EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 13.11.2023
COM(2023) 697 final
BIJLAGE
bij
Aanbeveling voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
houdende machtiging om namens de Europese Unie de onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een uitvoeringsprotocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië
{SWD(2023) 349 final} - {SWD(2023) 350 final}
BIJLAGE
Onderhandelingsrichtsnoeren
–Het doel van de onderhandelingen is de sluiting van een uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië in overeenstemming met de artikelen 28, 31 en 32 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid en met de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling van de Commissie van 13 juli 2011 inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid.
–In het uitvoeringsprotocol zou het algemene kader moeten worden vastgesteld voor de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Unie in de wateren van Kaapverdië en voor de samenwerking met de Republiek Kaapverdië op visserijgebied.
–Om een duurzame en verantwoorde visserij te bevorderen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de Unie en de Republiek Kaapverdië wederzijdse voordelen halen uit dit uitvoeringsprotocol, zou de Commissie er tijdens de onderhandelingen naar moeten streven:
·de toegang tot de visserijzone van de Republiek Kaapverdië te garanderen en ervoor te zorgen dat de vaartuigen van de Unievloot de nodige machtigingen krijgen om in die zone te vissen, waarbij onder meer het netwerk van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij dat ter beschikking van de marktdeelnemers van de Unie in de Atlantische Oceaan staat, verder wordt uitgebouwd;
·terdege met het beste beschikbare wetenschappelijke advies en de desbetreffende door de regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) vastgestelde beheersplannen rekening te houden teneinde de ecologische duurzaamheid van de visserijactiviteiten veilig te stellen en oceaangovernance op internationale schaal te bevorderen. De visserijactiviteiten zouden exclusief op het overschot moeten zijn gericht, rekening houdend met de vangstcapaciteit van de lokale vloot, en met speciale aandacht voor het feit dat het gaat over bestanden die over grote afstanden trekken;
·een passend aandeel in de visbestanden te verkrijgen dat geheel in verhouding staat tot de belangen van de Unievloot, wanneer ook andere buitenlandse vloten belang hebben bij die bestanden, en ervoor te zorgen dat voor alle buitenlandse vloten dezelfde technische voorwaarden gelden;
·te garanderen, in het licht van de recentste en beste beschikbare wetenschappelijke evaluaties en rekening houdend met de belangen van de ultraperifere gebieden van de Unie, dat de toegang tot de visserij gebaseerd is op de historische en in de toekomst te verwachten activiteiten van de Unievloot in de regio;
·een dialoog aan te gaan met het oog op de versterking van het sectorale beleid om de uitvoering van een verantwoord visserijbeleid aan te moedigen waarbij met de ontwikkelingsdoelstellingen van Kaapverdië rekening wordt gehouden, met name wat betreft governance op visserijgebied, de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, controle, monitoring en bewaking van visserijactiviteiten en het verstrekken van wetenschappelijk advies; arbeidsrechten van vissers en bevordering van economische bedrijvigheid;
·een clausule op te nemen over de gevolgen van schendingen van de mensenrechten (inclusief arbeidsrechten) en de democratische beginselen;
·een clausule op te nemen over non-discriminatie tussen de verschillende vloten en transparantie.
–In het protocol zou met name het volgende moeten worden omschreven:
·de vangstmogelijkheden die aan vaartuigen van de Unie zullen worden verleend;
·de financiële compensatie en de voorwaarden voor de betaling daarvan; en
·de mechanismen voor het implementeren van sectorale steun.