EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023PC0004

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, wat Kameroen betreft

COM/2023/4 final

Brussel, 5.1.2023

COM(2023) 4 final

2023/0003(NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, wat Kameroen betreft


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (de IOO-verordening) 1 .

Algemene context

Dit voorstel past in het kader van de uitvoering van de IOO-verordening en is het resultaat van analyse- en dialoogprocedures die zijn uitgevoerd in overeenstemming met de materiële en procedurele eisen zoals vastgelegd in de IOO-verordening, waarin onder meer is bepaald dat alle landen zich moeten kwijten van de taken die ze krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dienen te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Besluit van de Commissie van 17 februari 2021 (PB C 59I van 19.2.2021, blz. 1) betreffende de kennisgeving aan de Republiek Kameroen van de mogelijkheid dat het land wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 5 januari 2023 2 tot aanmerking van Kameroen als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

Niet van toepassing.

2.RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Raadpleging van belanghebbende partijen

De partijen die bij de procedure betrokken zijn, zijn overeenkomstig de IOO-verordening in de loop van de analyse- en dialoogprocedures in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling

Dit voorstel vloeit voort uit de uitvoering van de IOO-verordening.

De IOO-verordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregel

Op 17 februari 2021 heeft de Commissie Kameroen bij besluit van de Commissie in kennis gesteld van de mogelijkheid dat het land op grond van de IOO-verordening door de Commissie als niet-meewerkend land wordt aangemerkt.

De Commissie heeft ten aanzien van Kameroen stappen ondernomen. Daarbij ging het onder meer om acties om haar optreden te motiveren, de gelegenheid voor het land om te antwoorden of de argumenten te weerleggen, het recht om aanvullende informatie te vragen of te verschaffen, een voorstel voor een actieplan om de situatie te verhelpen, voldoende tijd om een antwoord te verstrekken en een redelijke termijn om de situatie te verhelpen.

Op 5 januari 2023 heeft de Commissie Kameroen bij uitvoeringsbesluit van de Commissie aangemerkt als een derde land dat de Commissie op grond van de IOO-verordening als niet-meewerkend derde land beschouwt.

Bijgaand voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad is gebaseerd op de bevindingen die bevestigen dat Kameroen er niet is in geslaagd zich te kwijten van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dient te vervullen.

Derhalve wordt voorgesteld dat de Raad het bijgevoegde voorstel voor een besluit goedkeurt.

Rechtsgrondslag

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de IOO-verordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

Er geldt geen verplichting om een beschrijving te geven van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Unie, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, de marktdeelnemers en de burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel.

Keuze van instrumenten

Voorgesteld instrument: besluit.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn:

andere instrumenten zouden ongeschikt zijn omdat de IOO-verordening niet in andere mogelijkheden voorziet.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

2023/0003 (NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, wat Kameroen betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (de IOO-verordening) 3 , en met name artikel 33,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

INLEIDING

(1)Bij de IOO-verordening is een systeem van de Unie vastgesteld om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

(2)Hoofdstuk VI van de IOO-verordening heeft betrekking op de identificatie (ook wel “aanmerking” genoemd) van niet-meewerkende derde landen, de stappen ten aanzien van die landen, de vaststelling van een lijst van die landen, de schrapping van landen van die lijst, de bekendmaking van die lijst en eventuele noodmaatregelen.

(3)Op 24 maart 2014 heeft de Raad Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen 4 , vastgesteld.

(4)Overeenkomstig artikel 32 van de IOO-Verordening heeft de Commissie de Republiek Kameroen (hierna “Kameroen” genoemd) bij besluit van de Commissie van 17 februari 2021 (“het besluit van 17 februari 2021”) 5 in kennis gesteld van de mogelijkheid dat zij wordt aangemerkt als een land dat de Commissie als niet-meewerkend derde land beschouwt.

(5)In haar besluit van 17 februari 2021 heeft de Commissie de informatie opgenomen over de essentiële feiten en overwegingen die aan de mogelijke aanmerking ten grondslag liggen.

(6)Het besluit is ter kennis gebracht van Kameroen, samen met een brief waarin het land wordt verzocht in nauwe samenwerking met de Commissie een actieplan uit te voeren om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen.

(7)Met haar besluit van 17 februari 2021 heeft de Commissie een dialoog met Kameroen geopend.

(8)De Commissie heeft Kameroen met name verzocht: i) alle nodige maatregelen te nemen voor de uitvoering van de maatregelen die zijn vervat in het door de Commissie voorgestelde actieplan en ii) de uitvoering van de maatregelen die zijn vervat in het door de Commissie voorgestelde actieplan te beoordelen.

(9)Kameroen heeft de gelegenheid gekregen om te reageren op het besluit van 17 februari 2021 en op andere door de Commissie meegedeelde informatie ter zake, zodat het land bewijsmateriaal kon aanvoeren om de in het besluit van 17 februari 2021 geopperde feiten te weerleggen of aan te vullen. Kameroen kon gebruikmaken van zijn recht om aanvullende informatie te vragen of te verstrekken.

(10)De Commissie is doorgegaan met het verzamelen en verifiëren van alle desbetreffende informatie. De mondelinge en schriftelijke reacties van Kameroen op het besluit van 17 februari 2021 werden in overweging en in aanmerking genomen. Kameroen werd mondeling dan wel schriftelijk op de hoogte gehouden van de overwegingen van de Commissie.

(11)Op basis van de verzamelde informatie concludeerde de Commissie dat de in het besluit van 17 februari 2021 beschreven aandachtspunten en tekortkomingen niet voldoende waren aangepakt door Kameroen. Bovendien concludeerde de Commissie dat de maatregelen die waren voorgesteld in het actieplan, niet ten volle waren uitgevoerd.

(12)Daarom heeft de Commissie op 5 januari 2023 een uitvoeringsbesluit vastgesteld waarbij Kameroen is aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van IOO-visserij.

(13)Op basis van het onderzoek dat de Commissie heeft verricht en de dialoog die zij heeft gevoerd, met inbegrip van de briefwisseling en de vergaderingen, en de redenen die ten grondslag liggen aan het besluit van 17 februari 2021 en het Uitvoeringsbesluit van 5 januari 2023 tot aanmerking van Kameroen als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, dient Kameroen op de lijst te worden geplaatst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij.

1.PROCEDURE TEN AANZIEN VAN KAMEROEN

(14)Op 17 februari 2021 heeft de Commissie Kameroen overeenkomstig artikel 32 van de IOO-verordening in kennis gesteld van het feit dat zij de mogelijkheid overwoog dat land aan te merken als niet-meewerkend derde land en heeft zij Kameroen verzocht in nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie een actieplan uit te voeren om de in het besluit van 17 februari 2021 vermelde tekortkomingen te verhelpen. Sinds dat besluit heeft Kameroen zijn standpunten schriftelijk te kennen gegeven en met de Commissie online vergaderd over relevante punten. De Commissie heeft Kameroen schriftelijke informatie ter zake verstrekt. De Commissie is doorgegaan met het verzamelen en verifiëren van alle door haar nodig geachte informatie. De mondelinge en schriftelijke reacties van Kameroen op het besluit van 17 februari 2021 werden in overweging en in aanmerking genomen en Kameroen werd mondeling dan wel schriftelijk op de hoogte gehouden van de beraadslagingen van de Commissie. In het Uitvoeringsbesluit van 5 januari 2023 tot aanmerking van Kameroen als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, concludeerde de Commissie dat de in het besluit van 17 februari 2021 beschreven aandachtspunten en tekortkomingen niet voldoende waren aangepakt door Kameroen. Bovendien was de Commissie van oordeel dat de maatregelen die waren voorgesteld in een actieplan, niet ten volle waren uitgevoerd.

2.AANMERKING VAN KAMEROEN ALS NIET-MEEWERKEND DERDE LAND

(15)In het besluit van 17 februari 2021 heeft de Commissie de taken van Kameroen geanalyseerd en heeft zij beoordeeld of het land zijn internationale verplichtingen als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat is nagekomen. Bij die beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de criteria die zijn opgenomen in artikel 31, leden 4 tot en met 7, van de IOO-verordening.

(16)In lijn met de bevindingen in het besluit van 17 februari 2021 en rekening houdend met de desbetreffende door Kameroen verstrekte informatie, het voorgestelde actieplan en de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen, heeft de Commissie beoordeeld of Kameroen zijn verplichtingen is nagekomen.

(17)De voornaamste tekortkomingen die door de Commissie zijn geconstateerd, hadden betrekking op het feit dat diverse uit internationaal recht voortvloeiende verplichtingen niet waren geïmplementeerd; met name was geen toereikend en bijgewerkt rechtskader vastgesteld, bestonden er geen duidelijke en transparante registratie- en vergunningsprocedures en was er sprake van een gebrek aan een doeltreffende en adequate monitoring van vissersvaartuigen. De vastgestelde tekortkomingen hielden meer in het algemeen verband met de vastgestelde voorwaarden voor de registratie van vissersvaartuigen en de controle daarvan overeenkomstig het internationaal recht. Ook werd een gebrek aan consistentie vastgesteld met aanbevelingen en resoluties van relevante instanties, zoals het internationale actieplan tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij van de Voedsel- en Landbouworganisatie (Food and Agriculture Organization – FAO) van de Verenigde Naties (IAP-IOO) 6 en de vrijwillige FAO-richtsnoeren over de prestaties van de vlaggenstaat 7 . Het gebrek aan consistentie met niet-bindende aanbevelingen en resoluties is echter slechts als ondersteunend bewijsmateriaal in aanmerking genomen en niet als grond voor de aanmerking.

(18)In het uitvoeringsbesluit van 5 januari 2023 heeft de Commissie Kameroen daarom aangemerkt als niet-meewerkend derde land op grond van de IOO-verordening.

(19)Wat betreft de mogelijke beperkingen waarmee Kameroen als ontwikkelingsland wordt geconfronteerd, dient opgemerkt te worden dat de specifieke ontwikkelingsstatus en de globale prestatie van het land op het gebied van visserij niet worden geschaad door het algemeen ontwikkelingsniveau van Kameroen.

(20)Gezien het besluit van 17 februari 2021 en het uitvoeringsbesluit van 5 januari 2023 en gezien de dialoog die de Commissie met Kameroen heeft gevoerd alsook het resultaat daarvan, kan worden besloten dat de door Kameroen in het kader van zijn verplichtingen als vlaggenstaat ondernomen stappen ontoereikend zijn om te voldoen aan de artikelen 91, 92, 94, 117 en 118 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.

(21)Kameroen heeft zich dus niet gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggenstaat dient te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

3.VASTSTELLING VAN EEN LIJST VAN NIET-MEEWERKENDE DERDE LANDEN

(22)Gezien de conclusies met betrekking tot Kameroen dient dat land overeenkomstig artikel 33 van de IOO-verordening te worden toegevoegd aan de lijst van niet-meewerkende derde landen die is opgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU. Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(23)De opneming van Kameroen in de lijst van landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij, leidt tot toepassing van de maatregelen die zijn vastgelegd in artikel 38 van de IOO-verordening. Overeenkomstig artikel 38, lid 1, van de IOO-verordening is het verboden visserijproducten in te voeren die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van een niet-meewerkend land voeren. Voor Kameroen moet dat verbod gelden voor alle bestanden en soorten als bedoeld in artikel 2, punt 8, van de IOO-verordening, aangezien het gebrek aan passende maatregelen tegen IOO-visserij dat heeft geleid tot de aanmerking van Kameroen als niet-meewerkend derde land, niet beperkt blijft tot een bepaald bestand of een bepaalde soort.

(24)IOO-visserij dunt visbestanden uit, vernietigt mariene habitats, ondermijnt de instandhouding en het duurzame gebruik van mariene rijkdommen, verstoort de concurrentie, brengt de voedselzekerheid in gevaar, benadeelt vissers die hun verplichtingen nakomen, verzwakt kustgemeenschappen, enz. Gezien de ernst van de problemen met betrekking tot IOO-visserij is het noodzakelijk dat de Unie de maatregelen ten aanzien van Kameroen als niet-meewerkend land onverwijld ten uitvoer legt. Daarom moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(25)Overeenkomstig artikel 34, lid 1, van de IOO-verordening dient de Raad Kameroen, op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, van de lijst van niet-meewerkende derde landen te schrappen indien dat land aantoont dat de situatie die de opneming in de lijst rechtvaardigde, is verholpen. Bij het nemen van een besluit tot schrapping dient ook in aanmerking te worden genomen of Kameroen concrete maatregelen heeft genomen die een blijvende verbetering van de situatie kunnen bewerkstelligen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Kameroen wordt toegevoegd aan de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB C 59I van 19.2.2021, blz. 1.
(2)    Wordt begin 2023 gepubliceerd in het PB.
(3)    PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.
(4)    Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU van de Raad van 24 maart 2014 tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 91 van 27.3.2014, blz. 43).
(5)    Besluit van de Commissie van 17 februari 2021 betreffende de kennisgeving aan de Republiek Kameroen van de mogelijkheid dat het land wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (PB C 59I van 19.2.2021, blz. 1).
(6)    Internationaal actieplan om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, 2001.
(7)    Vrijwillige richtsnoeren over de prestaties van de vlaggenstaat, maart 2014: http://www.fao.org/3/a-i4577t.pdf
Top