EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52024PC0285

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het uitvoeringsprotocol (2024-2029) bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau

COM/2024/285 final

Brussel, 9.7.2024

COM(2024) 285 final

2024/0159(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het uitvoeringsprotocol (2024-2029) bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau is op 15 april 2008 van toepassing geworden. De overeenkomst kan stilzwijgend worden verlengd en is dan ook nog steeds van kracht. Het vorige uitvoeringsprotocol bij de overeenkomst, dat een looptijd van vijf jaar had, is op 15 juni 2019 van toepassing geworden en op 14 juni 2024 verstreken.

Op 14 februari 2024 machtigde de Raad de Commissie om onderhandelingen te openen over een nieuw protocol (hierna het “nieuwe protocol” genoemd) bij de overeenkomst.

Op basis van onderhandelingsrichtsnoeren 1 voerde de Commissie vervolgens onderhandelingen met de Republiek Guinee-Bissau over de sluiting van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de overeenkomst. Het doel ervan is dat de vaartuigen van de Unie toegang krijgen tot de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau en er kunnen vissen op demersale soorten (schaaldieren, koppotigen en vissen), op kleine pelagische soorten en op tonijnachtigen en daarmee geassocieerde soorten. Ter afronding van deze onderhandelingen werd op 16 mei 2024 een nieuw uitvoeringsprotocol geparafeerd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vijf jaar, die ingaat op de in artikel 19 ervan vastgelegde datum van voorlopige toepassing.

Met het nieuwe protocol worden aan vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden in de visserijzones in de wateren van de Republiek Guinee-Bissau toegekend overeenkomstig de wetenschappelijke adviezen en de aanbevelingen van het gezamenlijk wetenschappelijk comité en van de bevoegde regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s), en met name de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat). Het nieuwe protocol voorziet in de volgende vangstmogelijkheden:

vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen: 3 500 brt per jaar;

vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 3 700 brt per jaar;

trawlers voor kleine pelagische soorten: 0 ton per jaar;

28 vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugvaartuigen;

13 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel;

en ondersteuningsvaartuigen volgens de desbetreffende resoluties van de Iccat.

De vangstmogelijkheden voor de kleine pelagische soorten zijn vastgesteld op 0 ton vanwege de voorbehouden die zijn gemaakt bij de situatie van de bestanden, en vanwege de geringe benutting van deze vangstmogelijkheden in het vorige protocol.

Voorts wordt beoogd om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Unie en de Republiek Guinee-Bissau te versterken door uitvoering te geven aan het partnerschapskader van de overeenkomst voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visserijbestanden in de wateren van de Republiek Guinee-Bissau.

Doel van dit voorstel is dat de Raad machtiging verleent voor de sluiting van het nieuwe protocol, zulks overeenkomstig artikel 218, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het nieuwe protocol bij de overeenkomst heeft vooral tot doel een geactualiseerd kader te bieden waarin rekening wordt gehouden met de prioriteiten van het hervormd gemeenschappelijk visserijbeleid en met de externe dimensie. Op basis daarvan kan het strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau worden voortgezet en versterkt.

Het nieuwe protocol voorziet in vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie. Het berust op de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en op de aanbevelingen van het gezamenlijk wetenschappelijk comité, de Iccat en de Cecaf. De beheersmaatregelen van de Iccat zijn ook opgenomen in de desbetreffende bepalingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid voor het Iccat-gebied, en met name de verordening inzake vangstmogelijkheden 2 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De onderhandelingen over een nieuw protocol bij de overeenkomst passen in het kader van het externe optreden van de Unie ten aanzien van de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en houden met name rekening met de doelstellingen van de Unie op het gebied van de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is het VWEU, meer bepaald artikel 43, lid 2, waarin het gemeenschappelijk visserijbeleid is vastgesteld, en artikel 218, lid 6, waarin is bepaald dat de Raad op voorstel van de onderhandelaar besluiten vaststelt tot sluiting van overeenkomsten tussen de Unie en derde landen.

Overeenkomstig artikel 17, lid 1, VWEU zorgt de Commissie voor de externe vertegenwoordiging van de Unie, behalve in aangelegenheden die onder het toepassingsgebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallen. Bijgevolg is alleen de Commissie bevoegd om de Republiek Guinee-Bissau in kennis te stellen van de instemming van de Unie om door het protocol gebonden te zijn.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, punt d), VWEU. Het subsidiariteitsbeginsel is dan ook niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel staat in verhouding tot de in artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid vastgelegde doelstelling om een juridisch, ecologisch, economisch en sociaal bestuurskader voor visserijactiviteiten van vaartuigen van de Unie in wateren van derde landen tot stand te brengen. Het is in overeenstemming met die bepalingen en met de bepalingen van artikel 32 van diezelfde verordening over financiële steun aan derde landen.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In 2023 heeft een onafhankelijke consultant in opdracht van de Commissie een evaluatiestudie ex post en ex ante verricht 3 . Op basis van deze evaluatiestudie heeft de Commissie een ex-postevaluatie van het huidige uitvoeringsprotocol en een ex-ante-evaluatie van mogelijke opties voor de te volgen koers verricht. De conclusies van deze evaluaties zijn vermeld in een werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD) 4 .

In de ex-postevaluatie van het werkdocument concludeert de Commissie dat het huidige uitvoeringsprotocol de doelstellingen ervan al met al doeltreffend heeft verwezenlijkt, ondanks enkele verbeterpunten. In dit verband blijft de vloot van de Unie geïnteresseerd in toegang tot de visserijgebieden van de Republiek Guinee-Bissau met het oog op de toepassing van vangststrategieën binnen een meerjarig kader, waarbij de vangstmogelijkheden en de benuttingsgraad door de vloot van de Unie in zekere mate op elkaar moeten worden afgestemd. Wat de sectorale steun betreft, concludeert de Commissie dat de voor sectorale steun bestemde middelen hebben geleid tot i) een verscherpte monitoring, controle en bewaking van de visserij en ii) een betere oceaangovernance in de Republiek Guinee-Bissau en de regio.

In de ex-ante-evaluatie van het werkdocument concludeert de Commissie dat de onderhandelingen over een nieuw uitvoeringsprotocol, met enkele aanpassingen, in het belang zijn van zowel de Unie als de Republiek Guinee-Bissau. Voor de Republiek Guinee-Bissau betekenen de onderhandelingen over een nieuw uitvoeringsprotocol dat het zijn samenwerking met de Unie voor een versterkte oceaangovernance kan voortzetten dankzij de speciale middelen voor sectorale steun binnen een meerjarig kader.

Het is van belang dat de Unie een instrument behoudt dat nauwe sectorale samenwerking mogelijk maakt met een land dat een belangrijke partner, een leverancier van visserijproducten aan de Unie en een belanghebbende op het internationale toneel is en visgronden heeft die van belang zijn voor de vloot van de Unie.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de bovengenoemde evaluatie heeft de Commissie overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector en internationale middenveldorganisaties, alsook met de visserijautoriteiten en het maatschappelijk middenveld van de Republiek Guinee-Bissau. Uit dat overleg is gebleken dat het in het belang van de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau is om een instrument voor een diepgaande sectorale samenwerking te handhaven dat mogelijkheden biedt inzake meerjarenfinanciering voor de Republiek Guinee-Bissau. Voor de rederijen van de Unie is het van belang toegang tot een belangrijke visserijzone te houden door middel van een overeenkomst in de visserijsector.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Overeenkomstig artikel 31, lid 10, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft de Commissie voor de ex-post-evaluatie en de ex-ante-evaluatie een beroep gedaan op een onafhankelijke consultant.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Het onderhandelde protocol bevat een clausule over de gevolgen van schendingen van de essentiële elementen inzake mensenrechten als bedoeld in de artikelen 8 en 9 van de Overeenkomst van Samoa 5 .

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De financiële tegenprestatie van het nieuwe protocol is vastgesteld op 17 000 000 EUR per jaar, bestaande uit:

(a)een jaarlijks bedrag van 12 500 000 EUR voor de toegang tot de visserijbestanden in de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau, en

(b)een bedrag van 4 500 000 EUR per jaar voor de ondersteuning van het sectorale beleid van de Republiek Guinee-Bissau.

Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van samenwerking op het gebied van duurzame exploitatie van de visserijbestanden, de aquacultuur, de duurzame ontwikkeling van de oceanen, de bescherming van het mariene milieu en de blauwe economie.

Het jaarlijkse bedrag aan vastleggings- en betalingskredieten wordt in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure vastgesteld, onder meer voor de reservelijn voor protocollen die bij het begin van het jaar nog niet in werking zijn getreden 6 .

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De monitoringregelingen zijn vervat in de POV en in het nieuwe protocol.

2024/0159 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het uitvoeringsprotocol (2024-2029) bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), v), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Op grond van Besluit [XXX] van de Raad van […] 7 is het uitvoeringsprotocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (hierna “het protocol” genoemd) op [...] ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(2)Het protocol heeft tot doel ervoor te zorgen dat de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten in de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau kunnen verrichten en dat de Unie en de Republiek Guinee-Bissau nauw samenwerken aan de verdere bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visserijbestanden in de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau. Deze samenwerking helpt ook mee bij het scheppen van fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden in de visserijsector.

(3)Het protocol moet namens de Europese Unie worden goedgekeurd.

(4)Met het oog op de inwerkingtreding van het protocol moet de Commissie, als vertegenwoordiger van de Unie, aan het besluit van de Raad gevolg geven en de Republiek Guinee-Bissau in kennis stellen van de instemming van de Unie om door het protocol gebonden te zijn.

(5)Bij artikel 10 van de overeenkomst is een gemengde commissie opgericht die belast is met de controle op de toepassing van de overeenkomst en het protocol. Deze commissie heeft de bevoegdheid om bepaalde wijzigingen van het protocol goed te keuren. Om de goedkeuring van die wijzigingen te vergemakkelijken, moet onder bepaalde materiële en procedurele voorwaarden aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om deze wijzigingen namens de Unie goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure.

(6)Het standpunt van de Unie over de voorgestelde wijzigingen van het protocol moet door de Raad worden bepaald. De voorgestelde wijzigingen moeten worden goedgekeurd tenzij een blokkerende minderheid van lidstaten in de zin van artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie er bezwaar tegen maakt.

(7)De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 8 van het Europees Parlement en de Raad geraadpleegd en heeft op [datum] advies uitgebracht,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het uitvoeringsprotocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (hierna “het protocol” genoemd) wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van het protocol is als bijlage 1 aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De Commissie wordt overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bijlage 2 bij dit besluit gemachtigd om namens de Unie haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het protocol die worden aangenomen door de gemengde commissie die bij artikel 10 van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau is opgericht.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

1.4.4.Prestatie-indicatoren

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaten zou zijn gecreëerd.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

1.7.Wijze(n) van uitvoering van de begroting

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) syste(e)(men) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de betrokken beheerde financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting)

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel voor de kredieten

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten

3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

3.2.5.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de sluiting van het uitvoeringsprotocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) 

08 – Landbouw en maritiem beleid

08.05 – Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) en regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s)

08.05.01 – Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

1.3.Het voorstel/initiatief betreft: 

X een nieuwe actie 

 een nieuwe actie na een proefproject/voorbereidende actie 9  

 de verlenging van een bestaande actie 

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

Het onderhandelen over en sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) met derde landen sluit aan bij de algemene doelstelling om vissersvaartuigen van de EU toegang te verlenen tot de visserijzones van derde landen en met die landen een partnerschap te ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de visserijbestanden buiten de wateren van de Unie te stimuleren.

De PODV’s zorgen eveneens voor coherentie tussen de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de verbintenissen in het kader van andere Europese beleidslijnen, zoals de duurzame exploitatie van de bestanden van derde landen, de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij), de integratie van de partnerlanden in de wereldeconomie, het bijdragen tot een in alle opzichten duurzame ontwikkeling, alsmede een beter politiek en financieel visserijbeheer.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

Specifieke doelstelling nr. 1 

Bijdragen tot de duurzame visserij buiten de wateren van de Unie, de Europese aanwezigheid in de verre visserij handhaven en de belangen van de Europese visserijsector en de consument beschermen door het onderhandelen over en sluiten van PODV’s met kuststaten, in overeenstemming met andere Europese beleidslijnen.

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.

Met de sluiting van het uitvoeringsprotocol bij de overeenkomst kan het strategisch partnerschap inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau worden voortgezet en versterkt. De sluiting van het protocol creëert vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie in de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau.

Via financiële steun (sectorale steun) voor de uitvoering van op nationaal niveau door het partnerland vastgestelde programma’s, met name op het gebied van monitoring en bestrijding van illegale visserij en steun voor de ambachtelijke visserij, leidt het protocol voorts tot een beter beheer en een betere instandhouding van de visserijbestanden.

Tot slot heeft het protocol gunstige gevolgen voor de maritieme economie van de Republiek Guinee-Bissau doordat het groei in verband met maritieme activiteiten en een duurzame exploitatie van de mariene hulpbronnen van dat land bevordert.

1.4.4.Prestatie-indicatoren

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten.

Benutting van de vangstmogelijkheden (jaarlijkse benutting van de vismachtigingen, uitgedrukt als percentage van de door het protocol geboden vangstmogelijkheden).

Vangstgegevens (verzameling en analyse) en handelswaarde van de overeenkomst.

Effect op de werkgelegenheid en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden in de visserijsector en daarnaast op de toegevoegde waarde in de Unie en op de stabilisering van de markt van de Unie (op geaggregeerd niveau met andere PODV’s).

Verbetering van onderzoek, monitoring en controle van de visserijactiviteiten door het partnerland en ontwikkeling van zijn visserijsector, met name de ambachtelijke visserij.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief 

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

Het nieuwe uitvoeringsprotocol zal met ingang van de datum van ondertekening voorlopig van toepassing zijn, zodat de visserijactiviteiten zo min mogelijk worden onderbroken door het verstrijken van het huidige protocol.

Het nieuwe protocol creëert een kader voor de visserijactiviteiten van de vloot van de Unie in de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau en maakt het voor de reders van vaartuigen van de Unie mogelijk vismachtigingen aan te vragen om in die zone te vissen. Voorts wordt met het nieuwe protocol de samenwerking tussen de Unie en de Republiek Guinee-Bissau versterkt en de ontwikkeling van een in alle opzichten duurzaam visserijbeleid bevorderd. Met name voorziet het protocol in VMS-monitoring van de vaartuigen en in elektronische transmissie van vangstgegevens. De sectorale steun die op grond van het protocol wordt verleend, zal de Republiek Guinee-Bissau helpen bij zijn nationale strategie op het gebied van de visserij en maritieme economie, waaronder de bestrijding van IOO-visserij, en bij het scheppen van fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden in de visserijsector.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaten zou zijn gecreëerd.

Als de EU geen nieuw protocol sluit, zouden de vaartuigen van de EU geen visserijactiviteiten kunnen verrichten, aangezien de huidige overeenkomst een clausule bevat tot uitsluiting van visserijactiviteiten die niet plaatsvinden in het kader van een protocol bij de overeenkomst. De toegevoegde waarde voor de vollezeevloot van de Unie is dus zeer duidelijk. Het protocol biedt ook een kader voor nauwere samenwerking tussen de Unie en de Republiek Guinee-Bissau.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Op grond van de analyse van de historische vangsten in de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau en op basis van de evaluaties en beschikbare wetenschappelijke adviezen hebben de partijen vangstmogelijkheden in visserijinspanning (bruto registerton, brt) vastgesteld voor de volgende categorieën: vriestrawlers voor de garnaalvisserij en vriestrawlers voor de visvangst en vangst van koppotigen. Het protocol voorziet ook in vangstmogelijkheden voor vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugvaartuigen en voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel. De vangstmogelijkheden voor de kleine pelagische soorten luiden in totale toegestane vangsten (TAC’s) en zijn vastgesteld op 0 ton vanwege de voorbehouden bij de situatie van de bestanden en vanwege de geringe benutting van deze vangstmogelijkheden in het vorige protocol. Deze vangstmogelijkheden kunnen in de gemengde commissie in onderlinge overeenstemming worden herzien op basis van een aanbeveling van het gezamenlijk wetenschappelijk comité. De sectorale steun is op een hoog niveau vastgesteld om rekening te houden met de prioriteiten van de nationale strategie op het gebied van de visserij en blauwe economie.

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

De middelen die als financiële compensatie voor de toegang in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij worden overgemaakt, vormen vrij besteedbare inkomsten in de nationale begroting van de Republiek Guinee-Bissau. De voor de sectorale steun uitgetrokken middelen daarentegen worden aan het voor visserij verantwoordelijke ministerie toegewezen (doorgaans via opname in de jaarlijkse begrotingswet), aangezien dat een voorwaarde is voor de sluiting en de monitoring van POV’s. Deze financiële middelen zijn verenigbaar met andere financieringsbronnen van andere internationale geldschieters voor de uitvoering van projecten en/of programma’s in de visserijsector op nationaal niveau.

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

n.v.t.

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

X beperkte geldigheidsduur

X    Van kracht gedurende een periode van vijf jaar vanaf de datum van ondertekening

X    Financiële gevolgen gedurende een periode van vijf jaar vanaf de datum van ondertekening voor de vastleggingskredieten en een periode van vijf jaar en zes maanden vanaf de datum van ondertekening voor de betalingskredieten.

onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 10

X Direct beheer door de Commissie

X via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen

 Gedeeld beheer met de lidstaten

 Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken toe te vertrouwen aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

2.BEHEERSMAATREGELEN 

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen 

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De Commissie (DG MARE, in samenwerking met haar voor de regio bevoegde visserijattaché en in coördinatie met de delegatie van de Unie in de Republiek Guinee-Bissau en met de betrokken diensten van de Commissie) zal de uitvoering van het protocol regelmatig monitoren op het gebruik dat de exploitanten maken van de vangstmogelijkheden, de vangstgegevens en de naleving van de voorwaarden inzake de sectorale steun.

Voorts voorziet de partnerschapsovereenkomst inzake visserij in ten minste één jaarlijkse bijeenkomst van de gemengde commissie. Tijdens die bijeenkomst bespreken de Commissie en de Republiek Guinee-Bissau de uitvoering van de overeenkomst en het protocol en passen zij zo nodig de programmering en, indien van toepassing, de financiële tegenprestatie aan.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en) 

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

De betalingen voor het verkrijgen van toegang staan los van de betalingen van de sectorale steun. De betalingen voor de toegang vinden jaarlijks plaats op de verjaardag van het protocol. Uitzondering is het eerste jaar; in dat jaar vindt de betaling plaats binnen drie maanden na het begin van de voorlopige toepassing van het protocol. De toegang van de vaartuigen wordt gecontroleerd via de afgegeven vismachtigingen.

De betaling van de sectorale steun vindt de eerste keer plaats binnen drie maanden na het begin van de voorlopige toepassing, mits overeenstemming wordt bereikt over een jaarlijks en meerjarig uitvoeringsprogramma. Voor de daaropvolgende jaren is de steun afhankelijk van de behaalde resultaten. Die behaalde resultaten en de uitvoeringsgraad worden gemonitord overeenkomstig de door de partijen overeen te komen richtsnoeren voor de uitvoering van de sectorale steun voor het visserijbeleid van de Republiek Guinee-Bissau, en wel op basis van verslagen of bewijsstukken van het partnerland en op basis van technische inspecties door de visserijattaché.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) syste(e)(men) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Het risico is een onderbenutting van de vangstmogelijkheden door de reders van de Unie of een onderbenutting of vertraging bij de benutting van de middelen die voor de financiering van het sectorale visserijbeleid zijn bestemd, door de Republiek Guinee-Bissau. Er zal uitvoerig worden gedialogeerd over de programmering en de uitvoering van het sectorale beleid als bedoeld in de overeenkomst en het protocol. Voorts bevatten de overeenkomst en het protocol specifieke bepalingen op grond waarvan zij onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden kunnen worden geschorst.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de betrokken beheerde financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting) 

De betalingen van de toegangskosten in het kader van PODV’s worden gecontroleerd op de conformiteit ervan met de internationale overeenkomsten. De controles van de sectorale steun zijn gericht op de besteding van deze steun. De monitoring wordt verricht door het personeel van de Commissie dat bij de delegaties van de Unie is gestationeerd, en tijdens de vergaderingen van de gemengde commissie. De vorderingen worden geëvalueerd aan de hand van een matrix voor de meerjarige programmering. Bij onvoldoende vooruitgang wordt de betaling van de volgende tranche opgeschort of eventueel verlaagd. De totale controlekosten voor alle PODV’s samen worden geraamd op circa 1,8 % (bijdragen 2018). De controleprocedures voor de PODV’s berusten grotendeels op essentiële regelgeving. De controles worden doeltreffend geacht indien geen zwakke punten worden ontdekt die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de wettigheid en regelmatigheid van de financiële verrichtingen. Het gemiddelde foutenpercentage wordt geraamd op 0,0 %.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

De Commissie verbindt zich ertoe een beleidsdialoog te voeren en geregeld overleg te plegen met de Republiek Guinee-Bissau om het beheer van de overeenkomst en van het protocol te verbeteren en de bijdrage van de Unie aan het duurzame beheer van de bestanden te vergroten. Voor alle betalingen die de Commissie in het kader van een PODV verricht, gelden de normale voorschriften en begrotings- en financieringsprocedures van de Commissie. Met name moeten de bankrekeningen van het derde land waarop de bedragen van de financiële tegenprestatie worden overgemaakt, volledig worden geïdentificeerd. In artikel 6, lid 6, van het protocol is bepaald dat de financiële tegenprestatie voor de toegang moet worden overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën en het voor de ontwikkeling van de sector bestemde deel op een officiële rekening onder toezicht van het ministerie van Visserij en het ministerie van Financiën.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgave

Bijdrage

Nummer

GK/NGK 11

van EVA-landen 12

van kandidaat-lidstaten 13

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

08.05.01

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgave

Bijdrage

Nummer

GK/NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

[XX.YY.YY.YY]

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel voor de kredieten 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten 

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige
financiële kader
 

Nummer 2

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

DG MARE

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Jaar
N+4

TOTAAL

 Beleidskredieten

Begrotingsonderdeel 14  08.05.01

Vastleggingen

(1a)

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000

Betalingen

(2a)

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000

Begrotingsonderdeel

Vastleggingen

(1b)

Betalingen

(2b)

Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten 15  

Begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten
voor DG
MARE

Vastleggingen

=1a+1b +3

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000

Betalingen

=2a+2b

+3

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000




 TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000

Betalingen

(5)

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000

 TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 2

van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

=4+6

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000

Betalingen

=5+6

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000





Rubriek van het meerjarige
financiële kader
 

7

“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

DG: <…….>

 Personele middelen

 Andere administratieve uitgaven

TOTAAL DG <….>

Kredieten

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 7

van het meerjarige financiële kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
N 16

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7

van het meerjarig financieel kader
 

Vastleggingen

Betalingen

3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten 

Vastleggingskredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar
2024

Jaar
2025

Jaar
2026

Jaar
2027

Jaar

2028

TOTAAL

OUTPUTS

Soort output 17

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal outputs

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 18 ...

- Toegang

12,500

12,500

12,500

12,500

12,500

62,500

- Sectorale steun

4,500

4,500

4,500

4,500

4,500

22,500

- Output

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

85,000

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

0,780

17,000

17,000

17,000

17,000

17,000

TOTAAL

0,780

12,500

12,500

12,500

12,500

12,500

3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 

X    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

   Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
N 19

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

Subtotaal RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

Buiten RUBRIEK 7 20
van het meerjarig financieel kader
 

Personele middelen

Andere administratieve
uitgaven

Subtotaal
buiten RUBRIEK 7

van het meerjarig financieel kader

TOTAAL

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.1.Geraamde personeelsbehoeften

X    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar N+2

Jaar N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

 Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

20 01 02 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01 (onderzoek onder contract)

01 01 01 11 (eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

 Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 21

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

XX 01 xx yy zz   22

- centrale diensten

- delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)

01 01 01 12 (AC, END, INT – eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Extern personeel

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader 

Het voorstel/initiatief:

X    kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. Verstrek een Excel-tabel in het geval van een omvangrijke herprogrammeringsexercitie.

   hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

   hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5.Bijdragen van derden 

Het voorstel/initiatief:

X    voorziet niet in medefinanciering door derden

   voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
N 23

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten


3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

X    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

   voor overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 24

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

(1)    Besluit van de Raad houdende machtiging om onderhandelingen te openen met de Republiek Guinee-Bissau met het oog op het sluiten van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij (ref. 6007/24 + ADD 1, goedgekeurd door het Coreper (1e deel) op 14.2.2024): https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6641-2024-INIT/nl/pdf .
(2)    PB L 28 van 31.1.2023, blz. 1. Zie deel 3 en bijlage I D.
(3)    Europese Commissie, directoraat-generaal Maritieme Zaken en Visserij, Poseidon, Évaluation rétrospective et prospective du protocole de mise en œuvre de l’accord de partenariat dans le domaine de la pêche entre l’Union européenne et la République de Guinée-Bissau (eindverslag), Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023, https://data.europa.eu/doi/10.2771/196367 .
(4)    Werkdocument van de diensten van de Commissie, Evaluation to the Protocol to the Fisheries Partnership Agreement between the European Union and Guinea-Bissau, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52024SC0005 .
(5)    Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, anderzijds (PB L 2023/2861, 28.12.2023), https://data.europa.eu/eli/reg/2023/02862/oj.
(6)    Overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord betreffende samenwerking in begrotingszaken, punt 20 (PB L 433 I van 22.12.2020).
(7)    (…) (PB L […] van […], blz. […]).
(8)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(9)    In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of punt b), van het Financieel Reglement.
(10)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx .
(11)    GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.
(12)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(13)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan.
(14)    Volgens de officiële begrotingsnomenclatuur.
(15)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.
(16)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(17)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bijvoorbeeld: aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(18)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)…”.
(19)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(20)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.
(21)    AC = agent contractuel (arbeidscontractant); AL = agent local (plaatselijk functionaris); END = expert national détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = intérimaire (uitzendkracht); JPD = jeune professionnel en délégation (jonge deskundige in delegaties).
(22)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(23)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(24)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
Top

Brussel, 9.7.2024

COM(2024) 285 final

BIJLAGEN

bij

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het uitvoeringsprotocol (2024-2029) bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau


BIJLAGE 1

 UITVOERINGSPROTOCOL (2024-2029) bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau

Artikel 1
Doel

Het voorliggende protocol geeft uitvoering aan de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau 1 (hierna “de overeenkomst” genoemd) en bevat met name de voorwaarden voor de toegang van vaartuigen van de Europese Unie (hierna “de Unie” genoemd) tot de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau (hierna “Guinee-Bissau” genoemd) en de uitvoeringsbepalingen voor het partnerschap inzake duurzame visserij.

Het protocol wordt uitgelegd en toegepast binnen het kader van de overeenkomst en op een daarmee verenigbare wijze.

Artikel 2
Verband tussen dit protocol en andere overeenkomsten en rechtsinstrumenten

Het protocol wordt uitgelegd en toegepast met inachtneming van:

(a)het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de zee (Unclos);

(b)de aanbevelingen en resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) en andere ter zake relevante regionale visserijorganisaties, zoals de Cecaf (Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan);

(c)de VN-visbestandenovereenkomst van 1995;

(d)de Gedragscode van 1995 voor een verantwoorde visserij (FAO);

(e)de Overeenkomst van 2009 inzake havenstaatmaatregelen (FAO);

(f)de vrijwillige richtsnoeren van 2015 voor duurzame kleinschalige visserij in het kader van voedselzekerheid en armoedebestrijding (FAO);

en op een daarmee verenigbare wijze.

Artikel 3
Beginselen

1.In het kader van de toepassing van het transparantiebeginsel verbinden de partijen zich ertoe informatie openbaar te maken en uit te wisselen over elke overeenkomst waarbij aan buitenlandse vaartuigen toegang tot de visserijzone van Guinee-Bissau wordt verleend, en over de daaruit voortvloeiende visserijinspanning, met en name het aantal afgegeven machtigingen en de vangsten.

1.De partijen verbinden zich ertoe verantwoorde visserij in de visserijzone van Guinee-Bissau te bevorderen op basis van het beginsel van niet-discriminatie. Guinee-Bissau verbindt zich ertoe aan andere buitenlandse vloten die actief zijn in de visserijzone van Guinee-Bissau, dezelfde kenmerken hebben en op dezelfde soorten vissen, geen gunstigere technische voorwaarden toe te kennen dan die welke in dit protocol zijn opgenomen. De betrokken voorwaarden hebben betrekking op de instandhouding, de duurzame exploitatie, de ontwikkeling en het beheer van de bestanden en op de met de afgifte van vismachtigingen voor zijn visserijzone samenhangende bijdragen en rechten.

2.Wat betreft grensoverschrijdende of over grote afstanden trekkende visbestanden houden de partijen bij het bepalen van de toegankelijke hulpbronnen naar behoren rekening met wetenschappelijke beoordelingen op nationaal en regionaal niveau en met de instandhoudings- en beheersmaatregelen die op nationaal niveau, alsmede door de bevoegde regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) zijn aangenomen.

3.De partijen verbinden zich ertoe dit protocol uit te voeren overeenkomstig artikel 9 van de overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, anderzijds, zoals laatstelijk gewijzigd 2 (hierna “de overeenkomst van Samoa” genoemd) inzake de essentiële elementen van die overeenkomst, i.e. de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, en het fundamentele element van die overeenkomst, i.e. goed openbaar bestuur, duurzame ontwikkeling en duurzaam en deugdelijk beheer van het milieu.

4.De arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van vissers aan boord van vaartuigen van de Unie mogen niet in strijd zijn met de voor vissers geldende instrumenten van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), met name de IAO-verklaring inzake de fundamentele beginselen en rechten op het werk (1998), zoals gewijzigd in 2022, en IAO-verdrag nr. 188 betreffende werk in de visserij. Dit houdt met name de eerbiediging in van de vrijheid van vereniging en de daadwerkelijke erkenning van het recht van werknemers op collectieve onderhandelingen, de uitbanning van dwangarbeid en kinderarbeid, de uitbanning van discriminatie op het gebied van werk en beroep, alsook een veilige en gezonde werkomgeving en fatsoenlijke levens- en arbeidsomstandigheden aan boord van de vissersvaartuigen van de Unie.

5.De partijen verbinden zich ertoe de ratificatie van de voor vissers geldende IAO- en IMO-verdragen te bevorderen. Zij verbinden zich er tevens toe een adequate opleiding voor vissers te bevorderen, met name die waarin is voorzien in het Internationaal Verdrag van de IMO betreffende de normen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van personeel van vissersschepen (STCW-F).

6.Overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst mogen vaartuigen van de Unie slechts visserijactiviteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau uitoefenen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die krachtens dit protocol is afgegeven overeenkomstig de bijlage daarbij. Buiten dit protocol om mogen geen visvergunningen, en met name geen rechtstreekse visvergunningen worden afgegeven aan vaartuigen van de Unie.

Artikel 4
Vangstmogelijkheden

De vangstmogelijkheden die op grond van artikel 5 van de overeenkomst aan vaartuigen van de Unie worden toegekend, worden overeenkomstig het onderhavige artikel vastgesteld.

1.De vangstmogelijkheden luiden in visserijinspanning op basis van de brutotonnage (brt) of in totale toegestane vangsten (TAC’s), en wel als volgt:

(a)demersale soorten (schaaldieren, koppotigen en vissen) en kleine pelagische soorten:

(1)vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen: 3 500 brt per jaar;

(2)vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 3 700 brt per jaar;

(3)trawlers voor kleine pelagische soorten: 0 ton per jaar;

(b)over grote afstanden trekkende soorten (in bijlage I bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 vermelde soorten), met uitzondering van met name de familie van de Alopiidae, de familie van de Sphyrnidae en de volgende soorten: Cetorhinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis, Carcharinus longimanus:

(1)vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugvaartuigen: 28 vaartuigen;

(2)vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 13 vaartuigen.

2.Ondersteuningsvaartuigen zijn toegestaan onder de voorwaarden van de bijlage en in overeenstemming met de desbetreffende resoluties en aanbevelingen van de Iccat.

3.De partijen spreken zich opnieuw uit voor een overschakeling van een beheersregeling op basis van visserijinspanning op een regeling op basis van vangstbeperkingen (TAC’s), die kan plaatsvinden wanneer aan de technische en juridische voorwaarden is voldaan, hetgeen met name inhoudt dat daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van een systeem voor elektronische vangstaangiften (Electronic Reporting System — ERS) en voor de verwerking van deze gegevens, overeenkomstig de bepalingen van de bijlage. De in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie (hierna “de gemengde commissie” genoemd) beslist over de uitvoering van de voorwaarden en bepalingen die een dergelijke overschakeling mogelijk maken.

4.Lid 1 van dit artikel is van toepassing met inachtneming van de artikelen 10 en 11.

Artikel 5
Looptijd

Dit protocol en de bijlage erbij zijn van toepassing voor een periode van vijf jaar met ingang van de eerste dag van de voorlopige toepassing ervan op grond van artikel 19, tenzij dit protocol overeenkomstig artikel 18 wordt opgezegd.

Artikel 6
Financiële tegenprestatie

1.De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie wordt voor de in artikel 5 van dit protocol bepaalde periode vastgesteld op 17 000 000 EUR per jaar.

2.De financiële tegenprestatie omvat:

(a)een jaarlijks bedrag van 12 500 000 EUR voor de toegang tot de visserijbestanden in de visserijzone van Guinee-Bissau;

(b)een bedrag van 4 500 000 EUR per jaar voor steun aan het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau.

3.Lid 1 van dit artikel is van toepassing met inachtneming van de artikelen 10, 11, 17 en 18.

4.De betaling van de financiële tegenprestatie op grond van punt a) van lid 2 vindt uiterlijk negentig dagen na de datum van voorlopige toepassing van dit protocol plaats, en voor de volgende jaren uiterlijk dertig dagen na de verjaardag van de voorlopige toepassing van dit protocol.

5.De benutting van de in punt a) van lid 2 bedoelde financiële tegenprestatie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Guinee-Bissau.

6.De bedragen van dit artikel worden betaald op één bij de centrale bank van Guinee-Bissau geopende rekening van de schatkist, waarvan de gegevens elk jaar door het ministerie van Visserij worden meegedeeld. De in punt b) van lid 2 bedoelde financiële tegenprestatie voor sectorale steun wordt ter beschikking van Guinee-Bissau gesteld op een gezamenlijke overheidsrekening van het ministerie van Visserij en het ministerie van Financiën. De gegevens van de bankrekeningen worden jaarlijks door de autoriteiten van Guinee-Bissau aan de Europese Commissie meegedeeld.

7.Elk onderdeel van de financiële tegenprestatie wordt opgenomen in de staatsbegroting en is onderworpen aan de regels en procedures voor het beheer van de overheidsfinanciën van Guinee-Bissau.

Artikel 7
Sectorale steun

1.De in het kader van dit protocol verleende sectorale steun draagt bij tot de uitvoering van de nationale strategie voor de visserij en de blauwe economie. De steun beoogt het duurzame beheer van de visserijbestanden en de ontwikkeling van de sector in Guinee-Bissau, door met name:

versterking van de monitoring, controle en bewaking van de visserijactiviteiten (onder meer door de installatie en het operationeel maken van het ERS);

versterking van gegevensverzameling en -verwerking voor wetenschappelijke doeleinden en van de analyse- en evaluatiecapaciteit betreffende de visserijbestanden en de visserijen;

versterking van de capaciteit van de actoren in de visserijsector;

steun voor de ambachtelijke visserij;

versterking van de internationale samenwerking;

verbetering van de voorwaarden voor de uitvoer van visserijproducten en bevordering van investeringen in de sector;

ontwikkeling van voor de visserij relevante infrastructuur;

steun voor de blauwe economie en ontwikkeling van de aquacultuur.

2.De gemengde commissie stelt uiterlijk drie maanden na aanvang van de voorlopige toepassing van dit protocol een meerjarig sectoraal programma, met toepassingsbepalingen, vast waarin met name de volgende elementen zijn opgenomen:

(a)de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in artikel 6, lid 2, punt b), genoemde deel van de financiële tegenprestatie;

(b)de doelstellingen die op jaarbasis en op meerjarige basis moeten worden bereikt om een duurzame en verantwoorde visserij te bevorderen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten die Guinee-Bissau stelt voor zijn nationale visserijbeleid of voor andere relevante beleidsterreinen, met name op het gebied van steun voor ambachtelijke visserij, bewaking, controle en de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (“IOO-visserij”), alsook met de prioriteiten op het gebied van versterking van de wetenschappelijke capaciteit van Guinee-Bissau in de visserijsector;

(c)de criteria en de procedures, eventueel met inbegrip van begrotings- en financiële indicatoren, voor de jaarlijkse beoordeling van de behaalde resultaten.

3.Voorstellen tot wijziging van het sectorale programma moeten in de gemengde commissie door de partijen worden goedgekeurd.

4.Guinee-Bissau dient elk jaar een voortgangsverslag met ondersteunende documenten over de met de sectorale steun uitgevoerde projecten in, dat door de gemengde commissie wordt onderzocht. Voordat dit protocol afloopt, dient Guinee-Bissau eveneens een eindverslag in.

5.De Unie kan de betaling van de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk herzien of schorsen hetzij in geval van niet-benutting van deze financiële tegenprestatie, hetzij wanneer bij een evaluatie van de gemengde commissie blijkt dat de bereikte resultaten niet in overeenstemming zijn met de programmering. Nadat de partijen met elkaar overleg hebben gepleegd en hun toestemming hebben gegeven, wordt de betaling van de financiële tegenprestatie hervat zodra de resultaten van de uitvoering dit rechtvaardigen.

6.De partijen zetten de monitoring van de sectorale steun voort totdat de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde financiële tegenprestatie volledig is benut, in voorkomend geval ook nadat dit protocol is verstreken. Deze tegenprestatie kan echter slechts worden betaald tot zes maanden na afloop van dit protocol.

7.De partijen geven zichtbaarheid aan de met de sectorale steun gefinancierde acties en aan de betrokkenheid van de Unie bij het partnerschap met Guinee-Bissau. Deze zichtbaarheid maakt deel uit van de bovengenoemde doelstellingen.

8.Verificaties en controles op het gebruik van de middelen van de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde tegenprestatie kunnen worden uitgevoerd door de audit- en controleorganen van elk van beide partijen, met inbegrip van de Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor fraudebestrijding. In het kader daarvan hebben zij toegang tot de informatie, documenten, terreinen en installaties van de begunstigden.

Artikel 8
Wetenschappelijke samenwerking met het oog op duurzame visserij

1.De partijen verbinden zich ertoe om in de visserijzone van Guinee-Bissau verantwoorde visserij te bevorderen en IOO-visserij te bestrijden op basis van het beginsel van niet-discriminatie tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en op basis van het beginsel van een duurzaam beheer van de visserijbestanden en van de mariene ecosystemen.

2.Gedurende de looptijd van dit protocol werken de Unie en Guinee-Bissau samen om de situatie van de bestanden en visserijen in de visserijzone van Guinee-Bissau te volgen.

3.De partijen verbinden zich ertoe de naleving van de aanbevelingen van de Iccat en de Cecaf te bevorderen en meer samenwerking te betrachten op subregionaal niveau op het gebied van een verantwoord beheer van de visserij, met name in het kader van de Subregionale Visserijcommissie (SRFC).

4.De partijen plegen in de gemengde commissie overleg om zo nodig en in onderlinge overeenstemming nieuwe maatregelen voor een duurzaam beheer van de visserijbestanden vast te stellen.

Artikel 9
Gezamenlijk wetenschappelijk comité

1.Het in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde gezamenlijk wetenschappelijk comité bestaat uit wetenschappers van wie de helft wordt benoemd door de ene partij en de andere helft door de andere partij. Met instemming van beide partijen mag de deelname aan het gezamenlijk wetenschappelijk comité worden uitgebreid met waarnemers, en met name vertegenwoordigers van regionale organisaties voor visserijbeheer, zoals de Cecaf.

2.Het gezamenlijk wetenschappelijk comité komt overeenkomstig artikel 6, lid 1, van de overeenkomst ten minste eenmaal per jaar bijeen. In principe vinden de vergaderingen afwisselend in Guinee-Bissau en in de Unie plaats. Op verzoek van een van de partijen kunnen ook andere vergaderingen worden belegd. De vergaderingen worden bij toerbeurt door een van de partijen voorgezeten.

3.De taken van het gezamenlijk wetenschappelijk comité hebben met name betrekking op de volgende activiteiten:

(a)verzamelen van gegevens over de visserijinspanningen en de vangsten van de nationale en buitenlandse vloten die in de visserijzone van Guinee-Bissau actief zijn en vissen op soorten die in dit protocol worden vermeld;

(b)voorstellen, volgen en analyseren van de jaarlijkse bestandsopname waarbij de bestanden worden geïnventariseerd en de vangstmogelijkheden en de exploitatieopties die de instandhouding van de bestanden en het ecosysteem ervan waarborgen, worden bepaald;

(c)op basis daarvan een wetenschappelijk jaarverslag opstellen over de onder dit protocol vallende visserijen;

(d)opstellen, op eigen initiatief of in reactie op een verzoek van de gemengde commissie of van een van de partijen, van wetenschappelijk advies over de beheersmaatregelen die nodig worden geacht voor een duurzame exploitatie van de onder dit protocol vallende bestanden en visserijen.

4.Op basis van de aanbevelingen en resoluties van de Iccat en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen, zoals die van de Cecaf, en, in voorkomend geval, van de conclusies van het gezamenlijk wetenschappelijk comité stelt de gemengde commissie maatregelen vast die gericht zijn op een duurzaam beheer van de onder dit protocol vallende visserijbestanden en die van belang zijn voor de activiteiten van de vaartuigen van de Unie.

Artikel 10
Herziening van de vangstmogelijkheden en de technische maatregelen 

1.Indien Guinee-Bissau op advies van het gezamenlijk wetenschappelijk comité besluit tot een tijds- of gebiedsgebonden sluiting van een visserij in het kader van een instandhoudingsmaatregel, komt de gemengde commissie bijeen om de grondslagen van dat besluit te analyseren, de effecten van deze sluiting op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in het kader van de overeenkomst te beoordelen en tot eventuele corrigerende maatregelen te besluiten.

2.In de in lid 1 bedoelde gevallen bereikt de gemengde commissie overeenstemming over een evenredige verlaging van de financiële tegenprestatie van de Unie uit hoofde van de overeenkomst en, in voorkomend geval, over een aan de reders te verlenen compensatie.

3.Als Guinee-Bissau op basis van wetenschappelijk advies besluit tot de sluiting van een visserij, geldt die sluiting zonder onderscheid voor alle bij de desbetreffende visserij betrokken vaartuigen, met inbegrip van nationale vaartuigen en vaartuigen die de vlag van een derde land voeren.

4.De vangstmogelijkheden van artikel 4 kunnen in de gemengde commissie in onderlinge overeenstemming en op basis van een aanbeveling van het gezamenlijk wetenschappelijk comité worden herzien. De in artikel 6, lid 2, punt a), bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig aangepast en de gemengde commissie wijzigt dit protocol en de bijlage daarbij dienovereenkomstig.

5.De gemengde commissie kan, indien nodig, de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de uitvoeringsbepalingen van dit protocol en de bijlagen daarbij, met inbegrip van de bepalingen inzake de monitoring van de sectorale steun, onderzoeken en in onderlinge overeenstemming aanpassen.

Artikel 11
Experimentele visserij en nieuwe vangstmogelijkheden

1.Indien vaartuigen van de Unie belangstelling hebben voor visserijactiviteiten waarin niet in artikel 4 is voorzien, kunnen, om de technische haalbaarheid en de economische rentabiliteit van nieuwe visserijen te testen, machtigingen voor de experimentele uitoefening van die activiteiten worden toegekend overeenkomstig de geldende wetgeving van Guinee-Bissau. Voor zover mogelijk wordt die experimentele visserij verricht met behulp van de plaatselijk beschikbare wetenschappelijke en technische deskundigheid. De experimentele visreizen hebben tot doel de technische haalbaarheid en de economische rentabiliteit van nieuwe visserijen te testen.

2.Daarom informeert de Europese Commissie de autoriteiten van Guinee-Bissau over de machtigingsaanvragen voor experimentele visserij op basis van een technisch dossier dat de volgende gegevens bevat:

(a)de beoogde soorten;

(b)de technische kenmerken van het vaartuig;

(c)de ervaring van de officieren van het vaartuig met de betrokken visserijactiviteiten;

(d)het voorstel betreffende de technische parameters van de visreis (duur, vistuig, exploratiegebieden enz.);

(e)het type gegevens dat wordt vergaard met het oog op een wetenschappelijke monitoring van de impact van die visserijactiviteiten op het bestand en de ecosystemen.

3.Machtigingen voor experimentele visserij hebben een looptijd van maximaal zes maanden. Voor dergelijke machtigingen wordt een door de Guinee-Bissause autoriteiten vastgestelde vergoeding betaald.

4.Een wetenschappelijk waarnemer van de vlaggenstaat en een door Guinee-Bissau gekozen waarnemer zijn tijdens de gehele reis aan boord.

5.De vangsten die in het kader van de experimentele visreis zijn toegestaan, worden vastgesteld door de autoriteiten van Guinee-Bissau. De in het kader van en tijdens de experimentele reis verrichte vangsten blijven eigendom van de reder. Vissen die niet aan de wettelijk voorgeschreven maten voldoen, en vissen die krachtens de wetgeving van Guinee-Bissau niet mogen worden gevangen, mogen niet aan boord worden gehouden of in de handel worden gebracht.

6.De gedetailleerde resultaten van de visreis worden ter analyse aan de gemengde commissie en aan het gezamenlijk wetenschappelijk comité toegezonden.

7.Afhankelijk van met name de resultaten van de experimentele visreis en het advies van het gezamenlijk wetenschappelijk comité kunnen de partijen besluiten om nieuwe, niet in artikel 4 van dit protocol vermelde vangstmogelijkheden in te voeren. De partijen maken afspraken over de voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden en wijzigen dit protocol en de bijlage daarbij totdat dit protocol afloopt. De in artikel 6, lid 2, punt a), van dit protocol genoemde financiële tegenprestatie wordt dienovereenkomstig verhoogd. De in de bijlage bedoelde visrechten en andere voorwaarden die van toepassing zijn op de reders, worden dienovereenkomstig bepaald.

Artikel 12
Economische integratie van de actoren van de Unie in de visserijsector van Guinee-Bissau

1.De partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van de actoren van de Unie in de gehele visserijsector van Guinee-Bissau te bevorderen, met name door de oprichting van gezamenlijke ondernemingen en de totstandbrenging van infrastructuur.

2.De partijen werken samen om de particuliere actoren van de Unie bewust te maken van de commerciële en industriële kansen in de gehele visserijsector van Guinee-Bissau, met name op het gebied van directe investeringen.

3.Met hetzelfde doel kan Guinee-Bissau stimulansen geven aan actoren van de Unie die dergelijke investeringen doen.

4.De partijen werken samen aan de inventarisatie van de investeringskansen en financieringsmiddelen voor de uitvoering van de acties of projecten, met name in het kader van de bestaande financieringsinstrumenten van de Unie.

5.Nadat aan alle technische voorwaarden is voldaan, werken de partijen samen aan de bevordering van de afzet, op de markt van de Unie, van de vangsten van vaartuigen van de Unie in Guinee-Bissau.

6.De partijen ondersteunen de oprichting van een werkgroep die investeringsprojecten moet inventariseren en begeleiden en de zoektocht naar financiering moet vergemakkelijken, zowel bilateraal als multilateraal.

7.De gemengde commissie maakt jaarlijks de balans op van de uitvoering van dit artikel.

Artikel 13
Uitwisseling van informatie

1.De partijen verbinden zich ertoe voorrang te geven aan elektronische systemen voor de uitwisseling van met de uitvoering van dit protocol verband houdende gegevens en documenten. Zij passen beveiligde IT-systemen voor automatische uitwisselingen van gegevens over machtigingen en activiteiten van vaartuigen van de Unie of elektronische uitwisselingen overeenkomstig de bepalingen van dit protocol toe.

2.De elektronische versie van een document waarin in dit protocol is voorzien, wordt als volledig gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd.

3.De partijen stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere storing van een informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten worden dan automatisch vervangen door hun papieren versie overeenkomstig de in de bijlage bij dit protocol vastgestelde bepalingen.

4.De regelingen voor de verzending van de gegevens, met inbegrip van bepalingen inzake de continuïteit van de uitwisseling van informatie, zijn vastgesteld in de bijlage.

Artikel 14
Vertrouwelijkheid van de gegevens

1.Guinee-Bissau en de Unie zien erop toe dat de bevoegde autoriteit de in het kader van de overeenkomst uitgewisselde gegevens uitsluitend gebruikt voor de uitvoering van de overeenkomst en met name voor beheersdoeleinden en voor de monitoring, controle en bewaking van de visserij.

2.De partijen verbinden zich tot vertrouwelijke behandeling van alle in het kader van de overeenkomst verkregen commercieel gevoelige gegevens en persoonsgegevens over vaartuigen van de Unie en de visserijactiviteiten ervan, alsook van alle commercieel gevoelige informatie over de communicatiesystemen van de Unie. De partijen zien erop toe dat alleen geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten in de visserijzone openbaar worden gemaakt.

3.Persoonsgegevens moeten worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is.

4.De in het kader van de overeenkomst uitgewisselde persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig aanhangsel 3 van de bijlage bij dit protocol. De gemengde commissie kan andere garanties en rechtsmiddelen met betrekking tot persoonsgegevens en de rechten van de betrokkenen vaststellen.

5.De in het kader van de overeenkomst uitgewisselde gegevens worden verder verwerkt overeenkomstig dit artikel en aanhangsel 3, ook na het verstrijken van dit protocol.

Artikel 15
Toepasselijke wetgeving 

1.De activiteiten van de vaartuigen van de Unie die in de wateren van Guinee-Bissau actief zijn, vallen onder de toepasselijke wetgeving van Guinee-Bissau, tenzij anders is bepaald in de overeenkomst of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels.

2.De partijen stellen elkaar schriftelijk in kennis van elke wijziging van hun respectieve beleid en wetgeving inzake visserij. Dergelijke wet- of regelgevende wijzigingen die technische gevolgen hebben voor de visserijactiviteiten, zijn van toepassing op vaartuigen van de Unie na een termijn van drie maanden vanaf de officiële kennisgeving ervan.

Artikel 16
Bevoegdheden van de gemengde commissie

1.De bij artikel 10 van de overeenkomst ingestelde gemengde commissie kan door middel van briefwisselingen of vergaderingen op afstand overleg plegen of beslissingen nemen.

2.De gemengde commissie stelt de wijzigingen van dit protocol vast die betrekking hebben op:

(a)de vangstmogelijkheden uit hoofde van de artikelen 4 en 10 en, indien nodig, de in artikel 6, lid 2, punt a), bedoelde financiële tegenprestatie;

(b)de in artikel 7 genoemde uitvoeringsbepalingen voor de sectorale steun;

(c)de technische voorwaarden en regelingen voor de uitoefening van de visserij door de vaartuigen van de Unie;

(d)de extra waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van artikel 14, lid 4.

De aldus in dit protocol aangebrachte wijzigingen worden vastgelegd in door de partijen ondertekende notulen, waarin de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen is vermeld.

Artikel 17
Schorsing van de uitvoering van dit protocol

1.De uitvoering van dit protocol, met inbegrip van de betaling van de in artikel 6, lid 2, punten a) en b), bedoelde financiële tegenprestatie, kan na overleg in de gemengde commissie worden geschorst als zich een of meer van de volgende situaties voordoen:

(a)abnormale omstandigheden, andere dan natuurverschijnselen, waardoor in de visserijzone van Guinee-Bissau geen visserijactiviteiten kunnen plaatsvinden;

(b)wezenlijke wijzigingen in de inhoud en de uitvoering van het visserijbeleid van een van de partijen die gevolgen hebben voor dit protocol;

(c)de inwerkingtreding van de in artikel 96 van de overeenkomst van Samoa vermelde overlegmechanismen naar aanleiding van een inbreuk op de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten als bedoeld in artikel 9 van die overeenkomst;

(d)een probleem bij de betaling van de in artikel 6, lid 2, punt a), bedoelde financiële tegenprestatie door de Unie om andere dan de in dit lid, punt c), genoemde redenen;

(e)een ernstig en onopgelost geschil tussen de partijen over de uitleg of uitvoering van de overeenkomst of van dit protocol.

2.Nadat de partijen met elkaar overleg hebben gepleegd en hun toestemming hebben gegeven, wordt de betaling van de financiële tegenprestatie hervat zodra de aan de in lid 1 genoemde gebeurtenissen voorafgaande situatie is hersteld.

3.De aan vaartuigen van de Unie verleende vismachtigingen kunnen worden geschorst zolang de betaling van de in artikel 6, lid 2, punt a), vastgestelde financiële tegenprestatie is geschorst. In geval van hervatting wordt de geldigheid van deze vismachtigingen verlengd met een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten. Alle activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Guinee-Bissau worden onderbroken gedurende de periode van de schorsing.

4.Wanneer de uitvoering van dit protocol wordt geschorst, meldt de betrokken partij haar voornemen daartoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing, behalve in het in lid 1, punt c), genoemde geval, dat tot een onmiddellijke schorsing leidt. In de tussentijd plegen de partijen overleg in de gemengde commissie.

5.Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij daarin slagen, wordt de uitvoering van dit protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd overeenkomstig de duur van de periode waarin de uitvoering van dit protocol was geschorst.

Artikel 18
Opzegging

1.In geval van opzegging van dit protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om dit protocol op te zeggen.

2.Door de in lid 1 bedoelde kennisgeving te versturen wordt overleg tussen de partijen geopend.

Artikel 19
Voorlopige toepassing

Dit protocol is voorlopig van toepassing met ingang van de datum van ondertekening ervan.

Artikel 20
Inwerkingtreding

Dit protocol treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures hebben gemeld.

Artikel 21
Authentieke teksten

Het onderhavige protocol wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.



BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE-BISSAU DOOR VAARTUIGEN VAN DE UNIE

HOOFDSTUK I 
ALGEMENE BEPALINGEN

1.Aanwijzing van de bevoegde autoriteit

Voor de toepassing van deze bijlage wordt, tenzij anders bepaald, met elke verwijzing naar de Unie of Guinee-Bissau als bevoegde autoriteit het volgende bedoeld:

(a)voor de Unie: de Europese Commissie, in voorkomend geval via de delegatie van de Unie in Guinee-Bissau;

(b)voor Guinee-Bissau: het overheidsdepartement dat belast is met de visserij.

2.Visserijzone waar mag worden gevist

De visserijzone waar de vaartuigen van de Unie mogen vissen, komt overeen met de visserijzone van Guinee-Bissau, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, overeenkomstig de wetgeving van Guinee-Bissau en de geldende internationale verdragen waarbij Guinee-Bissau partij is.

De basislijnen worden bepaald door de nationale wetgeving.

3.Aanwijzing van een plaatselijke agent

Vaartuigen van de Unie, met uitzondering van vaartuigen voor de tonijnvisserij, die in het kader van dit protocol een vismachtiging willen aanvragen, moeten worden vertegenwoordigd door een in Guinee-Bissau verblijvende gemachtigde agent.

4.Bankrekening

Guinee-Bissau stelt de Unie vóór de inwerkingtreding van dit protocol in kennis van de gegevens van de bankrekening(en) waarnaar de financiële bedragen worden overgemaakt die in het kader van de overeenkomst door de vaartuigen van de Unie moeten worden betaald. De aan de bankoverdrachten verbonden kosten zijn voor rekening van de reders.

5.Contactpunten

De partijen stellen elkaar in kennis van hun contactpunten met het oog op de uitwisseling van informatie over de uitvoering van dit protocol, en met name over kwesties in verband met de uitwisseling van alle vangstgegevens en gegevens betreffende de visserijinspanning, over de procedures voor de vismachtigingen en vangsten en over de uitvoering van de sectorale steun.

HOOFDSTUK II 
VISMACHTIGINGEN

Deel 1

Toepasselijke procedures

1.Voorafgaande voorwaarde voor het verkrijgen van een vismachtiging — in aanmerking komende vaartuigen

De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde vismachtigingen worden afgegeven op voorwaarde dat het vaartuig is ingeschreven in het Unieregister van vissersvaartuigen en voldoet aan de bepalingen van Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad 3 . Alle eerdere verplichtingen van de reder, de kapitein of het vaartuig zelf uit hoofde van visserijactiviteiten in Guinee-Bissau in het kader van de overeenkomst moeten zijn nagekomen.

2.Aanvraag van een vismachtiging

De Unie dient de aanvraag voor elk te machtigen vaartuig ten minste veertig werkdagen vóór aanvang van de gewenste verrichtingen elektronisch bij Guinee-Bissau in met gebruikmaking van het formulier in het aanhangsel bij de bijlage bij dit protocol.

Voor de elektronische verzending van aanvragen voor vismachtigingen en voor de vermelding van de aanvaarding ervan wordt gebruikgemaakt van Licence, het door de Europese Commissie ter beschikking gestelde beveiligde elektronische systeem voor het beheer van vismachtigingen.

Zolang Licence nog niet volledig operationeel is, dient de Unie de aanvraag voor elk te machtigen vaartuig via de officiële kanalen bij Guinee-Bissau in. De gemengde commissie besluit over de overschakeling op Licence.

Elke eerste vismachtigingsaanvraag in het kader van dit protocol en elke aanvraag naar aanleiding van een technische aanpassing van het betrokken vaartuig gaat vergezeld van:

(a)het bewijs van betaling van het forfaitaire visrecht voor de geldigheidsduur van de vismachtiging;

(b)in voorkomend geval de naam en het adres van de plaatselijke agent van het vaartuig;

(c)voor trawlers, het bewijs van betaling vooraf van de forfaitaire bijdrage in de kosten voor de waarnemer;

(d)voor trawlers, het door de vlaggenstaat afgegeven attest van de tonnage van het vaartuig.

Voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken niet zijn aangepast, gaat de aanvraag tot verlenging van een vismachtiging in het kader van dit protocol uitsluitend vergezeld van het bewijs van betaling van het visrecht en, in voorkomend geval, de forfaitaire bijdrage in de kosten voor de waarnemer.

3.Afgifte van de vismachtiging

Guinee-Bissau geeft de originele vismachtiging af binnen 25 dagen na ontvangst van het volledige aanvraagdossier en ten minste 15 dagen vóór het begin van de visperiode. Deze machtiging wordt aan de reders toegezonden:

(a)voor trawlers via de gemachtigde agenten, met gescande kopie aan de Unie, en

(b)voor vaartuigen voor de tonijnvisserij via de delegatie van de Unie in Guinee-Bissau. Wanneer deze delegatie gesloten is, kan Guinee-Bissau de vismachtiging rechtstreeks aan de reder of gemachtigde agent van de reder afgeven, met kopie aan de Unie.

Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij zendt de bevoegde autoriteit onmiddellijk een kopie van deze vismachtiging langs elektronische weg aan de reder en, in voorkomend geval, aan de plaatselijke agent van de reder. De geldigheidsduur van die kopie verstrijkt bij ontvangst van de originele vismachtiging. Die kopie, die aan boord van de vaartuigen wordt gehouden, is geldig gedurende veertig dagen en wordt tijdens die periode als gelijkwaardig aan het origineel beschouwd.

Wanneer Licence eenmaal operationeel is, geeft Guinee-Bissau aan dat de aanvraag is aanvaard, en uploadt het een elektronische kopie van het origineel van de ondertekende vergunning in Licence. Zolang Licence nog niet operationeel is, zendt Guinee-Bissau per e-mail een gescande kopie van de afgegeven vergunningen aan de Unie.

4.Storing in Licence

Wanneer problemen optreden bij de verzending van gegevens tussen de Europese Commissie en Guinee-Bissau in Licence, verloopt de elektronische uitwisseling van visvergunningen via de officiële kanalen totdat Licence weer operationeel is.

Zodra het systeem is hersteld, werkt elke partij de informatie in Licence bij.

5.Lijst van vaartuigen die mogen vissen

Onmiddellijk na de afgifte van de vismachtiging stelt Guinee-Bissau voor elke categorie vaartuigen de definitieve lijst van vaartuigen op die in de visserijzone van Guinee-Bissau mogen vissen. Deze lijst wordt onmiddellijk toegezonden aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en elektronisch aan de Unie.

6.Geldigheidsduur van de vismachtiging

De vismachtigingen hebben een geldigheidsduur van drie maanden, zes maanden of een jaar. Voor de bepaling van het begin van de geldigheidsduur wordt onder “een jaar” verstaan:

(a)in het eerste jaar van toepassing van dit protocol: de periode tussen de datum waarop dit protocol voorlopig van toepassing wordt en 31 december van datzelfde jaar;

(b)vervolgens elk volledig kalenderjaar;

(c)in het laatste jaar van toepassing van dit protocol: de periode tussen 1 januari en de datum waarop dit protocol afloopt.

Een geldigheidstermijn van drie maanden of zes maanden gaat in op de eerste dag van de maand. De geldigheidstermijn van de vismachtigingen loopt echter nooit langer dan 31 december van het jaar waarin zij zijn afgegeven.

7.Aan boord houden van de vismachtiging

De vismachtiging moet permanent aan boord worden gehouden.

De vaartuigen voor de tonijnvisserij zijn evenwel gemachtigd te vissen zodra ze zijn ingeschreven op de voorlopige lijst. Zolang geen vismachtiging is afgegeven aan dergelijke vaartuigen, moet de voorlopige lijst permanent aan boord worden gehouden.

8.Overdracht van de vismachtiging

De vismachtiging wordt voor een bepaald vaartuig opgesteld en is niet overdraagbaar.

In geval van overmacht en op verzoek van de Unie wordt de vismachtiging evenwel vervangen door een nieuwe machtiging die wordt afgegeven op naam van een gelijksoortig vaartuig als het te vervangen vaartuig.

In geval van overdracht wordt de te vervangen vismachtiging door de reder of gemachtigde agent van de reder in Guinee-Bissau ingeleverd en stelt Guinee-Bissau onverwijld een vervangingsmachtiging op. Wanneer de technische inspectie overeenkomstig punt 9 van dit hoofdstuk is uitgevoerd, wordt de vervangingsmachtiging onmiddellijk aan de reder of gemachtigde agent van de reder afgegeven, op het ogenblik waarop de te vervangen machtiging wordt ingeleverd. De vervangingsmachtiging gaat in op de dag dat de te vervangen machtiging wordt ingeleverd.

Bij trawlers wordt, indien de tonnage van het vervangende vaartuig groter is dan die van het te vervangen vaartuig, het aanvullende deel van het visrecht berekend naar rata van het verschil in tonnage en de resterende geldigheidsduur. Een dergelijke aanvullende vergoeding wordt door de reder betaald bij de overdracht van de vismachtiging.

Guinee-Bissau werkt de lijst van gemachtigde vaartuigen onmiddellijk bij. De nieuwe lijst wordt onmiddellijk aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de Unie meegedeeld.

De partijen werken de informatie in Licence bij.

9.Ondersteuningsvaartuigen

Op verzoek van de Unie machtigt Guinee-Bissau de vaartuigen van de Unie met een vismachtiging om zich te laten bijstaan door ondersteuningsvaartuigen. Ondersteuningsvaartuigen moeten de vlag van een lidstaat van de Unie voeren of toebehoren aan een onderneming van de Unie, en mogen niet zijn uitgerust voor de beoefening van de visserij.

Guinee-Bissau stelt de lijst van gemachtigde ondersteuningsvaartuigen op en deelt deze onmiddellijk mee aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de Unie.

De partijen werken de informatie in Licence bij.

De ondersteuningsvaartuigen moeten over een overeenkomstig het recht van Guinee-Bissau daartoe afgegeven machtiging beschikken, waarvoor een jaarlijkse vergoeding moet worden betaald.

10.Technische inspectie voor trawlers

Overeenkomstig de geldende wetgeving van Guinee-Bissau meldt elke trawler van de Unie zich eens per jaar, en verder na een wijziging van de tonnage van het vaartuig of wanneer het gebruik van andere soorten vistuig tot een wijziging van de visserijcategorie leidt, in de haven van Bissau voor een technische inspectie.

De technische inspectie heeft tot doel na te gaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig aan boord conform de regelgeving zijn en of de gezondheidsvoorschriften en de bepalingen inzake de aanmonstering van nationale zeevissers worden nageleefd.

Guinee-Bissau verricht de technische inspectie verplicht binnen 48 uur na aankomst van de trawler in de haven, voor zover die aankomst vooraf is gemeld.

Na afloop van de technische inspectie geeft Guinee-Bissau onmiddellijk een conformiteitsattest af aan de kapitein van het vaartuig.

Het conformiteitsattest heeft een geldigheidsduur van één jaar. Er is echter een nieuw conformiteitsattest vereist telkens wanneer wordt overgestapt naar de garnaalvisserij of van deze visserij wordt afgestapt. Een nieuw conformiteitsattest is eveneens nodig wanneer het vaartuig de visserijzone van Guinee-Bissau voor een periode van meer dan 45 dagen verlaat.

Het conformiteitsattest wordt permanent aan boord gehouden.

De kosten van de technische inspectie komen voor rekening van de reder en worden berekend volgens de in de wetgeving van Guinee-Bissau vastgestelde tariefregeling. Die kosten mogen niet hoger zijn dan de bedragen die voor dezelfde dienst worden betaald door nationale vaartuigen of door vaartuigen die de vlag van een derde land voeren.

Deel 2

Visrechten en voorafbetalingen

Het bedrag van het forfaitaire visrecht is voor elke categorie vaartuigen vastgesteld in de technische notities in het aanhangsel van deze bijlage. Het omvat alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van de havengelden, de kosten van geleverde diensten en het zegelrecht voor de bedragen van de vergunningen.

Het voor de vergunningen geldende tarief is vastgelegd in de bij de ondertekening van het protocol vigerende regelgeving inzake het zegelrecht en blijft tijdens de looptijd van het protocol ongewijzigd.

Bij vismachtigingen met een geldigheidsduur van minder dan een jaar wordt het bedrag van het forfaitaire visrecht naar rata van de aangevraagde geldigheidsduur aangepast. Het aangepaste bedrag wordt in voorkomend geval verhoogd met de opslag die volgens de tabel in de desbetreffende technische notities verschuldigd is voor een periode van drie of zes maanden.

HOOFDSTUK III
TECHNISCHE INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN

In de technische notities in het aanhangsel van deze bijlage worden per visserijcategorie de voor de visserijzone, het vistuig en de bijvangsten geldende technische maatregelen voor vaartuigen van de Unie met een vismachtiging vastgesteld.

De vaartuigen voor de tonijnvisserij nemen alle aanbevelingen van de Iccat in acht.

HOOFDSTUK IV
VANGSTAANGIFTEN

1.Visserijlogboek

De kapitein van een vaartuig van de Unie dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een visserijlogboek bij. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij is het visserijlogboek in overeenstemming met de toepasselijke resoluties van de Iccat inzake de vergaring en verzending van gegevens over de visserijactiviteit.

Elk vaartuig van de Unie moet uitgerust zijn met een elektronisch systeem (hierna het “ERS” genoemd) dat gegevens over de visserijactiviteit van het vaartuig (hierna “ERS-gegevens” genoemd) kan registreren en verzenden.

Vaartuigen van de Unie zonder ERS of met een niet-werkend ERS mogen de visserijzone van Guinee-Bissau niet binnenvaren om er visserijactiviteiten te verrichten.

Het visserijlogboek wordt door de kapitein ingevuld voor elke dag waarop het vaartuig aanwezig is in de visserijzone van Guinee-Bissau. Het vaartuig verzendt de ERS-gegevens naar zijn vlaggenstaat, die deze automatisch ter beschikking stelt van het visserijcontrolecentrum van Guinee-Bissau (hierna het “VCC” genoemd) wanneer zijn ERS eenmaal operationeel is.

Voor de verzending van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de door de Europese Commissie beheerde elektronische communicatiemiddelen voor de uitwisseling van visserijgegevens in gestandaardiseerde vorm. De technische voorschriften voor de ERS-communicatie worden gevalideerd in de gemengde commissie.

De kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort met de FAO-drielettercode in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren.

In voorkomend geval noteert de kapitein elke dag ook de hoeveelheden van elke teruggegooide soort in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.

Het aan de autoriteiten van Guinee-Bissau toegezonden visserijlogboek is leesbaar ingevuld, in hoofdletters, en is ondertekend door de kapitein.

De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens van het visserijlogboek.

2.Vangstaangiften

Regels voor de aangifte van de vangsten zolang het ERS nog niet daadwerkelijk wordt gebruikt

De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig door de visserijlogboeken betreffende de periode dat het zich in de visserijzone van Guinee-Bissau bevond, aan Guinee-Bissau toe te zenden.

De kapitein zendt de visserijlogboeken naar Guinee-Bissau op het daartoe meegedeelde e-mailadres. Guinee-Bissau stuurt per omgaande een ontvangstbevestiging per e-mail.

Aanvullend kunnen de visserijlogboeken ook als volgt worden verzonden:

(a)wanneer het vaartuig een Guinee-Bissause haven aandoet, wordt het origineel van elk visserijlogboek bezorgd aan de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal industriële visserij van het ministerie van Visserij van Guinee-Bissau (hierna “het directoraat-generaal industriële visserij” genoemd), die de ontvangst ervan schriftelijk bevestigt;

(b)wanneer de visserijzone van Guinee-Bissau wordt verlaten zonder dat vooraf een haven van Guinee-Bissau is aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek per post verzonden binnen veertien dagen na aankomst in een andere haven, en in ieder geval binnen dertig dagen na het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau.

De kapitein doet de Unie een kopie van alle visserijlogboeken toekomen. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug doet de kapitein ook aan één van de volgende wetenschappelijke instellingen een kopie van al zijn visserijlogboeken toekomen:

(a)IRD (Institut de recherche pour le développement);

(a)IEO (Instituto Español de Oceanografia); of

(b)IPMA (Instituto Português do Mar e da Atmosfera).

Wanneer het vaartuig tijdens de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar de visserijzone van Guinee-Bissau, geeft dit aanleiding tot een nieuwe activiteiten- en vangstaangifte.

Worden de bepalingen van dit hoofdstuk niet nageleefd, dan kan Guinee-Bissau de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en kan het de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Guinee-Bissau de verlenging van de vismachtiging weigeren. Guinee-Bissau stelt de Unie onmiddellijk in kennis van iedere in dit verband toegepaste sanctie.

Regels voor de aangifte van de vangsten wanneer het ERS eenmaal daadwerkelijk wordt gebruikt

De vangsten worden als volgt aangegeven:

(a)de kapiteins van alle vaartuigen die krachtens dit protocol in de wateren van Guinee-Bissau vissen, vullen elk dag het elektronische visserijlogboek in en zenden het binnen zeven dagen na het verlaten van de visserijzone naar het VCC van de vlaggenstaat en naar het VCC van Guinee-Bissau via het ERS of, bij een storing van dat systeem, per e-mail;

(b)in het elektronisch visserijlogboek moet worden vermeld: de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de nulvangsten. De kapitein noteert ook de teruggegooide hoeveelheden van elke soort, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.

Het vaartuig stuurt de ERS-gegevens naar zijn vlaggenstaat, die ze automatisch ter beschikking van Guinee-Bissau stelt. De vlaggenstaat zorgt voor de ontvangst en de registratie in een elektronische gegevensbank waarin die gegevens gedurende ten minste 36 maanden op beveiligde wijze kunnen worden bewaard.

De vlaggenstaat en Guinee-Bissau zien erop toe dat zij zijn uitgerust met de nodige hardware en software voor de automatische verzending van de ERS-gegevens.

Voor de verzending van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de door de Europese Commissie beheerde elektronische communicatiemiddelen voor de uitwisseling in gestandaardiseerde vorm van visserijgegevens.

Worden de bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Guinee-Bissau de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en kan het de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Guinee-Bissau de verlenging van de vismachtiging weigeren. Guinee-Bissau stelt de Unie onmiddellijk in kennis van iedere in dit verband toegepaste sanctie.

De vlaggenstaat en Guinee-Bissau wijzen elk een ERS-correspondent aan die fungeert als contactpunt voor aangelegenheden in verband met de uitvoering van deze bijlage. De vlaggenstaat en Guinee-Bissau stellen elkaar in kennis van de contactgegevens van hun ERS-correspondent en werken deze informatie zo nodig onmiddellijk bij.

3.Afrekening van de visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij

Op basis van de vangstaangiften van de vaartuigen voor de tonijnvisserij stelt de Unie voor elk vaartuig een eindafrekening vast van de rechten die het vaartuig verschuldigd is voor het visseizoen van het vorige kalenderjaar.

De Unie deelt deze eindafrekening uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vangsten zijn gedaan, mee aan Guinee-Bissau. Guinee-Bissau heeft een maand de tijd om deze afrekening te valideren dan wel om opheldering te vragen.

Valt de eindafrekening hoger uit dan het voor het verkrijgen van de vismachtiging betaalde forfaitaire visrecht, dan maakt de reder het saldo onmiddellijk aan Guinee-Bissau over. Is het bedrag van de eindafrekening lager dan het betaalde forfaitaire visrecht, dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.



HOOFDSTUK V
AANLANDINGEN EN OVERLADINGEN

1.Aanlanding of overlading van de vangsten

De kapitein van een vaartuig van de Unie die in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangsten in de haven van Bissau wil aanlanden of overladen, moet de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal industriële visserij ten minste 24 uur vóór de aanlanding of overlading in kennis stellen van:

(a)de naam van het vaartuig van de Unie waaruit wordt aangeland of overgeladen;

(b)de haven van aanlanding of overlading;

(c)de datum en het verwachte tijdstip van aanlanding of overlading;

(d)de hoeveelheid (uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren) van elke aan te landen of over te laden soort (aangeduid met de FAO-drielettercode);

(e)in geval van overlading, de naam van het ontvangende vaartuig.

In geval van overlading moet de kapitein zich ervan verzekeren dat het ontvangende vaartuig over een door de bevoegde autoriteiten afgegeven machtiging voor deze activiteit beschikt.

De overlading moet conform de wetgeving van Guinee-Bissau plaatsvinden in de haven van Bissau, waarvan de geografische coördinaten door de bevoegde autoriteiten aan de kapitein en de gemachtigde agent van het vaartuig worden toegezonden. Overlading op zee is verboden.

Worden deze bepalingen niet nageleefd, dan worden de daartoe in de wetgeving van Guinee-Bissau vastgestelde sancties toegepast.

2.Bijdrage in natura voor de voedselzekerheid

Trawlers die in Guinee-Bissau een visserijactiviteit uitoefenen, zijn verplicht om een deel van hun in Guinee-Bissau verrichte vangsten aan te landen in het kader van de voedselzekerheid van het land. Die aanlandingen vinden als volgt plaats:

(a)2,5 ton per vaartuig per kwartaal voor trawlers voor de visvangst/de vangst van koppotigen;

(a)1,25 ton per vaartuig per kwartaal voor trawlers voor de garnaalvisserij.

Voor een gemakkelijkere uitvoering van die maatregel mogen de bijdragen worden gegroepeerd voor meerdere vaartuigen en voor meerdere kwartalen. De aanlandingen vinden in het havengebied van Bissau plaats en worden in ontvangst genomen en gecontroleerd door de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal industriële visserij.

Overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst moeten de onder dit hoofdstuk vallende aanlandingen voldoen aan de vigerende regelgeving van Guinee-Bissau, en met name de regelgeving inzake de minimummaat van de soorten waarvoor de aanlandingsverplichting geldt. In het kader van deze verplichting mogen vaartuigen van de Unie alleen vissoorten aanlanden die in het kader van dit protocol mogen worden gevangen, met inbegrip van de toegestane bijvangsten.

Voor die bijdragen in natura wordt systematisch een ontvangstformulier opgesteld en ondertekend door het directoraat-generaal industriële visserij, dat vervolgens wordt overhandigd aan de kapitein.

HOOFDSTUK VI
CONTROLE EN INSPECTIE

1.Binnenvaren en verlaten van de visserijzone

Telkens wanneer een vaartuig van de Unie met een vismachtiging de visserijzone van Guinee-Bissau binnenvaart of verlaat, moet dit 24 uur van tevoren aan Guinee-Bissau worden gemeld. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij bedraagt deze termijn slechts vier uur.

Bij de melding van het binnenvaren of verlaten van de visserijzone deelt het vaartuig met name de volgende gegevens mee:

(a)verwachte datum, verwacht tijdstip en verwachte plaats van binnenvaren of verlaten van de zone;

(b)de aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren;

(c)de aanbiedingsvorm van de producten.

De melding vindt bij voorkeur plaats per e-mail, of indien dat niet mogelijk is, per fax of per radio, op een e-mailadres, oproepnummer of radiofrequentie zoals meegedeeld door Guinee-Bissau. Guinee-Bissau stelt de betrokken vaartuigen en de Unie onmiddellijk in kennis van elke wijziging van de e-mailadressen, het oproepnummer of de radiofrequentie.

Een vaartuig dat in de visserijzone van Guinee-Bissau tijdens het vissen wordt waargenomen zonder dat het zijn aanwezigheid vooraf heeft gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging vist.

2.Positieberichten van de vaartuigen — VMS

Tijdens hun aanwezigheid in de visserijzone van Guinee-Bissau moeten vaartuigen van de Unie zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem (VMS) dat hun positie automatisch en permanent (om het uur) meedeelt aan het VCC van hun vlaggenstaat.

Het is verboden het satellietcommunicatiesysteem voor permanente lokalisering dat voor gegevensverzending aan boord van het vaartuig is geplaatst, te verplaatsen, los te koppelen, te vernietigen, te beschadigen of onklaar te maken of om de door dit systeem verzonden of geregistreerde gegevens te manipuleren, te verdraaien of te vervalsen.

De kennisgeving van de positie- en vangstberichten gebeurt bij voorkeur via het ERS/VMS-systeem of wanneer dat niet goed werkt, per e-mail, fax of radio. Guinee-Bissau stelt de betrokken vaartuigen en de Unie onmiddellijk in kennis van elke wijziging van het e-mailadres, het oproepnummer of de radiofrequentie.

Elk positiebericht moet het volgende bevatten:

(a)de identificatiegegevens van het vaartuig;

(b)de meest recente geografische positie van het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 500 meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %;

(c)de datum en het tijdstip van de registratie van de positie;

(d)de snelheid en vaarrichting van het vaartuig.

Een vaartuig dat in de visserijzone van Guinee-Bissau tijdens het vissen wordt waargenomen zonder dat het zijn aanwezigheid vooraf heeft gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig in overtreding.

3.Inspectie op zee of in de haven

De vaartuigen van de Unie met een vismachtiging worden op zee (in de visserijzone van Guinee-Bissau) of in de haven gecontroleerd door vaartuigen en inspecteurs van Guinee-Bissau die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs.

Alvorens aan boord te gaan, stellen de Guinee-Bissause inspecteurs het vaartuig van de Unie in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De inspectie wordt door maximaal twee inspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en functie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen. Zij kunnen eventueel worden vergezeld door vertegenwoordigers van de nationale veiligheidstroepen van Guinee-Bissau in overeenstemming met het internationale zeerecht.

De Guinee-Bissause inspecteurs blijven niet langer aan boord van het vaartuig van de Unie dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading.

Guinee-Bissau kan door de Unie geaccrediteerde inspecteurs toestemming geven om als waarnemer aan de inspectie deel te nemen.

De kapitein van het vaartuig van de Unie vergemakkelijkt het aan boord gaan en de werkzaamheden van de Guinee-Bissause inspecteurs.

Aan het eind van elke inspectie stellen de inspecteurs van Guinee-Bissau een inspectieverslag op. De kapitein van het vaartuig van de Unie mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het heeft opgesteld, en door de kapitein van het vaartuig van de Unie.

De inspecteurs van Guinee-Bissau overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het vaartuig van de Unie alvorens het vaartuig te verlaten. Guinee-Bissau doet de Unie binnen acht dagen na de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.

4.Controle van de vangsten

Zolang het ERS nog niet daadwerkelijk wordt gebruikt, worden elk kwartaal bij toerbeurt bij een derde van de trawlers van de Unie die over een vismachtiging beschikken, steekproefsgewijze controles verricht om na te gaan of de vangsten overeenstemmen met de aangiften in de visserijlogboeken. Later wordt de frequentie van de controles van de vangsten herzien om rekening te houden met de invoering van het gebruik van het ERS voor de controle van de vangstgegevens.

Elke controle vindt plaats aan het einde van de visreis na een kennisgevingstermijn van 24 uur en duurt niet langer dan vier uur.

Deze controles vinden conform de nationale wetgeving van Guinee-Bissau plaats op een punt waarvan de geografische coördinaten door de bevoegde autoriteiten aan de kapitein en de gemachtigde agent van het vaartuig worden toegezonden.

HOOFDSTUK VII
INBREUKEN

1.Algemene bepalingen

Overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst is de regelgeving van Guinee-Bissau inzake de controle van de visserijactiviteiten van toepassing op de vaartuigen van de Unie die in de visserijzone in het kader van dit protocol actief zijn.

De Unie neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat vaartuigen die de vlag van een van haar lidstaten voeren, dit protocol en de wetgeving inzake de visserij in de wateren van Guinee-Bissau naleven, overeenkomstig het Unclos.

2.Behandeling van inbreuken

Elke inbreuk op het protocol door een vaartuig van de Unie met een vismachtiging moet binnen 48 uur aan de Unie worden gemeld, met vermelding van de aard van de inbreuk. Het besluit inzake die inbreuk wordt binnen zeven werkdagen aan de Unie en de vlaggenstaat toegezonden.

De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tegen een gemelde inbreuk onverlet.

3.Aanhouding van een vaartuig — informatievergadering

Wanneer de nationale wetgeving daar voor de gemelde inbreuk in voorziet, kan elk vaartuig van de Unie dat een inbreuk begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en, wanneer het vaartuig zich op zee bevindt, zich naar een haven van Guinee-Bissau te begeven.

Guinee-Bissau stelt de Unie uiterlijk binnen 48 uur in kennis van iedere aanhouding van een vaartuig van de Unie met een vismachtiging. Deze kennisgeving gaat vergezeld van bewijsmateriaal betreffende de gemelde inbreuk.

Alvorens tegen het betrokken vaartuig, de betrokken kapitein of de betrokken lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen voor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt Guinee-Bissau, op verzoek van de Unie, binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig, een informatievergadering om de feiten die hebben geleid tot de aanhouding van het vaartuig, toe te lichten en eventuele verdere maatregelen uiteen te zetten. Aan deze informatievergadering kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen.

4.Op de inbreuk toe te passen sanctie — schikkingsprocedure

De op de gemelde inbreuk toe te passen sanctie wordt door Guinee-Bissau volgens de bepalingen van zijn geldende nationale wetgeving vastgesteld.

Wanneer de afhandeling van de inbreuk een gerechtelijke procedure impliceert, wordt, voordat deze wordt ingeleid, een schikkingsprocedure tussen Guinee-Bissau en de Unie ingeleid om de aard en de hoogte van de sanctie te bepalen. Aan deze schikkingsprocedure kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk vier dagen na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten.

5.Gerechtelijke procedure — bankgarantie

Indien geen minnelijke schikking tot stand komt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft begaan, een bankgarantie bij een door Guinee-Bissau opgegeven bank ter hoogte van een door Guinee-Bissau vast te stellen bedrag dat de kosten van de aanhouding van het vaartuig, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt pas vrijgegeven nadat de gerechtelijke procedure is voltooid.

De bankgarantie wordt onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis vrijgegeven en aan de reder terugbetaald:

(a)in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt opgelegd;

(a)ten bedrage van het saldo, indien de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie.

Guinee-Bissau stelt de Unie binnen acht dagen na het vonnis in kennis van de resultaten van de gerechtelijke procedure.

6.Vrijgave van het vaartuig

Het vaartuig en de kapitein ervan mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld.

HOOFDSTUK VIII
WERVING VAN ZEEVISSERS AAN BOORD VAN VAARTUIGEN VAN DE UNIE 

1.Aantal aan te monsteren zeevissers

Exploitanten van vaartuigen van de Unie met machtiging onder het onderhavige protocol monsteren zeevissers uit de landen van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (OACPS) aan om als crewlid aan boord van hun vaartuig te werken voor de duur van de visserijactiviteiten van het vaartuig in het kader van dit protocol.

Zolang de vismachtiging geldig is, heeft elke bodemtrawler van de Unie het volgende aantal zeevissers aan boord die onderdaan zijn van Guinee-Bissau:

(a)zes zeevissers op vaartuigen met een capaciteit van minder dan 250 brt;

(b)zeven zeevissers op vaartuigen met een capaciteit van 250 tot en met 400 brt;

(c)acht zeevissers op vaartuigen met een capaciteit van meer dan 400 brt.

De overeenkomstig punt 1.1 aan te monsteren zeevissers voldoen aan de wetgeving van de vlaggenstaat tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad, onder andere wat betreft paspoort, zeemansboekje, medisch certificaat en basisopleiding. De vlaggenstaat deelt de lijst van uit deze wetgeving voortvloeiende vereisten ruim van tevoren mee aan de autoriteiten van Guinee-Bissau. De overeenkomstig punt 1.1 aan te monsteren zeevissers uit de OACPS-landen moeten in staat zijn om de werktaal aan boord van het vissersvaartuig te begrijpen.

De bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau stellen een lijst van bevoegde zeevissers op, werken deze regelmatig bij en delen deze mee aan de reders.

De kapitein stelt een crewlijst op overeenkomstig formulier 5 van het Verdrag van de IMO inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee, dateert en ondertekent deze lijst en stuurt een kopie daarvan naar de autoriteiten van Guinee-Bissau voordat het vaartuig het havengebied verlaat.

De reder of, namens de reder, de kapitein weigert een zeevisser aan boord van het eigen vaartuig die niet voldoet aan de vereisten van punt 1.3.

De reders van vaartuigen van de Unie trachten nog extra nationale zeevissers aan te monsteren.

2.Arbeidsomstandigheden

De arbeidsomstandigheden voor zeevissers uit de OACPS-landen aan boord voldoen aan de wetgeving van de vlaggenstaat tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad, onder andere wat betreft werk- en rusttijden, repatriëringsrechten en veiligheid en gezondheid op het werk.

3.Arbeidsovereenkomst van de zeevisser

Voor elke zeevisser die overeenkomstig punt 1 aan boord van een vaartuig van de Unie wordt aangemonsterd, wordt door de visser en de werkgever in onderling overleg een schriftelijke arbeidsovereenkomst opgesteld, die door hen beiden wordt ondertekend en door de bevoegde autoriteit van Guinee-Bissau wordt goedgekeurd.

De overeenkomst is in overeenstemming met de wetgeving van de vlaggenstaat tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad (bijlage I bij de richtlijn).

4.Beloning van zeevissers

De loonkosten en extra arbeidskosten worden rechtstreeks of, wanneer de werkgever van de zeevisser een particuliere arbeidsmarktdienst is, indirect door de reder gedragen.

Aan zeevissers uit de OACPS-landen wordt een gegarandeerd maandelijks of regulier loon betaald, bij voorkeur bij bankoverschrijving. Het loon wordt in onderling overleg vastgesteld tussen de reders of hun agenten enerzijds en de zeevissers en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers anderzijds. Wanneer geen collectieve overeenkomsten zijn gesloten en de minimumbasislonen van de vlaggenstaten niet van toepassing zijn, mogen de basisloonvoorwaarden voor zeevissers uit de OACPS-landen niet lager zijn dan de IAO-normen.

Eventuele kosten die met de ontvangen betalingen gepaard gaan, zijn niet voor rekening van de zeevissers. De zeevissers hebben de mogelijkheid om de ontvangen betalingen of een deel daarvan, met inbegrip van voorschotten, kosteloos aan hun familie te doen toekomen.

De zeevissers moeten bij elke betaling van hun loon een loonstrookje ontvangen en, indien zij daarom verzoeken, een loonbetalingsbewijs.

5.Sociale zekerheid

Guinee-Bissau zorgt ervoor dat zeevissers die hun gewone verblijfplaats op zijn grondgebied hebben en de personen te hunnen laste, voor zover het nationale recht daarin voorziet, recht hebben op sociale bescherming onder voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan die welke gelden voor andere werknemers en zelfstandigen die hun gewone verblijfplaats op het grondgebied van Guinee-Bissau hebben.

6.Particuliere diensten in verband met de werving en plaatsing van zeelieden

Onder particuliere arbeidsmarktdiensten worden verstaan:

particuliere diensten van wervings- en plaatsingsbureaus voor zeelieden, personen, bedrijven, instellingen, agentschappen of andere organisaties, met inbegrip van gemachtigde agenten van reders, die zeevissers voor rekening van reders werven of zeevissers bij hen plaatsen.

De autoriteiten van Guinee-Bissau zien erop toe dat agenten die wervings- en plaatsingsdiensten verlenen aan zowel zeevissers als reders:

(a)niet gebruikmaken van middelen, mechanismen of lijsten om zeevissers te beletten of ervan te weerhouden werk te vinden;

(b)de zeevissers geen vergoedingen of andere kosten opleggen, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, in geld of in natura, voor de door hen verleende arbeidsmarktdiensten;

(c)geen leningen toekennen of goederen of diensten verstrekken aan zeevissers die de zeevissers moeten terugbetalen of betalen;

(d)de betaling of terugbetaling van leningen, goederen of diensten die vóór de indiensttreding van de zeevisser zijn verstrekt, niet op het loon van de zeevisser in mindering brengen; en

(e)ervoor zorgen dat:

(1)de arbeidsovereenkomst van de zeevisser in overeenstemming is met dit hoofdstuk en met de wet- en regelgeving en collectieve overeenkomsten die van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomst van de zeevisser;

(2)de arbeidsovereenkomst van de zeevisser is opgesteld in een taal die de zeevisser begrijpt en in de officiële taal of werktaal van het betrokken vissersvaartuig van de Unie;

(3)de aangemonsterde zeevissers vóór de ondertekening van hun arbeidsovereenkomst in kennis worden gesteld van hun rechten en plichten;

(4)de nodige maatregelen worden genomen om de aangemonsterde zeevissers in staat te stellen de voorwaarden van hun arbeidsovereenkomst te onderzoeken en daarover advies in te winnen alvorens deze te ondertekenen;

(5)de aangemonsterde zeevissers een ondertekende kopie van hun arbeidsovereenkomst ontvangen;

(6)de zeevissers voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van dit hoofdstuk; en

(7)indien de agent het loon betaalt, de reder bij elke loonbetaling tijdig een kopie ontvangt van elk loonstrookje en betalingsbewijs.

De autoriteiten van Guinee-Bissau zien erop toe dat de nationale agenten die zeevissers in dienst hebben die aan boord van vissersvaartuigen van de Unie worden gedetacheerd, ervoor zorgen dat in de met zeevissers gesloten arbeidsovereenkomsten is vermeld dat deze zeevissers door de agent in dienst zijn genomen om ter beschikking te worden gesteld van de reders, die taken aan hen toewijzen en toezicht houden op de uitvoering ervan.

In afwijking van punt 6.2, b), zijn de kosten voor het verkrijgen van een zeemansboekje, een medisch certificaat en een paspoort voor rekening van de zeevisser. De kosten voor het verkrijgen van een visum en, in voorkomend geval, een werkvergunning zijn voor rekening van de werkgever.

7.Naleving van dit hoofdstuk

De bevoegde autoriteiten van beide partijen zien erop toe dat de volledige wetgeving die op de zeevissers van toepassing is, gemakkelijk, kosteloos en op transparante wijze kan worden geraadpleegd.

De autoriteiten van Guinee-Bissau zien er op toe dat dit hoofdstuk correct wordt geïmplementeerd overeenkomstig hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht en overeenkomstig de verplichtingen van dit hoofdstuk.

De autoriteiten van de vlaggenstaat zien erop toe dat de afdelingen 1, 2 en 3 correct worden toegepast aan boord van de vaartuigen die hun vlag voeren. Zij oefenen hun verantwoordelijkheid uit overeenkomstig de IAO-richtsnoeren voor de inspectie van de levens- en arbeidsomstandigheden aan boord van vissersvaartuigen door de vlaggenstaat.

De gemengde commissie ziet toe op de naleving van de verplichtingen van dit hoofdstuk.

HOOFDSTUK IX
WAARNEMERS

1.Waarneming van visserijactiviteiten

De visserijactiviteiten van vaartuigen met een vismachtiging vallen onder een waarnemersregeling in het kader van de overeenkomst.

Een waarnemer is een persoon die door een nationale autoriteit is gemachtigd om de uitvoering van de regels inzake visserijverrichtingen te observeren of deze verrichtingen te observeren voor wetenschappelijke doeleinden.

Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug gaan de partijen zo snel mogelijk met elkaar en met andere belanghebbende landen aan tafel zitten om een systeem van regionale waarnemers op te zetten en de bevoegde visserijorganisatie te kiezen.

De overige vaartuigen nemen een door Guinee-Bissau aangewezen waarnemer aan boord. Als de waarnemer zich niet op het vastgestelde tijdstip en de vastgestelde plaats meldt, moet deze worden vervangen zodat het vaartuig zijn activiteiten onmiddellijk kan aanvangen.

2.Aangewezen vaartuigen en waarnemers

Op het moment van afgifte van de vismachtiging stelt Guinee-Bissau de Unie en de reder of gemachtigde agent van de reder in kennis van de aangewezen vaartuigen en waarnemers, alsook van de tijd die de waarnemer aan boord van elk vaartuig zal doorbrengen. Guinee-Bissau stelt de Unie en de reder of gemachtigde agent van de reder onmiddellijk in kennis van iedere wijziging in de aangewezen vaartuigen en waarnemers.

Waarnemers blijven niet langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om hun taken te verrichten.

3.Forfaitaire financiële bijdrage

Wanneer het visrecht moet worden betaald, maakt de reder aan Guinee-Bissau voor elke trawler een bedrag van 10 000 EUR per jaar over, dat pro rata temporis wordt aangepast naargelang van de duur van de vismachtiging van de aangewezen vaartuigen.

4.Loon van waarnemers

Het loon en de sociale premies voor waarnemers zijn voor rekening van Guinee-Bissau.

5.Voorwaarden voor het aan boord nemen van waarnemers

Waarnemers worden aan boord als officier behandeld. Voor het verblijf van waarnemers aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de technische indeling van het vaartuig.

Kosten en logies van waarnemers aan boord van het vaartuig zijn voor rekening van de reder.

De kapitein neemt binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke veiligheid en het algemene welzijn van waarnemers te waarborgen.

Waarnemers krijgen alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van hun taken. Waarnemers hebben toegang tot de communicatiemiddelen, de documenten die verband houden met de visserijactiviteiten van het vaartuig, met name het visserijlogboek en het navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van hun taken.

6.Verplichtingen van waarnemers

Gedurende hun volledige verblijf aan boord:

(a)zorgen waarnemers ervoor dat zij de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen;

(b)gaan waarnemers zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord;

(c)bewaren waarnemers geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.

7.Inscheping en ontscheping van waarnemers

De reder of gemachtigde agent van de reder stelt Guinee-Bissau tien dagen vóór inscheping in kennis van de datum, het tijdstip en de haven van inscheping van waarnemers. Indien waarnemers in een ander land aan boord gaan, zijn hun reiskosten tot de haven van inscheping voor rekening van de reder.

Wanneer waarnemers niet in een haven van Guinee-Bissau van boord gaan, zorgt de reder er op eigen kosten voor dat zij zo spoedig mogelijk naar Guinee-Bissau kunnen terugkeren.

8.Taken van waarnemers

Waarnemers verrichten de volgende taken:

(a)zij observeren de visserijactiviteiten van het vaartuig;

(b)zij verifiëren de positie van het vaartuig tijdens de visserijactiviteiten;

(c)zij verrichten activiteiten in het kader van wetenschappelijke programma’s, waaronder bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden;

(d)zij noteren welk vistuig wordt gebruikt;

(e)zij verifiëren de in het visserijlogboek opgenomen gegevens over de in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangsten;

(f)zij verifiëren de percentages bijvangsten op basis van hetgeen in de notities voor elke visserijcategorie is vastgesteld, en ramen hoeveel vangst is teruggegooid;

(g)zij delen hun waarnemingen eenmaal per dag mee en geven daarbij ook de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op.

9.Verslagen van waarnemers

Alvorens het vaartuig te verlaten, leggen waarnemers de kapiteins van vaartuigen een verslag van hun waarnemingen voor. Kapiteins van vaartuigen hebben het recht hun opmerkingen in te dienen. Het verslag wordt ondertekend door waarnemer en kapitein. Waarnemers dienen bij de controle- en bewakingsautoriteiten van Guinee-Bissau onmiddellijk na het van boord gaan het origineel van het verslag, alsmede het eindverslag van het inspectiebezoek in, dat naar behoren is ondertekend en afgestempeld door de kapitein van het vaartuig, die daarvan een kopie ontvangt van de waarnemer. De autoriteiten van Guinee-Bissau zenden de Unie een kopie van alle documenten toe.



AANHANGSELS

Aanhangsel 1 — Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

Aanhangsel 2 — Technische notities per visserijcategorie

Aanhangsel 3 — Verwerking van persoonsgegevens



Aanhangsel 1

Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE VISSERIJ
GUINEE-BISSAU — EUROPESE UNIE

I. AANVRAGER

1. Naam van de aanvrager:        

2. Naam van de producentenorganisatie (PO) of de reder:    

3. Adres van de PO of de reder:    

4. Telefoonnummer:    Faxnummer:    E-mail:    

5. Naam van de kapitein:    Nationaliteit:    E-mail:    

6. Naam en adres van de plaatselijke agent:    

II. IDENTIFICATIE VAN HET VAARTUIG

7. Naam van het vaartuig:    

8. Vlaggenstaat:    Haven van registratie:    

9. Op het vaartuig aangebrachte kentekens:    MMSI:    IMO-nr.:    

10. Registratiedatum van huidige vlag (DD/MM/JJJJ): ……I…...I    

11. Vroegere vlag (indien van toepassing):    

12. Bouwplaats:    Datum (DD/MM/JJJJ):…I…..I…..

13. Radiofrequentie:    HF:    VHF:    

14. Satelliettelefoonnummer    IRCS:    

III. TECHNISCHE GEGEVENS VAARTUIG

15. Lengte over alles (meter):    Breedte over alles (meter):    

16. Brutotonnage (in brt):

17. Tonnage (in GT Londen):    

18. Motormodel:    Motorvermogen (in kW):    

19. Aantal crewleden:    

20. Conserveringsmethode aan boord: [ ] ijs [ ] koeling [ ] gemengd [ ] invriezen

21. Verwerkingscapaciteit per dag (24 uur) in ton:    

Aantal visruimen:    Totale capaciteit visruimen (in m3):    

22. VMS. Gegevens automatische positiemelder:    

Fabrikant:    Model:    Serienummer:    

Softwareversie: …................................
Satellietexploitant (MCSP): …..................................

IV. VISSERIJACTIVITEIT

1. Vriestrawlers voor de visvangst, voor de vangst van koppotigen en voor de garnaalvisserij

   Soort trawl:    voor de visvangst: voor de vangst van koppotigen:    voor de garnaalvisserij:

   Lengte van de trawl:    Lengte van de bovenpees:    

   Maaswijdte bij de kuil:    

   Maaswijdte bij de vleugels:    

   Trawlsnelheid:    

2. Visserij op grote pelagische soorten (tonijnvisserij)

   Met de hengel:     Aantal hengels:    ………

   Met de zegen:      Lengte van het net:    Hoogte:    

   Met beuglijnen: 

   Aantal tanks:    Capaciteit (in ton):    

3. Visserij op kleine pelagische soorten

   Met pelagische trawls:    

   Lengte van de trawl:    Lengte van de bovenpees:    

   Maaswijdte bij de kuil:    Maaswijdte bij de vleugels:    

   Trawlsnelheid:    

   Met de ringzegen:    

   Lengte van het net:    Hoogte:    

4. Plaats van aanlanding van de vangsten:    

5. Machtiging gevraagd voor de periode

van (DD/MM/JJJJ)    tot en met (DD/MM/JJJJ)    

Ondergetekende verklaart dat de informatie in deze aanvraag juist is en te goeder trouw is verstrekt.

Gedaan te    , op ………/…..…/………….

Handtekening van de aanvrager:    



Aanhangsel 2

Technische notities per visserijcategorie

NOTITIE 1

VISSERIJCATEGORIE 1 — VRIESTRAWLERS VOOR DE VISVANGST EN DE VANGST VAN KOPPOTIGEN

1.Visserijzone:

Buiten twaalf zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

2.Toegestaan vistuig:

Er mag gebruik worden gemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig.

Er mag gebruik worden gemaakt van de boomkor.

Voor alle soorten vistuig geldt een verbod op het gebruik van middelen of voorzieningen om de mazen van de netten te versperren of die tot gevolg hebben dat de selectieve werking ervan wordt verminderd. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, aan de onderzijde van de kuil van bodemtrawls, uitsluitend beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen worden uitsluitend aan de voorkant en de zijkanten van de onderzijde van de trawlkuil bevestigd. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de gestrekte mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.

Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.

3.Toegestane minimummaaswijdte:

70 mm

4.Bijvangsten:

In de beheersregeling op basis van visserijinspanning (brt) mogen vaartuigen op de totale vangst in de visserijzone van Guinee-Bissau aan het einde van de visreis niet meer dan 5 % schaaldieren aan boord hebben. Pijlinktvissen (Todarodes sagittatus en Todaropsis eblanae) mogen worden gevangen en worden meegerekend bij de doelsoorten.

Vanaf de overschakeling op een beheersregeling op basis van vangstbeperkingen (TAC’s) bepalen de partijen in de gemengde commissie in onderling overleg de toegestane bijvangstpercentages op basis van een aanbeveling van het gezamenlijk wetenschappelijk comité.

Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.

5.Toegestane tonnage / visrechten:

5.1 Toegestane tonnage in de beheersregeling op basis van visserijinspanning (brt)

3 500 brt per jaar

5.2 Visrechten (in EUR) per brt in de beheersregeling op basis van visserijinspanning

310 EUR/brt/jaar

Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse machtigingen worden de visrechten pro rata temporis berekend en verhoogd met 4 %, respectievelijk 2,5 %.



NOTITIE 2

VISSERIJCATEGORIE 2 — TRAWLERS VOOR DE GARNAALVISSERIJ

1.Visserijzone:

Buiten twaalf zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

2.Toegestaan vistuig:

Er mag gebruik worden gemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig.

Er mag gebruik worden gemaakt van de boomkor.

Voor alle soorten vistuig geldt een verbod op het gebruik van middelen of voorzieningen om de mazen van de netten te versperren of die tot gevolg hebben dat de selectieve werking ervan wordt verminderd. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, aan de onderzijde van de kuil van bodemtrawls, uitsluitend beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen worden uitsluitend aan de voorkant en de zijkanten van de onderzijde van de trawlkuil bevestigd. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de gestrekte mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.

Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.

3.Toegestane minimummaaswijdte:

50 mm

4.Bijvangsten:

Vaartuigen voor de garnaalvisserij mogen op de totale vangst in de visserijzone van Guinee-Bissau aan het einde van de visreis niet meer dan 15 % koppotigen en niet meer dan 70 % vis aan boord hebben.

Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.

De partijen passen in de gemengde commissie in onderling overleg de toegestane percentages aan op basis van een aanbeveling van het gezamenlijk wetenschappelijk comité.

5.Toegestane tonnage / visrechten:

5.1 Toegestane tonnage in de beheersregeling op basis van visserijinspanning (brt)

3 700 brt per jaar

5.2 Visrechten (in EUR) per brt in de beheersregeling op basis van visserijinspanning

434 EUR/brt/jaar

Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse machtigingen worden de visrechten pro rata temporis berekend en verhoogd met 4 %, respectievelijk 2,5 %.



NOTITIE 3

VISSERIJCATEGORIE 3 — VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL

1.Visserijzone:

Buiten twaalf zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel mogen het voor het uitoefenen van hun activiteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau nodige levend aas vangen.

2.Toegestaan vistuig:

2.1.Hengels

2.2.Ringzegen met levend aas: 16 mm.

3.Bijvangsten:

Overeenkomstig het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten en overeenkomstig de desbetreffende resoluties van de Iccat is de visserij op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcharias), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van de kaphamerhaai), de witpunthaai (Carcharhinus longimanus) en de zijdehaai (Carcharhinus falciformis) verboden. De visserij op de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus) is verboden.

De partijen werken deze lijst in de gemengde commissie in onderling overleg bij op basis van wetenschappelijke aanbevelingen.

4.Toegestane tonnage / visrechten:

4.1.Jaarlijks forfaitair voorschot

3 600 EUR voor een hoeveelheid van 51,43 ton per vaartuig

4.2.Aanvullend visrecht per gevangen ton

70 EUR/ton

4.3.Aantal vaartuigen dat mag vissen

13 vaartuigen



NOTITIE 4

VISSERIJCATEGORIE 3 — VRIESSCHEPEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN EN BEUGSCHEPEN

1.Visserijzone:

Buiten twaalf zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

2.Toegestaan vistuig:

Zegen en drijvende beug

3.Bijvangsten:

Overeenkomstig het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten en overeenkomstig de desbetreffende resoluties van de Iccat is de visserij op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcharias), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van de kaphamerhaai), de witpunthaai (Carcharhinus longimanus) en de zijdehaai (Carcharhinus falciformis) verboden. De visserij op de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus) is verboden.

De partijen werken deze lijst in de gemengde commissie in onderling overleg bij op basis van wetenschappelijke aanbevelingen.

4.Toegestane tonnage / visrechten:

4.1.Jaarlijks forfaitair voorschot

5 500 EUR voor 68,75 ton per zegenvaartuig voor de eerste twee perioden van toepassing van het protocol en 64,71 ton per zegenvaartuig voor de volgende perioden van toepassing

3 600 EUR voor 51,43 ton per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug

4.2.Aanvullend visrecht per gevangen ton

80 EUR/t voor zegenvaartuigen voor de eerste twee perioden van toepassing van het protocol en 85 EUR/t voor zegenvaartuigen voor de volgende perioden van toepassing

70 EUR/ton voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

4.3.Rechten voor ondersteuningsvaartuigen

5 000 EUR/jaar/vaartuig

4.4.Aantal vaartuigen dat mag vissen

28 vaartuigen



NOTITIE 5

VISSERIJCATEGORIE 5 — VISSERSVAARTUIGEN VOOR KLEINE PELAGISCHE SOORTEN

1.Visserijzone:

Buiten twaalf zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

2.Toegestane vaartuigen en toegestaan vistuig:

2.1.Enkel vaartuigen met een capaciteit tot en met 5 000 BT zijn overeenkomstig de wetgeving van Guinee-Bissau toegestaan.

2.2.Toegestane vistuigen zijn pelagische trawlnetten en industriële ringzegens.

3.Toegestane minimummaaswijdte:

70 mm voor trawlnetten.

4.Bijvangsten:

Trawlers mogen op de totale vangst in de visserijzone van Guinee-Bissau aan het einde van een visreis niet meer dan 10 % andere dan pelagische vis, niet meer dan 10 % koppotigen en niet meer dan 5 % schaaldieren aan boord hebben.

Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.

De partijen passen in de gemengde commissie in onderling overleg de toegestane percentages aan op basis van een aanbeveling van het gezamenlijk wetenschappelijk comité.

5.Toegestane tonnage / visrechten:

5.1 Toegestane tonnage in een beheersregeling op basis van vangstbeperkingen (TAC’s)

0 ton per jaar

5.2 Visrechten in EUR per ton in een beheersregeling op basis van vangstbeperkingen (TAC’s)

Nog te bepalen

Begrip “visreis”:

voor de toepassing van dit aanhangsel wordt de duur van een visreis van een vaartuig van de Unie als volgt gedefinieerd:

hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau;

hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het overladen van de vangst;

hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het aanlanden van de vangst in Guinee-Bissau.

Aanhangsel 3

Verwerking van persoonsgegevens

1.Definities en toepassingsgebied

1.1    Definities

Voor de toepassing van dit aanhangsel gelden de definities van artikel 2 van de overeenkomst inzake visserij en de volgende definities:

“persoonsgegevens”: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (hierna “de betrokkene” genoemd); als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer of locatiegegevens;

“verwerking”: elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op enigerlei andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens;

“doorgevende autoriteit”: de overheidsinstantie die persoonsgegevens verzendt;

“ontvangende autoriteit”: de overheidsinstantie die persoonsgegevens ontvangt;

“gegevensinbreuk”: een inbreuk op de beveiliging die per ongeluk of op onrechtmatige wijze leidt tot de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of de ongeoorloofde toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte gegevens;

“verdere doorgifte”: doorgifte van persoonsgegevens door een ontvangende partij aan een entiteit die geen partij is bij dit protocol (hierna “derde partij” genoemd);

“controlerende autoriteit”: onafhankelijke overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het toezicht op de toepassing van dit artikel, teneinde de grondrechten en fundamentele vrijheden van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens te beschermen.

1.2    Werkingssfeer

De personen die onder dit protocol vallen, zijn met name de natuurlijke personen die eigenaar zijn van vaartuigen van de Unie, hun vertegenwoordigers, de kapitein en de crew aan boord van vaartuigen van de Unie die in het kader van dit protocol vissen.

Bij de uitvoering van dit protocol, met name wat betreft machtigingsaanvragen, monitoring van de visserijactiviteiten en bestrijding van illegale visserij, kunnen de volgende gegevens worden uitgewisseld en vervolgens verder verwerkt:

de identificatie- en contactgegevens van het vaartuig;

de van controles, inspecties of waarnemers afkomstige gegevens over activiteiten van een vaartuig of met betrekking tot een vaartuig, de positie en bewegingen, de visserijactiviteit of visserijgerelateerde activiteit van het vaartuig;

gegevens over de eigenaar(s) van het vaartuig of zijn of haar vertegenwoordiger, zoals naam, nationaliteit, professionele contactgegevens en professionele bankrekening;

gegevens over de plaatselijke agent, zoals naam, nationaliteit en professionele contactgegevens;

gegevens over de kapiteins en crewleden, zoals naam, nationaliteit, functie en, in het geval van de kapitein, contactgegevens;

gegevens over de aangemonsterde zeevissers, zoals naam, contactgegevens, opleiding en gezondheidscertificaat.

1.3    Verantwoordelijke instanties

De voor de verwerking van de gegevens verantwoordelijke autoriteiten zijn de Europese Commissie en de autoriteit van de vlaggenlidstaat voor de Unie enerzijds en de door Guinee-Bissau aangewezen bevoegde autoriteit anderzijds

2.Waarborgen ter bescherming van persoonsgegevens

2.1    Doelbinding en gegevensminimalisatie

De in het kader van dit protocol gevraagde en doorgegeven persoonsgegevens zijn adequaat, ter zake dienend en beperkt tot wat nodig is voor de uitvoering van dit protocol, d.w.z. voor de verwerking van vismachtigingen en voor de controle en bewaking van de activiteiten van vaartuigen van de Unie. De partijen wisselen persoonsgegevens in het kader van dit protocol uitsluitend uit voor de in het protocol vermelde specifieke doeleinden.

De ontvangen gegevens worden niet verwerkt voor andere doeleinden dan de bovengenoemde, of worden vervolgens geanonimiseerd.

Op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de doorgevende autoriteit onmiddellijk in kennis van het gebruik van de meegedeelde gegevens.

2.2    Nauwkeurigheid

De partijen zien erop toe dat de in het kader van dit protocol doorgegeven persoonsgegevens nauwkeurig en actueel zijn en, waar van toepassing, regelmatig worden bijgewerkt op basis van de kennis van de doorgevende autoriteit. Als een van de partijen vaststelt dat de doorgegeven of ontvangen persoonsgegevens onjuist zijn, stelt zij de andere partij daarvan onverwijld in kennis, brengt zij de nodige verbeteringen aan en zorgt zij voor de nodige updates.

2.3    Opslagbeperking

Persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doel waarvoor zij zijn uitgewisseld, en in elk geval ten hoogste één jaar na het verstrijken van dit protocol, tenzij de persoonsgegevens noodzakelijk zijn voor de follow-up van een inbreuk, een inspectie of gerechtelijke of administratieve procedures. In dat geval mogen de gegevens zo lang worden bewaard als nodig is voor de follow-up van de inbreuk of van de inspectie of tot de definitieve afsluiting van de gerechtelijke of administratieve procedure.

Indien persoonsgegevens langer worden bewaard, worden zij geanonimiseerd.

2.4    Beveiliging en vertrouwelijkheid

Rekening houdend met de specifieke risico’s van verwerking worden persoonsgegevens op zodanige wijze verwerkt dat de beveiliging ervan, met inbegrip van bescherming tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies of onopzettelijke vernietiging of beschadiging, is gewaarborgd. De met de gegevensverwerking belaste autoriteiten pakken elke inbreuk in verband met persoonsgegevens aan en nemen alle nodige maatregelen om eventuele negatieve gevolgen van een dergelijke inbreuk te verhelpen en te beperken. De ontvangende autoriteit stelt de doorgevende autoriteit zo spoedig mogelijk in kennis van deze inbreuk en beide autoriteiten verlenen elkaar tijdig de nodige samenwerking zodat elke autoriteit kan voldoen aan haar verplichtingen die krachtens het nationale rechtskader voortvloeien uit een inbreuk in verband met persoonsgegevens.

De partijen verbinden zich ertoe passende technische en organisatorische maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de verwerking in overeenstemming is met dit protocol.

2.5    Rectificatie of wissing

De partijen zien erop toe dat de doorgevende en de ontvangende autoriteiten alle redelijke maatregelen nemen om te waarborgen dat de persoonsgegevens onverwijld worden gerectificeerd of gewist, naargelang het geval, wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met dit protocol, met name omdat deze gegevens niet adequaat, ter zake dienend of precies zijn of niet in verhouding staan tot het doel van de verwerking.

De partijen stellen elkaar in kennis van elke rectificatie of wissing.

2.6    Transparantie

De partijen zorgen ervoor dat de betrokkenen door een individuele kennisgeving en de bekendmaking van deze overeenkomst op hun websites in kennis worden gesteld van de categorieën gegevens die worden doorgegeven en verder worden verwerkt, de wijze waarop de persoonsgegevens worden verwerkt, het voor de doorgifte gebruikte instrument, het doel van de verwerking, de derde partijen of categorieën derde partijen aan wie de informatie verder mag worden doorgegeven, de individuele rechten en de beschikbare mechanismen om hun rechten uit te oefenen en verhaal te halen, alsmede de contactgegevens voor het instellen van een geschil of een klacht.

2.7    Verdere doorgifte

De ontvangende autoriteit geeft de uit hoofde van dit protocol ontvangen persoonsgegevens slechts door aan een derde partij die in een ander land dan de vlaggenlidstaten is gevestigd, indien dit gerechtvaardigd is door een belangrijke doelstelling van algemeen openbaar belang, die ook is erkend in het rechtskader dat van toepassing is op de doorgevende autoriteit, en indien aan de andere vereisten van het aanhangsel (met name wat betreft doelbinding en gegevensminimalisatie) is voldaan, en

indien voor het land waar de derde partij of de internationale organisatie gevestigd is, een adequaatheidsbesluit van de Europese Commissie krachtens artikel 45 van Verordening (EU) 2016/679 (adequaatheidsbesluit) geldt dat betrekking heeft op de verdere doorgifte, of

in specifieke gevallen, wanneer een dergelijke doorgifte noodzakelijk is om de doorgevende autoriteit in staat te stellen haar verplichtingen jegens regionale organisaties voor visserijbeheer of regionale visserijorganisaties na te komen, of

bij wijze van uitzondering en indien dit nodig wordt geacht, wanneer de derde partij zich ertoe verbindt de gegevens uitsluitend te verwerken voor het specifieke doel of de specifieke doelen waarvoor zij verder worden doorgegeven, en deze onmiddellijk te wissen zodra de verwerking niet langer noodzakelijk is voor dat doel of die doelen.

3.Rechten van betrokkenen

3.1    Toegang tot persoonsgegevens

Op vraag van een betrokkene moet de ontvangende autoriteit:

de betrokkene uitsluitsel geven over de vraag of de hem of haar betreffende gegevens worden verwerkt;

informatie verstrekken over het doel van de verwerking, de categorieën persoonsgegevens, de bewaartermijn (indien mogelijk), het recht om te verzoeken om rectificatie/verwijdering, het recht om een klacht in te dienen enz.;

een kopie van de persoonsgegevens verstrekken;

algemene informatie over de toepasselijke garanties verstrekken.

3.2    Correctie van persoonsgegevens

Op vraag van een betrokkene rectificeert de ontvangende autoriteit hem of haar betreffende onvolledige, onjuiste of verouderde persoonsgegevens.

3.3    Wissing van persoonsgegevens

Op vraag van een betrokkene moet de ontvangende autoriteit:

hem of haar betreffende persoonsgegevens die zijn verwerkt op een wijze die niet in overeenstemming is met de in dit protocol genoemde waarborgen, wissen;

hem of haar betreffende persoonsgegevens die niet langer noodzakelijk zijn voor de doeleinden waarvoor ze rechtmatig zijn verwerkt, schrappen;

de verwerking van persoonsgegevens stopzetten indien de betrokkene bezwaar maakt om redenen die verband houden met zijn of haar specifieke situatie, tenzij er zwaarwegende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking zijn die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene.

3.4    Regelingen

De ontvangende autoriteit antwoordt tijdig binnen een redelijke termijn, en in elk geval binnen één maand na het verzoek, op een verzoek van een betrokkene betreffende toegang tot zijn of haar persoonsgegevens en de rectificatie en wissing ervan. De ontvangende autoriteit kan passende maatregelen nemen, zoals het innen van een redelijke vergoeding ter dekking van administratieve kosten, of weigeren gevolg te geven aan een verzoek dat aantoonbaar ongegrond of buitensporig is.

Als de ontvangende autoriteit negatief antwoordt op het verzoek van een betrokkene, moet zij de betrokkene op de hoogte stellen van de redenen voor deze weigering.

3.5    Beperking

Bovengenoemde rechten kunnen worden beperkt indien een dergelijke beperking wettelijk is vastgelegd en in een democratische samenleving noodzakelijk en evenredig is voor het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafbare feiten.

Deze rechten kunnen ook worden beperkt om de uitvoering van controle-, inspectie- of regelgevingstaken te waarborgen die, ook al is het maar occasioneel, verband houden met de uitoefening van openbaar gezag.

In dezelfde omstandigheden kunnen deze rechten eveneens worden beperkt met het oog op de bescherming van de betrokkene of de rechten en vrijheden van anderen.

4.Beroep en onafhankelijke controle

4.1    Onafhankelijke controle

Of de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming is met dit protocol, wordt onafhankelijk gecontroleerd door een externe of interne instantie die een onafhankelijke controle verricht en onderzoeks- en verhaalsbevoegdheden heeft.

4.2    Controleautoriteiten

Voor de Unie wordt een dergelijke controle uitgeoefend door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) wanneer de verwerking onder de bevoegdheid van de Commissie valt, of door de nationale controleautoriteiten voor gegevensbescherming van de EU wanneer de verwerking onder de bevoegdheid van de vlaggenlidstaat valt, en voor Guinee-Bissau door de aangewezen bevoegde autoriteit.

De bovengenoemde autoriteiten behandelen doeltreffend en tijdig klachten van betrokkenen over de verwerking van hun persoonsgegevens in het kader van dit protocol.

4.3    Recht van beroep

Elke partij zorgt er in haar rechtsorde voor dat betrokkenen die van mening zijn dat een autoriteit de waarborgen van artikel 14 en dit aanhangsel niet heeft nageleefd, of die van mening zijn dat hun persoonsgegevens zijn geschonden, tegen die autoriteit verhaal kunnen halen bij een rechtbank of een gelijkwaardig orgaan voor zover de toepasselijke wettelijke bepalingen dit toestaan.

Met name kunnen klachten tegen een van de autoriteiten worden gericht aan de EDPS in het geval van de Europese Commissie en aan de door Guinee-Bissau aangewezen bevoegde autoriteit in het geval van Guinee-Bissau. Voorts kunnen bepaalde klachten tegen een van de autoriteiten worden voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in het geval van de Europese Commissie en aan de rechtbanken van Guinee-Bissau in het geval van Guinee-Bissau.

In geval van een geschil of een klacht die een betrokkene wegens de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens indient tegen de doorgevende autoriteit, de ontvangende autoriteit of beide, stellen de autoriteiten elkaar in kennis van die geschillen of klachten en stellen zij alles in het werk om het geschil of de klacht zo spoedig mogelijk in der minne te regelen.

4.4    Wederzijdse informatie van de partijen

De partijen houden elkaar op de hoogte van klachten die zij ontvangen over de verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit protocol en over de afwikkeling daarvan.

5.Herziening

De partijen stellen elkaar in kennis van wijzigingen in hun wetgeving die van invloed zijn op de verwerking van persoonsgegevens. Elke partij beoordeelt regelmatig haar eigen beleid en procedures ter uitvoering van artikel 14 en dit aanhangsel en op redelijk verzoek van een partij beoordeelt de andere partij haar beleid en procedures voor de verwerking van persoonsgegevens om zich ervan te vergewissen en te bevestigen dat de waarborgen waarin artikel 14 en dit aanhangsel voorzien, doeltreffend worden geïmplementeerd. De resultaten van de beoordeling worden aan de verzoekende partij meegedeeld.

Indien nodig bereiken de partijen in de gemengde commissie overeenstemming over wijzigingen die in deze bijlage moeten worden aangebracht.

6.Opschorting van doorgifte

Wanneer de partijen niet overeenkomstig dit aanhangsel tot een minnelijke schikking komen voor geschillen over de verwerking van persoonsgegevens, kan de doorgevende partij de doorgifte van persoonsgegevens opschorten of beëindigen totdat zij van oordeel is dat de ontvangende partij de kwestie op bevredigende wijze heeft opgelost. Reeds doorgegeven gegevens worden verder verwerkt overeenkomstig dit aanhangsel.

BIJLAGE 2

PROCEDURE VOOR DE GOEDKEURING VAN DOOR DE GEMENGDE COMMISSIE VAST TE STELLEN WIJZIGINGEN VAN HET PROTOCOL

Wanneer de gemengde commissie wordt verzocht overeenkomstig artikel 10 van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau en artikel 16 van het protocol wijzigingen van het protocol vast te stellen, wordt de Commissie gemachtigd de voorgestelde wijzigingen namens de Unie goed te keuren onder de volgende voorwaarden:

1.De Commissie ziet erop toe dat de namens de Unie goed te keuren wijzigingen:

(a)in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

(b)in overeenstemming zijn met de toepasselijke voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en rekening houden met het gezamenlijk beheer door de kuststaten;

(c)rekening houden met de meest recente statistische, biologische en andere ter zake relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

2.Voordat de Commissie de voorgestelde wijzigingen namens de Unie goedkeurt, legt zij deze lang genoeg vóór de desbetreffende vergadering van de gemengde commissie voor aan de Raad.

3.De Raad beoordeelt of de voorgestelde wijzigingen in overeenstemming zijn met de criteria van punt 1 van deze bijlage.

4.Tenzij een aantal lidstaten dat een blokkerende minderheid van de Raad in de zin van artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie vormt, bezwaar maakt tegen de voorgestelde wijzigingen, keurt de Commissie de wijzigingen namens de Unie goed. Indien een dergelijke blokkerende minderheid wordt gevormd, verwerpt de Commissie de voorgestelde wijzigingen namens de Unie.

5.Indien tijdens latere vergaderingen van de gemengde commissie, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de zaak overeenkomstig de procedure van de punten 2, 3 en 4 opnieuw aan de Raad voorgelegd om ervoor te zorgen dat in het standpunt van de Unie rekening wordt gehouden met nieuwe elementen.

6.De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd alle stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie en de mededeling van de voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

Ten aanzien van aangelegenheden die geen betrekking hebben op wijzigingen van het protocol overeenkomstig artikel 10 van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau en artikelen 16 van het protocol, wordt het door de Unie in de gemengde commissie in te nemen standpunt bepaald in overeenstemming met de Verdragen en de bestaande werkpraktijk.

(1)    PB L 342 van 27.12.2007, blz. 5.
(2)    PB L 2862, 28.12.2023, blz. 10. 
(3)    Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).
Top