN DEZE VERORDENING VALT DUS SAMEN MET HET ONDERZOEK VAN VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD , WAARVAN DE GELDIGHEID WORDT BETWIST .
7 OPMERKING VERDIENT , DAT DE IN ARTIKEL 2 VAN VERORDENING NR . 1079/77 GENOEMDE MELKRICHTPRIJS IN ARTIKEL 3 VAN VERORDENING NR . 804/68 VAN DE RAAD VAN 27 JUNI 1968 HOUDENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN ( PB 1968 , L 148 , BLZ . 13 ) WORDT OMSCHREVEN ALS ' ' DE MELKPRIJS WELKE WORDT NAGESTREEFD VOOR DE TOTALE HOEVEELHEID MELK DIE DOOR DE PRODUCENTEN TIJDENS HET MELKPRIJSJAAR WORDT VERKOCHT , IN DIE MATE WAARIN DE AFZETMOGELIJKHEDEN OP DE MARKT VAN DE GEMEENSCHAP EN OP DE MARKTEN DAARBUITEN DIT TOELATEN ' ' . DE PRIJS WORDT JAARLIJKS DOOR DE RAAD VASTGESTELD ' ' VOOR MELK MET EEN VETGEHALTE VAN 3,7 EN WEL IN HET STADIUM FRANCO-MELKFABRIEK ' ' .
DE VOORGESCHIEDENIS
8 BLIJKENS DE VERWIJZINGSBESCHIKKING HEEFT VERZOEKER IN HET HOOFDGEDING , VEEHOUDER TE DEROVERE ( CREMONA ), INVERNIZZI SPA , GEVESTIGD TE MELZO ( MILAAN ), EN DE MINISTER VAN DE SCHATKIST OP 5 APRIL 1984 VOOR DE PRETORE GEDAGVAARD TOT RESTITUTIE VAN DE BEDRAGEN , DOOR INVERNIZZI VOOR REKENING VAN DE MINISTER VAN DE SCHATKIST ALS MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING INGEHOUDEN OP DE VERKOOPPRIJS VAN DOOR VERZOEKER GEPRODUCEERDE EN DOOR INVERNIZZI IN DE LOOP VAN APRIL EN MEI 1983 GEKOCHTE MELK .
9 VOLGENS VERZOEKER LEIDT DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING , BEREKEND OP BASIS VAN DE MELKRICHTPRIJS , TOT DISCRIMINATIE TUSSEN DE COMMUNAUTAIRE PRODUCENTEN , DAAR DE BEREKENING GESCHIEDT OP BASIS VAN DE PRIJS VAN MELK MET EEN VETGEHALTE VAN 3,7% , TERWIJL ALGEMEEN BEKEND IS DAT IN ITALIE GEPRODUCEERDE MELK EEN LAGER VETGEHALTE HEEFT . BIJGEVOLG ZOUDEN ITALIAANSE VEEHOUDERS DEZELFDE HEFFING MOETEN BETALEN ALS DE ANDERE PRODUCENTEN IN DE GEMEENSCHAP , OFSCHOON ZIJ IN MINDERE MATE VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR DE OVERSCHOTTEN DIE MOETEN WORDEN WEGGEWERKT . VOLGENS VERZOEKER MOET DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING DERHALVE ONWETTIG EN DAARMEE ONVERSCHULDIGD WORDEN VERKLAARD , ZODAT IN RECHTE RESTITUTIE VAN UIT DIEN HOOFDE INGEHOUDEN BEDRAGEN KAN WORDEN GEVORDERD .
10 DE PRETORE IS VAN OORDEEL , DAT TEGEN HET BEGINSEL VAN DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE MELKPRODUCENTEN VOOR HET STEEDS GROTERE PROBLEEM VAN DE VOORRADEN BOTER EN MELKPOEDER ALS ZODANIG MOEILIJK BEZWAAR KAN WORDEN GEMAAKT , DOCH DAT AAN VERZOEKERS TWIJFEL OMTRENT DE RECHTVAARDIGHEID EN DE BILLIJKHEID VAN DE DOOR DE GEMEENSCHAPSWETGEVER GEKOZEN OPLOSSINGEN BIJ DE VASTSTELLING VAN DE CONCRETE UITVOERINGSREGELINGEN INZAKE DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING EEN ZEKERE JUISTHEID NIET KAN WORDEN ONTZEGD . DE HEFFING ZOU IMMERS GELIJKELIJK GELDEN VOOR MELKSOORTEN DIE ONDERLING STERK VERSCHILLEN , INZONDERHEID QUA VETGEHALTE , EN DIE NIET IN DEZELFDE MATE BIJDRAGEN AAN DE POTENTIELE BOTERPRODUKTIE .
11 DAAR DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING BOVENDIEN NIET BEHOORT TOT DE ZOGENOEMDE ' ' EIGEN MIDDELEN ' ' VAN DE GEMEENSCHAP OPGESOMD IN HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN 21 APRIL 1970 BETREFFENDE DE VERVANGING VAN DE FINANCIELE BIJDRAGEN VAN DE LID-STATEN DOOR EIGEN MIDDELEN VAN DE GEMEENSCHAPPEN ( PB 1970 , L 94 , BLZ . 19 ), WENST DE PRETORE TE VERNEMEN OF HET HIER GAAT OM EEN HEFFING VAN FISCALE AARD , TEN EINDE ZIJN BEVOEGDHEID MET BETREKKING TOT HET AAN HEM VOORGELEGDE GESCHIL TE KUNNEN BEPALEN .
12 DAAROP HEEFT DE PRETORE HET HOF DE VOLGENDE TWEE PREJUDICIELE VRAGEN VOORGELEGD :
1 ) MOETEN DE VERORDENINGEN NRS . 1079/77 VAN DE RAAD EN 1822/77 VAN DE COMMISSIE , ZOALS ACHTEREENVOLGENS GEWIJZIGD EN AANGEVULD , TOT INVOERING EN REGELING VAN DE - IN HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN 21 APRIL 1970 NIET ALS ' ' EIGEN MIDDELEN ' ' GENOEMDE - MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING VOOR MELK ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DEZE HEFFING NIET VAN FISCALE AARD IS ?
2 ) MOETEN DE VERORDENINGEN NRS . 1079/77 EN 1822/77 , MET NAME ARTIKEL 2 VAN BEIDE VERORDENINGEN , WAARBIJ EEN MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IS INGEVOERD DIE PRODUKTEN VAN VERSCHILLENDE SAMENSTELLING , DIE IN VERSCHILLENDE MATE TOT HET ONTSTAAN VAN BOTER- EN MELKOVERSCHOTTEN BIJDRAGEN , GELIJKELIJK TREFT , ONWETTIG WORDEN GEACHT WEGENS SCHENDING VAN HET IN ARTIKEL 40 , LID 3 , EEG-VERDRAG GENOEMDE DISCRIMINATIEVERBOD OF WEGENS MISBRUIK VAN BEVOEGDHEID OP GROND VAN KENNELIJKE ONGERIJMDHEID , EN MOETEN ZIJ BIJGEVOLG BUITEN TOEPASSING WORDEN GELATEN ?
AL DAN NIET FISCALE AARD VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING ( EERSTE VRAAG )
13 VERZOEKER IN HET HOOFDGEDING IS VAN OORDEEL , DAT DE BESTREDEN HEFFING NIET VAN FISCALE AARD IS . HIJ WIJST EROP , DAT DE HEFFING NIET WORDT GENOEMD ONDER DE EIGEN MIDDELEN VAN DE GEMEENSCHAP , DOCH RECHTSTREEKS BESTEMD IS TER DEKKING VAN BEPAALDE IN ARTIKEL 4 VAN VERORDENING NR . 1079/77 TEN BEHOEVE VAN DE MARKT VOOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN VOORZIENE KOSTEN , EN DAT ARTIKEL 5 VAN GENOEMDE VERORDENING BEPAALT DAT ' ' DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING EN DE IN ARTIKEL 4 BEDOELDE MAATREGELEN WORDEN ... BESCHOUWD ALS INTERVENTIES TER REGULERING VAN DE LANDBOUWMARKT ' ' . OOK INDIEN HET HOF NIET BEVOEGD WARE , ZICH UIT TE SPREKEN OVER DE DOOR DE PRETORE OPGEWORPEN BEVOEGDHEIDSKWESTIE , ZOU HET DE NATIONALE RECHTER NIETTEMIN DIE ELEMENTEN VAN GEMEENSCHAPSRECHT KUNNEN VERSCHAFFEN DIE AAN DE OPLOSSING VAN DAT PROBLEEM KUNNEN BIJDRAGEN . VERZOEKER WIJST HIERTOE OP ' S HOFS ARREST VAN 19 DECEMBER 1968 ( SALGOIL , ZAAK 13/68 , JURISPR . 1968 , BLZ . 632 ).
14 VOLGENS DE REGERING VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK IS DE VRAAG , OF DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING ALS EEN BELASTING MOET WORDEN AANGEMERKT - GESTELD TER BEPALING VAN DE BEVOEGDE NATIONALE RECHTER - GEEN VRAAG BETREFFENDE DE UITLEGGING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT . ZIJ ZOU DERHALVE MOETEN WORDEN BEANTWOORD DOOR DE NATIONALE RECHTER AAN DE HAND VAN DIENS EIGEN RECHTSSTELSEL , GELIJK HET HOF OVERWOOG IN HET DOOR VERZOEKSTER GECITEERDE ARREST VAN 19 DECEMBER 1968 ( SALGOIL ); MET BETREKKING TOT DE BESCHERMING VAN DE DOOR HET VERDRAG TOEGEKENDE RECHTEN OORDEELDE HET HOF HIER , DAT ' ' DE RECHTSORDE VAN ELKE LID-STAAT DE BEVOEGDE RECHTERLIJKE INSTANTIE MOET AANWIJZEN EN DAARTOE BEDOELDE RECHTEN HEEFT TE KWALIFICEREN NAAR MAATSTAVEN VAN NATIONAAL RECHT ' ' ( PUNT 3 VAN HET DICTUM ). DE OMSTANDIGHEID DAT DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING WORDT BESCHOUWD ALS EEN MAATREGEL TER VERBETERING VAN DE STABILISATIE DER MARKTEN EN DAT ZIJ NIET BEHOORT TOT DE EIGEN MIDDELEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 201 EEG-VERDRAG , ZOU IRRELEVANT ZIJN VOOR DE BEVOEGDHEIDSVRAAG , DIE MOET WORDEN OPGELOST AAN DE HAND VAN MAATSTAVEN VAN NATIONAAL RECHT .
15 DE RAAD IS HET ERMEE EENS , DAT DE DOOR DE NATIONALE RECHTER OPGEWORPEN BEVOEGDHEIDSKWESTIE UITSLUITEND MOET WORDEN OPGELOST AAN DE HAND VAN MAATSTAVEN VAN NATIONAAL RECHT , GELIJK HET HOF OVERWOOG IN RECHTSOVERWEGING 18 VAN HET ARREST VAN 27 MAART 1980 ( GEVOEGDE ZAKEN 66 , 127 EN 128/79 , SALERNI , JURISPR . 1980 , BLZ . 1237 ). DE RAAD WIJST ER ECHTER OP , DAT HET HOF REEDS IN HET ARREST VAN 21 FEBRUARI 1979 ( ZAAK 138/78 , STOLTING , JURISPR . 1979 , BLZ . 713 ) ALLE IN VERORDENING NR . 1079/77 VOORZIENE MAATREGELEN HEEFT AANGEDUID ALS MAATREGELEN DIE ' ' BEDOELD ZIJN OM DE MARKT VOOR ZUIVELPRODUKTEN TE REGULEREN EN TE STABILISEREN EN OP DEZE WIJZE DE BESTAANDE INTERVENTIEREGELING AAN TE VULLEN ' ' . DAARMEE ZOU HET HOF DE MOGELIJKHEID HEBBEN UITGESLOTEN , DAT EEN DERGELIJKE HEFFING VAN FISCALE AARD IS . VOLGENS DE RAAD KAN DE NATIONALE RECHTER AAN DEZE HEFFING DAN OOK MOEILIJK EEN ANDER KARAKTER TOEKENNEN .
16 VOLGENS DE COMMISSIE BEHELST DE GESTELDE VRAAG GEEN PROBLEEM VAN GEMEENSCHAPSRECHT DOCH VAN NATIONAAL RECHT , TE WETEN DE BEPALING VAN DE BEVOEGDE RECHTER . HAARS INZIENS MOET DEZE VRAAG WORDEN BEANTWOORD DOOR DE NATIONALE RECHTER AAN DE HAND VAN DIENS NATIONALE RECHTSSTELSEL .
17 GELIJK HET HOF OORDEELDE IN HET DOOR PARTIJEN AANGEHAALDE ARREST VAN 19 DECEMBER 1968 ( SALGOIL ), MOET DE RECHTSORDE VAN ELKE LID-STAAT DE RECHTERLIJKE INSTANTIE AANWIJZEN DIE BEVOEGD IS OM KENNIS TE NEMEN VAN GESCHILLEN BETREFFENDE INDIVIDUELE RECHTEN DIE AAN DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE ZIJN ONTLEEND , ECHTER MET DIEN VERSTANDE DAT DE LID-STATEN GEHOUDEN ZIJN , EEN EFFECTIEVE BESCHERMING VAN DIE RECHTEN TE VERZEKEREN . BEHOUDENS DIT LAATSTE , DIENT HET HOF ZICH NIET IN TE LATEN MET DE BESLECHTING VAN BEVOEGDHEIDSVRAGEN DIE OP HET NIVEAU VAN DE NATIONALE RECHTERLIJKE ORGANISATIE KUNNEN RIJZEN BIJ DE KWALIFICATIE VAN BEPAALDE OP HET GEMEENSCHAPSRECHT GEBASEERDE RECHTSSITUATIES .
18 GELIJK DE RAAD EVENWEL TERECHT HEEFT OPGEMERKT , IS DE KWALIFICATIE VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN HET LICHT VAN DE BEPALINGEN VAN GEMEENSCHAPSRECHT NIET ZONDER BELANG UIT EEN OOGPUNT VAN NATIONAAL RECHT . HET IS DUS STELLIG VAN BELANG , DE NATIONALE RECHTER DE ELEMENTEN VAN GEMEENSCHAPSRECHT TE VERSCHAFFEN DIE AAN DE OPLOSSING VAN DE BEVOEGDHEIDSVRAAG WAARVOOR HIJ ZICH GESTELD ZIET , KUNNEN BIJDRAGEN .
19 IN DIT VERBAND MOET EROP WORDEN GEWEZEN , DAT ARTIKEL 5 VAN VERORDENING NR . 1079/77 UITDRUKKELIJK VERKLAART DAT DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING MOET WORDEN BESCHOUWD ALS ' ' INTERVENTIE TER REGULERING VAN DE LANDBOUWMARKTEN ' ' . DE HEFFING IS DERHALVE VOORAL ECONOMISCH VAN AARD , DAAR ZIJ DEZELFDE ROL SPEELT ALS DE ANDERE IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING VAN DE MARKT VOOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN VOORZIENE INTERVENTIEMAATREGELEN . DE OMSTANDIGHEID DAT DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING , DIE RECHTSTREEKS WORDT AANGEWEND VOOR BEPAALDE UITGAVEN IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING VOOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN , NIET WORDT GENOEMD ONDER DE ' ' EIGEN MIDDELEN ' ' VAN DE GEMEENSCHAP , IS NIET VAN INVLOED OP DE KWALIFICATIE VAN DEZE HEFFING , DAAR ZIJ TOT DOEL HEEFT BIJ TE DRAGEN TOT DE REGULARISATIE VAN BEDOELDE MARKT .
20 OP DE EERST VRAAG MOET DERHALVE WORDEN GEANTWOORD DAT DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING , INGESTELD BIJ VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD EN NADER GEREGELD BIJ VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE , VANUIT HET OOGPUNT VAN GEMEENSCHAPSRECHT MOET WORDEN GEKARAKTERISEERD VOLGENS DE ECONOMISCHE FUNCTIE DIE ZIJ VERVULT ALS ONDERDEEL VAN DE INTERVENTIEMAATREGELEN TER REGULARISERING VAN DE MARKT VAN ZUIVELPRODUKTEN . HET STAAT AAN DE NATIONALE RECHTER , HIERUIT DE CONSEQUENTIES TE TREKKEN VOOR DE BEPALING VAN ZIJN BEVOEGDHEID TER ZAKE .
GELDIGHEID VAN DE WIJZE VAN BEREKENING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING ( TWEEDE VRAAG )
21 VOLGENS VERZOEKER IN HET HOOFDGEDING DISCRIMINEERT DE IN VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD EN VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE VOORZIENE BEREKENINGSWIJZE , WAARBIJ TER BEPALING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDS HEFFING WORDT UITGEGAAN VAN DE RICHTPRIJS VOOR MELK MET EEN VETGEHALTE VAN 3,7% , EEN PRODUCENT ALS VERZOEKER , WIENS MELK NIMMER EEN ZODANIG VETGEHALTE BEREIKT , TEN OPZICHTE VAN PRODUCENTEN UIT ANDERE GEBIEDEN VAN DE GEMEENSCHAP , WIER MELK DIT VETGEHALTE WEL BEREIKT OF OVERSCHRIJDT . JUIST DEZE LAATSTE MELK ZOU VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR DE PRODUKTIEOVERSCHOTTEN , INZONDERHEID HET OVERSCHOT AAN BOTER . DE VERWIJZING NAAR DE RICHTPRIJS VAN MELK MET EEN VETGEHALTE VAN 3,7% ZOU DERHALVE NEERKOMEN OP EEN MET ARTIKEL 40 , LID 3 , EEG-VERDRAG STRIJDIGE DISCRIMINATIE EN MISBRUIK VAN BEVOEGDHEID WEGENS KENNELIJKE ONGERIJMDHEID VAN DIE BEREKENINGSWIJZE .
22 VERZOEKER IN HET HOOFDGEDING BETOOGT VOORTS , DAT DE COMMUNAUTAIRE WETGEVER BIJ DE VASTSTELLING VAN DE HEFFING REKENING HAD MOETEN HOUDEN MET REGIONALE VERSCHILLEN ; HIJ HAD DE HEFFING ZODANIG MOETEN VASTSTELLEN , DAT ZIJ WORDT GEDRAGEN DOOR DE PRODUCENTEN DIE WERKELIJK VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR DE PRODUKTIEOVERSCHOTTEN , EN DAARENTEGEN IN ALGEHELE OF GEDEELTELIJKE VRIJSTELLING MOETEN VOORZIEN VOOR PRODUCENTEN VAN MELK MET EEN LAAG VETGEHALTE . VERZOEKER MERKT OP , DAT BIJ DE VASTSTELLING BIJ DE WIJZE VAN INNING VAN DE NIEUWE ' ' EXTRAHEFFING ' ' BIJ VERORDENING NR . 857/84 VAN DE RAAD VAN 31 MAART 1984 ( PB 1984 , L 90 , BLZ . 13 ) EN VERORDENING NR . 1371/84 VAN DE COMMISSIE VAN 16 MEI 1984 ( PB 1984 , L 132 , BLZ . 11 ) REKENING IS GEHOUDEN MET HET WISSELENDE VETGEHALTE VAN MELK .
23 HET STANDPUNT VAN VERZOEKER IN HET HOOFDGEDING WORDT GEDEELD DOOR DE REGERING VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DIE BETOOGT DAT DE VASTSTELLING VAN DE HEFFING AAN DE HAND VAN DE RICHTPRIJS VAN MELK MET EEN VETGEHALTE VAN 3,7% DE ITALIAANSE PRODUCENTEN DISCRIMINEERT , DAAR HET VETGEHALTE VAN DE IN ITALIE GEPRODUCEERDE MELK GEMIDDELD SLECHTS 3,5% BEDRAAGT . DE ITALIAANSE REGERING BETWIST NIET HET BEGINSEL VAN DE INVOERING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING . ZIJ IS EVENWEL VAN OORDEEL , DAT DE RAAD GEDIFFERENTIEERDE MAATREGELEN HAD MOETEN TREFFEN TEN EINDE REKENING TE HOUDEN MET WISSELENDE SITUATIES IN DE GEMEENSCHAP VOOR WAT BETREFT DE SAMENSTELLING VAN MELK , INZONDERHEID HET VETGEHALTE ; HET VETGEHALTE ZOU IMMERS DE VOORNAAMSTE OORZAAK ZIJN VAN DE FINANCIELE LASTEN VOORTVLOEIEND UIT DE PRODUKTIE VAN OVERSCHOTTEN . OM DIE REDEN ACHT DE ITALIAANSE REGERING DE ONDERHAVIGE REGELING DISCRIMINEREND EN NIET EVENREDIG AAN HET NAGESTREEFDE DOEL . DE VERORDENINGEN WAARBIJ NADERHAND DE EXTRAHEFFING IS INGEVOERD , ZOUDEN BEWIJZEN DAT OOK DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING EVENREDIG KAN ZIJN AAN DE KWALITEIT VAN DE MELK , ZONDER DAT DIT ONOVERKOMELIJKE PRAKTISCHE OF ADMINISTRATIEVE MOEILIJKHEDEN MEEBRENGT .
24 TOT STAVING VAN DE GELDIGHEID VAN DE BESTREDEN VERORDENING MERKT DE RAAD OP , DAT HIJ OP DIT GEBIED BESCHIKT OVER EEN RUIME ECONOMISCHE BEOORDELINGSVRIJHEID BIJ DE KEUZE VAN DE MAATREGELEN OM HET EVENWICHT OP DE ZUIVELMARKT TE HERSTELLEN . DEZE HANDELINGSVRIJHEID ZOU ZIJN ERKEND IN HET ARREST VAN 21 FEBRUARI 1979 ( STOLTING , REEDS GECITEERD ), WAARIN HET HOF OORDEELDE , DAT DE INVOERING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN OVEREENSTEMMING WAS MET HET VERDRAG . DE RAAD WIJST EROP DAT DE IN VERORDENING NR . 1079/77 VOORZIENE MAATREGEL IS GEKOZEN UIT VERSCHILLENDE MOGELIJKHEDEN , ZOALS EEN ALGEMENE VERLAGING VAN DE GEGARANDEERDE MINIMUMPRIJZEN OF CONTINGENTERING VAN DE PRODUKTIE . OOK DE INVOERING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING KON OP VERSCHILLENDE WIJZEN GESCHIEDEN , BIJ VOORBEELD OP BASIS VAN DE DOOR DE PRODUCENTEN DAADWERKELIJK ONTVANGEN PRIJS OF AL NAARGELANG DE MELKERIJEN VEEL , WEINIG OF NIETS TER INTERVENTIE AANBIEDEN . DEZE VERSCHILLENDE METHODEN ZOUDEN VERSCHILLENDE CATEGORIEEN PRODUCENTEN OP VERSCHILLENDE WIJZE HEBBEN GETROFFEN , ZONDER DAT VAN WILLEKEURIGE DISCRIMINATIE KAN WORDEN GESPROKEN .
25 MET BETREKKING TOT DE BIJ VERORDENING NR . 1079/77 INGEVOERDE MAATREGELEN BETOOGT DE RAAD , DAT DEZE ZIJN OPGEZET MET HET OOG OP DE GEHELE ZUIVELMARKT IN DE GEMEENSCHAP . HET WAS DERHALVE NORMAAL , ALDUS DE RAAD , OM ALS MAATSTAF DE RICHTPRIJS TE KIEZEN , DIE DE CENTRALE WAARDE VAN HET STELSEL VAN DE MARKTORDENING IS EN DIE WORDT VASTGESTELD VOOR EEN TYPE MELK DAT SINDS DE INVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING REPRESENTATIEF WORDT GEACHT VOOR HET GEMIDDELDE VAN DE GEMEENSCHAP .
26 DE RAAD BETWIST HET STANDPUNT VAN VERZOEKER EN VAN DE ITALIAANSE REGERING , WAAR DEZE BETOGEN DAT VOORAL HET VETGEHALTE VAN MELK VERANTWOORDELIJK IS VOOR DE OVERSCHOTTEN WAARVAN DE AFZET DE BEGROTING VAN DE GEMEENSCHAP BELAST . VOLGENS DE RAAD HEEFT DE LITIGIEUZE HEFFING TOT DOEL , DOOR UNIFORME DRUK OP DE MELKPRIJS DE TOTALE PRODUKTIE OP DE GEHELE BETROKKEN MARKT TE VERLAGEN . VOLGENS DE RAAD KAN MEN ZICH DERHALVE NIET BEPERKEN TOT DE BIJDRAGE VAN DE VERSCHILLENDE KWALITEITEN MELK TOT DE BOTERPRODUKTIE , MAAR MOET OOK WORDEN GELET OP DE VERKOOP VAN BOTER IN DE VORM VAN VERSE MELK , ALSMEDE DE BEREIDING VAN MAGERE MELKPOEDER , GECONDENSEERDE MELK , KAAS EN YOGHURT . BOVENDIEN ZOU REKENING MOETEN WORDEN GEHOUDEN MET DE AFZET VAN DIT HELE ASSORTIMENT PRODUKTEN , NIET ALLEEN OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT , DOCH OOK OP DE EXPORTMARKTEN . IN DIT VERBAND , ALDUS DE RAAD , WAS EEN LINEAIRE MAATREGEL , DIE RECHTSTREEKS DE PRODUKTIE VAN RAUWE MELK TREFT , HET MEEST GESCHIKT IN HET KADER VAN EEN ZO GEVARIEERDE MARKT .
27 MET BETREKKING TOT DE ARGUMENTEN DIE VERZOEKER EN DE ITALIAANSE REGERING ONTLENEN AAN DE ONDERSCHEIDEN DIE ZIJN AANGEBRACHT BIJ DE INVOERING VAN DE EXTRAHEFFING MERKT DE RAAD OP , DAT DEZE HEFFING ANDERE DOELSTELLINGEN HEEFT EN ANDERS WERKT DAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING ; ZIJ ZOU NIET ALLEEN TOT DOEL HEBBEN , DE TOENEMING VAN DE MELKPRODUKTIE IN DE HAND TE HOUDEN , MAAR OOK DE ONTWIKKELING EN DE AANPASSING VAN DE PRODUKTIESTRUCTUREN IN DE LID-STATEN EN IN BEPAALDE GEBIEDEN VAN DE GEMEENSCHAP MOETEN BEINVLOEDEN . DEZE REGELING , DIE SELECTIEF WERKT EN PROHIBITIEVE BELASTINGTARIEVEN INVOERT , ZOU NIET TE VERGELIJKEN ZIJN MET DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING , ZODAT DAARAAN GEEN ELEMENTEN KUNNEN WORDEN ONTLEEND TER BEOORDELING VAN DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 1079/77 .
28 DE COMMISSIE DEELT HET STANDPUNT VAN DE RAAD EN BETOOGT , DAT VERZOEKERS REDENERING BERUST OP EEN ONJUISTE VERONDERSTELLING , TE WETEN DAT DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN , INZONDERHEID DE DAARVOOR GELDENDE PRIJSREGELING , UITSLUITEND IS GEBASEERD OP HET VETGEHALTE VAN MELK . DE COMMISSIE WIJST EROP , DAT REEDS IN DE VIJFDE OVERWEGING VAN BASISVERORDENING NR . 804/68 WERD VERKLAARD , DAT DE MARKTORDENING TOT DOEL HEEFT DE GEMEENSCHAPPELIJKE RICHTPRIJS VOOR MELK FRANCO-MELKFABRIEK TE WAARBORGEN EN DAT HET DAAROM NOODZAKELIJK IS OM BEHALVE DE INTERVENTIEMAATREGELEN VOOR BOTER EN VERSE ROOM OOK ANDERE COMMUNAUTAIRE INTERVENTIEMAATREGELEN VAST TE STELLEN , TEN EINDE DE VALORISATIE VAN MELKEIWITTEN EN DE PRIJZEN VAN DE PRODUKTEN WELKE VAN BIJZONDERE BETEKENIS ZIJN VOOR DE VORMING VAN DE PRODUCENTENPRIJZEN VOOR MELK , TE STEUNEN . ZO VOORZIET DE MARKTORDENING BEHALVE IN DE ALGEMEEN GELDENDE RICHTPRIJS , IN EEN INTERVENTIEPRIJS VOOR BOTER , EEN INTERVENTIEPRIJS VOOR MAGERE-MELKPOEDER EN INTERVENTIEPRIJZEN VOOR DE KAZEN GRANA-PADANO EN PARMIGIANO REGGIANO . DEZE ORDENING OMVAT TEVENS HEFFINGEN BIJ INVOER EN RESTITUTIES BIJ UITVOER , WELKE LAATSTE BIJZONDER HOOG ZIJN BIJ UITVOER VAN GENOEMDE KAZEN . DE COMMISSIE WIJST ER VOORTS OP , DAT DE FEITELIJKE PRIJZEN DIE DE ITALIAANSE MELKFABRIEKEN AAN DE PRODUCENTEN BETALEN , DE RICHTLIJN TEN MINSTE 20% TE BOVEN GAAN , ZODAT DE TOEPASSING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING DE ITALIAANSE PRODUCENTEN NOG EEN AANZIENLIJK VOORDEEL VERSCHAFT .
29 MET BETREKKING TOT DE VERGELIJKING DIE IS GEMAAKT TUSSEN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING EN DE EXTRAHEFFING , SLUIT DE COMMISSIE ZICH AAN BIJ DE TOELICHTINGEN VAN DE RAAD , WAARBIJ ZIJ BEKLEMTOONT , DAT DE VERWIJZING NAAR HET VETGEHALTE VAN MELK TER BEPALING VAN DE GRONDSLAG VAN DE EXTRAHEFFING STREKT TER VOORKOMING VAN FRAUDE IN DE VORM VAN CONCENTRATIE VAN HET VOLUME VAN DE MELK DOOR VERRIJKING VAN HET VETGEHALTE , WAARBIJ DE RESTERENDE AFGEROOMDE MELK RECHTSTREEKS WORDT GEBRUIKT ALS DIERVOEDER .
30 TER OPLOSSING VAN HET GESCHIL DAT IS GEREZEN MET BETREKKING TOT DE WIJZE VAN BEREKENING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING MOET IN DE EERSTE PLAATS WORDEN OPGEMERKT DAT , GELIJK HET HOF NAAR AANLEIDING VAN DEZE HEFFING REEDS OVERWOOG IN VORENGENOEMD ARREST VAN 21 FEBRUARI 1979 , DE RAAD OP DIT GEBIED EEN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID BEZIT , OVEREENKOMEND MET DE HEM BIJ DE ARTIKELEN 40 EN 43 EEG-VERDRAG OPGELEGDE POLITIEKE VERANTWOORDELIJKHEID . BIJ DE INVOERING VAN DEZE HEFFING EN DE VASTSTELLING VAN DE BETROKKEN UITVOERINGSBEPALINGEN HEEFT DE RAAD UIT VERSCHILLENDE MOGELIJKHEDEN DE FORMULE GEKOZEN DIE HEM HET MEEST GESCHIKT LEEK VOOR HET NAGESTREEFDE DOEL , TE WETEN HET UITOEFENEN VAN RECHTSTREEKSE , DOCH ZACHTE DRUK OP DE AAN DE MELKPRODUCENTEN BETAALDE PRIJS , TEN EINDE , GELIJK HIJ OVERWOOG IN DE CONSIDERANS VAN VERORDENING NR . 1079/77 , DIE PRODUCENTEN TE ATTENDEREN OP HET BESTAAN VAN EEN VERBAND TUSSEN DE PRODUKTIE EN DE AFZETMOGELIJKHEDEN VAN ZUIVELPRODUKTEN .
31 DEZE DRUK OP HET NIVEAU VAN DE PRODUKTIE STREKT TER VOORKOMING VAN EEN ALGEHELE EVENWICHTSVERSTORING VAN DE MARKT VOOR ZUIVELPRODUKTEN - ONVERSCHILLIG OF INTERVENTIEMAATREGELEN ZIJN GETROFFEN - GEZIEN DE LASTEN VERBONDEN AAN HUN AFZET ZOWEL OP DE MARKT IN DE GEMEENSCHAP ALS OP DE EXPORTMARKTEN . MITSDIEN KENNEN VERZOEKER EN DE ITALIAANSE REGERING TEN ONRECHTE EEN BESLISSENDE ROL TOE AAN HET VETGEHALTE VAN DE MELK , WAAR DE MAATREGEL VAN DE RAAD IS GERICHT OP HERSTEL VAN HET EVENWICHT OP DE GEHELE MARKT VAN MELK EN ALLE DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN .
32 VERORDENING NR . 1079/77 HEEFT BLIJKENS MET NAME DE EERSTE TWEE OVERWEGINGEN TOT DOEL , HET GEBREK AAN EVENWICHT OP DE ZUIVELMARKT OP TE HEFFEN IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING , DANK ZIJ EEN GEZAMENLIJKE INSPANNING WAARAAN ALLE PRODUCENTEN VAN DE GEMEENSCHAP GELIJKELIJK MOETEN BIJDRAGEN , ONGEACHT DE KWALITEIT EN DE BESTEMMING VAN HUN PRODUKTEN , DAT WIL ZEGGEN ONGEACHT DE VRAAG OF DE BETROKKEN MELK BESTEMD IS VOOR DIRECTE CONSUMPTIE OF VOOR DE VERVAARDIGING VAN BOTER , MELKPOEDER , KAAS OF ANDERE VAN MELK AFGELEIDE PRODUKTEN . OOK IS IRRELEVANT , OF DEZE PRODUKTEN BESTEMD ZIJN VOOR VERKOOP OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT OF VOOR EXPORT .
33 ONDER DIE OMSTANDIGHEDEN IS DE BEREKENING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING AAN DE HAND VAN DE CENTRALE WAARDE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING , TE WETEN DE RICHTPRIJS VOOR GENORMALISEERDE MELK , DIE VOOR DE GEHELE GEMEENSCHAP REPRESENTATIEF WORDT GEACHT , VOLLEDIG IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 40 , LID 3 , EEG-VERDRAG , VOLGENS HETWELK HET GEMEENSCHAPPELIJK PRIJSBELEID IN HET KADER VAN DE MARKTORDENINGEN ' ' OP GEMEENSCHAPPELIJKE CRITERIA EN OP EENVORMIGE BEREKENINGSWIJZEN ( MOET ) BERUSTEN ' ' .
34 DAT DE INVOERING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING VERSCHILLENDE GEVOLGEN KAN HEBBEN VOOR BEPAALDE PRODUCENTEN , AL NAARGELANG HUN INDIVIDUELE PRODUKTIE OF DE PLAATSELIJKE OMSTANDIGHEDEN , KAN NIET WORDEN BESCHOUWD ALS EEN KRACHTENS ARTIKEL 40 , LID 3 , EEG-VERDRAG VERBODEN DISCRIMINATIE , NU DE BEREKENING VAN DE HEFFING IS GEBASEERD OP OBJECTIEVE CRITERIA , DIE ZIJN AANGEPAST AAN DE BEHOEFTEN VAN DE ALGEMENE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING , VOOR ALLE DAARONDER VALLENDE PRODUKTEN .
35 BLIJKENS HET VOORGAANDE KAN NIET WORDEN GESTELD , DAT DE VOOR DE PRETORE BESTREDEN VERORDENINGEN EEN DISCRIMINATIE TUSSEN PRODUCENTEN BEHELZEN OF DAT HET STELSEL VAN DEZE VERORDENINGEN ENIGERLEI ONGERIJMDHEID BEVAT ; DE BEREKENING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IS IMMERS IN OVEREENSTEMMING MET DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING , NU DAARBIJ WORDT UITGEGAAN VAN DE CENTRALE WAARDE VAN DIE ORDENING , TE WETEN DE RICHTPRIJS .
36 MET BETREKKING TOT DE ARGUMENTEN DIE VERZOEKER EN DE ITALIAANSE REGERING ONTLENEN AAN VERORDENING NR . 857/84 VAN DE RAAD HOUDENDE INVOERING VAN EEN EXTRAHEFFING EN DE UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE NR . 1371/84 , KAN WORDEN VOLSTAAN MET DE OPMERKING DAT DEZE VERORDENINGEN , DIE VAN LATERE DATUM ZIJN DAN DE VOOR DE NATIONALE RECHTER BESTREDEN VERORDENINGEN , EEN ANDER DOEL NASTREVEN DAN DIE INZAKE DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING . DE IN DEZE VERORDENINGEN NEERGELEGDE OPVATTINGEN KUNNEN ACHTERAF DAN OOK NIET WORDEN INGEROEPEN TER BETWISTING VAN EEN REGELING VAN EERDERE DATUM .
37 MITSDIEN MOET AAN DE NATIONALE RECHTER WORDEN GEANTWOORD , DAT BIJ ONDERZOEK VAN DE TWEEDE VRAAG NIET IS GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 OF VAN VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE VAN 5 AUGUSTUS 1977 KUNNEN AANTASTEN .
KOSTEN
38 DE KOSTEN DOOR DE REGERING VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DE RAAD EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING VAN HUN OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE PRETORE TE CREMONA BIJ BESCHIKKING VAN 1 JUNI 1984 GESTELDE VRAGEN , VERKLAART VOOR RECHT :
1 ) DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING , INGESTELD BIJ VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 INZAKE EEN MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING EN MAATREGELEN TER VERRUIMING VAN DE MARKTEN IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN , EN NADER GEREGELD BIJ VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE VAN 5 AUGUSTUS 1977 HOUDENDE UITVOERINGSBEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE INNING VAN DE MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDSHEFFING IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN , MOET VANUIT HET OOGPUNT VAN GEMEENSCHAPSRECHT WORDT GEKARAKTERISEERD VOLGENS DE ECONOMISCHE FUNCTIE DIE ZIJ VERVULT ALS ONDERDEEL VAN DE INTERVENTIEMAATREGELEN TER REGULARISERING VAN DE MARKT VAN ZUIVELPRODUKTEN . HET STAAT AAN DE NATIONALE RECHTER , HIERUIT DE CONSEQUENTIES TE TREKKEN VOOR DE BEPALING VAN ZIJN BEVOEGDHEID TER ZAKE .
2)BIJ ONDERZOEK VAN DE TWEEDE AAN HET HOF GESTELDE VRAAG IS NIET GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 1079/77 VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 OF VAN VERORDENING NR . 1822/77 VAN DE COMMISSIE VAN 5 AUGUSTUS 1977 KUNNEN AANTASTEN .