Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023PC0584

    Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2007/2/EG wat betreft bepaalde rapportagevoorschriften voor infrastructuren voor ruimtelijke informatie

    COM/2023/584 final

    Brussel, 17.10.2023

    COM(2023) 584 final

    2023/0356(COD)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot wijziging van Richtlijn 2007/2/EG wat betreft bepaalde rapportagevoorschriften voor infrastructuren voor ruimtelijke informatie

    (Voor de EER relevante tekst)


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    In haar mededeling “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030 1 heeft de Commissie gewezen op het belang van een regelgevingssysteem dat ervoor zorgt dat doelstellingen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Daarom wil zij een nieuwe impuls geven aan het rationaliseren en vereenvoudigen van rapportagevoorschriften, met als uiteindelijk doel dat lasten in dit kader met 25 % worden teruggedrongen zonder dat dit ten koste gaat van de daarmee samenhangende beleidsdoelstellingen.

    Rapportagevoorschriften zijn van essentieel belang voor een correcte handhaving en goede monitoring van wetgeving. De kosten van deze voorschriften vallen per saldo grotendeels weg tegen het voordeel dat ze opleveren, met name op het gebied van de monitoring van en zorg voor de naleving van essentiële beleidsmaatregelen. Rapportagevoorschriften kunnen belanghebbenden, en met name kmo’s (het mkb) en micro-ondernemingen, echter ook opzadelen met onevenredige lasten, mede gezien de organisatorische en technologische ontwikkelingen die een aanpassing van de oorspronkelijke rapportagevoorschriften wenselijk maken. Wanneer deze voorschriften zich in de loop der tijd opstapelen, kan dit resulteren in overbodige, overlappende of achterhaalde verplichtingen, in een inefficiënte frequentie en timing of in inadequate verzamelmethoden. Daarom wordt in verschillende EU-instrumenten die rapportageverplichtingen met zich meebrengen, in specifieke drempels voor kleinere ondernemingen voorzien.

    De stroomlijning van rapportageverplichtingen en terugdringing van administratieve lasten geniet dus prioriteit. In dit verband wordt met dit voorstel getracht een initiatief te vereenvoudigen dat deel uitmaakt van de grote ambities op milieugebied van de Europese Green Deal en een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk, en gevolgen heeft voor de volgende sectoren: openbare diensten en professionele diensten.

    Het voorstel zal de rapportageverplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2007/2/EG rationaliseren door de frequentie van de rapportagevoorschriften te verlagen.

    De rationalisering van de rapportageverplichtingen waarop dit voorstel betrekking heeft, betreft overheidsinstanties en kan indirect leiden tot een lastenverlichting voor bedrijven. Meer in het bijzonder zal de minder frequente rapportage de lasten verlichten voor industrieën en nutsbedrijven die verplicht zijn de in de bijlagen bij de richtlijn genoemde gegevensreeksen te delen, bijvoorbeeld betreffende de netwerken voor nutsvoorzieningen, productielocaties en industriële installaties enz. Er worden geen nieuwe verplichtingen toegevoegd. De rapportageverplichting waarop dit voorstel betrekking heeft, zal een tweejaarlijkse cyclus gaan volgen, in plaats van de jaarlijkse cyclus.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Het voorstel betreffende de wijziging van Richtlijn 2007/02/EG maakt deel uit van een eerste maatregelenpakket om rapportagevoorschriften te rationaliseren. Dit is een stap in een proces waarin uitgebreid wordt gekeken naar de bestaande rapportagevoorschriften om te zien of ze nog zinvol zijn en in hoever de efficiëntie ervan kan worden vergroot.

    De rationalisering die met deze maatregelen wordt bereikt, zal geen negatieve gevolgen hebben voor de verwezenlijking van de doelstellingen op het beleidsterrein, aangezien het met een tweejaarlijkse in plaats van een jaarlijkse rapportagecyclus nog steeds mogelijk zal zijn trends en ontwikkelingen in de uitvoering door de lidstaten in kaart te brengen.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    In het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) zorgt de Commissie ervoor dat haar wetgeving geschikt is voor het beoogde doel, op de behoeften van belanghebbenden is toegesneden en de doelstellingen ervan worden bereikt met zo beperkt mogelijke lasten. Dit voorstel maakt derhalve deel uit van het Refit-programma om de uit de juridische omgeving van de EU voortvloeiende rapportagedruk minder complex te maken.

    Bepaalde rapportagevoorschriften zijn van essentieel belang, maar ze moeten wel zo efficiënt mogelijk zijn door overlappingen te voorkomen, overbodige lasten weg te nemen en zo veel mogelijk gebruik te maken van digitale en interoperabele oplossingen.

    Het huidige voorstel rationaliseert bepaalde rapportagevoorschriften zodat de wetgevingsdoelstellingen op efficiëntere wijze en met minder rompslomp voor de overheidsinstanties worden bereikt.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag voor Richtlijn 2007/2/EG is artikel 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Artikel 192, lid 1, biedt de rechtsgrondslag voor maatregelen ter bescherming van het milieu, met inbegrip van het gebruik van beschikbare gegevens als basis voor de voorbereiding van milieubeleid.

    Subsidiariteit

    De desbetreffende rapportagevoorschriften worden opgelegd door het Unierecht. De rationalisering ervan kan daarom het best op EU-niveau worden aangepakt om de rechtszekerheid en de consistentie van de rapportage te waarborgen. Dit zal zorgen voor een gelijk speelveld voor overheidsdiensten overal in de EU, die baat zullen hebben bij de rationalisering van de rapportagevoorschriften als gevolg van dit voorstel.

    Evenredigheid

    Met de rationalisering van bepaalde rapportagevoorschriften wordt het rechtskader vereenvoudigd doordat minimale wijzigingen in bestaande vereisten worden doorgevoerd die niet van invloed zijn op de inhoud van de bredere beleidsdoelstelling. Het voorstel blijft dus beperkt tot de wijzigingen die nodig zijn om een efficiënte rapportage te waarborgen zonder dat de wezenlijke elementen van de betrokken wetgeving veranderen.

    Keuze van het instrument

    Aangezien de in Richtlijn 2007/2/EG aan te brengen wijziging betrekking heeft op het verstrekken van informatie aan de Commissie door de lidstaten, hoeft die wijziging niet te worden omgezet. In deze specifieke situatie is het daarom passend een besluit als instrument voor deze wijziging te kiezen.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Evaluatie achteraf/geschiktheidscontrole van de bestaande wetgeving

    Uit de evaluatie van de Inspire-richtlijn van 2022 2 kwam naar voren dat de rapportagelast verder kon worden verlicht in het kader van de afstemming van de Inspire-bepalingen op de rapportagebepalingen van andere milieuvoorschriften. Bovendien kunnen met een technisch efficiënter Inspire mogelijk verdere administratieve lasten in het kader van Inspire worden verlicht.

    Raadpleging van belanghebbenden

    N.v.t.

    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    Dit voorstel is tot stand gekomen na een interne doorlichting van bestaande rapportageverplichtingen en op basis van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de desbetreffende wetgeving. Het gaat om een stap in het proces van permanente toetsing van rapportagevoorschriften die voortvloeien uit EU-wetgeving. De doorlichting van dergelijke lasten en van de gevolgen ervan voor belanghebbenden loopt na deze stap dus gewoon door.

    Effectbeoordeling

    Het voorstel betreft beperkte wijzigingen in de wetgeving die gericht zijn op de rationalisering van bepaalde rapportagevoorschriften. Deze wijzigingen berusten op de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de wetgeving. Ze hebben geen significante gevolgen voor het beleid, maar zorgen slechts voor een efficiëntere en effectievere uitvoeringspraktijk. Door het gerichte karakter ervan en door het gebrek aan relevante beleidsopties is een effectbeoordeling niet nodig.

    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

    Dit is een Refit-voorstel om de wetgeving te vereenvoudigen en te snijden in de lasten voor belanghebbenden.

    Het voorstel zorgt voor verdere vereenvoudiging van de rapportage in het kader van Richtlijn 2007/2/EG en valt samen met andere vereenvoudigingsinitiatieven (inzake regels voor de interoperabiliteit van gegevens en netwerkdiensten) en de afstemming op andere datawetgeving (richtlijn open data).

       Grondrechten

    N.v.t.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    N.v.t.

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

    Aangezien de in Richtlijn 2007/2/EG aan te brengen wijziging betrekking heeft op het verstrekken van informatie aan de Commissie door de lidstaten, hoeft die wijziging niet te worden omgezet.

    Toelichtende stukken

    N.v.t.

    Artikelsgewijze toelichting

    Artikel 1

    Bij artikel 1 wordt in plaats van een jaarlijkse rapportagecyclus een tweejaarlijkse rapportagecyclus ingevoerd. Deze rapportagefrequentie is afgestemd op de rapportagefrequentie in het kader van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/138 van de Commissie inzake hoogwaardige datasets, die grotendeels dezelfde gegevens als Richtlijn 2007/2/EG betreft.

    2023/0356 (COD)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot wijziging van Richtlijn 2007/2/EG wat betreft bepaalde rapportagevoorschriften voor infrastructuren voor ruimtelijke informatie

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 3 ,

    Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 4 ,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Rapportagevoorschriften zijn van essentieel belang voor een goede monitoring en correcte handhaving van wetgeving. Het is echter van belang om deze voorschriften te stroomlijnen om ervoor te zorgen dat ze beantwoorden aan het beoogde doel, en om de administratieve lasten te beperken.

    (2)Met het oog op de verlichting van de administratieve lasten moeten de frequentie en de timing van de rapportageverplichtingen inzake de uitvoering en het gebruik van de infrastructuren voor ruimtelijke informatie van de lidstaten worden afgestemd op recentere horizontale wetgeving inzake digitale gegevens.

    (3)Bij Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad 5 zijn algemene regels vastgesteld voor de oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie, ter ondersteuning van het milieubeleid van de Unie en beleidsmaatregelen of activiteiten die van invloed kunnen zijn op het milieu. Op grond van artikel 21, lid 2, van die richtlijn moeten de lidstaten uiterlijk op 31 maart van elk jaar een samenvattend verslag uitbrengen, dat zo nodig is geactualiseerd, met onder meer een korte beschrijving van de kosten en baten van de tenuitvoerlegging van die richtlijn.

    (4)Rekening houdend met de resultaten van het verslag van de Commissie 6 over maatregelen om milieuverslaglegging te stroomlijnen en de bijbehorende geschiktheidscontrole van de verslaglegging en monitoring van het milieubeleid van de Unie, is Richtlijn 2007/2/EG gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/1010 van het Europees Parlement en de Raad 7 om de reikwijdte van de rapportage te beperken tot de governance voor de uitvoering van die richtlijn en het hergebruik van openbare ruimtelijke gegevens. Uit de evaluatie van Richtlijn 2007/2/EG die de Commissie in 2022 heeft afgerond, kwam naar voren dat er ruimte is om de richtlijn technisch efficiënter te maken door verdere verlichting van de administratieve lasten.

    (5)Ter verlichting van de administratieve lasten is het passend de frequentie van de rapportage uit hoofde van Richtlijn 2007/2/EG te verlagen tot eenmaal per twee jaar.

    (6)Richtlijn 2007/2/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (7)Aangezien de in Richtlijn 2007/2/EG aan te brengen wijziging betrekking heeft op het verstrekken van informatie aan de Commissie door de lidstaten, hoeft die wijziging niet te worden omgezet. In deze specifieke situatie is het daarom passend een besluit als instrument voor deze wijziging te kiezen,

    HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijziging van Richtlijn 2007/2/EG

    In artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2007/2/EG wordt de eerste zin vervangen door:

    “De lidstaten brengen, met ingang van 31 maart 2025, elke twee jaar uiterlijk op 31 maart een samenvattend verslag uit, dat zo nodig is geactualiseerd. Die verslagen, die openbaar worden gemaakt door de diensten van de Commissie, omvatten een korte beschrijving van:”.

    Artikel 2

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 3

    Adressaten

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

    De voorzitter    De voorzitter

    (1)    COM(2023) 168 final.
    (2)    SWD(2022) 195 final, SWD(2022) 196 final.
    (3)    PB C , blz. .
    (4)    PB C , blz. .
    (5)    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
    (6)    Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Maatregelen om milieuverslaglegging te stroomlijnen”, COM(2017) 0312 final.
    (7)    Verordening (EU) 2019/1010 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de onderlinge afstemming van de verslagleggingsverplichtingen op het gebied van de milieuwetgeving, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 166/2006 en (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/49/EG, 2004/35/EG, 2007/2/EG, 2009/147/EG en 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 338/97 en (EG) nr. 2173/2005 van de Raad, en Richtlijn 86/278/EEG van de Raad (PB L 170 van 25.6.2019, blz. 115).
    Top