EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 1.6.2022
COM(2022) 268 final
2022/0181(NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Polen
{SWD(2022) 161 final}
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52022PC0268
Proposal for a COUNCIL IMPLEMENTING DECISION on the approval of the assessment of the recovery and resilience plan for Poland
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Polen
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Polen
COM/2022/268 final
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 1.6.2022
COM(2022) 268 final
2022/0181(NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Polen
{SWD(2022) 161 final}
2022/0181 (NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Polen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 1 , en met name artikel 20,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)De COVID-19-uitbraak heeft ontwrichtende gevolgen gehad voor de economie van Polen. In 2019 bedroeg het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking in Polen 44,3 % van het Uniegemiddelde. Het reële bbp van Polen daalde met 2,2 % in 2020 en steeg met 3,6 % in 2020 en 2021 samen. Een gebrek aan private investeringen en het uitblijven van innovatie, een aanzienlijk tekort aan arbeidskrachten en vaardigheden in de economie en een onvoorspelbaar en omslachtig regelgevingsklimaat behoren tot de reeds lang aanslepende problemen die gevolgen hebben voor de economische prestaties op middellange termijn.
(2)Op 9 juli 2019 en op 20 juli 2020 heeft de Raad in het kader van het Europees Semester aanbevelingen gericht tot Polen. De Raad heeft Polen met name aanbevolen alle nodige maatregelen te nemen om de economische gevolgen van de pandemie doeltreffend aan te pakken en tegelijkertijd de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn te waarborgen; overheidsmiddelen efficiënter te besteden, en de veerkracht van, de toegang tot en de doeltreffendheid van het gezondheidsstelsel te verbeteren. Daarnaast heeft de Raad Polen aanbevolen de toereikendheid van toekomstige pensioenuitkeringen en de houdbaarheid van het pensioenstelsel te garanderen; de arbeidsmarktparticipatie te verbeteren door de toegang tot kinderopvang en langdurige zorg te verbeteren; de hinderpalen voor vastere vormen van werk weg te nemen en tegelijk regelingen voor flexibel werken en werktijdverkorting te verbeteren; de sociale uitkeringen doelgerichter te maken; kwalitatief goed onderwijs en de verwerving van vaardigheden bevorderen, met name via volwassenenonderwijs, en de digitale vaardigheden te verbeteren en de digitale transformatie verder te bevorderen. Daarnaast heeft de Raad aanbevolen het innoverend vermogen van de economie te versterken en investeringen toe te spitsen op de groene en de digitale transitie, met name op het gebied van digitale infrastructuur, het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie, en duurzaam vervoer, om zo bij te dragen tot een geleidelijke decarbonisatie van de economie, daarbij rekening houdend met regionale verschillen. Bovendien heeft de Raad aanbevolen de toegang tot financiering en liquiditeit voor ondernemingen te waarborgen en het economisch herstel te bevorderen door ervoor te zorgen dat mature publieke investeringsprojecten sneller tot stand komen en door particuliere investeringen te stimuleren. Tot slot heeft de Raad aanbevolen het regelgevingsklimaat te verbeteren, met name door in het wetgevingsproces meer belang te hechten aan de raadpleging van de sociale partners en openbare raadplegingen, en door het investeringsklimaat te verbeteren door de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te waarborgen. Nu de Commissie bij de indiening van het herstel- en veerkrachtplan de vooruitgang bij de uitvoering van deze landspecifieke aanbevelingen heeft beoordeeld, oordeelt zij dat de aanbevelingen met betrekking tot het doeltreffend aanpakken van de economische gevolgen van de pandemie volledig zijn uitgevoerd.
(3)Op 3 mei 2021 heeft Polen in overeenstemming met artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 zijn herstel- en veerkrachtplan ingediend bij de Commissie. Die indiening van het plan volgde op een in overeenstemming met het nationale rechtskader uitgevoerd proces van raadpleging waarbij lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden betrokken waren. De nationale zeggenschap over de herstel- en veerkrachtplannen vormt de basis voor de geslaagde uitvoering ervan en voor hun blijvende invloed op nationaal niveau en geloofwaardigheid op Europees niveau. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld in overeenstemming met de in bijlage V bij die verordening opgenomen beoordelingsrichtsnoeren.
(4)De herstel- en veerkrachtplannen moeten gericht zijn op de algemene doelstellingen van de bij Verordening (EU) 2021/241 ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit (de “faciliteit”) en het bij Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad vastgestelde herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis. Zij moeten de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie verbeteren door bij te dragen aan de zes pijlers van artikel 3 van Verordening (EU) 2021/241.
(5)De uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten zal een gecoördineerde inspanning vormen met investeringen en hervormingen in de hele Unie. Door middel van gecoördineerde en gelijktijdige uitvoering en de uitvoering van grensoverschrijdende en meerlandenprojecten zullen deze hervormingen en investeringen elkaar versterken en tot positieve overloopeffecten in de Unie leiden. Zo zal ongeveer een derde van de impact van de faciliteit op de groei en werkgelegenheid in de lidstaten komen van overloopeffecten uit andere lidstaten.
Evenwichtige respons die bijdraagt aan de zes pijlers
(6)In overeenstemming met artikel 19, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.1 van bijlage V daarbij vormt het herstel- en veerkrachtplan in hoge mate (score A) een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie en draagt het zodoende bij aan elk van de zes in artikel 3 van die verordening genoemde pijlers, daarbij rekening houdend met de specifieke uitdagingen van en de financiële toewijzing aan de betrokken lidstaat.
(7)Het plan bevat een evenwichtig pakket hervormingen en investeringen om zowel de gevolgen van de COVID-19-pandemie als de belangrijkste structurele vraagstukken waarvoor Polen zich gesteld ziet, aan te pakken. Het bevat een strategie voor het bevorderen van een meer concurrerende en veerkrachtige economie, het ondersteunen van economische groei in overeenstemming met de prioriteiten van de EU op het gebied van klimaat en digitalisering en het verbeteren van de levenskwaliteit in Polen, met name door middel van investeringen in hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie, duurzame mobiliteit, gezondheidszorg, digitale technologieën en onderzoek en innovatie. Het herstel- en veerkrachtplan is toegespitst op zes belangrijke beleidsterreinen: de groene transitie, digitalisering, gezondheid, concurrentievermogen en innovatie, duurzaam vervoer en de kwaliteit van de instellingen.
(8)De groene transitie en de digitale transformatie van de economie vormen de kern van de beleidsrespons van het plan. De beoogde groene hervormingen en investeringen zijn erop gericht de productie van hernieuwbare energie, met inbegrip van onshore-, fotovoltaïsche en offshore-energie, slimme netwerken en hernieuwbare en koolstofarme waterstof, te verhogen en de energie-efficiëntie te verbeteren, om bij te dragen tot een betere luchtkwaliteit en de ontwikkeling van duurzaam vervoer. Bij de digitale hervormingen en investeringen gaat de aandacht in de eerste plaats uit naar breedbandinfrastructuur, met name in plattelandsgebieden, de ontwikkeling van e-diensten, onder meer in de gezondheidszorg, de verbetering van e-vaardigheden op het gebied van onderwijs en opleiding en de versterking van de nationale cyberveiligheid.
(9)Het herstel- en veerkrachtplan omvat een aantal relevante maatregelen om het ondernemings- en investeringsklimaat in Polen te verbeteren. De beoogde hervormingen hebben tot doel de administratieve lasten en regeldruk voor het bedrijfsleven te verminderen, het beheer van de overheidsfinanciën te verbeteren en de rol van openbare raadplegingen in het wetgevingsproces te versterken, hetgeen naar verwachting de kwaliteit en stabiliteit van de regelgeving zal verbeteren. Het plan heeft ook tot doel de standaard voor bepaalde aspecten van de rechtsbescherming te verhogen en zo bij te dragen tot een beter investeringsklimaat. Slimme en duurzame groei zal naar verwachting ook worden bereikt aan de hand van diverse maatregelen op het gebied van onderzoek en innovatie en een betere verspreiding van innovatieve oplossingen via onderwijs en opleiding.
(10)Het herstel- en veerkrachtplan draagt bij tot de aanpak van een aantal problemen met als doel de territoriale en sociale cohesie te versterken, voornamelijk via inspanningen om de ziekenhuiszorg te moderniseren en toegankelijker te maken, door de uitdagingen op de arbeidsmarkt aan te pakken, door verbeteringen door te voeren in beroepsonderwijs en -opleiding en op het gebied van een leven lang leren, en ten slotte door middel van investeringen in vervoer. Het plan omvat ook diverse maatregelen die naar verwachting de veerkracht van het gezondheids- en sociale stelsel zullen vergroten, bijvoorbeeld via ziekenhuishervorming, inspanningen om de arbeidsmarktsegmentatie aan te pakken en de langdurige zorg te verbeteren, en door middel van investeringen in sociale huisvesting. Tot slot is een aanzienlijk deel van het herstel- en veerkrachtplan gewijd aan beleid voor de volgende generatie, met name via de digitalisering van de onderwijs- en opleidingsstelsels en verbetering van de relevantie van vaardigheden voor de arbeidsmarkt.
Aanpakken van alle of een significant deel van de in de landspecifieke aanbevelingen vastgestelde uitdagingen
(11)In overeenstemming met artikel 19, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.2 van bijlage V daarbij zal het herstel- en veerkrachtplan naar verwachting bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de uitdagingen (score A) die zijn vastgesteld in de aan Polen gerichte landspecifieke aanbevelingen, met inbegrip van de begrotingsaspecten daarvan, die tot de betrokken lidstaat zijn gericht, of de uitdagingen die zijn vastgesteld in andere relevante documenten die de Commissie officieel heeft goedgekeurd in het kader van het Europees Semester.
(12)De aanbevelingen in verband met de onmiddellijke budgettaire beleidsreactie op de pandemie en de aanbeveling om in 2020 de budgettaire middellangetermijndoelstelling waar te maken, kunnen worden geacht buiten het toepassingsgebied van het herstel- en veerkrachtplan van Polen te vallen, niettegenstaande het feit dat Polen over het algemeen adequaat en voldoende heeft gereageerd op de onmiddellijke behoefte om de economie in 2020 en 2021 te ondersteunen, in overeenstemming met de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact.
(13)Het herstel- en veerkrachtplan omvat een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die ertoe bijdragen alle of een significant deel van de economische en sociale uitdagingen aan te pakken die in de landspecifieke aanbevelingen die de Raad in het kader van het Europees semester in 2019 en 2020 aan Polen heeft gericht, zijn beschreven, met name wat de investeringsbehoeften met het oog op de digitalisering en de groene transitie betreft alsook het verbeteren van de arbeidsmarktparticipatie en de relevantie van onderwijs en opleiding voor de arbeidsmarkt.
(14)Er zullen naar verwachting aanzienlijke hervormingen en investeringen in de energiesector plaatsvinden om de productie en het gebruik van hernieuwbare energie en alternatieve brandstoffen te ondersteunen, de energie-efficiëntie te verbeteren en de economie aan te passen aan de klimaatverandering. De in het plan vervatte maatregelen zullen naar verwachting ook bijdragen tot het verbeteren van de innovatiecapaciteit van de Poolse economie, het verhogen van de positie ervan in de waardeketen en het versnellen van de groene en de digitale transitie door ondersteuning te bieden voor meer automatisering, de ontwikkeling en verspreiding van milieutechnologieën en nauwere samenwerking tussen wetenschap en industrie.
(15)De maatregelen vormen ook een antwoord op de gevolgen en risico’s van de COVID-19-pandemie op het gebied van de gezondheidszorg en de reeds bestaande uitdagingen waarmee het Poolse gezondheidszorgstelsel wordt geconfronteerd; zij omvatten met name een hervorming van de openbare ziekenhuizen die moet zorgen voor betere toegankelijkheid, doeltreffendheid en efficiëntie van de gezondheidszorg en langdurige zorg, de ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten en steun voor de farmaceutische sector en voor gespecialiseerd medisch wetenschappelijk onderzoek en gespecialiseerde medische wetenschappelijke analyse. Dit zal mogelijk de veerkracht van het gezondheidsstelsel versterken, met name in het licht van de lessen die uit de pandemie zijn getrokken en het belang van toegang tot de levering van geneesmiddelen.
(16)Het herstel- en veerkrachtplan bevat een evenwichtig antwoord op de aanbevelingen om de digitale vaardigheden te verbeteren en de digitale transformatie van bedrijven, het openbaar bestuur, scholen en het beroepsonderwijs te bevorderen. Het bevordert digitale vaardigheden voor verschillende bevolkingsgroepen en beoogt een bestuurskader voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden in Polen tot stand te brengen. Wat de digitale transformatie van het openbaar bestuur betreft, wordt verwacht dat een reeks projecten en wetswijzigingen de digitalisering van administratieve processen zal bevorderen, hetgeen dan weer naar verwachting de digitalisering van bedrijven zal stimuleren. Forse investeringen in een betere integratie van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in scholen zijn bedoeld om het onderwijs en het leerproces te verbeteren en de veerkracht en digitale inclusie in het onderwijs te ondersteunen. Daarnaast draagt het plan bij tot de aanpak van belangrijke uitdagingen om vaardigheden relevanter te maken voor de arbeidsmarkt en het volwassenenonderwijs uit te breiden aan de hand van gerichte maatregelen, met name via de oprichting van sectorale kenniscentra, in nauwe samenwerking met de economische sectoren en in combinatie met hervormingen om deze in het onderwijs- en opleidingsstelsel te integreren. Bij deze inspanningen komt de nadruk te liggen op digitale en groene vaardigheden, waardoor ze naar verwachting zullen bijdragen tot een betere afstemming van onderwijs en opleiding op de behoeften van de moderne economie.
(17)Het herstel- en veerkrachtplan omvat acties die beogen de vraagstukken op het gebied van duurzaamheid van het vervoer aan te pakken met specifieke maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid, de decarbonisatie van het wegvervoer, onder meer via de bevordering van elektromobiliteit en door waterstof aangedreven vervoersmiddelen, duurzame stedelijke mobiliteit, de modal shift naar spoorvervoer en intermodaal vervoer. Een hervorming van de verkeersveiligheid en de daarmee verband houdende investeringen hebben tot doel de handhaving te bevorderen van de maatregelen die erop gericht zijn de veiligheidsvoorschriften te doen eerbiedigen en kwetsbare personen te beschermen; daarmee wordt ook vooruitgang geboekt wat betreft de verwezenlijking van de doelstelling van Polen om tegen 2030 het aantal doden en ernstig gewonden door verkeersongevallen te halveren 2 . De decarbonisatie van het wegvervoer zal naar verwachting worden bevorderd aan de hand van stimulansen voor emissievrije voertuigen en fiscale of financiële maatregelen overeenkomstig het beginsel dat de vervuiler betaalt, en via investeringen in schoon openbaar vervoer met de nadruk op duurzame stedelijke mobiliteit. De hervormingen en investeringen in de spoorwegen zijn in de eerste plaats bedoeld voor TEN-T-trajecten en emissievrij rollend materieel dat is uitgerust met het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer (ERTMS), alsook voor de bevordering van een geïntegreerd elektronisch vervoersbewijs.
(18)Het herstel- en veerkrachtplan omvat ook maatregelen die erop gericht zijn de vraagstukken in verband met de toereikendheid van pensioenuitkeringen, de houdbaarheid van het pensioenstelsel en arbeidsmarktparticipatie en -segmentatie aan te pakken. Daartoe wordt beoogd de kwaliteit en beschikbaarheid van de kinderopvang te verbeteren en wordt voorzien in een herziening en vervolgens hervorming ter verbetering van het beleid voor langdurige zorg, fiscale prikkels om loopbanen te verlengen en de effectieve pensioenleeftijd te verhogen, alsook een hervorming om de sociale bescherming in het kader van verschillende arbeidsovereenkomsten te verbeteren.
(19)Tot slot zal het herstel- en veerkrachtplan naar verwachting bijdragen tot het aanpakken van uitdagingen in verband met het investeringsklimaat, met name wat betreft het Poolse rechtsstelsel en de besluitvormings- en wetgevingsprocessen. De hervormingen beogen het wetgevingsproces te verbeteren, voornamelijk door bij de ontwikkeling van wetgeving vaker gebruik te maken van openbare raadplegingen en effectbeoordelingen om belanghebbenden en deskundigen structureler bij het wetgevingsproces te betrekken. Voorts beoogt het herstel- en veerkrachtplan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtbanken te versterken en de situatie te verhelpen van rechters op wie de beslissingen van de tuchtkamer van het Poolse Hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende rechterlijke immuniteit betrekking hebben. Het is de bedoeling dat zij door deze procedures, die onverwijld moeten worden uitgevoerd, in hun ambt kunnen worden hersteld in geval van positieve toetsing door de nieuwe kamer.
Bijdrage aan het groeipotentieel, de jobcreatie en de economische, sociale en institutionele veerkracht
(20)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt c), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.3 van bijlage V daarbij zal het herstel- en veerkrachtplan naar verwachting een grote impact (score A) hebben op de versterking van het groeipotentieel en de economische, sociale en institutionele veerkracht van Polen, het stimuleren van jobcreatie, waarmee wordt bijgedragen aan de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, onder meer door beleid inzake kinderen en jongeren te bevorderen, en op de verzachting van de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-crisis, waarmee ook de economische, sociale en territoriale cohesie en de convergentie binnen de Unie wordt bevorderd.
(21)Uit simulaties van de diensten van de Commissie blijkt dat het herstel- en veerkrachtplan, samen met de overige maatregelen van het herstelinstrument voor de Europese Unie, het bbp van Polen tegen 2026 met 1,1 % tot 1,8 % kan verhogen. Daarbij is geen rekening houden met de mogelijke positieve effecten van structurele hervormingen, die aanzienlijk kunnen zijn. Overheidsinvesteringen zullen naar verwachting de totale vraag op korte tot middellange termijn stimuleren, de conjuncturele situatie van de Poolse economie verbeteren en zo bijdragen tot een snel herstel. De focus van investeringen op projecten op het gebied van digitalisering, duurzame infrastructuur en hernieuwbare energie is in dit opzicht bijzonder nuttig, omdat zij de groene en de digitale transitie en de duurzaamheid van de economie op lange termijn ondersteunen.
(22)Op middellange tot lange termijn kan worden verwacht dat overheidsinvesteringen in combinatie met de geplande hervormingen de huidige uitdagingen op het gebied van potentiële groei helpen aanpakken en de innovatiecapaciteit van de economie helpen ontwikkelen. Dit zal de Poolse bedrijven naar verwachting helpen om hogerop te komen in de waardeketens. Daarom wordt verwacht dat de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan de kwaliteit van de potentiële output zal verhogen en een blijvend effect zal hebben op de economische prestaties van Polen. Dit langetermijneffect is grotendeels terug te voeren op maatregelen ter verbetering van het concurrentievermogen van de Poolse economie, ter bevordering van de ontwikkeling en verspreiding van innovatie, ter verbetering van de kwaliteit van de regelgeving en ter ondersteuning van ondernemingen, met name kmo’s.
(23)Het herstel- en veerkrachtplan omvat maatregelen die in de eerste plaats bedoeld zijn om de kwaliteit en toereikendheid van de werking van de arbeidsmarktinstellingen te verbeteren, oudere werknemers of mensen uit kansarme groepen te bereiken en te activeren aan de hand van bij- en omscholingsprogramma’s, flexibele vormen van werk te bevorderen en de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen te helpen verbeteren door middel van flexibelere vormen van werk, waaronder werk op afstand, en de toegang tot en de kwaliteit van onderwijs en opvang voor jonge kinderen te helpen verbeteren. Het plan voorziet daarnaast in stimulansen om mensen actief te houden op de arbeidsmarkt nadat zij de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Deze acties zijn in overeenstemming met de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten ter ondersteuning van inclusieve groei. Er zullen naar verwachting inspanningen worden geleverd om de relevantie van onderwijs en opleiding voor de arbeidsmarkt te verbeteren aan de hand van maatregelen ter bevordering van de ontwikkeling van menselijk kapitaal en een betere afstemming van vaardigheden en kwalificaties op de behoeften van de arbeidsmarkt, onder meer in de context van nieuwe technologieën. Het digitaliseringsbeleid voor het onderwijs zal er naar verwachting toe bijdragen dat kinderen en jongeren worden uitgerust voor de informatiemaatschappij. Specifieke maatregelen betreffen de versterking van beroepsonderwijs en -opleiding, een leven lang leren, de ondersteuning van scholen bij de voorbereiding op de digitale en de groene transitie en de coördinatie van het regionale onderwijs- en opleidingsbeleid om ervoor te zorgen dat alle delen van het land zich aanpassen aan de behoeften van de moderne arbeidsmarkt.
(24)Het herstel- en veerkrachtplan bevat verschillende maatregelen om bij te dragen aan de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten aan de hand van beleid dat gericht is op kinderen en jongeren. Naar verwachting zal de toegang tot hoogwaardige kinderopvang voor kinderen jonger dan drie jaar via hervormingen en investeringen worden verbeterd en zal de ontwikkeling van beroepsonderwijs en -opleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren worden bevorderd met de oprichting van sectorale centra voor vaardigheden en een betere coördinatie van het beleid inzake vaardigheden. Daarnaast ligt de nadruk in het herstel- en veerkrachtplan op de modernisering van de scholen, onder meer via de instelling van laboratoria voor wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM), waardoor zij zich naar verwachting voortdurend zullen kunnen aanpassen aan de huidige leeruitdagingen, met name op het gebied van digitalisering.
(25)Maatregelen ter bevordering van de groene en de digitale transitie zullen de Poolse economie naar verwachting innovatiever en duurzamer maken en de sociale veerkracht bevorderen door de kloof tussen stedelijke en plattelandsgebieden te dichten. Er wordt met name verwacht dat investeringen in de ontwikkeling van netwerkinfrastructuur lacunes (“witte vlekken”) wat betreft de toegang tot breedband en de ontwikkeling van 5G-technologie in plattelandsgebieden zullen opvullen. Van investeringen in duurzaam stadsvervoer wordt verwacht dat zij de groene transitie van steden zullen versnellen met de uitvoering van duurzame stedelijke mobiliteitsplannen en de ontwikkeling van emissievrij openbaar vervoer in steden en op regionaal niveau. Investeringen in emissiearm en emissievrij rollend materieel voor busverbindingen in gebieden met weinig vervoersmogelijkheden zullen naar verwachting bijdragen tot de verbinding van afgelegen regio’s met centra van economische activiteit.
Geen ernstige afbreuk doen
(26)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.4 van bijlage V daarbij zal het herstel- en veerkrachtplan naar verwachting waarborgen dat geen enkele erin opgenomen maatregel (score A) voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 3 van het Europees Parlement en de Raad (het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”).
(27)Polen heeft de maatregelen van het herstel- en veerkrachtplan getoetst overeenkomstig de methode die is uiteengezet in de technische richtsnoeren over de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht (2021/C 58/01) 4 . Naar verwachting zullen de mogelijke schadelijke milieu-effecten van alle relevante maatregelen worden aangepakt als onderdeel van relevante mijlpalen en streefdoelen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat wordt voldaan aan de toepasselijke milieucriteria. Investeringen in gasgestookte warmtekrachtcentrales en de vervanging van warmtebronnen zullen naar verwachting voldoen aan de in de technische richtsnoeren van de Commissie vastgestelde drempels. Investeringen in waterstoftechnologieën zullen naar verwachting voldoen aan de drempel voor broeikasgassen die is vastgesteld in de gedelegeerde verordening van de Commissie bij Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad 5 . Naar verwachting zal in het kader van bredere renovatieprogramma’s de installatie van gasgestookte verwarmingsketels worden ondersteund. Rollend materieel voor weg- en spoorvervoer zal naar verwachting worden onderworpen aan strenge eisen inzake brandstofefficiëntie. Die vereisten zijn weerspiegeld in de mijlpalen en streefdoelen voor de respectieve maatregelen.
(28)Er is bijzondere aandacht besteed aan maatregelen waarvan het effect op de milieudoelstellingen een grondig onderzoek rechtvaardigt. Voor maatregelen waarbij steun wordt verleend voor maatregelen inzake waterbeheer in plattelandsgebieden, zal Polen naar verwachting klimaatbestendige en op de natuur gebaseerde oplossingen stimuleren. De verwachting is dat Polen er daarnaast voor zal zorgen dat geen ernstige schade aan het milieu wordt toegebracht door investeringen waarvan de impact op de toestand van waterlichamen aanzienlijk is of die negatieve gevolgen hebben voor de natuur, van de steun uit te sluiten. Dit dient met name ter voorkoming van eventuele ernstige gevolgen voor de betrokken waterlichamen die de doelstelling van het bereiken van een goede toestand in gevaar zouden brengen of zouden vertragen. Zo moet tevens worden verzekerd dat beschermde habitats en soorten geen negatieve gevolgen ondervinden van de maatregelen.
Bijdrage aan de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit
(29)In overeenstemming met artikel 19, lid 3, punt e), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.5 van bijlage V daarbij bevat het herstel- en veerkrachtplan maatregelen die in hoge mate (score A) bijdragen tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, of de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen zijn goed voor 42,7 % van de totale toewijzing van het plan, berekend volgens de in bijlage VI bij die verordening beschreven methode. In overeenstemming met artikel 17 van die verordening is het herstel- en veerkrachtplan consistent met de in het nationaal energie- en klimaatplan 2021-2030 vervatte informatie.
(30)Verwacht wordt dat hervormingen en investeringen in hernieuwbare energiebronnen, die er met name op gericht zijn de capaciteit van onshore-windenergie en fotovoltaïsche energie aanzienlijk te vergroten, regelgevingsbelemmeringen voor de ontwikkeling van nieuwe onshore-windcapaciteit weg te nemen en offshore-windcapaciteit, waterstoftechnologieën en alternatieve brandstoffen te ontwikkelen, Polen zullen helpen zijn klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 te verwezenlijken met het oog op de langetermijntransitie naar een klimaatneutrale economie. De energie-efficiëntiemaatregelen in het plan, waaronder een ambitieus programma voor de renovatie van gebouwen, in combinatie met de geleidelijke afschaffing van overheidssteun voor individuele kolenkachels, en een regeling voor het koolstofarm maken van de industrie, zullen Polen naar verwachting ook aanzienlijk helpen zijn klimaat- en energiedoelstellingen te halen. Verwacht wordt dat een breed pakket hervormingen en investeringen in vervoer elektromobiliteit, schoon openbaar personenvervoer, de modal shift naar emissieloze spoorwegen, intermodaal goederenvervoer en de verkeersveiligheid zal ondersteunen.
(31)Naar verwachting zullen hervormingen en investeringen in verband met duurzaam waterbeheer in plattelandsgebieden Polen helpen de uitdagingen aan te pakken waarmee het land wordt geconfronteerd op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering, geringe waterretentie en watertekorten, waaronder drinkwatertekorten. Zij zullen naar verwachting de biodiversiteit ten goede komen en het vermogen van plattelandsgebieden om zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering, met name droogte, helpen verbeteren. De maatregelen voor klimaatmitigatie kunnen ook gunstig zijn voor het behoud van de biodiversiteit, aangezien zij naar verwachting gestoeld zullen zijn op oplossingen die herstel van de biodiversiteit beogen.
Bijdrage aan de digitale transitie
(32)In overeenstemming met artikel 19, lid 3, punt f), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.6 van bijlage V daarbij bevat het herstel- en veerkrachtplan maatregelen die in hoge mate (score A) bijdragen tot de digitale transitie of de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de doelstellingen inzake digitalisering zijn goed voor 21,3 % van de totale toewijzing van het plan, berekend volgens de in bijlage VII bij die verordening beschreven methode.
(33)De hervormingen en investeringen in het openbaar bestuur, de economie en de samenleving waarin het herstel- een veerkrachtplan voorziet, zullen naar verwachting bijdragen tot de digitale transformatie van het land. Het gaat onder meer om het verbeteren van de connectiviteit, het actualiseren van de wetgeving inzake en de infrastructuur van overheidssystemen, het invoeren van gestructureerde elektronische facturen en het aanzienlijk verbeteren van de systemen voor cyberbeveiliging bij de overheid en in cruciale economische sectoren. Verwacht wordt dat de digitale transformatie van het openbaar bestuur de particuliere sector zal stimuleren de digitale transformatie van bedrijven aan te stuwen.
(34)Naar verwachting zullen de hervormingen en investeringen op het gebied van algemeen en beroepsonderwijs en algemene en beroepsopleiding, vaardigheden en een leven lang leren de ontwikkeling van vaardigheden bevorderen die relevant zijn voor de arbeidsmarkt en de digitale en de groene transitie vergemakkelijken, en tegelijkertijd de digitale kloof verkleinen door te zorgen voor gelijkere toegang tot digitale infrastructuur, uitrusting en vaardigheden op scholen en onder de bevolking. Zij zullen waarschijnlijk ook bijdragen tot een bredere digitalisering van het onderwijsstelsel en tot de ontwikkeling van de digitale vaardigheden van leerkrachten, ambtenaren, burgers met onvoldoende digitale geletterdheid en kansarme groepen of mensen die met sociale uitsluiting worden bedreigd.
Blijvende effecten
(35)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt g), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.7 van bijlage V daarbij zal het herstel- en veerkrachtplan naar verwachting in hoge mate (score A) een blijvend effect sorteren voor Polen.
(36)Het herstel- en veerkrachtplan van Polen zal naar verwachting een blijvend effect hebben op een groot aantal beleidsterreinen, het openbaar bestuur en de instellingen. Naar verwachting zal de kwaliteit van het openbaar bestuur blijvend effect ondervinden van met name een ambitieuze hervorming om de administratieve en regelgevingslasten te verminderen, een hervorming van de ruimtelijke ordening en hervormingen om de kwaliteit van het wetgevingsproces te verbeteren door een grotere rol toe te kennen aan effectbeoordelingen en ervoor te zorgen dat belanghebbenden beter bij het beleids- en wetgevingsproces worden betrokken. Voorts wordt verwacht dat hervormingen die gericht zijn op de totstandbrenging van een regelgevingskader voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, met name windmolenparken op land en op zee, blijvende effecten zullen hebben voor het koolstofvrij maken van de Poolse economie. Hervormingen op het gebied van de gezondheidszorg zullen naar verwachting de doeltreffendheid en efficiëntie van het gezondheidszorgstelsel ten goede komen en de gezondheidsdiensten toegankelijker maken. Naar verwachting zullen hervormingen van de arbeidsmarkt de arbeidsmarktparticipatie bevorderen, de sociale bescherming verbeteren en segmentering tegengaan. Hervormingen ter verbetering van de coördinatie op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren zullen blijvende effecten hebben vanwege de relevantie van vaardigheden voor de arbeidsmarkt en de mogelijkheden die werknemers worden geboden om zich aan te passen aan veranderingen in de loopbaan.
(37)Verschillende investeringen zullen het effect van de hervormingen in het herstel- en veerkrachtplan van Polen ondersteunen en versterken. Aanzienlijke investeringen in hernieuwbare energie, met name offshore-windmolenparken en de bijbehorende infrastructuur, en in duurzaam vervoer (zoals investeringen in emissievrije mobiliteit, duurzame stedelijke mobiliteit en spoorwegen om de modal shift te bevorderen) zullen naar verwachting bijdragen tot het koolstofvrij maken van de Poolse economie. Investeringen in grootschalige thermische modernisering en op het gebied van renovatie zullen naar verwachting de luchtkwaliteit helpen verbeteren en energiearmoede terugdringen, bijdragen tot een rechtvaardige transitie en de levensstandaard ten goede komen. Het verbeteren van de toegang tot breedbandinternet in plattelandsgebieden en investeringen in cyberbeveiliging en digitale vaardigheden zullen de digitale transformatie naar verwachting vooruithelpen. Een ambitieus antismogprogramma en investeringen in duurzaam vervoer zullen naar verwachting een betere luchtkwaliteit mogelijk maken, met blijvende effecten wat betreft het verminderen van de uitstoot en het verbeteren van de levenskwaliteit. Hervormingen van de gezondheidszorg worden geschraagd door investeringen in ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Investeringen in sectorale centra voor vaardigheden kunnen een blijvend effect hebben op de relevantie van het aanbod van vaardigheden voor de arbeidsmarkt. Het blijvende effect van het herstel- en veerkrachtplan kan ook worden vergroot via synergieën tussen het herstel- en veerkrachtplan en andere programma’s, waaronder die welke uit de cohesiefondsen worden gefinancierd, met name door territoriale uitdagingen grondig aan te pakken en een evenwichtige ontwikkeling te stimuleren.
Monitoring en uitvoering
(38)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.8 van bijlage V daarbij zijn de in het herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen passend om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.
(39)Het plan bevat mijlpalen en streefdoelen in verband met hervormingen en investeringen die betrekking hebben op het verzoek om niet-terugbetaalbare steun, en in verband met de aanvullende hervormingen en investeringen die betrekking hebben op het verzoek om leningen. De mijlpalen en streefdoelen zijn duidelijk en realistisch, en de voorgestelde indicatoren zijn relevant, aanvaardbaar en robuust. De mijlpalen en streefdoelen zijn ook relevant voor reeds voltooide maatregelen die in aanmerking komen uit hoofde van artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241. Om een betalingsverzoek te kunnen rechtvaardigen, moeten deze mijlpalen en streefdoelen in de loop van de tijd op bevredigende wijze worden bereikt. Polen beschikt over een uitgebreid uitvoeringssysteem. Het ministerie van Fondsen en Regionaal Beleid is als centrale coördinerende instantie voor het herstel- en veerkrachtplan en de uitvoering ervan verantwoordelijk voor de algemene coördinatie, monitoring en verslaglegging en is het centrale aanspreekpunt voor de Commissie. Deze instantie is ook verantwoordelijk voor het opstellen van de betalingsverzoeken, de beheersverklaringen en de samenvatting van de audits. De audits zullen worden uitgevoerd door de nationale belastingdienst, en met name het departement voor de controle van overheidsmiddelen van het ministerie van Financiën en 16 regionale kantoren van de belastingdienst in het land. Voor de uitvoering van de hervormingen en investeringen in het kader van het herstel- en veerkrachtplan zullen afzonderlijke ministeries, centrale overheidsinstanties en andere door de bevoegde ministeries gemachtigde entiteiten verantwoordelijk zijn. Polen zal gebruikmaken van een opslagsysteem voor de monitoring en controle van het herstel- en veerkrachtplan en voor het verzamelen, opslaan en waarborgen van de toegang tot gegevens overeenkomstig artikel 22, lid 2, punt d), van Verordening (EU) 2021/241.
(40)De lidstaten moeten ervoor zorgen dat wordt meegedeeld en erkend dat sprake is van financiële steun in het kader van de faciliteit, overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2021/241. Uit hoofde van het bij Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad 6 vastgestelde instrument voor technische ondersteuning kunnen de lidstaten om technische ondersteuning bij de uitvoering van hun herstel- en veerkrachtplannen verzoeken.
Kostenberekening
(41)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt i), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.9 van bijlage V daarbij is de in het herstel- en veerkrachtplan verstrekte motivering voor het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan in redelijke mate (score B) redelijk en aannemelijk, strookt het met het kostenefficiëntiebeginsel en staan de kosten in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.
(42)Polen heeft kostenramingen verstrekt voor alle soorten maatregelen van het herstel- en veerkrachtplan die kosten met zich meebrengen. Over het geheel genomen zijn de methodologie en de aannames die zijn opgesteld om tot de kostenramingen te komen, duidelijk en begrijpelijk en zeer vaak gebaseerd op eerdere projecten die uit de fondsen van het cohesiebeleid zijn gefinancierd. In sommige gevallen zijn de nadere gegevens over de methodologie en de aannames die zijn opgesteld met het oog op de kostenramingen, beperkt, hetgeen een volledig positieve beoordeling van de kostenramingen in de weg staat. Daarnaast heeft Polen voor de meeste soorten interventies gedetailleerde ondersteunende documenten verstrekt ter onderbouwing van de motivering en de kostenramingen. Polen heeft voldoende informatie en zekerheid verstrekt om te waarborgen dat de kosten van het herstel- en veerkrachtplan niet door andere Uniefinanciering worden gedekt. Tot slot zijn de geraamde totale kosten van het ingediende herstel- en veerkrachtplan in overeenstemming met het kostenefficiëntiebeginsel en staan ze in verhouding tot het verwachte nationale economische en sociale effect.
Bescherming van de financiële belangen van de Unie
(43)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.10 van bijlage V daarbij zijn de in het herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen en de in dit besluit vermelde aanvullende maatregelen passend (score A) om corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen die op grond van deze verordening zijn verstrekt, te voorkomen, op te sporen en recht te zetten, en wordt verwacht dat de regelingen daadwerkelijk dubbele financiering in het kader van de verordening en andere Unieprogramma’s voorkomen. Dit laat de toepassing onverlet van andere instrumenten om de naleving van het Unierecht te bevorderen en te handhaven, onder meer voor het voorkomen, opsporen en verhelpen van corruptie, fraude en belangenconflicten, en het beschermen van de begroting van de Unie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad 7 .
(44)Overeenkomstig artikel 20, lid 5, punt e), van Verordening (EU) 2021/241 moeten mijlpalen in verband met de bescherming van de financiële belangen van de Unie worden vastgesteld om de naleving van artikel 22 van die verordening te waarborgen. Door die mijlpalen op bevredigende wijze te bereiken, zal de adequaatheid van het internecontrolesysteem naar verwachting kunnen worden gegarandeerd, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j, van Verordening (EU) 2021/241. Rekening houdend met het feit dat effectieve rechtsbescherming een eerste vereiste is voor de werking van een internecontrolesysteem, zijn mijlpalen vastgesteld voor een hervorming ter versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtbanken, voor een hervorming om de situatie te verhelpen van rechters op wie de beslissingen van de tuchtkamer van het Poolse Hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende rechterlijke immuniteit betrekking hebben, zodat zij door deze procedures (die onverwijld moeten worden uitgevoerd) in geval van positieve toetsing door de nieuwe kamer in hun ambt kunnen worden hersteld, alsmede voor een hervorming met het oog op effectieve audit en controle van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Rekening houdend met het feit dat die mijlpalen ook op basis van artikel 20, lid 5, punt e), van Verordening (EU) 2021/241 moeten worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de financiële belangen van de Unie worden beschermd en een adequaat controlesysteem wordt vastgesteld voordat door de Commissie opdracht wordt gegeven voor betalingen uit hoofde van de faciliteit, moet Polen die mijlpalen bereikt hebben voordat het eerste betalingsverzoek wordt ingediend en mag geen enkele betaling uit hoofde van de faciliteit worden verricht voordat deze zijn bereikt. Dit vereiste laat de verplichting voor Polen onverlet om te allen tijde zijn verplichtingen uit hoofde van het Unierecht na te komen, en met name artikel 19, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (het “VEU”), zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat een essentieel onderdeel vormt van het EU-acquis.
(45)Ter versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke instanties en rechters die bij de wet zijn ingesteld, overeenkomstig artikel 19 VEU, moeten alle tuchtzaken die betrekking hebben op rechters, worden overgedragen van de tuchtkamer van het Poolse Hooggerechtshof, waar ze zich momenteel bevinden, naar een andere kamer van dezelfde rechterlijke instantie die voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en instelling bij de wet, zoals neergelegd in artikel 19, lid 1, VEU. Dit betekent onder meer dat er een aanzienlijk verschil moet zijn tussen de samenstelling van deze nieuwe kamer en die van de tuchtkamer.
(46)Om te garanderen dat de rechterlijke instanties en rechters onpartijdig, onafhankelijk en bij de wet ingesteld zijn, overeenkomstig artikel 19 VEU, moet elke rechter, op verzoek van een partij bij de zaak of op eigen initiatief, de mogelijkheid hebben om de procedure in te leiden tot toetsing van de vraag of een rechterlijke instantie voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en “instelling bij wet”; verwacht wordt dat deze toetsing niet als een tuchtrechtelijk vergrijp wordt aangemerkt. Dit houdt in dat, wanneer een dergelijke kwestie in een concrete zaak aan de orde wordt gesteld, een rechter niet aan een tuchtprocedure mag worden onderworpen en dat zijn immuniteit niet mag worden opgeheven omdat hij heeft beoordeeld of aan deze vereisten is voldaan, onder meer door de omstandigheden in overweging te nemen waarin de benoeming van een andere rechter heeft plaatsgevonden. Verwacht wordt dat geen bepalingen van nationaal recht dit beginsel zullen ondermijnen.
(47)Om dezelfde reden moet de discretionaire aanwijzing van bevoegde tuchtgerechten voor zaken die betrekking hebben op rechters, op basis van objectieve criteria worden afgebakend.
(48)De beoordeling van de hervorming van de rechterlijke macht is uitsluitend gebaseerd op de beschrijving van de maatregel in het plan en gaat niet uit van wetgevingsvoorstellen die in Polen aan wetgevingsprocedures onderworpen zijn. Daarom moet de vraag of de mijlpalen van dit besluit op bevredigende wijze zijn bereikt, worden beoordeeld op basis van de wetgeving die van kracht is op het moment van de indiening van het eerste betalingsverzoek.
(49)Dit besluit, waarbij de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan door de Commissie wordt goedgekeurd, met name wat betreft de bijbehorende mijlpalen voor de hervorming van de rechterlijke macht, doet geen afbreuk aan lopende en toekomstige inbreukprocedures en, meer in het algemeen, aan de verplichting van Polen om het Unierecht en met name de uitspraken van het Hof van Justitie na te leven.
(50)Polen heeft aangegeven dat het informatiesysteem voor de Europese structuur- en investeringsfondsen ook zal worden gebruikt in het kader van het herstel- en veerkrachtplan. Een specifieke mijlpaal moet garanderen dat op het moment van het eerste betalingsverzoek het informatiesysteem voor toezicht op de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan is ingevoerd en in dienst is genomen. Overeenkomstig artikel 20, lid 5, punt e), van Verordening (EU) 2021/241 moet Polen deze maatregel uitvoeren om te voldoen aan artikel 22 van die verordening en moet het de implementatiestatus ervan bevestigen bij het eerste betalingsverzoek, aan de hand van een specifiek auditverslag. Het systeem moet ten minste over de volgende functies beschikken: a) data kunnen verzamelen en het bereiken van mijlpalen en streefdoelen kunnen monitoren, en b) de gegevens verzamelen, opslaan en toegankelijk maken die vereist zijn volgens artikel 22, lid 2, punt d), i), ii) en iii), van Verordening (EU) 2021/241, uit hoofde van artikel 22, lid 2, punt e), daarvan. Bovendien moet het systeem alle gegevens leveren die nodig zijn voor gebruik van het risicoscore- en datamininginstrument Arachne door de Poolse autoriteiten die bevoegd zijn voor de audits en controles van het herstel- en veerkrachtplan.
(51)De uitvoeringsregeling voor het herstel- en veerkrachtplan in Polen is op passende manier beschreven. Het is coherent opgesteld en gebaseerd op robuuste processen en structuren zodat de rollen en verantwoordelijkheden van de actoren voor controle en audit duidelijk zijn, de relevante controlefuncties op passende wijze gescheiden zijn en de onafhankelijkheid van de actoren die audits uitvoeren, gewaarborgd is. De centrale coördinerende instantie voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan moet het ministerie van Fondsen en Regionaal Beleid zijn. Voor de uitvoering van hervormingen en investeringen in het kader van het herstel- en veerkrachtplan zullen afzonderlijke ministeries, centrale overheidsinstanties en andere door de bevoegde ministeries gemachtigde entiteiten verantwoordelijk zijn, en audits zullen door de nationale auditinstantie moeten worden uitgevoerd. Beheersverificaties worden verricht door de instantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van elke maatregel.
(52)Er moeten specifieke maatregelen worden genomen ter controle van de naleving van de regels inzake overheidsopdrachten en om de financiële belangen van de Unie te beschermen. De nationale belastingdienst moet op jaarlijkse basis audits uitvoeren. De frequentie waarmee de audits moeten worden uitgevoerd, hangt echter samen met de frequentie waarmee betalingsverzoeken worden ingediend, overeenkomstig de auditstrategie. De audits moeten betrekking hebben op de regeling die is ingesteld met het oog op verslaglegging over de mijlpalen en streefdoelen, het informatiesysteem voor de monitoring van de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en voor audits over concrete acties, met inbegrip van de voorwaarden voor gezond financieel beheer.
Coherentie van het herstel- en veerkrachtplan
(53)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt k), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.11 van bijlage V daarbij bevat het herstel- en veerkrachtplan in hoge mate (score A) maatregelen voor de uitvoering van hervormingen en publieke investeringsprojecten die coherente acties vormen.
(54)Er is voor gezorgd dat de hervormingen en investeringen verband houden met de in het herstel- en veerkrachtplan vervatte prioritaire gebieden, en uitgaande daarvan zijn zij opgenomen in zes onderdelen van het herstel- en veerkrachtplan die elkaar aanvullen. De overkoepelende doelstelling van het herstel- en veerkrachtplan is de productiviteit van de Poolse economie te verbeteren aan de hand van meer investeringen, een verbeterd ondernemingsklimaat, de digitale transformatie, de energietransitie en schone slimme mobiliteit, een verhoging van het arbeidsaanbod en het sociaal kapitaal op basis van de kwaliteit van onderwijs en vaardigheden. Het plan biedt een omvattend antwoord om de gevolgen van de COVID-19-crisis het hoofd te bieden en een aantal structurele zwakke punten van de Poolse economie aan te pakken. Met name op het gebied van de productie van schone energie, duurzaam vervoer en digitalisering zijn bij de hervormingen en investeringen talrijke synergieën en een hoge mate van complementariteit vastgesteld, onder meer bij de hervormingen ter ondersteuning van de ontwikkeling van windparken op land en zee en de ontwikkeling van koolstofarme waterstoftechnologieën en ter bevordering van duurzame stedelijke mobiliteit en veiligheid op de weg. Hetzelfde geldt in zekere zin voor de hervormingen en de investeringen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs, die de arbeidsmarktparticipatie naar verwachting zullen doen toenemen en de onderwijs- en opleidingsstelsels zullen moderniseren. Bepaalde hervormingen zullen naar verwachting horizontale effecten sorteren voor de kwaliteit en effectiviteit van de wetgeving op alle gebieden, zoals hervormingen van het wetgevingsproces. De complementariteiten met steun uit hoofde van de fondsen voor het cohesiebeleid zijn weergegeven in de componenten van het herstel- en veerkrachtplan en zijn samengevat op het niveau van het plan.
Gelijkheid
(55)Het herstel- en veerkrachtplan van Polen beschrijft de gevolgen van de COVID-19-crisis en de uitdagingen in verband met gendergelijkheid en gelijke kansen voor iedereen, met name in het kader van behoeften op de arbeidsmarkt. Het herstel- en veerkrachtplan bevat specifieke maatregelen om deze uitdagingen aan te pakken, zoals maatregelen die tot doel hebben de kwaliteit en beschikbaarheid van kinderopvang te verbeteren zodat vrouwen gemakkelijker kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt. Polen merkt op dat verschillende projecten vooraf zijn doorgelicht op basis van gelijkheidscriteria en dat bepaalde projecten die niet voldeden aan de toegankelijkheidscriteria voor personen met een handicap of die anderszins niet in overeenstemming waren met de gelijkheidsbeginselen, niet in het herstel- en veerkrachtplan zijn opgenomen. Polen merkt tevens op dat naar verwachting zal worden gewaarborgd dat in elke fase van het beheer en de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan rekening wordt gehouden met de beginselen van gendergelijkheid en gelijke kansen voor iedereen. Tot slot zal het toezichtcomité dat belast is met het toezicht op de doeltreffende uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met name vertegenwoordigers omvatten van instanties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen en de grondrechten en non-discriminatie bevorderen.
Zelfbeoordeling van de beveiliging
(56)Polen heeft geen zelfbeoordeling van de beveiliging, overeenkomstig artikel 18, lid 4, punt g), van Verordening (EU) 2021/241, uitgevoerd omdat het dat niet passend vond.
Grensoverschrijdende of meerlandenprojecten
(57)Polen plant een grensoverschrijdend of meerlandenproject op te zetten op het gebied van digitalisering. Meer specifiek is Polen voornemens om in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang investeringen te bevorderen via het project cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie.
Raadplegingsproces
(58)Polen heeft voorafgaand aan de indiening van zijn herstel- en veerkrachtplan via verschillende platforms raadplegingen van belanghebbenden gehouden. De openbare raadpleging van het herstel- en veerkrachtplan is op 26 februari 2021 van start gegaan en liep tot en met 2 april 2021. In totaal zijn via een specifiek formulier daartoe op de website van de regering 5 275 bijdragen ingediend. Daarnaast zijn onder meer tijdens drie door de regering georganiseerde debatten en vijf door de sociale partners geleide openbare hoorzittingen opmerkingen gegeven. Het herstel- en veerkrachtplan is ook aan bod gekomen in de gezamenlijke commissie van de regering en de lokale regeringen (Komisja Wspólna Rządu i Samorządu Terytorialnego) en de raad voor sociaal overleg. Volgend op de raadplegingen zijn in alle componenten van het herstel- en veerkrachtplan elementen gewijzigd.
(59)Om te zorgen voor draagvlak bij de desbetreffende actoren is het van cruciaal belang dat alle betrokken lokale autoriteiten en belanghebbenden, waaronder de sociale partners, bij de uitvoering van de in het herstel- en veerkrachtplan opgenomen investeringen en hervormingen worden betrokken. Met een van de mijlpalen verbindt Polen zich ertoe een toezichtcomité op te richten dat tot taak zal hebben toezicht te houden op de uitvoering van de maatregelen uit hoofde van het herstel- en veerkrachtplan, en zal bestaan uit sociale partners en andere relevante belanghebbenden.
Positieve beoordeling
(60)Nu de Commissie het herstel- en veerkrachtplan van Polen positief heeft beoordeeld en concludeert dat het herstel- en veerkrachtplan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241, moeten, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van en bijlage V bij die verordening, in dit besluit de voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan noodzakelijke hervormings- en investeringsprojecten worden vastgelegd, alsmede de relevante mijlpalen, streefdoelen en indicatoren en het bedrag dat door de Unie ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun en steun via leningen.
Financiële bijdrage
(61)De geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan van Polen bedragen 160 967 579 300 PLN, wat op basis van de EUR/PLN-referentiekoers van de ECB op 3 mei 2021 overeenkomt met 35 363 500 000 EUR. Aangezien het herstel- en veerkrachtplan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241 en aangezien voorts het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan hoger is dan de maximale financiële bijdrage die voor Polen beschikbaar is, moet de aan het herstel- en veerkrachtplan van Polen toegewezen financiële bijdrage gelijk zijn aan het totale bedrag van de financiële bijdrage die beschikbaar is voor Polen.
(62)Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 moet de berekening van de maximale financiële bijdrage voor Polen uiterlijk 30 juni 2022 worden bijgewerkt. Daarom moet overeenkomstig artikel 23, lid 1, van die verordening een bedrag voor Polen dat de in artikel 11, lid 1, punt a), van die verordening bedoelde maximale financiële bijdrage niet overschrijdt, tegen 31 december 2022 voor een juridische verbintenis beschikbaar worden gesteld. Indien noodzakelijk moet de Raad na het bijwerken van de maximale financiële bijdrage op voorstel van de Commissie dit besluit wijzigen om onverwijld de bijgewerkte maximale financiële bijdrage, berekend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van die verordening, daarin op te nemen.
(63)Voorts heeft Polen steun via leningen aangevraagd om aanvullende hervormingen en investeringen te ondersteunen. Het maximale volume van de door Polen aangevraagde leningen bedraagt minder dan 6,8 % van zijn bruto nationaal inkomen in 2019 in lopende prijzen. Het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan is hoger dan het totaal van de voor Polen beschikbare financiële bijdrage en de aangevraagde steun via leningen.
(64)De te verlenen steun moet worden gefinancierd uit de middelen die de Commissie op grond van artikel 5 van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad namens de Unie heeft opgenomen 8 . De steun moet in termijnen worden uitbetaald zodra Polen de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die zijn vastgesteld in verband met de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt.
(65)Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot de toekenning van middelen van de Unie in het kader van andere programma’s dan de faciliteit of van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van dat Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan
De beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan van Polen op grond van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 wordt goedgekeurd. De hervormings- en investeringsprojecten in het kader van het herstel- en veerkrachtplan, de regelingen en het tijdschema voor de monitoring en de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de relevante mijlpalen en streefdoelen alsmede de aanvullende mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot de betaling van de lening, de relevante indicatoren voor het bereiken van de beoogde mijlpalen en streefdoelen, en de regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de relevante onderliggende gegevens worden vastgelegd in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Financiële bijdrage
1.De Unie stelt Polen een financiële bijdrage ter beschikking in de vorm van niet-terugbetaalbare steun ten bedrage van 23 851 681 924 EUR 9 . Een bedrag van 20 270 784 381 EUR wordt beschikbaar gesteld om uiterlijk 31 december 2022 in een juridische verbintenis te worden vastgelegd. Indien de in artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 bedoelde bijwerking voor Polen een bijgewerkte maximale financiële bijdrage oplevert die gelijk is aan of hoger is dan 23 851 681 924 EUR, wordt een verder bedrag van 3 580 897 543 EUR ter beschikking gesteld om van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 in een juridische verbintenis te worden vastgelegd. Indien de in artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 bedoelde bijwerking voor Polen een bijgewerkte maximale financiële bijdrage oplevert die lager is dan 23 851 681 924 EUR, wordt het verschil tussen de bijgewerkte maximale financiële bijdrage en het bedrag van 20 270 784 381 EUR ter beschikking gesteld om overeenkomstig de procedure van artikel 20, lid 8, van Verordening (EU) 2021/241 in een juridische verbintenis te worden vastgelegd voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
2.De financiële bijdrage van de Unie wordt door de Commissie aan Polen in termijnen beschikbaar gesteld in overeenstemming met de bijlage bij dit besluit. De termijnen mogen door de Commissie worden uitbetaald in een of meerdere tranches. De omvang van de tranches is afhankelijk van de beschikbaarheid van de middelen.
3.De vrijgave van de tranches in overeenstemming met de financieringsovereenkomst is afhankelijk van de beschikbare middelen en van een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) 2021/241 dat Polen de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die zijn vastgesteld in verband met de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Om in aanmerking te komen voor betaling, moet Polen de mijlpalen en streefdoelen uiterlijk op 31 augustus 2026 halen, onder voorbehoud van de inwerkingtreding van de in lid 1 bedoelde juridische verbintenissen.
Artikel 3
Steun via leningen
1.De Unie stelt Polen een lening van maximaal 11 506 500 000 EUR beschikbaar.
2.De steun via leningen wordt door de Commissie in termijnen aan Polen beschikbaar gesteld in overeenstemming met de bijlage bij dit besluit. De termijnen mogen door de Commissie worden uitbetaald in een of meerdere tranches. De omvang van de tranches is afhankelijk van de beschikbaarheid van de middelen.
3.De vrijgave van de tranches in overeenstemming met de leningsovereenkomst is afhankelijk van de beschikbare middelen en van een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) 2021/241 dat Polen de aanvullende mijlpalen en streefdoelen die door de lening worden gedekt en die zijn vastgesteld in verband met de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Om in aanmerking te komen voor betaling, moet Polen de aanvullende mijlpalen en streefdoelen uiterlijk op 31 augustus 2026 halen.
Artikel 4
Geadresseerde
Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17.
Conclusies van de Raad van 8 juni 2017 over verkeersveiligheid ter bekrachtiging van de verklaring van Valletta van maart 2017.
Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13).
Mededeling van de Commissie: Technische richtsnoeren over de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht (PB C 58 van 18.2.2021, blz.1).
Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1).
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 1.6.2022
COM(2022) 268 final
BIJLAGE
bij het
Voorstel voor een Uitvoeringsbesluit van de Raad
betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Polen
{SWD(2022) 161 final}
BIJLAGE
DEEL 1: HERVORMINGEN EN INVESTERINGEN IN HET KADER VAN HET HERSTEL- EN VEERKRACHTPLAN
1. Beschrijving van hervormingen en investeringen
A. ONDERDEEL A: „VEERKRACHT EN CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE ECONOMIE”
Dit onderdeel van het Poolse plan voor herstel en veerkracht draagt bij tot het aanpakken van verschillende uitdagingen in verband met de veerkracht en het concurrentievermogen van de Poolse economie. De eerste overkoepelende uitdaging houdt verband met het investeringsklimaat en het ondernemingsklimaat, die de afgelopen jaren zijn belemmerd door tekortkomingen in de regelgeving, omslachtige administratieve vereisten en procedures en frequente wijzigingen in belangrijke wetten. Ten tweede moet Polen zijn innovatiecapaciteit nog vergroten om zijn groeimodel te verbeteren van kostenconcurrentievermogen naar duurzaamheid en activiteiten met een hogere toegevoegde waarde. De totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling blijven laag met 1,4 % van het bbp tegenover 2,3 % in de EU in 2020. Hoewel de uitgaven van het bedrijfsleven aan onderzoek en ontwikkeling de afgelopen tien jaar meer dan verviervoudigd zijn, blijven zij onder het EU-gemiddelde. Ten derde vereisen de digitale transformatie en andere economische transities inspanningen om de arbeidsmarktrelevantie van vaardigheden en de modernisering van beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren. Ten vierde nemen vrouwen, ouderen, personen met een handicap en laaggeschoolden veel minder deel aan de arbeidsmarkt dan in veel andere EU-landen. Dit is het gevolg van verschillende factoren, waaronder een beperkte toegang tot kinderopvang en langdurige zorg, en een lage wettelijke en effectieve pensioenleeftijd. Bovendien wordt de flexibiliteit van de arbeidsmarkt beperkt door speciale pensioenregelingen en een gebrek aan flexibiliteit in werktijdregelingen. Ten slotte blijft het aandeel tijdelijke arbeidsovereenkomsten hoog, hoewel het voortdurend afneemt.
De belangrijkste doelstelling van de component is het stimuleren van investeringen, het verhogen van de productiviteit en het vergroten van het concurrentievermogen en de veerkracht van de Poolse economie. Daartoe is de component gericht op het volgende: de houdbaarheid en toereikendheid van het begrotingskader te versterken; de regelgevings- en administratieve lasten voor bedrijven en ondernemers verminderen; de digitale en groene transitie en de veerkracht van belangrijke sectoren van de economie, met inbegrip van de agrovoedingssector, ondersteunen; verbetering van het innovatie-ecosysteem; de arbeidsmarktrelevantie van vaardigheden te bevorderen en een leven lang leren te verbeteren; verhoging van de arbeidsmarktparticipatie en verhoging van de effectieve pensioenleeftijd; de toegang tot en de kwaliteit van kinderopvang voor kinderen jonger dan 3 jaar verbeteren en viii) de doeltreffendheid van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening vergroten.
De component is gericht op de volgende landspecifieke aanbevelingen voor Polen in het kader van het Europees semester in 2019 en 2020, met name: De landspecifieke aanbevelingen 3, 2019 en 4 en 2020 hadden betrekking op het verbeteren van het investeringsklimaat en het regelgevingsklimaat, met name door de rol van openbare raadplegingen in het wetgevingsproces te versterken. In het onderdeel wordt verder ingegaan op: Landspecifieke aanbevelingen 1, 2019 en 1 en 2020 betreffende het verbeteren van de efficiëntie van de overheidsuitgaven en het begrotingsproces en het ondersteunen van het economisch herstel door middel van overheidsmaatregelen; Landspecifieke aanbevelingen 2 en 2019 met betrekking tot de toereikendheid van toekomstige pensioenuitkeringen en de houdbaarheid van het pensioenstelsel, met name door maatregelen te nemen om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen en stappen te ondernemen om de arbeidsmarktparticipatie te verhogen, onder meer door de toegang tot kinderopvang en langdurige zorg te verbeteren en de resterende belemmeringen voor meer permanente vormen van werk weg te nemen, en ten slotte door maatregelen te nemen om de arbeidsmarktrelevantie van vaardigheden te vergroten en een leven lang leren te verbeteren; Landspecifieke aanbeveling 3 van 2019 door de innovatiecapaciteit van de economie te versterken, onder meer door onderzoeksinstellingen en hun nauwere samenwerking met het bedrijfsleven te ondersteunen.
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen die zijn uiteengezet in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01).
A.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Subcomponent A1 — Vermindering van de gevolgen van COVID-19 voor bedrijven
A1.1 Hervorming van het begrotingskader
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is de transparantie en efficiëntie van de overheidsuitgaven te vergroten. Daartoe is de hervorming gericht op: I) een efficiënter beheer van overheidsmiddelen mogelijk te maken; het versterken van de verantwoordingsplicht bij het beheer van overheidsmiddelen; het verbeteren van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en het voorkomen van een onhoudbare stijging van de uitgaven.
De hervorming bestaat uit de uitvoering van twee wetgevingsmaatregelen. Ten eerste wordt de wet inzake de overheidsfinanciën gewijzigd door daarin een nieuw classificatiesysteem, een nieuw model voor begrotingsbeheer en een opnieuw gedefinieerd begrotingskader voor de middellange termijn op te nemen. Als gevolg van de wijziging wordt een nieuw begrotingssysteem ingevoerd. Ten tweede wordt de wet op de overheidsfinanciën gewijzigd door het toepassingsgebied van de regel betreffende de stabiliserende uitgaven uit te breiden tot meer eenheden van de overheid, met name speciale fondsen.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 maart 2025 zijn voltooid.
A1.2 Vermindering van de regeldruk en de administratieve lasten
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is de administratieve en regelgevingslasten voor bedrijven in Polen te verminderen en particuliere investeringen, met name in kmo’s, te bevorderen. Daartoe is de hervorming gericht op i) vereenvoudiging van administratieve en juridische procedures, ii) minimalisering van de wettelijke vereisten voor bedrijven en ondernemers, iii) versnelling van de besluitvorming, iv) het scheppen van de juiste voorwaarden voor bedrijven om te investeren, met name in minder ontwikkelde regio’s; en v) het vergemakkelijken van de communicatie tussen burgers en bedrijven met overheidsinstanties.
De hervorming bestaat uit twee wetgevingspakketten. Het eerste („Rechtsschild”: Tarcza prawna) voert de volgende wettelijke bepalingen in: I) elektronische procedures het belangrijkste kanaal te maken voor de afhandeling van ten minste acht administratieve en juridische procedures, met inbegrip van het indienen van verklaringen door touroperators en ondernemers bij het verzekeringsgarantiefonds; de administratieve procedures vereenvoudigen, met name met betrekking tot de beroepen van zeevarenden en de handel in alcoholhoudende dranken; het gebruik van de procedure in twee instanties beperken in ten minste tien procedures die met name betrekking hebben op geologische hulpbronnen; het aantal documenten en formaliteiten die vereist zijn in administratieve procedures, bijvoorbeeld bij ruimtelijke ordening en bouwprocessen, te beperken; en v) de termijnen voor bepaalde administratieve procedures te verlengen, bijvoorbeeld voor de registratie van een in een andere lidstaat gekochte auto.
Het tweede wetgevingspakket wijzigt de „Investment Zone Act” („Polska Strefa Inwestycji”) om het aantal als „speciale economische zones” gedefinieerde gebieden in Polen te verhogen en een nieuw model te creëren voor het verlenen van financiële steun aan ondernemingen die activiteiten ontplooien in speciale economische zones, voornamelijk in de vorm van belastingvoordelen en subsidies voor de aankoop van investeringsgrond.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.
A1.2.1 Investeringen voor ondernemingen in producten, diensten en competenties van werknemers en personeel in verband met de diversificatie van activiteiten
De overkoepelende doelstelling van deze investering is de veerkracht te ondersteunen van kmo’s en micro-ondernemingen in de sectoren die het zwaarst door de COVID-19-pandemie in Polen zijn getroffen, namelijk in de sectoren HoReCa, toerisme en cultuur. Daartoe zijn de investeringen erop gericht de opschaling en diversificatie van de activiteiten van kmo’s en micro-ondernemingen in deze sectoren te bevorderen.
De investering bestaat uit de uitvoering van de volgende drie soorten activiteiten:
-Investeringen in het ontwerp en de productie van hun goederen en diensten, zoals: I) aankoop van machines en uitrusting die nodig zijn voor het lanceren van nieuwe producten/diensten; bouwwerkzaamheden, met inbegrip van de aanleg van nieuwe productielijnen; III) investeringen in verband met de groene transitie, met name om afvalpreventie door ontwerp, recycling/hergebruik van afval aan te moedigen en oplossingen op het gebied van hernieuwbare energie toe te passen;
-Adviesdiensten voor de uitvoering van projecten;
-Bij- en omscholing van werknemers door het aanbieden van opleidingen op het gebied van nieuwe IT-oplossingen, nieuwe technologieën, analyse van de behoeften van klanten, informatie- en gegevensbeheer en risicobeheer.
De maatregel waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten beschreven projecten, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
A1.2.2 Steun voor de voorbereiding van investeringslocaties voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor de economie
De overkoepelende doelstelling van deze investering is de uitbreiding van het aantal investeringslocaties in Polen, d.w.z. gebieden die zijn ingericht en gebouwd met het oog op industriële en bedrijfsontwikkeling. Daartoe wordt met de investering ten minste 4200 hectare aan investeringsgebieden aangelegd.
De investeringen bestaan uit i) ruilverkaveling en — in uitzonderlijke gevallen — grondverwerving, ii) de aanleg van de nodige infrastructuur, met inbegrip van de bouw van faciliteiten voor bedrijven om hun activiteiten uit te voeren, iii) de aanleg van infrastructuur voor nutsvoorzieningen, namelijk water-, gas- en energieconnecties, iv) alsmede het verlenen van technische ondersteuning aan regionale en lokale overheden. De investering vindt grotendeels plaats in middelgrote steden met een achterstand op het gebied van economische ontwikkeling.
Verwacht wordt dat deze maatregel geen ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen die zijn uiteengezet in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). Dit omvat onder meer het volgende:
-ten minste 70 % (in gewicht) van de op de bouwplaats geproduceerde niet-gevaarlijke bouw- en sloopwerkzaamheden wordt voorbereid voor hergebruik, recycling en andere materiaalterugwinning, met inbegrip van opvulwerkzaamheden waarbij afval wordt gebruikt ter vervanging van andere materialen, in overeenstemming met de afvalhiërarchie en het EU-protocol voor bouw- en sloopafvalbeheer 1 .
-De aanleg van transmissie- en distributie-infrastructuur voor gasvormige brandstoffen maakt het vervoer van hernieuwbare en koolstofarme gassen op het moment van de bouw mogelijk.
-De bouw van nieuwe gebouwen moet in overeenstemming zijn met de Near Zero-Energy Buildings, zoals vastgesteld in de richtlijn energieprestatie van gebouwen (Richtlijn (EU) 2018/844).
-De subsidiabiliteitscriteria voor projecten die deel uitmaken van de investeringslocaties sluiten de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 2 , ii) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarbij de geraamde broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 3 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 4 en installaties voor mechanische biologische behandeling 5 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. In de taakomschrijving wordt bovendien bepaald dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die in overeenstemming zijn met de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
-Ten slotte zorgen de investeringslocaties ervoor dat er passende waarborgen zijn om schade aan de biodiversiteitsdoelstelling te voorkomen. Met name moet de inrichting van de investeringsgebieden volledig in overeenstemming zijn met de MEB-richtlijn (Richtlijn 2014/52/EU), de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) en de vogelrichtlijn (Richtlijn 2009/147/EG).
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.
A1.3 Hervorming van de ruimtelijke ordening
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is het scheppen van een stabiel en voorspelbaar investeringsklimaat voor de bouwsector en het bestrijden van de ongecontroleerde verspreiding van gebouwen naar peri-urbane gebieden, met name in de grootste steden. Daartoe is het doel van de hervorming i) de bestaande wetgeving te stroomlijnen en het rechtskader voor ruimtelijke ordening op gemeentelijk niveau te verbeteren; transparante en duidelijke regels voor ruimtelijke ordening op gemeentelijk niveau vast te stellen, met name door toegang te bieden tot duidelijke, digitale en betrouwbare informatie over de ontwikkeling van grond in gemeenten; III) de betrokkenheid van belanghebbenden en sociale partners bij het opstellen van gemeentelijke algemene plannen te vergroten.
De hervorming bestaat uit de vaststelling van een nieuwe wet inzake ruimtelijke ordening. De wet moet onder meer: I) een verplichting voor alle gemeenten in te voeren om een langetermijnstrategie voor de ruimtelijke ordening in de gemeente op te stellen en vast te stellen; II) een verplichting voor alle gemeenten in te voeren om algemene ruimtelijkeordeningsplannen op te stellen en goed te keuren, om te zetten in lokale wetgeving, waarin de algemene regels voor de bouw in het gemeentelijke gebied worden vastgelegd en die gebaseerd zijn op de langetermijnstrategie van de gemeente met betrekking tot ruimtelijke ordening; III) een vereiste in te voeren dat investeerders verplicht om bij de bouw van nieuwe ontwikkelingsprojecten aanvullende projecten ten behoeve van de gemeente uit te voeren, onder meer om de ontwikkeling van woningen zonder toereikende dienstverlening te verminderen; IV) het proces bepalen waarin belanghebbenden kunnen deelnemen aan het opstellen van strategieën en algemene plannen in gemeenten.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening
De investering is gericht op de ondersteuning van de uitvoering van de nieuwe hervorming van de ruimtelijke ordening zoals uiteengezet in hervorming A.1.3 van component A. De investering is gericht op het verlenen van steun aan gemeenten voor de voorbereiding van ontwikkelingsstrategieën en algemene ontwikkelingsplannen met als doel dat alle gemeenten in Polen nieuwe algemene plannen voor ruimtelijke ordening vaststellen. De investering bestaat uit drie soorten acties: verlening van technische ondersteuning bij het opstellen van ontwikkelingsplannen; verstrekking van educatief materiaal aan gemeenten (zoals webinars en handboeken); het aanbieden van gerichte opleiding voor planologen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van algemene plannen in gemeenten, met het oog op de opleiding van ten minste 1700 personeelsleden.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
A1.4 Hervorming ter verbetering van het concurrentievermogen en de bescherming van producenten/consumenten in de landbouwsector
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is de positie van consumenten en producenten in de agrovoedingsketen te versterken om de investeringen en veerkracht van alle actoren in de agrovoedingssector, met name kmo’s en kleine producenten, te vergroten. Daartoe is de hervorming gericht op: I) het creëren van een reeks beginselen en goede praktijken in verticale betrekkingen in de agrovoedingsketen; verbetering van het systeem voor de handhaving van contracten in de agrovoedingssector om de benutting van contractuele voordelen te voorkomen; en iii) vergroting van de transparantie van de markt.
De hervorming bestaat uit een nieuwe wet ter bestrijding van het oneerlijke gebruik van contractuele voordelen in de agrovoedingssector, die verder gaat dan Richtlijn 2019/633 betreffende oneerlijke handelspraktijken. De hervorming bestaat uit:
I.Naast de lijst van oneerlijke handelspraktijken in Richtlijn 2019/633 wordt bij de hervorming een open definitie van oneerlijke handelspraktijken ingevoerd. Dergelijke aanvullende handelspraktijken worden door het Bureau voor Mededinging en Consumentenbescherming (UOKiK) met name als oneerlijk aangemerkt indien i) zij in strijd zijn met de vereisten van goed commercieel gedrag; (II) en zij de belangen van de andere contractpartijen wezenlijk verstoren of dreigen te verstoren.
II.De hervorming beschermt alle marktdeelnemers, met inbegrip van kopers van landbouw- en voedingsproducten.
De hervorming omvat ook de opstelling van een tussentijdse evaluatie van de nieuwe wet, die een beoordeling omvat van de vraag of de doelstellingen zijn bereikt en mogelijkheden voor actie om mogelijke uitvoeringsproblemen aan te pakken.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2025 zijn voltooid.
A1.4.1 Investeringen om de landbouw- en voedselvoorzieningsketen te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de actoren in de keten te vergroten
De overkoepelende doelstelling van deze investering is het versterken van het concurrentievermogen en de veerkracht van de agrovoedingssector en de visserijsector in Polen. Daartoe heeft de investering tot doel i) de groene en digitale transitie in de agrovoedingssector en de visserijsector te ondersteunen; II) de toeleveringsketen voor agrovoeding, visserij en aquacultuur te verkorten en weerbaarder te maken, met name door steun te verlenen aan lokale kmo’s, kleine producenten en vissers; III) voedselverspilling te voorkomen en witte vlekken en technische belemmeringen in verband met voedselherverdeling aan te pakken.
De investering bestaat uit de volgende initiatieven:
-Bouw en modernisering van lokale opslag- en distributiecentra, groothandelsmarkten, lokale voedselmarkten en coöperaties, met inbegrip van de modernisering van de logistieke en ICT-infrastructuur.
-Steun voor kmo’s en micro-ondernemingen in de agrovoedingsverwerking, onder meer in de visserij- en aquacultuursector, met inbegrip van de aankoop van machines en uitrusting, met inbegrip van vervoermiddelen, alsmede de uitbreiding en modernisering van de infrastructuur van installaties.
-Steun voor landbouwers en vissers voor de verwerking en afzet van landbouw- en voedingsproducten, met inbegrip van de bouw en modernisering van infrastructuur en de aankoop van nieuwe machines en uitrusting voor de verwerking, het vervoer en de opslag van producten. De steun omvat ook de organisatie van de verkoop van agrovoedingsproducten via internet en de organisatie van leveringen.
-Steun aan liefdadigheidsorganisaties in de agrovoedingssector voor de modernisering van gebouwen, infrastructuur en uitrusting, met inbegrip van vervoersmiddelen. De steun omvat de ontwikkeling van IT-systemen en digitale toepassingen.
-Steun voor landbouwproducenten bij de uitvoering van oplossingen op het gebied van landbouw 4.0. Dit omvat de aankoop van sensoren, tafels en digitale apparatuur, alsmede de aankoop en het onderhoud van digitale oplossingen, zoals toepassingen en software.
-Steun voor landbouw-, visserij- en aquacultuurproducenten in verband met de groene transitie. Dit omvat de renovatie van de infrastructuur van de producenten, met inbegrip van de vervanging van daken die materiaal bevatten die schadelijk zijn voor de gezondheid of het milieu, de thermische modernisering van gebouwen, de vervanging van elektrische en ventilatiesystemen door energie-efficiënte systemen, alsmede de vervanging van met creosoot geïmpregneerde pooldragers in hopplantages.
Verwacht wordt dat deze maatregel geen ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen die zijn uiteengezet in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01).
Dit omvat het volgende:
-Aangekochte vrachtwagens en andere zware bedrijfsvoertuigen mogen alleen emissievrije 6 , emissiearme 7 of lng-/CNG-vrachtwagens zijn die op biogas/biomethaan rijden. Voertuigen voor speciale doeleinden voldoen aan dezelfde regels als hierboven beschreven. Voor voertuigen die biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: I) voldoet aan de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria van de artikelen 29 tot en met 31 en aan de regels inzake biobrandstoffen op basis van levensmiddelen en diervoeders zoals vastgesteld in artikel 26 van de richtlijn hernieuwbare energie (Richtlijn (EU) 2018/2001 (REDII)) en de daarmee verband houdende uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen; en ii) garandeert dat uitsluitend REDII-conforme biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen worden gebruikt door voertuigen die worden aangekocht in het kader van een regeling die door de RRF wordt ondersteund; en iii) wordt aangevuld met „flankerende maatregelen” die aantonen dat het aandeel biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen in de nationale mix mettertijd toeneemt.
-Alle renovaties van gebouwen worden uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijn energieprestatie van gebouwen (Richtlijn (EU) 2018/844).
-Installaties voor de productie van energie uit biogas voldoen aan de duurzaamheidscriteria en de criteria inzake broeikasgasemissiereductie die zijn vastgesteld in de artikelen 29 tot en met 31 en aan de regels inzake biobrandstoffen op basis van levensmiddelen en diervoeders die zijn vastgesteld in artikel 26 van de richtlijn hernieuwbare energie (Richtlijn (EU) 2018/2001 (REDII)), alsook aan de daarmee verband houdende uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.
Subcomponent A2 — Ontwikkeling van het nationale innovatiesysteem: versterking van de coördinatie, stimulering van de innovatiecapaciteit en samenwerking tussen bedrijven en onderzoeksorganisaties, onder meer op het gebied van milieutechnologieën
A2.1 Versnellen van robotisering en digitaliserings- en innovatieprocessen
De hervorming heeft tot doel de vraag naar kennis en innovatie en de effectieve invoering ervan in bedrijven, in de digitale economie, te versterken.
De hervorming bestaat uit de invoering van preferenties voor het belastingstelsel voor ondernemingen die het digitaliseringsproces uitvoeren door middel van investeringen in robotisering en digitalisering. De belastingvermindering wordt verleend in de vorm van een extra belastingaftrek ter ondersteuning van de aankoop van robots.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
A2.1.1 Investeringen ter ondersteuning van robotisering en digitalisering in ondernemingen
Het doel van deze investering is de ondersteuning van projecten waarbij innovatieve oplossingen worden ingevoerd die gericht zijn op de digitale transformatie.
De investering bestaat uit de digitalisering van bedrijfsprocessen, ter ondersteuning van de transitie naar Industrie 4.0, met bijzondere aandacht voor robotisering en operationele technologieën. De investering ondersteunt het gebruik van cloudtechnologieën en kunstmatige intelligentie bij de integratie en het beheer van productie- en bedrijfsprocessen; invoering van slimme productielijnen, bouw van slimme fabrieken; de uitrol van moderne digitale technologieën ter ondersteuning van de transitie naar een vermindering van de milieuemissies (met name van broeikasgassen) en de vermindering van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en de milieueffecten van productie- en bedrijfsprocessen.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
A2.2 Het scheppen van de voorwaarden voor de overgang naar een model van de circulaire economie
Het doel van de hervorming is een passend rechtskader tot stand te brengen voor de werking van de handel in secundaire grondstoffen. Bij de hervorming worden voor belangrijk industrieel afval (met het grootste economische potentieel) regels voor de einde-afvalfase ingevoerd en wordt een definitie van secundaire grondstoffen ingevoerd die het verkeer en het gebruik van afval als secundaire grondstoffen zou vergemakkelijken.
De hervorming bestaat uit een kader voor de ontwikkeling van de markt voor secundaire grondstoffen om het beheer van deze materialen te vergemakkelijken, hetgeen zal leiden tot een vermindering van de exploitatie van de bronnen van natuurlijke hulpbronnen en de vervanging van natuurlijke materialen en producten. De hervorming moet leiden tot een vermindering van de afvalopslag op afvalbergen.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.
A2.2.1 Investeringen in de uitrol van milieutechnologieën en -innovatie, met inbegrip van die welke verband houden met de circulaire economie
Het doel van deze investering is het ondersteunen van het gebruik van secundaire grondstoffen, onder meer door de financiering van infrastructuur voor de ontwikkeling van onderzoek en ontwikkeling om technologieën te ontwikkelen voor het gebruik van afval als secundaire grondstoffen, met het oog op de totstandbrenging van een efficiëntere economie.
De investering bestaat uit twee acties. De eerste actie ondersteunt projecten die aan kmo’s worden toegekend om groene technologieën in verband met de circulaire economie te ontwikkelen en toe te passen, hetgeen resulteert in een beter materiaalbeheer, een grotere energie-efficiëntie en een verschuiving in de filosofie van bedrijven naar een afvalvrije economie.
De uitvoering van de actie moet uiterlijk op 31 maart 2025 zijn voltooid.
In het kader van de tweede actie worden projecten gefinancierd ter ondersteuning van de ontwikkeling van technologieën die bijdragen tot de totstandbrenging van een markt voor secundaire grondstoffen.
De uitvoering van de actie moet uiterlijk op 30 september 2025 zijn voltooid.
De begunstigden worden geselecteerd aan de hand van gespecificeerde selectiecriteria volgens de beginselen van non-discriminatie en transparantie. De projecten hebben betrekking op de ontwikkeling en uitvoering of toepassing van groene industriële oplossingen die naar verwachting zullen leiden tot een verhoging van de energie-efficiëntie van productie- en operationele processen of tot een vermindering van afval van productie- en operationele processen of tot hergebruik of recycling van afval of tot een vermindering van de broeikasgasemissies van productie- en operationele processen. Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01), sluiten de subsidiabiliteitscriteria in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 8 ; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarbij de geraamde broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 9 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 10 en installaties voor mechanische biologische behandeling 11 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu.
A2.3 Verstrekking van de institutionele en rechtsgrondslag voor de ontwikkeling van onbemande luchtvaartuigen (UAV’s)
Het doel van de hervorming is de oprichting van een entiteit ter ondersteuning van het testen en uitvoeren van nieuwe op onbemande luchtvaartuigen gebaseerde oplossingen, met name in verstedelijkte gebieden.
De hervorming verleent het Poolse Agentschap voor luchtvaartnavigatiediensten het recht om eigen vermogen in commerciële ondernemingen te bezitten en machtigt het of zijn dochterondernemingen om proefprojecten uit te voeren ter ondersteuning van de uitvoering van bedrijfsmodellen en diensten op basis van onbemande luchtvaartuigen. Het Poolse agentschap voor luchtvaartnavigatiediensten treedt ook op als verlener van gespecialiseerde diensten voor onbemande luchtvaartuigen binnen het geplande netwerk van kenniscentra.
De uitvoering van deze hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2023 zijn voltooid.
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als ecosysteem van innovatie
Het doel van deze investering is het opzetten van een geïntegreerd systeem van kenniscentra en proefprojecten en infrastructuur voor onbemande voertuigen.
De investering bestaat uit de implementatie van lokale centra en infrastructuur voor onbemande voertuigen. Lokale centra en/of infrastructuur worden op tien locaties geïnstalleerd. De belangrijkste elementen van het gesteunde project zijn terrestrische infrastructuur, lokale gegevens- en verkeersbeheercentra, samen met digitale diensten en producenten.
Het tweede element van de investering bestaat uit het testen en uitvoeren van onbemande voertuigdiensten in proefprojecten die in individuele kenniscentra worden uitgevoerd. Proefprojecten worden uitgevoerd als onderdeel van gespecialiseerde programma’s op het gebied van autonome verkeerscoördinatie, essentiële infrastructuurvoorzieningen (havens en energie-infrastructuur), diensten van de openbare orde (veiligheid en civiele bescherming) en stedelijke mobiliteit.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
A2.4 Versterking van de samenwerkingsmechanismen tussen wetenschap en industrie
De hervorming bestaat uit twee acties. Het doel van de eerste actie is universiteiten en onderzoeksinstellingen in staat te stellen aandeelhouders van ondernemingen te worden. Dit zal naar verwachting leiden tot meer interdisciplinaire en flexibele technologieoverdracht.
De eerste actie in het kader van deze hervorming bestaat uit de uitbreiding van de categorieën entiteiten waarmee universiteiten special purpose vehicles kunnen oprichten. Dit zijn onderzoeksinstellingen, instituten van de Poolse Academie voor Wetenschappen en instituten van het onderzoeksnetwerk Łukasiewicz. De hervorming maakt de oprichting mogelijk van special purpose vehicles die specifiek zijn ontworpen voor het in de handel brengen van resultaten van onderzoek en ontwikkeling.
De uitvoering van deze hervorming moest uiterlijk op 31 maart 2022 zijn voltooid.
Bij de tweede actie in het kader van deze hervorming worden voor de onderzoeksinstituten en ondergeschikte eenheden onder toezicht van het ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling regels vastgesteld voor het gebruik van laboratoria, onderzoeksinfrastructuur en kennisoverdracht binnen de samenwerking tussen wetenschap en wetenschap en tussen wetenschap en bedrijfsleven. De regels voor de toekenning van steun zijn in overeenstemming met de beginselen van non-discriminatie en transparantie.
De uitvoering van deze hervorming moest uiterlijk op 31 maart 2022 zijn voltooid.
A2.4.1 Investeringen in de ontwikkeling van onderzoekscapaciteiten
Het doel van deze investering is te zorgen voor nauwere samenwerking tussen onderzoeks- en innovatie-instellingen en tussen wetenschappelijke instellingen en het bedrijfsleven. Het draagt bij tot het verhogen van de resultaten van onderzoek en ontwikkeling van hoge kwaliteit met een hoog commercialiseringspotentieel.
Deze investering bestaat uit de financiering van onderzoeksinfrastructuur binnen het onderzoeksnetwerk Łukasiewicz, de Poolse routekaart voor onderzoeksinfrastructuur en binnen de agrovoedingsinstituten en ondergeschikte eenheden onder toezicht van het ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01), sluiten de subsidiabiliteitscriteria in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 12 ; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarbij de geraamde broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 13 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 14 en installaties voor mechanische biologische behandeling 15 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu.
De volgende acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01): I) de acties in het kader van deze investering die in het kader van deze investering tot technologisch neutrale resultaten leiden op het niveau van de toepassing ervan; (II) de in het kader van deze investering uit te voeren O — D — I-acties ter ondersteuning van alternatieven met geringe milieueffecten waarvoor deze bestaan; of iii) de in het kader van deze investering in het kader van deze investering uitgevoerde O — D — I-acties die in de eerste plaats gericht zijn op de ontwikkeling van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector voor activiteiten waarvoor geen technologisch en economisch haalbaar alternatief met een gering effect bestaat.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.
Subcomponent A3 — Onderwijs voor de moderne economie
A3.1 Werknemers voor de moderne economie: vaardigheden en kwalificaties beter afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën in de economie en de groene en digitale transformatie
Het hoofddoel van de hervorming is de werknemers voor te bereiden op de moderne economie en vaardigheden en kwalificaties beter af te stemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt, in verband met de invoering van nieuwe technologieën in de economie en de groene en digitale transformatie.
Deze hervorming heeft tot doel sectorale centra voor vaardigheden op te richten en relevante wetgeving te wijzigen om gerichte bij- en omscholingsdiensten aan te bieden. De doelstelling van de hervorming omvat het ondersteunen van de samenwerking van werkgevers met aanbieders van beroepsonderwijs, het bijdragen aan de verspreiding van innovatieve oplossingen en het ondersteunen van innovatie in beroepsopleidingen. Ook wordt aandacht besteed aan de inclusie van personen met een handicap. Als zodanig vormen de vaardighedencentra een aanvulling op het bestaande aanbod van secundair en hoger beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren.
De hervorming omvat een wijziging van de onderwijswet en het lerarenhandvest. Dit gebeurt na een evaluatieproces in nauwe samenwerking met de sociale partners, regionale autoriteiten, sectoren en andere belanghebbenden. De wijziging van de onderwijswet voorziet in een ontwikkelingsplan voor het netwerk van vaardighedencentra, bepaalt de plaats en rol van de vaardighedencentra in het onderwijs- en opleidingssysteem, bepaalt de voorwaarden voor de indienstneming van personeel in de vaardighedencentra, stelt bepalingen vast voor cyclische evaluaties om toezicht te houden op hun beheer en de duurzaamheid na 2026, en past een bestaand governancesysteem aan met op maat gesneden bepalingen inzake het bestuur van vaardighedencentra, met inbegrip van werkgevers (met inbegrip van vertegenwoordigers van kmo’s), sociale partners en andere relevante belanghebbenden, waaronder regionale en lokale overheden. Het omvat ook de vaststelling van financieringsregelingen (onder meer na beëindiging van de EU-steun), opleidingsvoorwaarden, voorzieningen voor loopbaanbegeleiding en curricula, en vermeldt de soorten aangeboden opleidingen, de doelgroepen, de soorten kwalificaties en normen, kwaliteitsborgings- en verificatiemechanismen, en de wijze waarop de sectoren worden gekoppeld aan de vaardighedencentra. De wijziging van het Handvest voor leerkrachten maakt het mogelijk dat de vaardighedencentra permanente beroepsopleiding aanbieden aan huidige leerkrachten in het beroepsonderwijs.
De hervorming heeft ook tot doel de coördinatie van beroepsonderwijs en -opleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren in de regio’s aan te passen met het oog op de totstandbrenging van duurzame en doeltreffende methoden voor samenwerking en interactie tussen verschillende belanghebbenden op het gebied van de ontwikkeling van vaardigheden die deel uitmaken van de verschillende bestuursstructuren (zoals onderwijsinstellingen, arbeidsmarktinstellingen, ondernemingen en werkgeversorganisaties, en lokale overheden).
Dit wordt bereikt door de inwerkingtreding van wijzigingen van verschillende wetgevingshandelingen, na een evaluatieproces van bestaande coördinatiemechanismen, en in nauwe samenwerking met lokale en regionale overheden. Bij de hervorming worden de rechten en verantwoordelijkheden van de regio’s bij de coördinatie van het beleid inzake vaardigheden vastgesteld en wordt het bijscholingsaanbod van instellingen voor een leven lang leren op basis van geoperationaliseerde uitvoeringsprogramma’s voor de (nationale) geïntegreerde vaardighedenstrategie 2030 op regionaal niveau beïnvloed. Deze wijzigingen omvatten de wettelijke oprichting van regionale coördinatieteams (één in elk Pools „voivodeschap”) die het beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren coördineren; een governancestructuur met verantwoordelijkheden voor regio’s en sociale partners; de verplichting om operationele uitvoeringsprogramma’s voor de nationale geïntegreerde vaardighedenstrategie 2030 op regionaal niveau vast te stellen (één in elk „voivodeschap”), om de vijf jaar een programma bij te werken en ervoor te zorgen dat het leeraanbod wordt aangepast aan de gediagnosticeerde vaardigheidsbehoeften. De wijzigingen omvatten bepalingen voor de werking van het coördinatiebureau (dat diensten verleent aan de regionale coördinatieteams) en een uitvoeringsplan voor toezicht en evaluatie.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 maart 2025 zijn voltooid.
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren
De investering, gekoppeld aan hervorming A3.1, is gericht op de daadwerkelijke oprichting en volledige werking van het netwerk van sectorale centra voor vaardigheden ter ondersteuning van de ontwikkeling van moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren. Dit omvat de oprichting van de vaardighedencentra en het aanbieden van beroepsopleidingen en -curricula, onder meer voor volwassenen, studenten, jongeren, leerkrachten in beroepsonderwijs en -opleiding en werknemers. De investering omvat niet de aankoop van grond.
Voor het aanbieden van bij- en omscholings- en opleidingscurricula in de vaardighedencentra, met inbegrip van de certificering van leerresultaten, krijgen 24 000 lerenden een opleiding in alle centra. Van deze lerenden moet ten minste 60 % volwassenen zijn (ten minste 25 jaar — exclusief leerkrachten in beroepsonderwijs en -opleiding); ten minste 20 % van de lerenden moet jongeren zijn (tussen 14 en 24 jaar); ten minste 10 % van de lerenden is huidige leerkrachten in beroepsonderwijs en -opleiding, die aan de opleiding deelnemen in de eerste twee jaar van de werking van de vaardighedencentra (na de hervorming van de Teachers Act). Ten slotte omvat elk bijscholingsprogramma ten minste een digitale en een groene dimensie, gebaseerd op de beste beschikbare kennis en wetenschap. Ten minste 90 sectorale organisaties worden opgenomen in de vaardighedencentra (waarvoor opleiding wordt aangeboden).
In het kader van de investering worden ook ten minste 14 functionerende regionale coördinatieteams opgericht, met als algemene doelstelling om 16 regionale coördinatieteams te bereiken (één voor elk „voivodeschap”). Deze teams coördineren het beleid op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren. De investering omvat de ondersteuning en ontwikkeling van coördinatiemechanismen op centraal en regionaal niveau, alsmede steun voor activiteiten van de regionale teams om hun taken uit te voeren.
Daarnaast worden, met de algemene doelstelling om 16 operationele uitvoeringsprogramma’s op regionaal niveau te ontwikkelen (één voor elk „voivodeschap”), ten minste 14 geoperationaliseerde uitvoeringsprogramma’s op regionaal niveau ontwikkeld door de opgerichte regionale coördinatieteams voor beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren. Dit zijn uitvoeringsprogramma’s voor de nationale geïntegreerde vaardighedenstrategie 2030 op regionaal niveau.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
Subcomponent A4 — Vergroting van de structurele afstemming van vraag en aanbod, de efficiëntie en de crisisbestendigheid van de arbeidsmarkt
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is de arbeidsmarktparticipatie te verhogen om bij te dragen tot een hogere productiviteit, crisisbestendigheid en het mondiale concurrentievermogen van de Poolse economie. Een andere doelstelling is het creëren van nieuwe flexibiliteit en zekerheid op de Poolse arbeidsmarkt. Daartoe is de hervorming gericht op: I) de manier waarop de openbare diensten voor arbeidsvoorziening werken te herzien en het actieve arbeidsmarktbeleid te versterken; het aanwervingsproces van buitenlandse werknemers te vergemakkelijken; het versoepelen van de aanwervingsprocedures door de toepassing van nieuwe bepalingen inzake elektronische contracten; en iv) na te gaan hoe het gebruik van collectieve overeenkomsten en van één enkel arbeidscontract kan worden bevorderd.
De hervorming bestaat uit nieuwe wetgeving inzake openbare diensten voor arbeidsvoorziening, de tewerkstelling van onderdanen van derde landen en de elektronische sluiting van bepaalde arbeidsovereenkomsten. Bovendien bestaat de hervorming uit de vaststelling van nieuwe normen en een nieuw prestatiekader voor de werking en coördinatie van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening. Er wordt een raadplegingsproces van de sociale partners over het potentieel voor collectieve overeenkomsten en een uitgebreide studie over de mogelijke rol van één enkel arbeidscontract uitgevoerd. Relevante wetswijzigingen, zoals vastgesteld in de raadpleging en in de studie, worden ten uitvoer gelegd.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 september 2024 zijn voltooid.
A4.1.1 Investeringen ter ondersteuning van de hervorming van arbeidsmarktinstellingen
De overkoepelende doelstelling van deze investering is het vergroten van de capaciteit van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening om de werking van de arbeidsmarkt te ondersteunen. Daartoe is de investering gericht op de digitalisering van de diensten en instrumenten die door de openbare diensten voor arbeidsvoorziening worden gebruikt, de opleiding van het personeel van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening en de uitvoering van een voorlichtingscampagne over de nieuwe diensten die door de openbare diensten voor arbeidsvoorziening worden aangeboden, ook voor hun eerste toekomstige gebruikers.
De investeringen bestaan uit i) digitalisering van de processen van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening en ii) opleidingen voor het personeel van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, en iii) de ontwikkeling van nieuwe normen.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2025 uitgevoerd.
A4.2 Hervorming om de arbeidsmarktsituatie van ouders te verbeteren door de toegang tot hoogwaardige kinderopvang voor kinderen tot drie jaar te verbeteren
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is de toegang tot kinderopvang voor kinderen tot drie jaar te vergemakkelijken en te zorgen voor hoog onderwijs en kwaliteitsnormen voor kinderopvang. Daartoe is het doel van de hervorming i) het beheer van binnenlandse en externe fondsen voor de oprichting en werking van kinderopvangfaciliteiten te stroomlijnen; een stabiele binnenlandse langetermijnfinanciering van de kinderopvang voor kinderen tot drie jaar tot stand te brengen; en iii) een reeks bindende minimumonderwijs- en kwaliteitsnormen voor kinderopvang ten uitvoer te leggen.
De hervorming bestaat uit de vaststelling van een wijziging van de wet inzake de zorg voor kinderen tot drie jaar en het opzetten van een specifiek meerjarenprogramma voor de oprichting en werking van kinderopvangfaciliteiten. Het amendement brengt onder meer het beheer van drie verschillende financieringsbronnen voor de oprichting en werking van kinderopvangfaciliteiten samen: binnenlandse financiering, Europees Sociaal Fonds + en de faciliteit voor herstel en veerkracht. De hervorming bestaat ook uit het ontwerpen van een relevante regeling en het waarborgen van voldoende middelen om een stabiele langetermijnfinanciering van kinderopvang voor kinderen tot drie jaar op te zetten. Tot slot bestaat de hervorming uit het uitvoeren van een strategische evaluatie van de bestaande zorg- en onderwijsnormen voor kinderen jonger dan drie jaar, het ontwikkelen van relevante onderwijskeuzebegeleiding en ondersteuning voor kinderopvang, en het doorvoeren van relevante wetswijzigingen op basis van deze evaluatie met het oog op de vaststelling van bindende minimumonderwijs- en kwaliteitsnormen voor kinderopvangfaciliteiten om de hoge kwaliteit van onderwijs en zorg vanaf jonge leeftijd te waarborgen.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.
A4.2.1 Steun voor kinderopvang voor kinderen tot drie jaar (kinderdagverblijven, kinderclubs) onder Maluch +
De overkoepelende doelstelling van deze investering is het vergroten van de beschikbaarheid van kinderopvangfaciliteiten tot de leeftijd van drie jaar door het subsidiëren van de kosten voor de bouw van kinderopvangfaciliteiten en het opzetten van een financieringssysteem voor kinderopvangfaciliteiten voor kinderen tot drie jaar. Daartoe is de investering gericht op i) de invoering van een IT-systeem voor het beheer van de financiering en de oprichting van kinderopvangfaciliteiten voor kinderen tot drie jaar, en ii) het creëren van nieuwe plaatsen in kinderopvangfaciliteiten (kinderdagverblijven, kinderclubs) voor kinderen tot drie jaar.
De investering bestaat uit de ontwikkeling en uitrol van een IT-systeem voor het beheer van de financiering en oprichting van kinderopvangfaciliteiten voor kinderen tot drie jaar. Het systeem combineert verschillende financieringsbronnen voor kinderopvang (Europese fondsen, nationale financiering uit de centrale begroting, financiering van lokale overheden).
De investering bestaat ook uit de creatie van 47500 nieuwe plaatsen in crèches en kinderclubs door de bouw van nieuwe faciliteiten en de renovatie (renovaties en aanpassingen) van bestaande voorzieningen. Bij wijze van uitzondering kan dit, indien nodig, de aankoop van onroerend goed en infrastructuur omvatten (de aankoop van grond of gebouwen).
Een duidelijke afbakening tussen de financiering uit de faciliteit voor herstel en veerkracht en andere Europese financiering moet in acht worden genomen.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
A4.3 Tenuitvoerlegging van het rechtskader voor de ontwikkeling van de sociale economie
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is het verhogen van de beroepsparticipatiegraad van mensen die het risico lopen op sociale uitsluiting en het ondersteunen van de de-institutionalisering van sociale diensten. Daartoe is het doel van de hervorming om in de wetgeving een kader vast te stellen voor de werking van actoren in de sociale economie.
De hervorming bestaat uit de vaststelling van een wet inzake de sociale economie. In de wet worden de basisregels voor deze sector vastgesteld, waaronder met name de beginselen van het functioneren en ondersteunen van een sociale onderneming, nieuwe vormen van samenwerking tussen entiteiten van de sociale economie en de lokale overheid bij de uitvoering van sociale diensten, alsmede de beginselen van beleidscoördinatie op het gebied van de ontwikkeling van de sociale economie.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
A4.3.1 Steunprogramma’s voor investeringen die het met name mogelijk maken activiteiten te ontwikkelen, de deelname aan de verlening van sociale diensten te vergroten en de kwaliteit van de re-integratie in entiteiten van de sociale economie te verbeteren
De overkoepelende doelstelling van deze investering is het maximaliseren van het effect van entiteiten van de sociale economie in termen van sociale en professionele re-integratie van mensen die het risico lopen op sociale uitsluiting en het ondersteunen van de de-institutionalisering van sociale diensten. Daartoe is de investering erop gericht entiteiten te helpen de status van sociale onderneming te verkrijgen en banen in entiteiten van de sociale economie te behouden.
De investering bestaat uit de voorbereiding en uitvoering van programma’s voor de toekenning van subsidies aan subsidiabele entiteiten. De doelstellingen om de verwezenlijking van de investering te meten zijn i) de toekenning van de status van sociale onderneming aan 1400 entiteiten en ii) het verlenen van financiële steun aan ten minste 1000 sociale entiteiten.
De begunstigden worden geselecteerd aan de hand van gespecificeerde selectiecriteria, waarbij de beginselen van non-discriminatie en transparantie in acht worden genomen.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.
A4.4 De vormen van werk flexibeler maken en telewerk invoeren
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is het gemakkelijker te maken gezins- en beroepsverantwoordelijkheden te combineren en mensen uit groepen met een lagere arbeidsparticipatie te helpen een reguliere baan te vinden. Daartoe worden werk op afstand en flexibele vormen van organisatie van de arbeidstijd vastgelegd in het arbeidswetboek.
De hervorming bestaat uit de vaststelling van een wijziging van het arbeidswetboek. Het amendement maakt werken op afstand te allen tijde mogelijk, en niet alleen in buitengewone omstandigheden, en voert flexibele vormen van werktijdregelingen in. In het amendement worden ook verschillende operationele regelingen voor werk op afstand en flexibel werk vastgesteld, waaronder: I) de mogelijkheid om op afstand buiten de standplaats te werken, op basis van regelingen tussen de werknemer en de werkgever, ii) een definitie van regels inzake de door de werkgever ter beschikking te stellen arbeidsinstrumenten, en iii) de totstandbrenging van een kader voor gezondheids- en veiligheidsbeginselen dat van toepassing is op werk op afstand.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid.
A4.4.1 Investeringen in verband met het uitrusten van werknemers/bedrijven om op afstand te werken
De overkoepelende doelstelling van deze investering is het verhogen van de productiviteit van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. Daartoe is de investering erop gericht bedrijven uit te rusten en hun werknemers op te leiden voor werk op afstand.
De investering bestaat uit de uitvoering van programma’s voor het verstrekken van advies en subsidies aan in aanmerking komende entiteiten om hen beter uit te rusten voor praktijken op het gebied van telewerken. Het doel om de verwezenlijking van de investering te meten is het verstrekken van advies over digitalisering aan ten minste 3000 ondernemingen en, indien dit noodzakelijk wordt geacht als resultaat van dergelijk advies, de aankoop van software/licenties en digitale bijscholing voor het personeel. Indien de begunstigde de bovenstaande analyse eerder had uitgevoerd, kan de subsidie worden gebruikt voor de aankoop van software/licenties en digitale bijscholing van het personeel.
De begunstigden worden geselecteerd aan de hand van gespecificeerde selectiecriteria volgens de beginselen van non-discriminatie en transparantie.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2025 uitgevoerd.
A4.5 Uitbreiding van loopbanen en bevordering van werken na de wettelijke pensioenleeftijd
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is het vergroten van het vermogen en de motivatie van werknemers om na de pensioenleeftijd op de arbeidsmarkt te blijven. Daartoe wordt een fiscale stimulans ingevoerd voor degenen die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, maar er de voorkeur aan geven niet met pensioen te gaan en te blijven werken. Binnen twee jaar na de invoering van de fiscale stimulans wordt een verslag gepubliceerd om het effect ervan op de effectieve pensioenleeftijd te evalueren.
De hervorming bestaat uit de vaststelling van een wijziging van de wet inzake de inkomstenbelasting en een evaluatie van deze maatregel. De wijziging verlaagt met ingang van 2023 de personenbelasting voor personen die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt maar niet met pensioen willen gaan en blijven werken. Werknemers die in de eerste schijf van de inkomstenbelasting vallen (85 528 PLN in 2021) en die niet meer verdienen dan het gemiddelde brutoloon in de nationale economie in Polen, worden vrijgesteld van inkomstenbelasting. Het tarief van de inkomstenbelasting wordt verlaagd voor andere werknemers met een hoger inkomen die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, maar niet met pensioen gaan en blijven werken. Dankzij deze fiscale stimulans verdienen belastingplichtigen extra bedragen die overeenkomen met het bedrag aan niet-betaalde inkomstenbelasting dat hen naar verwachting zal stimuleren om hun loopbaan uit te breiden. Binnen twee jaar na de invoering van de bovengenoemde maatregel wordt een verslag opgesteld waarin het effect van de wijzigingen van de personenbelasting op de effectieve pensioenleeftijd wordt geëvalueerd. Hierin worden de gevolgen voor de arbeidsmarktparticipatie, de houdbaarheid van het pensioenstelsel, de overheidsfinanciën en de gendergelijkheid geanalyseerd.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
A4.6 Verhoging van de arbeidsmarktparticipatie van bepaalde groepen door de ontwikkeling van langdurige zorg
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is de arbeidsmarktparticipatie van bepaalde groepen, met name vrouwen, te verhogen door het systeem voor langdurige zorg in Polen te ontwikkelen. Daartoe wordt een strategische evaluatie van het systeem voor langdurige zorg uitgevoerd en gevolgd door relevante wetswijzigingen.
De hervorming bestaat uit de publicatie van een analyse van het systeem voor langdurige zorg in Polen, gevolgd door een wijziging van de relevante wetgeving ter uitvoering van de in deze analyse vastgestelde hervormingsprioriteiten. In de analyse worden met name de mogelijke manieren onderzocht om sociale en langdurige gezondheidszorg te integreren, de deïnstitutionalisering van deze diensten te versnellen, ze onder één autoriteit te plaatsen, versnippering van de zorgverlening tegen te gaan, een stabiel systeem van adequate financiering van de langdurige zorg te creëren, met name de gemeenschaps- en thuiszorg, en een kwaliteitskader voor langdurige zorg in te voeren (vereisten voor personeel, uitrusting, toelating van aanbieders van langdurige zorg tot de markt). In de analyse wordt ook nagegaan hoe de zorggerelateerde uitkeringen kunnen worden herzien om te kunnen blijven werken. De analyse wordt uitgevoerd in overleg met de relevante belanghebbenden, waaronder de sociale partners die zich bezighouden met voorzieningen voor langdurige zorg, en de lokale autoriteiten. De in de analyse vastgestelde hervormingsprioriteiten worden ten uitvoer gelegd door een wijziging van de desbetreffende wetgeving als onderdeel van de hervorming.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
A4.7 Beperking van de segmentatie van de arbeidsmarkt
De overkoepelende doelstelling van de hervorming is de segmentatie van de arbeidsmarkt te beperken en de sociale zekerheid van bepaalde werknemers te verhogen. Daartoe worden alle civielrechtelijke arbeidsovereenkomsten onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen, met uitzondering van mandaatcontracten gesloten met middelbare scholieren en scholieren tot de leeftijd van 26 jaar.
De hervorming wordt uitgevoerd door middel van een rechtshandeling die waarborgt dat werkgelegenheid op basis van civielrechtelijke contracten onderworpen is aan socialezekerheidsbijdragen: pensioen-, invaliditeits-, ongevallen- en beroepsziekte- en ziekte-uitkeringen. Bovendien wordt de regel dat de socialezekerheidsbijdragen worden betaald op basis van het minimumloon voor civielrechtelijke overeenkomsten afgeschaft.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.
A.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
A1 — BEDRIJFSKLIMAAT
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
A1G/B5 * g |
A1.1 Hervorming van het begrotingskader |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van een conceptnota over het gestandaardiseerde rekeningstelsel geïntegreerd met de begrotingsclassificatie |
Publicatie op de website van het ministerie van Financiën |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
Publicatie van de conceptnota over de Biuletyn Informacji Publicznej (openbare informatiewebsite) van het ministerie van Financiën. De conceptnota bevat de beschrijving en de opzet van het nieuwe classificatiesysteem. |
A2G/B5 * g |
A1.1 Hervorming van het begrotingskader |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet op de overheidsfinanciën, opgesteld door het ministerie van Financiën ter uitvoering van het nieuwe begrotingssysteem, met inbegrip van het nieuwe classificatiesysteem, het nieuwe model voor begrotingsbeheer en het opnieuw gedefinieerde begrotingskader voor de middellange termijn |
Bepaling in de wijziging van de wet op de overheidsfinanciën met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2025 |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet op de overheidsfinanciën met het oog op de tenuitvoerlegging van het nieuwe begrotingssysteem, met inbegrip van het nieuwe classificatiesysteem, het nieuwe model voor begrotingsbeheer en het opnieuw gedefinieerde begrotingskader voor de middellange termijn. In het nieuwe classificatiesysteem worden de bestaande begrotings- en prestatieclassificatie geïntegreerd en gekoppeld aan het standaardrekeningstelsel. Transacties worden op dezelfde basis geregistreerd, hetgeen naar verwachting de kwaliteit van de gegevens in de begrotings-, financiële en statistische rapportage zal verbeteren. Het nieuwe systeem omvat een aantal afzonderlijke segmenten, samen met gegevenscoderingsstructuren in deze segmenten, die tegemoetkomen aan de informatiebehoeften van de verschillende gebruikers van het systeem. |
A3G/B5 * g |
A1.1 Hervorming van het begrotingskader |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet op de overheidsfinanciën waarbij het toepassingsgebied van de stabiliserende uitgavenregel (SER) wordt uitgebreid met staatsfondsen voor speciale doeleinden |
Bepaling in de wijziging van de wet op de overheidsfinanciën met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2021 |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet op de overheidsfinanciën om het toepassingsgebied van de stabiliserende uitgavenregel (SER) uit te breiden.
|
A4G/B5 * g |
A1.1 Hervorming van het begrotingskader |
Mijlpaal |
Evaluatie van de werking van de stabiliserende uitgavenregel in de jaren 2019-2023, met het oog op:
|
Publicatie op de website Biuletyn Informacji Publicznej van het ministerie van Financiën |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2025 |
Publicatie van een evaluatie van de werking van de stabiliserende uitgavenregel (SER), met een speciale verwijzing naar het toepassingsgebied ervan, na vijf jaar werking (evaluatie 2019-2023). De evaluatie wordt gepubliceerd op de website van het ministerie van Financiën.
|
A5G/B5 * g |
A1.2 Verdere vermindering van de regelgevings- en administratieve lasten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wetgevingspakket ter vermindering van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers |
Bepalingen in het wetgevingspakket betreffende de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een wetgevingspakket dat erop gericht is juridische belemmeringen voor het investeringsklimaat weg te nemen, met name door: 1) vereenvoudiging van administratieve en stilzwijgende procedures in ten minste 12 procedures, met name met betrekking tot de beroepen van zeevarenden en de handel in alcoholhoudende dranken; 2) beperking van het gebruik van de procedure in twee instanties in ten minste 10 procedures, met name met betrekking tot geologische hulpbronnen; 3) digitalisering van de wijze waarop verzoeken worden behandeld in ten minste acht administratieve procedures, bijvoorbeeld met betrekking tot de indiening van verklaringen door toeristische exploitanten en ondernemers bij het verzekeringsgarantiefonds en de indiening van aanvragen voor sociale uitkeringen door studenten, alsook met betrekking tot de geodetische procedures; 4) invoering van andere rationaliseringen van administratieve procedures (zoals de beperking van het aantal documenten of minder formaliteiten) die met name verband houden met de invoering van een aantal verbeteringen in het ruimtelijkeordeningsproces, het bouwproces en het proces van landinrichting; 5) verlenging van de termijn voor het nakomen van de verplichtingen van ondernemers en natuurlijke personen jegens de overheid in sommige gevallen van administratieve procedures, bijvoorbeeld verlenging van de termijn voor de registratie van een in een andere lidstaat gekochte auto van 30 tot 60 dagen of verlenging van de termijn voor het gebruik van de reisvoucher van 31 maart 2022 tot 30 september 2022. |
A6G/B5 * g |
A1.2 Verdere vermindering van de regelgevings- en administratieve lasten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet investeringszone |
Bepaling in de wijziging van de wet inzake investeringszones met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van een wijziging van de Poolse wet inzake investeringszones, die:
|
A7G/B5 * g |
A1.2.1 Investeringen voor ondernemingen in producten, diensten en competenties van werknemers en personeel in verband met de diversificatie van activiteiten |
Doel |
T1 — Aantal kmo’s en micro-ondernemingen in HoReCa, cultuur en toerisme die hun bedrijfsactiviteiten hebben gemoderniseerd |
|
Nummer |
0 |
2500 |
Q2/B5 * g |
2024 |
Ten minste 2500 kmo’s en micro-ondernemingen in de hoReCa-sector, cultuur en toerisme hebben projecten voltooid die gericht zijn op de modernisering van hun bedrijfsactiviteiten. De projecten omvatten de volgende drie soorten activiteiten:
De investering waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten projecten die in het streefdoel worden beschreven, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening. De investeringen in het kader van deze maatregel moeten volledig in overeenstemming zijn met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). |
A8G/B5 * g |
A1.2.1 Investeringen voor ondernemingen in producten, diensten en competenties van werknemers en personeel in verband met de diversificatie van activiteiten |
Doel |
T2 — Aantal kmo’s en micro-ondernemingen in HoReCa, cultuur en toerisme die hun bedrijfsactiviteiten hebben gemoderniseerd |
|
Nummer |
2 500 |
5 000 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Ten minste 5000 kmo’s en micro-ondernemingen in de hoReCa-sector, cultuur en toerisme hebben projecten voltooid die gericht zijn op de modernisering van hun bedrijfsactiviteiten. De projecten omvatten de volgende drie soorten activiteiten:
De investering waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten projecten die in het streefdoel worden beschreven, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening. De investeringen in het kader van deze maatregel moeten volledig in overeenstemming zijn met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). |
A9G/B5 * g |
A1.2.2 Steun voor de voorbereiding van investeringslocaties voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor de economie |
Mijlpaal |
Goedkeuring van de definitieve selectie van te ontwikkelen investeringsgebieden |
Kennisgeving van de definitieve selectie van te ontwikkelen investeringsgebieden |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Goedkeuring van de definitieve selectie van de te ontwikkelen investeringsgebieden.
Steun in het kader van deze investering bestaat uit:
Het ministerie van Ontwikkeling, Arbeid en Technologie is verantwoordelijk voor het opstellen van de criteria.
De maatregel wordt ten uitvoer gelegd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). Met name moet ervoor worden gezorgd dat de ondersteunde investeringen in overeenstemming zijn met de artikelen 6 (3) en 12 van de habitatrichtlijn en artikel 5 van de vogelrichtlijn en wordt, indien nodig, een milieueffectbeoordeling (MEB) of screening uitgevoerd in overeenstemming met de MEB-richtlijn. Alle investeringsprojecten die uit hoofde van deze component worden gefinancierd en waarvoor een MEB-besluit vereist is, moeten voldoen aan Richtlijn 2011/92/EU, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU. Meer in het bijzonder moeten alle nieuwe projecten waarvoor een MEB vereist is, worden goedgekeurd op grond van de Wet op de verstrekking van informatie over het milieu en de bescherming daarvan, inspraak van het publiek in milieubeschermings- en milieueffectbeoordelingen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 maart 2021 tot wijziging van die wet en bepaalde andere wetten. Bij de uitvoering van alle investeringsprojecten waarvoor een milieubesluit of een bouw- of ontwikkelingsvergunning is aangevraagd of afgegeven vóór de inwerkingtreding van de wet van 30 maart 2021, wordt rekening gehouden met de bepalingen van de „Richtsnoeren voor corrigerende maatregelen voor door EU-fondsen gecofinancierde projecten die getroffen zijn door inbreuk 2016/2046”, zoals meegedeeld aan Polen op 23 februari 2021 (ref. Ares (2021) 1423319). |
A10G/B5 * g |
A1.2.2 Steun voor de voorbereiding van investeringslocaties voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor de economie |
Doel |
Hectaren ontwikkelde investeringsgebieden |
|
Nummer |
14 860 |
17 660 |
Q4/B5 * g |
2023 |
17 660 hectare operationele investeringslocaties in Polen (2 800 nieuwe hectare). De bouw van investeringslocaties moet gedetailleerde selectiecriteria bevatten om ervoor te zorgen dat de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01) worden nageleefd door het gebruik van een uitsluitingslijst. |
A11G/B5 * g |
A1.2.2 Steun voor de voorbereiding van investeringslocaties voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor de economie |
Doel |
Hectaren ontwikkelde investeringsgebieden |
|
Nummer |
17 660 |
19 060 |
Q4/B5 * g |
2025 |
19 060 hectare operationele investeringslocaties in Polen (4 200 nieuwe hectare). De bouw van investeringslocaties moet gedetailleerde selectiecriteria bevatten om ervoor te zorgen dat de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01) worden nageleefd door het gebruik van een uitsluitingslijst. |
A12G/B5 * g |
A1.3 Hervorming van de ruimtelijke ordening |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een nieuwe wet inzake ruimtelijke ordening |
Bepaling in de wet inzake ruimtelijke ordening met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2023 |
Na een openbare raadpleging treedt een nieuwe wet inzake ruimtelijke ordening in werking die:
|
A13G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Mijlpaal |
Publicatie van een document waarin het toewijzingsmechanisme en het indicatieve steunbedrag worden vastgesteld dat aan elke gemeente in Polen moet worden verleend voor de tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Publicatie op de website van het ministerie van Economische Ontwikkeling en Technologie |
Q3/B5 * g |
2022 |
Na een openbare raadpleging, publicatie van een document waarin het toewijzingsmechanisme en het indicatieve bedrag van de steun worden vastgesteld die elke gemeente zal ontvangen voor de uitvoering van de hervorming van de ruimtelijke ordening zoals uiteengezet in mijlpaal A12G. In het document wordt met name het bedrag van de aan elke gemeente te verlenen steun vermeld en wordt toegelicht voor welk type activiteiten de steun zal worden gebruikt. Alle gemeenten in Polen ontvangen steun voor de uitvoering van deze maatregel. Bij de vaststelling van het aan elke gemeente toe te wijzen steunbedrag wordt rekening gehouden met de bevolking en de omvang van het gebied van de gemeente (meer bevolkte/extensieve gemeenten ontvangen meer steun), waarbij ook rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van gemeenten. |
|||
A14G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Doel |
Medewerkers van lokale overheden en ruimtelijkeordenaars die een cursus over de nieuwe wet ruimtelijke ordening hebben afgerond |
|
Nummer |
0 |
850 |
Q2/B5 * g |
2024 |
Ten minste 850 medewerkers van lokale overheden en ruimtelijkeordenaars hebben een cursus afgerond over de nieuwe wet inzake ruimtelijke ordening, zoals uiteengezet in mijlpaal A12G. |
A15G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Doel |
Medewerkers van lokale overheden en ruimtelijkeordenaars die een cursus over de nieuwe wet ruimtelijke ordening hebben afgerond |
|
Nummer |
850 |
1 700 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Ten minste 1 700 personeelsleden van lokale overheden en ruimtelijkeordenaars die een cursus over de nieuwe wet ruimtelijke ordening hebben afgerond, zoals uiteengezet in mijlpaal A12G. |
A16G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Doel |
Aandeel gemeenten dat algemene ruimtelijkeordeningsplannen heeft vastgesteld |
|
% (percentage) |
0 |
25 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Ten minste 25 % van de gemeenten heeft een algemeen ruimtelijkeordeningsplan opgesteld en goedgekeurd, zoals vereist door de nieuwe wet die is vastgelegd in mijlpaal A12G. |
A17G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Doel |
Aandeel gemeenten dat algemene ruimtelijkeordeningsplannen heeft vastgesteld |
|
% (percentage) |
25 |
100 |
Q2/B5 * g |
2026 |
100 % van de gemeenten heeft een algemeen ruimtelijkeordeningsplan opgesteld en goedgekeurd, zoals vereist door de nieuwe wet die is opgenomen in mijlpaal A12G. |
A18G/B5 * g |
A1.4 Hervorming ter verbetering van het concurrentievermogen en de bescherming van producenten/consumenten in de landbouwsector |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een nieuwe wet ter bestrijding van het oneerlijke gebruik van contractuele voordelen in de landbouw- en levensmiddelensector |
Bepaling in de nieuwe wet ter bestrijding van het oneerlijke gebruik van contractuele voordelen in de landbouw- en levensmiddelensector waaruit blijkt dat deze in werking treedt |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
Na een openbare raadpleging treedt een nieuwe wet in werking ter bestrijding van het oneerlijke gebruik van contractuele voordelen in de landbouw- en levensmiddelensector, die:
Hoewel de richtlijn alleen leveranciers van landbouw- en voedingsproducten beschermt, beschermt de nieuwe wet alle marktdeelnemers, met inbegrip van kopers van landbouw- en voedingsproducten. De hervorming stelt het Bureau voor mededinging en consumentenbescherming in staat om niet alleen de door marktdeelnemers ingediende zaken te onderzoeken, maar ook zijn eigen onderzoeken te verrichten. |
A19G/B5 * g |
A1.4 Hervorming ter verbetering van het concurrentievermogen en de bescherming van producenten/consumenten in de landbouwsector |
Mijlpaal |
Goedkeuring van een tussentijdse evaluatie van de nieuwe wet ter bestrijding van het oneerlijke gebruik van contractuele voordelen in de landbouw- en levensmiddelensector |
Publicatie op de website van het Bureau voor mededinging en consumentenbescherming |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2025 |
De evaluatie omvat een beoordeling van de vraag of de doelstellingen van de hervorming inzake oneerlijke handelspraktijken in de agrovoedingssector zijn verwezenlijkt en identificeert mogelijkheden voor actie om mogelijke uitvoeringsproblemen aan te pakken. |
A20G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Mijlpaal |
Vaststelling van criteria voor de selectie van begunstigden voor alle projecten in het kader van deze investering |
Publicatie op de website van het ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling en het Agentschap voor herstructurering en modernisering van de landbouw over de vaststelling van de criteria voor de selectie van begunstigden |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
Na een openbare raadpleging, vaststelling van de criteria voor de selectie van begunstigden voor alle projecten in het kader van deze investering. De selectiecriteria zijn in overeenstemming met de beginselen van non-discriminatie en transparantie.
|
A21G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Distributie- en opslagcentra die zijn gebouwd of gemoderniseerd en groothandelsmarkten die gemoderniseerd zijn |
|
Nummer |
0 |
72 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Ten minste 72 distributie- en opslagcentra en groothandelsmarkten (met inbegrip van coöperaties) zijn gebouwd of gemoderniseerd. Het doel is een reeks onafhankelijke distributie- en opslagcentra op lokaal niveau op te richten om de voedselvoorzieningsketen te diversifiëren en te verkorten en duurzamere productiepraktijken in de agrovoedingssector aan te moedigen, met name door voedselverspilling te voorkomen. De investering bestaat uit: (I)Bouw of modernisering van gebouwen en relevante infrastructuur, zoals opslag-, verpakkings-, laad- en verkoopfaciliteiten, sociale voorzieningen en laboratoria. Voorts omvatten de investeringen de aankoop van zonnepanelen en de bouw van warmteterugwinningsinstallaties, biomassa-ovens en koelmiddelen met een verminderd of neutraal effect op het milieu. De modernisering van gebouwen omvat ook investeringen in de thermo-modernisering van gebouwen, de bouw van afvalverwerkingsinstallaties en de bouw van water- en energiebesparende voorzieningen. (II)Aankoop en installatie van machines en uitrusting voor de opslag, de verkoop, de verpakking en het vervoer van agrovoedingsproducten (III)Aankoop en installatie van IT-systemen ter ondersteuning, opslag en afzet van levensmiddelen, met inbegrip van beheers- en boekhoudsystemen. (IV)Aankoop van nieuwe gespecialiseerde vervoermiddelen voor magazijnbeheer (zoals vorkheftrucks) en voor het vervoer van agrovoedingsproducten (zoals tanks, silo’s, koelhuizen en isothermen). Vervoersuitrusting wordt aangekocht in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C58/01). (V)Investeringen in verband met de naleving van gecertificeerde kwaliteitsbeheersystemen (VI)Vooraf te betalen vergoedingen voor octrooien en licenties. De investering waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten projecten die in het streefdoel worden beschreven, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening. De investeringen worden gedaan in overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, vervoersapparatuur, hernieuwbare energie en afvalbeheer. |
A22G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Kmo’s in de agrovoedingssector die projecten voor de modernisering van hun infrastructuur en uitrusting hebben voltooid |
|
Nummer |
0 |
400 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Ten minste 400 kmo’s in de agrovoedingssector en de visserijsector hebben projecten voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren. De investeringen bestaan uit de volgende soorten activiteiten:
De investering waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten projecten die in het streefdoel worden beschreven, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, afvalbeheer en transportapparatuur. |
A23G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Kmo’s in de agrovoedingssector die projecten voor de modernisering van hun infrastructuur en uitrusting hebben voltooid |
|
Nummer |
400 |
800 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Ten minste 800 kmo’s in de agrovoedingssector en de visserijsector hebben projecten voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren.
De investering bestaat uit de volgende soorten projecten:
De investering waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten projecten die in het streefdoel worden beschreven, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, afvalbeheer en transportuitrusting. |
A24G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Liefdadigheidsorganisaties in de levensmiddelensector die projecten voor de modernisering van hun infrastructuur en uitrusting hebben voltooid |
|
Nummer |
0 |
50 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Ten minste 50 liefdadigheidsorganisaties in de voedingssector hebben projecten voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren, teneinde duurzamere voedselconsumptiepatronen aan te moedigen, met name door voedselverspilling te voorkomen. De investeringen ondersteunen de modernisering van infrastructuur in liefdadigheidsorganisaties, met inbegrip van:
De investering waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten projecten die in het streefdoel worden beschreven, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, afvalbeheer en transportuitrusting. |
A25G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Landbouwers en vissers die projecten hebben voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren, de voedselvoorzieningsketens te verkorten en landbouwoplossingen 4.0 in productieprocessen toe te passen |
|
Nummer |
0 |
5 764 |
Q4/B5 * g |
2023 |
Ten minste 5 764 landbouwers en vissers hebben projecten voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren, teneinde hun weerbaarheid tegen toekomstige crises te vergroten en duurzame productiepatronen te versterken, toeleveringsketens te verkorten en landbouw 4.0-technologieën te ondersteunen. De investeringen omvatten: 1) bouw en modernisering van gebouwen en infrastructuur voor de verwerking van landbouw-, visserij- en aquacultuurproducten en levensmiddelen door landbouwers. De steun omvat ook de vervanging van materialen die schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid in gebouwen die voor de landbouwproductie worden gebruikt; 2) bouw van installaties voor warmteterugwinning, biomassaovens en koelmiddelen met een verminderd of neutraal effect op het milieu. De steun omvat ook de thermische modernisering van gebouwen, de bouw van installaties voor de opslag en het beheer van afval, rioolwaterzuiveringsinstallaties en biogasinstallaties, alsmede de aankoop van fotovoltaïsche en zonnepanelen. 3) aankoop en installatie van machines en uitrusting voor de productie, verwerking en opslag van landbouw-, visserij- en aquacultuurproducten door landbouwers. 4) bouw of modernisering van plaatsen voor de rechtstreekse verkoop van lokale voedingsmiddelen. Dit omvat de ontwikkeling, aanpassing en bouw van lokalen voor rechtstreekse verkoop, alsmede de aankoop van relevante apparatuur zoals koelkasten, diepvriezers en verwerkingsmachines en -apparaten. 5) aankoop en installatie van IT-systemen en digitale oplossingen in verband met landbouw 4.0 ter ondersteuning van productie-, opslag- en verkoopprocessen voor agrovoedingsproducten. Dit omvat de aankoop van machines, apparatuur en software voor deze doeleinden, met inbegrip van sensoren, IT-apparatuur en softwaretoepassingen.
6) aankoop van emissievrije/emissiearme gespecialiseerde transportvoertuigen, zoals koelwagens, tankwagens en isotherme vrachtwagens, ter ondersteuning van de verkoop van deur tot deur of het vervoer van agrovoedingsproducten.
8) vooraf te betalen vergoedingen voor octrooien en licenties. De investering waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten projecten die in het streefdoel worden beschreven, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, afvalbeheer, biodiversiteit en transportapparatuur. |
A26G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Landbouwers en vissers die projecten hebben voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren, de voedselvoorzieningsketens te verkorten en landbouwoplossingen 4.0 in productieprocessen toe te passen |
|
Nummer |
5 764 |
11 527 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Ten minste 11 527 landbouwers en vissers hebben projecten voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren, teneinde hun weerbaarheid tegen toekomstige crises te vergroten en duurzame productiepatronen te versterken, toeleveringsketens te verkorten en landbouw 4.0-technologieën te ondersteunen. De investeringen omvatten: 1) bouw en modernisering van gebouwen en infrastructuur voor de verwerking van landbouw-, visserij- en aquacultuurproducten en levensmiddelen door landbouwers. De steun omvat ook de vervanging van materialen die schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid in gebouwen die voor de landbouwproductie worden gebruikt; 2) bouw van installaties voor warmteterugwinning, biomassaovens en koelmiddelen met een verminderd of neutraal effect op het milieu. De steun omvat ook de thermische modernisering van gebouwen, de bouw van installaties voor de opslag en het beheer van afval, rioolwaterzuiveringsinstallaties en biogasinstallaties, alsmede de aankoop van fotovoltaïsche en zonnepanelen. 3) aankoop en installatie van machines en uitrusting voor de productie, verwerking en opslag van landbouw-, visserij- en aquacultuurproducten door landbouwers. 4) bouw of modernisering van plaatsen voor de rechtstreekse verkoop van lokale voedingsmiddelen. Dit omvat de ontwikkeling, aanpassing en bouw van lokalen voor rechtstreekse verkoop, alsmede de aankoop van relevante apparatuur zoals koelkasten, diepvriezers en verwerkingsmachines en -apparaten. 5) aankoop en installatie van IT-systemen en digitale oplossingen in verband met landbouw 4.0 ter ondersteuning van productie-, opslag- en verkoopprocessen voor agrovoedingsproducten. Dit omvat de aankoop van machines, apparatuur en software voor deze doeleinden, met inbegrip van sensoren, IT-apparatuur en softwaretoepassingen. 6) aankoop van emissievrije/emissiearme gespecialiseerde transportvoertuigen, zoals koelwagens, tankwagens en isotherme vrachtwagens, ter ondersteuning van de verkoop van deur tot deur of het vervoer van agrovoedingsproducten. 7) ontwikkeling van online-instrumenten voor de verkoop van landbouw-, visserij-, aquacultuur- en voedingsproducten, alsmede steun voor de organisatie van leveringen. 8) vooraf te betalen vergoedingen voor octrooien en licenties. De investering waarborgt een evenwichtige uitvoering van alle soorten projecten die in het streefdoel worden beschreven, rekening houdend met zowel de specifieke behoeften van de begunstigden als de doelstellingen van de RRF-verordening. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, afvalbeheer, biodiversiteit en transportapparatuur. |
A2 — INNOVATIE
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
A27G/B5 * g |
A2.1 Versnellen van robotisering en digitaliserings- en innovatieprocessen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een nieuwe wet ter ondersteuning van de automatisering en digitalisering en innovatie van ondernemingen door invoering van een belastingvermindering voor robotisering |
Bepaling in de nieuwe wet ter ondersteuning van de automatisering en digitalisering en innovatie van ondernemingen, met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Bij een nieuwe wet wordt een belastingvermindering ingevoerd zodat een ondernemer recht heeft op een aanvullende afschrijving van een deel van de kosten voor robotisering uit de belastinggrondslag aan het einde van het belastingjaar. De belastingvermindering is beschikbaar voor alle ondernemers, ongeacht hun omvang en vestigingsplaats. De volgende kosten worden als subsidiabel beschouwd: • kosten voor de aankoop van nieuwe robots, • machines en randapparatuur voor robots die functioneel daarmee verbonden zijn • machines, apparaten en andere zaken die functioneel verband houden met robots, die worden gebruikt om ergonomie en veiligheid op het werk te waarborgen • machines, apparaten of systemen voor beheer op afstand, diagnose, monitoring of onderhoud van robots • interactieapparaten tussen mens en machine voor kinderschoenen of robots met een hoge gevoeligheid • kosten van immateriële activa met betrekking tot bovengenoemde vaste activa • kosten van opleidingsdiensten met betrekking tot robots • vergoedingen voor de hierboven genoemde leasingovereenkomst voor vaste activa, indien de eigendom van de vaste activa na afloop van de basisperiode van de leaseovereenkomst aan de belastingplichtige wordt overgedragen. Verwacht wordt dat deze maatregel geen ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen die zijn uiteengezet in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). De hervorming ondersteunt met name investeringen met een gering effect die technologisch neutraal zijn op het niveau van de toepassing ervan. |
A28G/B5 * g |
A2.1.1 Investeringen ter ondersteuning van robotisering en digitalisering in ondernemingen |
Doel |
T1 — Uitvoering van projecten in verband met robotisering, kunstmatige intelligentie of digitalisering van processen, technologieën, producten of diensten |
|
Nummer |
0 |
6 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Aantal volledig uitgevoerde projecten in verband met robotisering, kunstmatige intelligentie of digitalisering van processen, technologieën, producten of diensten. De projecten hebben met name betrekking op ten minste één van de vermelde onderwerpen:
|
A29G/B5 * g |
A2.1.1 Investeringen ter ondersteuning van robotisering en digitalisering in ondernemingen |
Doel |
T2 — Uitvoering van projecten in verband met robotisering, kunstmatige intelligentie of digitalisering van processen, technologieën, producten of diensten |
|
Nummer |
6 |
40 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aanvullende ten minste 34 volledig uitgevoerde projecten in verband met robotisering, kunstmatige intelligentie of digitalisering van processen, technologieën, producten of diensten die voldoen aan de eisen die zijn vastgesteld voor maatregel A28G. |
A30G/B5 * g |
A2.2 Het scheppen van de voorwaarden voor de overgang naar een model van de circulaire economie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van nieuwe wetgeving tot wijziging van het wetgevingskader om de handel in secundaire grondstoffen mogelijk te maken |
Bepaling in de nieuwe wetgeving die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2024 |
De nieuwe wetgeving maakt de handel in geselecteerde secundaire grondstoffen mogelijk. De wetgeving moet het vergemakkelijken van het beheer van deze materialen mogelijk maken, hetgeen moet leiden tot een vermindering van de exploitatie van de bronnen van natuurlijke hulpbronnen, ter vervanging van natuurlijke materialen en producten, en tot een vermindering van de opslag van afval op afvalbergen. |
A31G/B5 * g |
A2.2.1 Investeringen in de uitrol van milieutechnologieën en -innovatie, met inbegrip van die welke verband houden met de circulaire economie |
Doel |
Ondertekende subsidieovereenkomsten voor projecten die aan kmo’s worden toegekend met oplossingen voor de ontwikkeling en stimulering of toepassing van groene technologieën (in verband met de circulaire economie) |
|
Nummer |
0 |
100 |
Q1/B5 * g |
2025 |
Aantal ondertekende subsidieovereenkomsten. De selectie geschiedt aan de hand van gespecificeerde selectiecriteria volgens de beginselen van non-discriminatie en transparantie. De financiering financiert projecten van kmo’s in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst die verband houdt met de ontwikkeling en uitvoering of toepassing van groene industriële oplossingen, die worden geselecteerd op basis van de hoogste bijdrage aan de doelstellingen (aan de hand van meetbare en betrouwbare indicatoren) in een van de volgende categorieën:
|
A32G/B5 * g |
A2.2.1 Investeringen in de uitrol van milieutechnologieën en -innovatie, met inbegrip van die welke verband houden met de circulaire economie |
Doel |
Ondertekende subsidieovereenkomsten voor projecten ter ondersteuning van de ontwikkeling van technologieën die bijdragen tot de totstandbrenging van een markt voor secundaire grondstoffen |
|
Nummer |
0 |
5 |
Q3/B5 * g |
2025 |
Aantal ondertekende subsidieovereenkomsten. De selectie geschiedt aan de hand van gespecificeerde selectiecriteria volgens de beginselen van non-discriminatie en transparantie. De financiering dient ter financiering van projecten in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en met betrekking tot het gebruik van secundaire grondstoffen, die worden geselecteerd op basis van de hoogste bijdrage aan de doelstellingen (aan de hand van meetbare en betrouwbare indicatoren) van: a) ontwikkeling van technologieën voor de omzetting van afval; b) ontwikkeling en toepassing van innovatieve technologieën op het gebied van het gebruik van afval als secundaire grondstoffen, c) verhoging van de hoeveelheid recycleerbare materialen en vermindering van de hoeveelheid primaire materialen die in productieprocessen worden gebruikt, d) ondersteuning van belangrijke ontwerpprocessen voor recycling, e) verlenging van de levensduur van producten, f) vermindering van de hoeveelheid afval die op stortplaatsen terechtkomt. |
A33G/B5 * g |
A2.3 Het verschaffen van een institutionele en rechtsgrondslag voor de ontwikkeling van onbemande luchtvaartuigen (UAV) |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet inzake het Poolse agentschap voor luchtvaartnavigatiediensten |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet inzake het Poolse agentschap voor luchtvaartnavigatiediensten, met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2023 |
Het wijzigingsbesluit verleent het Poolse Agentschap voor luchtvaartnavigatiediensten (PANSA) het recht om eigen vermogen in commerciële ondernemingen te bezitten en machtigt PANSA of haar dochterondernemingen om proefprojecten uit te voeren ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van bedrijfsmodellen en diensten op basis van UAV. |
A34G/B5 * g |
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als ecosysteem van innovatie |
Doel |
T1 — Lokale centra en infrastructuur voor onbemande voertuigen, voltooid door lokale overheden of aangewezen entiteiten om lokaal te opereren |
|
Nummer |
0 |
3 |
Q1/B5 * g |
2025 |
Lokale infrastructuur wordt op drie locaties geïmplementeerd (uitrol).
|
A35G/B5 * g |
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als ecosysteem van innovatie |
Doel |
T2 — Lokale centra en infrastructuur voor onbemande voertuigen, voltooid door lokale overheden of aangewezen entiteiten om lokaal te opereren |
|
Nummer |
3 |
10 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Lokale centra en/of infrastructuur worden uitgevoerd op zeven extra locaties (uitrol). De invoering van de digitale infrastructuur voor onbemande voertuigen in het hele land maakt de stabiele, duurzame en veilige ontwikkeling van onbemande voertuigtoepassingen in verschillende delen van het land mogelijk en draagt bij tot het waarborgen van territoriale cohesie en duurzame ontwikkeling van het land. De belangrijkste elementen van de infrastructuur zijn terrestrische infrastructuur, lokale gegevens- en verkeersbeheercentra, alsook digitale diensten en producenten. |
A36G/B5 * g |
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als ecosysteem van innovatie |
Doel |
Uitgevoerde onbemande voertuigdiensten voorafgegaan door proefprojecten |
|
Nummer |
0 |
2 |
Q2/B5 * g |
2024 |
Diensten voor onbemande voertuigen worden getest en uitgevoerd in het kader van proefprojecten die binnen individuele kenniscentra worden uitgevoerd. Naar verwachting zullen ten minste twee proefprojecten worden uitgevoerd als onderdeel van gespecialiseerde programma’s op de volgende geselecteerde toepassingsgebieden:
|
A37G/B5 * g |
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als ecosysteem van innovatie |
Doel |
Uitgevoerde onbemande voertuigdiensten voorafgegaan door proefprojecten |
|
Nummer |
2 |
4 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Twee aanvullende projecten die voldoen aan de vereisten voor maatregel A36G. |
A38G/B5 * g |
A2.4 Versterking van de samenwerkingsmechanismen tussen wetenschap en industrie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet op het hoger onderwijs en de wetenschap met betrekking tot de lijst van entiteiten die samen met universiteiten special purpose vehicles kunnen oprichten |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet op het hoger onderwijs en de wetenschap met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
Het wijzigingsbesluit maakt het mogelijk voertuigen voor speciale doeleinden te creëren die speciaal zijn ontworpen voor het in de handel brengen van resultaten van onderzoek en ontwikkeling. Dit zal naar verwachting een grotere interdisciplinaire en flexibele overdracht van technologie mogelijk maken. |
A39G/B5 * g |
A2.4 Versterking van de samenwerkingsmechanismen tussen wetenschap en industrie |
Mijlpaal |
Vaststelling van regels voor het gebruik van laboratoria en kennisoverdracht van instellingen die onder toezicht staan van de minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling |
Document met de vastgestelde regels |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
De regels voor het gebruik van laboratoria en kennisoverdracht bepalen de procedures voor het gebruik van de onderzoeksinfrastructuur in het kader van de samenwerking tussen wetenschap en wetenschap en tussen wetenschap en bedrijfsleven. De bepalingen zijn in overeenstemming met de beginselen van non-discriminatie en transparantie. |
A40G/B5 * g |
A2.4.1 Investeringen in de ontwikkeling van onderzoekscapaciteiten |
Doel |
Laboratoria met moderne onderzoeks- en analytische infrastructuur in instellingen die onder toezicht staan en/of ondergeschikt zijn aan het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en het ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling |
|
Nummer |
0 |
18 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Bouw en modernisering van laboratoria in instellingen die onder toezicht staan en/of ressorteren onder het ministerie van Onderwijs en Wetenschap, en het ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling en de hoofdinspectie van de Landbouw- en Voedselkwaliteitsinspectie in verband met de doelstellingen. |
A3 — ONDERWIJS
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
A41G/B5 * g |
A3.1 Werknemers voor de moderne economie: vaardigheden en kwalificaties beter afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën in de economie en de groene en digitale transformatie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de handeling tot wijziging van de onderwijswet, tot vaststelling van het rechtskader voor het netwerk van sectorale centra voor vaardigheden, die voorziet in gerichte bij- en omscholing die zeer relevant is voor de behoeften van de arbeidsmarkt |
Bepaling in de wet tot wijziging van de onderwijswet met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2023 |
De hervorming van de onderwijswet stelt, na haalbaarheidsstudies en een evaluatieproces in nauwe samenwerking met de sociale partners, regionale autoriteiten, sectoren en andere belanghebbenden, het rechtskader vast voor het netwerk van sectorale centra voor vaardigheden, dat gerichte bij- en omscholing biedt die zeer relevant is voor de behoeften van de arbeidsmarkt, met als doel het stelsel voor beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren met meer gerichte sectorale onderwijscentra en onderwijs beter af te stemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt.
De onderwijswet, zoals gewijzigd bij de wijzigingswet, moet:
— Financieringsregelingen vast te stellen (ook na beëindiging van de EU-steun), opleidingsvoorwaarden, voorzieningen voor loopbaanbegeleiding en curricula; alsmede
|
A42G/B5 * g |
A3.1 Werknemers voor de moderne economie: vaardigheden en kwalificaties beter afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën in de economie en de groene en digitale transformatie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Teachers Act die de uitvoering mogelijk maakt van permanente beroepsopleiding voor leerkrachten in de sectorale centra voor vaardigheden |
Bepaling in de wet tot wijziging van de Teachers Act met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2023 |
De hervorming van de Teachers Act stelt de sectorale centra voor vaardigheden in staat permanente beroepsopleiding voor leerkrachten aan te bieden.
het kader vast te stellen voor de opleiding van leerkrachten in de vaardighedencentra; — bepalingen op te nemen voor de opleiding van leerkrachten met het oog op het gebruik van nieuwe technologieën. |
A43G/B5 * g |
A3.1 Werknemers voor de moderne economie: vaardigheden en kwalificaties beter afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën in de economie en de groene en digitale transformatie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wetten tot wijziging van de wet inzake regionaal zelfbestuur, de wet inzake arbeidsmarktinstellingen, de wet inzake districtszelfbestuur en andere relevante wetten voor de coördinatie van beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren in de regio’s |
Bepalingen in de wetten tot wijziging van de wet inzake regionaal zelfbestuur, de wet inzake arbeidsmarktinstellingen, de wet inzake districtszelfbestuur en andere relevante wetten, met vermelding van hun respectieve inwerkingtreding |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2025 |
In de gewijzigde wetgevingshandelingen (met inbegrip van de wet inzake regionaal zelfbestuur, de wet inzake arbeidsmarktinstellingen, de wet inzake districtszelfbestuur en andere relevante handelingen) worden, na een herzieningsproces en in nauwe samenwerking met de lokale en regionale autoriteiten, de rechten en verantwoordelijkheden van regio’s bij de coördinatie van het vaardighedenbeleid vastgesteld en wordt het bijscholingsaanbod van instellingen voor een leven lang leren op basis van geoperationaliseerde uitvoeringsprogramma’s voor de Poolse nationale geïntegreerde vaardighedenstrategie 2030 op regionaal niveau beïnvloed.
|
A44G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T1 — Oprichting van een netwerk van functionerende centra voor sectorale vaardigheden voor gerichte bij- en omscholing die zeer relevant zijn voor de behoeften van de arbeidsmarkt |
|
Nummer |
0 |
20 |
Q1/B5 * g |
2024 |
De volledige werking van 20 sectorale centra voor vaardigheden en het aanbieden van beroepsopleidingen en -curricula, onder meer voor volwassenen, studenten, jongeren, leerkrachten in beroepsonderwijs en -opleiding en werknemers. Dit omvat onder meer:
— Aanwerving van personeel; alsmede
De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). Met name moet de bouw van nieuwe gebouwen in overeenstemming zijn met de norm „Near Zero-Energy Buildings”, zoals vastgesteld in de richtlijn energieprestatie van gebouwen. |
A45G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T2 — Oprichting van een netwerk van functionerende centra voor sectorale vaardigheden voor gerichte bij- en omscholing die zeer relevant zijn voor de behoeften van de arbeidsmarkt |
|
Nummer |
20 |
120 |
Q3/B5 * g |
2025 |
De volledige werking van 120 sectorale centra voor vaardigheden en het aanbieden van beroepsopleidingen en -curricula, onder meer voor volwassenen, studenten, jongeren, leerkrachten in beroepsonderwijs en -opleiding en werknemers. Dit omvat onder meer:
— Aanwerving van personeel; alsmede
De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). Met name moet de bouw van nieuwe gebouwen in overeenstemming zijn met de norm „Near Zero-Energy Buildings”, zoals vastgesteld in de richtlijn energieprestatie van gebouwen. |
A46G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T1 — Vaardigheden voor lerenden in de sectorale centra voor vaardigheden, met inbegrip van certificering van leerresultaten (vaardigheden), uitgegeven en erkend door de sector |
|
Nummer |
0 |
2 000 |
Q3/B5 * g |
2024 |
2 000 personen moeten een opleiding hebben genoten in de sectorale centra voor vaardigheden. Elk van de opgeleide lerenden heeft een door de sectorale organisatie afgegeven bevestiging ontvangen van de door de sector erkende leerresultaten (vaardigheden en kwalificaties). |
A47G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T2 — Vaardigheden voor lerenden in de sectorale centra voor vaardigheden, met inbegrip van certificering van leerresultaten (vaardigheden), uitgegeven en erkend door de sector |
|
Nummer |
2 000 |
16 000 |
Q3/B5 * g |
2025 |
16 000 personen moeten een opleiding hebben genoten in de sectorale centra voor vaardigheden. Elk van de opgeleide lerenden heeft een door de sectorale organisatie afgegeven bevestiging ontvangen van de door de sector erkende leerresultaten (vaardigheden en kwalificaties). |
A48G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T3 — Vaardigheden voor lerenden in de sectorale centra voor vaardigheden, met inbegrip van certificering van leerresultaten (vaardigheden), uitgegeven en erkend door de sector |
|
Nummer |
16 000 |
24 000 |
Q2/B5 * g |
2026 |
24 000 personen moeten een opleiding hebben genoten in de sectorale centra voor vaardigheden. Elk van de opgeleide lerenden heeft een door de sectorale organisatie afgegeven bevestiging ontvangen van de door de sector erkende leerresultaten (vaardigheden en kwalificaties). |
A49G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
Oprichting van functionerende regionale coördinatieteams voor de coördinatie van het beleid op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren |
|
Nummer |
0 |
14 |
Q3/B5 * g |
2022 |
Er worden ten minste 14 regionale coördinatieteams opgericht, met een algemene doelstelling van 16 regionale coördinatieteams (één per „voivodeschap”). De regionale coördinatieteams, bestaande uit belangrijke belanghebbenden, coördineren het beleid op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren, en werken waar nodig samen met het hoger onderwijs en indien overeengekomen met de betrokken instellingen voor hoger onderwijs. |
A50G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
Ontwikkeling van operationele uitvoeringsprogramma’s voor de geïntegreerde vaardighedenstrategie op regionaal niveau door de opgerichte regionale coördinatiegroepen voor beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren |
|
Nummer |
0 |
14 |
Q3/B5 * g |
2023 |
Er worden ten minste 14 geoperationaliseerde regionale uitvoeringsprogramma’s ontwikkeld, met een algemene doelstelling van 16 regionale operationele uitvoeringsprogramma’s (één voor elk „voivodeschap”).
|
A4 — ARBEIDSMARKT
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
A51G/B5 * g |
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van nieuwe wetten inzake openbare diensten voor arbeidsvoorziening, de tewerkstelling van onderdanen van derde landen en de elektronische sluiting van bepaalde arbeidsovereenkomsten:
|
Bepaling in de wetgeving inzake openbare diensten voor arbeidsvoorziening, tewerkstelling van onderdanen van derde landen en elektronische sluiting van bepaalde arbeidsovereenkomsten met vermelding van de inwerkingtreding |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van drie nieuwe wetten, waarbij nieuwe bepalingen worden ingevoerd:
|
A52G/B5 * g |
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Nieuwe normen en prestatiekader voor de werking en coördinatie van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening |
Goedkeuring door het ministerie van Gezinszaken en Sociaal Beleid (MRiPS) |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Nieuwe prestatienormen en een kader voor beheersprestaties, met inbegrip van:
|
A53G/B5 * g |
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Een raadplegingsproces van de sociale partners over het potentieel van collectieve arbeidsovereenkomsten uitvoeren en een uitgebreide studie uitvoeren naar de mogelijke rol van één enkel arbeidscontract om nieuwe flexibiliteit en zekerheid op de Poolse arbeidsmarkt te creëren |
Publicatie door het ministerie van Gezinszaken en Sociaal Beleid (MRiPS) van een verslag over de raadpleging van de sociale partners |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Het doel van de raadpleging van de sociale partners is de rol en het potentieel van collectieve arbeidsovereenkomsten op de Poolse arbeidsmarkt in kaart te brengen om nieuwe flexibiliteit te bieden in overeenstemming met de nieuwe en snel veranderende realiteit. Er wordt een studie uitgevoerd om na te gaan of er sprake is van één enkel arbeidscontract, een analytische en juridische onderbouwing te bieden en gebruik te maken van vergelijkende analyses. Het kan worden ontwikkeld met de steun van internationale organisaties en/of met specifieke technische bijstand. |
A54G/B5 * g |
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van relevante wetten ter uitvoering van de hervormingsprioriteiten die zijn vastgesteld in de raadpleging over collectieve overeenkomsten en in de studie over één enkel arbeidscontract in Polen |
Bepaling in de wijziging van de desbetreffende wetgeving met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2024 |
Inwerkingtreding van een wijziging van de relevante wetgeving ter uitvoering van de hervormingsprioriteiten zoals vastgesteld in de studie over de mogelijke rol van één enkel arbeidscontract en overeenkomstig de raadpleging over collectieve overeenkomsten. |
A55G/B5 * g |
A4.1.1 Investeringen ter ondersteuning van de hervorming van arbeidsmarktinstellingen |
Doel |
Openbare dienst voor arbeidsvoorziening (ODA’s) waar gemoderniseerde IT-systemen worden ingevoerd |
|
% (percentage) |
0 |
100 |
Q2/B5 * g |
2025 |
Aandeel van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening (kantoren) waar de IT-systemen worden ingevoerd. De uitvoering bestaat uit:
|
A56G/B5 * g |
A4.1.1 Investeringen ter ondersteuning van de hervorming van arbeidsmarktinstellingen |
Doel |
Personeel van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening (ODA’s) dat is opgeleid in de toepassing van nieuwe procedures en het gebruik van IT-instrumenten, ten uitvoer gelegd als gevolg van de nieuwe wetgeving inzake ODA’s, de tewerkstelling van onderdanen van derde landen en het elektronisch sluiten van bepaalde arbeidsovereenkomsten |
|
% (percentage) |
0 |
50 |
Q1/B5 * g |
2025 |
Werknemers van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening (ODA’s) voltooien een opleiding over de nieuwe procedures en normen die zijn vastgesteld in de nieuwe wetten inzake openbare diensten voor arbeidsvoorziening, de tewerkstelling van onderdanen van derde landen, en over de elektronische sluiting van bepaalde arbeidsovereenkomsten, alsook in IT-instrumenten en IT-systemen die deze nieuwe instrumenten en procedures gebruiken. Het streefcijfer heeft betrekking op een percentage van het totale personeel van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening dat is opgeleid. |
A57G/B5 * g |
A4.2 Hervorming om de arbeidsmarktsituatie van ouders te verbeteren door de toegang tot hoogwaardige kinderopvang voor kinderen tot drie jaar te verbeteren |
Mijlpaal |
Vaststelling van kwaliteitsnormen voor kinderopvang, met inbegrip van onderwijsrichtsnoeren en normen voor opvangvoorzieningen voor kinderen jonger dan drie jaar, ter waarborging van hoge kwaliteit, met inbegrip van onderwijs en zorg |
Bepaling in de desbetreffende wet die de inwerkingtreding aangeeft |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2023 |
Onafhankelijke analyse van de mate waarin de bestaande normen voor opvang en onderwijs voor kinderen tot drie jaar toegang bieden tot hoogwaardige en betaalbare stelsels voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang. De analyse wordt uitgevoerd met inachtneming van de Aanbeveling van de Raad van 22 mei 2019 betreffende stelsels voor onderwijs en opvang van hoge kwaliteit voor jonge kinderen (2019/C 189/02) en wordt gepresenteerd in een door het ministerie van Gezinszaken en Sociaal Beleid te publiceren verslag. Op basis van de analyse wordt een kader opgesteld voor kwaliteitsnormen voor kinderopvang, met inbegrip van onderwijsrichtsnoeren en normen voor opvangvoorzieningen voor kinderen jonger dan drie jaar, die vervolgens openbaar worden geraadpleegd en door het ministerie van Gezinszaken en Sociaal Beleid met de belanghebbenden worden overeengekomen. De inwerkingtreding van een wijziging van de wet van 4 februari 2011 betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar maakt het kader bindend voor aanbieders van kinderopvang, na het resultaat van het overleg en het akkoord van het ministerie van Gezinszaken en Sociaal Beleid met de belanghebbenden. |
A58G/B5 * g |
A4.2 Hervorming om de arbeidsmarktsituatie van ouders te verbeteren door de toegang tot hoogwaardige kinderopvang voor kinderen tot drie jaar te verbeteren |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar die zorgt voor een stabiele langetermijnfinanciering van de kinderopvang voor kinderen tot drie jaar |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet van 4 februari 2011 betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar, met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2024 |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet van 4 februari 2011 betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar die zorgt voor een stabiele langetermijnfinanciering uit nationale middelen voor de oprichting en werking van kinderopvang voor kinderen tot drie jaar. |
A59G/B5 * g |
A4.2 Hervorming om de arbeidsmarktsituatie van ouders te verbeteren door de toegang tot kinderopvang voor kinderen tot drie jaar te verbeteren |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar met het oog op de wijziging van de organisatie van het financieringsstelsel voor de opvang van kinderen tot drie jaar met het oog op de invoering van één coherent financieringsbeheersysteem voor de oprichting en werking van kinderopvang voor kinderen tot drie jaar |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet van 4 februari 2011 betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar, met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Met de inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet van 4 februari 2011 betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar wordt het beheer van de financiering van de oprichting en werking van kinderopvangfaciliteiten gestroomlijnd door:
|
A60G/B5 * g |
A4.2.1 Steun voor kinderopvang voor kinderen tot drie jaar (kinderdagverblijven, kinderclubs) onder Maluch + |
Mijlpaal |
Opzetten van een IT-systeem voor het beheer van de financiering en de oprichting van kinderopvangfaciliteiten voor kinderen tot drie jaar, waarin verschillende financieringsbronnen voor kinderopvang worden gecombineerd |
Volledig functionerend IT-systeem |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Het opzetten en uitrollen van een operationeel IT-systeem (of de uitbreiding van een van de bestaande systemen), dat wordt gebruikt ter ondersteuning van projecten door de eindontvangers van de financiële steun, namelijk entiteiten die kinderopvanginstellingen oprichten en beheren, in elk stadium van de uitvoering ervan. Het systeem wordt ook gebruikt door instellingen die toezicht houden op en uitvoering geven aan de hervorming. |
A61G/B5 * g |
A4.2.1 Steun voor kinderopvang voor kinderen tot drie jaar (kinderdagverblijven, kinderclubs) onder Maluch + |
Doel |
Oprichting van nieuwe plaatsen in kinderopvangfaciliteiten (kinderdagverblijven, kinderclubs) voor kinderen tot drie jaar |
|
Nummer |
0 |
47 500 |
Q2/B5 * g |
2026 |
De aanleg en ontwikkeling van infrastructuur op het gebied van kinderopvang tot drie jaar bestaat uit:
|
A62G/B5 * g |
A4.3 Tenuitvoerlegging van het rechtskader voor entiteiten van de sociale economie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet inzake de sociale economie |
Bepaling in de wet inzake de sociale economie waaruit blijkt dat deze in werking treedt |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een wet inzake de sociale economie waarin de fundamentele kwesties in verband met deze sector worden geregeld, waaronder met name: de definitie van een sociale onderneming, de beginselen van het functioneren en ondersteunen van een onderneming in de sociale economie, nieuwe modellen voor samenwerking tussen ondernemingen in de sociale economie en de lokale overheid bij de uitvoering van sociale diensten, alsmede de beginselen van beleidscoördinatie op het gebied van de ontwikkeling van de sociale economie. |
A63G/B5 * g |
A4.3.1 Steunprogramma’s voor investeringen die het met name mogelijk maken activiteiten te ontwikkelen, de deelname aan de uitvoering van sociale diensten te vergroten en de kwaliteit van de integratie in entiteiten van de sociale economie te verbeteren |
Doel |
Aantal entiteiten dat de status van sociale onderneming heeft verkregen |
|
Nummer |
0 |
1 400 |
Q2/B5 * g |
2025 |
Toekenning van de status van sociale onderneming aan 1 400 entiteiten. |
A64G/B5 * g |
A4.3.1 Steunprogramma’s voor investeringen die het met name mogelijk maken activiteiten te ontwikkelen, de deelname aan de uitvoering van sociale diensten te vergroten en de kwaliteit van de integratie in entiteiten van de sociale economie te verbeteren |
Doel |
Aantal entiteiten van de sociale economie, met inbegrip van sociale ondernemingen, waarvoor financiële steun wordt verleend |
|
Nummer |
0 |
1 000 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Het verstrekken van subsidies aan ten minste 1 000 entiteiten van de sociale economie, met inbegrip van sociale ondernemingen, die moeten leiden tot het behoud van banen, een stijging van de financiële omzet of de invoering van veranderingen in de economische activiteit (uitbreiding van de schaal, vorm van de activiteit of verandering van het bedrijfsleven). Het dienstverband bij entiteiten die subsidies ontvangen, wordt gedurende ten minste 12 maanden na de datum van de subsidie gehandhaafd. De begunstigden worden geselecteerd aan de hand van gespecificeerde selectiecriteria volgens de beginselen van non-discriminatie en transparantie. |
A65G/B5 * g |
A4.4 De vormen van werk flexibeler maken en telewerk invoeren |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de arbeidswet waarbij de permanente instelling van telewerk wordt opgenomen in de bepalingen van het arbeidswetboek en flexibele vormen van arbeidstijdregelingen |
Bepaling in de wet tot wijziging van het arbeidswetboek met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van het arbeidswetboek, die ertoe zal bijdragen professionele en particuliere verantwoordelijkheden beter te combineren, op de crisis te reageren en inactieven met een lagere economische activiteit te helpen een vaste baan te vinden. De hervorming bestaat uit:
|
A66G/B5 * g |
A4.4.1 Investeringen in verband met het uitrusten van werknemers/bedrijven om op afstand te werken |
Doel |
Bedrijven die worden ondersteund op het gebied van digitalisering |
|
Nummer |
0 |
3 000 |
Q2/B5 * g |
2025 |
Het verstrekken van advies over digitalisering aan ten minste 3 000 micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en, indien dit advies noodzakelijk wordt geacht, de aankoop van software/licenties en de digitale bijscholing van het personeel. De maatregel bestaat uit: analyse voorafgaand aan de uitvoering van de processen in de onderneming die kunnen worden gedigitaliseerd in het kader van het werk op afstand, met inbegrip van software- en systeemvereisten, een beschrijving van de functionaliteiten en de ontwikkeling van het implementatieplan. Een begunstigde besteedt maximaal 20 % van de steun aan dit element. Indien de begunstigde de bovenstaande analyse eerder had uitgevoerd, kan de subsidie volledig worden gebruikt voor de in de punten b en c beschreven activiteiten. opleiding voor werknemers en management op het gebied van telewerk (met name werkzaamheden en beheer van het team op afstand, onlineverkoop, onlinecommunicatie met klanten, toezicht op het werk op afstand, aanwerving op afstand, planning en registratie van werktijden, invoering van gespecialiseerde IT-instrumenten). Een begunstigde besteedt ten minste 30 % van de steun aan dit element. aankoop van licenties en software die communicatie op afstand en werk tussen werknemers en klanten mogelijk maken. Een vennootschap moet ten minste 50 % van de steun aan dit element besteden. |
A67G/B5 * g |
A4.5 Uitbreiding van loopbanen en bevordering van werken na de wettelijke pensioenleeftijd |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Wet op de personenbelasting waarbij vanaf 2023 een verlaging van de inkomstenbelasting wordt ingevoerd voor personen die de pensioenleeftijd hebben bereikt maar blijven werken |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet op de inkomstenbelasting met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Wet inkomstenbelasting, waarbij de volgende wijzigingen worden aangebracht: de vermindering van de personenbelasting wordt toegekend aan belastingplichtigen die de wettelijke pensioenleeftijd bereiken en niet besluiten met pensioen te gaan, maar blijven werken. Deze werknemers worden vrijgesteld van inkomstenbelasting tot een bepaalde grens van het inkomen (niet meer dan de eerste schijf van de inkomstenbelasting, 85 528 PLN in 2021 en niet meer dan het gemiddelde brutoloon in de nationale economie in Polen). Het tarief van de inkomstenbelasting voor personen boven de eerste schijf wordt verlaagd. Dankzij deze fiscale stimulans verdienen belastingplichtigen extra bedragen die overeenkomen met het bedrag aan niet-betaalde inkomstenbelasting dat hen naar verwachting zal stimuleren om hun loopbaan uit te breiden. |
A68G/B5 * g |
A4.5 Uitbreiding van loopbanen en bevordering van werken na de wettelijke pensioenleeftijd |
Mijlpaal |
Verslag ter beoordeling van het effect van de maatregelen die zijn genomen om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen |
Publicatie van het evaluatieverslag door het ministerie van Gezinszaken en Sociaal Beleid (MRiPS) |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2024 |
Doel van dit verslag is het effect van de wijzigingen van de personenbelasting op de effectieve pensioenleeftijd binnen twee jaar na de invoering ervan te evalueren. Hierin worden de gevolgen voor de arbeidsmarktparticipatie, de houdbaarheid van het pensioenstelsel, de overheidsfinanciën en de gendergelijkheid geanalyseerd. |
A69G/B5 * g |
A4.6 Verhoging van de arbeidsmarktparticipatie van bepaalde groepen door de ontwikkeling van langdurige zorg |
Mijlpaal |
Strategische evaluatie van de langdurige zorg in Polen met het oog op de vaststelling van hervormingsprioriteiten |
Publicatie van het strategisch analyseverslag door het ministerie van Gezinszaken en Sociaal Beleid (MRiPS) en het ministerie van Volksgezondheid |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Voltooiing van een analyse van het systeem voor langdurige zorg in Polen met het oog op de hervorming ervan in de toekomst en publicatie van een relevant verslag in de Biuletyn Informacji Publicznej van de website van het ministerie van Gezinszaken en Sociaal Beleid en in de Biuletyn Informacji Publicznej van de website van het ministerie van Volksgezondheid. In de analyse worden met name de mogelijke manieren onderzocht om:
— de zorggerelateerde uitkeringen te herzien om de werkgelegenheid in de onderneming mogelijk te maken;
|
A70G/B5 * g |
A4.6 Verhoging van de arbeidsmarktparticipatie van bepaalde groepen door de ontwikkeling van langdurige zorg |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de relevante wetten ter uitvoering van de hervormingsprioriteiten die zijn vastgesteld in de strategische evaluatie van langdurige zorg in Polen (in overeenstemming met mijlpaal A69G) |
Bepaling in de wet tot wijziging van de relevante wetten met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2024 |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van relevante wetten ter uitvoering van de hervormingsprioriteiten die zijn vastgesteld in de strategische evaluatie van langdurige zorg in Polen. |
A71G/B5 * g |
A4.7 Beperking van de segmentatie van de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet op het socialeverzekeringsstelsel ter beperking van de segmentatie van de arbeidsmarkt en ter verbetering van de sociale bescherming van alle personen die op basis van civielrechtelijke overeenkomsten werkzaam zijn, door deze overeenkomsten aan socialezekerheidsbijdragen te onderwerpen |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet betreffende het socialeverzekeringsstelsel met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van een besluit tot wijziging van de wet betreffende het socialezekerheidsstelsel, dat: I) ervoor te zorgen dat alle civielrechtelijke overeenkomsten onderworpen zijn aan socialezekerheidsbijdragen (pensioen, invaliditeit, ongeval en beroepsziekte, ziekte-uitkeringen), ongeacht het verkregen inkomen, met uitzondering van overeenkomsten met studenten jonger dan 26 jaar; II) afschaffing van de regel dat socialezekerheidsbijdragen worden betaald op basis van het minimumloon voor civielrechtelijke overeenkomsten. |
A.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de lening
A2.5 Versterking van het potentieel van de culturele sector en de cultuurindustrie voor economische ontwikkeling
De overkoepelende doelstelling van deze hervorming is het ontwerpen en creëren van een kader voor de ondersteuning van de culturele en creatieve sectoren (CCS) in de nasleep van de COVID-19-pandemie. De hervorming bestaat uit de goedkeuring van een beleidsdocument om de volgende kwesties aan te pakken: (I) de belangrijkste uitdagingen op middellange tot lange termijn in de CSS in kaart te brengen; II) ervoor te zorgen dat de horizontale beginselen van de EU, waaronder gendergelijkheid en non-discriminatie, worden nageleefd; III) het potentieel in kaart brengen van groene en digitale instrumenten en platforms om deze uitdagingen aan te pakken; (IV) concepten ontwikkelen voor de samenwerking en overdracht van kennis en vaardigheden tussen de culturele en creatieve sectoren onderling en met de sectoren wetenschap, onderwijs, technologie en bedrijfsleven, met bijzondere aandacht voor de algemene beginselen van de EU, waaronder gendergelijkheid en non-discriminatie; v) de voorkeur te geven aan opties om overheidssteun te verlenen voor acties in de culturele en creatieve sector.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.
A2.5.1 Een programma ter ondersteuning van de activiteiten van entiteiten in de culturele en creatieve sector om hun ontwikkeling te stimuleren
Het doel van deze investering is de negatieve langetermijneffecten van de COVID-19-pandemie te voorkomen en de groene en digitale transitie in de culturele en creatieve sectoren aan te moedigen. Daartoe is de investering gericht op het verstrekken van financiële steun en technische bijstand aan culturele instellingen, ngo’s, kunstenaars, micro-ondernemingen en kmo’s in de culturele en creatieve sector.
De investering bestaat uit twee hoofdelementen. Ten eerste creëert de investering een subsidieprogramma voor culturele instellingen, ngo’s, kmo’s en micro-ondernemingen in de culturele en creatieve sector ter ondersteuning van de uitvoering van projecten met betrekking tot: verbetering van digitale en groene competenties in de culturele en creatieve sector; ontwikkeling van culturele/creatieve activiteiten, zoals concerten, optredens en tentoonstellingen, ook in virtuele formaten; het opzetten van onderwijsprogramma’s en workshops over architectuur, ontwerp en creatieve kunsten om kunstenaars en ontwerpers te helpen hun groene en digitale vaardigheden te ontwikkelen; IV) Bouwworkshops ter ondersteuning van de samenwerking en de uitwisseling van kennis en vaardigheden tussen de culturele en creatieve sector onderling en met de sectoren wetenschap, technologie en bedrijfsleven; ontwikkeling van nieuwe producten en diensten die gebruikmaken van disruptieve technologieën zoals kunstmatige intelligentie, blockchain en het internet der dingen in de culturele en creatieve sector. De algemene beginselen van de EU, met inbegrip van gendergelijkheid en non-discriminatie, worden in alle projecten in aanmerking genomen.
Ten tweede wordt met de investering een beurzenprogramma opgezet ter ondersteuning van makers, kunstenaars, animatoren, opvoeders en onderzoekers in de culturele en creatieve sector. In het kader van het beurzenprogramma wordt met name financiële bijstand verleend aan: I) artiesten cursussen aanbieden om hun artistieke en digitale of groene vaardigheden te ontwikkelen; II) artiesten een geïndividualiseerde beroepsopleiding te bieden; III) kunstenaars de mogelijkheid bieden om in virtuele of fysieke vorm lokale, nationale en internationale kunstprofessionals te ontmoeten door middel van workshops en discussiereeksen; IV) kunstenaars mogelijkheden te bieden om in virtuele of fysieke vorm samen te werken met professionals in andere sectoren, waaronder wetenschap, technologie en het bedrijfsleven. Beurzen worden toegekend met inachtneming van de algemene beginselen van de EU, waaronder gendergelijkheid en non-discriminatie. De criteria voor de selectie van aanvragen voor beurzen voor kunstenaars in de DC’s, die overeenkomen met een van de NACE-sectoren zoals gedefinieerd door Eurostat, omvatten: a) een overtuigende artistieke portefeuille in de laatste 24 maanden; een overtuigend artistiek plan voor de komende 24 maanden.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2024 uitgevoerd.
A2.5.2 Investeringen voor de oprichting van een modelondersteuningscentrum voor de creatieve sector
De overkoepelende doelstelling van deze investering is het ondersteunen van de culturele en creatieve sectoren, met name kmo’s, met het oog op innovatieve oplossingen voor de economie, onder meer door de digitalisering van de culturele en creatieve sector (CCS). Daartoe is de investering gericht op de oprichting van een ondersteuningscentrum voor de culturele en creatieve sector, met bijzondere aandacht voor design en architectuur, wetenschap en bedrijfsleven.
De investering bestaat uit twee hoofdelementen. Ten eerste wordt met de investering een museum voor de creatieve sector in Krakau gerenoveerd met het oog op de oprichting van een modelondersteuningscentrum voor culturele en creatieve industrieën, met name op het gebied van ontwerp en architectuur. Bij de renovatie van het museum worden de hoogste normen op het gebied van energie-efficiëntie en renovatiematerialen geïntegreerd met de meest geavanceerde technologieën op het gebied van duurzaamheid overeenkomstig het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”. De renovatiewerkzaamheden omvatten onder meer: I) oplossingen voor energie-efficiëntie; ontwikkeling van digitale faciliteiten die openstaan voor kmo’s in de culturele sector; demonstratie van duurzaamheidsoplossingen voor de circulaire economie met betrekking tot bouwmaterialen.
Ten tweede sluit de investering tien samenwerkingsovereenkomsten tussen klanten van de creatieve sector en het ondersteuningscentrum. In de samenwerkingsovereenkomsten wordt met name gespecificeerd hoe de samenwerking tussen culturele instellingen, universiteiten, beginnende ondernemers en producenten uit de creatieve sector moet worden versterkt.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
A2.6 Hervorming — Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analytische instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens
Het doel van de hervorming is het gebruik van satellietgegevens door openbare en particuliere entiteiten te vergroten. Een nieuwe wet inzake ruimteactiviteiten zal het gebruik van satellietgegevens door de overheid vergemakkelijken.
Bij de wet wordt een nationale beheerder van satellietgegevens opgericht. Zij is ook verplicht het gebruik van satellietgegevens door particuliere ondernemingen te bevorderen, onder meer door opleidingen voor alle geïnteresseerde entiteiten te organiseren. De wet stelt ook de regels en voorwaarden vast voor de uitvoering van ruimtevaartactiviteiten en het toezicht daarop, de aansprakelijkheid voor door een ruimteobject veroorzaakte schade, alsmede de regels voor de werking van het nationale register van ruimteobjecten.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 september 2024 zijn voltooid.
A2.6.1 Investeringen — Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analytische instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens
De investeringen zijn erop gericht de efficiëntie van het gebruik van aardobservatie per satelliet in Polen aanzienlijk te verhogen en te zorgen voor een efficiënte en continue productie en verstrekking van verwerkte aardobservatiegegevens (EO), afgestemd op de behoeften van de gebruiker. Dit zal naar verwachting het bestuur van het land verbeteren (besluiten op basis van specifiekere en actuelere informatie), zorgen voor een aanzienlijke digitale transformatie van het bestuur en de vraag naar aardobservatieproducten creëren, met inbegrip van een extra particuliere en publieke vraag naar het reeds bestaande Copernicus-systeem van de EU.
De investering bestaat uit twee investeringen. De eerste investering omvat de oprichting van het nationaal satellietinformatiesysteem (NSIS), dat monitoringdiensten levert met gebruikmaking van gegevens van aardobservatie per satelliet. De eerste diensten zijn uiterlijk op 30 september 2023 beschikbaar voor eindgebruikers.
De tweede investering omvat de lancering van vier satellieten. De voorbereidende werkzaamheden in overeenstemming met de normen van de Europese samenwerking voor ruimtevaartnormalisatie (ECSS-fase 0/A/B/C) moeten uiterlijk op 30 juni 2023 zijn voltooid. De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
A.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening
A2 — INNOVATIE
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
A1L/B5 * g |
A2.5 Versterking van het potentieel van de culturele sector en de cultuurindustrie voor economische ontwikkeling |
Mijlpaal |
Goedkeuring van een beleidsdocument ter ondersteuning van groene en digitale acties in de culturele en creatieve sector (CCS) |
Publicatie van een beleidsnota |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Na een openbare raadpleging, goedkeuring door de minister van Cultuur van een beleidsnota ter ondersteuning van de culturele en creatieve sector (CCS). In het document worden met name de volgende punten behandeld: 1.Het in kaart brengen van de belangrijkste uitdagingen op middellange tot lange termijn in de culturele en creatieve sector, met inbegrip van de lessen die uit de COVID-19-crisis zijn getrokken; 2.Ervoor te zorgen dat in de te ondersteunen projecten rekening wordt gehouden met de algemene beginselen van de EU, waaronder gendergelijkheid en non-discriminatie; 3.Het in kaart brengen van het potentieel van groene en digitale instrumenten en platforms om deze uitdagingen aan te pakken; 4.Ontwikkeling van concepten voor samenwerking en overdracht van kennis en vaardigheden tussen de culturele en creatieve sectoren onderling en met de sectoren wetenschap, onderwijs, technologie en bedrijfsleven, met bijzondere aandacht voor de algemene beginselen van de EU, waaronder gendergelijkheid en non-discriminatie, groen en digitaal. Het identificeren van voorkeursopties om overheidssteun te verlenen voor acties in de culturele en creatieve sector. |
A2L/B5 * g |
A2.5.1 Een programma ter ondersteuning van de activiteiten van entiteiten in de culturele en creatieve sector om hun ontwikkeling te stimuleren |
Mijlpaal |
Selectiecriteria voor de ondersteuning van projecten in de culturele en creatieve sector (CCS) |
Bekendmaking van de selectiecriteria en oprichting van het onafhankelijk selectiecomité |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Het ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed stelt de selectiecriteria vast en publiceert deze ter ondersteuning van kmo’s, culturele instellingen en ngo’s bij het opzetten van projecten in de culturele en creatieve sector (CCS). Voorts wordt een onafhankelijk selectiecomité opgericht met deskundigen uit verschillende disciplines, met inbegrip van vertegenwoordigers van onafhankelijke CCS-organisaties en -instellingen. Het selectiecomité neemt een besluit over de toekenning van subsidies en beurzen. De criteria voor de selectie van aanvragen voor projectsubsidies van culturele instellingen, ngo’s, kmo’s en micro-ondernemingen in de CSS, die overeenkomen met een van de NACE-sectoren zoals gedefinieerd door Eurostat, moeten: a) de voorkeur geven aan projecten die waarschijnlijk een blijvend effect zullen hebben op de digitale en groene transitie in de culturele en creatieve sector; de voorkeur geven aan begunstigden die een bedrijfsplan hebben over de wijze waarop de subsidies zullen worden gebruikt om de kosten van het project te financieren; c) de voorkeur geven aan begunstigden die in de afgelopen 24 maanden een staat van dienst hebben op het gebied van activiteiten of projecten die verband houden met het projectvoorstel. De algemene beginselen van de EU, met inbegrip van gendergelijkheid en non-discriminatie, worden in alle projecten in aanmerking genomen. |
A3L/B5 * g |
A2.5.1 Een programma ter ondersteuning van de activiteiten van entiteiten in de culturele en creatieve sector om hun ontwikkeling te stimuleren |
Doel |
Aantal ondertekende contracten voor projecten door culturele instellingen, ngo’s, kmo’s en micro-ondernemingen die actief zijn in de culturele en creatieve sector (CCS) |
|
Nummer |
0 |
2 710 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Het doel van deze maatregel is de culturele en creatieve sector te versterken door de uitvoering van projecten voor de verspreiding van culturele verworvenheden te ondersteunen en de aanwezigheid van cultuur in het sociale leven te vergroten met behulp van online-instrumenten en -middelen. De projecten worden geselecteerd door middel van openbare oproepen tot het indienen van voorstellen. Het toepassingsgebied van de projecten omvat om- en bijscholing en de bevordering van digitale competenties bij culturele actoren (zowel particuliere als werknemers van culturele instellingen). De uitvoering van 2710 projecten in de CCS wordt ondersteund, geselecteerd op basis van de criteria zoals gepubliceerd in het kader van mijlpaal A2L. |
A4L/B5 * g |
A2.5.1 Een programma ter ondersteuning van de activiteiten van entiteiten in de culturele en creatieve sector om hun ontwikkeling te stimuleren |
Doel |
Aantal beurzen in de culturele en creatieve sector (CCS) |
|
Nummer |
0 |
746 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Met deze investering wordt een Fellowship-programma opgezet ter ondersteuning van makers, kunstenaars, animatoren en opvoeders, alsook onderzoekers die nieuwe manieren willen vinden om cultuurgoederen live en via internet te presenteren. 746 aan kunstenaars worden beurzen toegekend voor de ontwikkeling van hun activiteiten. Het beurzenprogramma is erop gericht kunstenaars te ondersteunen om creatieve activiteiten in het herstel na COVID-19 te stimuleren. In het kader van het beurzenprogramma wordt met name financiële bijstand verleend aan: -Het aanbieden van cursussen voor kunstenaars om hun artistieke en digitale of groene vaardigheden te ontwikkelen; -Het aanbieden van geïndividualiseerde beroepsopleidingen aan kunstenaars; -Kunstenaars mogelijkheden te bieden om in virtuele of fysieke vorm lokale, nationale en internationale kunstprofessionals te ontmoeten door middel van workshops en discussiereeksen; -Het creëren van mogelijkheden voor kunstenaars om in virtuele of fysieke vorm samen te werken met professionals in andere sectoren, waaronder wetenschap, technologie en het bedrijfsleven. Beurzen worden toegekend met inachtneming van de algemene beginselen van de EU, waaronder gendergelijkheid en non-discriminatie. De criteria voor de selectie van aanvragen voor beurzen voor kunstenaars in de DC’s, die overeenkomen met een van de NACE-sectoren zoals gedefinieerd door Eurostat, omvatten: a)een overtuigende artistieke portefeuille in de laatste 24 maanden; b)een overtuigend artistiek plan voor de komende 24 maanden. Het in mijlpaal A2L vermelde selectiecomité beslist over de selectie van bursalen. |
A5L/B5 * g |
A2.5.2 Investeringen voor de oprichting van een modelondersteuningscentrum voor de creatieve sector |
Mijlpaal |
Renovatie van een museum als gastheer voor een modelondersteuningscentrum voor de creatieve sector |
Voltooiing van de renovatiewerkzaamheden |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2026 |
Het museum voor creatieve industrieën in Krakau wordt gerenoveerd en uitgebreid met het oog op de oprichting van een modelondersteuningscentrum voor creatieve industrieën, met bijzondere aandacht voor ontwerp en architectuur, waarbij wordt samengewerkt met wetenschap en ondernemers, om innovatieve oplossingen voor de economie, met inbegrip van digitalisering, voor te stellen en kmo’s in deze industrieën te bevorderen. Bij de renovatie van het museum worden de hoogste normen op het gebied van energie-efficiëntie en renovatiematerialen geïntegreerd met de meest geavanceerde technologieën op het gebied van duurzaamheid, in overeenstemming met het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” (DNHS) en in overeenstemming met de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD). Het ondersteunt het Nieuw Bauhaus-initiatief, met name door i) samenwerking tussen de wereld van wetenschap en technologie, kunst en cultuur aan te moedigen; en ii) modeloplossingen op het gebied van energie-efficiëntie en renovatie onder de aandacht brengen. De renovatiewerkzaamheden omvatten onder meer: ·Oplossingen voor energie-efficiëntie ·Ontwikkeling van digitale faciliteiten die openstaan voor kmo’s in de culturele sector ·Demonstratie van duurzaamheidsoplossingen voor de circulaire economie op bouwmaterialen |
A6L/B5 * g |
A2.5.2 Investeringen voor de oprichting van een modelondersteuningscentrum voor de creatieve sector |
Doel |
Samenwerkingsovereenkomsten tussen klanten van het ondersteuningscentrum voor de creatieve sector |
|
Nummer |
0 |
10 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Samenwerkingsovereenkomsten die betrekking hebben op innovatieve ondernemingen (producten) op het gebied van geavanceerde technologieën en design, zoals innovatieve instandhoudingsmethoden, toegepast ontwerp, architectuur en stadsplanning. In de samenwerkingsovereenkomsten worden de manieren van creatieve samenwerking tussen culturele instellingen, universiteiten, beginnende ondernemers en producenten uit de creatieve sector gespecificeerd. De verwachte resultaten zijn onder meer: de uitwisseling van vaardigheden en kennis op bovengenoemde gebieden; de uitvoering van gespecialiseerde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten voor de nieuwe producten en technologieën; nieuwe modellen van coöperatieve ondernemingen tussen hoger onderwijs, creatieve industrieën en cultuur; de bevordering van lokale industrieën, ngo’s en artistieke actoren; onderwijsprojecten over bewustmaking op het gebied van duurzame ontwikkeling en het milieu; Indicatieve richtsnoeren voor modellen van openbare ruimten en stedelijke ontwerpen voor de particuliere en de publieke sector. |
A7L/B5 * g |
A2.6 Hervorming — Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analytische instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een door het parlement aan te nemen wet inzake ruimteactiviteiten |
Bepaling in de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2024 |
Een nieuwe wet vergemakkelijkt onder meer het gebruik van satellietgegevens door de overheid. Bij de wet wordt een nationale beheerder van satellietgegevens opgericht. De wet voorziet in de verplichting voor de nationale administrateur om het gebruik van satellietgegevens door particuliere ondernemingen te bevorderen, onder meer door opleidingen voor alle geïnteresseerde entiteiten te organiseren. |
A8L/B5 * g |
A2.6.1 Investeringen — Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analytische instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Doel |
Ontwikkeling van de noodzakelijke infrastructuur: het nationale satellietinformatiesysteem (NSIS), dat monitoringdiensten levert met gebruikmaking van gegevens van aardobservatie per satelliet (EO) |
|
Nummer |
0 |
1 |
Q3/B5 * g |
2023 |
Het nationaal satellietinformatiesysteem (NSIS) wordt operationeel. Lancering van initiële diensten in samenwerking met gebruikers op twee gebieden van elektronische datacentrales (EDC) die van groot belang zijn voor de economie en de veiligheid van Polen, geselecteerd uit de volgende gebieden: ruimtelijk beheer, crisisbeheer, land- en bosbouw, waterbeheer, monitoring van het Oostzeegebied. |
A9L/B5 * g |
A2.6.1 Investeringen — Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analytische instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Mijlpaal |
Voorbereidende werkzaamheden voor de lancering van de eerste Poolse satelliet: ECS-fase 0/A/B/C (missie-analyse/behoeftenidentificatie, haalbaarheid en definitie) |
Publicatie van de verslagen |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2023 |
De indicator heeft betrekking op drie gepubliceerde verslagen (de beoordeling van de definitie van de missie, de evaluatie van de voorlopige vereisten, de kritische ontwerpbeoordeling). Het ruimtesegment omvat satellietplatforms van micro- en sensoren die het verzamelen van opto-elektronische gegevens mogelijk maken, onder meer uitgerust met een compressiemodule, en versleutelde uplink/downlink-radioverbindingen. De voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de normen van de Europese samenwerking voor ruimtevaartnormalisatie (ECSS). |
A10L/B5 * g |
A2.6.1 Investeringen — Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analytische instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Doel |
T1 — Oprichting van de eerste Poolse satelliet |
|
Nummer |
0 |
1 |
Q2/B5 * g |
2025 |
Aantal gelanceerde satellieten, bestaande uit de volledige fabricage, assemblage en beproeving van vluchthardware/software, met inbegrip van bijbehorende grondondersteuning, waarbij de eerste satelliet in een baan om de aarde wordt gebracht. |
A11L/B5 * g |
A2.6.1 Investeringen — Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analytische instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Doel |
T2 — Oprichting van de volgende drie Poolse satellieten |
|
Nummer |
1 |
4 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Het streefcijfer heeft betrekking op het aantal gelanceerde satellieten (in overeenstemming met de vereisten voor maatregel A10L hierboven). Volledige fabricage, assemblage en beproeving van vluchthardware/software, met inbegrip van de bijbehorende grondondersteuning, die leidt tot de lancering van de volgende drie satellieten in een baan om de aarde. |
B. ONDERDEEL B: „GROENE ENERGIE EN VERMINDERING VAN DE ENERGIE-INTENSITEIT”
Deze doelstellingen worden in de eerste plaats bereikt door middel van een reeks maatregelen ter optimalisering van de investeringssteun voor energie-efficiëntie, voornamelijk als onderdeel van de verplichtingsregeling voor energie-efficiëntie. Zij omvatten het faciliteren van het gebruik van energieprestatiecontracten in de publieke sector, de mogelijkheid voor entiteiten die onder de regeling inzake energie-efficiëntieverplichtingen vallen om hun energiebesparingsverplichtingen na te komen in het kader van zogenaamde subsidieprogramma’s, en het mogelijk maken van deelname van energiedienstenbedrijven aan de verplichtingsregeling voor energie-efficiëntie. Dit wordt bereikt door een wijziging van de energie-efficiëntiewet in samenhang met wijzigingen van de wet ter ondersteuning van de modernisering en renovatie van thermo-installaties en inzake het centrale emissieregister van gebouwen; de wet inzake financiële steun voor de bouw van woonruimte voor huur; de wet inzake bepaalde vormen van huisvestingssteun; en de wet inzake hernieuwbare energiebronnen. Deze rechtshandelingen moesten uiterlijk op 31 maart 2022 in werking treden.
Ten tweede worden de doelstellingen van de hervorming „Schone lucht en energie-efficiëntie” verwezenlijkt door de ontwikkeling van het prioritaire programma Schone lucht in overeenstemming met de langetermijnrenovatiestrategie in het kader van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (2010/31/EU), het belangrijkste instrument voor energie-efficiëntiemaatregelen in gebouwen. De efficiëntie van de uitvoering van het huidige programma „Schone lucht” zal derhalve worden verhoogd door de aanvraagprocedures te stroomlijnen. Het ontwikkelt specifieke steun voor huishoudens met het laagste inkomen, huishoudens met een laag inkomen en huishoudens met een hoger inkomen, in het geval van huishoudens met een hoger inkomen, met name met betrokkenheid van de banksector die leningen verstrekt in combinatie met subsidies. Deze wijzigingen zullen de basis leggen voor de inzet van steun in het kader van investering B1.1.2 „Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen”, waardoor het percentage renovaties van gebouwen en de vervanging van verwarmingstoestellen dat in het kader van dat programma wordt ondersteund, aanzienlijk kan worden opgeschaald. De actualiseringen van het prioritaire programma „Schone lucht” worden uiterlijk op 31 maart 2023 goedgekeurd.
Het derde element dat aan deze hervorming ten grondslag ligt, is een actualisering van het nationale luchtbeschermingsprogramma. In het programma wordt een uitgebreide reeks eisen en randvoorwaarden voor de lange termijn vastgesteld voor regionale en lokale autoriteiten om een verbetering van de luchtkwaliteit te waarborgen. Deze autoriteiten krijgen de opdracht specifieke maatregelen te nemen om het niveau van luchtverontreinigende stoffen dat wordt uitgestoten door verwarming en vervoer van huishoudens te verlagen wanneer een bepaalde luchtverontreinigende drempel wordt overschreden. Lokale en regionale overheden krijgen ook een specifiek budget voor de handhaving van de regels inzake luchtbescherming, met name in het kader van zogenaamde „antismog-resoluties”. In het geactualiseerde nationale luchtbeschermingsprogramma wordt bepaald dat alle overheidssteun voor investeringen in nieuwe kolengestookte verwarmingstoestellen uiterlijk op 31 december 2021 afloopt.
Het vierde element van de hervorming is een gewijzigde verordening van de minister van Klimaat en Milieu tot vaststelling van normen voor vaste brandstoffen. Naast het in 2018 aangenomen verbod op steenkool van lage kwaliteit voor huishoudelijke verwarming stelt dit amendement ook minimumnormen vast voor vaste brandstoffen en verbiedt het producenten om misleidende merken te gebruiken. Deze verordening treedt uiterlijk op 31 december 2022 in werking.
B1.1.1 Investeringen in warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen
Het doel van deze investering is stadsverwarming te moderniseren en de broeikasgasemissies ervan te verminderen. Een aanzienlijk deel van de exploitanten van stadsverwarming in Polen moet worden gemoderniseerd door bronnen te vervangen in slechte technische omstandigheden die niet voldoen aan de definitie van een efficiënt stadsverwarmingssysteem. De behoefte aan vervanging van warmtebronnen houdt ook verband met een laag aandeel hernieuwbare energie in het verwarmingssysteem, dat momenteel ongeveer 9,5 % bedraagt. Het doel is dus de energie-intensiteit en de emissies van warmteopwekking te verminderen. In het kader van deze maatregel worden alleen investeringen in koolstofarme installaties en hernieuwbare energiebronnen uitgevoerd. Er wordt steun verleend aan installaties die warmte gebruiken: energie uit hernieuwbare bronnen; gasvormige brandstoffen in warmtekrachtkoppeling, met uitzondering van steenkool; warmtepompen en geothermische bronnen en andere technologieën die voldoen aan de DNSH-vereisten ter vervanging van steenkool in systeemverwarming. Het gebruik van brandstof afkomstig van afval is niet toegestaan. De drempel van 250 g CO2/kwh geproduceerde energie mag niet worden overschreden voor aardgasinstallaties. Tot de begunstigden behoren entiteiten die tot doel hebben warmte te produceren voor gemeentelijke en residentiële doeleinden. De projecten worden geselecteerd op basis van een algemeen vergelijkend onderzoek, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende criteria: I) gereedheid en rijpheid van het project voor de uitvoering; II) de mate van vermindering van de CO2- en/of PM 2,5- en PM10-emissies als gevolg van het project; III) het gebruik van hernieuwbare energiebronnen; IV) ligging in gebieden met de hoogste jaarlijkse PM2,5- en PM10-emissies.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
B1.1.2 Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen
Het doel van deze investering is de luchtkwaliteit te verbeteren, onder meer door emissies van zwevende deeltjes te verminderen door emissie-intensieve warmtebronnen te vervangen en de energie-efficiëntie van een- en meergezinswoningen te verbeteren. De investering wordt gekanaliseerd via het prioritaire programma Schone lucht, waarvan de modernisering in overeenstemming met de langetermijnrenovatiestrategie in het kader van de richtlijn energieprestatie van gebouwen een van de belangrijkste maatregelen is in het kader van hervorming B1.1 zoals hierboven beschreven (en het thermomoderniserings- en renovatiefonds met betrekking tot meergezinswoningen). Het programma bouwt voort op de ervaring met het prioritaire programma Schone lucht. Investeringen bestaan uit i) de vervanging van inefficiënte bronnen voor ruimteverwarming en waterverwarming; en/of ii) thermische modernisering van residentiële gebouwen; en/of iii) installaties voor hernieuwbare energie (voornamelijk fotovoltaïsche panelen, zonnecollectoren). Het steunniveau wordt aangepast aan de koopkracht van de eindontvangers. De steun wordt ingezet in overeenstemming met het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”. Acties in het kader van deze investering leiden gemiddeld tot een besparing van ten minste 30 % primaire energie en een aanzienlijke vermindering van de broeikasgasemissies. Zij leveren ook aanzienlijke voordelen op voor het milieu en de volksgezondheid, met name dankzij de vermindering van de verontreiniging en met name in gebieden waar de bij Richtlijn 2008/50/EU vastgestelde luchtkwaliteitsnormen van de EU worden overschreden of dreigen te worden overschreden.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
B1.1.3 Thermische modernisering van scholen
Het doel van deze investering is de energie-efficiëntie van scholen te verbeteren en emissie-intensieve warmtebronnen te vervangen door schonere alternatieven. Acties in het kader van deze investering kunnen onder meer betrekking hebben op hernieuwbare energiebronnen en de aanpassing van de functies, installaties en technische bouwsystemen aan de huidige eisen van de geldende wetgeving; grondige renovaties; modernisering van de systemen voor ruimteverwarming en waterverwarming; installatie van efficiënte verlichting. Investeringen die in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht worden ondersteund, leiden gemiddeld tot een besparing van ten minste 30 % primaire energie. De projecten worden geselecteerd op basis van een algemeen vergelijkend onderzoek, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende criteria: I) gereedheid — rijpheid van het project voor de uitvoering; II) de mate van vermindering van de CO2- en/of PM 2,5- en PM10-emissies; III) de mate van vermindering van het primaire energieverbruik; IV) het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
Aanvullende acties kunnen ook onderwijsactiviteiten omvatten, waarbij leerkrachten, studenten en lokale gemeenschappen bewust worden gemaakt van luchtverontreiniging, beperking van de klimaatverandering en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
B1.1.4 Versterking van de energie-efficiëntie van lokale voorzieningen voor sociale activiteiten
Het doel van deze investering is de energie-efficiëntie van lokale voorzieningen voor sociale activiteiten te verbeteren en emissie-intensieve warmtebronnen te vervangen door schonere alternatieven. Acties in het kader van deze investering kunnen onder meer betrekking hebben op hernieuwbare energiebronnen en de aanpassing van de functies, installaties en technische bouwsystemen aan de huidige eisen van de geldende wetgeving; grondige renovaties; modernisering van de systemen voor ruimteverwarming en waterverwarming; installatie van efficiënte verlichting. Investeringen leiden gemiddeld tot een besparing van ten minste 30 % primaire energie in de beoogde gebouwen. De projecten worden geselecteerd op basis van een algemeen vergelijkend onderzoek, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende criteria: I) gereedheid — rijpheid van het project voor de uitvoering; II) de mate van vermindering van de CO2- en/of PM 2,5- en/of PM10-emissies; III) de mate van vermindering van het primaire energieverbruik; gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
B2.1 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van waterstoftechnologieën en andere koolstofvrije gassen
Het doel van de hervorming is de ontwikkeling van een markt voor hernieuwbare en koolstofarme waterstof en andere alternatieve brandstoffen.
De maatregel bestaat uit twee acties. Het eerste doel is een regelgevingskader tot stand te brengen voor de werking van waterstof als alternatieve brandstof voor het vervoer door bepalingen in te voeren voor de bouw, veilige exploitatie en modernisering van waterstofstations en de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het verlenen van vergunningen voor het gebruik van waterstofstations en de noodzakelijke technische inspectie ervan. Het voorziet ook in een systeem om de kwaliteit van waterstofbrandstoffen die voor de aandrijving van voertuigen worden gebruikt, te monitoren en te controleren. De uitvoering van de actie moest uiterlijk op 30 december 2021 zijn voltooid.
De tweede actie is gericht op de totstandbrenging van waterstofinfrastructuur en het ontwerp van waterstofmarkten ter ondersteuning van de marktintroductie van hernieuwbare en koolstofarme waterstof, de integratie van waterstofproductie in andere energiemarkten en bestaande en specifieke infrastructuur die gericht is op het creëren van voorspelbaarheid van de regelgeving voor investeerders en het ondersteunen van het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme waterstof. De hervormingen moeten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01) om te waarborgen dat het gebruik en het in de handel brengen van hernieuwbare waterstof door de hervorming niet moeilijker wordt dan andere waterstofbronnen. De hervorming is gericht op de ontwikkeling van hernieuwbare waterstof of waterstof geproduceerd uit elektrolyse-installaties en zal naar verwachting koolstofarme waterstof bevorderen die voldoet aan de EU-waterstofstrategie.
De uitvoering van deze actie moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer
Het doel van de investering is een waterstofindustrie in Polen tot stand te brengen en het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme waterstof te vergroten. De projecten maken deel uit van een geïntegreerde beleidsaanpak waarbij prioriteit wordt gegeven aan hernieuwbare waterstof. De investering bestaat uit verschillende projecten. Alle projecten moeten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01).
Het eerste project omvat investeringen in waterstoftankstations, met inbegrip van waterstofbunkering. De bunkerfaciliteiten staan open voor alle bronnen van waterstof, maar de hoeveelheid gebunkerde grijze waterstof zal mettertijd afnemen.
Het tweede deel van het project ondersteunt de ontwikkeling, bouw en uitvoering van innovatieve vervoerseenheden op waterstof. De investering is gericht op het bevorderen, testen, demonstreren en commercialiseren van verschillende soorten waterstofceltransporteenheden ter ondersteuning van de inspanningen van Polen om mobiliteit koolstofvrij te maken. De commercialisering van innovatieve soorten waterstofaangedreven vervoerseenheden draagt bij tot het koolstofvrij maken van moeilijk te beperken vervoer. Het omvat zowel de bouw van nieuwe eenheden als de aanpassing van bestaande eenheden. De vervoerseenheden zijn niet bestemd voor het vervoer van fossiele brandstoffen.
Het derde project omvat de ontwikkeling van capaciteit voor koolstofarme waterstofproductie en installaties voor de productie van hernieuwbare waterstof, met inbegrip van elektrolyse-installaties, met bijbehorende infrastructuur. Het project voldoet aan de eis van een broeikasgasemissiereductie gedurende de hele levenscyclus van 73,4 % voor waterstof, wat resulteert in broeikasgasemissies gedurende de hele levenscyclus van minder dan 3 t CO2eq/tH2) en 70 % voor synthetische brandstoffen op basis van waterstof, ten opzichte van een fossiele referentiebrandstof van 94 g CO2e/MJ, wat resulteert in 2,256 t CO2eq/tH2, naar analogie van de benadering van artikel 25, lid 2, van en bijlage V bij Richtlijn (EU) 2018/2001. De broeikasgasemissiereducties gedurende de levenscyclus worden berekend met behulp van de in artikel 28, lid 5, van Richtlijn (EU) 2018/2001 bedoelde methode of, als alternatief, met ISO 14067: 2018 of ISO 14064-1: 2018. De projecten worden geselecteerd op basis van een open vergelijkend onderzoek, waarbij rekening wordt gehouden met de mate waarin het project gereed en rijp is voor de uitvoering.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen
Het doel van de hervorming is het regelgevingsklimaat voor gedistribueerde en prosumenten energie te verbeteren, de toeleveringsketen voor offshore-windenergie te ontwikkelen, energiebeheersystemen in te voeren, de geïnstalleerde capaciteit van hernieuwbare energiebronnen te vergroten en het aandeel energie uit hernieuwbare energiebronnen te vergroten.
De hervorming bestaat uit wijzigingen van de wet hernieuwbare energie („wet hernieuwbare energie”), zoals de invoering van betere voorwaarden voor de werking van energieclusters, de invoering van collectieve modellen van energieconsumenten, de tenuitvoerlegging van bepalingen inzake nieuwe hernieuwbare-energiegemeenschappen, de invoering van bepalingen waarin de beginselen worden gespecificeerd voor de werking van een van de modellen van hernieuwbare-energiegemeenschappen en de vaststelling van de beginselen van het leiden van een bedrijf voor de biomethaansector. De wijziging verlengt ook de looptijd van de steunregeling voor hernieuwbare energiebronnen tot en met 31 december 2027.
De uitvoering van de actie moet uiterlijk op 30 maart 2023 zijn voltooid.
De hervorming wijzigt ook de wet inzake investeringen in windenergie op het vasteland om de mogelijkheid te vergemakkelijken van investeringen in windenergie aan land in gemeenten die dergelijke installaties wensen te vestigen, door de gemeentelijke autoriteiten meer macht te geven om de locatie van individuele investeringen te bepalen en de installatie dichter bij woongebouwen te kunnen plaatsen dan de huidige minimumafstand van 10 maal de hoogte van de installatie.
De uitvoering van de actie moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
Deze hervorming gaat vergezeld van de inwerkingtreding van een verordening die voorziet in een plan van veilingen voor hernieuwbare energie per technologie (ook voor nieuwe windmolenparken op land). In het plan wordt een budget en een hoeveelheid elektriciteit vastgesteld die beschikbaar zijn voor elke concurrerende veiling voor de periode 2022-2027. De verordening wordt uiterlijk op 30 september 2022 bekendgemaakt.
Voorts zal Polen de geïnstalleerde capaciteit van onshore-windmolenparken en fotovoltaïsche installaties geleidelijk verhogen om bij te dragen tot de groene transitie. De geïnstalleerde wind- en fotovoltaïsche capaciteit op het land moet uiterlijk op 30 juni 2026 23,5 GW bedragen.
Met betrekking tot de ontwikkeling van offshore-windmolenparken worden bij de hervorming gedetailleerde regels ingevoerd voor de betaling van de concessievergoeding aan de voorzitter van het Bureau voor energieregulering, uitgebreid tot entiteiten die betrokken zijn bij de opwekking van elektriciteit in offshorewindmolenparken.
De uitvoering van deze actie moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
Voorts regelt de hervorming ook de soorten kasstromen die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de aangepaste prijs en de gedetailleerde methode voor de berekening van de aangepaste prijs.
De uitvoering van deze actie moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur
Het doel van de investering is de uitbreiding en modernisering van de transmissienetten in verschillende regio’s, met inbegrip van de uitbreiding van de verbindingen tussen noordelijke en zuidelijke delen van het land.
De investering bestaat uit de ontwikkeling van 400 kV-transmissielijnen met de relevante stations en de implementatie van de datahub en de energiekwaliteitsanalysator op de elektriciteitsmarkt. Deze maatregel zal naar verwachting een verdere ontwikkeling van het distributienet mogelijk maken en de integratie van hernieuwbare energiebronnen, met name windenergie op zee en op land in het noorden van Polen, en de ontwikkeling van fotovoltaïsche energie in het elektriciteitssysteem vergemakkelijken. De modernisering van de transmissielijnen draagt ook bij tot het verminderen van energieverliezen, hetgeen leidt tot een algehele vermindering van de emissies.
De implementatie van de datahub moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid en de uitvoering van de investering in transmissielijnen moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B2.2.2 HEB-installaties die door energiegemeenschappen worden geëxploiteerd
Het doel van de investering is het stimuleren van de ontwikkeling van lokale hernieuwbare energiebronnen door energiegemeenschappen (met inbegrip van energieclusters, energiecoöperaties en andere energiegemeenschappen die voortvloeien uit de uitvoering van RED II), gegroepeerde prosumenten (collectieve en virtuele prosumenten), met bijzondere aandacht voor de rol van lokale overheden (met name gemeenten en verenigingen van gemeenten) die dergelijke lokale energiegemeenschappen en -gemeenschappen vormen.
De investering wordt uitgevoerd door middel van een programma ter ondersteuning van investeringen en investeringen dat betrekking heeft op bestaande energiegemeenschappen of entiteiten die voornemens zijn dergelijke gemeenschappen op te richten.
Het programma ter ondersteuning van de investeringen bestaat uit de ontwikkeling van een optimaal juridisch/organisatorisch formaat en bedrijfsmodel voor de oprichting of ontwikkeling van een energiegemeenschap en de voorbereiding van de nodige analyses en documentatie voor de voorbereiding van de investering. Dit programma ondersteunt onder meer strategieën voor de ontwikkeling van de lokale energiemarkt; analyses van de lokale vraag naar en het aanbod van energie; inventarissen van lokale energiebronnen (infrastructuur) en hun potentieel (zoals capaciteit om energieconnecties aan te bieden); haalbaarheidsstudies, bedrijfsplannen, zorgvuldigheidsdocumenten; technische documentatie en bouwprojecten.
Het programma voor investeringssteun bestaat uit de uitvoering van de geavanceerde technische en juridische systemen ter bevordering van energiediensten in de meest geavanceerde energiegemeenschappen. Als onderdeel van de investeringssteun dekt de financiering onder meer nieuwe technologieën die gericht zijn op de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen; aanvullende infrastructuur voor andere technologieën dan elektriciteit; bijbehorende infrastructuur (zoals netwerkcomponenten en meters); energieopslagfaciliteiten en IT-software voor energiegemeenschapsbeheer en energieoptimalisering.
De uitvoering van de pre-investeringssteun moet uiterlijk op 30 maart 2025 zijn voltooid en van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B2.2.3 Bouw van offshore-terminalinfrastructuur
Het doel van deze investering is het risico van late uitvoering van offshore-windmolenparken te beperken en de goede exploitatie en veiligheid van offshorewindmolenparken te waarborgen.
De investering bestaat uit twee projecten. Het eerste project omvat de bouw van een terminal voor diepwaterinstallaties met een oppervlakte van ongeveer 30 ha, waardoor twee installatie-eenheden gelijktijdig kunnen worden geëxploiteerd. Het tweede project omvat de wederopbouw van havens en de toegang tot deze havens vanaf de zee (met inbegrip van golfbrekers). Twee serviceterminals voor offshore-windenergie die essentiële infrastructuur vormen voor het onderhoud van offshore-installaties, worden uitgevoerd in de havens in Łeba en Ustka.
De uitvoering van de investering in offshore-installatieterminals moet uiterlijk op 30 juni 2025 zijn voltooid. De uitvoering van de investering in offshoredienstterminals in Łeba en Ustka moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B3.1 Steun voor duurzaam water- en afvalwaterbeheer in plattelandsgebieden
Het doel van de hervorming is ervoor te zorgen dat alternatieve oplossingen voor het beheer van water en afvalwater, zoals afzonderlijke zuiveringsinstallaties of septische tanks, naar behoren worden gemonitord, onderhouden en beheerst om achteruitgang te voorkomen.
De hervorming bestaat uit de invoering van de verplichting voor gemeenten om instrumenten te gebruiken om een onjuiste afvoer van afvalwater te voorkomen en van het mechanisme van de zogenoemde vervangende prestatie, d.w.z. de organisatie van het leegmaken van septische tanks door de gemeente, dat van toepassing is op eigenaren van onroerend goed die geen contracten voor het leegmaken van septische tanks hebben gesloten. Zij voert ook een verplichting in om regelmatige controles uit te voeren en voert een doeltreffend handhavingsmechanisme in.
De uitvoering van deze actie moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
Bij de hervorming worden ook territoriale criteria vastgesteld voor de selectie van begunstigden van steun voor watervoorziening of investeringen in afvalwater in plattelandsgebieden. De selectiecriteria geven voorrang aan gemeenten die het minst in staat zijn investeringen uit hun eigen middelen te financieren en aan projecten met het grootste potentieel om bestaande negatieve milieueffecten te beperken.
De uitvoering van deze actie moest uiterlijk op 31 december 2021 zijn voltooid.
B3.1.1 Investeringen in duurzaam water- en afvalwaterbeheer in plattelandsgebieden
Het doel van deze investering is de beschikbaarheid van water- en rioleringsinfrastructuur in plattelandsgebieden met de grootste tekorten te vergroten en de levenskwaliteit in plattelandsgebieden te verbeteren door de ontwikkeling van water- en rioleringsinfrastructuur. De investering is ook bedoeld om het investeringspotentieel van plattelandsgebieden te vergroten.
De investering bestaat uit de ondersteuning van nieuwe verbindingen met waterinfrastructuur, met inbegrip van de bouw, uitbreiding of modernisering van systemen voor watervoorziening of afvalwaterafvoer in plattelandsgebieden en leidt tot een toename van de plattelandsbevolking die gebruikmaakt van de infrastructuur voor watervoorziening en afvalwaterverwijdering. Ook activiteiten in verband met de bevordering van rationeel water- en afvalwaterbeheer worden ondersteund. Als onderdeel van de investering is het mogelijk infrastructuur mede te financieren met behulp van digitale oplossingen, zoals de installatie/vervanging van watermeters voor apparatuur voor aflezing op afstand, en het opzetten van elektronische systemen voor water- en kanaalbeheer. Alternatieve oplossingen voor watervoorziening en afvalwaterzuiveringsinfrastructuur in plattelandsgebieden (zoals het combineren van collectief systeem met septische tanks of afzonderlijke installaties) moeten worden overwogen.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.
B.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
B1G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de energie-efficiëntiewet en de bijbehorende wetgevingshandelingen |
Bepaling in de wet tot wijziging van de energie-efficiëntiewet en de bijbehorende wetgevingshandelingen met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de energie-efficiëntiewet en de bijbehorende wetgevingshandelingen (wet inzake de ondersteuning van thermo-modernisering en renovaties en inzake het centrale emissieregister van gebouwen; de wet inzake financiële steun voor de bouw van woonruimte voor huur; de wet inzake bepaalde vormen van huisvestingssteun; en de wet inzake hernieuwbare energiebronnen), die entiteiten die onder de verplichtingsregeling voor energie-efficiëntie vallen in staat moet stellen energiebesparingsverplichtingen in het kader van zogenaamde subsidieprogramma’s na te komen. Zij verduidelijkt de mogelijkheden om energieprestatiecontracten in de publieke sector te gebruiken. Zij stelt energiedienstenondernemingen in staat deel te nemen aan de verplichtingsregelingen voor energie-efficiëntie. |
B2G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Actualisering van het prioritaire programma „Schone lucht” |
Goedkeuring van wijzigingen van het prioritaire programma „Schone lucht” door het Nationaal Fonds voor milieubescherming, met inbegrip van bepalingen voor steun gericht op a) huishoudens met een hoger inkomen, met name met betrokkenheid van de banksector die leningen verstrekt in combinatie met subsidies; huishoudens met een laag inkomen; huishoudens met het laagste inkomen. |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2023 |
Het nationaal fonds voor milieubescherming stelt wijzigingen vast van het prioritaire programma „Schone lucht” in overeenstemming met de langetermijnrenovatiestrategie in het kader van de richtlijn energieprestatie van gebouwen, met inbegrip van specifieke steun voor a) huishoudens met een hoger inkomen, met name met betrokkenheid van de banksector, die leningen verstrekt in combinatie met subsidies; huishoudens met een laag inkomen; (c) huishoudens met het laagste inkomen (in overeenstemming met de toepasselijke definities in het prioritaire programma „Schone lucht”). Uiterlijk op 31 maart 2023 zijn de bepalingen voor gerichte steun aan de genoemde groepen volledig operationeel en hebben de ontvangers toegang tot deze steun. |
B3G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Actualisering van het nationale luchtbeschermingsprogramma |
Goedkeuring van het geactualiseerde nationale luchtbeschermingsprogramma door de minister van Klimaat en Milieu |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2021 |
In het nationale luchtbeschermingsprogramma worden nieuwe taken vastgesteld die uiterlijk in 2025, 2030 en 2040 op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau moeten worden uitgevoerd: (1) vaststelling van normen voor lage-emissiezones voor gemeenten waar de toegestane NO2-niveaus zijn overschreden; (2) toezegging van „woiwodschappen” om antismogresoluties aan te nemen in steden waar bepaalde luchtkwaliteitsnormen niet worden nageleefd; (3) financiële steun aan regionale en lokale overheden voor de bevordering van de uitvoering van de in de antismog-resoluties genoemde activiteiten en de voorbereiding van informatiepunten voor inwoners die financiering aanvragen in het kader van het prioritaire programma Schone lucht; (4) invoering van de taak die bestaat in de aanscherping van de bepalingen inzake het controlesysteem voor de handhaving van de uitvoering van de in antismogresoluties gespecificeerde taken; (5) uitsluiting van nieuwe kolengestookte verwarmingstoestellen van programma’s voor overheidssteun vanaf 1 januari 2022. |
B4G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de regeling door de minister van Klimaat en Milieu inzake kwaliteitsnormen voor vaste brandstoffen |
Bepaling in de wijziging van de verordening inzake kwaliteitsnormen voor vaste brandstoffen, met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Op basis van aanbevelingen over noodzakelijke of aanbevolen wetswijzigingen die zijn opgesteld door een interministerieel team en gevolgd door een raadpleging van de voorstellen met de kamers van ngo’s en de kolensector, treedt de wijziging van de verordening inzake vaste brandstoffen op basis van steenkool uiterlijk op 31 december 2022 in werking. Zij verbiedt producenten van vaste steenkoolbrandstoffen misleidende merken te gebruiken. |
B5G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van kwaliteitsnormen voor vaste biomassabrandstoffen |
Bepaling in de verordening inzake kwaliteitsnormen voor vaste biomassabrandstoffen met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
Q3/B5 * g |
2023 |
In de verordening worden kwaliteitsnormen vastgesteld voor vaste biomassabrandstoffen, met inbegrip van houtpellets. De verordening verbiedt producenten van vaste biomassabrandstoffen gebruik te maken van misleidende merken. |
|||
B6G/B5 * g |
B1.1.1 Investeringen in warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen |
Doel |
T1 — Warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen |
|
Nummer |
0 |
45 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Aantal warmtebronnen in het kader van ondertekende contracten die voldoen aan de DNSH-vereisten. De ondersteunde technologieën omvatten warmtekrachtkoppelingseenheden op aardgas, hernieuwbare energiebronnen (zonne-energie, geothermische energie, bio-energie) en warmtepompen. De drempel van 250 g CO2/kWh geproduceerde energie mag voor geen van de ondersteunde installaties worden overschreden. In het geval van installaties die bio-energie gebruiken, moet de naleving van Richtlijn 2018/2001 inzake hernieuwbare energiebronnen worden gewaarborgd. Er moet ook voor worden gezorgd dat biogas/biomethaan dat door de pijpleiding wordt geëxploiteerd, voldoet aan de criteria van duurzame ontwikkeling en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (overeenkomstig de richtlijn hernieuwbare energiebronnen). |
B7G/B5 * g |
B1.1.1 Investeringen in warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen |
Doel |
T2 — Warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen |
|
Nummer |
45 |
90 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Het streefcijfer heeft betrekking op het aantal warmtebronnen in het kader van ondertekende contracten die voldoen aan de eisen voor post B6G. |
B8G/B5 * g |
B1.1.2 Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen |
Doel |
T1 — Warmtebronvervanging in eengezinswoningen |
|
Nummer |
0 |
250 000 |
Q3/B5 * g |
2023 |
Aantal geïnstalleerde warmtebronnen die voldoen aan de DNSH-vereisten (onder ondertekende contacten). Investeringen worden ondersteund in het kader van het prioritaire programma Schone lucht en het Thermo-moderniseringsfonds, in overeenstemming met de langetermijnrenovatiestrategie in het kader van de richtlijn energieprestatie van gebouwen. Er wordt voor gezorgd dat de besparing op primaire energie op het niveau van het programma ten minste 30 % bedraagt. Steun voor gasgestookte ketels wordt ingezet in overeenstemming met de technische richtsnoeren van de Commissie inzake DNSH (2021/C58/021), met name wat betreft een aanzienlijke daling van de broeikasgasemissies en een aanzienlijke verbetering van het milieu (met name als gevolg van de vermindering van de verontreiniging) en de volksgezondheid. Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat gasgestookte ketels niet meer dan 40 % van het totale aantal vervangingen van warmtebronnen in het kader van deze maatregel vertegenwoordigen. |
B9G/B5 * g |
B1.1.2 Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen |
Doel |
T2 — Warmtebronvervanging in eengezinswoningen |
|
Nummer |
250 000 |
791 200 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal geïnstalleerde warmtebronnen dat voldoet aan de eisen voor B8G. |
B10G/B5 * g |
B1.1.2 Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen |
Doel |
T1 — Thermo-modernisering en installatie van hernieuwbare energiebronnen in woongebouwen (eengezinswoningen en meergezinswoningen) |
|
Nummer |
0 |
244 952 |
Q3/B5 * g |
2023 |
Aantal thermogemoderniseerde eengezinswoningen en woningen in meergezinswoningen die voldoen aan de energie-efficiëntienormen in het kader van ondersteunde projecten. Investeringen worden ondersteund in het kader van het prioritaire programma Schone lucht en het Fonds voor thermische modernisering en renovatie. Er wordt voor gezorgd dat de besparing op primaire energie op het niveau van het programma ten minste 30 % bedraagt. De steun wordt ingezet overeenkomstig de technische richtsnoeren van de Commissie inzake DNSH (2021/C58/021). Er wordt met name voor gezorgd dat ten minste 70 % van het in het kader van het programma geproduceerde bouwafval wordt hergebruikt of gerecycleerd. |
B11G/B5 * g |
B1.1.2 Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen |
Doel |
T2 — Thermo-modernisering en installatie van hernieuwbare energiebronnen in woongebouwen (eengezinswoningen en meergezinswoningen) |
|
Nummer |
244 952 |
700 390 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal thermogemoderniseerde eengezinswoningen en woningen in meergezinswoningen die voldoen aan de eisen van post B10G. |
B12G/B5 * g |
B1.1.3 Thermische modernisering van scholen |
Doel |
Gemoderniseerde of uitgewisselde warmtebronnen die voldoen aan de DNSH-vereisten in gebouwen van onderwijsinstellingen (in het kader van ondertekende contracten) |
|
Nummer |
0 |
90 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal vervangen of gemoderniseerde warmtebronnen in gebouwen van onderwijsinstellingen die voldoen aan de DNSH-vereisten (in het kader van ondertekende contracten). Er wordt voor gezorgd dat de besparing op primaire energie op het niveau van het programma ten minste 30 % bedraagt. Steun voor gasgestookte ketels wordt ingezet overeenkomstig de technische richtsnoeren van de Commissie inzake DNSH (2021/C58/021). Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat gasgestookte ketels niet meer dan 20 % van het totale aantal vervangingen van warmtebronnen in het kader van deze maatregel vertegenwoordigen. |
B13G/B5 * g |
B1.1.3 Thermische modernisering van scholen |
Doel |
Thermo-modernere gebouwen van onderwijsinstellingen (in het kader van ondertekende contracten) |
|
Nummer |
0 |
322 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal gebouwen van onderwijsinstellingen dat steun heeft ontvangen voor investeringen in de modernisering van energie en/of met toepassing van moderne installatieoplossingen, met inbegrip van: hernieuwbare energiebronnen en aanpassing van de functies, installaties en technische systemen van de gebouwen aan de huidige eisen van de toepasselijke wetgeving. De uitgevoerde investeringen zorgen voor energiebesparingen op het niveau van het gehele investeringsprogramma van ten minste 30 %. |
B14G/B5 * g |
B1.1.4 Versterking van de energie-efficiëntie van lokale voorzieningen voor sociale activiteiten |
Doel |
Sociale voorzieningen met vervangen inefficiënte warmtebronnen voor vaste brandstoffen naar moderne warmtebronnen die voldoen aan de DNSH-vereisten |
|
Nummer |
0 |
21 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal faciliteiten voor sociale activiteiten die inefficiënte warmtebronnen voor vaste brandstoffen hebben vervangen door moderne warmtebronnen die voldoen aan de DNSH-vereisten (in het kader van ondertekende contracten). De uitgevoerde investeringen zorgen voor energiebesparingen op het niveau van het volledige investeringsprogramma van ten minste 30 %. Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat gasgestookte ketels niet meer dan 20 % van het totale aantal vervangingen van warmtebronnen in het kader van deze maatregel vertegenwoordigen. |
B15G/B5 * g |
B1.1.4 Versterking van de energie-efficiëntie van lokale voorzieningen voor sociale activiteiten |
Doel |
Thermo-gemoderniseerde voorzieningen voor sociale activiteiten |
|
Nummer |
0 |
85 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal thermogemoderniseerde gemeenschapsvoorzieningen (bibliotheken en gemeenschapscentra).
De uitgevoerde investeringen zorgen voor energiebesparingen op het niveau van het volledige investeringsprogramma van ten minste 30 %.
|
B16G/B5 * g |
B2.1 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van waterstoftechnologieën en andere koolstofvrije gassen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van handelingen tot wijziging van de wetgevingshandelingen voor waterstof als alternatieve brandstof voor vervoer |
Bepalingen in de wijzigingswetgevingshandelingen die de inwerkingtreding ervan aangeven |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2021 |
1. Wijziging van de Elektromobiliteitswet (11 januari 2018; 317) introduceert de definities voor de infrastructuur voor het tanken van waterstof; de algemene veiligheids- en technische eisen voor tankstations vast te stellen (overeenkomstig de richtlijn betreffende infrastructuur voor alternatieve brandstoffen) en de procedures en bevoegde instanties vast te stellen die relevant zijn voor de inspectie van deze infrastructuur.
|
B17G/B5 * g |
B2.1 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van waterstoftechnologieën en andere koolstofvrije gassen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot vaststelling van regels voor waterstof |
Bepaling in de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van de wet tot vaststelling van de waterstofinfrastructuur en het ontwerp van de waterstofmarkten ter ondersteuning van de marktintroductie van hernieuwbare en koolstofarme waterstof, de integratie van waterstofproductie in andere energiemarkten en bestaande en specifieke infrastructuur die gericht is op het creëren van voorspelbaarheid van de regelgeving voor investeerders en het ondersteunen van het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme waterstof. De wet is in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01). De hervorming maakt het gebruik en het in de handel brengen van hernieuwbare waterstof niet moeilijker dan andere bronnen van waterstof. De hervorming is in de eerste plaats gericht op de ontwikkeling van hernieuwbare waterstof of waterstof geproduceerd uit elektrolyse-installaties. De hervorming moet in overeenstemming zijn met de waterstofstrategie van de EU. |
B18G/B5 * g |
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer |
Doel |
Milieuvergunningen voor waterstoftankstations |
|
Nummer |
0 |
10 |
Q3/B5 * g |
2023 |
Aantal afgegeven milieuvergunningen voor waterstoftankstations. |
B19G/B5 * g |
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer |
Doel |
Ingebruikneming van waterstoftankstations |
|
Nummer |
0 |
25 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal waterstoftankstations, met inbegrip van waterstofbunkeren dat openstaat voor het publiek, in het kader van een geïntegreerde beleidsaanpak waarbij prioriteit wordt gegeven aan hernieuwbare waterstof en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01). De bunkering moet openstaan voor alle bronnen van waterstof, maar de hoeveelheid gebunkerde grijze waterstof moet mettertijd afnemen. |
B20G/B5 * g |
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer |
Doel |
Onderzoeks- en innovatieprojecten op het gebied van innovatieve vervoerseenheden op waterstof |
|
Nummer |
0 |
3 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal ontwikkelde innovatieve projecten op het gebied van door waterstof aangedreven vervoerseenheden. Het project ondersteunt de ontwikkeling, bouw, uitvoering en commercialisering van innovatieve op waterstof aangedreven vervoerseenheden. De investering ondersteunt en ontwikkelt het Poolse potentieel om een leverancier te worden van schepen/treinen/bussen op waterstof voor duurzaam vervoer. Afgezien van onderzoek en ontwikkeling wordt de opschaling van de productie ondersteund. Het toepassingsgebied van de investeringen omvat een breed scala aan activiteiten voor het bevorderen, testen, demonstreren en in de handel brengen van verschillende soorten waterstofceltransporteenheden. Het omvat zowel de bouw van nieuwe eenheden als de aanpassing van bestaande eenheden.
|
B21G/B5 * g |
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer |
Doel |
Capaciteit van installaties voor de productie van koolstofarme en hernieuwbare waterstof, met inbegrip van elektrolyse-installaties, met bijbehorende infrastructuur |
|
Nummer |
0 |
320 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Capaciteit van installaties voor de productie van koolstofarme en hernieuwbare waterstof, met inbegrip van elektrolyse-installaties, met bijbehorende infrastructuur (320 MW). De investering in verband met koolstofarme en hernieuwbare waterstof voldoet aan de eis van een broeikasgasemissiereductie gedurende de hele levenscyclus van 73,4 % voor waterstof, wat resulteert in broeikasgasemissies gedurende de hele levenscyclus van minder dan 3 t CO2eq/tH2) en 70 % voor synthetische brandstoffen op basis van waterstof, ten opzichte van een fossiele referentiebrandstof van 94 g CO2e/MJ, wat resulteert in 2.256 tCO2eq/tH2, naar analogie van de benadering die is uiteengezet in artikel 25, lid 2, van en bijlage V bij Richtlijn (EU) 2018/2001. De broeikasgasemissiereducties gedurende de levenscyclus worden berekend met behulp van de in artikel 28, lid 5, van Richtlijn (EU) 2018/2001 bedoelde methode of, als alternatief, met ISO 14067: 2018 of ISO 14064-1: 2018. |
B22G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van handelingen tot wijziging van het wetgevingskader voor hernieuwbare-energiegemeenschappen en biomethaan: Wijzigingen van de RES-wet, wijzigingen van de wetgeving betreffende de energiemarkt en inwerkingtreding van een verordening op de RES-wet |
Bepalingen in de wijzigingsbesluiten en in de verordening waarin de inwerkingtreding ervan wordt aangegeven |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2023 |
Vaststelling en inwerkingtreding van wijzigingsbesluiten en -verordeningen, met inbegrip van: 1. Wijzigingen van de wet van 20 februari 2015 inzake hernieuwbare energiebronnen (RES-wet) moeten de operationele beginselen voor energieclusters (betere voorwaarden voor de oprichting van dergelijke entiteiten) herformuleren door te voorzien in: regels, definities of begrippen met betrekking tot: het toepassingsgebied, de overeenkomsten, het onderwerp van de energiecluster, het register van energieclusters of de samenwerking tussen individuele leden van het energiecluster en systeembeheerders.
|
B23G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet inzake investeringen in windmolenparken aan land |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet inzake investeringen in windmolenparken op het land, met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een wijzigingsbesluit dat formele belemmeringen voor investeringen in onshore-infrastructuur wegneemt. De wijziging moet de afstandsregel (minimumafstand van windmolenwet tot residentiële gebouwen — 10 maal de hoogte van de windmolen, 10H) flexibeler maken door in het kader van de ruimtelijkeordeningsprocedure/zoneprocedure meer bevoegdheden toe te kennen aan gemeenten om de minimumafstanden te bepalen en aan regionale milieubeschermingsbureaus in het kader van de procedure voor het nemen van besluiten over milieuvoorwaarden.
|
B24G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een verordening tot vaststelling van een plan voor de veilingen van hernieuwbare energie voor de jaren 2022-2027 |
Bepaling in de verordening over de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een verordening tot vaststelling van een plan voor veilingen van hernieuwbare energie per technologie (ook voor nieuwe windmolenparken op land). Het plan stelt een budget en een hoeveelheid elektriciteit vast die beschikbaar zijn via concurrerende veilingen voor de periode 2022-2027. |
B25G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Doel |
T1 — Instorte capaciteit van wind- en fotovoltaïsche installaties op het vasteland (in GW) |
|
Nummer |
11,2 |
18 |
Q4/B5 * g |
2023 |
Totale geïnstalleerde capaciteit (in GW) van wind- en fotovoltaïsche installaties op het land. |
B26G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Doel |
T2 — Instorte capaciteit van wind- en fotovoltaïsche installaties op het vasteland (in GW) |
|
Nummer |
18 |
20 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Totale geïnstalleerde capaciteit (in GW) van wind- en fotovoltaïsche installaties op het land. |
B27G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Doel |
T3 — Instorte capaciteit van wind- en fotovoltaïsche installaties op het vasteland (in GW) |
|
Nummer |
20 |
23 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Totale geïnstalleerde capaciteit (in GW) van wind- en fotovoltaïsche installaties op het land. |
B28G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Doel |
T4 — Instorte capaciteit van wind- en fotovoltaïsche installaties op het vasteland (in GW) |
|
Nummer |
23 |
23,5 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Totale geïnstalleerde capaciteit (in GW) van wind- en fotovoltaïsche installaties op het land. |
B29G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening naar aanleiding van de wet van 17 december 2020 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking in windmolenparken op zee |
Bepaling in de verordening over de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
De volgende uitvoeringsverordening treedt in werking:
|
B30G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening naar aanleiding van de wet van 17 december 2020 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking in windmolenparken op zee |
Bepaling in de verordening over de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Regeling van de minister van Klimaat en Milieu inzake de soorten kasstromen die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de aangepaste prijs en de gedetailleerde berekeningswijze van de aangepaste prijs. De verordening specificeert de soorten kasstromen waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van de aangepaste prijs en de gedetailleerde methode voor de berekening van de aangepaste prijs. Tijdens het proces wordt rekening gehouden met factoren als investeringssteun, de datum van toekenning van investeringssteun en de regels voor de toekenning van overheidssteun op het gebied van milieubescherming en energie. Het verwachte effect is dat de bovengenoemde procedure voor investeerders in windmolenparken op zee wordt vergemakkelijkt. |
B31G/B5 * g |
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur |
Doel |
T1 — Lengte van nieuw of gemoderniseerd elektriciteitstransmissienetwerk (km) |
|
Nummer |
0 |
70 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Aantal kilometers nieuw aangelegde of gemoderniseerde delen van projecten voor elektriciteitstransmissienetten (400 kV). De lengte van elk baanvak wordt slechts eenmaal berekend (ongeacht of het om een enkelvoudige of dubbele lijn gaat). |
B32G/B5 * g |
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur |
Doel |
T2 — Lengte van nieuw of gemoderniseerd elektriciteitstransmissienetwerk (km) |
|
Nummer |
70 |
190 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Aantal kilometers nieuw aangelegde of gemoderniseerde delen van projecten voor elektriciteitstransmissienetten (400 kV). De lengte van elk baanvak wordt slechts eenmaal berekend (ongeacht of het om een enkelvoudige of dubbele lijn gaat). |
B33G/B5 * g |
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur |
Doel |
T3 — Lengte van nieuw of gemoderniseerd elektriciteitstransmissienetwerk (km) |
|
Nummer |
190 |
320 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal kilometers nieuw aangelegde of gemoderniseerde delen van projecten voor elektriciteitstransmissienetten (400 kV). De lengte van elk baanvak wordt slechts eenmaal berekend (ongeacht of het om een enkelvoudige of dubbele lijn gaat). |
B34G/B5 * g |
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur |
Mijlpaal |
Implementatie van de datahub voor de elektriciteitsmarkt (OIRE/CSIRE) |
Inbedrijfstelling |
Q4/B5 * g |
2024 |
Ingebruikneming en installatie van één datahub en energiekwaliteitsanalysator op de elektriciteitsmarkt (OIRE/CSIRE). |
|||
B35G/B5 * g |
B2.2.2 HEB-installaties die door energiegemeenschappen worden geëxploiteerd |
Doel |
Entiteiten die binnen het pre-investeringsgedeelte worden ondersteund |
|
Nummer |
0 |
139 |
Q1/B5 * g |
2025 |
Aantal subsidieovereenkomsten met begunstigden die worden geselecteerd via een open, concurrerende en transparante oproep tot het indienen van voorstellen. Bij de toewijzing van projecten aan de begunstigde entiteiten wordt gezorgd voor een evenwichtige verdeling tussen de entiteiten over het land, rekening houdend met de bevolking en de geografische dekking. Vanaf de datum van ondertekening van de subsidieovereenkomsten behoren de begunstigden tot entiteiten die in staat zijn een hernieuwbare-energiegemeenschap op te richten zoals gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2018/2001 (herschikking) ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en andere energiegemeenschappen zoals gedefinieerd in de Poolse wetgeving (met inbegrip van energieclusters „Klaster energii” en energiecoöperaties „Spółdzielnia energetyczna”). |
B36G/B5 * g |
B2.2.2 HEB-installaties die door energiegemeenschappen worden geëxploiteerd |
Doel |
Energiegemeenschappen ondersteund binnen het investeringsgedeelte |
|
Nummer |
0 |
10 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Aantal subsidieovereenkomsten met hernieuwbare-energiegemeenschappen zoals gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2018/2001 (herschikking) ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en andere energiegemeenschappen zoals gedefinieerd in de Poolse wetgeving (met inbegrip van energieclusters „Klaster energii” en energiecoöperaties „Spółdzielnia energetyczna”). De begunstigde entiteiten worden geselecteerd via open, transparante en vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen. Bij de toewijzing van projecten aan de begunstigde entiteiten wordt gezorgd voor een evenwichtige verdeling tussen de entiteiten over het land, rekening houdend met de bevolking en de geografische dekking. |
B37G/B5 * g |
B2.2.3 Bouw van offshore-terminalinfrastructuur |
Mijlpaal |
Bouw van een offshore-installatieterminal |
Inbedrijfstelling |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2025 |
Inbedrijfstelling van een nieuwe havenpier. De totale oppervlakte aan opslagruimten en trottoirs voor operationele opslag bedraagt 33,6 ha. Binnen het voorassemblageoppervlak moet het oppervlak een draagvermogen hebben van 50 T/m² en een opslagruimte van 20T/m². De ro-ro-oprijplaat moet ook worden gebouwd. De opslagzone van de terminal biedt diensten aan twee onafhankelijke ontwikkelaars van windmolenparken op zee. De verdeling van de buitenpier moet de mogelijkheid hebben om twee aanlegplaatsen voor „jack-up” -vaartuigen aan te leggen. De totale lengte van de kades in de offshorewindterminal bedraagt meer dan 1 000 meter.
|
B38G/B5 * g |
B2.2.3 Bouw van offshore-terminalinfrastructuur |
Doel |
Bouw van een offshore serviceterminal in Łeba en Ustka |
|
Nummer |
0 |
2 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Voltooiing van de bouw van twee offshoredienstterminals (Ustka en Łeba). De investering in Ustka bestaat uit de aanleg van een naderingswaterweg met een diepte van 8 m, met de mogelijkheid van uitdieping tot 9-9,5 m. Het investeringshavenbekken bedraagt 12,7 ha. Daarnaast is het de bedoeling de oostelijke golfbreker weer op te bouwen en een nieuwe westerse golfbreker met een lengte van ongeveer 1 400 m te bouwen. De geplande oppervlakte van de terminal bedraagt ongeveer 14 ha, met de bouw van een kade op de terminal met een lengte van ongeveer 400 m. De investering in Łeba omvat de aanleg van een naderingswaterweg met een diepte van 3,5-4 m. Er wordt een deskundige beoordeling uitgevoerd van de staat van de constructies langs het spoor. Daarnaast moet een nieuwe oostelijke golfbreker met een lengte van ten minste 220 m worden gebouwd om een veilige toegang tot de haven te waarborgen. Er wordt een nieuw havenbekken aangelegd op land en een kade in het bassin met een lengte van ongeveer 260 m. |
B39G/B5 * g |
B3.1 Steun voor duurzaam water- en afvalwaterbeheer in plattelandsgebieden |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van regels voor de territorialisering van steun voor investeringen in watervoorziening of riolering in plattelandsgebieden |
Goedkeuring van richtsnoeren door de minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling. |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2021 |
Vaststelling van territoriale criteria voor de selectie van begunstigden.
|
B40G/B5 * g |
B3.1 Steun voor duurzaam water- en afvalwaterbeheer in plattelandsgebieden |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot vaststelling van de verplichting om regelmatig toezicht en controle uit te oefenen op passende individuele systemen |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van de verplichting voor gemeenten om toezicht te houden op en controle uit te oefenen op de afvoer van afvalwater en instrumenten om onjuiste verwijdering te voorkomen, met inbegrip van het mechanisme van zogenoemde vervangende prestaties, d.w.z. de organisatie van het leegmaken van septische tanks door de gemeente voor eigenaren die geen contracten voor het leegmaken van septische tanks hebben gesloten. |
B41G/B5 * g |
B3.1.1 Investeringen in afvalwaterzuiveringssystemen en watervoorziening in plattelandsgebieden |
Doel |
Extra aansluitingen van de plattelandsbevolking in het kader van de waterinfrastructuur |
|
Nummer |
0 |
33 990 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Aanvullende verbindingen van de plattelandsbevolking die gebruikmaken van de infrastructuur voor watervoorziening en afvalwaterzuivering in gemeenten die volledig voldoen aan de gewijzigde regels inzake afvalwaterafvoer. De steun is gericht op gebieden met een beperkte investeringscapaciteit als gevolg van de COVID-19-pandemie buiten agglomeraties in de zin van artikel 86 van de Waterwet en op infrastructuurprojecten voor afvalwaterzuivering met het grootste potentieel om bestaande negatieve milieueffecten te verminderen. De begunstigden van de investering worden geselecteerd door middel van een open en transparante concurrentie. Alternatieve oplossingen voor watervoorziening en afvalwaterzuiveringsinfrastructuur in plattelandsgebieden (zoals het combineren van collectieve systemen met septische tanks of afzonderlijke installaties) moeten worden overwogen. Wateronttrekking moet worden vermeden wanneer de betrokken waterlichamen (oppervlakte- of grondwater) zich (in het kader van de intensivering van de klimaatverandering) in een minder goede toestand of minder goed potentieel bevinden. |
B1.2 Vereenvoudiging van de energiebesparingsverplichting voor energiebedrijven
Het doel van de hervorming is de verplichtingsregeling voor energie-efficiëntie te vereenvoudigen en uit te breiden.
De hervorming wordt uitgevoerd door een standaardreeks referentiewaarden voor verschillende soorten energiebesparende maatregelen vast te stellen. Dergelijke maatregelen hoeven niet langer te worden gecontroleerd, waardoor de deelname van kleinere entiteiten aan de regeling wordt vergemakkelijkt. Een ander element van de hervorming is de opname in de verplichtingsregeling voor energie-efficiëntie van brandstofbedrijven die vloeibare brandstoffen voor vervoer op de markt brengen. Deze bedrijven voeren projecten ter verbetering van de energie-efficiëntie uit, annuleren een passend aantal witte certificaten of betalen onder bepaalde voorwaarden een vervangende vergoeding. Als gevolg daarvan zal de vraag naar witte certificaten naar verwachting toenemen, waardoor de omzet op de markt zal toenemen en de verhoogde energie-efficiëntiestreefcijfers zullen worden gehaald.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
B1.2.1 Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in bedrijven — investeringen met het grootste potentieel voor broeikasgasreductie
De hervorming heeft tot doel het eindenergieverbruik en de broeikasgasemissies van bedrijven te verminderen.
De toepassing van groene oplossingen in ondernemingen is gericht op het verbeteren van industriële en energieprocessen om de energie-efficiëntie te verbeteren en de energie-intensiteit te verminderen, hetgeen leidt tot een vermindering — en een hogere efficiëntie — van het energieverbruik, in combinatie met investeringen in hernieuwbare en koolstofarme energiebronnen in ondernemingen. De investering dient met name ter ondersteuning van i) de bouw, uitbreiding of modernisering van bestaande industriële en productie-installaties, industriële uitrusting en elektriciteitsinstallaties ter verbetering van de energie-efficiëntie; de bouw en installatie van eigen hernieuwbare energiebronnen in bedrijven, waaronder windturbines, zonnecollectoren, fotovoltaïsche panelen, geothermische systemen, warmtepompen; de bouw van energieopslagfaciliteiten in bedrijven in verband met de productie van energie uit hernieuwbare bronnen; het bouwen/moderniseren van eigen (interne) koolstofarme energiebronnen, met inbegrip van warmtekrachtkoppeling; (V) verhoging van het aandeel emissiearme of emissievrije brandstoffen in productieprocessen, met inachtneming van de hoogste emissienormen; vervanging van energiezuinige warmtebronnen die brandstoffen (vast, vloeibaar, gas) of elektriciteit gebruiken door energie-efficiëntere bronnen; VII) thermo-modernisering van gebouwen en faciliteiten die in industriële processen worden gebruikt. De projecten worden geselecteerd op basis van een algemeen vergelijkend onderzoek, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende criteria: I) gereedheid — rijpheid van het project voor de uitvoering; II) samenhang met bestaande plannen voor klimaatneutraliteit; III) de mate van vermindering van de CO2-, PM2,5- en PM10-emissies; IV) de mate van vermindering van het primaire energieverbruik.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01), sluiten de subsidiabiliteitscriteria in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik; 16 ; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarbij de geraamde broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 17 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 18 en installaties voor mechanische biologische behandeling 19 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. In de taakomschrijving wordt bovendien bepaald dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die in overeenstemming zijn met de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2023 uitgevoerd.
B2.3 Steun voor investeringen in offshore-windmolenparken
Het doel van de hervorming is te zorgen voor de doeltreffende uitvoering en verdere ontwikkeling van offshore-windenergie.
De hervorming bestaat uit de invoering van gedetailleerde eisen voor onderdelen van elektriciteitscentrales en onderdelen van offshore-elektriciteitscentrales, alsmede bouwvoorschriften voor onderdelen van offshore-elektriciteitscentrales, waarbij rekening wordt gehouden met de veiligheid en betrouwbaarheid van de offshore-elektriciteitsproductie en de assemblage van elektriciteitscentrales. Er treedt een verordening in werking tot vaststelling van de maximumprijs per 1 MWh (uitgedrukt in PLN) die mag worden vermeld in biedingen die door producenten op een veiling worden ingediend. De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.
Het doel van de hervorming is ook het effect van de toewijzingsbeperkingen op de resultaten van de elektriciteitsmarkt te verminderen. De hervorming bestaat uit de uitvoering door de transmissiesysteembeheerder van een expliciete aankoop van balanceringscapaciteit (reserves) vóór de eenvormige day-aheadkoppeling (single day ahead koppeling — SDAC) in overeenstemming met de aanbeveling van ACER waarin wordt voorgesteld het niveau van de toegepaste toewijzingsbeperkingen te verlagen. De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.
De hervorming gaat vergezeld van veilingen voor elektriciteitsopwekking uit offshore-windmolenparken. De veilingen worden uiterlijk op 31 december 2025 georganiseerd.
B2.3.1 Bouw van offshorewindmolenparken
De uitvoering van offshore-projecten in de Oostzee heeft tot doel het aandeel van hernieuwbare energie en emissievrije bronnen in het Poolse energiesysteem geleidelijk te vergroten.
De investering ondersteunt projecten met betrekking tot de bouw van offshorewindmolenparken. Offshore-windmolenparken dragen bij tot de stabilisering van de werking van het elektriciteitsnet door te zorgen voor een grotere stabiliteit van de energieopwekking in vergelijking met andere soorten installaties voor hernieuwbare energie, zoals fotovoltaïsche en onshore-windmolenparken. De totale nominale capaciteit van offshore-windinstallaties die als gevolg van de investering worden geïnstalleerd, bedraagt 1 500 MW.
De begunstigden worden geselecteerd via een open, transparante en niet-discriminerende oproep tot het indienen van voorstellen die beschikbaar is voor alle projecten die deelnemen aan fase I (steun die buiten het veilingsysteem om wordt verleend), die wordt geëvalueerd. De steun wordt verleend aan meer dan één begunstigde om daadwerkelijke mededinging op de markt voor offshore-windenergie mogelijk te maken. De criteria voor de selectie van projecten omvatten maturiteit en paraatheid voor de voltooiing van projecten uiterlijk op 30 juni 2026, uitvoeringsschema en termijnen voor het bereiken van de veronderstelde indicatoren, of geïnstalleerde capaciteit als gevolg van de projectuitvoering (MW).
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
B2.4 Wettelijk kader voor de ontwikkeling van energieopslagfaciliteiten
Het doel van de hervorming is de bestaande wettelijke belemmeringen voor de ontwikkeling van opslagtechnologieën weg te nemen en een stabiel juridisch klimaat te creëren voor de exploitatie van opslagactiviteiten.
Bij de hervorming wordt onder meer elektriciteitsopslag vrijgesteld van de tariefverplichting en wordt dubbele heffing van nettarieven afgeschaft. Zij stelt de verplichting om een concessie/inschrijving in het register te verkrijgen afhankelijk van de totale geïnstalleerde opslagcapaciteit voor elektriciteit, ongeacht de capaciteit ervan. Het voorgestelde tariefkader voor opslag moet niet-discriminerend zijn en de kosten weerspiegelen.
De uitvoering van de hervorming moest uiterlijk op 30 juni 2021 zijn voltooid.
B2.4.1 Systemen voor energieopslag
Het doel van de investering is de continuïteit van de levering aan consumenten te waarborgen en de efficiëntie van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te vergroten door middel van investeringen in technologieën die de balancering van elektriciteit in het elektriciteitssysteem vergemakkelijken.
De investering bestaat uit de modernisering van de bestaande pompaccumulatie van waterkrachtenergie. Dit houdt in dat de installaties worden aangepast aan de huidige en toekomstige behoeften op het gebied van regelgeving en markt om een levensvatbare werking van de energiecentrale te waarborgen. Het bestaat uit de modernisering van het bovenste reservoir (renovatie van het upstreamvlak van bitumineus beton), de bovenste watertoevoer en afgeleide tunnels en ten minste drie van de vier watergeneratoren van de opslag- en pompcentrale. De investering zal naar verwachting leiden tot een toename van de beschikbaarheid en de efficiëntie van de installatie.
De investering financiert ook de aankoop en installatie van een back-up-elektriciteitsopslagfaciliteit met een capaciteit van elk 4-5 kWh.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
B3.2 Steun voor milieuherstel en bescherming tegen gevaarlijke stoffen
Het doel van de hervorming is het verminderen van de negatieve milieueffecten van aangetast land op grote schaal en het mogelijk maken van een gecoördineerde neutralisering van bedreigingen in Poolse mariene gebieden.
De hervorming houdt in dat organisatorische en juridische belemmeringen voor de algehele eliminatie van de negatieve milieueffecten van grootschalige postindustriële gebieden moeten worden weggenomen. De nadruk ligt op vier onafhankelijke veldcomponenten (verschillende locaties en toepassingsgebieden van werken): 1) voormalige chemische fabriek „Tarnowskie Góry” in Tarnowskie Góry; 2) voormalige chemische fabriek „Zachem” in Bydgoszcz; 3) „Organika-Azot” -fabriek in Jaworzno; 4) voormalige „Boruta” Dyes Industry Plant in Zgierz.
De wetgeving tot vaststelling van deze wijzigingen treedt uiterlijk op 31 december 2022 in werking.
Het tweede deel van de hervorming bestaat uit het vaststellen van regels voor gevaarlijke materialen die in de Oostzee verzonken zijn en die gericht zijn op het verhogen van de veiligheid voor de menselijke gezondheid en de toestand van het milieu. Zij beschrijft de bevoegdheden van overheidsinstanties in de wettelijke bepalingen; het identificeren van leidende en samenwerkende entiteiten in aangelegenheden die verband houden met de afzetting van gevaarlijke materialen in maritieme gebieden; een gedetailleerd actieplan op te stellen voor overheidsdiensten en onder toezicht staande en ondergeschikte eenheden met betrekking tot gevaarlijke materialen die in mariene gebieden worden gedeponeerd, met vermelding van de entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van individuele taken; en de invoering van wetswijzigingen om monitoring, identificatie en mogelijke winning en verwijdering van gevaarlijke materialen mogelijk te maken.
De wetgeving tot vaststelling van deze wijzigingen treedt uiterlijk op 30 september 2022 in werking.
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee
Het doel van de investering is het wegnemen van de bedreiging voor de menselijke gezondheid en het leven als gevolg van grootschalige brownfieldterreinen, het minimaliseren van hun negatieve gevolgen voor het natuurlijke milieu en het terugwinnen ervan voor hergebruik, met inachtneming van het beginsel dat de vervuiler betaalt en Richtlijn 2004/35/EG inzake milieuaansprakelijkheid. De investering zal naar verwachting ook bijdragen tot het aanpakken van het risico van verontreiniging en gevaarlijke materialen in Poolse mariene gebieden.
De investering bestaat uit de ontwikkeling van onderzoek en studies die leiden tot de opstelling van volledige investeringsdocumentatie voor vooraf bepaalde locaties waar significante problemen bestaan met de aanwezigheid van verontreinigende stoffen of gevaarlijke stoffen in een grootschalig gebied. Het omvat de ontwikkeling van veldonderzoek, studies en landinventaris, als een eerste maar fundamentele stap die leidt tot de opstelling van volledige investeringsdocumentatie in de volgende stappen van het programma.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
De investering ondersteunt bodemsanering en neutralisering van gevaarlijke stoffen, voorbereiding van land voor investeringen door modernisering van harde infrastructuur en heropleving van gebouwen in Huta Sendzimira.
De investering ondersteunt ook verkennings- en meetcampagnes in de Oostzee en een analyse van de verkregen gegevens als noodzakelijke stap die moet leiden tot de opstelling van een volledige documentatie voor neutraliseringsplannen.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.
B3.3 Steun voor het duurzame beheer van de watervoorraden in de landbouw en op het platteland
Het doel van de hervorming is de voorwaarden voor investeringen in plattelandsgebieden in waterbeheer en hulpbronnenefficiëntie te verbeteren. De hervorming draagt bij tot het vergroten van de weerbaarheid van de landbouw tegen droogte en overstromingspreventie in landbouwgebieden; verbetering van de waterefficiëntie door de waterbetrekkingen in landbouwgebieden naar behoren te reguleren en afvloeiing terug te dringen; en een grotere waterretentie.
De hervorming bestaat uit wijzigingen van de nationale wetgeving die nodig zijn om de voorwaarden voor veerkrachtig waterbeheer in de landbouw en plattelandsgebieden te verbeteren. De wijzigingen vergemakkelijken de voorbereiding en uitvoering van investeringen met betrekking tot het vasthouden van water en het stoppen van de afwatering ervan uit landbouwgrond, met inbegrip van met name investeringen in verband met de wederopbouw en het herstel van drainagevoorzieningen, zodat deze de functie van retentie vervullen en aldus landbouwgrond tegen droogte beschermen en het overstromingsrisico beperken.
De hervorming moet voldoen aan de vereisten die zijn vastgesteld in de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01), met name de naleving van de EU-milieuwetgeving, met inbegrip van de MEB-richtlijn (2011/92/EU) en de kaderrichtlijn water (2000/60/EG).
De wijzigingen mogen niet leiden tot een verslechtering van de mate van naleving van de milieuwetgeving van de EU, met name wat betreft investeringen die op grond van de verordening van de Raad van Ministers als aanzienlijke of potentieel significante investeringen worden beschouwd met betrekking tot projecten die waarschijnlijk aanzienlijke gevolgen voor het milieu zullen hebben en investeringen in of gevolgen hebben voor Natura 2000-gebieden. Bovendien mogen de wijzigingen de huidige bindende regels inzake waterinname niet wijzigen.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
B3.3.1 Investeringen in het vergroten van het potentieel van duurzaam waterbeheer in plattelandsgebieden
Het doel van de investering is steun te verlenen aan investeringen in plattelandsgebieden ter verbetering van het waterbeheer en de hulpbronnenefficiëntie.
De investering draagt bij tot het vergroten van de weerbaarheid van de landbouw tegen droogte en overstromingspreventie in landbouwgebieden; verbetering van de waterefficiëntie door de waterbetrekkingen in landbouwgebieden naar behoren te reguleren en afvloeiing terug te dringen; en het vergroten van de waterretentie, op voorwaarde dat de behoefte en de aard ervan naar behoren worden gerechtvaardigd. Prioriteit wordt gegeven aan klimaatveranderingsbestendige en op de natuur gebaseerde oplossingen. Projecten in het kader van deze maatregel worden onderworpen aan een milieueffectbeoordeling (MEB) en voldoen aan de vereisten van de technische richtsnoeren inzake DNSH (2021/C 58/01). De naleving van de milieuwetgeving van de EU, met inbegrip van de MEB-richtlijn (2011/92/EU) en de kaderrichtlijn water (2000/60/EG), wordt gewaarborgd. Alle investeringsprojecten die uit hoofde van deze component worden gefinancierd en waarvoor een MEB-besluit vereist is, moeten voldoen aan Richtlijn 2011/92/EU, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU. Meer in het bijzonder moeten alle nieuwe projecten waarvoor een MEB vereist is, worden goedgekeurd op grond van de Wet op de verstrekking van informatie over het milieu en de bescherming daarvan, inspraak van het publiek bij milieubescherming en milieueffectbeoordeling, zoals gewijzigd bij de wet van 30 maart 2021 tot wijziging van die wet en bepaalde andere wetten. Bij de uitvoering van alle investeringsprojecten waarvoor een milieubesluit of een bouw- of ontwikkelingsvergunning is aangevraagd of afgegeven vóór de inwerkingtreding van de wet van 30 maart 2021, wordt rekening gehouden met de bepalingen van de „Richtsnoeren voor corrigerende maatregelen voor door EU-fondsen gecofinancierde projecten die getroffen zijn door inbreuk 2016/2046”, zoals meegedeeld aan Polen op 23 februari 2021 (ref. Ares (2021) 1423319). Alleen projecten die niet leiden tot een verslechtering van de toestand van oppervlaktewateren en grondwater en die de verbetering van de ecologische toestand of het ecologisch potentieel van de betrokken waterlichamen niet in de weg staan, worden ondersteund.
Investeringen met negatieve gevolgen voor de natuur worden van de steun uitgesloten. Wanneer water wordt onttrokken, moet de relevante autoriteit een relevante vergunning verlenen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de betrokken waterlichamen zich in een goede ecologische toestand bevinden en de omstandigheden worden gespecificeerd om verslechtering ervan te voorkomen, overeenkomstig de vereisten van Richtlijn 2000/60/EG en de technische richtsnoeren inzake DNSH, en die wordt gestaafd door de meest recente relevante ondersteunende gegevens. Wateronttrekking moet worden vermeden wanneer de betrokken waterlichamen (oppervlakte- of grondwater) zich (in het kader van de intensivering van de klimaatverandering) in een minder goede toestand of minder goed potentieel bevinden. De maatregelen moeten ook in overeenstemming zijn met Richtlijn 2009/147/EG inzake het behoud van de vogelstand (vogelrichtlijn) en Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (habitatrichtlijn).
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.
B3.4 Bevordering van een kader voor investeringen in de groene transitie in stedelijke gebieden
Het doel van de hervorming is het ondersteunen van de capaciteit van steden bij het prioriteren, plannen, uitvoeren en financieren van investeringsprojecten die gericht zijn op klimaatmitigatie en -adaptatie in overeenstemming met de Europese Green Deal. De hervorming en de bijbehorende investeringen zijn met name gericht op het vergroten van het aandeel groene gebieden in steden.
Een reeks wetswijzigingen moet ervoor zorgen dat duurzaamheidsaspecten beter worden geïntegreerd in de stedenbouwkundige procedures en dat belanghebbenden naar behoren worden geraadpleegd als onderdeel van die procedures. Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat lokale autoriteiten passende capaciteitssteun ontvangen om projecten voor klimaatmitigatie en -adaptatie te prioriteren, te plannen en uit te voeren. Deze elementen op het gebied van regelgeving en capaciteitsopbouw worden aangevuld met de instelling van een specifiek instrument dat gericht is op het verstrekken van financiering voor investeringen in de groene transitie in stedelijke gebieden.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01), sluiten de subsidiabiliteitscriteria voor projecten de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 20 ; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarbij de geraamde broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 21 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 22 en installaties voor mechanische biologische behandeling 23 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. In de taakomschrijving wordt bovendien bepaald dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die in overeenstemming zijn met de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
De wetswijzigingen ter bevordering van groene stedelijke investeringen treden uiterlijk op 31 december 2023 in werking. Het Fonds voor groene stedelijke transitie wordt uiterlijk op 30 juni 2022 opgericht.
B3.4.1 Investeringen in een groene transformatie van steden
Het doel van de investering is de effecten van steden op de klimaatverandering en de gezondheid van hun inwoners te beperken door de uitstoot van broeikasgassen en andere verontreinigende stoffen te verminderen. Het doel is ook de steden aan te passen aan de toenemende extreme weersomstandigheden in verband met klimaatverandering, zoals droogte, hittegolven en overstromingen.
De eerste van deze doelstellingen wordt verwezenlijkt door middel van investeringsprojecten die het gebruik van hernieuwbare energiebronnen als energiebron in de stad vergroten en de energie-efficiëntie verhogen, alsook de ontwikkeling van emissieloze vervoersinfrastructuur (voetgangers, fietsen) die geïntegreerd is met collectief vervoer, onderwijs en bewustmaking van burgers over de noodzaak om steden om te vormen tot klimaatneutraliteit met het oog op de aanpassing aan de klimaatverandering. De tweede doelstelling wordt verwezenlijkt door middel van investeringsprojecten die gericht zijn op het vergroten van biologisch actieve oppervlakken in stedelijke en functionele gebieden en het verminderen van bodemafdekking en op de natuur gebaseerde stedelijke investeringen met bijbehorende vegetatieoplossingen.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01), sluiten de subsidiabiliteitscriteria voor projecten de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 24 ; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarbij de geraamde broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 25 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 26 en installaties voor mechanische biologische behandeling 27 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. In de taakomschrijving wordt bovendien bepaald dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die in overeenstemming zijn met de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
Alle contracten voor deze investeringen worden uiterlijk op 31 december 2025 gegund. Er worden relevante output- en/of resultaatindicatoren opgesteld om toezicht te houden op de uitvoering van deze investeringen met betrekking tot de bovengenoemde doelstellingen.
B3.5 Hervorming van de woningbouw voor mensen met een laag en gemiddeld inkomen, rekening houdend met de hogere energie-efficiëntie van gebouwen
Het doel van de hervorming is het aanbod van energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen te vergroten.
Dat doel wordt bereikt door het percentage overheidsmedefinanciering voor gebouwen die aan energie-efficiëntienormen voldoen, te verhogen met 20 % ambitieuzer dan de in Polen geldende minimumnorm voor energie-efficiëntie (norm voor bijna-energieneutrale gebouwen, BENG).
De hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
B3.5.1 Investeringen in energie-efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen
Het doel van de investering is het vergroten van het aanbod van energie-efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen.
De investeringen dienen ter ondersteuning van de bouw van woningen die deel uitmaken van de gemeentelijke woningvoorraad, beschutte woningen, accommodatie, onderdak voor daklozen, verwarming en tijdelijke huisvesting, en de deelname van de gemeente of een intercommunaal samenwerkingsverband aan een project van een andere investeerder, bestaande uit de bouw van huurwoningen voor mensen met een laag inkomen die zich geen huisvesting op de particuliere markt kunnen veroorloven.
Er worden investeringen gedaan voor de bouw van emissiearme woongebouwen met meerdere appartementen die gebruikmaken van installaties voor hernieuwbare energie (waaronder met name fotovoltaïsche panelen, zonnecollectoren) en andere „groene” oplossingen die de energie-efficiëntie van gebouwen verhogen. Het energieverbruik van ondersteunde gebouwen ligt 20 % lager dan de minimumnorm voor energieprestaties (bijna-energieneutraal gebouw) voor nieuwe gebouwen.
De investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
B1L/B5 * g |
B1.2 Bevordering van de uitvoering van de energiebesparingsverplichting voor energiebedrijven |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening bij de energie-efficiëntiewet |
Bepaling in de uitvoeringsverordening bij de energie-efficiëntiewet met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening bij de energie-efficiëntiewet, waarbij een referentiewaarde voor energiebesparing wordt vastgesteld voor projecten ter verbetering van de energie-efficiëntie; en een methode vast te stellen voor het berekenen van energiebesparingen voor projecten in de vervoerssector. |
B2L/B5 * g |
B1.2.1 Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in bedrijven — investeringen met het grootste potentieel voor broeikasgasreductie |
Mijlpaal |
Financieringsinstructies (met inbegrip van subsidiabiliteits- en selectiecriteria) voor de steunregeling voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in bedrijven, met inbegrip van die welke onder de EU-regeling voor de handel in emissierechten vallen |
Bekendmaking van de steunregeling |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Het investeringsbeleid van de regeling omvat ten minste de volgende subsidiabiliteits- en projectselectiecriteria: I) de doelstelling van de laagste prijs per ton bespaarde broeikasgassen; II) het waarborgen van de naleving van de EU- en nationale milieuwetgeving en de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01) van ondersteunde activiteiten en bedrijven en het specificeren van decarbonisatiedoelstellingen, zoals nader gespecificeerd in de operationele overeenkomst; III) ondersteunde ETS-installaties moeten hun emissies verminderen tot onder de benchmark die relevant is voor de projectaanvraag. |
B3L/B5 * g |
B1.2.1 Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in bedrijven — investeringen met het grootste potentieel voor broeikasgasreductie |
Doel |
Gunning van alle contracten voor de tenuitvoerlegging van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in ondernemingen |
|
Nummer |
0 |
43 |
Q4/B5 * g |
2023 |
Aantal contracten dat is gegund aan investeringsprojecten die verband houden met de verbetering van industriële en energieprocessen om de energie-efficiëntie te verbeteren en de energie-intensiteit te verminderen, hetgeen leidt tot een vermindering en rationalisering van het energieverbruik met investeringen in hernieuwbare en koolstofarme energiebronnen in ondernemingen. De regeling wordt uitgevoerd in overeenstemming met de financieringsinstructies, zoals beschreven onder B2L. De regeling wordt ten uitvoer gelegd via een niet-discriminerende, transparante en open procedure die openstaat voor alle industriële sectoren. |
B4L/B5 * g |
B2.3 Steun voor investeringen in offshore-windmolenparken |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van uitvoeringsverordeningen naar aanleiding van de Wet bevordering elektriciteitsopwekking in offshorewindmolenparken |
Bepalingen in de verordeningen die de inwerkingtreding ervan aangeven |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2024 |
Twee uitvoeringsverordeningen treden in werking:
1. Regeling van de minister van Klimaat en Milieu inzake de vereisten voor de onderdelen van een reeks apparatuur voor de evacuatie van elektriciteit en voor de elementen van offshore-onderstations — Bovendien waarborgt de regeling de passende kwaliteit van de infrastructuur in het kader van de mogelijke integratie ervan in het elektriciteitsnet in geval van overdracht van de stroomaansluitpunten van offshore-windmolenparken, zoals bepaald in artikel 58-60 van de Wet offshorewindenergie.
|
B5L/B5 * g |
B2.3 Steun voor investeringen in offshore-windmolenparken |
Mijlpaal |
Organisatie van veilingen voor elektriciteit uit offshore-windmolenparken |
Bekendmaking van de veilingresultaten |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2025 |
Bij de wet van 17 december 2020 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking in windmolenparken op zee (Staatsblad van 2021, punt 234) is bij artikel 29 de verplichting ingevoerd voor de voorzitter van het Bureau voor energieregulering om in 2025 een veiling te houden. De maximale totale geïnstalleerde elektrische capaciteit van offshore-windmolenparken waarvoor het recht kan worden verleend om het negatieve saldo via de veiling in 2025 te dekken, bedraagt 2.5 GW. |
B6L/B5 * g |
B2.3 Steun voor investeringen in offshore-windmolenparken |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de verordening betreffende de gedetailleerde voorwaarden voor de werking van het elektriciteitssysteem, waarbij de nationale balanceringsregels worden gewijzigd om het effect van de toewijzingsbeperkingen zoveel mogelijk te beperken |
Bepaling in de wijziging van de verordening met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
In het kader van de hervorming van de energiemarkt worden de regels van de balanceringsmarkt gewijzigd om daarin de expliciete aankoop van reserves op te nemen vóór de eenvormige day-aheadkoppeling (single day ahead koppeling — SDAC). Deze oplossing werd door ACER voorgesteld in de CCM-methode van CORE (ACER Besluit 02/2019) als een van de mogelijke oplossingen om de impact van de toewijzingsbeperkingen zo veel mogelijk te beperken. Met het oog op de uitvoering van deze hervorming wijzigt de minister van Energie het besluit van de minister van Economische Zaken van 4 mei 2007 betreffende de gedetailleerde voorwaarden voor de werking van het elektriciteitssysteem. Toewijzingsbeperkingen worden gemonitord door de energieregulator overeenkomstig de toepasselijke EU-regels. De regelgevende instantie voert een studie uit naar de optimalisering van de voorgestelde maatregelen om de toewijzingsbeperkingen in het Poolse elektriciteitssysteem te beperken en de aanbevelingen van de regelgevende instantie zullen naar verwachting bij verdere werkzaamheden naar behoren in aanmerking worden genomen. |
B7L/B5 * g |
B2.3.1 Bouw van offshorewindmolenparken |
Mijlpaal |
Oproep tot het indienen van voorstellen voor geselecteerde projecten voor windmolenparken op zee |
Publicatie van de resultaten van de selectieprocedure |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Polen zal een open, transparante en niet-discriminerende oproep tot het indienen van voorstellen doen, die beschikbaar is voor alle projecten die deelnemen aan fase I (steun die buiten het veilingsysteem om wordt verleend) en die wordt geëvalueerd. De steun wordt verleend aan meer dan één begunstigde om daadwerkelijke mededinging op de markt voor offshore-windenergie mogelijk te maken.
|
B8L/B5 * g |
B2.3.1 Bouw van offshorewindmolenparken |
Mijlpaal |
Aanvang van de bouwwerkzaamheden |
Voltooiing |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2024 |
Aanvang van de bouwwerkzaamheden, die plaatsvinden nadat het definitieve investeringsbesluit (FID) is genomen, nadat de nodige goedkeuringen zijn verkregen, de hoofdaannemer wordt geselecteerd, contracten met onderaannemers worden ondertekend en de aannemers een begin van de werkzaamheden (NTP) krijgen. |
B9L/B5 * g |
B2.3.1 Bouw van offshorewindmolenparken |
Doel |
Geïnstalleerde capaciteit van offshore-windmolenparken (in MW) |
|
Nummer |
0 |
1 500 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Totale nominale capaciteit van offshore-windinstallaties die als gevolg van de investering zijn geïnstalleerd. De indicator heeft betrekking op het nominale capaciteitspotentieel van geïnstalleerde turbines in windmolenparken op zee. |
B10L/B5 * g |
B2.4 Wettelijk kader voor de ontwikkeling van energieopslagfaciliteiten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van wijzigingen van de energiewet met betrekking tot energieopslag |
Bepaling in de wijzigingen van de energiewet met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2021 |
De wijzigingen bevorderen de ontwikkeling van elektriciteitsopslag, met inbegrip van met name een vrijstelling van tariefverplichtingen, geen dubbele nettarieven, gedeeltelijke vrijstelling van vergoedingen voor de aansluiting van de opslag op het net, vrijstelling van de verplichting om certificaten van oorsprong over te leggen en van bepaalde vergoedingen met betrekking tot opgeslagen elektriciteit. Het voorgestelde tariefkader voor opslag moet niet-discriminerend zijn en de kosten weerspiegelen. |
B11L/B5 * g |
B2.4.1 Systemen voor energieopslag |
Doel |
T1 — Installatie van residentiële energieopslagfaciliteiten voor energieprosumenten |
|
Nummer |
0 |
10 000 |
Q2/B5 * g |
2024 |
De indicator is van toepassing op het aantal geïnstalleerde residentiële energieopslagfaciliteiten met een minimumcapaciteit van 4 kWh. |
B12L/B5 * g |
B2.4.1 Systemen voor energieopslag |
Doel |
T2 — Installatie van residentiële energieopslagfaciliteiten voor energieprosumenten |
|
Nummer |
10 000 |
28 000 |
Q2/B5 * g |
2026 |
De indicator is van toepassing op het extra aantal geïnstalleerde residentiële energieopslagfaciliteiten met een minimumcapaciteit van 4 kWh. |
B13L/B5 * g |
B2.4.1 Systemen voor energieopslag |
Mijlpaal |
Modernisering van de elektriciteitsopslagfaciliteit (opslag- en pompcentrale) |
Voltooiing van de modernisering |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2026 |
Voltooiing van de modernisering van de bestaande elektriciteitsopslaginstallatie (opslag- en pompcentrale) met de modernisering van een bovenreservoir, bovenste watertoevoer en afgeleide tunnels en ten minste 3 van de 4 watergeneratoren van de opslag- en pompcentrale. Het project moet leiden tot een toename van de beschikbaarheid en efficiëntie van elektriciteitscentrales in productie- en pompmodus. Het geïnstalleerde vermogen (turbinemodus) zal naar verwachting 540 MW bereiken. |
B14L/B5 * g |
B3.2 Steun voor milieuherstel en bescherming tegen gevaarlijke stoffen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet om de negatieve milieueffecten van grootschalige postindustriële gebieden volledig weg te nemen.
|
Bepaling in de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een wet ter verbetering van de veiligheid voor de menselijke gezondheid en de toestand van het milieu. De wet neemt organisatorische en juridische belemmeringen weg die zich voordoen om de negatieve milieueffecten van grootschalige postindustriële gebieden volledig weg te nemen.
|
B15L/B5 * g |
B3.2 Steun voor milieuherstel en bescherming tegen gevaarlijke stoffen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling betreffende gevaarlijke materialen die in de Oostzee blijven bestaan |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling ter verbetering van de veiligheid voor de gezondheid van de mens en de toestand van het milieu, die
|
B16L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Documentatieverzamelingen die zijn opgesteld voor investeringen in verband met de negatieve milieueffecten van geselecteerde grootschalige brownfields en gevaarlijke materialen die op de bodem van de Oostzee zijn gezonken |
|
Nummer |
0 |
9 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Volledige investeringsdocumentatie voor negen vooraf gedefinieerde locaties — te land en op zee als een ander onderdeel van het programma — waar aanzienlijke problemen bestaan met de aanwezigheid van verontreinigende stoffen of gevaarlijke stoffen in een grootschalig gebied.
|
B17L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Landoppervlakten waarvoor veldonderzoek naar de aanwezigheid van verontreinigende stoffen en gevaarlijke materialen is uitgevoerd |
|
Nummer |
0 |
5 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Ontwikkeling van veldonderzoek, studies en landinventaris, als eerste maar fundamentele stap die moet leiden tot de opstelling van volledige investeringsdocumentatie in de volgende stappen van het programma. |
B18L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Locaties in Poolse zeegebieden (met inbegrip van wrakken) met uitgevoerde inventaris en veldonderzoek in verband met de aanwezigheid van gevaarlijke materialen |
|
Nummer |
0 |
4 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Gedetailleerde verkennings- en meetcampagnes in zee en analyse van de verkregen gegevens als noodzakelijke stap voor het opstellen van volledige documentatie voor neutraliseringsplannen. |
B19L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Oppervlakte gesaneerd land (in hectare) |
|
Nummer |
0 |
160 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Sanering van Huta Sendzimira, waar een investeringsdeel is gepland.
|
B20L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Oppervlakte van de gerevitaliseerde gebouwen (in vierkante meter) |
|
Nummer |
0 |
17 000 |
Q4/B5 * g |
2025 |
De indicator is van toepassing op de sanering van Huta Sendzimira, waarbij een investeringsdeel is gepland.
|
B21L/B5 * g |
B3.3 Steun voor het duurzame beheer van de watervoorraden in de landbouw en op het platteland |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wijzigingen van de nationale wetgeving die nodig zijn om de voorwaarden voor veerkrachtig waterbeheer in landbouw- en plattelandsgebieden te verbeteren |
Bepaling in de wijzigingen die de inwerkingtreding aangeven |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van wijzigingen die moeten bijdragen tot het vergroten van de weerbaarheid van de landbouw tegen droogte en de preventie van overstromingen in landbouwgebieden; verbetering van de waterefficiëntie door de waterbetrekkingen in landbouwgebieden naar behoren te reguleren en afvloeiing terug te dringen; en een grotere waterretentie. De wijzigingen moeten voldoen aan de vereisten van de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01), met name de naleving van de milieuwetgeving van de EU, met inbegrip van de MEB-richtlijn en de kaderrichtlijn water. De wijzigingen mogen niet leiden tot een verslechtering van de mate van naleving van de EU-milieuwetgeving met betrekking tot investeringen die op grond van de verordening van de Raad van Ministers als aanzienlijke of potentieel significante investeringen worden beschouwd met betrekking tot projecten die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor het milieu en investeringen in of gevolgen hebben voor Natura 2000-gebieden. Bovendien mogen de wijzigingen de huidige bindende regels inzake waterinname niet wijzigen. |
B22L/B5 * g |
B3.3.1 Investeringen in het vergroten van het potentieel van duurzaam waterbeheer in plattelandsgebieden |
Mijlpaal |
Goedkeuring van de selectiecriteria voor de oproep tot het indienen van voorstellen |
Vaststelling van de criteria door het ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Investeringen worden geselecteerd via specifieke uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, op basis van milieucriteria. Het project draagt bij tot het vergroten van de weerbaarheid van de landbouw tegen droogte en overstromingspreventie in landbouwgebieden; verbetering van de waterefficiëntie door de waterbetrekkingen in landbouwgebieden naar behoren te reguleren en afvloeiing terug te dringen; en het vergroten van de waterretentie, op voorwaarde dat de behoefte en de aard ervan naar behoren worden gerechtvaardigd. Prioriteit wordt gegeven aan natuurlijke of andere klimaatveranderingsbestendige oplossingen. Alleen projecten die niet leiden tot een verslechtering van de toestand van oppervlaktewateren en grondwater en die de verbetering van de ecologische toestand of het ecologisch potentieel van de betrokken waterlichamen niet in de weg staan, worden ondersteund. |
B23L/B5 * g |
B3.3.1 Investeringen in het vergroten van het potentieel van duurzaam waterbeheer in plattelandsgebieden |
Doel |
Oppervlakte landbouwgrond/bos (in hectare) die baat heeft bij een verbeterde waterretentie |
|
Nummer |
0 |
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006) Toelichting De door het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) verstrekte hulp was bedoeld om de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa te helpen bij hun toetreding tot de Unie. Het ISPA wordt gebruikt om de begunstigde landen te helpen voldoen aan de eisen van het acquis van de Unie op de gebieden milieu en vervoer. 2 500 000 01 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Ten minste 2,5 miljoen hectare landbouwgrond of bos dat aantoonbaar profiteert van een verbeterde waterretentie, door middel van interventies om de landbouwsector op lange termijn beter bestand te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering, met name droogte en overstromingen, en ter ondersteuning van de biodiversiteit.
Wanneer water wordt onttrokken, moet door de bevoegde autoriteit een relevante vergunning worden verleend, waarin de voorwaarden worden gespecificeerd om achteruitgang te voorkomen en ervoor te zorgen dat de betrokken waterlichamen zich in een goede ecologische toestand bevinden, in overeenstemming met de vereisten van Richtlijn 2000/60/EG en gestaafd door de meest recente relevante ondersteunende gegevens. Wateronttrekking moet worden vermeden wanneer de betrokken waterlichamen (oppervlakte- of grondwater) zich (in het kader van de intensivering van de klimaatverandering) in een minder goede toestand of minder goed potentieel bevinden. De maatregelen moeten ook in overeenstemming zijn met Richtlijn 2009/147/EG inzake het behoud van de vogelstand (vogelrichtlijn) en Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (habitatrichtlijn). |
B24L/B5 * g |
B3.4 Bevordering van een kader voor investeringen in de groene transitie in stedelijke gebieden |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet inzake duurzame stedelijke ontwikkeling waarin doelstellingen, richtsnoeren, uitvoeringsregels en coördinatiemechanismen voor de groene transformatie van steden worden vastgesteld |
Bepaling in de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van een wet ter ondersteuning van de capaciteit van stedelijke gebieden om te investeren in de groene transitie. Zij zorgt ervoor dat duurzaamheidsaspecten beter worden geïntegreerd in de stedenbouwkundige procedures. Zij zorgt ervoor dat de belanghebbenden naar behoren worden geraadpleegd in het kader van deze procedures. Het voorziet in capaciteitsondersteuning voor lokale overheden om dergelijke projecten uit te voeren. |
B25L/B5 * g |
B3.4 Bevordering van een kader voor investeringen in de groene transitie in stedelijke gebieden |
Mijlpaal |
Instrument voor groene stedelijke transformatie |
Vaststelling van het instrument voor groene stedelijke transformatie en vaststelling van de gedetailleerde regels en procedures in overleg met alle belanghebbenden |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
De mijlpaal heeft betrekking op de oprichting van het instrument voor groene stedelijke transitie ter ondersteuning van a) de groene transformatie van steden; en b) investeringen in de groene digitalisering van steden, met goedgekeurde procedures. Het instrument voor groene stedelijke transitie moet in overeenstemming zijn met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01), sluiten de subsidiabiliteitscriteria voor projecten de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarbij de geraamde broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties en installaties voor mechanische biologische behandeling; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. In de taakomschrijving wordt bovendien bepaald dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die in overeenstemming zijn met de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. Het Groene Stadstransformatie-instrument zorgt ervoor dat alle terugvloeiende middelen (d.w.z. rente op de lening, rendement op eigen vermogen, terugbetaald kapitaal, verminderd met de daaraan verbonden kosten) in verband met dit instrument worden gebruikt voor dezelfde beleidsdoelstellingen, ook na 2026, of voor de terugbetaling van de RRF-lening. |
B26L/B5 * g |
B3.4.1 Investeringen in een groene transformatie van steden |
Doel |
T1 — Ondertekening van alle contracten voor investeringen in groene stadsontwikkelingsprojecten (berekend op samengestelde basis) |
|
Nummer |
0 |
120 |
Q2/B5 * g |
2024 |
Het streefcijfer heeft betrekking op het aantal contracten dat met de begunstigden is gesloten. De steun wordt verleend via het instrument voor groene stedelijke transitie en is in overeenstemming met de vastgestelde procedures. De begunstigde entiteiten worden geselecteerd door middel van transparante en vergelijkende oproepen die openstaan voor projecten die betrekking hebben op alle steden. De criteria voor de selectie van begunstigde entiteiten weerspiegelen met name de noodzaak om de impact van steden op de klimaatverandering en de gezondheid van hun inwoners te beperken door de uitstoot van broeikasgassen en andere verontreinigende stoffen te verminderen. Resultaatindicatoren worden vastgesteld op basis van de specificiteit van de ondersteunde projecten. Subsidiabele projecttypes zijn onder meer: vergroting van de biologisch actieve oppervlakten in stedelijke en functionele gebieden en vermindering van de bodemafdekking; op de natuur gebaseerde stedelijke investeringen (NBS) met bijbehorende vegetatieoplossingen; duurzame systemen voor het beheer van regenwater met groenblauwe infrastructuur en op de natuur gebaseerde oplossingen; verbetering van de luchtkwaliteit in steden, met inbegrip van de ontwikkeling van decentrale en decentrale energie; het instellen van lage-emissiezones, duurzame multimodale stedelijke mobiliteit, doeltreffende mobiliteitsplannen, groene zones in stedelijke gebieden; ontwikkeling van energieclusters en -coöperaties; toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen als energiebron in de stad; de ontwikkeling van emissieloze vervoersinfrastructuur (voetgangers, fietsen) die geïntegreerd is in het collectieve vervoer; de invoering van energie-efficiënte verlichtingstechnologieën voor wegen en openbare ruimten; X) voorlichting en bewustmaking van burgers over de noodzaak om steden om te vormen tot klimaatneutraliteit bij de aanpassing aan de klimaatverandering. De kosten van (x) bedragen niet meer dan 10 % van de kosten van maatregel B3.4.1. Voorrang wordt gegeven aan steden waar dergelijke projecttypes zijn of gepland zijn. Bij de toewijzing van projecten aan de begunstigde entiteiten wordt gezorgd voor een evenwichtige verdeling tussen de entiteiten over het land, rekening houdend met de bevolking en de geografische dekking. De kosten van de terugbetaling van de lening vereisen geen bijdragen van de eindontvangers of de lokale overheden in welke vorm dan ook. Deze bepaling is niet van toepassing op investeringsprojecten die relevante inkomsten of kostenbesparingen genereren. |
B27L/B5 * g |
B3.4.1 Investeringen in een groene transformatie van steden |
Doel |
T2 — Ondertekening van alle contracten voor investeringen in groene stadsontwikkelingsprojecten (berekend op samengestelde basis) |
|
Nummer |
120 |
344 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Aantal met de begunstigden gesloten contracten voor investeringen die voldoen aan de voor post B26L vastgestelde criteria. |
B28L/B5 * g |
B3.5 Hervorming van de woningbouw voor mensen met een laag en gemiddeld inkomen, rekening houden met de hogere energie-efficiëntie van gebouwen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet van 8 december 2006 inzake financiële steun voor de bouw van woonruimten voor huur, beschutte huisvesting, nachtverblijven, schuilplaatsen voor daklozen, verwarmingsinstallaties en tijdelijke gebouwen, en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in andere wetten |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet van 8 december 2006 inzake financiële steun voor de bouw van residentiële ruimten voor huur, beschutte huisvesting, nachtverblijven, schuilplaatsen voor daklozen, verwarmingsinstallaties en tijdelijke ruimten, en daaruit voortvloeiende wijzigingen in andere wetten die de inwerkingtreding ervan aangeven |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
De wijziging van de handeling voorziet in een verhoging van de steun voor investeringen in de bouw van gebouwen met een energienorm die 20 % hoger ligt dan BENG’s. De steun wordt verhoogd ten opzichte van standaardhuisvesting van 80 % tot 95 % voor gebouwen voor huishoudens met een laag inkomen en van 35 % tot 60 % voor huishoudens met een gemiddeld inkomen. Deze bepalingen zijn van toepassing op elke bron van overheidssteun. |
B29L/B5 * g |
B3.5.1 Investeringen in energie-efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
Doel |
T1 — Voltooiing van de eerste reeks energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
|
Nummer |
0 |
1544 |
Q2/B5 * g |
2024 |
Aantal voltooide betaalbare appartementen (voor mensen met een laag of gemiddeld inkomen). De investeringen worden uitgevoerd door lokale overheden en verenigingen voor sociale huisvesting. In de contracten met de begunstigde entiteiten (lokale overheden en verenigingen voor sociale huisvesting) wordt het volgende vermeld: -ten minste 75 % van deze appartementen wordt toegewezen aan de aanvragers die behoren tot de laagste helft van de lijst van aanvragers die is opgesteld op basis van het inkomen van de aanvragers in afnemende volgorde, en -de appartementen worden gebouwd volgens een energie-efficiëntienorm die 20 % ambitieuzer is dan de in Polen geldende minimumnorm voor energie-efficiëntie (norm voor bijna-energieneutrale gebouwen/BENG’s). De begunstigde entiteiten worden geselecteerd via transparante en vergelijkende oproepen die openstaan voor alle lokale overheden en verenigingen voor sociale huisvesting. De criteria voor de selectie van begunstigde entiteiten weerspiegelen met name de behoefte aan een groter aanbod van energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag of gemiddeld inkomen. Er wordt prioriteit gegeven aan gebieden waar dergelijke projecten zijn of gepland zijn. Bij de toewijzing van projecten aan de begunstigde entiteiten wordt gezorgd voor een evenwichtige verdeling tussen de entiteiten over het land, rekening houdend met de bevolking en de geografische dekking. Deze maatregel mag geen ernstige afbreuk doen aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen die zijn vastgesteld in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). Wanneer nieuwe bouwactiviteiten plaatsvinden in of nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden (met inbegrip van het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden, Unesco-werelderfgoedlocaties en belangrijke biodiversiteitsgebieden, alsook andere beschermde gebieden), is naleving van de artikelen 6 (3) en 12 van de habitatrichtlijn en artikel 5 van de vogelrichtlijn vereist, en wordt een milieueffectbeoordeling (MEB) of screening uitgevoerd indien vereist op grond van de MEB-richtlijn. Alle investeringsprojecten die uit hoofde van deze component worden gefinancierd en waarvoor een MEB-besluit vereist is, moeten voldoen aan Richtlijn 2011/92/EU, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU. Meer in het bijzonder moeten alle nieuwe projecten waarvoor een MEB vereist is, worden goedgekeurd op grond van de Wet op de verstrekking van informatie over het milieu en de bescherming daarvan, inspraak van het publiek bij milieubescherming en milieueffectbeoordeling, zoals gewijzigd bij de wet van 30 maart tot wijziging van die wet en bepaalde andere wetten. Bij de uitvoering van alle investeringsprojecten waarvoor een milieubesluit of een bouw- of ontwikkelingsvergunning is aangevraagd of afgegeven vóór de inwerkingtreding van de wet van 30 maart 2021, wordt rekening gehouden met de bepalingen van de „Richtsnoeren voor corrigerende maatregelen voor door EU-fondsen gecofinancierde projecten die getroffen zijn door inbreuk 2016/2046”, zoals meegedeeld aan Polen op 23 februari 2021 (ref. Ares (2021) 1423319). |
B30L/B5 * g |
B3.5.1 Investeringen in energie-efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
Doel |
T2 — Voltooiing van de tweede reeks energie — efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
|
Nummer |
1544 |
6485 |
Q2/B5 * g |
2025 |
Aantal voltooide betaalbare appartementen (voor mensen met een laag of gemiddeld inkomen). De investeringen worden uitgevoerd door lokale overheden en verenigingen voor sociale huisvesting. In de contracten met de begunstigde entiteiten (lokale overheden en verenigingen voor sociale huisvesting) wordt het volgende vermeld: -ten minste 75 % van deze appartementen wordt toegewezen aan de aanvragers die behoren tot de laagste helft van de lijst van aanvragers die is opgesteld op basis van het inkomen van de aanvragers in afnemende volgorde, en -de appartementen worden gebouwd volgens een energie-efficiëntienorm die 20 % ambitieuzer is dan de in Polen geldende minimumnorm voor energie-efficiëntie (norm voor bijna-energieneutrale gebouwen/BENG’s). De begunstigde entiteiten worden geselecteerd via transparante en vergelijkende oproepen die openstaan voor alle lokale overheden en lokale woningcorporaties. De criteria voor de selectie van begunstigde entiteiten weerspiegelen met name de behoefte aan een groter aanbod van energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag of gemiddeld inkomen. Er wordt prioriteit gegeven aan gebieden waar dergelijke projecten zijn of gepland zijn. Bij de toewijzing van projecten aan de begunstigde entiteiten wordt gezorgd voor een evenwichtige verdeling tussen de entiteiten over het land, rekening houdend met de bevolking en de geografische dekking. Deze maatregel mag geen ernstige afbreuk doen aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen die zijn vastgesteld in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). Wanneer nieuwe bouwactiviteiten plaatsvinden in of nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden (met inbegrip van het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden, Unesco-werelderfgoedlocaties en belangrijke biodiversiteitsgebieden, alsook andere beschermde gebieden), is naleving van de artikelen 6 (3) en 12 van de habitatrichtlijn en artikel 5 van de vogelrichtlijn vereist, en wordt een milieueffectbeoordeling (MEB) of screening uitgevoerd indien vereist op grond van de MEB-richtlijn. Alle investeringsprojecten die uit hoofde van deze component worden gefinancierd en waarvoor een MEB-besluit vereist is, moeten voldoen aan Richtlijn 2011/92/EU, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU. Meer in het bijzonder moeten alle nieuwe projecten waarvoor een MEB vereist is, worden goedgekeurd op grond van de Wet op de verstrekking van informatie over het milieu en de bescherming daarvan, inspraak van het publiek bij milieubescherming en milieueffectbeoordeling, zoals gewijzigd bij de wet van 30 maart tot wijziging van die wet en bepaalde andere wetten. Bij de uitvoering van alle investeringsprojecten waarvoor een milieubesluit of een bouw- of ontwikkelingsvergunning is aangevraagd of afgegeven vóór de inwerkingtreding van de wet van 30 maart 2021, wordt rekening gehouden met de bepalingen van de „Richtsnoeren voor corrigerende maatregelen voor door EU-fondsen gecofinancierde projecten die getroffen zijn door inbreuk 2016/2046”, zoals meegedeeld aan Polen op 23 februari 2021 (ref. Ares (2021) 1423319). |
B31L/B5 * g |
B3.5.1 Investeringen in energie-efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
Doel |
Voltooiing van de bouw van de derde reeks energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
|
Nummer |
6485 |
12 355 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal voltooide betaalbare appartementen (voor mensen met een laag of gemiddeld inkomen). De investeringen worden uitgevoerd door lokale overheden en verenigingen voor sociale huisvesting. In de contracten met de begunstigde entiteiten (lokale overheden en verenigingen voor sociale huisvesting) wordt het volgende vermeld: -Ten minste 75 % van deze appartementen wordt toegewezen aan de aanvragers die behoren tot de laagste helft van de lijst van aanvragers die is opgesteld op basis van het inkomen van de aanvragers in afnemende volgorde, en -de appartementen worden gebouwd volgens een energie-efficiëntienorm die 20 % ambitieuzer is dan de in Polen geldende minimumnorm voor energie-efficiëntie (norm voor bijna-energieneutrale gebouwen/BENG’s). De begunstigde entiteiten worden geselecteerd via transparante en vergelijkende oproepen die openstaan voor alle lokale overheden en verenigingen voor sociale huisvesting. De criteria voor de selectie van begunstigde entiteiten weerspiegelen met name de behoefte aan een groter aanbod van energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag of gemiddeld inkomen. Er wordt prioriteit gegeven aan gebieden waar dergelijke projecten zijn of gepland zijn. Bij de toewijzing van projecten aan de begunstigde entiteiten wordt gezorgd voor een evenwichtige verdeling tussen de entiteiten over het land, rekening houdend met de bevolking en de geografische dekking. Deze maatregel mag geen ernstige afbreuk doen aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen die zijn vastgesteld in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01). Wanneer nieuwe bouwactiviteiten plaatsvinden in of nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden (met inbegrip van het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden, Unesco-werelderfgoedlocaties en belangrijke biodiversiteitsgebieden, alsook andere beschermde gebieden), is naleving van de artikelen 6 (3) en 12 van de habitatrichtlijn en artikel 5 van de vogelrichtlijn vereist, en wordt een milieueffectbeoordeling (MEB) of screening uitgevoerd indien vereist op grond van de MEB-richtlijn. Alle investeringsprojecten die uit hoofde van deze component worden gefinancierd en waarvoor een MEB-besluit vereist is, moeten voldoen aan Richtlijn 2011/92/EU, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU. Meer in het bijzonder moeten alle nieuwe projecten waarvoor een MEB vereist is, worden goedgekeurd op grond van de Wet op de verstrekking van informatie over het milieu en de bescherming daarvan, inspraak van het publiek bij milieubescherming en milieueffectbeoordeling, zoals gewijzigd bij de wet van 30 maart tot wijziging van die wet en bepaalde andere wetten. Bij de uitvoering van alle investeringsprojecten waarvoor een milieubesluit of een bouw- of ontwikkelingsvergunning is aangevraagd of afgegeven vóór de inwerkingtreding van de wet van 30 maart 2021, wordt rekening gehouden met de bepalingen van de „Richtsnoeren voor corrigerende maatregelen voor door EU-fondsen gecofinancierde projecten die getroffen zijn door inbreuk 2016/2046”, zoals meegedeeld aan Polen op 23 februari 2021 (ref. Ares (2021) 1423319). |
C. ONDERDEEL C: „DIGITALE TRANSFORMATIE”
Deze hervorming is gericht op het waarborgen van universele toegang tot snel internet en digitale diensten in heel Polen, met inbegrip van de zogenaamde „white spots” waar geen breedbandinfrastructuur met hoge capaciteit bestaat.
Deze doelstelling moet ten eerste worden bereikt door wettelijke belemmeringen voor investeringen in breedband weg te nemen en ten tweede door de nationale wetgeving af te stemmen op de EU-brede connectiviteitstoolbox van 25 maart 2021, een reeks beste praktijken om de uitrol en uitrol van netwerken met zeer hoge capaciteit (VHCN) te stimuleren. De wetswijzigingen voorzien onder meer in wijzigingen van de verordening betreffende de inventaris van telecommunicatie-infrastructuur en van de verordening betreffende het centrale informatiepunt (SIP).
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.
C1.1.1 Zorgen voor toegang tot zeer snel internet in witte spots
Het doel van deze investering, in overeenstemming met de bovengenoemde hervorming, is het verhogen van het aantal huishoudens dat onder een vast breedbandnetwerk valt van 931,000 eenheden, gericht op gebieden met witte next-generatietoegang (NGA), waar momenteel geen breedbandinfrastructuur met hoge capaciteit bestaat en waar de markt de eindgebruikers in de nabije toekomst waarschijnlijk geen netwerk met downloadsnelheid van 100 Mbps zal bieden, teneinde ten minste 80 % huishoudens met een capaciteit van 100 Mbps te bereiken, met de mogelijkheid deze te verhogen tot gigabitcapaciteit. De investering is verdeeld in 3 doelstellingen: de eerste is het bereiken van 100,000 huishoudens tegen december 2024, de tweede heeft betrekking op 400,000 huishoudens tegen december 2025 en de laatste op de resterende 431,000 huishoudens tegen 30 juni 2026.
Om aan de DNSH-voorwaarden te voldoen, wordt een klimaatrisico- en kwetsbaarheidsbeoordeling uitgevoerd wanneer de desbetreffende wetgeving dit vereist en worden de nodige aanpassingsoplossingen op grond van deze wetgeving uitgevoerd.
Voor alle infrastructuurinvesteringen moet ten minste 70 % van het bouw- en sloopafval worden hergebruikt of gerecycleerd overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01) 28 .
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving
Deze brede hervorming omvat verschillende onderdelen die de digitalisering van de Poolse samenleving bevorderen, gaande van digitale overheidsdiensten tot digitaal onderwijs voor burgers en werknemers.
Het opschalen van digitale toepassingen in de overheidssector wordt ondersteund door wetswijzigingen ter bevordering van elektronische communicatie tussen overheidsinstellingen, bedrijven en burgers. De eerste bestaat uit de wijziging van de wet van 17 februari 2005 betreffende de automatisering van activiteiten van overheidsinstanties met het oog op de digitalisering van overheidsdocumenten en -processen. De tweede wijziging behelst een wijziging van de wet van 11 maart 2004 betreffende de belasting op goederen en diensten met betrekking tot het gebruik van in elektronische vorm uitgeschreven gestructureerde factuurgegevens, waarbij de verplichting wordt ingevoerd om e-facturen uit te geven en te ontvangen via het nationale systeem van e-facturen.
Wat digitale competenties betreft, is de oprichting en uitvoering van het programma voor de ontwikkeling van digitale competenties het fundament voor de ontwikkeling ervan. In het programma wordt een uitgebreide reeks vereisten voor de lange termijn vastgesteld ter ondersteuning van de ontwikkeling en monitoring van digitale competenties in formeel, niet-formeel en informeel onderwijs. De oprichting en werking van het centrum voor de ontwikkeling van digitale competenties worden duidelijk geformuleerd in het programma. Het document wordt opgesteld op basis van een multistakeholderbenadering.
Op het gebied van onderwijs bestaat het kernelement dat de digitalisering van het onderwijs stimuleert uit het vaststellen van bindende minimumnormen om scholen uit te rusten met digitale infrastructuur. Verplichte richtsnoeren worden opgesteld in samenwerking met de lokale overheden en in overleg met een brede groep belanghebbenden, en zorgen voor een minimumniveau van informatie- en computerapparatuur (ICT) voor elke school in Polen.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.
C2.1.1 Elektronische overheidsdiensten, IT-oplossingen ter verbetering van de werking van overheidsdiensten en economische sectoren, en baanbrekende technologieën in de overheidssector, de economie en de samenleving
Om het gebruik van openbare e-diensten te vergroten, worden in het kader van deze investering de volgende pakketten ten uitvoer gelegd:
·de ontwikkeling van e-diensten in het openbaar bestuur die burgers in staat stellen administratieve zaken online te behandelen;
·de bouw of ontwikkeling van IT-systemen voor de overheid die ambtenaren in staat stellen hun activiteiten te digitaliseren;
·de digitalisering van de administratieve procedures in verband met bouw en ruimtelijke ordening;
·de digitalisering van diensten en processen van de nationale belastingdienst, met inbegrip van de invoering van de elektronische circulatie van facturen in het bedrijfsleven (nationaal e-facturatiesysteem);
·de digitalisering van de landbouw, met inbegrip van de uitvoering van geomatica en satellietmonitoring in de landbouw en de invoering van een digitaal verificatiesysteem voor landbouwgrond;
·de toepassing van testsamenwerkingsmechanismen om de ontwikkeling en verspreiding van baanbrekende technologieën te stimuleren, bijvoorbeeld via een portaal waarin slimme stadsdiensten worden geïntegreerd met toepassingen op basis van kunstmatige intelligentie en het internet der dingen.
Verwacht wordt dat met name 39 projecten zullen worden ontwikkeld om onder meer de bouw van negen nieuwe of uitgebreide openbare platforms voor het delen van gegevens en elektronische diensten te verwezenlijken; de bouw van 30 nieuwe of uitgebreide openbare IT-systemen; de invoering van 65 nieuwe, gewijzigde of geïntegreerde openbare e-diensten; de levering, aanpassing en uitbreiding van 400 e-diensten, met inbegrip van API-diensten op nieuwe of uitgebreide platforms, en ten slotte de invoering van drie testsamenwerkingsmechanismen om het gebruik van baanbrekende technologieën te stimuleren. Alle nieuwe of verbeterde e-diensten met grafische gebruikersinterface zullen naar verwachting ten minste een vierde maturiteitsniveau hebben, d.w.z. volledige elektronische afhandeling van zaken (transactieniveau in het maturiteitsmodel van vijf fasen).
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
C2.1.2 Een gelijk speelveld voor scholen met mobiele multimedia-apparaten — investeringen in verband met de naleving van minimumnormen voor apparatuur
In overeenstemming met de vaststelling van bindende minimumnormen voor ICT-apparatuur zal deze investering alle scholen in Polen voorzien van geavanceerde multimedia-apparatuur die door leerkrachten en studenten kan worden gebruikt. Het doel is het gebruik van digitale technologieën bij het leren op een gelijk niveau in elke basis- en middelbare school in heel Polen mogelijk te maken, en het doel is draagbare computers met software aan te bieden aan ten minste 90 % van de leerkrachten en maximaal zes leerlingen per laptop te bereiken, voor in totaal ten minste 1 200 000 laptops.
Om te voldoen aan de DNSH-voorwaarden moet de ICT-apparatuur voldoen aan de energiegerelateerde eisen en de eisen inzake materiaalefficiëntie die zijn vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG voor servers en gegevensopslag, of voor computers en computerservers of elektronische beeldschermen. Bovendien mag de ICT-apparatuur geen stoffen bevatten waarvoor beperkingen gelden die zijn opgenomen in bijlage II bij Richtlijn 2011/65/EU.
Er wordt een afvalbeheerplan opgesteld om te zorgen voor maximale recycling aan het einde van de levensduur van elektrische en elektronische apparatuur, onder meer door middel van contractuele overeenkomsten met recyclingpartners, reflectie in financiële prognoses of officiële projectdocumentatie. Aan het einde van haar levensduur ondergaat de apparatuur voorbereiding voor hergebruik, terugwinning of recycling, of een passende behandeling, met inbegrip van de verwijdering van alle vloeistoffen en een selectieve behandeling overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 2012/19/EU.
De investering wordt uiterlijk op 30 september 2025 uitgevoerd.
C2.1.3 e-competenties
Door ten minste 380 000 mensen op te leiden streeft Polen ernaar het algemene niveau van digitale competenties in de samenleving te verhogen en het digitaliseringsproces van het land te verbeteren. Daarvan moet 40 % burgers zijn die digitale basisvaardigheden nodig hebben, 20 % ambtenaren, 20 % mensen uitgesloten en het risico op uitsluiting lopen, en de overige 20 % bestaat uit opvoeders en leerkrachten die een basis- en een middelhoog opleidingsniveau krijgen. Deze laatste categorie omvat niet het personeel van kleuterscholen ter ondersteuning van de leningsinvesteringen in ICT-apparatuur en -infrastructuur, waarvoor aanvullende gespecialiseerde opleidingen moeten worden gepland.
Als onderdeel van de investering wordt binnen het kabinet van de minister die verantwoordelijk is voor digitalisering een centrum voor de ontwikkeling van digitale competenties opgericht, bestaande uit deskundigen, adviseurs en digitale specialisten die de uitvoering van digitaal beleid ondersteunen.
Bovendien wordt een netwerk van digitale coördinatoren opgericht om elke gemeente (gmina) te ondersteunen bij de organisatie van het digitaliseringsproces, voor in totaal ten minste 2 477 coördinatoren (gemiddeld één per gemeente, afhankelijk van elementen zoals de grootte van de gmina, het aantal burgers, het niveau van digitale vaardigheden en de vraag naar computerapparatuur).
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
C3.1 Verbetering van de cyberbeveiliging van informatiesystemen, versterking van de infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van de rechtshandhavingsdiensten
De hervorming is gericht op drie specifieke doelstellingen die de toepassing van oplossingen voor de beveiliging van informatiesystemen mogelijk maken: (I) de ontwikkeling van het nationale cyberbeveiligingssysteem; II) het vermogen om incidenten doeltreffend te voorkomen en erop te reageren; III) het creëren van maatschappelijk bewustzijn met betrekking tot cyberbeveiliging. Deze doelstellingen worden verwezenlijkt door middel van een reeks wijzigingen van de nationale cyberbeveiligingsverordening van 5 juli 2018 en de kabinetsverordening van 11 september 2018 inzake essentiële diensten.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten
Deze investering bestaat uit vier verschillende componenten: I) cyberbeveiliging; II) infrastructuur voor gegevensverwerking; III) optimalisering van de infrastructuur van de rechtshandhavingsdiensten en iv) cloud- en edgecomputingoplossingen.
Inzake (i) cyberbeveiliging worden 8 individuele projecten gerealiseerd met als doel:
-Oprichting van een netwerk van 7 regionale centra voor cyberbeveiliging (RegioSOC);
-Oprichting van een netwerk voor in totaal 7 sectorale teams voor de respons op computerbeveiligingsincidenten (CSIRT’s) in belangrijke sectoren in de zin van de NIS-richtlijn: energie, vervoer, gezondheid, bankwezen, financiële marktinfrastructuren, digitale infrastructuur en watervoorziening;
-385 nationale cyberbeveiligingsentiteiten koppelen aan een geïntegreerd cyberbeveiligingsbeheersysteem;
-Het opzetten van een netwerk van minimaal 30 centra voor beveiligingsoperaties (SOC’s) voor nationale veiligheid en het moderniseren van bestaande centra;
-De uitvoering van een programma voor de herkwalificatie van 600 personen op het gebied van cyberbeveiliging, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, het huidige personeel;
-Uitvoering van een programma voor de systemische versterking van ten minste 30 entiteiten die gebruikmaken van operationele technologie voor industriële controlesystemen;
-Ondersteuning van 400 entiteiten bij de modernisering en uitbreiding van cyberbeveiligingsinfrastructuren met behulp van informatietechnologie en operationele technologie, alsook bij de aankoop van firewalls en cyberbeveiligingssystemen;
-Oprichting van een netwerk van eerstehulpverleners op het gebied van cyberbeveiliging op het niveau van woiwodschappen om overheidsinstanties te ondersteunen bij de behandeling en het herstel van incidenten en het aanbieden van opleidingen voor lokale en regionale overheden op het gebied van cyberbeveiliging (ten minste 440 eerstehulpverleners en werknemers van lokale en regionale overheden opgeleid).
Inzake ii) data-infrastructuur worden 3 standaard-gegevensverwerkingscentra gecreëerd die energie-efficiënte en schaalbare kritieke infrastructuur leveren om te beschikken over toegankelijke digitale diensten en beveiligde infrastructuur voor ICT-systemen. De centra houden zich aan de Europese gedragscode voor energie-efficiëntie van datacentra, met name op de volgende gebieden:
-3.2.8 duurzaam energieverbruik: de energie die nodig is voor de datacentra wordt gecontracteerd uit hernieuwbare energiebronnen;
-3.2.11 alternatieve technologieën voor elektriciteitsopwekking: de installatie van hernieuwbare energiebronnen op de faciliteiten van de datacentra en het gebruik van waterstofbrandstofceltechnologieën zijn gepland;
-3.3.2. Rekening houden met meerdere weerbaarheidsniveaus: van de datacentra wordt verwacht dat zij de betrouwbaarheid van het elektriciteitsvoorzieningssysteem versterken door nieuwe methoden voor back-upstroomvoorziening te ontwikkelen, zoals gasturbines en waterstofbrandstofcellen.
Om te voldoen aan de DNSH-voorwaarden wordt een milieurisico- en kwetsbaarheidsbeoordeling uitgevoerd voor de bouw en renovatie van datacentra en worden eventuele noodzakelijke aanpassingsoplossingen toegepast. Voor alle infrastructuurinvesteringen moet ten minste 70 % van het bouw- en sloopafval worden hergebruikt of gerecycleerd overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01).
De optimalisering van de infrastructuur voor overheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor veiligheid omvat 4 projecten die gericht zijn op de integratie van verschillende waarschuwings- en waarschuwingssystemen en de verbetering van de samenwerking tussen overheidsdiensten, zoals politie, brandweerlieden en lokale autoriteiten.
Wat ten slotte (iv) de uitrol van cloud- en edge-computingoplossingen betreft, zal Polen naar verwachting deelnemen aan het potentieel belangrijke project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) inzake cloudinfrastructuur en edge-diensten van de volgende generatie, ter ondersteuning van de ontwikkeling en de eerste industriële toepassing van geavanceerde O -O-projecten met het oog op de toekomst van gegevensverwerking langs het continuüm van cloud to edge.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
C.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
C1G/B5 * g |
C1.1 Bevordering van de ontwikkeling van netwerkinfrastructuur om universele toegang tot hogesnelheidsinternet te waarborgen |
Mijlpaal |
Kader opgesteld door de kanselarij van de premier voor de medefinanciering van breedbandprojecten in witte gebieden van de Next Generation Access (NGA), waar momenteel geen NGA-netwerk bestaat |
Publicatie van het kader op de website van de kanselarij van de premier en het Digital Poland Project Centre |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Vaststelling van het kader als basis voor de volgende oproep tot het indienen van voorstellen. Het kader bevat bepalingen om volledige naleving te waarborgen van de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01) van in het kader van deze maatregel ondersteunde projecten door het gebruik van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. |
C2G/B5 * g |
C1.1 Bevordering van de ontwikkeling van netwerkinfrastructuur om universele toegang tot hogesnelheidsinternet te waarborgen |
Mijlpaal |
Wijziging van de regeling van de minister van Digitalisering betreffende de jaarlijkse inventaris van telecommunicatie-infrastructuur en -diensten |
Bepaling in de wijziging van de verordening betreffende de inwerkingtreding |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van de wijziging van de verordening inzake de nationale inventaris van telecominfrastructuurdiensten, om beter vast te stellen op welke gebieden aanvullende steun van overheidsinterventies nodig is. |
C3G/B5 * g |
C1.1 Bevordering van de ontwikkeling van netwerkinfrastructuur om universele toegang tot hogesnelheidsinternet te waarborgen |
Mijlpaal |
Wijziging van de verordening inzake het centraal informatiepunt door de premier |
Bepaling in de wijziging van de verordening met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de wijziging van de verordening betreffende het centraal informatiepunt, om exploitanten meer informatie te verschaffen over infrastructuur die voor telecominvesteringen kan worden gebruikt, en om geschiktere planningsinstrumenten te bieden. |
C4G/B5 * g |
C1.1.1 Zorgen voor toegang tot zeer snel internet in witte spots |
Doel |
T1 — Extra huishoudens (woningen) met breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mb/s (met de mogelijkheid om deze te verhogen tot gigabitcapaciteit) |
|
Nummer |
0 |
100 000 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Ten minste 100 000 extra huishoudens in witte toegangsgebieden van de volgende generatie waar de markt de eindgebruikers in de nabije toekomst waarschijnlijk geen netwerk zal bieden met een downloadsnelheid van 100 Mbps, dat moet worden gedekt door breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mbps (met de mogelijkheid deze te verhogen tot gigabitcapaciteit), in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale breedbandplan en de mededeling van de Commissie over de Europese gigabitmaatschappij. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energieprestaties, afvalbeheer en milieurisicobeoordeling. |
C5G/B5 * g |
C1.1.1 Zorgen voor toegang tot zeer snel internet in witte spots |
Doel |
T2 — Extra huishoudens (woningen) met breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mb/s (met de mogelijkheid om deze te verhogen tot gigabitcapaciteit) |
|
Nummer |
100 000 |
500 000 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Ten minste 500 000 extra huishoudens in witte toegangsgebieden van de volgende generatie waar de markt de eindgebruikers in de nabije toekomst waarschijnlijk geen netwerk met downloadsnelheid van 100 Mbps zal bieden, dat moet worden gedekt door breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mbps (met de mogelijkheid deze te verhogen tot gigabitcapaciteit), in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale breedbandplan en de mededeling van de Commissie over de Europese gigabitmaatschappij. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energieprestaties, afvalbeheer en milieurisicobeoordeling. |
C6G/B5 * g |
C1.1.1 Zorgen voor toegang tot zeer snel internet in witte spots |
Doel |
T3 — Extra huishoudens (woningen) met breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mb/s (met de mogelijkheid om deze te verhogen tot gigabitcapaciteit) |
|
Nummer |
500 000 |
931 000 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Ten minste 931 000 extra huishoudens in witte toegangsgebieden van de volgende generatie waar de markt de eindgebruikers in de nabije toekomst waarschijnlijk geen netwerk zal bieden met een downloadsnelheid van 100 Mbps, dat moet worden gedekt door breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mbps (met de mogelijkheid deze te verhogen tot gigabitcapaciteit), in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale breedbandplan en de mededeling van de Commissie over de Europese gigabitmaatschappij. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energieprestaties, afvalbeheer en milieurisicobeoordeling. |
C7G/B5 * g |
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving |
Mijlpaal |
Wijziging van de wet van 17 februari 2005 betreffende de automatisering van de activiteiten van entiteiten die overheidstaken uitvoeren — invoering van standaard digitale vorm van documenten en elektronische vorm van diensten en digitalisering van administratieve processen |
Bepaling in de wijziging van de handeling waarin de inwerkingtreding wordt vermeld |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van de wijziging van de wet van 17 februari 2005 betreffende de automatisering van de activiteiten van entiteiten die overheidstaken uitvoeren. De kanselarij van de minister-president is verantwoordelijk voor de voorbereiding en aanneming van deze wet. |
C8G/B5 * g |
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving |
Mijlpaal |
Wijziging van de wet van 11 maart 2004 inzake belasting op goederen en diensten (gebruik van gestructureerde facturen) — invoering van gestructureerde elektronische facturen in de economische markt en de verplichting om deze via het nationale systeem van e-facturen uit te geven en te ontvangen |
Bepaling in de wijziging van de handeling waarin de inwerkingtreding wordt vermeld |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2024 |
Inwerkingtreding van de wijziging van de wet van 11 maart 2004 inzake belasting op goederen en diensten (gebruik van gestructureerde facturen). Het gebruik van e-facturen wordt als verplicht beschouwd. De overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de opstelling en vaststelling van deze gewijzigde wet is het ministerie van Financiën. |
C9G/B5 * g |
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving |
Mijlpaal |
Bindende minimumnormen voor het uitrusten van alle scholen met digitale infrastructuur om het gebruik van digitale technologieën bij het leren op gelijke voet op elke school mogelijk te maken |
Goedkeuring van de normen door het ministerie van Onderwijs en Wetenschap (MES) |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Vaststelling van bindende normen voor het uitrusten van scholen met digitale infrastructuur die naar verwachting verplicht zullen zijn voor elke school om hetzelfde niveau van digitale infrastructuur te bereiken. Over de ontwikkeling van de normen wordt overleg gepleegd met een brede groep belanghebbenden en de lokale overheid. Het ministerie van Onderwijs en Wetenschap is verantwoordelijk voor de voorbereiding en vaststelling van deze verordening. |
C10G/B5 * g |
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de resolutie van de Raad van Ministers over het programma voor de ontwikkeling van digitale competenties om de ontwikkeling van digitale competenties en digitaal onderwijs van burgers en werknemers in verschillende sectoren te beheren. Dit omvat de oprichting van het Digital Competence Development Centre (DCDC). |
Bepaling in de resolutie van de Raad van Ministers over de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de resolutie van de ministerraad over het programma voor de ontwikkeling van digitale competenties (een meerjarenprogramma tot 2030), met inbegrip van het uitvoeringsplan, de evaluatie- en monitoringmaatregelen overeenkomstig de wet inzake de beginselen van het ontwikkelingsbeleid. Het programma wordt ontwikkeld op basis van een multistakeholderbenadering. In het kader van het programma wordt onder meer het centrum voor de ontwikkeling van digitale competenties (DCDC) en het beleid voor de ontwikkeling van digitale competenties opgericht. |
C11G/B5 * g |
C2.1.1 Elektronische overheidsdiensten, IT-oplossingen ter verbetering van de werking van overheidsdiensten en economische sectoren, en baanbrekende technologieën in de overheidssector, de economie en de samenleving |
Doel |
T1 — Projecten voor het creëren van nieuwe e-diensten en het upgraden van bestaande diensten, het verbeteren van het proces voor het creëren ervan of, door digitalisering, het verbeteren van de behandeling van processen |
|
Nummer |
0 |
6 |
Q3/B5 * g |
2024 |
Aantal voltooide projecten die nieuwe e-diensten creëren en bestaande e-diensten ontwikkelen, het proces van het creëren ervan verbeteren of, door middel van digitalisering, de behandeling van processen verbeteren. Deze projecten moeten leiden tot:
|
C12G/B5 * g |
C2.1.1 Elektronische overheidsdiensten, IT-oplossingen ter verbetering van de werking van overheidsdiensten en economische sectoren, en baanbrekende technologieën in de overheidssector, de economie en de samenleving |
Doel |
T2 — Projecten voor het creëren van nieuwe e-diensten en het upgraden van bestaande diensten, het verbeteren van het proces voor het creëren ervan of, door digitalisering, het verbeteren van de behandeling van processen |
|
Nummer |
6 |
39 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal voltooide projecten die nieuwe e-diensten creëren en bestaande e-diensten ontwikkelen, het proces van het creëren ervan verbeteren of, door middel van digitalisering, de behandeling van processen verbeteren. Deze projecten moeten leiden tot:
|
C13G/B5 * g |
C2.1.1 Elektronische overheidsdiensten, IT-oplossingen ter verbetering van de werking van overheidsdiensten en economische sectoren, en baanbrekende technologieën in de overheidssector, de economie en de samenleving |
Doel |
Authenticaties door het nationale knooppunt https://login.gov.pl (gemiddeld per maand in een bepaald jaar) |
|
Nummer |
0 |
8 500 000 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Ten minste 8 500 000 authenticaties door het nationale knooppunt, een instrument dat nationale (openbare en particuliere) stelsels voor elektronische identificatie en IT-systemen waarbinnen e-diensten worden verleend, met elkaar verbindt. Het totale aantal authenticaties online wordt gemeten als afspiegeling van één enkele interactie van een bepaalde gebruiker van openbare onlinediensten. |
C14G/B5 * g |
C2.1.2 Een gelijk speelveld voor scholen met mobiele multimedia-apparaten — investeringen in verband met de naleving van minimumnormen voor apparatuur |
Doel |
Nieuwe draagbare computers ter beschikking van leerkrachten |
|
Nummer |
0 |
465 000 |
Q3/B5 * g |
2023 |
Ten minste 465 000 extra draagbare computers met de nodige software die scholen kunnen gebruiken. Het algemene doel van deze maatregel is leerkrachten uit te rusten met draagbare computers. In samenwerking met lokale overheden wordt een eerlijke en transparante procedure vastgesteld voor de toewijzing van draagbare computers met software die een gelijke behandeling van alle scholen en onderwijsinstellingen waarborgt. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, materiaalefficiëntie en recycling. |
C15G/B5 * g |
C2.1.2 Een gelijk speelveld voor scholen met mobiele multimedia-apparaten — investeringen in verband met de naleving van minimumnormen voor apparatuur |
Doel |
Nieuwe draagbare computers die ter beschikking staan van leerlingen |
|
Nummer |
0 |
735 000 |
Q3/B5 * g |
2025 |
Ten minste 735 000 extra draagbare computers met de nodige software die leerlingen kunnen gebruiken. In samenwerking met lokale overheden wordt een eerlijke en transparante procedure vastgesteld voor de toewijzing van draagbare computers met software die een gelijke behandeling van alle scholen en onderwijsinstellingen waarborgt. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, materiaalefficiëntie en recycling. |
C16G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Mijlpaal |
Oprichting van een centrum voor de ontwikkeling van digitale competenties (DCDC) |
Verslag over de organisatorische opzet en werking van het DCDC |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Het Centrum voor de ontwikkeling van digitale competenties (DCDC) wordt opgericht binnen het kabinet van de minister die bevoegd is voor digitalisering. De belangrijkste doelstelling van DCDC is het verbeteren en verbeteren van het systeem voor de coördinatie van de ontwikkeling van digitale competenties in Polen door de verwezenlijking van de volgende subfuncties:
|
C17G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Doel |
T1 — Digitale coördinatoren, gemiddeld één per gemeente (gmina) in Polen |
|
Nummer |
0 |
1 500 |
Q2/B5 * g |
2023 |
Ten minste de helft van alle gemeenten (gmina) valt onder het programma voor de tussentijdse doelstelling, met gemiddeld één digitale coördinator per gmina. Het aantal coördinatoren per gmina wordt bepaald aan de hand van elementen zoals: omvang van de gmina, aantal inwoners, niveau van digitale vaardigheden en vraag naar computerapparatuur. De taak van de digitale coördinatoren bestaat erin de gmina en de instellingen in hun gebied te ondersteunen en in te spelen op de werkelijke behoeften van de bevolking. |
C18G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Doel |
T2 — Nieuwe digitale coördinatoren, ten minste één per gemeente (gmina) in Polen |
|
Nummer |
1 500 |
2 477 |
Q3/B5 * g |
2025 |
Alle gemeenten (gmina) vallen onder het programma, met gemiddeld één digitale coördinator per gmina. Het aantal coördinatoren per gmina wordt bepaald aan de hand van elementen zoals: omvang van de gmina, aantal inwoners, niveau van digitale vaardigheden en vraag naar computerapparatuur. De taak van de digitale coördinatoren bestaat erin de gmina en de instellingen in hun gebied te ondersteunen en in te spelen op de werkelijke behoeften van de bevolking. |
C19G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Doel |
T1 — Bijkomende mensen die zijn opgeleid in digitale vaardigheden, met inbegrip van digitale geletterdheid |
|
Nummer |
0 |
190 000 |
Q3/B5 * g |
2024 |
Ten minste 190 000 mensen hebben een opleiding voltooid in het kader van de uitvoering van projecten die gericht zijn op de ontwikkeling (verwerving of ontwikkeling) van digitale vaardigheden. Personen die onder de opleiding op het gebied van digitale competenties vallen, omvatten op min of meer gelijke wijze de volgende categorieën: — 40 % burgers die behoefte hebben aan digitale basisvaardigheden;
— 20 % ambtenaren;
Aanvullende verplichte opleiding voor onderwijzend personeel van kleuterscholen over het gebruik van ICT-apparatuur voor jonge kinderen maakt geen deel uit van deze investering. |
C20G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Doel |
T2 — Bijkomende mensen die zijn opgeleid in digitale vaardigheden, met inbegrip van digitale geletterdheid |
|
Nummer |
190 000 |
380 000 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Ten minste 380,000 mensen hebben een opleiding voltooid in het kader van de uitvoering van projecten die gericht zijn op de ontwikkeling (verwerving of ontwikkeling) van digitale vaardigheden. Personen die onder de opleiding op het gebied van digitale competenties vallen, omvatten op min of meer gelijke wijze de volgende categorieën: — 40 % burgers die behoefte hebben aan digitale basisvaardigheden;
— 20 % ambtenaren;
Aanvullende verplichte opleiding voor onderwijzend personeel van kleuterscholen over het gebruik van ICT-apparatuur voor jonge kinderen maakt geen deel uit van deze investering. |
C21G/B5 * g |
C3.1 Verbetering van de cyberbeveiliging van informatiesystemen, versterking van de infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van de rechtshandhavingsdiensten |
Mijlpaal |
Wijziging van de wet van 5 juli 2018 inzake het nationale cyberbeveiligingssysteem, ter uitvoering van de NIS-richtlijn en tot vaststelling van een alomvattende juridische en organisatorische basis voor cyberbeveiliging voor een nationaal cyberbeveiligingssysteem |
Bepaling in de wijziging van de wet betreffende de inwerkingtreding |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van wijzigingen van de handeling inzake het nationale cyberbeveiligingssysteem. Dit maakt onder meer de oprichting van sectorale netwerken van het computerbeveiligingsteam voor incidenten (CSIRT) en de oprichting van centra voor informatie-uitwisseling en -analyse (ISAC) mogelijk en versterkt de samenwerkingsmechanismen tussen de overheidsdiensten en de lokale overheidseenheden op het gebied van de respons op beveiligingsincidenten. De wet inzake het nationale cyberbeveiligingssysteem is ook nodig in verband met de noodzaak om de zogenaamde 5G-toolbox uit te voeren. De kanselarij van de minister-president is verantwoordelijk voor de voorbereiding en aanneming van dit gewijzigde besluit. |
C22G/B5 * g |
C3.1 Verbetering van de cyberbeveiliging van informatiesystemen, versterking van de infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van de rechtshandhavingsdiensten |
Mijlpaal |
Wijziging van de verordening van de Raad van ministers van 11 september 2018 betreffende de lijst van essentiële diensten en de drempels voor het verstorende effect van een incident voor de verlening van essentiële diensten |
Bepaling in de wijziging van de verordening betreffende de inwerkingtreding |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van een wijziging van de verordening van de Raad van ministers van 11 september 2018 betreffende de lijst van essentiële diensten en de drempels voor het verstorende effect van een incident voor de verlening van essentiële diensten. De drempels/criteria voor de identificatie van aanbieders van essentiële diensten, met name in de gezondheidssector, worden gewijzigd om de huidige kwaliteitscriteria te verbeteren, zodat essentiële entiteiten/ziekenhuizen in de gezondheidssector kunnen worden geïdentificeerd. |
C23G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Doel |
Projecten op het gebied van cyberbeveiliging (CyberPL) op twee actiegebieden:
|
|
Nummer |
0 |
8 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal afgeronde projecten in het kader van cyberbeveiliging, dat bestaat uit: ·Oprichting van een netwerk van 7 regionale centra voor cyberbeveiliging (RegioSOC); ·— Oprichting van een netwerk van 7 sectorale teams voor de respons op incidenten op het gebied van computerbeveiliging (CSIRT’s); — 385 nationale cyberbeveiligingsentiteiten verbinden met een geïntegreerd cyberbeveiligingsbeheersysteem; — Het opzetten van een netwerk van minimaal 30 nieuw opgerichte of gemoderniseerde centra voor beveiligingsoperaties (SOC’s) in entiteiten die van cruciaal belang zijn voor de nationale veiligheid; — Uitvoering van een programma voor de herkwalificatie en verbetering van de vaardigheden van 600 mensen op het gebied van cyberbeveiliging, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, het huidige personeel; — Uitvoering van een programma voor de systemische versterking van ten minste 30 entiteiten die gebruikmaken van operationele technologie voor industriële controlesystemen (ICS); — Ondersteuning van 400 entiteiten bij de modernisering en uitbreiding van cyberbeveiligingsinfrastructuren die gebruikmaken van informatietechnologie en operationele technologie en de aankoop van cyberbeveiligingssystemen en -producten; — Oprichting van een netwerk van eerstehulpverleners op het gebied van cyberbeveiliging op het niveau van woiwodschappen om overheidsinstanties te ondersteunen bij de behandeling en het herstel van incidenten en om lokale en regionale overheden opleidingen over cyberhygiëne te bieden (ten minste 440 eerstehulpverleners en werknemers van lokale en regionale overheden zijn opgeleid). |
C24G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Mijlpaal |
Ondertekening van de contracten voor de gebouwen van de datacentrumfaciliteiten |
Ondertekening van de contracten |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2024 |
De contracten voor de bouw van de gebouwen en de mechanische en elektrische uitrusting van de drie datacentra moeten zijn ondertekend. |
C25G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Doel |
Oprichting van standaard-gegevensverwerkingscentra die energie-efficiënte infrastructuur bieden |
|
Nummer |
0 |
3 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal operationele gestandaardiseerde datacentra in termen van veronderstelde energie-efficiëntieparameters die gebruikmaken van hernieuwbare energie en waterstof, computervermogensdichtheid en verbonden met de Constructed fibre Optic loop die twee onafhankelijke communicatieroutes biedt tussen een geselecteerd paar datacentra. De datacentra houden zich aan de Europese gedragscode voor energie-efficiëntie van datacentra. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen inzake energie-efficiëntie, afvalbeheer en milieurisicobeoordeling. |
C26G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Doel |
Mobiele infrastructuur voor het crisisbeheersingssysteem |
|
Nummer |
0 |
17 721 |
Q4/B5 * g |
2025 |
De indicatorwaarde bestaat uit de volgende elementen:
— een zelfvoorzienend mobiel medisch punt voor medische, biochemische, radiologische en natuurrampen. |
C27G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Mijlpaal |
Belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI): Selectie van cloudprojecten van de volgende generatie en ondertekening van contracten |
Ondertekening van contracten met geselecteerde entiteiten |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Selectie van projecten en ondertekening van ten minste vijf contracten na de publicatie van de oproep tot het indienen van projectvoorstellen ter ondersteuning van de ontwikkeling van de cloudoplossingen van de volgende generatie in Polen. |
C28G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Doel |
Belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI): Ontwikkeling van nationale oplossingen voor de verwerking van gegevens op het gebied van infrastructuur/diensten |
|
Nummer |
0 |
5 |
Q2/B5 * g |
2024 |
Ten minste vijf nieuwe nationale oplossingen voor gegevensverwerking op het gebied van infrastructuur/diensten die door geselecteerde bedrijven zijn ontwikkeld en operationeel zijn. |
C.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de lening
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01), vereisen de subsidiabiliteitscriteria in het mandaat voor komende oproepen tot het indienen van projecten dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
Om aan de DNSH-voorwaarden te voldoen, wordt een klimaatrisico- en kwetsbaarheidsbeoordeling uitgevoerd wanneer de relevante wetgeving dit vereist en worden eventuele noodzakelijke aanpassingsoplossingen uit hoofde van deze wetgeving uitgevoerd. Voor alle infrastructuurinvesteringen moet ten minste 70 % van het bouw- en sloopafval worden hergebruikt of gerecycleerd overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01) 29 .
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
C2.2 Hervorming van de fundamenten van de digitalisering van het onderwijsstelsel
De hervorming legt de basis voor de digitalisering van het onderwijsstelsel via de vaststelling van het digitaliseringsbeleid voor onderwijs, teneinde kinderen en jongeren voor te bereiden op de informatiemaatschappij. De doelstellingen van dit strategisch document zijn gericht op een efficiënte en zinvolle integratie van nieuwe technologieën in lesgeven, leren en beoordelen en worden ontwikkeld aan de hand van een participatieve aanpak.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid.
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren
Deze investering is erop gericht het niveau van digitale ICT-apparatuur en -infrastructuur in scholen te verhogen tot boven de minimumnormen.
De maatregel omvat:
·levering en modernisering van de verbinding met 100 000 klaslokalen (Local Area Network — LAN);
·IT-kit voor onderwijs op afstand voor 100 000 klaslokalen;
·levering van kunstmatige intelligentie (AI) en laboratoria voor wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM) aan 16 000 scholen, zowel basisscholen als middelbare scholen;
·digitalisering van het examensysteem, met name reorganisatie en modernisering van centrale en regionale examencommissies, en digitalisering van het e-IT-onderwijscentrum.
De LAN-verbinding, de IT-kits voor lesgeven op afstand en de AI- en STEM-laboratoria worden gelijkelijk verdeeld over scholen, op basis van bevolkingsdichtheid en geografische dekking.
Er vindt een open, eerlijke en transparante procedure plaats voor de selectie van entiteiten die netwerkinfrastructuur of ITC-apparatuur leveren.
Om te voldoen aan de DNSH-voorwaarden moet de ICT-apparatuur voldoen aan de energiegerelateerde eisen en de eisen inzake materiaalefficiëntie die zijn vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG voor servers en gegevensopslag, of voor computers en computerservers of elektronische beeldschermen. Bovendien mag de ICT-apparatuur geen stoffen bevatten waarvoor beperkingen gelden die zijn opgenomen in bijlage II bij Richtlijn 2011/65/EU.
Er wordt een afvalbeheerplan opgesteld om te zorgen voor maximale recycling aan het einde van de levensduur van elektrische en elektronische apparatuur, onder meer door middel van contractuele overeenkomsten met recyclingpartners, reflectie in financiële prognoses of officiële projectdocumentatie. Aan het einde van haar levensduur ondergaat de apparatuur voorbereiding voor hergebruik, terugwinning of recycling, of een passende behandeling, met inbegrip van de verwijdering van alle vloeistoffen en een selectieve behandeling overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 2012/19/EU.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.
C.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
C1L/B5 * g |
C1.2 Verbetering van de toegankelijkheid en het gebruik van moderne draadloze en draadloze communicatie voor sociale en economische behoeften |
Mijlpaal |
Wijziging van de verordening van 17 februari 2020 betreffende de bewaking van elektromagnetische veldemissie in het milieu |
Bepaling tot wijziging van de verordening met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een wijziging van de verordening van 17 februari 2020 betreffende de methoden voor het meten van elektromagnetische veldemissies in het milieu. |
C2L/B5 * g |
C1.2 Verbetering van de toegankelijkheid en het gebruik van moderne draadloze en draadloze communicatie voor sociale en economische behoeften |
Mijlpaal |
Wijziging van de verordening van de Raad van ministers van 10 september 2019 betreffende de milieueffectbeoordeling |
Bepaling in de wijziging van de verordening met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een wijziging van de verordening betreffende projecten die een aanzienlijk effect op het milieu kunnen hebben, waarbij investeringen in radiocommunicatie worden uitgesloten van de catalogus van projecten waarvoor een milieueffectbeoordeling vereist is. |
C3L/B5 * g |
C1.2 Verbetering van de toegankelijkheid en het gebruik van moderne draadloze en draadloze communicatie voor sociale en economische behoeften |
Mijlpaal |
Nieuwe rechtshandeling om belemmeringen voor de uitvoering van het 5G-netwerk door verticale industrieën weg te nemen |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van de rechtshandeling die belemmeringen wegneemt voor de uitvoering van oplossingen in de economie waarbij gebruik wordt gemaakt van connectiviteit in 5G-netwerken. |
C4L/B5 * g |
C1.2.1 Versterking van het potentieel van commerciële investeringen in moderne elektronische communicatienetwerken |
Mijlpaal |
Kader voor financiële producten ter versterking van commerciële investeringen in een modern elektronisch communicatienetwerk |
Bekendmaking van het kader door de kanselarij van de minister-president |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Publicatie van het kader voor financiële producten als basis van de procedure van een open oproep tot het indienen van aanvragen voor investeringsleningen. De kanselarij van de minister-president is verantwoordelijk voor de voorbereiding en vaststelling van dit kader. Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01), vereisen de subsidiabiliteitscriteria in het mandaat voor komende oproepen tot het indienen van projecten dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. |
C5L/B5 * g |
C1.2.1 Versterking van het potentieel van commerciële investeringen in moderne elektronische communicatienetwerken |
Mijlpaal |
Opdrachten voor de bouw van 5G-basisstations |
Kennisgeving van de gunning van de opdrachten |
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Gunning van contracten op basis van open, transparante, niet-discriminerende en concurrerende aanbestedingen voor de bouw van 5G-basisstations in plattelandsgebieden. Elk contract omvat het door de geselecteerde entiteiten ontvangen financiële bedrag en de omvang van de investering, zoals het aantal extra basisstations dat wordt ingezet. |
|
C6L/B5 * g |
C1.2.1 Versterking van het potentieel van commerciële investeringen in moderne elektronische communicatienetwerken |
Doel |
Bouw van 5G-basisstations in plattelandsgebieden |
|
Nummer |
0 |
4 200 |
Q2/B5 * g |
2026 |
In plattelandsgebieden worden ten minste 4 200 basisstations uitgerold die 5G-diensten leveren. Onder deze doelstelling wordt verstaan het bieden van aanvullende dekking die met RRF-steun wordt bereikt voor de dekking die aan telecomexploitanten wordt opgelegd als gevolg van de 5G-spectrumveiling. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energieprestaties, afvalbeheer en milieurisicobeoordeling. |
C7L/B5 * g |
C1.2.1 Versterking van het potentieel van commerciële investeringen in moderne elektronische communicatienetwerken |
Doel |
Steden die onder het nieuwe stationaire monitoringsysteem voor elektromagnetische veldemissies van radiocommunicatie-installaties vallen |
|
Nummer |
0 |
50 |
Q2/B5 * g |
2024 |
Aantal steden waar installaties voor continue monitoring van elektromagnetische veldemissies moeten worden gebouwd, opgenomen in het stationaire bewakingssysteem voor elektromagnetische veldemissies die worden uitgestoten door radiocommunicatie-installaties. Het EMF-monitoringsysteem zal naar verwachting uitsluitend in niet-terugbetaalbare vorm worden gefinancierd. De investering wordt uitgevoerd in volledige overeenstemming met de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01), met name wat betreft de eisen met betrekking tot energieprestaties, afvalbeheer en milieurisicobeoordeling. |
C8L/B5 * g |
C2.2 Hervorming van de fundamenten van de digitalisering van het onderwijsstelsel |
Mijlpaal |
Vaststelling van een nieuw digitaliseringsbeleid voor onderwijs, dat de basis vormt voor veranderingen in het onderwijsstelsel en de uitvoering van investeringen in ICT en het bepalen van de richting van digitalisering van het onderwijsproces op korte en lange termijn |
Vaststelling van het beleid |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Aanneming door de Raad van Ministers van een resolutie over het digitaliseringsbeleid op onderwijsgebied, met de aard van een programma en een strategisch document, waarin het kader wordt vastgesteld voor het overheidsbeleid en de activiteiten op het gebied van de digitalisering van het onderwijs op korte, middellange en lange termijn. Dit document vormt de basis voor de activiteiten van belanghebbenden en actors-deelnemers en definieert de instrumenten om een volledig gedigitaliseerd onderwijsstelsel tot stand te brengen dat is aangepast aan de hedendaagse uitdagingen van de voorschoolse en algemene onderwijsomgeving. Het beleid omvat het uitvoeringsplan, de evaluatie- en toezichtmaatregelen en wordt ontwikkeld volgens een participatieve aanpak. |
C9L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Mijlpaal |
Openbare raadpleging over het kader voor de vaststelling van de procedures voor de distributie van ICT-apparatuur en voor de beschikbaarstelling van infrastructuur aan scholen |
Verslag met een samenvatting van de resultaten van de openbare raadpleging en de volgende reactie van de regering |
Q3/B5 * g |
2022 |
Openbare raadpleging met verschillende belanghebbenden en sociale partners over het kader voor de distributie van ICT-apparatuur (IT-kit voor onderwijs op afstand) en voor de levering van infrastructuur (LAN-verbinding, STEM- en AI-laboratoria) aan scholen. De resultaten van de raadpleging worden samengevat in een verslag met de belangrijkste opmerkingen van belanghebbenden en sociale partners en het gevolg dat de regering aan deze opmerkingen heeft gegeven. |
|||
C10L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Mijlpaal |
Kader voor de vaststelling van de procedures voor de distributie van ICT-apparatuur en voor de beschikbaarstelling van infrastructuur aan scholen |
Goedkeuring door het ministerie van Onderwijs en Wetenschap |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2023 |
In het kader worden de minimumvoorwaarden vastgesteld voor de distributie van ICT-apparatuur en voor de verstrekking van infrastructuur aan de begunstigde scholen, zoals die voortvloeien uit de voorafgaande openbare raadpleging met verschillende belanghebbenden en sociale partners.
Het kader bevat duidelijke criteria voor de selectie van begunstigde scholen, die een afspiegeling vormen van de behoeften aan ICT-apparatuur en -infrastructuur, zoals LAN-verbindingen en laboratoria, en de mogelijke impact daarvan op de onderwijsprestaties van de scholen. Rekening houdend met de behoeften van de verschillende begunstigde scholen is de volgende aanbesteding voor de levering van infrastructuur en ICT-apparatuur gelijk, open, transparant en billijk en zorgt zij voor een evenwichtige verdeling tussen scholen over het hele land, op basis van zowel de bevolking als de geografische dekking. |
C11L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Doel |
Klaslokalen in scholen die zijn uitgerust met een verbinding met het Lokale Netwerk (LAN) |
|
Nummer |
0 |
100 000 |
Q3/B5 * g |
2025 |
Aantal klaslokalen in beroepsscholen en instellingen voor algemeen onderwijs dat moet zijn uitgerust met LAN-verbinding, met internettoegang die verder gaat dan de minimumnormen van 100 Mbps. De entiteiten die de netwerkinfrastructuur leveren, worden op eerlijke, concurrerende en transparante wijze geselecteerd, in overeenstemming met het kader van mijlpaal C10L. De eindontvangers of de lokale overheden betalen de Poolse overheid in geen enkele vorm terug. |
C12L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Doel |
Klaslokalen in beroepsscholen en instellingen voor algemeen onderwijs die zijn uitgerust met IT-instrumenten om onderwijs op afstand mogelijk te maken |
|
Nummer |
0 |
100 000 |
Q1/B5 * g |
2025 |
Aantal klaslokalen in beroepsscholen en instellingen voor algemeen onderwijs dat moet zijn uitgerust met een aantal IT-instrumenten, zodat leerkrachten afstandslessen uit de gebouwen kunnen geven. Dit omvat koptelefoons, camera’s, tablets en USB-hubs, maar niet laptops. De selectie van verkopers geschiedt op eerlijke, concurrerende en transparante wijze, in overeenstemming met het kader van mijlpaal C10L. De eindontvangers of de lokale overheden betalen de Poolse overheid in geen enkele vorm terug. |
C13L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Doel |
Op scholen opgezette laboratoria voor kunstmatige intelligentie (AI) en wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM) |
|
Nummer |
0 |
16 000 |
Q3/B5 * g |
2025 |
Aantal scholen dat is uitgerust met laboratoria voor kunstmatige intelligentie (AI) en/of wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM). In het bijzonder worden 4000 middelbare scholen uitgerust met STEM-laboratoria, terwijl 12000 scholen worden uitgerust met AI-laboratoria, waarvan 8000 basisscholen en 4000 middelbare scholen. Er wordt voorzien in een voldoende aantal gekwalificeerde computerwetenschappers om activiteiten uit te voeren met behulp van AI- en STEM-laboratoria. De leveringen worden op een met de lokale overheden overeengekomen eerlijke en transparante wijze toegewezen en worden door de eindontvangers of de lokale overheden in geen enkele vorm aan de Poolse overheid terugbetaald. |
C14L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Mijlpaal |
Digitalisering van het examensysteem |
Verslag over de succesvolle voltooiing van de digitalisering van het examensysteem |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2025 |
Het examensysteem wordt gereorganiseerd en verbeterd zodat examens op afstand kunnen worden afgenomen. De digitalisering van het huidige examensysteem omvat de reorganisatie en upgrade van de centrale en regionale examencommissies en het IT-onderwijscentrum. |
D. ONDERDEEL D: „DOELTREFFENDHEID, TOEGANKELIJKHEID EN KWALITEIT VAN HET GEZONDHEIDSSTELSEL”
De component pakt verschillende uitdagingen aan waarmee het Poolse gezondheidszorgstelsel momenteel wordt geconfronteerd. De verschuiving naar eerstelijnszorg en ambulante zorg is van bijzonder belang, aangezien de uitgaven voor gezondheidszorg naar verwachting op middellange tot lange termijn aanzienlijk zullen stijgen, waardoor de druk op de overheidsfinanciën zal toenemen. De ziekenhuissector moet dringend worden hervormd, aangevuld met gerichte investeringen. Sommige ziekenhuizen hebben aanzienlijke schulden en hebben een lage bezettingsgraad, terwijl veel medische procedures die momenteel in ziekenhuizen worden uitgevoerd, op een lager niveau van zorg en tegen lagere kosten kunnen worden uitgevoerd. De eerstelijnszorg is ondergefinancierd, onderbemand en overbelast. Tegelijkertijd heeft het ziekenhuisstelsel te kampen met chronische onderfinanciering, met name in termen van personele middelen. Door ongunstige omstandigheden, zoals lage lonen, zijn medische beroepen niet populair en is er sprake van een aanzienlijke braindrain. Het tekort aan personele middelen plaatst Polen op de laagste plaats in vergelijking met andere lidstaten en maakt het noodzakelijk om beroepsbeoefenaren na hun pensioenleeftijd aan het werk te houden. De toegang tot zorg verschilt van regio tot regio. E-gezondheid en moderne beheerspraktijken worden onderbenut.
De doelstellingen van de component zijn multidimensionaal: de ziekenhuissector hervormen en ondersteunen met investeringen in overeenstemming met de noodzaak van rationalisering van de piramide van de gezondheidszorg, de digitale transformatie van de gezondheidszorg versnellen, ondersteunende voorwaarden scheppen voor een toename van het aantal medisch personeel, de ontwikkeling van onderzoek op het gebied van medische wetenschappen en gezondheidswetenschappen ondersteunen en een gunstig klimaat scheppen voor de ontwikkeling van de geneesmiddelenproductie in Polen.
De component draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om de veerkracht, toegankelijkheid en doeltreffendheid van het gezondheidsstelsel te verbeteren, onder meer door voldoende middelen ter beschikking te stellen en de uitrol van e-gezondheidsdiensten te versnellen (landspecifieke aanbeveling 1 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen die zijn uiteengezet in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C 58/01).
D.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten
Het doel van de hervorming is de invoering van alomvattende maatregelen die bestaan uit de herstructurering van openbare ziekenhuizen. De hervorming moet zorgen voor een blijvende verbetering van de veerkracht, doeltreffendheid, kwaliteit en toegankelijkheid van de gezondheidszorg en de langdurige zorg, de financiële situatie van openbare ziekenhuizen en de processen voor toezicht en beheer van deze entiteiten. De hervorming heeft betrekking op de hele ziekenhuissector die uit publieke bronnen gefinancierde gezondheidsdiensten verstrekt.
De hervorming geeft ook redenen voor maatregelen om de piramide van de gezondheidszorg te rationaliseren, onder meer door nieuwe bepalingen van de wet inzake eerstelijnsgezondheidszorg in te voeren.
De hervorming van de ziekenhuissector wordt ingevoerd bij één nieuwe wet, waarbij echter wijzigingen kunnen worden aangebracht in bestaande wetten, zoals de wet inzake medische activiteiten of de wet inzake met overheidsmiddelen gefinancierde gezondheidszorgdiensten. De belangrijkste bepalingen van de hervorming zijn:
— herstructurering van de ziekenhuizen door consolidatie, herprofilering en wijziging van het toepassingsgebied en de structuur van de door ziekenhuizen verleende gezondheidsdiensten, op basis van de nationale en regionale transformatieplannen en de kaart van de gezondheidsbehoeften, en dienovereenkomstig geactualiseerd ziekenhuisnetwerk;
— basis voor acties om de piramide van de gezondheidszorg te rationaliseren door bepaalde gezondheidsdiensten te verschuiven van ziekenhuizen naar lagere niveaus van zorg (eerstelijnszorg, ambulante zorg) met dienovereenkomstig herziene bepalingen voor de jaarlijkse financiële plannen van het NFZ (Nationaal Fonds voor gezondheid); alsmede
— veranderingen in het systeem voor de financiering van ziekenhuizen die zorgen voor doeltreffende en duurzame herstructurering, met inbegrip van het op duurzame wijze aanpakken van de schuldverlichting van ziekenhuizen, op basis van transparante en empirisch onderbouwde criteria en een solide systeem voor ziekenhuisfinanciering, het stimuleren van goede zorgverlening en het verhogen van de efficiëntie en de kwaliteit van de zorg; en het opzetten van een professioneel systeem voor toezicht op ziekenhuizen, het versterken van het leidinggevend personeel en het stimuleren van het gebruik van moderne systemen, instrumenten en managementmethoden in de gezondheidszorg.
De hervorming van de ziekenhuissector moet worden aangevuld met de hervormingen van het nationale oncologische netwerk en het nationale cardiologische netwerk, alsook met de kwaliteit van de gezondheidszorg en de patiëntveiligheid. Het doel van deze hervormingen is de toegang tot en de kwaliteit van de oncologische en cardiologische zorg te verbeteren. Het doel van de hervorming van de kwaliteit van de gezondheidszorg en de patiëntveiligheid is de invoering van systemische oplossingen inzake de kwaliteitsnormen voor de gezondheidszorg en de daaropvolgende monitoring met het oog op duurzame resultaten van de hervorming.
De hervorming bestaat ook uit een wetgevingspakket inzake de lancering van nationale e-gezondheidsdiensten en de integratie daarvan in bestaande/beschikbare e-gezondheidsstelsels op nationaal en regionaal niveau.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders
Het doel van de investering is ziekenhuizen te ondersteunen met investeringsbehoeften die voortvloeien uit de hervormingsprocessen, met inbegrip van consolidatie, herprofilering en omzetting in entiteiten voor langdurige zorg. De vereiste investeringsinterventie in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht is alleen bedoeld om ziekenhuizen te ondersteunen wanneer investeringsbehoeften zijn vastgesteld en als gevolg van de hervormingsprocessen in het kader van hervorming D.1.1. Medische entiteiten die voor steun in aanmerking komen, zijn ziekenhuizen in de zin van de bepalingen van de Wet op de medische activiteit van 15 april 2011. De steun heeft alleen betrekking op activiteiten in verband met de verlening van gezondheidsdiensten die door het nationaal gezondheidsfonds worden gefinancierd, en niet op commerciële activiteiten. De criteria voor financiële steun worden afgestemd op de belangrijkste actiegebieden van de hervorming, waaronder: I) dekking (zoals bestreken bevolking, gedekte uitkeringen en tijdige toegang tot zorg), ii) eigen vermogen (zoals eigen vermogen in financiering, eigen vermogen in levering en gebruik en billijkheid in gezondheidsresultaten), iii) efficiëntie, met inbegrip van operationele activiteiten (efficiëntie van de resultaten, efficiëntie bij het verzamelen van middelen), iv) kwaliteit van de zorg en v) beschikbaarheid van middelen (zoals personele en financiële middelen).
De belangrijkste categorieën investeringsprojecten bestaan uit investeringen in nieuwe medische uitrusting en infrastructuur en bouwwerkzaamheden.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten
Het doel van de investering is de digitale transformatie van de gezondheid te versnellen door nieuwe digitale gezondheidsdiensten in te voeren en bestaande digitale diensten verder te ontwikkelen. De investering bestaat uit het lanceren van nieuwe e-diensten, waaronder:
-een hulpmiddel voor patiëntengezondheidsanalyse ter ondersteuning van de analyse van de gezondheidstoestand van de patiënt;
-een instrument ter ondersteuning van de besluitvorming voor artsen op basis van AI-algoritmen en een centraal register van medische gegevens dat is geïntegreerd in andere belangrijke gezondheidszorgstelsels, en
-een centraal register van medische gegevens dat is geïntegreerd in andere belangrijke gezondheidszorgstelsels.
Bij het e-gezondheidscentrum wordt ook een centrum voor beveiligingsoperaties (SOC) opgericht. Het Centrum draagt bij tot de versterking van de IT-middelen van het e-gezondheidscentrum en tot de aanpassing ervan aan de toenemende behoeften op het gebied van cyberbeveiliging.
De investering wordt uiterlijk op 31 maart 2026 uitgevoerd.
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel
Het doel van de hervorming is bij te dragen tot een betere afstemming van de behoeften en de beschikbaarheid van medisch personeel in Polen.
De hervorming bestaat uit initiatieven die erop gericht zijn jongeren ertoe aan te zetten een medische studie te volgen en voort te zetten en vervolgens de geneeskunde uit te oefenen in Polen. Het omvat i) de invoering van een regeling voor het verstrekken van leningen aan studenten geneeskunde, met inbegrip van financiële prikkels om na afloop van hun studie in Polen te gaan werken, en ii) de invoering van een tweede cyclus voor medische hulpverleners, die moeten leiden tot hogere kwalificaties en inkomsten voor de betrokken beroepsbeoefenaars.
De hervorming bestaat ook uit de invoering van wetgeving om de aantrekkelijkheid van medische beroepen en de arbeidsomstandigheden van medische beroepsbeoefenaren te verbeteren. Deze wetgeving vergroot de flexibiliteit van de postdoctorale opleiding, onder meer door artsen de mogelijkheid te bieden een nieuw getuigschrift van vakbekwaamheid op verschillende gespecialiseerde gebieden af te geven. Het verhoogt ook het laagste basissalaris voor een breed scala aan medisch personeel en reorganiseert de toekenning van bepaalde competenties tussen artsen en gespecialiseerde medische beroepsbeoefenaars, medisch personeel in noodgevallen, verpleegkundigen en andere medische zorgverleners, na het verstrekken van een passende opleiding.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
D2.1.1 Investeringen in verband met de modernisering en aanpassing van onderwijsfaciliteiten met het oog op het verhogen van de toegangsplafonds voor medische studies
Het doel van de investering is de capaciteit van medische onderwijsfaciliteiten te vergroten en studenten te ondersteunen die deelnemen aan medische studies.
Het bestaat uit aanvullende subinvesteringen met het oog op i) het opzetten van een tijdelijk systeem van stimulansen om deel te nemen aan en te blijven studeren in geselecteerde medische cursussen, ii) het moderniseren van de onderwijsbasis voor preklinisch onderwijs, iii) het implementeren van nieuwe leerregelingen op basis van digitale technologieën, iv) het aanpassen en verbeteren van de klinische basis voor onderwijs in centrale klinische ziekenhuizen, v) het uitvoeren van opleidingsprogramma’s en stimuleringsregelingen voor onderwijzend personeel, vi) het moderniseren van bibliotheken van medische universiteiten, studentenaccommodatie en IT-systemen, en vii) het digitaliseren van administratieve processen voor het beheer en bestuur van medische universiteiten.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
D3.1 Verbetering van de efficiëntie en kwaliteit van het gezondheidszorgstelsel door ondersteuning van het Poolse onderzoeks- en ontwikkelingspotentieel op het gebied van medische en gezondheidswetenschappen
Het doel van de hervorming is bij te dragen tot de verbetering van de kwaliteit en de efficiëntie van het gezondheidszorgstelsel door onderzoek en ontwikkeling op medisch en gezondheidsgebied te ondersteunen.
De hervorming bestaat uit nieuwe wetgeving op het gebied van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik, met inbegrip van een transparant systeem en minder administratieve en juridische belemmeringen. Het omvat ook het opstellen en uitvoeren van een strategisch plan voor de ontwikkeling van de biomedische sector in Polen, op basis van een beoordeling van de behoeften van de Poolse biomedische sector, van de bestaande belemmeringen voor de ontwikkeling ervan en van gebieden met een potentieel concurrentievoordeel.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen
Het doel van de investering is de veerkracht van het gezondheidszorgstelsel te versterken door onderzoek en ontwikkeling op medisch en gezondheidsgebied te ondersteunen.
De investering bestaat uit de volgende activiteiten:
-Subsidies te verlenen voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten die gericht zijn op productinnovaties, zoals drugs, de ontwikkeling van medische hulpmiddelen, met name voor mobiel gebruik, alsmede de ontwikkeling en toepassing van ICT-instrumenten voor medische en gezondheidsdoeleinden;
-Ontwikkeling van extra ondersteuningscentra voor klinisch onderzoek die belast zijn met onderzoeksactiviteiten op het gebied van klinische proeven, oprichting van een elektronisch communicatieplatform voor het Poolse netwerk voor klinisch onderzoek en van een zoekmachine voor klinische proeven, alsmede bewustmakingsactiviteiten op dit gebied;
-Andere ondersteunende activiteiten in de biomedische sector, met inbegrip van studies over de sector en steun voor universiteiten en technologische starterscentra, en
-Oprichting van een onderzoeks- en analysecentrum binnen het Nationaal Instituut voor Volksgezondheid NIH — Nationaal Onderzoeksinstituut, dat in de eerste plaats belast is met het monitoren van een breed scala aan risico’s voor de menselijke gezondheid en van de gezondheidssituatie en -behoeften van de bevolking. De bijbehorende infrastructuur bestaat ook uit laboratoria met een breed scala aan biobeveiligingsniveaus, waaronder BSL-3 ± niveau, en een campus voor opleidings- en onderwijsactiviteiten.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
D.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
D1G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet betreffende de modernisering en verbetering van de efficiëntie van ziekenhuizen |
Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de wet betreffende de modernisering en verbetering van de efficiëntie van ziekenhuizen, die voorziet in het volgende:
|
D2G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het besluit van de voorzitter van het Nationaal Gezondheidsfonds (NFZ) inzake de versterking van de eerstelijnszorg en de gecoördineerde zorg, gevolgd door financiële bepalingen (met inbegrip van wijzigingen van contracten), die landelijke uitvoering mogelijk maken |
Bepaling in het besluit waarin de inwerkingtreding wordt aangegeven |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de ordonnantie van de voorzitter van het Nationaal Gezondheidsfonds (NFZ) ter versterking van de eerstelijnszorg en de gecoördineerde zorg, waardoor uitvoering op nationaal niveau mogelijk wordt gemaakt en die betrekking heeft op: — preventieve gezondheidszorg (taakvergoeding); verwachte gezondheidsresultaten en kwaliteit van de zorg (invoering van stimulansen); alsmede — het programma voor de beheersing van chronische zorgziekten en de zorgcoördinator. Het besluit voorziet in financiële regelingen die voorzien in aanvullende financiële middelen voor de contracten voor eerstelijnsgezondheidszorg, met uitzondering van nacht- en vakantiezorg. |
D3G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet kwaliteit gezondheidszorg en patiëntveiligheid, samen met de nodige uitvoeringsregelingen |
Bepaling in de handeling die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de Wet kwaliteit gezondheidszorg en patiëntveiligheid, die bepalingen bevat over de volgende elementen:
6) rehospitatie: een kader voor het volgen en analyseren van terugnamepercentages van 30 dagen die verband houden met de NFZ-contractbepalingen (via uitvoeringsverordening). |
D4G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet inzake het nationaal oncologisch netwerk tot vaststelling van de regels voor de werking van het netwerk door de invoering van een nieuwe structuur en een nieuw model voor kankerzorg |
Bepaling in de handeling die de inwerkingtreding aangeeft |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van de wet inzake het nationale oncologische netwerk, die ervoor zorgt dat alle patiënten, ongeacht hun woonplaats, oncologische zorg krijgen op basis van dezelfde diagnostische en therapeutische normen.
verbetering van de levenskwaliteit van patiënten tijdens en na oncologische behandeling. |
D5G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet inzake het nationale cardiologische netwerk tot vaststelling van de regels voor de werking van het netwerk door de invoering van een nieuwe structuur en een nieuw model voor het beheer van cardiologische zorg |
Bepaling in de handeling die de inwerkingtreding aangeeft |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2024 |
Inwerkingtreding van de wet inzake het nationale cardiologische netwerk, die ervoor moet zorgen dat alle patiënten, ongeacht hun woonplaats, cardiologische zorg krijgen op basis van dezelfde diagnostische en therapeutische normen, d.w.z. uniform gedefinieerde trajecten, en dat het systeem flexibel op hun behoeften inspeelt.
verbetering van de levenskwaliteit van patiënten tijdens en na de cardiologische behandeling. |
D6G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wetgevingspakket betreffende de lancering van nationale e-gezondheidsdiensten en de integratie daarvan in bestaande/beschikbare e-gezondheidssystemen op nationaal en regionaal niveau |
Bepaling in het wetgevingspakket over de inwerkingtreding |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2026 |
Inwerkingtreding van een wetgevingspakket dat voorziet in een passend juridisch en administratief kader voor de lancering van nationale e-gezondheidsdiensten (instrumenten voor patiëntengezondheidsanalyse, instrument ter ondersteuning van de besluitvorming voor artsen op basis van AI-algoritmen, centraal register van medische gegevens) en de integratie daarvan in bestaande/beschikbare e-gezondheidssystemen op nationaal en regionaal niveau. |
D7G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de verordening inzake de lijst van centra voor toezicht op het wivodeschap voor het oncologische netwerk |
Bepaling in de verordening betreffende de inwerkingtreding |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2023 |
De verordening treedt in werking en voorziet in de oprichting van centra voor toezicht op het voivodeschap, die medische entiteiten zijn die worden geselecteerd uit het oncologische netwerk in elk van de 16 woiwodschappen, die gespecialiseerd zijn in oncologische zorg en die voorzien in uitgebreide oncologische behandeling en monitoring. |
D8G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Evaluatie van het netwerk voor oncologische zorg |
Publicatie van het verslag |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2025 |
Verslag over de evaluatie van het netwerk voor oncologische zorg, met inbegrip van:
|
D9G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling inzake de lijst van precieze criteria om ziekenhuizen in aanmerking te laten komen voor specifieke categorieën om de investeringsbehoeften als gevolg van de hervorming te helpen bepalen |
Bepaling in de rechtshandeling waarin de inwerkingtreding wordt vermeld |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot vaststelling van de lijst van criteria op basis waarvan ziekenhuizen in specifieke categorieën worden ingedeeld. Deze categorieën helpen bij het bepalen van de investeringsbehoeften die voortvloeien uit de modernisering van ziekenhuizen en de verbetering van de efficiëntie.
|
D10G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Mijlpaal |
Eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor ziekenhuizen die financiering aanvragen
|
Publicatie van de eerste oproep tot het indienen van voorstellen |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2023 |
De eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor ziekenhuizen ter financiering van de aanschaf of modernisering van uitrusting of infrastructuur wordt gepubliceerd. Deze oproep en alle daaropvolgende oproepen worden gebaseerd op de indelingscriteria en duidelijke en transparante procedures.
De verbetering van de medische uitrusting en de infrastructuur draagt bij tot de verbetering van de kwaliteit van de zorg, de beschikbaarheid van middelen en het waarborgen van tijdige en alomvattende toegang tot intramurale zorg.
De steun heeft alleen betrekking op activiteiten in verband met de verlening van gezondheidsdiensten die door het nationaal gezondheidsfonds worden gefinancierd, en niet op commerciële activiteiten. |
D11G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Doel |
T1 — Overeenkomsten tussen ziekenhuizen en het ministerie van Volksgezondheid voor de aankoop van medische uitrusting of voor investeringen in infrastructuur |
|
Nummer |
0 |
81 |
Q4/B5 * g |
2023 |
Aantal ondertekende contracten tussen ziekenhuizen en het ministerie van Volksgezondheid (of een andere door het ministerie aangewezen instelling) voor aangekochte medische uitrusting of voor infrastructuur. De medische uitrusting draagt bij tot de verbetering van de kwaliteit van de zorg, de beschikbaarheid van middelen en het waarborgen van tijdige en volledige toegang tot intramurale zorg. De verbetering van de infrastructuur draagt bij tot de verbetering van de kwaliteit van de zorg, de beschikbaarheid van middelen en het waarborgen van tijdige en alomvattende toegang tot intramurale zorg. De steun heeft alleen betrekking op activiteiten in verband met de verlening van gezondheidsdiensten die door het nationaal gezondheidsfonds worden gefinancierd, en niet op commerciële activiteiten. |
D12G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Doel |
T2 — Overeenkomsten tussen ziekenhuizen en het ministerie van Volksgezondheid voor de aankoop van medische uitrusting of voor investeringen in infrastructuur |
|
Nummer |
81 |
330 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Aantal ondertekende contracten tussen het ziekenhuis en het ministerie van Volksgezondheid (of een andere door het ministerie aangewezen instelling) voor de aankoop van medische uitrusting of voor de verbetering van de infrastructuur. De medische uitrusting draagt bij tot de verbetering van de kwaliteit van de zorg, de beschikbaarheid van middelen en het waarborgen van tijdige en alomvattende toegang tot gezondheidszorg. De verbetering van de infrastructuur draagt bij tot de verbetering van de kwaliteit van de zorg, de beschikbaarheid van middelen en het waarborgen van tijdige en alomvattende toegang tot gezondheidszorg. De steun heeft alleen betrekking op activiteiten in verband met de verlening van gezondheidsdiensten die door het nationaal gezondheidsfonds worden gefinancierd, en niet op commerciële activiteiten. |
D13G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Doel |
Ziekenhuizen met nieuwe medische uitrusting die zijn aangekocht in het kader van hun herstructurering of hun opname in het nationale oncologische netwerk
|
|
Nummer |
0 |
300 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal ziekenhuizen met nieuwe medische uitrusting die is aangekocht in het kader van hun herstructurering of hun opname in het nationale oncologische netwerk. De aangekochte medische uitrusting draagt bij tot de verbetering van de kwaliteit van de zorg, de beschikbaarheid van middelen en het waarborgen van tijdige en alomvattende toegang tot gezondheidszorg. De steun heeft alleen betrekking op activiteiten in verband met de verlening van gezondheidsdiensten die door het nationaal gezondheidsfonds worden gefinancierd, en niet op commerciële activiteiten. |
D14G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Doel |
Ziekenhuizen met verbeterde infrastructuur in verband met hun herstructurering of hun opname in het nationale oncologische netwerk |
|
Nummer |
0 |
280 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal ziekenhuizen met verbeterde infrastructuurinvesteringen in verband met hun herstructurering of hun opname in het nationale oncologische netwerk. De verbeterde infrastructuur draagt bij tot de verbetering van de kwaliteit van de zorg, de beschikbaarheid van middelen en het waarborgen van tijdige en alomvattende toegang tot gezondheidszorg. De steun heeft alleen betrekking op activiteiten in verband met de verlening van gezondheidsdiensten die door het nationaal gezondheidsfonds worden gefinancierd, en niet op commerciële activiteiten. |
D15G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Lancering van nieuwe e-diensten, waaronder:
|
Begin van de volledige exploitatie |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2026 |
Diensten om het gebruik van moderne technologieën en de verdere ontwikkeling van e-gezondheid te bevorderen, worden gelanceerd en operationeel worden. Het gaat onder meer om:
|
D16G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Centrum voor beveiligingsoperaties (SOC) van het opgerichte e-gezondheidscentrum |
Begin van de volledige exploitatie |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2025 |
De actie versterkt de IT-middelen van het e-gezondheidscentrum en past deze aan de groeiende behoeften op het gebied van cyberbeveiliging aan door: — implementatie van het geïntegreerd beheersysteem, uitbreiding van de beveiligingssystemen; uitvoering van een beveiligingsprogramma voor ontwerp- en ontwikkelingswerkzaamheden op het gebied van IT-systemen; bouw van het centrum voor beveiligingsoperaties in het e-gezondheidscentrum. |
D17G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Centrum voor digitale medische documentatie |
Begin van de volledige exploitatie |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2024 |
Er wordt een Centrum voor de digitalisering van medische documentatie opgericht, met als kerntaak het structureren en overdragen van medische documentatie naar bruikbare elektronische patiëntendossiers (HER). |
D18G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
Geschiedenis van de interactie van patiënten met gezondheidszorg in gedigitaliseerde medische voorzieningen |
|
% (percentage) |
0 |
30 |
Q1/B5 * g |
2026 |
in gedigitaliseerde medische faciliteiten worden bewaard, met het oog op de digitale weergave van de documenten in het individuele elektronische patiëntendossier (EMD), met een gestructureerde presentatie van de gegevens die verdere verwerking mogelijk maakt.
|
D19G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
T1 — Gedigitaliseerde medische documenten |
|
% (percentage) |
10 |
30 |
Q1/B5 * g |
2025 |
30 % van het totale aantal soorten medische documenten wordt gedigitaliseerd. |
D20G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
T2 — Gedigitaliseerde medische documenten |
|
% (percentage) |
30 |
60 |
Q1/B5 * g |
2026 |
60 % van het totale aantal soorten medische documenten wordt gedigitaliseerd. |
D21G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
Centrale/regionale zorgaanbieders die verbonden zijn met het centrale register van medische gegevens en centrale/regionale zorgaanbieders die zijn uitgerust met het op KI gebaseerde instrument ter ondersteuning van besluitvorming |
|
% (percentage) |
0 |
30 |
Q1/B5 * g |
2026 |
30 % van de zorgaanbieders (op centraal of regionaal niveau) die verbonden zijn met het centrale elektronische register van medische gegevens, waaronder begrepen. 30 % van de zorgaanbieders (op centraal of regionaal niveau) wordt uitgerust met het op AI gebaseerde instrument ter ondersteuning van de besluitvorming. |
D22G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
Volwassen patiënten die vallen onder de Patient Health Analysis Tool (Patient Health Analysis Tool) |
|
% (percentage) |
0 |
70 |
Q1/B5 * g |
2026 |
70 % van de volwassen patiënten wordt gedekt door de Patient Health Analysis Tool (Patient Health Analysis Tool). |
D23G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Mijlpaal |
Wijziging van de wet op het hoger onderwijs en de natuurkundigen en tandartsen om een rechtsgrondslag te bieden voor financiële steun vanaf het academisch jaar 2021/2022 voor studenten op het gebied van de geneeskunde in Polen |
Bepaling in de wijziging van de wet op het hoger onderwijs en de natuurkundigen en tandartsen om een rechtsgrondslag te bieden voor financiële steun vanaf het academisch jaar 2021/2022 voor studenten op het gebied van geneeskunde in Polen op universitair niveau (met inbegrip van studenten die vóór het academisch jaar 2021/2022 met hun studie zijn begonnen), met vermelding van de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2021 |
De wet treedt in werking en voorziet in de mogelijkheid om financiële steun te gebruiken in de vorm van een lening voor studenten met betaalde studies op het gebied van geneeskunde op universitair niveau. De student kan verzoeken om vervroegde terugbetaling van de lening of om verlenging van de aflossingsperiode ervan.
|
D24G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Doel |
Aantal studenten aan medische universiteiten die financiële steun hebben ontvangen overeenkomstig de Wet op het hoger onderwijs en de natuurkundige beroepen |
|
Nummer |
0 |
9 947 |
Q2/B5 * g |
2026 |
9 947 studenten moeten financiële steun hebben ontvangen in de vorm van een lening aan studenten met betaalde studies in het Pools op het gebied van geneeskunde, op basis van de wijziging van de wet op het hoger onderwijs en de natuurwetenschappen en op het beroep van arts en tandarts. |
D25G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet inzake het beroep van paramedic en het zelfbestuur van paramedisch personeel, die de mogelijkheid introduceert om programma’s van de tweede cyclus op te zetten op het gebied van de voorbereiding op het beroep van paramedic |
Bepaling in de wet inzake het beroep van paramedic en het zelfbestuur van paramedisch personeel waaruit blijkt dat deze in werking treedt |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Om de competenties van paramedisch personeel te verbeteren, treedt een wetgevingshandeling in werking en maakt het mogelijk programma’s van de tweede cyclus op het gebied van paramediica op te zetten, gedefinieerd als tweejarige studies die eindigen met het behalen van een masterdiploma. Het verkrijgen van de titel van specialist stelt paramedici in staat aanvullende kwalificaties te verwerven, die naar verwachting zullen vertalen in een hogere rang in de salariscategorie. |
D26G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Doel |
Aantal paramedici dat de masteropleiding heeft voltooid |
|
Nummer |
0 |
2 500 |
Q4/B5 * g |
2025 |
2 500 paramedici moeten hun tweecyclusonderzoek in medische spoeddiensten hebben afgerond. |
D27G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van rechtshandelingen ter verbetering van de aantrekkelijkheid van medische banen en de arbeidsomstandigheden van medisch personeel |
Bepalingen in de rechtshandelingen die de inwerkingtreding ervan aangeven |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Een pakket rechtshandelingen treedt in werking en bestaat uit een verordening betreffende de vakbekwaamheid van artsen en tandartsen, een wijziging van de verordening betreffende postuniversitaire stages voor artsen en tandartsen, een wijziging van de verordening betreffende het basiscurriculum voor het beroepsonderwijs, een wijziging van de wet inzake de methode voor het bepalen van het laagste basissalaris van bepaalde werknemers in de gezondheidszorg, met inbegrip van bepalingen inzake:
|
D28G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Doel |
Aantal artsen en tandartsen die een certificaat hebben behaald waarin hun medische beroepsbekwaamheid wordt bevestigd |
|
Nummer |
0 |
54 000 |
Q4/B5 * g |
2025 |
54 000 artsen en tandartsen ontvangen een certificaat waarin hun aanvullende medische beroepsbekwaamheid wordt bevestigd. Het getuigschrift van de beroepskwalificaties wordt afgegeven door een nationale wetenschappelijke organisatie of een openbare onderzoeksinstelling die geschikt is voor een bepaalde beroepsbekwaamheid en is ingeschreven in het register dat wordt bijgehouden door de directeur van het medisch centrum voor postdoctoraal onderwijs. |
D29G/B5 * g |
D2.1.1 Investeringen in verband met de modernisering en aanpassing van onderwijsfaciliteiten met het oog op het verhogen van de toegangsplafonds voor medische studies |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot vaststelling van een systeem van stimulansen voor het volgen en voortzetten van studies aan geselecteerde universitaire medische faculteiten door middel van beurzen, financiering voor studies en mentorschap |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
De rechtshandeling tot invoering van het tijdelijke systeem van stimulansen om medische studies aantrekkelijker te maken, omvat de mogelijkheid om:
|
D30G/B5 * g |
D2.1.1 Investeringen in verband met de modernisering en aanpassing van onderwijsfaciliteiten met het oog op het verhogen van de toegangsplafonds voor medische studies |
Doel |
Aantal studenten verpleegkunde, verloskunde, medische spoedhulp, geneeskunde, tandheelkunde, medische analyse, fysiotherapie en farmacie die een beurs hebben ontvangen, en studenten verpleegkunde, verloskunde, medische spoeddiensten die worden gedekt door een beurs, medefinanciering van studies of begeleiding |
|
Nummer |
0 |
25 400 |
Q2/B5 * g |
2026 |
25 400 studenten moeten steun hebben ontvangen op basis van het „Systeem van stimulansen voor het volgen en voortzetten van studies in geselecteerde medische faculteiten door middel van beurzen, studiefinanciering en mentorschap”, in de vorm van ten minste een van de volgende:
4 400 studenten komen in aanmerking voor medefinanciering van studies in overeenstemming met het bovenstaande.
|
D31G/B5 * g |
D2.1.1 Investeringen in verband met de modernisering en aanpassing van onderwijsfaciliteiten met het oog op het verhogen van de toegangsplafonds voor medische studies |
Doel |
Aantal gemoderniseerde onderwijsfaciliteiten voor preklinisch onderwijs (met inbegrip van medische simulatiecentra), aangepaste faciliteiten van de klinische basis voor onderwijs in centrale klinische ziekenhuizen, gemoderniseerde bibliotheekinfrastructuur en slaapzalen voor studenten aan medische universiteiten |
|
Nummer |
0 |
212 |
Q4/B5 * g |
2025 |
212 projecten moeten worden voltooid, waaronder:
— modernisering of totstandbrenging van een klinische basis voor de opleiding van studenten in centrale klinische ziekenhuizen (aanpassing van de werking van deze basis aan epidemiologische risicosituaties, koppeling van klinieken in andere medische entiteiten aan centrale klinische ziekenhuizen, ontwikkeling van noodzakelijke klinieken in gebieden met een tekort, zoals infectieziekten en oncologie). 42 faciliteiten worden ondersteund; — renovatie van bibliotheken aan medische universiteiten om te zorgen voor contactvrij gebruik van bibliotheekmiddelen en veilige plaatsen voor zelfstudie. 27 projecten voor de renovatie van bibliotheken worden ondersteund; — renovatie van studentenslaapzalen aan medische universiteiten met het oog op aanpassing aan de behoeften die voortvloeien uit de sanitaire eisen. 3 projecten voor de renovatie van studentenslaapzalen worden ondersteund.
De aankoop van grond wordt niet gedekt. De projecten worden uitgevoerd op basis van openbare aanbestedingen of vergelijkende onderzoeken voor subsidies. De begunstigden worden op transparante en objectieve wijze geselecteerd.
Elke subsidieovereenkomst bevat het ontvangen financiële bedrag en de details van het project. |
D32G/B5 * g |
D3.1 Verbetering van de efficiëntie en kwaliteit van het gezondheidszorgstelsel door ondersteuning van het Poolse onderzoeks- en ontwikkelingspotentieel op het gebied van medische en gezondheidswetenschappen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik |
Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding ervan |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
De Wet klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik treedt in werking en omvat:
Deze wet actualiseert ook het rechtskader voor de biomedische sector in het algemeen in Polen, met inbegrip van onderzoek en ontwikkeling, voor zover een dergelijke actualisering noodzakelijk wordt geacht in het strategisch plan van de regering voor de ontwikkeling van de biomedische sector in Polen. |
D33G/B5 * g |
D3.1 Verbetering van de efficiëntie en kwaliteit van het gezondheidszorgstelsel door ondersteuning van het Poolse onderzoeks- en ontwikkelingspotentieel op het gebied van medische en gezondheidswetenschappen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding of uitvoering van de kernacties die zijn gespecificeerd in het strategisch plan van de regering voor de ontwikkeling van de biomedische sector overeenkomstig het tijdschema in het strategisch plan |
Bepalingen in de onderliggende documenten die de inwerkingtreding of de uitvoering ervan aangeven, afhankelijk van het soort kernacties dat in het strategisch plan is vastgesteld |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Acties die in het strategisch plan als „kernacties” worden aangemerkt, treden in werking of worden uitgevoerd overeenkomstig het tijdschema in het strategisch plan en in de mate als bepaald in het strategisch plan. De aanneming van het strategisch plan zelf in de vorm van een resolutie van de Raad van Ministers vindt plaats in 2022. Kernactiviteiten omvatten het ontwerp van het beheersysteem voor sectorale ontwikkeling, eerste subsidiewedstrijden op prioritaire gebieden en het permanente toezicht op de Poolse biomedische markt. |
D34G/B5 * g |
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen |
Mijlpaal |
Ingebruikneming van een elektronisch platform voor het Poolse netwerk van centra voor klinisch onderzoek |
Inwerkingtreding van het platform voor het Poolse netwerk van centra voor klinisch onderzoek |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Het elektronische platform treedt in werking om de communicatie tussen netwerkleden, met inbegrip van commerciële en niet-commerciële centra voor klinisch onderzoek, te vergemakkelijken. Het platform omvat instrumenten voor de coördinatie van het netwerkbeheer, een centraal register voor klinische proeven die in Polen worden uitgevoerd, een zoekmachine waarmee klinische proeven kunnen worden geïdentificeerd, een website die gebruikmaakt van de bovengenoemde zoekmachine voor patiënten die op zoek zijn naar de mogelijkheid om aan klinische proeven deel te nemen, en een zoekmachine voor professionals die betrokken zijn bij de ontwikkeling of uitvoering van klinische proeven. |
D35G/B5 * g |
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen |
Mijlpaal |
Oprichting van een gespecialiseerd centrum voor onderzoek en analyse |
Eindverslag over de voltooiing van de bouw van het onderzoeks- en analysecentrum, met inbegrip van ten minste 41 laboratoria voor biobeveiliging en een opleidingsruimte met een campus |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2026 |
De bouw van de infrastructuur van het Centrum voor onderzoek en analyse wordt voltooid. De voltooiing volgt op de bevestiging van de naleving van de technische specificaties en contractuele verplichtingen van het project dat wordt uitgevoerd overeenkomstig de nationale wet inzake overheidsopdrachten.
De geleverde infrastructuur omvat:
— ten minste 41 laboratoria met bioveiligheidsniveaus, waaronder 20 BSL-1 laboratoria, 19 BSL-2 laboratoria, één BSL-3 laboratorium voor milieuonderzoek en één BSL-3 + laboratorium voor onderzoek naar menselijk materiaal, ook voor diagnostische doeleinden. Een samenwerkingsovereenkomst met een Europees biobeveiligingslaboratorium voor de capaciteitsopbouw van de nationale technische laboratoriumdeskundigen wordt gesloten, en een campus van ongeveer 3 000 m² voor opleiding. |
D36G/B5 * g |
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen |
Doel |
Aantal gefinancierde projecten voor onderzoekeenheden en ondernemers in de biomedische sector |
|
Nummer |
0 |
80 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Eindverslagen over de uitvoering van 80 ondersteunde projecten worden goedgekeurd. Er wordt steun verleend aan onderzoekseenheden en ondernemers op het gebied van farmaceutische innovaties, medische hulpmiddelen en IT-oplossingen, overeenkomstig het strategisch plan voor de ontwikkeling van de biomedische sector in Polen.
De projecten worden geselecteerd door middel van open en in opdracht gegeven subsidievergelijkende onderzoeken.
|
D37G/B5 * g |
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen |
Doel |
Aantal aangemaakte ondersteuningscentra voor klinische proeven |
|
Nummer |
10 |
50 |
Q2/B5 * g |
2026 |
De oprichting van 40 extra ondersteuningscentra voor klinische proeven (CTSC) wordt voltooid. Zij zijn gevestigd in de structuur van kleinere en lokale gezondheidszorgentiteiten, die een centrale rol spelen bij het verlenen van professionele ondersteuning (van ziekenhuiszijde) aan klinische onderzoeksorganisaties en opdrachtgevers van klinische proeven (farmaceutische bedrijven) om onderhandelingen over, het sluiten van contracten voor en het starten van klinische proeven (CT) te bevorderen.
|
D.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de lening
D1.2 Verbetering van de efficiëntie, beschikbaarheid en kwaliteit van de langdurige zorg van zorgaanbieders op districtsniveau
Het doel van de hervorming is het ondersteunen van de transformatie van districtsziekenhuizen tot eenheden of centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg. De hervorming wordt juridisch gebaseerd op een specifieke wetgevingshandeling die voortbouwt op de conclusies van een evaluatie van het potentieel voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen in Polen. De hervorming moet ook in overeenstemming zijn met de door het ministerie van Volksgezondheid opgestelde Deinstitutionalisatiestrategie (bijlage bij het „Strategisch kader voor de ontwikkeling van het gezondheidszorgstelsel in Polen 2021-27 — Een gezonde toekomst”).
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid.
D1.2.1 Ontwikkeling van langdurige zorg door modernisering van de infrastructuur van medische entiteiten op districtsniveau
De investering ondersteunt projecten voor noodzakelijke bouw- of renovatiewerkzaamheden en de aankoop van uitrusting voor districtsziekenhuizen die binnen de transformatieplannen eenheden of centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg oprichten. De beleggingscontracten worden toegekend op basis van transparante en duidelijke bepalingen en in overeenstemming met de doelstellingen van hervorming D.1.2. De investering wordt gedaan op basis van kwaliteitsborgingsmechanismen voor de geïntegreerde zorgdiensten, waarbij problemen op het gebied van toegankelijkheid en betaalbaarheid worden aangepakt.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.
D3.2 Het scheppen van gunstige voorwaarden voor de ontwikkeling van de sector geneesmiddelen en medische hulpmiddelen
Het doel van de hervorming is de invoering van een regelgevingskader dat het aantrekken en vergroten van de productie van geneesmiddelen en werkzame farmaceutische bestanddelen in Polen vergemakkelijkt. Dit zal bijdragen tot een verhoging van de veiligheid van de geneesmiddelenvoorziening in Polen. Het nieuwe kader versterkt het analytisch kader voor het in kaart brengen van de lacunes en kwetsbaarheden van het API-aanbod in Polen. Het ondersteunt ook ondernemers die besluiten de geneesmiddelen te produceren waarvan de bevoorrading in Polen mogelijk is.
De hervorming wordt gekoppeld aan de uitvoering van de farmaceutische strategie voor Europa op het niveau van de Unie.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2023 zijn voltooid.
D3.2.1 Ontwikkeling van het potentieel van de sector geneesmiddelen en medische hulpmiddelen — investeringen in verband met de productie van API in Polen
Het doel van de investering is de ondersteuning van projecten op het gebied van de ontwikkeling van API’s. De steun draagt bij tot de ontwikkeling van API’s (met inbegrip van merkgebonden, biosimilaire en generieke API’s) en aanverwante productielijnen voor medische hulpmiddelen, onder meer met de bouw/uitbreiding van de noodzakelijke infrastructuur. Op dit gebied worden ten minste 11 API’s ondersteund.
De investering wordt uiterlijk op 31 december 2023 uitgevoerd.
D.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
D1L/B5 * g |
D1.2 Verbetering van de efficiëntie, beschikbaarheid en kwaliteit van de langdurige zorg van zorgaanbieders op districtsniveau |
Mijlpaal |
Evaluatie van de mogelijkheden voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen in Polen |
Publicatie |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Publicatie van een evaluatie, als onderdeel van de algemene strategische analyse van langdurige zorg in Polen zoals voorzien in afdeling A, van de mogelijkheden voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen (met inbegrip van de transformatie van delen van districtsziekenhuizen). Bij de evaluatie worden met name de mogelijkheden onderzocht om:
|
D2L/B5 * g |
D1.2 Verbetering van de efficiëntie, beschikbaarheid en kwaliteit van de langdurige zorg van zorgaanbieders op districtsniveau |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling betreffende de steun voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen, op basis van de resultaten van de evaluatie |
Bepaling in de wetgevingshandeling die de inwerkingtreding aangeeft |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling, gebaseerd op de resultaten van de evaluatie van de mogelijkheden voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen in Polen. In de wet wordt gespecificeerd hoe de steun voor de oprichting van eenheden voor langdurige zorg en geriatrische eenheden en/of centra in districtsziekenhuizen de zorgverlening onder meer aan senioren op lokaal niveau zal verbeteren. De wetgevingshandeling is in overeenstemming met het „Strategisch kader voor de ontwikkeling van het gezondheidszorgstelsel in Polen 2021-27 — Een gezonde toekomst”. |
D3L/B5 * g |
D1.2.1 Ontwikkeling van langdurige zorg door modernisering van de infrastructuur van medische entiteiten op districtsniveau |
Mijlpaal |
Lijst van districtsziekenhuizen die zijn geselecteerd voor de aanvullende steun voor de oprichting van langdurige en geriatrische bedden, op basis van specifieke selectiecriteria |
Publicatie van de lijst van geselecteerde ziekenhuizen |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2023 |
Er wordt een lijst verstrekt van districtsziekenhuizen die zijn geselecteerd voor aanvullende steun voor het opzetten van langdurige en geriatrische bedden. De selectie wordt gebaseerd op een reeks duidelijke en transparante criteria. Deze criteria omvatten de plaatselijke omstandigheden voor:
|
D4L/B5 * g |
D1.2.1 Ontwikkeling van langdurige zorg door modernisering van de infrastructuur van medische entiteiten op districtsniveau |
Doel |
Ondertekende contracten tussen districtsziekenhuizen en het ministerie van Volksgezondheid (of een andere door het ministerie aangewezen instelling) voor investeringssteun voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg |
|
Nummer |
0 |
50 |
Q4/B5 * g |
2023 |
Aantal ondertekende contracten voor investeringsactiviteiten. Het contract wordt gesloten tussen het ziekenhuis en het ministerie van Volksgezondheid (of een andere door het ministerie aangewezen instelling).
|
D5L/B5 * g |
D1.2.1 Ontwikkeling van langdurige zorg door modernisering van de infrastructuur van medische entiteiten op districtsniveau |
Doel |
Afgeronde projecten voor de ontwikkeling van langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen |
|
Nummer |
0 |
50 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Ten minste 50 projecten op basis van ondertekende contracten worden afgerond. De projecten dragen bij tot de doelstelling om langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen te ontwikkelen door de beschikbaarheid ervan te vergroten, brede toegang te bevorderen en de kwaliteit te verbeteren. De projecten ondersteunen de noodzakelijke bouw- of renovatiewerkzaamheden en de aankoop van uitrusting. |
D6L/B5 * g |
D3.2 Het scheppen van gunstige voorwaarden voor de ontwikkeling van de sector geneesmiddelen en medische hulpmiddelen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling ter waarborging van de zekerheid van de geneesmiddelenvoorziening, met inbegrip van oplossingen om geneesmiddelentekorten en belangrijke kwetsbaarheden in de toeleveringsketens aan te pakken |
Bepaling in de wetgevingshandeling die de inwerkingtreding aangeeft |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2023 |
Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling tot invoering van een regelgevingskader ter verhoging van de productie van geneesmiddelen en werkzame farmaceutische stoffen (API’s) in Polen. Dit draagt bij tot een grotere veiligheid van de voorziening van kritieke geneesmiddelen.
De handeling bevat:
— de bevoegde minister de bevoegdheid te geven om door middel van een verordening een lijst vast te stellen van de kritieke werkzame farmaceutische bestanddelen (met inbegrip van die welke worden gebruikt in merkgeneesmiddelen, biosimilaire geneesmiddelen en generieke geneesmiddelen) die moeten worden ontwikkeld; alsmede
|
D7L/B5 * g |
D3.2.1 Ontwikkeling van het potentieel van de sector geneesmiddelen en medische hulpmiddelen — investeringen in verband met de productie van API in Polen |
Mijlpaal |
Selectie van te ondersteunen API-productieprojecten |
Publicatie van de lijst van geselecteerde projecten |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2023 |
De lijst van geselecteerde projecten voor het creëren of uitbreiden van productiecapaciteit op het gebied van API’s (met inbegrip van merkgebonden, biosimilaire en generieke API’s) en aanverwante medische hulpmiddelen wordt geselecteerd na een oproep tot het indienen van voorstellen. De in de oproep tot het indienen van voorstellen opgenomen selectiecriteria moeten niet-discriminerend en transparant zijn. Zij omvatten een verplichting voor projecten om bij te dragen aan de productie van kritieke API’s. Daartoe wordt voorafgaand aan de oproep tot het indienen van voorstellen een lijst van kritieke API’s opgesteld, op basis van het analytisch kader voor de vaststelling van de lacunes en kwetsbaarheden van het aanbod van kritieke API’s in Polen. De selectie van de projecten moet aan de volgende voorwaarden voldoen: — een project ondersteunt een API die is vermeld op de lijst van kritieke API’s; — een project toont aan hoe het bijdraagt aan de doelstellingen om de geneesmiddelenvoorziening veilig te stellen of van cruciaal belang is voor de veiligheid van de voorziening van kritieke geneesmiddelen, zoals gedefinieerd in de wetgevingshandeling inzake het veiligstellen van de geneesmiddelenvoorziening; — een project heeft een duidelijk tijdschema met de data van de belangrijkste mijlpalen. |
D8L/B5 * g |
D3.2.1 Ontwikkeling van het potentieel van de sector geneesmiddelen en medische hulpmiddelen — investeringen in verband met de productie van API in Polen |
Doel |
Aantal ondersteunde kritieke werkzame farmaceutische producten |
|
Nummer |
0 |
11 |
Q4/B5 * g |
2023 |
Aantal kritieke werkzame farmaceutische ingrediënten (API’s) (met inbegrip van merkgebonden, biosimilaire en generieke API’s) en medische hulpmiddelen, ondersteund door de door de RRF gefinancierde projecten. De projectdocumentatie omvat: — Identificatie van potentiële begunstigden met bijbehorende uitgaven; -— De lijst van kritieke API’s (met inbegrip van merkgebonden, biosimilaire en generieke API’s) die elk project beoogt te ondersteunen; — De analyse van de wijze waarop het project zal bijdragen tot het verhogen van de veiligheid van de kritieke geneesmiddelenvoorziening. |
E. ONDERDEEL E: GROENE, SLIMME MOBILITEIT
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie
De algemene doelstelling van de investering is bij te dragen tot de ontwikkeling van een koolstofarme en koolstofvrije economie door de industrie te ondersteunen voor de sectoren schone mobiliteit en energie. De specifieke doelstelling van de investering is het vergroten van het potentieel van geselecteerde sectoren om nul- en koolstofarme productoplossingen te ontwikkelen.
Deze doelstellingen worden nagestreefd door de instelling van een specifiek financieel instrument (fonds) voor bovengenoemde industriële projecten. Ondersteunde producten en technologieën kunnen met name onderzoeks- en innovatieprocessen, technologieoverdracht en samenwerking tussen ondernemingen die gericht zijn op de koolstofarme economie omvatten, met de nadruk op koolstofarme en emissievrije innovatieve oplossingen op het gebied van duurzame mobiliteit en emissievrije en emissiearme energiebronnen. De begunstigden zijn in de eerste plaats kmo’s en midcaps. Dat fonds wordt, samen met zijn beleggingsstrategie, uiterlijk op 30 juni 2022 opgericht. De prestaties van het fonds ten opzichte van de doelstellingen ervan worden gemonitord aan de hand van specifieke streefcijfers met betrekking tot de productiecapaciteit van nieuwe emissievrije voertuigen en de productie- en opslagcapaciteit van emissieloze/emissiearme opslagfaciliteiten die jaarlijks worden geproduceerd, alsmede oplossingen voor duurzame mobiliteit en emissievrije en emissiearme energiebronnen (met uitzondering van gecomprimeerd aardgas en vloeibaar aardgas). Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01), sluiten de selectiecriteria van het financieringsinstrument de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 30 ; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarbij de geraamde broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 31 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 32 en installaties voor mechanische biologische behandeling 33 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. In de taakomschrijving wordt bovendien bepaald dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die in overeenstemming zijn met de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2022 uitgevoerd.
E1.1.2 Zero en emissiearm collectief vervoer (bussen)
De investering is erop gericht het openbaar vervoer schoner te maken en aantrekkelijker te maken ten opzichte van particuliere auto’s.
De investering bestaat uit de aankoop van 1738 schone bussen voor stedelijk (emissievrij) en interstedelijk (emissiearm) vervoer tegen 31 maart 2026.
De aangekochte voertuigen maken collectief vervoer mogelijk in stedelijke en buitenstedelijke gebieden die tot dusver van vervoer zijn uitgesloten. Om technologische redenen worden emissievrije bussen voornamelijk gebruikt voor vervoer in steden (toegankelijkheid van oplaadinfrastructuur) en emissiearme bussen in voorstedelijke gebieden. Er worden verschillende soorten technologieën overwogen om emissievrije en emissiearme bussen te aandrijven (elektrische batterijen, klassieke hybriden en plug-in, voor gas: met inbegrip van lng, lpg, CNG en EURO VI).
Dit zal leiden tot de invoering van alternatieve brandstoftechnologieën om de uitrol van alternatieve brandstoffen in andere vervoersgebieden te versnellen. De actie ondersteunt voertuigen die voldoen aan alle vereiste en actuele normen voor eenheden die een bepaald type brandstof en aandrijving gebruiken.
E2.1 Versterking van het concurrentievermogen van de spoorwegsector
De modernisering van de spoorwegen wordt uitgevoerd door middel van een combinatie van hervormingen en investeringen. De hervorming heeft tot doel de veerkracht van spoorwegexploitanten te vergroten en het concurrentievermogen en de efficiëntie van de spoorwegsector in de Poolse vervoerssector te vergroten.
Dit wordt bereikt door prioriteiten voor intermodaal vervoer vast te stellen en de capaciteit voor het plannen en uitvoeren van projecten voor vervoer per spoor te verbeteren. Dit wordt ook bereikt door infrastructuurbeheerders in staat te stellen de vergoedingen voor de toegang tot de infrastructuur te verlagen en de infrastructuurbeheerders te compenseren voor de verlaging van die rechten. De hervorming vermindert de kosten voor vervoersexploitanten en zorgt ervoor dat de capaciteit wordt gehandhaafd in een periode van verminderde vraag naar diensten, zorgt ervoor dat het spoorvervoer concurrerend blijft en voorkomt een daling van het aandeel van de sector in het vervoer tijdens noodsituaties, epidemieën of epidemische noodsituaties.
De hervorming moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.
De levensvatbaarheid van het spoor ten opzichte van andere vervoerswijzen wordt ook vergroot door het tolheffingssysteem uit te breiden tot nog eens 1 400 km snelwegen en autosnelwegen.
E2.1.1 spoorlijnen
Het doel van deze investering is het verhogen van de capaciteit en de snelheid van zowel vracht- als passagiersvervoer.
De investering bestaat uit de modernisering van 478 km spoorlijnen, waarvan 300 km met TEN-T-normen tegen 30 juni 2026. De desbetreffende financiële overeenkomsten worden uiterlijk op 31 december 2024 ondertekend.
E2.1.2 Rollend materieel voor reizigersvervoer per spoor
De investering is gericht op het vergroten van de aantrekkelijkheid en levensvatbaarheid van het spoorvervoer.
Dit wordt bereikt door de aankoop van nieuwe eenheden rollend materieel voor langeafstands- en regionaal gebruik. Rollend materieel moet emissievrij/elektrisch zijn en uitgerust zijn met het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer: 70 eenheden voor regionale lijnen en 38 eenheden voor langeafstandslijnen. De investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid. De desbetreffende financiële overeenkomsten worden uiterlijk op 30 september 2023 ondertekend.
E2.1.3 Intermodale projecten
De investering is gericht op de ondersteuning van intermodaal vervoer door middel van passende investeringen.
De investering bestaat uit het vergroten van de capaciteit van intermodale overslagterminals, waarbij de nadruk ligt op terminals voor overslag tussen weg- en spoorvervoer en rollend materieel. De desbetreffende financiële overeenkomsten worden uiterlijk op 31 december 2023 ondertekend. Het effect van de investering wordt gemeten aan de hand van een streefcijfer dat is geformuleerd in termen van de relatieve toename van de overslagcapaciteit van terminals die in het kader van het plan voor herstel en veerkracht worden ondersteund.
E2.2 Verbetering van de veiligheid van het vervoer
De hervorming is gericht op het vergroten van de veiligheid van het vervoer, met bijzondere aandacht voor de veiligheid van kwetsbare vervoersgebruikers.
De hervorming bestaat uit een reeks wetswijzigingen waarbij prioriteit wordt gegeven aan voetgangers aan grensovergangen, uniforme snelheid in bebouwde gebieden en minimumafstand tussen voertuigen. Deze wetswijzigingen moesten uiterlijk op 31 december 2021 in werking treden. De voortgang van de hervorming wordt vergeleken met een verkeersveiligheidsdoelstelling inzake een relatieve afname van het aantal doden en zwaargewonden, in overeenstemming met de doelstellingen van de EU en de lidstaten inzake verkeersveiligheid.
E2.2.1 Investeringen in de veiligheid van het vervoer
De investering is gericht op het verhogen van de veiligheid van het wegvervoer.
Die investering bestaat uit de modernisering van 305 gevaarlijke zwarte wegen/hotspots, 90 km lange ringwegen die zijn aangelegd om zwarte veiligheidshotspots te verwijderen, en 128 automatische wegbewakingsapparatuur.
De investeringen moeten uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
E2.2.2 Digitalisering van vervoer
De maatregel is erop gericht de spoorwegen en het openbaar vervoer aantrekkelijker en efficiënter te maken door de invoering van digitale oplossingen.
De maatregel omvat de uitrol van een nieuwe kernmodule voor ticketverkoopsystemen uiterlijk op 30 juni 2026. Die kernmodule zorgt voor de invoering van actuele oplossingen met toegangsmodules die kosteloos aan alle ondernemingen worden aangeboden, zodat passagiers kunnen profiteren van een alomvattend systeem voor de aankoop van vervoersbewijzen dat openstaat voor alle vervoersexploitanten.
De maatregel omvat investeringen in:
·aankoop en installatie van 180 ERTMS-boordapparatuur;
·invoering van controle op afstand op 35 treinstations;
·modernisering van spoorwegovergangen op 45 locaties;
·bouw en renovatie van lokale controlecentra en investeringen in verkeersbeheer;
uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid en uiterlijk op 31 maart 2024 de bouw van SDIP (Dynamic Passenger Information System) en andere systemen op 55 locaties.
E.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
||||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
|
E1G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot vaststelling van de verplichting om vanaf 2025 uitsluitend emissiearme en emissievrije bussen te kopen in steden met meer dan 100,000 inwoners |
Bepaling in een wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Een wet voorziet in de verplichting om de drempel voor emissiearme en emissievrije bussen te halen bij aanbestedingen, waarbij in specifieke gevallen alleen de aanschaf van dergelijke voertuigtypen is toegestaan. De wet legt steden met meer dan 100 000 inwoners ook een wettelijke verplichting op om met ingang van 2025 alleen vervoerscontracten te gunnen aan entiteiten die uitsluitend gebruikmaken van emissievrije en emissiearme bussen (elektriciteit en waterstof). |
|
E2G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Mijlpaal |
Maatregelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van duurzame stedelijke mobiliteitsplannen (SUMP’s) en vaststelling van stimulansen voor de uitvoering van SUMP’s, waarbij het ministerie van Infrastructuur technische en financiële steun verleent aan alle functionele stedelijke gebieden |
Bepaling betreffende de inwerkingtreding |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2023 |
Invoering van maatregelen ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van duurzame stedelijke mobiliteitsplannen (SUMP’s); Deze maatregelen omvatten met name: -een nieuwe structuur voor ondersteuning van de uitvoering van SUMP’s met een SUMP-stuurgroep om de ontwikkeling en uitvoering van SUMP’s te stimuleren. -een competentiecentrum voor SUMP binnen het ministerie van Infrastructuur, dat advies en financiële steun verleent aan lokale overheidseenheden. -de gevolmachtigde voor SUMP bij het ministerie van Infrastructuur. Het nieuwe kader maakt het mogelijk adequate technische en financiële steun te verlenen aan entiteiten die geïnteresseerd zijn in de voorbereiding van de SUMP’s en verbetert de activiteiten die op dit gebied door de centrale overheid worden ondernomen. |
|
E3G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van een registratievergoeding voor emissiegerelateerde voertuigen in overeenstemming met het beginsel „de vervuiler betaalt” |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2024 |
Bij een rechtshandeling worden financiële en fiscale maatregelen ingevoerd die de vraag naar schonere voertuigen stimuleren, met inbegrip van een hogere registratievergoeding voor verbrandingsvoertuigen en strengere maatregelen voor de versnelde afschrijving van elektrische voertuigen. De vergoeding is afhankelijk van de CO2- en/of NOx-emissies. De inkomsten uit heffingen worden gebruikt voor de vermindering van de negatieve externe effecten van het vervoer en de ontwikkeling van emissiearm openbaar vervoer in zowel stedelijke als plattelandsgebieden. |
|
E4G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van een eigendomsbelasting voor emissiegerelateerde voertuigen in overeenstemming met het beginsel „de vervuiler betaalt” |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
Q2/B5 * g |
2026 |
Er wordt een eigendomsbelasting voor verbrandingsvoertuigen ingevoerd die wordt gecorreleerd met de CO2- en NOx-emissie van een voertuig. De inkomsten uit de belasting worden gebruikt voor de vermindering van de negatieve externe effecten van het vervoer en de ontwikkeling van emissiearm openbaar vervoer in zowel stedelijke als plattelandsgebieden. |
||||
E5G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Doel |
Steden met nieuwe SUMP’s goedgekeurd |
|
Nummer |
0 |
30 |
Q2/B5 * g |
2025 |
De kwantitatieve doelstelling heeft betrekking op het aantal steden dat een nieuw SUMP goedkeurt in overeenstemming met het SUMP-concept in de mededeling over het nieuwe EU-kader voor stedelijke mobiliteit van 2021. |
|
E6G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Doel |
Buslijnen met steun van het fonds voor openbaar vervoer |
|
Nummer |
0 |
4 500 |
Q4/B5 * g |
2024 |
Het streefcijfer heeft betrekking op het aantal extra buslijnen dat wordt ondersteund door het Public Bus Transport Fund. Het fonds ondersteunt het openbaar vervoer, dat bijdraagt aan de vermindering van het individuele vervoer en daarmee aan de vermindering van de negatieve gevolgen van het vervoer voor het milieu. Tegelijkertijd wordt in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen in het investeringsgedeelte een oproep tot het indienen van voorstellen gedaan voor emissievrije en emissiearme bussen in overeenstemming met het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”. |
|
E7G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Doel |
Nieuwe emissievrije voertuigen |
|
% (percentage) |
0 |
100 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Het doel is het aandeel van nieuwe emissievrije voertuigen op de markt (auto’s/bussen en zware bedrijfsvoertuigen) met ten minste 100 % te verhogen. Eind 2020 waren er in Polen 10 041 elektrische voertuigen geregistreerd. Uitgaande van bovenstaand getal betekent dit dat het aantal elektrische voertuigen aan het einde van Q2 2026 ten minste 20 082 moet bedragen. |
|
E8G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Mijlpaal |
Instelling van een financieringsinstrument (fonds) voor emissievrije/emissiearme mobiliteit en energie |
Goedkeuring en registratie van het Fonds, goedkeuring van de beleggingsstrategie door de bestuursorganen van het Fonds |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Instelling van het financieel instrument („fonds”) ter ondersteuning van de emissiearme economie in Polen, met inbegrip van de daarmee verband houdende investeringsstrategie/-beleid. Deze richtsnoeren worden vastgesteld door de bestuursorganen van het Fonds, in overeenstemming met de richtsnoeren van de Commissie van 22 januari 2021 met betrekking tot financieringsinstrumenten en met selectiecriteria om de naleving te waarborgen van de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01) van de in het kader van deze maatregel ondersteunde transacties door middel van het gebruik van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. Met name moet ervoor worden gezorgd dat de ondersteunde investeringen in overeenstemming zijn met de artikelen 6 (3) en 12 van de habitatrichtlijn en artikel 5 van de vogelrichtlijn en wordt, indien nodig, een milieueffectbeoordeling (MEB) of screening uitgevoerd in overeenstemming met de MEB-richtlijn. Het fonds verstrekt financiële instrumenten (eigen vermogen of vreemd vermogen) steun voor investeringsprojecten met betrekking tot onderzoeks- en innovatieprocessen, technologieoverdracht en samenwerking tussen ondernemingen die gericht zijn op de koolstofarme economie, veerkracht en aanpassing aan de klimaatverandering, met de nadruk op koolstofarme en emissievrije innovatieve oplossingen op het gebied van duurzame mobiliteit en emissievrije/emissiearme energiebronnen (met uitzondering van gecomprimeerd aardgas en vloeibaar aardgas), voornamelijk uitgevoerd door kmo’s en midcaps. Het beheer van het Fonds wordt toevertrouwd aan een fondsbeheerder die via een openbare aanbesteding wordt geselecteerd. Het investeringscomité van het Fonds wordt opgericht en is verantwoordelijk voor de goedkeuring van projecten van eindontvangers (deelnemingen) zoals voorgesteld door de fondsbeheerder op basis van marktbehoeften en op een open en marktconforme wijze. De structuur van het Fonds maakt het mogelijk particuliere middelen aan te trekken. De onderliggende rechtshandelingen zorgen ervoor dat terugbetalingen (d.w.z. rente op de lening, rendement op eigen vermogen of afgeloste hoofdsom, verminderd met de daaraan verbonden kosten) in verband met deze instrumenten worden gebruikt voor dezelfde beleidsdoelstellingen, ook na 2026, of voor de terugbetaling van de RRF-leningen. |
|
E9G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Mijlpaal |
Selectie van financiële intermediairs |
Besluit van de bestuursorganen van het Fonds |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Selectie door de fondsbeheerder van financiële intermediairs die gerechtigd zijn financiële steun uit het fonds te verlenen. Het selectieproces volgt een open en concurrerende procedure en leidt tot de ondertekening van contracten met de financiële intermediairs ter ondersteuning van specifieke innovatie en productiecapaciteit op het gebied van emissievrije/emissiearme mobiliteit en energiebronnen (met uitzondering van gecomprimeerd aardgas en vloeibaar aardgas), die openstaan voor alle soorten ondernemingen, met bijzondere aandacht voor kmo’s en midcaps. In de met financiële intermediairs ondertekende contractuele overeenkomsten worden de subsidiabiliteitscriteria voor projecten gespecificeerd die de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” en de afstemming op de toepasselijke klimaat- en digitale tagingcriteria van bijlage VI bij de RRF-verordening waarborgen. |
|
E10G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Doel |
Productiecapaciteit van nieuw geïnstalleerde emissievrije voertuigen |
|
Nummer |
0 |
100 000 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Het streefcijfer heeft betrekking op de jaarlijkse productiecapaciteit van nieuwe emissievrije voertuigen als gevolg van de door het fonds ondersteunde investeringen. |
|
E11G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Doel |
Productie- en opslagcapaciteit voor emissievrije/emissiearme opslag en productie van alternatieve brandstoffen/energie |
|
Nummer |
0 |
1 000 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Het streefcijfer heeft betrekking op de productie en de geïnstalleerde opslagcapaciteit (batterijen) (in MW) van emissievrije energiebronnen die jaarlijks worden geproduceerd (met uitzondering van gecomprimeerd aardgas en vloeibaar aardgas) als gevolg van de door het fonds ondersteunde investeringen. |
|
E12G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Doel |
Kmo’s en midcaps die worden ondersteund door de specifieke investeringen waarop het fonds zich richt |
|
Nummer |
0 |
150 |
Q4/B5 * g |
2025 |
Het streefcijfer heeft betrekking op het aantal kmo’s en midcaps dat door het fonds wordt ondersteund en producten en diensten levert voor koolstofarme/emissievrije duurzame mobiliteit en emissievrije energie. |
|
E13G/B5 * g |
E1.1.2 Zero en emissiearm collectief vervoer (bussen) |
Mijlpaal |
Emissievrije en emissiearme voertuigen: selectie van begunstigden |
Contracten tussen de betrokken ministeries en begunstigden |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Selectie van begunstigde entiteiten (lokale overheden of exploitanten van openbare diensten) voor de nieuwe 1738 emissievrije en emissiearme bussen. De begunstigde entiteiten worden geselecteerd via transparante en vergelijkende oproepen die openstaan voor alle lokale overheden en exploitanten van openbare diensten voor emissievrij en emissiearm vervoer in niet-stedelijke gebieden. De criteria voor de selectie van begunstigde entiteiten weerspiegelen met name de behoeften aan schoon openbaar vervoer en het effect op de vermindering van emissies (met name voor emissievrij stedelijk vervoer) en congestie, steun voor uitgesloten vervoersgebieden en projecten ter ondersteuning/waarborging van de integratie van het vervoer (spoor, stad, voorstad). Rekening houdend met de behoeften van de verschillende begunstigde entiteiten zorgt de toewijzing van bussen aan de begunstigde entiteiten voor een evenwichtige verdeling tussen entiteiten over het land, rekening houdend met de bevolking en de geografische dekking (meer bevolkte/extensieve gemeenten ontvangen meer steun). |
|
E14G/B5 * g |
E1.1.2 Zero en emissiearm collectief vervoer (bussen) |
Doel |
Nieuwe emissievrije en emissiearme voertuigen in gebruik |
|
Nummer |
0 |
1 738 |
Q1/B5 * g |
2026 |
Nieuwe emissievrije en emissiearme bussen die worden geleverd in het kader van door deze investering gefinancierde contracten voor openbaar stadsvervoer (emissievrij) en voorstedelijk/plattelandsvervoer (emissiearm). Bussen worden aanbesteed via openbare en openbare aanbestedingen. Voor emissievrije bussen worden alleen elektrische en plug-in-hybride bussen ondersteund. Voor emissiearme bussen, met gas gestookt: met inbegrip van LNG, lpg en CNG en die voldoen aan de Euro VI-standaardbussen, moet steun worden verleend. Het aantal emissiearme bussen mag niet meer bedragen dan 21 % van het totale aantal geleverde bussen. |
|
E15G/B5 * g |
E2.1 Versterking van het concurrentievermogen van de spoorwegsector |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet op het spoorvervoer om de veerkracht van spoorwegexploitanten te waarborgen. Ministerieel besluit over de vaststelling van prioriteiten voor intermodaal vervoer en over het wegwerken van knelpunten om de capaciteit van de spoorwegen te vergroten |
Bepaling in de wet tot wijziging van de wet op het spoorwegvervoer, met vermelding van de inwerkingtreding ervan, en vaststelling van een besluit van de minister van Infrastructuur over knelpunten. |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Een wetgevingshandeling tot wijziging van de wet spoorwegvervoer stelt infrastructuurbeheerders in staat de vergoedingen voor de toegang tot de infrastructuur te verlagen en de infrastructuurbeheerders te compenseren voor de verlaging van de heffingen. De ontwikkeling van intermodaal vervoer wordt bevorderd door middel van de volgende maatregelen: planning, coördinatie van programma’s, innovatie, investeringen, die leiden tot een grotere intermodale capaciteit en de oprichting van een intermodale eenheid binnen het ministerie van Infrastructuur. De toestand van het netwerk wordt geanalyseerd met de nadruk op knelpunten en de minister van Infrastructuur neemt een besluit over prioriteiten voor het wegwerken van knelpunten die leiden tot een verhoging van de spoorwegcapaciteit. |
|
E16G/B5 * g |
E2.1 Versterking van het concurrentievermogen van de spoorwegsector |
Doel |
Invoering van een tolsysteem op nieuwe wegen |
|
km |
0 |
1 400 |
Q1/B5 * g |
2023 |
Lengte van nieuwe wegen waarop een tolsysteem van toepassing is, dat zowel snelwegen als autowegen omvat. |
|
E17G/B5 * g |
E2.1.1 spoorlijnen |
Mijlpaal |
Ondertekening van contracten na openbare en openbare aanbestedingen |
Ondertekende contracten |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2024 |
Ondertekening van contracten voor de modernisering van 478 km spoorlijnen tot de TEN-T-normen en elektrificatie. Contractanten voor de modernisering van spoorweginfrastructuur worden in het kader van de wetgeving inzake overheidsopdrachten geselecteerd in een concurrerend model. Opdrachten hebben betrekking op de belangrijkste werkzaamheden op de lijnen. |
|
E18G/B5 * g |
E2.1.1 spoorlijnen |
Doel |
Modernisering van 478 km spoorlijnen, waarvan 300 km met TEN-T-normen |
|
Nummer |
0 |
478 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Voltooiing van moderniseringswerkzaamheden op 478 km spoorlijnen die 300 km aanpassen aan de eisen van het TEN-T-netwerk (waarvan 200 km op het TEN-T-kernnetwerk), 200 km lijnen moeten worden aangepast aan de snelheid van 250 km/h voor passagiersverkeer, 320 km moet een snelheid van 100 km/u voor goederenvervoer mogelijk maken, 144 km moet worden geëlektrificeerd en 70 km moet worden aangepast tot een snelheid van 160 km/h. |
|
E19G/B5 * g |
E2.1.2 Rollend materieel voor reizigersvervoer per spoor |
Mijlpaal |
Ondertekening van contracten voor reizigerstreinen |
Ondertekende contracten |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2023 |
De projecten worden geselecteerd in het kader van een vergelijkende en open oproep tot het indienen van voorstellen. Na de oproep worden de contracten met de geselecteerde begunstigden ondertekend voor de levering van 70 emissievrij/elektrisch en ERTMS-uitgerust rollend materieel voor regionaal personenvervoer per spoor. Voor 38 extra eenheden voor elektrisch rollend materieel moeten contracten worden gesloten met de Nationale Poolse spoorwegmaatschappij PKP IC — exploitant van langeafstandstreinen. |
|
E20G/B5 * g |
E2.1.2 Rollend materieel voor reizigersvervoer per spoor |
Doel |
Elektrisch en met ERTMS uitgerust rollend materieel dat in gebruik is voor regionale spoorlijnen en spoorlijnen over lange afstand |
|
Nummer |
0 |
108 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Aantal nieuwe eenheden rollend materieel voor langeafstands- en regionaal verkeer dat in gebruik is genomen. Rollend materieel moet emissievrij/elektrisch zijn, voldoen aan de DNSH-beginselen (bv. emissievrij) en uitgerust zijn met ERTMS: 70 eenheden voor regionale lijnen en 38 eenheden voor langeafstandslijnen. Het rollend materieel wordt aan het einde van het openbaredienstcontract overgedragen aan de bevoegde instantie of de volgende exploitant (tegen marktprijs exclusief de steun). |
|
E21G/B5 * g |
E2.1.3 Intermodale projecten |
Mijlpaal |
Ondertekening van contracten voor intermodale vervoersprojecten |
Ondertekende contracten |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
De projecten worden geselecteerd in het kader van een vergelijkende en open oproep tot het indienen van voorstellen. Na de oproep worden de contracten met de geselecteerde begunstigden ondertekend voor de ondersteuning van 10 intermodale terminals en de levering van 250 eenheden rollend materieel die voldoen aan de technische specificaties en de DNSH-beginselen (bv. stille remmen, emissievrij) en het wereldwijde systeem voor mobiele communicatie (voor locomotieven). |
|
E22G/B5 * g |
E2.1.3 Intermodale projecten |
Doel |
Verhoging van de overslagcapaciteit |
|
% (percentage) |
Baseline 9,1 mln TEU/j geïnstalleerde capaciteit (ref. 2020) voor alle terminals in Polen |
5 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Verhoging van de overslagcapaciteit van terminals die in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht worden ondersteund met ten minste 5 % ten opzichte van het referentieniveau (2020). |
|
E23G/B5 * g |
E2.2 Verbetering van de veiligheid van het vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van rechtshandelingen tot invoering van: prioriteit voor voetgangers aan grensovergangen, uniforme snelheid in bebouwde gebieden minimumafstand tussen voertuigen, verkeersveiligheidsdoelstellingen tegen 2030 (-50 % doden bij ongevallen) |
Bepalingen in de rechtshandelingen die de inwerkingtreding aangeven |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2021 |
De volgende wetswijzigingen ter bevordering van de verkeersveiligheid worden ingevoerd: voorrang voor voetgangers op kruisingen, invoering van homogene snelheidsbeperking in stedelijke gebieden (50 km/u) en minimumafstand tussen voertuigen op autosnelwegen en autosnelwegen (de helft van de snelheid in meters). De algemene doelstelling voor verkeersveiligheid wordt vastgesteld in het nationale programma voor verkeersveiligheid, waarbij wordt gestreefd naar een vermindering van het aantal verkeersdoden met 50 % tegen 2030 ten opzichte van 2019, in overeenstemming met de verbintenis van de EU. |
|
E24G/B5 * g |
E2.2.1 Investeringen in de veiligheid van het vervoer |
Doel |
Voltooiing van de aanleg van bypasss en verwijdering van zwarte/hotspots voor verkeersveiligheid |
|
Nummer |
0 |
10 km, 125 zwarte/hotspots |
Q4/B5 * g |
2023 |
Voltooide investeringen in: 125 gevaarlijke zwarte/hotspots gemoderniseerd, 10 km ringwegen aangelegd om veiligheidszwart/hotspots te verwijderen. |
|
E25G/B5 * g |
E2.2.1 Investeringen in de veiligheid van het vervoer |
Doel |
Voltooiing van de bouw van bypasss, verwijdering van zwarte/hotspots voor verkeersveiligheid en installatie van automatische wegbewakingsapparatuur |
|
Nummer |
0 |
90 km, 305 zwart/hotspots, 128 toestellen |
Q2/B5 * g |
2026 |
Voltooide investeringen in: 305 gevaarlijke zwarte/hotspots gemoderniseerd, 90 km ringwegen aangelegd om veiligheidszwart/hotspots te verwijderen, 128 nieuwe automatische bewakingsapparatuur geïnstalleerd. |
|
E26G/B5 * g |
E2.2.2 Digitalisering van vervoer |
Mijlpaal |
Vervoersbewijzen voor reizigers per spoor |
Operationeel |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2026 |
De mijlpaal heeft betrekking op de verdere ontwikkeling van één enkel ticketsysteem voor spoorwegen, waarbij een systeem beschikbaar wordt gesteld dat is ontworpen en gebaseerd op nieuwe technische oplossingen. Het ticketsysteem staat open voor de integratie van andere vervoerswijzen en staat open voor alle vervoersondernemers. Dienstregelingen en tarieven zijn gemakkelijk en gebruikersvriendelijk toegankelijk voor het publiek. Een nieuwe kernmodule voor ticketverkoopsystemen zorgt voor de invoering van actuele oplossingen met toegangsmodules die kosteloos aan alle vervoersondernemingen worden aangeboden, zodat passagiers kunnen profiteren van een uitgebreid en open systeem voor de aankoop van vervoersbewijzen. Het systeem dat op een nieuwe kernmodule wordt gebruikt, moet interoperabel zijn met TTE 2.0-oplossingen. De B2B- en B2C-modules worden ontwikkeld om een vlotte verbinding met de nieuwe kernmodule te waarborgen. |
|
E27G/B5 * g |
E2.2.2 Digitalisering van vervoer |
Doel |
Installatie van: Dynamisch passagiersinformatiesysteem (SDIP), controlesystemen en spoorwegovergangen in 55 gebieden |
|
Nummer |
0 |
SDIP: 10 locaties, controle: 15 locaties, overwegen: 30 locaties |
Q1/B5 * g |
2024 |
Installatie van het Dynamic Passenger Information System (SDIP) op 10 locaties voor SDIP dat realtime-informatie verstrekt over het spoorwegverkeer voor passagiers, 15 locaties voor automatische controle voor het beheer van bepaalde spoorweggebieden vanuit plaatselijke verkeersbeheercentra, 30 spoorwegovergangen met betrekking tot de installatie van automatische gecontroleerde veiligheidsvoorzieningen (kruispoort, geluids- en lichtsignaalsystemen). |
|
E28G/B5 * g |
E2.2.2 Digitalisering van vervoer |
Doel |
Installatie van automatische besturing, overwegen, 180 ERTMS-treinapparatuur en bijbehorende inbedrijfstelling |
|
Nummer |
0 |
— 180 ERTMS-treinapparatuur; — 45 locaties voor spoorwegovergangen; — 35 locaties voor automatische besturing |
Q2/B5 * g |
2026 |
Voltooiing van de werkzaamheden in verband met: de installatie van 180 ERTMS-boordeenheden (het voorstel wordt geselecteerd in het kader van een vergelijkende oproep tot het indienen van voorstellen), de upgrade van 45 spoorwegoversteeksystemen (met inbegrip van poorten, geluids- en lichtveiligheidssystemen) en de invoering van automatische controle van spoorwegcontrolepunten op 35 locaties. |
E.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de lening
E1.2 Verhoging van het aandeel emissievrij en emissiearm vervoer, voorkoming en vermindering van de negatieve gevolgen van vervoer voor het milieu
De hervorming is gericht op het verminderen van de milieu- en gezondheidseffecten van vervoer.
De hervorming bestaat uit de vaststelling van een verplichting om emissiearme vervoerszones in te stellen in steden met meer dan 100 000 inwoners, waar specifieke drempels voor luchtverontreiniging worden overschreden. De plaatselijke autoriteiten beschikken over een termijn van 9 maanden om dergelijke zones in te voeren vanaf het moment dat de overschrijding van het verontreinigingsniveau door de milieu-inspectie wordt vastgesteld.
De hervorming treedt uiterlijk op 30 juni 2024 in werking en de betrokken steden voeren tegen 31 maart 2025 lage-emissiezones in.
E1.2.1 Openbaar vervoer zonder uitstoot in steden (trams)
De investering is gericht op het vergroten van het aanbod van schoon openbaar vervoer in steden.
De steun wordt bij voorrang verleend aan gebieden waar schone vervoerszones zijn of gepland zijn.
De investering bestaat uit de aankoop van 110 emissievrij rollend spoorwegmaterieel (trams) voor openbaar vervoer in steden tegen 30 juni 2026.
E2.3 Verbetering van de toegankelijkheid, veiligheid en digitale oplossingen van het vervoer
De hervorming heeft tot doel de toegankelijkheid van het vervoer te verbeteren.
Het bestaat uit een versnelde tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1371/2007 betreffende de rechten van reizigers in het treinverkeer en de aanpassing van het rollend materieel aan reizigers met beperkte mobiliteit. De hervorming treedt uiterlijk op 31 december 2022 in werking.
De hervorming omvat ook een verplichting om nationaal, internationaal en regionaal rollend materieel te moderniseren met eisen voor passagiers met een handicap. Die verplichting treedt uiterlijk op 30 juni 2024 in werking.
E2.3.1 Regionaal rollend materieel voor reizigersvervoer per spoor
De investering is gericht op het verbeteren van de regionale spoorvervoersdiensten, het verminderen van de uitsluiting van het vervoer en het verbeteren van het reiscomfort van regionale passagiersvervoerders, het versnellen van de bescherming van passagiersrechten en het verbeteren van de kwaliteit van spoorwegdiensten die worden aangeboden in regionale, interregionale en internationale passagiersdiensten.
Om de doelstelling te bereiken, bestaat de investering uit de modernisering en aankoop van 75 nieuw emissievrij rollend materieel dat voldoet aan de eisen van de TSI, uitgerust met ERTMS en volledige toegankelijkheid voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit tegen 30 juni 2026 waarborgt.
E.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
E1L/B5 * g |
E1.2 Verhoging van het aandeel emissievrij en emissiearm vervoer, voorkoming en vermindering van de negatieve gevolgen van vervoer voor het milieu |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van een verplichting voor lage-emissiezones voor geselecteerde, meest vervuilde steden |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding ervan aangeeft |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2024 |
De rechtshandeling legt met ingang van het vierde kwartaal van 1 2025 de verplichting op om in steden met meer dan 100,000 inwoners emissiearme vervoerszones tot stand te brengen met een overmaat aan schadelijke stoffen ten opzichte van de EU-drempels voor luchtverontreiniging, en de mogelijkheid uit te breiden om deze in te voeren tot alle stedelijke gebieden, ongeacht het aantal inwoners. Alleen „emissiearme” personenvoertuigen mogen de zones binnenvaren. Binnen 9 maanden na de datum van ontvangst van informatie over overschrijding van het concentratieniveau van luchtverontreiniging creëren de steden een schoon vervoersgebied in hun gebied. De termijn van 9 maanden is bedoeld om de lokale overheden in staat te stellen het gebied waar het schone vervoersgebied zal worden gelegen, voor te bereiden op de geplande beperkingen. |
E2L/B5 * g |
E1.2 Verhoging van het aandeel emissievrij en emissiearm vervoer, voorkoming en vermindering van de negatieve gevolgen van vervoer voor het milieu |
Mijlpaal |
Invoering van emissiearme vervoerszones door de betrokken gemeentelijke autoriteiten |
Invoering van emissiearme vervoerszones |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2025 |
Emissiearme vervoerszones zijn verplicht in steden met meer dan 100,000 inwoners waar de luchtkwaliteitsdrempels worden overschreden. De Algemene Inspectie Milieubescherming stelt jaarlijks uiterlijk op 30 april een verslag over de luchtkwaliteit op. De steden die de grenswaarden voor luchtkwaliteit overschrijden — die zijn vastgesteld in het eerste verslag dat na de inwerkingtreding van de wetgeving wordt gepubliceerd — hebben 6 maanden de tijd om emissiearme vervoerszones in te stellen. |
E3L/B5 * g |
E1.2.1 Openbaar vervoer zonder uitstoot in steden (trams) |
Mijlpaal |
Nieuwe trams: selectie van begunstigden |
Contracten met begunstigde entiteiten |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2025 |
Contracten met begunstigde entiteiten (gemeenten of exploitanten van openbare diensten) voor de aankoop en ingebruikneming van 110 trams, na openbare en transparante vergelijkende oproepen. De begunstigde entiteiten worden geselecteerd via transparante en vergelijkende oproepen die openstaan voor alle lokale overheden en exploitanten van openbare diensten. De criteria voor de selectie van begunstigde entiteiten weerspiegelen met name de behoeften aan schoon openbaar vervoer en het effect op de vermindering van emissies en congestie en de rijpheid van de projecten. Voorrang wordt gegeven aan gebieden waar de invoering van schone vervoerszones is of gepland is. De middelen worden op een met de lokale overheden overeengekomen eerlijke en transparante wijze toegewezen en worden door de eindontvangers of de lokale overheden in geen enkele vorm aan de Poolse overheid terugbetaald. |
E4L/B5 * g |
E1.2.1 Openbaar vervoer zonder uitstoot in steden (trams) |
Doel |
Nieuwe trams in gebruik voor het openbaar stadsvervoer |
|
Nummer |
0 |
110 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Het streefcijfer heeft betrekking op het aantal nieuwe trams dat in steden in bedrijf is. De aanbesteding van trams geschiedt via openbare en openbare aanbestedingen die worden beheerd door het ministerie van Vervoer/begunstigde entiteiten. De investering is gericht op het vergroten van het aanbod van schoon openbaar vervoer in steden. De steun wordt bij voorrang verleend aan gebieden waar schone vervoerszones zijn of gepland zijn. De investering bestaat uit de aankoop van 110 emissievrij rollend spoorwegmaterieel (trams) voor openbaar vervoer in steden tegen 30 juni 2026. |
E5L/B5 * g |
E2.3 Verbetering van de toegankelijkheid, veiligheid en digitale oplossingen van het vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van verbeteringen van de passagiersrechten op het gebied van de eisen inzake rollend materieel |
Bepaling in de rechtshandelingen die de inwerkingtreding aangeven |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2022 |
Door middel van een rechtshandeling worden technische en functionele normen voor spoorweginvesteringen ingevoerd om te zorgen voor adequate infrastructuuroplossingen die voorzien in de behoeften van reizigers met beperkte mobiliteit. Daartoe worden bij de rechtshandeling de relevante nationale bepalingen voor afwijking van Verordening (EG) nr. 1371/2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer ingetrokken. |
E6L/B5 * g |
E2.3 Verbetering van de toegankelijkheid, veiligheid en digitale oplossingen van het vervoer |
Mijlpaal |
Verplichting tot modernisering van nationaal, internationaal en regionaal rollend materieel met eisen voor reizigers met een handicap |
Bepaling in de rechtshandeling waarin de inwerkingtreding wordt vermeld |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2024 |
Inwerkingtreding van de verplichting om rollend spoorwegmaterieel aan te passen aan de eisen inzake passagiersrechten, aanpassing aan artikel 3, lid 8, en artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1371/2007 (waar modernisering gerechtvaardigd en rationeel is met betrekking tot de verwachte exploitatieduur van het rollend materieel) om regionaal, nationaal en internationaal rollend materieel aan te passen aan reizigers met een handicap en de rechten van reizigers te verbeteren.
|
E7L/B5 * g |
E2.3.1 Regionaal rollend materieel voor reizigersvervoer per spoor |
Doel |
Nieuwe elektrische en met ERTMS uitgeruste regionale treinen in bedrijf |
|
Nummer |
0 |
75 |
Q2/B5 * g |
2026 |
Nieuw emissievrij en met ERTMS uitgerust regionaal rollend materieel in bedrijf. De uitrusting wordt aangekocht via een openbare en vergelijkende oproep tot het indienen van voorstellen en in overeenstemming met openbaredienstcontracten. Het rollend materieel wordt aan het einde van het openbaredienstcontract overgedragen aan de bevoegde instantie of de volgende exploitant (tegen marktprijs exclusief de steun). |
F. ONDERDEEL F: „VERBETERING VAN DE KWALITEIT VAN DE INSTELLINGEN EN DE VOORWAARDEN VOOR DE UITVOERING VAN HET HERSTEL- EN VEERKRACHTPLAN”
Polen staat voor een aantal reeds lang bestaande uitdagingen in verband met het investeringsklimaat, met name wat betreft het Poolse rechtsstelsel en de besluitvormings- en wetgevingsprocessen.
Met deze component wordt daarom in de eerste plaats beoogd het investeringsklimaat te verbeteren en de voorwaarden te scheppen voor een doeltreffende uitvoering van het Poolse plan voor herstel en veerkracht. Daartoe hebben de hervormingen tot doel: versterking van bepaalde aspecten van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechtbanken; de situatie te verhelpen van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende justitiële immuniteit met het oog op hun wederindiensttreding na een positieve herzieningsprocedure door de nieuwe kamer, die onverwijld moet worden uitgevoerd; de raadpleging van de sociale partners in het wetgevingsproces te verbeteren; meer gebruik te maken van effectbeoordelingen in het wetgevingsproces; het gebruik van versnelde procedures in het wetgevingsproces te beperken; ervoor zorgen dat de sociale partners en belanghebbenden naar behoren worden geraadpleegd bij de uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht, onder meer door de oprichting van een monitoringcomité, en ervoor zorgen dat het Arachne-risicoscore-instrument wordt toegepast bij de uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht.
De component draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om „het regelgevingskader te verstevigen, met name door de rol van raadplegingen van de sociale partners en openbare raadplegingen in het wetgevingsproces te versterken” (landspecifieke aanbeveling 3 van 2019) en om „het investeringsklimaat te verbeteren, met name door de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te waarborgen” en „doeltreffende openbare raadplegingen en betrokkenheid van de sociale partners bij het beleidsvormingsproces te waarborgen” (landspecifieke aanbeveling 4 van 2020).
F1 Justitie
Het hoofddoel van de hervormingen is het niveau van de rechterlijke bescherming te verhogen en het investeringsklimaat in Polen te verbeteren, alsook het in artikel 22 van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde internecontrolesysteem te ondersteunen door de waarborgen voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechtbanken te versterken.
De hervorming resulteert in een versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechtbanken en rechters die bij wet zijn ingesteld overeenkomstig artikel 19 VEU en het relevante EU-acquis. Overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 worden alle andere hervormingen doorgevoerd zonder dit resultaat af te zwakken en de onderstaande elementen negatief te beïnvloeden.
F1.1 Hervorming ter versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtbanken
De hervorming moet:
a)in alle zaken met betrekking tot de rechters, met inbegrip van de tuchtrechtelijke en de opheffing van de immuniteit, de omvang van de rechtsmacht van de kamer van de Sąd Najwyższy bepalen, met uitzondering van de bestaande tuchtkamer, die voldoet aan de vereisten die voortvloeien uit artikel 19, lid 1, VEU. Dit zorgt ervoor dat bovengenoemde zaken worden behandeld door een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank die bij wet is ingesteld, terwijl de discretionaire bevoegdheid om het tuchtgerecht aan te wijzen dat in eerste aanleg bevoegd is in zaken betreffende rechters van gewone rechtbanken, wordt beperkt;
b)de reikwijdte van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van rechters verduidelijken door ervoor te zorgen dat het recht van Poolse rechtbanken om prejudiciële verzoeken bij het HvJ-EU in te dienen niet wordt beperkt. Een dergelijk verzoek is geen reden om een tuchtprocedure tegen een rechter in te leiden;
c)hoewel de rechters nog steeds aansprakelijk kunnen worden gesteld voor beroepsfouten, met inbegrip van kennelijke en grove schendingen van de wet, bepalen zij dat de inhoud van rechterlijke beslissingen niet als tuchtrechtelijk delict wordt aangemerkt;
d)ervoor te zorgen dat een bevoegde rechter in het kader van de gerechtelijke procedure kan nagaan of een rechter voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en „bij wet ingesteld”, overeenkomstig artikel 19 VEU, wanneer er ernstige twijfel bestaat over dat punt, en dat een dergelijke toetsing niet als een tuchtrechtelijke overtreding wordt aangemerkt;
e)versterking van de procedurele waarborgen en bevoegdheden van de partijen in tuchtprocedures met betrekking tot rechters, door middel van
ervoor te zorgen dat tuchtzaken tegen rechters van de gewone rechtbanken binnen een redelijke termijn worden behandeld,
het vaststellen van nadere regels inzake de territoriale bevoegdheid van de rechterlijke instanties die tuchtzaken onderzoeken, om ervoor te zorgen dat de bevoegde rechtbank rechtstreeks kan worden vastgesteld overeenkomstig de wetgevingshandeling; alsmede
III) ervoor te zorgen dat de benoeming van een raadsman in een tuchtprocedure tegen een rechter binnen een redelijke termijn geschiedt, en voldoende tijd te geven voor de inhoudelijke voorbereiding van de raadsman om zijn taken in de desbetreffende procedure uit te oefenen. Tegelijkertijd schorst de rechtbank het verloop van de procedure in geval van een naar behoren gemotiveerde afwezigheid van de beschuldigde rechter of zijn raadsman.
De hervorming treedt in werking aan het einde van het tweede kwartaal van 2022.
F1.2 Hervorming om de situatie te verhelpen van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer van het hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende gerechtelijke immuniteit
De hervorming zorgt ervoor dat rechters die worden getroffen door beslissingen van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof, toegang hebben tot beroepsprocedures in hun zaken. Dergelijke zaken waarover de tuchtkamer reeds uitspraak heeft gedaan, worden getoetst door een rechterlijke instantie die voldoet aan de vereisten van artikel 19, lid 1, VEU, overeenkomstig de regels die op basis van de bovengenoemde hervorming moeten worden vastgesteld. In de wetgevingshandeling wordt bepaald dat de eerste zitting van de rechtbank voor de beslechting van die zaken plaatsvindt binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek van de rechter die om herziening verzoekt, en dat de zaken binnen twaalf maanden na ontvangst van dat verzoek worden beslecht. De zaken die nog aanhangig zijn bij de tuchtkamer worden voor verder onderzoek verwezen naar de rechtbank en volgens de regels die in het kader van bovengenoemde procedures zijn vastgesteld.
De hervorming treedt in werking aan het einde van het tweede kwartaal van 2022.
Beide bovengenoemde hervormingen met een einddatum van het vierde kwartaal van 2 2022 moeten worden uitgevoerd voordat het eerste betalingsverzoek bij de Commissie wordt ingediend en zijn een voorwaarde voor elke betaling uit hoofde van artikel 24 van de RRF-verordening.
F2.1 Verbetering van het wetgevingsproces
Het doel van de hervorming is de goedkeuring van een wijziging van het reglement van orde van de Sejm, de Senaat en de ministerraad, waarbij een verplichte effectbeoordeling en openbare raadpleging worden ingevoerd voor wetsontwerpen die door afgevaardigden en senatoren worden voorgesteld. De hervorming beperkt ook het gebruik van versnelde procedures tot duidelijk gespecificeerde en uitzonderlijke gevallen.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid.
F3.1 Verbetering van de voorwaarden voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan
Om ervoor te zorgen dat de sociale partners en belanghebbenden naar behoren worden geraadpleegd bij de uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht, omvat de hervorming de inwerkingtreding van een wetgevingshandeling tot oprichting van een monitoringcomité bestaande uit belanghebbenden en sociale partners die betrokken zijn bij de uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht. Het monitoringcomité wordt belast met het toezicht op de doeltreffende uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht. De wetgevingshandeling voorziet in een wettelijke verplichting om het monitoringcomité te raadplegen tijdens de uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht. De hervorming omvat ook de vaststelling van de richtsnoeren tot vaststelling van de regels voor de betrokkenheid van belanghebbenden en sociale partners bij de programmering, uitvoering, monitoring en evaluatie van het herstel- en veerkrachtplan.
De hervorming omvat ook het opzetten van een opslagsysteem overeenkomstig artikel 22, lid 2, onder d), van Verordening (EU) 2021/241 om de verzameling, opslag en monitoring van gegevens over de mijlpalen en streefdoelen mogelijk te maken, ook op het niveau van de eindontvangers. De gegevens van dit gegevensopslagsysteem worden ingevoerd in het Arachne-systeem, dat wordt gebruikt bij audits en controles om belangenconflicten, fraude, corruptie en dubbele financiering te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.
De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.
F.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Verder |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal / elk streefdoel |
|||
|
|
|
|
|
Meeteenheid |
Basisscenario |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
|
F1G/B5 * g |
F1.1 Hervorming ter versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtbanken |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een hervorming ter versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtbanken |
Bepaling in de rechtshandeling waarin de inwerkingtreding wordt vermeld |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een hervorming die: a)in alle zaken met betrekking tot de rechters, met inbegrip van de tuchtrechtelijke en de opheffing van de immuniteit, de omvang van de rechtsmacht van de kamer van de Sąd Najwyższy bepalen, met uitzondering van de bestaande tuchtkamer, die voldoet aan de vereisten die voortvloeien uit artikel 19, lid 1, VEU. Dit zorgt ervoor dat bovengenoemde zaken worden behandeld door een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank die bij wet is ingesteld, terwijl de discretionaire bevoegdheid om het tuchtgerecht aan te wijzen dat in eerste aanleg bevoegd is in zaken betreffende rechters van gewone rechtbanken, wordt beperkt; b)de reikwijdte van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van rechters verduidelijken door ervoor te zorgen dat het recht van Poolse rechtbanken om prejudiciële verzoeken bij het HvJ-EU in te dienen niet wordt beperkt. Een dergelijk verzoek is geen reden om een tuchtprocedure tegen een rechter in te leiden; c)hoewel de rechters nog steeds aansprakelijk kunnen worden gesteld voor beroepsfouten, met inbegrip van kennelijke en grove schendingen van de wet, bepalen zij dat de inhoud van rechterlijke beslissingen niet als tuchtrechtelijk delict wordt aangemerkt; d)ervoor te zorgen dat een bevoegde rechter in het kader van de gerechtelijke procedure kan nagaan of een rechter voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en „bij wet ingesteld”, overeenkomstig artikel 19 VEU, wanneer er ernstige twijfel bestaat over dat punt, en dat een dergelijke toetsing niet als een tuchtrechtelijke overtreding wordt aangemerkt; e)versterking van de procedurele waarborgen en bevoegdheden van de partijen in tuchtprocedures met betrekking tot rechters, door middel van (I)waarborgen dat tuchtzaken tegen rechters van de gewone rechtbanken binnen een redelijke termijn worden behandeld, (II)preciezere regelgeving inzake de territoriale bevoegdheid van de rechtbanken die de tuchtzaken onderzoeken, om ervoor te zorgen dat de bevoegde rechtbank rechtstreeks kan worden vastgesteld overeenkomstig de wetgevingshandeling; alsmede (III)ervoor te zorgen dat de benoeming van een raadsman in een tuchtprocedure tegen een rechter binnen een redelijke termijn geschiedt, en voldoende tijd te geven voor de inhoudelijke voorbereiding van de raadsman om zijn taken in de desbetreffende procedure uit te oefenen. Tegelijkertijd schorst de rechtbank het verloop van de procedure in geval van een naar behoren gemotiveerde afwezigheid van de beschuldigde rechter of zijn raadsman. |
F2G/B5 * g |
F1.2 Hervorming om de situatie te verhelpen van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer van het hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende gerechtelijke immuniteit |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een hervorming om de situatie te verhelpen van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende justitiële immuniteit |
Bepaling in de rechtshandeling waarin de inwerkingtreding wordt vermeld |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van een hervorming die ervoor moet zorgen dat rechters die worden getroffen door beslissingen van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof toegang hebben tot beroepsprocedures in hun zaken. Dergelijke zaken waarover de tuchtkamer reeds uitspraak heeft gedaan, worden getoetst door een rechterlijke instantie die voldoet aan de vereisten van artikel 19, lid 1, VEU, overeenkomstig de regels die moeten worden vastgesteld op basis van het arrest Milestone F1G hierboven. In de wetgevingshandeling wordt bepaald dat de eerste zitting van de rechtbank voor de beslechting van die zaken plaatsvindt binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek van de rechter die om herziening verzoekt, en dat de zaken binnen twaalf maanden na ontvangst van dat verzoek worden beslecht. De zaken die nog aanhangig zijn bij de tuchtkamer worden voor verder onderzoek verwezen naar de rechtbank en volgens de regels die in het kader van bovengenoemde procedures zijn vastgesteld. |
F3G/B5 * g |
F1.2 Hervorming om de situatie te verhelpen van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer van het hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende gerechtelijke immuniteit |
Mijlpaal |
Hervorming om de situatie te verhelpen van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende justitiële immuniteit |
Geadieerde zaken |
|
|
|
Q4/B5 * g |
2023 |
Over alle herzieningszaken die overeenkomstig Milestone F2G zijn ingeleid, wordt uitspraak gedaan, tenzij in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden. |
F4G/B5 * g |
F2.1 Verbetering van het wetgevingsproces |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van wijzigingen van het reglement van orde van de Sejm, de Senaat en de Raad van Ministers om het gebruik van openbare raadplegingen en effectbeoordelingen in het wetgevingsproces te bevorderen |
Bepalingen in de rechtshandelingen die de inwerkingtreding aangeven |
|
|
|
Q3/B5 * g |
2022 |
Inwerkingtreding van wijzigingen van het reglement van orde van de Sejm, de Senaat en de Raad van Ministers, die: I) invoering van de verplichte effectbeoordeling en openbare raadpleging voor wetsontwerpen die door afgevaardigden en senatoren worden voorgesteld, om te zorgen voor een meer structurele betrokkenheid van belanghebbenden en deskundigen bij het wetgevingsproces; het gebruik van versnelde procedures beperken tot welbepaalde en uitzonderlijke gevallen. |
F5G/B5 * g |
F3.1 Verbetering van de voorwaarden voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot oprichting van een toezichtcomité dat belast is met het toezicht op de doeltreffende uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
Bepaling in de rechtshandeling waarin de inwerkingtreding wordt vermeld |
|
|
|
Q1/B5 * g |
2022 |
Na een openbare raadpleging treedt een rechtshandeling in werking die:
|
F6G/B5 * g |
F3.1 Verbetering van de voorwaarden voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
Mijlpaal |
Goedkeuring van de richtsnoeren door de minister belast met regionale ontwikkeling tot vaststelling van de regels voor de betrokkenheid van belanghebbenden en sociale partners bij de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
Publicatie van de richtsnoeren op de website van het ministerie van Ontwikkelingsfondsen en Regionaal Beleid |
Q2/B5 * g |
2022 |
Na een openbare raadpleging, goedkeuring van de richtsnoeren om ervoor te zorgen dat belanghebbenden en sociale partners effectief worden betrokken bij de programmering, uitvoering, monitoring en evaluatie van het herstel- en veerkrachtplan. De richtsnoeren harmoniseren de maatregelen die moeten worden genomen door de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van hervormingen en investeringen in het kader van het herstel- en veerkrachtplan. De richtsnoeren omvatten mechanismen voor de monitoring en evaluatie van de betrokkenheid van belanghebbenden en sociale partners. |
|||
F7G/B5 * g |
F3.1 Verbetering van de voorwaarden voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
Mijlpaal |
Zorgen voor een doeltreffende audit en controle in het kader van de uitvoering van de RRF ter bescherming van de financiële belangen van de Unie |
Auditverslag ter bevestiging van de functies van het opslagsysteem |
|
|
|
Q2/B5 * g |
2022 |
Er wordt een gegevensopslagsysteem opgezet voor het monitoren van de uitvoering van het RRF, dat operationeel is. Het systeem moet ten minste de volgende functies omvatten:
De toegang tot deze gegevens wordt verleend aan alle relevante nationale en Europese instanties voor audit- en controledoeleinden. De gegevens van dit gegevensopslagsysteem worden elk kwartaal in het Arachne-systeem ingevoerd. Het Arachne-systeem wordt gebruikt tijdens audits en controles om belangenconflicten, fraude, corruptie en dubbele financiering te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. |
2.Geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan
De totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan van Polen worden geraamd op 160 967 579 300 PLN, wat overeenkomt met 35 363 500 000 EUR op basis van het referentietarief van de ECB van 3 mei 2021 in EUR PLN.
DEEL 2: FINANCIËLE STEUN
2.1. Financiële bijdrage
De in artikel 2, lid 2, bedoelde tranches worden als volgt georganiseerd:
2.1.1 eerste tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A1G/B5 * g |
A1.1 Hervorming van het begrotingskader |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van een conceptnota over het gestandaardiseerde rekeningstelsel geïntegreerd met de begrotingsclassificatie |
A3G/B5 * g |
A1.1 Hervorming van het begrotingskader |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet op de overheidsfinanciën waarbij het toepassingsgebied van de stabiliserende uitgavenregel (SER) wordt uitgebreid met staatsfondsen voor speciale doeleinden |
A5G/B5 * g |
A1.2 Verdere vermindering van de regelgevings- en administratieve lasten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wetgevingspakket ter vermindering van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers |
A18G/B5 * g |
A1.4 Hervorming ter verbetering van het concurrentievermogen en de bescherming van producenten/consumenten in de landbouwsector |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een nieuwe wet ter bestrijding van het oneerlijke gebruik van contractuele voordelen in de landbouw- en levensmiddelensector |
A20G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Mijlpaal |
Vaststelling van criteria voor de selectie van begunstigden voor alle projecten in het kader van deze investering |
A27G/B5 * g |
A2.1 Versnellen van robotisering en digitaliserings- en innovatieprocessen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een nieuwe wet ter ondersteuning van de automatisering en digitalisering en innovatie van ondernemingen door invoering van een belastingvermindering voor robotisering |
A38G/B5 * g |
A2.4 Versterking van de samenwerkingsmechanismen tussen wetenschap en industrie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet op het hoger onderwijs en de wetenschap met betrekking tot de lijst van entiteiten die samen met universiteiten special purpose vehicles kunnen oprichten |
A39G/B5 * g |
A2.4 Versterking van de samenwerkingsmechanismen tussen wetenschap en industrie |
Mijlpaal |
Vaststelling van regels voor het gebruik van laboratoria en kennisoverdracht van instellingen die onder toezicht staan van de minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling |
A59G/B5 * g |
A4.2 Hervorming om de arbeidsmarktsituatie van ouders te verbeteren door de toegang tot kinderopvang voor kinderen tot drie jaar te verbeteren |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar met het oog op de wijziging van de organisatie van het financieringsstelsel voor de opvang van kinderen tot drie jaar met het oog op de invoering van één coherent financieringsbeheersysteem voor de oprichting en werking van kinderopvang voor kinderen tot drie jaar |
A60G/B5 * g |
A4.2.1 Steun voor kinderopvang voor kinderen tot drie jaar (kinderdagverblijven, kinderclubs) onder Maluch + |
Mijlpaal |
Opzetten van een IT-systeem voor het beheer van de financiering en de oprichting van kinderopvangfaciliteiten voor kinderen tot drie jaar, waarin verschillende financieringsbronnen voor kinderopvang worden gecombineerd |
A62G/B5 * g |
A4.3 Tenuitvoerlegging van het rechtskader voor entiteiten van de sociale economie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet inzake de sociale economie |
B1G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de energie-efficiëntiewet en de bijbehorende wetgevingshandelingen |
B3G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Actualisering van het nationale luchtbeschermingsprogramma |
B16G/B5 * g |
B2.1 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van waterstoftechnologieën en andere koolstofvrije gassen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van handelingen tot wijziging van de wetgevingshandelingen voor waterstof als alternatieve brandstof voor vervoer |
B23G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de wet inzake investeringen in windmolenparken aan land |
B29G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening naar aanleiding van de wet van 17 december 2020 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking in windmolenparken op zee |
B39G/B5 * g |
B3.1 Steun voor duurzaam water- en afvalwaterbeheer in plattelandsgebieden |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van regels voor de territorialisering van steun voor investeringen in watervoorziening of riolering in plattelandsgebieden |
B4039G/B5 * g |
B3.1 Steun voor duurzaam water- en afvalwaterbeheer in plattelandsgebieden |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot vaststelling van de verplichting om regelmatig toezicht en controle uit te oefenen op passende individuele systemen |
C1G/B5 * g |
C1.1 Bevordering van de ontwikkeling van netwerkinfrastructuur om universele toegang tot hogesnelheidsinternet te waarborgen |
Mijlpaal |
Kader opgesteld door de kanselarij van de premier voor de medefinanciering van breedbandprojecten in witte gebieden van de Next Generation Access (NGA), waar momenteel geen NGA-netwerk bestaat |
D23G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Mijlpaal |
Wijziging van de wet op het hoger onderwijs en de natuurkundigen en tandartsen om een rechtsgrondslag te bieden voor financiële steun vanaf het academisch jaar 2021/2022 voor studenten op het gebied van de geneeskunde in Polen |
D29G/B5 * g |
D2.1.1 Investeringen in verband met de modernisering en aanpassing van onderwijsfaciliteiten met het oog op het verhogen van de toegangsplafonds voor medische studies |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot vaststelling van een systeem van stimulansen voor het volgen en voortzetten van studies aan geselecteerde universitaire medische faculteiten door middel van beurzen, financiering voor studies en mentorschap |
E8G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Mijlpaal |
Instelling van een financieringsinstrument (fonds) voor emissievrije/emissiearme mobiliteit en energie |
E23G/B5 * g |
E2.2 Verbetering van de veiligheid van het vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van rechtshandelingen tot invoering van: prioriteit voor voetgangers aan grensovergangen, uniforme snelheid in bebouwde gebieden minimumafstand tussen voertuigen, verkeersveiligheidsdoelstellingen tegen 2030 (-50 % doden bij ongevallen) |
F1G/B5 * g |
F1.1 Hervorming ter versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtbanken |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een hervorming ter versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtbanken |
F2G/B5 * g |
F2.1 Hervorming om de situatie te verhelpen van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer van het hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende gerechtelijke immuniteit |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een hervorming ter versterking van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtbanken |
F5G/B5 * g |
F3.1 Verbetering van de voorwaarden voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot oprichting van een toezichtcomité dat belast is met het toezicht op de doeltreffende uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
F6G/B5 * g |
F3.1 Verbetering van de voorwaarden voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
Mijlpaal |
Goedkeuring van de richtsnoeren door de minister belast met regionale ontwikkeling tot vaststelling van de regels voor de betrokkenheid van belanghebbenden en sociale partners bij de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
F7G/B5 * g |
F3.1 Verbetering van de voorwaarden voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan |
Mijlpaal |
Zorgen voor een doeltreffende audit en controle in het kader van de uitvoering van de RRF ter bescherming van de financiële belangen van de Unie |
Bedrag in termijnen |
2 851 148 919 EUR |
2.1.2 tweede tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A9G/B5 * g |
A1.2.2 Steun voor de voorbereiding van investeringslocaties voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor de economie |
Mijlpaal |
Goedkeuring van de definitieve selectie van te ontwikkelen investeringsgebieden |
A13G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Mijlpaal |
Publicatie van een document waarin het toewijzingsmechanisme en het indicatieve steunbedrag worden vastgesteld dat aan elke gemeente in Polen moet worden verleend voor de tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
A49G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
Oprichting van functionerende regionale coördinatieteams voor de coördinatie van het beleid op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren |
A51G/B5 * g |
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van nieuwe wetten inzake openbare diensten voor arbeidsvoorziening, de tewerkstelling van onderdanen van derde landen en de elektronische sluiting van bepaalde arbeidsovereenkomsten: wijzigingen aanbrengen in de openbare diensten voor arbeidsvoorziening en het actieve arbeidsmarktbeleid om de arbeidsparticipatie te verhogen — vermindering van de administratieve belemmeringen voor de tewerkstelling van buitenlanders vereenvoudiging van de procedure voor het sluiten van bepaalde contracten |
A53G/B5 * g |
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Een raadplegingsproces van de sociale partners over het potentieel van collectieve arbeidsovereenkomsten uitvoeren en een uitgebreide studie uitvoeren naar de mogelijke rol van één enkel arbeidscontract om nieuwe flexibiliteit en zekerheid op de Poolse arbeidsmarkt te creëren |
A65G/B5 * g |
A4.4 De vormen van werk flexibeler maken en telewerk invoeren |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de arbeidswet waarbij de permanente instelling van telewerk wordt opgenomen in de bepalingen van het arbeidswetboek en flexibele vormen van arbeidstijdregelingen |
A67G/B5 * g |
A4.5 Uitbreiding van loopbanen en bevordering van werken na de wettelijke pensioenleeftijd |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Wet op de personenbelasting waarbij vanaf 2023 een verlaging van de inkomstenbelasting wordt ingevoerd voor personen die de pensioenleeftijd hebben bereikt maar blijven werken |
B4G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de regeling door de minister van Klimaat en Milieu inzake kwaliteitsnormen voor vaste brandstoffen |
B24G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een verordening tot vaststelling van een plan voor de veilingen van hernieuwbare energie voor de jaren 2022-2027 |
B30G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening naar aanleiding van de wet van 17 december 2020 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking in windmolenparken op zee |
C3G/B5 * g |
C1.1 Bevordering van de ontwikkeling van netwerkinfrastructuur om universele toegang tot hogesnelheidsinternet te waarborgen |
Mijlpaal |
Wijziging van de verordening inzake het centraal informatiepunt door de premier |
C9G/B5 * g |
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving |
Mijlpaal |
Bindende minimumnormen voor het uitrusten van alle scholen met digitale infrastructuur om het gebruik van digitale technologieën bij het leren op gelijke voet op elke school mogelijk te maken |
C10G/B5 * g |
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de resolutie van de Raad van Ministers over het programma voor de ontwikkeling van digitale competenties om de ontwikkeling van digitale competenties en digitaal onderwijs van burgers en werknemers in verschillende sectoren te beheren. Dit omvat de oprichting van het Digital Competence Development Centre (DCDC). |
C16G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Mijlpaal |
Oprichting van een centrum voor de ontwikkeling van digitale competenties (DCDC) |
C21G/B5 * g |
C3.1 Verbetering van de cyberbeveiliging van informatiesystemen, versterking van de infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van de overheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor beveiliging. |
Mijlpaal |
Wijziging van de wet van 5 juli 2018 inzake het nationale cyberbeveiligingssysteem, ter uitvoering van de NIS-richtlijn en tot vaststelling van een alomvattende juridische en organisatorische basis voor cyberbeveiliging voor een nationaal cyberbeveiligingssysteem |
C27G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Mijlpaal |
Belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI): Selectie van cloudprojecten van de volgende generatie en ondertekening van contracten |
D1G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet inzake de modernisering en verbetering van de efficiëntie van ziekenhuizen |
D2G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het besluit van de voorzitter van het Nationaal Gezondheidsfonds (NFZ) inzake de versterking van de eerstelijnszorg en de gecoördineerde zorg, gevolgd door financiële bepalingen (met inbegrip van wijzigingen van contracten), die landelijke uitvoering mogelijk maken. |
D3G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet kwaliteit gezondheidszorg en patiëntveiligheid, samen met de nodige uitvoeringsregelingen |
D4G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet inzake het nationaal oncologisch netwerk tot vaststelling van de regels voor de werking van het netwerk door de invoering van een nieuwe structuur en een nieuw model voor kankerzorg |
D9G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling inzake de lijst van precieze criteria om ziekenhuizen in aanmerking te laten komen voor specifieke categorieën om de investeringsbehoeften als gevolg van de hervorming te helpen bepalen |
D25G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet inzake het beroep van paramedic en het zelfbestuur van paramedisch personeel, die de mogelijkheid introduceert om programma’s van de tweede cyclus op te zetten op het gebied van de voorbereiding op het beroep van paramedic |
D27G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van rechtshandelingen ter verbetering van de aantrekkelijkheid van medische banen en de arbeidsomstandigheden van medisch personeel |
D32G/B5 * g |
D3.1 Verbetering van de efficiëntie en kwaliteit van het gezondheidszorgstelsel door ondersteuning van het Poolse onderzoeks- en ontwikkelingspotentieel op het gebied van medische en gezondheidswetenschappen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik |
D33G/B5 * g |
D3.1 Verbetering van de efficiëntie en kwaliteit van het gezondheidszorgstelsel door ondersteuning van het Poolse onderzoeks- en ontwikkelingspotentieel op het gebied van medische en gezondheidswetenschappen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding of uitvoering van de kernacties die zijn gespecificeerd in het strategisch plan van de regering voor de ontwikkeling van de biomedische sector overeenkomstig het tijdschema in het strategisch plan |
D34G/B5 * g |
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen |
Mijlpaal |
Ingebruikneming van een elektronisch platform voor het Poolse netwerk van centra voor klinisch onderzoek |
E1G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot vaststelling van de verplichting om vanaf 2025 uitsluitend emissiearme en emissievrije bussen te kopen in steden met meer dan 100,000 inwoners |
E9G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Mijlpaal |
Selectie van financiële intermediairs |
E15G/B5 * g |
E2.1 Versterking van het concurrentievermogen van de spoorwegsector |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet op het spoorvervoer om de veerkracht van spoorwegexploitanten te waarborgen. Ministerieel besluit over de vaststelling van prioriteiten voor intermodaal vervoer en over het wegwerken van knelpunten om de capaciteit van de spoorwegen te vergroten |
F4G/B5 * g |
F3.1 Verbetering van het wetgevingsproces |
Mijlpaal |
Goedkeuring van een wijziging van het reglement van orde van het parlement, de Senaat en de Raad van Ministers om het gebruik van openbare raadplegingen en effectbeoordelingen in het wetgevingsproces te bevorderen |
Bedrag in termijnen |
3 020 710 639 EUR |
2.1.3 derde tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A12G/B5 * g |
A1.3 Hervorming van de ruimtelijke ordening |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een nieuwe wet inzake ruimtelijke ordening |
A33G/B5 * g |
A2.3 Het verschaffen van een institutionele en rechtsgrondslag voor de ontwikkeling van onbemande luchtvaartuigen (UAV) |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet inzake het Poolse agentschap voor luchtvaartnavigatiediensten |
A57G/B5 * g |
A4.2 Hervorming om de arbeidsmarktsituatie van ouders te verbeteren door de toegang tot hoogwaardige kinderopvang voor kinderen tot drie jaar te verbeteren |
Mijlpaal |
Vaststelling van kwaliteitsnormen voor kinderopvang, met inbegrip van onderwijsrichtsnoeren en normen voor opvangvoorzieningen voor kinderen jonger dan drie jaar, ter waarborging van hoge kwaliteit, met inbegrip van onderwijs en zorg |
A71G/B5 * g |
A4.7 Beperking van de segmentatie van de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet op het socialeverzekeringsstelsel ter beperking van de segmentatie van de arbeidsmarkt en ter verbetering van de sociale bescherming van alle personen die op basis van civielrechtelijke overeenkomsten werkzaam zijn, door deze overeenkomsten aan socialezekerheidsbijdragen te onderwerpen |
B2G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Actualisering van het prioritaire programma „Schone lucht” |
B22G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van handelingen tot wijziging van het wetgevingskader voor hernieuwbare-energiegemeenschappen en biomethaan: Wijzigingen van de RES-wet, wijzigingen van de wetgeving betreffende de energiemarkt en inwerkingtreding van een verordening op de RES-wet |
C2G/B5 * g |
C1.1 Bevordering van de ontwikkeling van netwerkinfrastructuur om universele toegang tot hogesnelheidsinternet te waarborgen |
Mijlpaal |
Wijziging van de regeling van de minister van Digitalisering betreffende de jaarlijkse inventaris van telecommunicatie-infrastructuur en -diensten |
C17G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Doel |
T1 — Digitale coördinatoren, gemiddeld één per gemeente (gmina) in Polen |
D7G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de verordening betreffende de lijst van centra voor toezicht op het wivodschap voor het oncologische netwerk |
D10G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Mijlpaal |
Eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor ziekenhuizen die financiering aanvragen |
E2G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Mijlpaal |
Maatregelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van duurzame stedelijke mobiliteitsplannen (SUMP’s) en vaststelling van stimulansen voor de uitvoering van SUMP’s, waarbij het ministerie van Infrastructuur technische en financiële steun verleent aan alle functionele stedelijke gebieden. |
E16G/B5 * g |
E2.1 Versterking van het concurrentievermogen van de spoorwegsector |
Doel |
Invoering van een tolsysteem op nieuwe wegen |
Bedrag in termijnen |
2 003 340 320 EUR |
2.1.4 vierde tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A6G/B5 * g |
A1.2 Verdere vermindering van de regelgevings- en administratieve lasten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet investeringszone |
A10G/B5 * g |
A1.2.2 Steun voor de voorbereiding van investeringslocaties voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor de economie |
Doel |
Hectaren ontwikkelde investeringsgebieden |
A25G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Landbouwers en vissers die projecten hebben voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren, de voedselvoorzieningsketens te verkorten en landbouwoplossingen 4.0 in productieprocessen toe te passen |
A41G/B5 * g |
A3.1 Werknemers voor de moderne economie: vaardigheden en kwalificaties beter afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën in de economie en de groene en digitale transformatie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de handeling tot wijziging van de onderwijswet, tot vaststelling van het rechtskader voor het netwerk van sectorale centra voor vaardigheden, die voorziet in gerichte bij- en omscholing die zeer relevant is voor de behoeften van de arbeidsmarkt |
A42G/B5 * g |
A3.1 Werknemers voor de moderne economie: vaardigheden en kwalificaties beter afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën in de economie en de groene en digitale transformatie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Teachers Act die de uitvoering mogelijk maakt van permanente beroepsopleiding voor leerkrachten in de sectorale centra voor vaardigheden |
A50G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
Ontwikkeling van operationele uitvoeringsprogramma’s voor de geïntegreerde vaardighedenstrategie op regionaal niveau door de opgerichte regionale coördinatiegroepen voor beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren |
A52G/B5 * g |
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Nieuwe normen en prestatiekader voor de werking en coördinatie van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening |
A69G/B5 * g |
A4.6 Verhoging van de arbeidsmarktparticipatie van bepaalde groepen door de ontwikkeling van langdurige zorg |
Mijlpaal |
Strategische evaluatie van de langdurige zorg in Polen met het oog op de vaststelling van hervormingsprioriteiten |
B5G/B5 * g |
B1.1 Schone lucht en energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van kwaliteitsnormen voor vaste biomassabrandstoffen |
B8G/B5 * g |
B1.1.2 Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen |
Doel |
T1 — Warmtebronvervanging in eengezinswoningen |
B10G/B5 * g |
B1.1.2 Vervanging van warmtebron en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen |
Doel |
T1 — Thermo-modernisering en installatie van hernieuwbare energiebronnen in woongebouwen (eengezinswoningen en meergezinswoningen) |
B17G/B5 * g |
B2.1 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van waterstoftechnologieën en andere koolstofvrije gassen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet tot vaststelling van regels voor waterstof |
B18G/B5 * g |
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer |
Doel |
Milieuvergunningen voor waterstoftankstations |
B25G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Doel |
T1 — Instorte capaciteit van wind- en fotovoltaïsche installaties op het vasteland (in GW) |
C7G/B5 * g |
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving |
Mijlpaal |
Wijziging van de wet van 17 februari 2005 betreffende de automatisering van de activiteiten van entiteiten die overheidstaken uitvoeren — invoering van standaard digitale vorm van documenten en elektronische vorm van diensten en digitalisering van administratieve processen |
C14G/B5 * g |
C2.1.2 Een gelijk speelveld voor scholen met mobiele multimedia-apparaten — investeringen in verband met de naleving van minimumnormen voor apparatuur |
Doel |
Nieuwe draagbare computers ter beschikking van leerkrachten |
C22G/B5 * g |
C3.1 Verbetering van de cyberbeveiliging van informatiesystemen, versterking van de infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van de rechtshandhavingsdiensten |
Mijlpaal |
Wijziging van de verordening van de Raad van ministers van 11 september 2018 betreffende de lijst van essentiële diensten en de drempels voor het verstorende effect van een incident voor de verlening van essentiële diensten |
D11G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Doel |
T1 — Overeenkomsten tussen ziekenhuizen en het ministerie van Volksgezondheid voor de aankoop van medische uitrusting of voor investeringen in infrastructuur |
E13G/B5 * g |
E1.1.2 Zero en emissiearm collectief vervoer (bussen) |
Mijlpaal |
Emissievrije en emissiearme voertuigen: selectie van begunstigden |
E19G/B5 * g |
E2.1.2 Rollend materieel voor reizigersvervoer per spoor |
Mijlpaal |
Ondertekening van contracten voor reizigerstreinen |
E21G/B5 * g |
E2.1.3 Intermodale projecten |
Mijlpaal |
Ondertekening van contracten voor intermodale vervoersprojecten |
E24G/B5 * g |
E2.2.1 Investeringen in de veiligheid van het vervoer |
Doel |
Voltooiing van de aanleg van bypasss en verwijdering van zwarte/hotspots voor verkeersveiligheid |
F3G/B5 * g |
F2.1 Verbetering van de situatie van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer in tuchtzaken en gerechtelijke immuniteitszaken |
Mijlpaal |
Hervorming om de situatie te verhelpen van rechters die worden getroffen door de beslissingen van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof in tuchtzaken en zaken betreffende justitiële immuniteit |
Bedrag in termijnen |
2 625 066 626 EUR |
2.1.5 vijfde tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A7G/B5 * g |
A1.2.1 Investeringen voor ondernemingen in producten, diensten en competenties van werknemers en personeel in verband met de diversificatie van activiteiten |
Doel |
T1 — Aantal kmo’s en micro-ondernemingen in HoReCa, cultuur en toerisme die hun bedrijfsactiviteiten hebben gemoderniseerd |
A14G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Doel |
Medewerkers van lokale overheden en ruimtelijkeordenaars die een cursus over de nieuwe wet ruimtelijke ordening hebben afgerond |
A30G/B5 * g |
A2.2 Het scheppen van de voorwaarden voor de overgang naar een model van de circulaire economie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van nieuwe wetgeving tot wijziging van het wetgevingskader om de handel in secundaire grondstoffen mogelijk te maken |
A36G/B5 * g |
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (onder meer gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als een ecosysteem voor innovatie |
Doel |
Uitgevoerde onbemande voertuigdiensten voorafgegaan door proefprojecten |
A44G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T1 — Oprichting van een netwerk van functionerende centra voor sectorale vaardigheden voor gerichte bij- en omscholing die zeer relevant zijn voor de behoeften van de arbeidsmarkt |
A58G/B5 * g |
A4.2 Hervorming om de arbeidsmarktsituatie van ouders te verbeteren door de toegang tot hoogwaardige kinderopvang voor kinderen tot drie jaar te verbeteren |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de wet betreffende de zorg voor kinderen tot drie jaar die zorgt voor een stabiele langetermijnfinanciering van de kinderopvang voor kinderen tot drie jaar |
C8G/B5 * g |
C2.1 Het opschalen van digitale toepassingen in de publieke ruimte, de economie en de samenleving |
Mijlpaal |
Wijziging van de wet van 11 maart 2004 inzake belasting op goederen en diensten (gebruik van gestructureerde facturen) — invoering van gestructureerde elektronische facturen in de economische markt en de verplichting om deze via het nationale systeem van e-facturen uit te geven en te ontvangen |
C24G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Mijlpaal |
Ondertekening van de contracten voor de gebouwen van de datacentrumfaciliteiten |
C28G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Doel |
Belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI): Ontwikkeling van nationale oplossingen voor de verwerking van gegevens op het gebied van infrastructuur/diensten |
D5G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet inzake het nationale cardiologische netwerk tot vaststelling van de regels voor de werking van het netwerk door de invoering van een nieuwe structuur en een nieuw model voor het beheer van cardiologische zorg |
E27G/B5 * g |
E2.2.2 Digitalisering van vervoer |
Doel |
Installatie van: Dynamisch passagiersinformatiesysteem (SDIP), controlesystemen en spoorwegovergangen in 55 gebieden |
Bedrag in termijnen |
1 946 819 746 EUR |
2.1.6 Zesde tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A16G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Doel |
Aandeel gemeenten dat algemene ruimtelijkeordeningsplannen heeft vastgesteld |
A22G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Kmo’s in de agrovoedingssector die projecten voor de modernisering van hun infrastructuur en uitrusting hebben voltooid |
A28G/B5 * g |
A2.1.1 Investeringen in robotisering en digitalisering in ondernemingen |
Doel |
T1 — Uitvoering van projecten in verband met robotisering, kunstmatige intelligentie of digitalisering van processen, technologieën, producten of diensten |
A46G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T1 — Vaardigheden voor lerenden in de sectorale centra voor vaardigheden, met inbegrip van certificering van leerresultaten (vaardigheden), uitgegeven en erkend door de sector |
A54G/B5 * g |
A4.1 Doeltreffende instellingen voor de arbeidsmarkt |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van relevante wetten ter uitvoering van de hervormingsprioriteiten die zijn vastgesteld in de raadpleging over collectieve overeenkomsten en in de studie over één enkel arbeidscontract in Polen |
A68G/B5 * g |
A4.5 Uitbreiding van loopbanen en bevordering van werken na de wettelijke pensioenleeftijd |
Mijlpaal |
Verslag ter beoordeling van het effect van de maatregelen die zijn genomen om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen |
A70G/B5 * g |
A4.6 Verhoging van de arbeidsmarktparticipatie van bepaalde groepen door de ontwikkeling van langdurige zorg |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet tot wijziging van de relevante wetten ter uitvoering van de hervormingsprioriteiten die zijn vastgesteld in de strategische evaluatie van langdurige zorg in Polen (in overeenstemming met mijlpaal A69G) |
B6G/B5 * g |
B1.1.1 Investeringen in warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen |
Doel |
T1 — Warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen |
B26G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Doel |
T2 — Instorte capaciteit van wind- en fotovoltaïsche installaties op het vasteland (in GW) |
B31G/B5 * g |
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur |
Doel |
T1 — Lengte van nieuw of gemoderniseerd elektriciteitstransmissienetwerk (km) |
B34G/B5 * g |
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur |
Mijlpaal |
Implementatie van de datahub voor de elektriciteitsmarkt (OIRE/CSIRE) |
C4G/B5 * g |
C1.1.1 Zorgen voor toegang tot zeer snel internet in witte spots |
Doel |
T1 — Extra huishoudens (woningen) met breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mb/s (met de mogelijkheid om deze te verhogen tot gigabitcapaciteit) |
C11G/B5 * g |
C2.1.1 Elektronische overheidsdiensten, IT-oplossingen ter verbetering van de werking van economische sectoren en disruptieve technologieën in de overheidssector, de economie en de samenleving |
Doel |
T1 — Projecten voor het creëren van nieuwe e-diensten en het upgraden van bestaande diensten, het verbeteren van het proces voor het creëren ervan of, door digitalisering, het verbeteren van de behandeling van processen |
C19G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Doel |
T1 — Bijkomende mensen die zijn opgeleid in digitale vaardigheden, met inbegrip van digitale geletterdheid |
D12G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Doel |
T2 — Overeenkomsten tussen ziekenhuizen en het ministerie van Volksgezondheid voor de aankoop van medische uitrusting of voor investeringen in infrastructuur |
D17G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Centrum voor digitale medische documentatie |
E3G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van een registratievergoeding voor emissiegerelateerde voertuigen in overeenstemming met het beginsel „de vervuiler betaalt” |
E6G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Doel |
Buslijnen met steun van het fonds voor openbaar vervoer |
E17G/B5 * g |
E2.1.1 spoorlijnen |
Mijlpaal |
Ondertekening van contracten na openbare en openbare aanbestedingen |
Bedrag in termijnen |
2 398 984 333 EUR |
2.1.7 zevende tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A2G/B5 * g |
A1.1 Hervorming van het begrotingskader |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet op de overheidsfinanciën, opgesteld door het ministerie van Financiën ter uitvoering van het nieuwe begrotingssysteem, met inbegrip van het nieuwe classificatiesysteem, het nieuwe model voor begrotingsbeheer en het opnieuw gedefinieerde nieuwe begrotingskader voor de middellange termijn |
A4G/B5 * g |
A1.1 Hervorming van het begrotingskader |
Mijlpaal |
Evaluatie van de werking van de stabiliserende uitgavenregel in de jaren 2019-2023, met het oog op: beoordeling van de doeltreffendheid van de regel, met inbegrip van de toepassing van de exitclausule en de terugkeerclausule — analyse van de gevolgen van wijzigingen in de EU-regels voor de formule van de stabiliserende uitgavenregel |
A19G/B5 * g |
A1.4 Hervorming ter verbetering van het concurrentievermogen en de bescherming van producenten/consumenten in de landbouwsector |
Mijlpaal |
Goedkeuring van een tussentijdse evaluatie van de nieuwe wet ter bestrijding van het oneerlijke gebruik van contractuele voordelen in de landbouw- en levensmiddelensector |
A31G/B5 * g |
A2.2.1 Investeringen in de uitrol van milieutechnologieën en -innovatie, met inbegrip van die welke verband houden met de circulaire economie |
Doel |
Ondertekende subsidieovereenkomsten voor projecten die aan kmo’s worden toegekend met oplossingen voor de ontwikkeling en stimulering of toepassing van groene technologieën (in verband met de circulaire economie) |
A34G/B5 * g |
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (onder meer gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als een ecosysteem voor innovatie |
Doel |
T1 — Lokale centra en infrastructuur voor onbemande voertuigen, voltooid door lokale overheden of aangewezen entiteiten om lokaal te opereren |
A43G/B5 * g |
A3.1 Werknemers voor de moderne economie: vaardigheden en kwalificaties beter afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën in de economie en de groene en digitale transformatie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wetten tot wijziging van de wet inzake regionaal zelfbestuur, de wet inzake arbeidsmarktinstellingen, de wet inzake districtszelfbestuur en andere relevante wetten voor de coördinatie van beroepsonderwijs en -opleiding en een leven lang leren in de regio’s |
A55G/B5 * g |
A4.1.1 Investeringen ter ondersteuning van de hervorming van arbeidsmarktinstellingen |
Doel |
Openbare dienst voor arbeidsvoorziening (ODA’s) waar gemoderniseerde IT-systemen worden ingevoerd |
A56G/B5 * g |
A4.1.1 Investeringen ter ondersteuning van de hervorming van arbeidsmarktinstellingen |
Doel |
Personeel van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening (ODA’s) dat is opgeleid in de toepassing van nieuwe procedures en het gebruik van IT-instrumenten, ten uitvoer gelegd als gevolg van de nieuwe wetgeving inzake ODA’s, de tewerkstelling van onderdanen van derde landen en het elektronisch sluiten van arbeidsovereenkomsten door bepaalde werkgevers |
A63G/B5 * g |
A4.3.1 Steunprogramma’s voor investeringen die het met name mogelijk maken activiteiten te ontwikkelen, de deelname aan de uitvoering van sociale diensten te vergroten en de kwaliteit van de integratie in entiteiten van de sociale economie te verbeteren |
Doel |
Aantal entiteiten dat de status van sociale onderneming heeft verkregen |
A66G/B5 * g |
A4.4.1 Investeringen in verband met het uitrusten van werknemers/bedrijven om op afstand te werken |
Doel |
Bedrijven die worden ondersteund op het gebied van digitalisering |
B35G/B5 * g |
B2.2.2 HEB-installaties die door energiegemeenschappen worden geëxploiteerd |
Doel |
Entiteiten die binnen het pre-investeringsgedeelte worden ondersteund |
B37G/B5 * g |
B2.2.3 Bouw van offshore-terminalinfrastructuur |
Mijlpaal |
Bouw van een offshore-installatieterminal |
D8G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Evaluatie van het netwerk voor oncologische zorg |
D19G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
T1 — Gedigitaliseerde medische documenten |
E5G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Doel |
Steden met nieuwe SUMP’s goedgekeurd |
Bedrag in termijnen |
2 172 902 039 EUR |
2.1.8 acht tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A11G/B5 * g |
A1.2.2 Steun voor de voorbereiding van investeringslocaties voor investeringen die van cruciaal belang zijn voor de economie |
Doel |
Hectaren ontwikkelde investeringsgebieden |
A21G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Distributie- en opslagcentra die zijn gebouwd of gemoderniseerd en groothandelsmarkten die gemoderniseerd zijn |
A23G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Kmo’s in de agrovoedingssector die projecten voor de modernisering van hun infrastructuur en uitrusting hebben voltooid |
A24G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Liefdadigheidsorganisaties in de levensmiddelensector die projecten voor de modernisering van hun infrastructuur en uitrusting hebben voltooid |
A26G/B5 * g |
A1.4.1 Investeringen om de toeleveringsketen van landbouw- en voedingsproducten te diversifiëren en te verkorten en de veerkracht van de entiteiten in de keten op te bouwen |
Doel |
Landbouwers en vissers die projecten hebben voltooid om hun infrastructuur en uitrusting te moderniseren, de voedselvoorzieningsketens te verkorten en landbouwoplossingen 4.0 in productieprocessen toe te passen |
A32G/B5 * g |
A2.2.1 Investeringen in de uitrol van milieutechnologieën en -innovatie, met inbegrip van die welke verband houden met de circulaire economie |
Doel |
Ondertekende subsidieovereenkomsten voor projecten ter ondersteuning van de ontwikkeling van technologieën die bijdragen tot de totstandbrenging van een markt voor secundaire grondstoffen |
A40G/B5 * g |
A2.4.1 Investeringen in de ontwikkeling van onderzoekscapaciteiten |
Doel |
Laboratoria met moderne onderzoeks- en analytische infrastructuur in instellingen die onder toezicht staan en/of ondergeschikt zijn aan het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en het ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling |
A45G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T2 — Oprichting van een netwerk van functionerende centra voor sectorale vaardigheden voor gerichte bij- en omscholing die zeer relevant zijn voor de behoeften van de arbeidsmarkt |
A47G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T2 — Vaardigheden voor lerenden in de sectorale centra voor vaardigheden, met inbegrip van certificering van leerresultaten (vaardigheden), uitgegeven en erkend door de sector |
A64G/B5 * g |
A4.3.1 Steunprogramma’s voor investeringen die het met name mogelijk maken activiteiten te ontwikkelen, de deelname aan de uitvoering van sociale diensten te vergroten en de kwaliteit van de integratie in entiteiten van de sociale economie te verbeteren |
Doel |
Aantal entiteiten van de sociale economie, met inbegrip van sociale ondernemingen, waarvoor financiële steun wordt verleend |
B27G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Doel |
T3 — Instorte capaciteit van wind- en fotovoltaïsche installaties op het vasteland (in GW) |
B32G/B5 * g |
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur |
Doel |
T2 — Lengte van nieuw of gemoderniseerd elektriciteitstransmissienetwerk (km) |
B36G/B5 * g |
B2.2.2 HEB-installaties die door energiegemeenschappen worden geëxploiteerd |
Doel |
Energiegemeenschappen ondersteund binnen het investeringsgedeelte |
B41G/B5 * g |
B3.1.1 Investeringen in afvalwaterzuiveringssystemen en watervoorziening in plattelandsgebieden |
Doel |
Extra aansluitingen van de plattelandsbevolking in het kader van de waterinfrastructuur |
C5G/B5 * g |
C1.1.1 Zorgen voor toegang tot zeer snel internet in witte spots |
Doel |
T2 — Extra huishoudens (woningen) met breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mb/s (met de mogelijkheid om deze te verhogen tot gigabitcapaciteit) |
C13G/B5 * g |
C2.1.1 Elektronische overheidsdiensten, IT-oplossingen ter verbetering van de werking van economische sectoren en disruptieve technologieën in de overheidssector, de economie en de samenleving |
Doel |
Authenticaties door het nationale knooppunt https://login.gov.pl (gemiddeld per maand in een bepaald jaar) |
C15G/B5 * g |
C2.1.2 Een gelijk speelveld voor scholen met mobiele multimedia-apparaten — investeringen in verband met de naleving van minimumnormen voor apparatuur |
Doel |
Nieuwe draagbare computers die ter beschikking staan van leerlingen |
C18G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Doel |
T2 — Nieuwe digitale coördinatoren, ten minste één per gemeente (gmina) in Polen |
C26G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Doel |
Mobiele infrastructuur voor het crisisbeheersingssysteem |
D16G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Centrum voor beveiligingsoperaties (SOC) van het opgerichte e-gezondheidscentrum |
D26G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Doel |
Aantal paramedici dat de masteropleiding heeft voltooid |
D28G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Doel |
Aantal artsen en tandartsen die een certificaat hebben behaald waarin hun medische beroepsbekwaamheid wordt bevestigd |
D31G/B5 * g |
D2.1.1 Investeringen in verband met de modernisering en aanpassing van onderwijsfaciliteiten met het oog op het verhogen van de toegangsplafonds voor medische studies |
Doel |
Aantal gemoderniseerde onderwijsfaciliteiten voor preklinisch onderwijs (met inbegrip van medische simulatiecentra), aangepaste faciliteiten van de klinische basis voor onderwijs in centrale klinische ziekenhuizen, gemoderniseerde bibliotheekinfrastructuur en slaapzalen voor studenten aan medische universiteiten |
E12G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Doel |
Kmo’s en midcaps die worden ondersteund door de specifieke investeringen waarop het fonds zich richt |
Bedrag in termijnen |
2 681 587 199 EUR |
2.1.9 negende tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A8G/B5 * g |
A1.2.1 Investeringen voor ondernemingen in producten, diensten en competenties van werknemers en personeel in verband met de diversificatie van activiteiten |
Doel |
T2 — Aantal kmo’s en micro-ondernemingen in HoReCa, cultuur en toerisme die hun bedrijfsactiviteiten hebben gemoderniseerd |
A15G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Doel |
Medewerkers van lokale overheden en ruimtelijkeordenaars die een cursus over de nieuwe wet ruimtelijke ordening hebben afgerond |
A17G/B5 * g |
A1.3.1 Tenuitvoerlegging van de hervorming van de ruimtelijke ordening |
Doel |
Aandeel gemeenten dat algemene ruimtelijkeordeningsplannen heeft vastgesteld |
A29G/B5 * g |
A2.1.1 Investeringen in robotisering en digitalisering in ondernemingen |
Doel |
T2 — Uitvoering van projecten in verband met robotisering, kunstmatige intelligentie of digitalisering van processen, technologieën, producten of diensten |
A35G/B5 * g |
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (onder meer gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als een ecosysteem voor innovatie |
Doel |
T1 — Lokale centra en infrastructuur voor onbemande voertuigen, voltooid door lokale overheden of aangewezen entiteiten om lokaal te opereren |
A37G/B5 * g |
A2.3.1 Ontwikkeling en uitrusting van kenniscentra (onder meer gespecialiseerde opleidingscentra, ondersteuningscentra voor de uitvoering, waarnemingsposten) en infrastructuur voor het beheer van de onbemande voertuigindustrie, als een ecosysteem voor innovatie |
Doel |
Uitgevoerde onbemande voertuigdiensten voorafgegaan door proefprojecten |
A48G/B5 * g |
A3.1.1 Investeringen in moderne beroepsopleiding, hoger onderwijs en een leven lang leren |
Doel |
T3 — Vaardigheden voor lerenden in de sectorale centra voor vaardigheden, met inbegrip van certificering van leerresultaten (vaardigheden), uitgegeven en erkend door de sector |
A61G/B5 * g |
A4.2.1 Steun voor kinderopvang voor kinderen tot drie jaar (kinderdagverblijven, kinderclubs) onder Maluch + |
Doel |
Oprichting van nieuwe plaatsen in kinderopvangfaciliteiten (kinderdagverblijven, kinderclubs) voor kinderen tot drie jaar |
B7G/B5 * g |
B1.1.1 Investeringen in warmtebronnen in stadsverwarming |
Doel |
T2 — Warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen |
B9G/B5 * g |
B1.1.2 Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen |
Doel |
T2 — Warmtebronvervanging in eengezinswoningen |
B11G/B5 * g |
B1.1.2 Vervanging van warmtebronnen en verbetering van de energie-efficiëntie in residentiële gebouwen |
Doel |
T2 — Thermo-modernisering en installatie van hernieuwbare energiebronnen in woongebouwen (eengezinswoningen en meergezinswoningen) |
B12G/B5 * g |
B1.1.3 Thermische modernisering van scholen |
Doel |
Gemoderniseerde of uitgewisselde warmtebronnen die voldoen aan de DNSH-vereisten in gebouwen van onderwijsinstellingen (in het kader van ondertekende contracten) |
B13G/B5 * g |
B1.1.3 Thermische modernisering van scholen |
Doel |
Thermo-modernere gebouwen van onderwijsinstellingen (in het kader van ondertekende contracten) |
B14G/B5 * g |
B1.1.4 Versterking van de energie-efficiëntie van lokale voorzieningen voor sociale activiteiten |
Doel |
Sociale voorzieningen met vervangen inefficiënte warmtebronnen voor vaste brandstoffen naar moderne warmtebronnen die voldoen aan de DNSH-vereisten |
B15G/B5 * g |
B1.1.4 Versterking van de energie-efficiëntie van lokale voorzieningen voor sociale activiteiten |
Doel |
Thermo-gemoderniseerde voorzieningen voor sociale activiteiten |
B19G/B5 * g |
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer |
Doel |
Ingebruikneming van waterstoftankstations |
B20G/B5 * g |
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer |
Doel |
Onderzoeks- en innovatieprojecten op het gebied van innovatieve vervoerseenheden op waterstof |
B21G/B5 * g |
B2.1.1 Investeringen in waterstof, waterstofproductie, -opslag en -vervoer |
Doel |
Capaciteit van installaties voor de productie van koolstofarme en hernieuwbare waterstof, met inbegrip van elektrolyse-installaties, met bijbehorende infrastructuur |
B28G/B5 * g |
B2.2 Verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen |
Doel |
T4 — Instorte capaciteit van wind- en fotovoltaïsche installaties op het vasteland (in GW) |
B33G/B5 * g |
B2.2.1 Ontwikkeling van transmissienetten, slimme elektriciteitsinfrastructuur |
Doel |
T3 — Lengte van nieuw of gemoderniseerd elektriciteitstransmissienetwerk (km) |
B38G/B5 * g |
B2.2.3 Bouw van offshore-terminalinfrastructuur |
Doel |
Bouw van een offshore serviceterminal in Łeba en Ustka |
C6G/B5 * g |
C1.1.1 Zorgen voor toegang tot zeer snel internet in witte spots |
Doel |
T3 — Extra huishoudens (woningen) met breedbandinternettoegang met een capaciteit van ten minste 100 Mb/s (met de mogelijkheid om deze te verhogen tot gigabitcapaciteit) |
C12G/B5 * g |
C2.1.1 Elektronische overheidsdiensten, IT-oplossingen ter verbetering van de werking van economische sectoren en disruptieve technologieën in de overheidssector, de economie en de samenleving |
Doel |
T2 — Projecten voor het creëren van nieuwe e-diensten en het upgraden van bestaande diensten, het verbeteren van het proces voor het creëren ervan of, door digitalisering, het verbeteren van de behandeling van processen |
C20G/B5 * g |
C2.1.3 e-competenties |
Doel |
T2 — Bijkomende mensen die zijn opgeleid in digitale vaardigheden, met inbegrip van digitale geletterdheid |
C23G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Doel |
Projecten op het gebied van cyberbeveiliging (CyberPL) op twee actiegebieden:
|
C25G/B5 * g |
C3.1.1 Cyberbeveiliging — CyberPL, infrastructuur voor gegevensverwerking en optimalisering van de infrastructuur van rechtshandhavingsdiensten |
Mijlpaal |
Oprichting van standaard-gegevensverwerkingscentra die energie-efficiënte infrastructuur bieden |
D6G/B5 * g |
D1.1 Verbetering van de doeltreffendheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wetgevingspakket betreffende de lancering van nationale e-gezondheidsdiensten en de integratie daarvan in bestaande/beschikbare e-gezondheidssystemen op nationaal en regionaal niveau |
D13G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Doel |
Ziekenhuizen met nieuwe medische uitrusting die zijn aangekocht in het kader van hun herstructurering of hun opname in het nationale oncologische netwerk |
D14G/B5 * g |
D1.1.1 Ontwikkeling en modernisering van de infrastructuur van zeer gespecialiseerde zorgcentra en andere zorgaanbieders |
Doel |
Ziekenhuizen met verbeterde infrastructuur in verband met hun herstructurering of hun opname in het nationale oncologische netwerk |
D15G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Mijlpaal |
Lancering van nieuwe e-diensten, waaronder: — de instrumenten voor patiëntengezondheidsanalyse; — instrument ter ondersteuning van de besluitvorming voor artsen op basis van AI-algoritmen; alsmede — centraal register van medische gegevens geïntegreerd in andere belangrijke gezondheidszorgstelsels |
D18G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
Geschiedenis van de interactie van patiënten met gezondheidszorg in gedigitaliseerde medische voorzieningen |
D20G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
T2 — Gedigitaliseerde medische documenten |
D21G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
Centrale/regionale zorgaanbieders die verbonden zijn met het centrale register van medische gegevens en centrale/regionale zorgaanbieders die zijn uitgerust met het op KI gebaseerde instrument ter ondersteuning van besluitvorming |
D22G/B5 * g |
D1.1.2 Versnellen van de digitale transformatie van de gezondheid door de verdere ontwikkeling van digitale gezondheidsdiensten |
Doel |
Volwassen patiënten die vallen onder de Patient Health Analysis Tool (Patient Health Analysis Tool) |
D24G/B5 * g |
D2.1 Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een toename van het aantal medisch personeel |
Doel |
Aantal studenten aan medische universiteiten die financiële steun hebben ontvangen overeenkomstig de Wet op het hoger onderwijs en de natuurkundige beroepen |
D30G/B5 * g |
D2.1.1 Investeringen in verband met de modernisering en aanpassing van onderwijsfaciliteiten met het oog op het verhogen van de toegangsplafonds voor medische studies |
Doel |
Aantal studenten verpleegkunde, verloskunde, medische spoedhulp, geneeskunde, tandheelkunde, medische analyse, fysiotherapie en farmacie die een beurs hebben ontvangen, en studenten verpleegkunde, verloskunde, medische spoeddiensten die worden gedekt door een beurs, medefinanciering van studies of begeleiding |
D35G/B5 * g |
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen |
Mijlpaal |
Oprichting van een gespecialiseerd centrum voor onderzoek en analyse |
D36G/B5 * g |
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen |
Doel |
Aantal gefinancierde projecten voor onderzoekeenheden en ondernemers in de biomedische sector |
D37G/B5 * g |
D3.1.1 Uitgebreide ontwikkeling van onderzoek op het gebied van de medische wetenschappen en de gezondheidswetenschappen |
Doel |
Aantal aangemaakte ondersteuningscentra voor klinische proeven |
E4G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van een eigendomsbelasting voor emissiegerelateerde voertuigen in overeenstemming met het beginsel „de vervuiler betaalt” |
E7G/B5 * g |
E1.1 Verhoging van het gebruik van milieuvriendelijk vervoer |
Doel |
Nieuwe emissievrije voertuigen |
E10G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Doel |
Productiecapaciteit van nieuw geïnstalleerde emissievrije voertuigen |
E11G/B5 * g |
E1.1.1 Steun voor een koolstofarme economie |
Doel |
Productie- en opslagcapaciteit voor emissievrije/emissiearme opslag en productie van alternatieve brandstoffen/energie |
E14G/B5 * g |
E1.1.2 Zero en emissiearm collectief vervoer (bussen) |
Doel |
Nieuwe emissievrije en emissiearme voertuigen in gebruik |
E18G/B5 * g |
E2.1.1 spoorlijnen |
Doel |
Modernisering van 478 km spoorlijnen, waarvan 300 km met TEN-T-normen |
E20G/B5 * g |
E2.1.2 Rollend materieel voor reizigersvervoer per spoor |
Doel |
Elektrisch en met ERTMS uitgerust rollend materieel dat in gebruik is voor regionale spoorlijnen en spoorlijnen over lange afstand |
E22G/B5 * g |
E2.1.3 Intermodale projecten |
Doel |
Verhoging van de overslagcapaciteit |
E25G/B5 * g |
E2.2.1 Investeringen in de veiligheid van het vervoer |
Doel |
Voltooiing van de bouw van bypasss, verwijdering van zwarte/hotspots voor verkeersveiligheid en installatie van automatische wegbewakingsapparatuur |
E26G/B5 * g |
E2.2.2 Digitalisering van vervoer |
Mijlpaal |
Vervoersbewijzen voor reizigers per spoor |
E28G/B5 * g |
E2.2.2 Digitalisering van vervoer |
Doel |
Installatie van automatische besturing, overwegen, 180 ERTMS-treinapparatuur en bijbehorende inbedrijfstelling |
Bedrag in termijnen |
4 151 122 104 EUR |
2.2. Lening
De in artikel 3, lid 2, bedoelde tranches worden als volgt georganiseerd:
2.2.1. Eerste tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
B1L/B5 * g |
B1.2 Bevordering van de uitvoering van de energiebesparingsverplichting voor energiebedrijven |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening bij de energie-efficiëntiewet |
B10L/B5 * g |
B2.4 Wettelijk kader voor de ontwikkeling van energieopslagfaciliteiten |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van wijzigingen van de energiewet met betrekking tot energieopslag |
B21L/B5 * g |
B3.3 Steun voor het duurzame beheer van de watervoorraden in de landbouw en op het platteland |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wijzigingen van de nationale wetgeving die nodig zijn om de voorwaarden voor veerkrachtig waterbeheer in landbouw- en plattelandsgebieden te verbeteren |
B22L/B5 * g |
B3.3.1 Investeringen in het vergroten van het potentieel van duurzaam waterbeheer in plattelandsgebieden |
Mijlpaal |
Goedkeuring van de selectiecriteria voor de oproep tot het indienen van voorstellen |
B25L/B5 * g |
B3.4 Bevordering van een kader voor investeringen in de groene transitie in stedelijke gebieden |
Mijlpaal |
Instrument voor groene stedelijke transformatie |
B28L/B5 * g |
B3.5 Hervorming van de woningbouw voor mensen met een laag en gemiddeld inkomen, rekening houden met de hogere energie-efficiëntie van gebouwen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de wet van 8 december 2006 inzake financiële steun voor de bouw van woonruimten voor huur, beschutte huisvesting, nachtverblijven, schuilplaatsen voor daklozen, verwarmingsinstallaties en tijdelijke ruimten, en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in andere wetten |
C1L/B5 * g |
C1.2 Verbetering van de toegankelijkheid en het gebruik van moderne draadloze en draadloze communicatie voor sociale en economische behoeften |
Mijlpaal |
Wijziging van de verordening van 17 februari 2020 betreffende de bewaking van elektromagnetische veldemissie in het milieu |
C2L/B5 * g |
C1.2 Verbetering van de toegankelijkheid en het gebruik van moderne draadloze en draadloze communicatie voor sociale en economische behoeften |
Mijlpaal |
Wijziging van de verordening van de Raad van ministers van 10 september 2019 betreffende de milieueffectbeoordeling |
D1L/B5 * g |
D1.2 Verbetering van de efficiëntie, beschikbaarheid en kwaliteit van de langdurige zorg van zorgaanbieders op districtsniveau |
Mijlpaal |
Evaluatie van de mogelijkheden voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen in Polen |
Bedrag in termijnen |
1 368 535 211 EUR |
2.2.2. Tweede tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A1L/B5 * g |
A2.5 Versterking van het potentieel van de culturele sector en de cultuurindustrie voor economische ontwikkeling |
Mijlpaal |
Goedkeuring van een beleidsdocument ter ondersteuning van groene en digitale acties in de culturele en creatieve sector (CCS) |
A2L/B5 * g |
A2.5.1 Een programma ter ondersteuning van de activiteiten van entiteiten in de culturele en creatieve sector om hun ontwikkeling te stimuleren |
Mijlpaal |
Selectiecriteria voor de ondersteuning van projecten in de culturele en creatieve sector (CCS) |
B2L/B5 * g |
B1.2.1 Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in bedrijven — investeringen met het grootste potentieel voor broeikasgasreductie |
Mijlpaal |
Financieringsinstructies (met inbegrip van subsidiabiliteits- en selectiecriteria) voor de steunregeling voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in bedrijven, met inbegrip van die welke onder de EU-regeling voor de handel in emissierechten vallen |
B7L/B5 * g |
B2.3.1 Bouw van offshorewindmolenparken |
Mijlpaal |
Oproep tot het indienen van voorstellen voor geselecteerde projecten voor windmolenparken op zee |
B14L/B5 * g |
B3.2 Steun voor de verbetering van de toestand van het milieu en de bescherming tegen gevaarlijke stoffen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet om de negatieve milieueffecten van grootschalige postindustriële gebieden volledig weg te nemen. |
B15L/B5 * g |
B3.2 Steun voor de verbetering van de toestand van het milieu en de bescherming tegen gevaarlijke stoffen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling betreffende gevaarlijke materialen die in de Oostzee blijven bestaan |
C4L/B5 * g |
C1.2.1 Versterking van het potentieel van commerciële investeringen in moderne elektronische communicatienetwerken |
Mijlpaal |
Kader voor financiële producten ter versterking van commerciële investeringen in een modern elektronisch communicatienetwerk |
C8L/B5 * g |
C2.2 Hervorming van de basis voor de digitalisering van het onderwijsstelsel |
Mijlpaal |
Vaststelling van een nieuw digitaliseringsbeleid voor onderwijs, dat de basis vormt voor veranderingen in het onderwijsstelsel en de uitvoering van investeringen in ICT en het bepalen van de richting van digitalisering van het onderwijsproces op korte en lange termijn |
C9L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Mijlpaal |
Openbare raadpleging over het kader voor de vaststelling van de procedures voor de distributie van ICT-apparatuur en voor de beschikbaarstelling van infrastructuur aan scholen |
D2L/B5 * g |
D1.2 Verbetering van de efficiëntie, beschikbaarheid en kwaliteit van de langdurige zorg van zorgaanbieders op districtsniveau |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling betreffende de steun voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen, op basis van de resultaten van de evaluatie |
E5L/B5 * g |
E2.3 Verbetering van de toegankelijkheid, veiligheid en digitale oplossingen van het vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van verbeteringen van de passagiersrechten op het gebied van de eisen inzake rollend materieel |
Bedrag in termijnen |
1 530 598 592 EUR |
2.2.3. Derde tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A9L/B5 * g |
A2.6.1 Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analyse-instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Mijlpaal |
Voorbereidende werkzaamheden voor de lancering van de eerste Poolse satelliet: ECS-fase 0/A/B/C (missie-analyse/behoeftenidentificatie, haalbaarheid en definitie) |
C10L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Mijlpaal |
Kader voor de vaststelling van de procedures voor de distributie van ICT-apparatuur en voor de beschikbaarstelling van infrastructuur aan scholen |
D3L/B5 * g |
D1.2.1 Ontwikkeling van langdurige zorg door modernisering van de infrastructuur van medische entiteiten op districtsniveau |
Mijlpaal |
Lijst van districtsziekenhuizen die zijn geselecteerd voor de aanvullende steun voor de oprichting van langdurige en geriatrische bedden, op basis van specifieke selectiecriteria |
D6L/B5 * g |
D3.2 Het scheppen van gunstige voorwaarden voor de ontwikkeling van de sector geneesmiddelen en medische hulpmiddelen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling ter waarborging van de zekerheid van de geneesmiddelenvoorziening, met inbegrip van oplossingen om geneesmiddelentekorten en belangrijke kwetsbaarheden in de toeleveringsketens aan te pakken |
Bedrag in termijnen |
1 044 408 451 EUR |
2.2.4. Vierde tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A8L/B5 * g |
A2.6.1 Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analyse-instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Doel |
Ontwikkeling van de noodzakelijke infrastructuur: het nationale satellietinformatiesysteem (NSIS), dat monitoringdiensten levert met gebruikmaking van gegevens van aardobservatie per satelliet (EO) |
B3L/B5 * g |
B1.2.1 Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in bedrijven — investeringen met het grootste potentieel voor broeikasgasreductie |
Doel |
Gunning van alle contracten voor de tenuitvoerlegging van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in ondernemingen |
B6L/B5 * g |
B2.3 Steun voor investeringen in offshore-windmolenparken |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wijziging van de verordening betreffende de gedetailleerde voorwaarden voor de werking van het elektriciteitssysteem, waarbij de nationale balanceringsregels worden gewijzigd om het effect van de toewijzingsbeperkingen zoveel mogelijk te beperken |
B24L/B5 * g |
B3.4 Bevordering van een kader voor investeringen in de groene transitie in stedelijke gebieden |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een wet inzake duurzame stedelijke ontwikkeling waarin doelstellingen, richtsnoeren, uitvoeringsregels en coördinatiemechanismen voor de groene transformatie van steden worden vastgesteld |
C3L/B5 * g |
C1.2 Verbetering van de toegankelijkheid en het gebruik van moderne draadloze en draadloze communicatie voor sociale en economische behoeften |
Mijlpaal |
Nieuwe rechtshandeling om belemmeringen voor de uitvoering van het 5G-netwerk door verticale industrieën weg te nemen |
C5L/B5 * g |
C1.2.1 Versterking van het potentieel van commerciële investeringen in moderne elektronische communicatienetwerken |
Mijlpaal |
Opdrachten voor de bouw van 5G-basisstations |
D4L/B5 * g |
D1.2.1 Ontwikkeling van langdurige zorg door modernisering van de infrastructuur van medische entiteiten op districtsniveau |
Doel |
Ondertekende contracten tussen districtsziekenhuizen en het ministerie van Volksgezondheid (of een andere door het ministerie aangewezen instelling) voor investeringssteun voor de oprichting van eenheden/centra voor langdurige zorg en geriatrische zorg |
D7L/B5 * g |
D3.2.1 Ontwikkeling van het potentieel van de sector geneesmiddelen en medische hulpmiddelen — investeringen in verband met de productie van API in Polen |
Mijlpaal |
Selectie van te ondersteunen API-productieprojecten |
D8L/B5 * g |
D3.2.1 Ontwikkeling van het potentieel van de sector geneesmiddelen en medische hulpmiddelen — investeringen in verband met de productie van API in Polen |
Doel |
Aantal ondersteunde kritieke werkzame farmaceutische producten |
Bedrag in termijnen |
1 368 535 211 EUR |
2.2.5. Vijfde tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
B4L/B5 * g |
B2.3 Steun voor investeringen in offshore-windmolenparken |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van uitvoeringsverordeningen naar aanleiding van de Wet bevordering elektriciteitsopwekking in offshorewindmolenparken |
B11L/B5 * g |
B2.4.1 Systemen voor energieopslag |
Doel |
T1 — Installatie van residentiële energieopslagfaciliteiten voor energieprosumenten |
B26L/B5 * g |
B3.4.1 Investeringen in een groene transformatie van steden |
Doel |
T1 — Ondertekening van alle contracten voor investeringen in groene stadsontwikkelingsprojecten (berekend op samengestelde basis) |
B29L/B5 * g |
B3.5.1 Investeringen in energie-efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
Doel |
T1 — Voltooiing van de eerste reeks energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
C7L/B5 * g |
C1.2.1 Versterking van het potentieel van commerciële investeringen in moderne elektronische communicatienetwerken |
Doel |
Steden die onder het nieuwe stationaire monitoringsysteem voor elektromagnetische veldemissies van radiocommunicatie-installaties vallen |
E1L/B5 * g |
E1.2 Verhoging van het aandeel emissievrij en emissiearm vervoer, voorkoming en vermindering van de negatieve gevolgen van vervoer voor het milieu |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een rechtshandeling tot invoering van een verplichting voor lage-emissiezones voor geselecteerde, meest vervuilde steden |
E6L/B5 * g |
E2.3 Verbetering van de toegankelijkheid, veiligheid en digitale oplossingen van het vervoer |
Mijlpaal |
Verplichting tot modernisering van nationaal, internationaal en regionaal rollend materieel met eisen voor reizigers met een handicap |
Bedrag in termijnen |
1 125 440 141 EUR |
2.2.6. Zesde tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A3L/B5 * g |
A2.5.1 Een programma ter ondersteuning van de activiteiten van entiteiten in de culturele en creatieve sector om hun ontwikkeling te stimuleren |
Doel |
Aantal ondertekende contracten voor projecten door culturele instellingen, ngo’s, kmo’s en micro-ondernemingen die actief zijn in de culturele en creatieve sector (CCS) |
A4L/B5 * g |
A2.5.1 Een programma ter ondersteuning van de activiteiten van entiteiten in de culturele en creatieve sector om hun ontwikkeling te stimuleren |
Doel |
Aantal beurzen in de culturele en creatieve sector (CCS) |
A6L/B5 * g |
A2.5.2 Investeringen voor de oprichting van een modelondersteuningscentrum voor de creatieve sector |
Doel |
Samenwerkingsovereenkomsten tussen klanten van het ondersteuningscentrum voor de creatieve sector |
A7L/B5 * g |
A2.6.1 Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analyse-instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van een door het parlement aan te nemen wet inzake ruimteactiviteiten |
B8L/B5 * g |
B2.3.1 Bouw van offshorewindmolenparken |
Mijlpaal |
Aanvang van de bouwwerkzaamheden |
B17L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Landoppervlakten waarvoor veldonderzoek naar de aanwezigheid van verontreinigende stoffen en gevaarlijke materialen is uitgevoerd |
Bedrag in termijnen |
1 125 440 141 EUR |
2.2.7. Zevende tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A10L/B5 * g |
A2.6.1 Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analyse-instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Doel |
T1 — Oprichting van de eerste Poolse satelliet |
B30L/B5 * g |
B3.5.1 Investeringen in energie-efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
Doel |
T2 — Voltooiing van de tweede reeks energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen. |
C12L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Doel |
Klaslokalen in beroepsscholen en instellingen voor algemeen onderwijs die zijn uitgerust met IT-instrumenten om onderwijs op afstand mogelijk te maken |
E2L/B5 * g |
E1.2 Verhoging van het aandeel emissievrij en emissiearm vervoer, voorkoming en vermindering van de negatieve gevolgen van vervoer voor het milieu |
Mijlpaal |
Invoering van emissiearme vervoerszones door de betrokken gemeentelijke autoriteiten |
E3L/B5 * g |
E1.2.1 Openbaar vervoer zonder uitstoot in steden (trams) |
Mijlpaal |
Nieuwe trams: selectie van begunstigden |
Bedrag in termijnen |
1 044 408 451 EUR |
2.2.8. Achtste tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
B5L/B5 * g |
B2.3 Steun voor investeringen in offshore-windmolenparken |
Mijlpaal |
Organisatie van veilingen voor elektriciteit uit offshore-windmolenparken |
B18L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Locaties in Poolse zeegebieden (met inbegrip van wrakken) met uitgevoerde inventaris en veldonderzoek in verband met de aanwezigheid van gevaarlijke materialen |
B19L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Oppervlakte gesaneerd land (in hectare) |
B20L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Oppervlakte van de gerevitaliseerde gebouwen (in vierkante meter) |
B23L/B5 * g |
B3.3.1 Investeringen in het vergroten van het potentieel van duurzaam waterbeheer in plattelandsgebieden |
Doel |
Oppervlakte landbouwgrond/bos (in hectare) die baat heeft bij een verbeterde waterretentie |
B27L/B5 * g |
B3.4.1 Investeringen in een groene transformatie van steden |
Doel |
T2 — Ondertekening van alle contracten voor investeringen in groene stadsontwikkelingsprojecten (berekend op samengestelde basis) |
C11L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Doel |
Klaslokalen in scholen en andere onderwijsinstellingen die zijn uitgerust met een Lokale Netwerkverbinding (LAN) |
C13L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Doel |
Kunstmatige intelligentie (AI) en laboratoria voor wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM) die in scholen en andere onderwijsinstellingen zijn opgezet |
C14L/B5 * g |
C2.2.1 Gelijkstelling van scholen/instellingen met adequate ICT-apparatuur en -infrastructuur om de algemene prestaties van het onderwijsstelsel te verbeteren |
Mijlpaal |
Digitalisering van het examensysteem |
Bedrag in termijnen |
1 368 535 211 EUR |
2.2.9. Negende tranche (steun via leningen):
Volgnummer |
Betrokken maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal / Streefdoel |
Benaming |
A5L/B5 * g |
A2.5.2 Investeringen voor de oprichting van een modelondersteuningscentrum voor de creatieve sector |
Mijlpaal |
Renovatie van een museum als gastheer voor een modelondersteuningscentrum voor de creatieve sector |
A11L/B5 * g |
A2.6.1 Ontwikkeling van het nationale systeem van monitoringdiensten, producten, analyse-instrumenten, diensten en begeleidende infrastructuur met gebruikmaking van satellietgegevens |
Doel |
T2 — Oprichting van de volgende drie Poolse satellieten |
B9L/B5 * g |
B2.3.1 Bouw van offshorewindmolenparken |
Doel |
Geïnstalleerde capaciteit van offshore-windmolenparken (in MW) |
B12L/B5 * g |
B2.4.1 Systemen voor energieopslag |
Doel |
T2 — Installatie van residentiële energieopslagfaciliteiten voor energieprosumenten |
B13L/B5 * g |
B2.4.1 Systemen voor energieopslag |
Mijlpaal |
Modernisering van de elektriciteitsopslagfaciliteit (opslag- en pompcentrale) |
B16L/B5 * g |
B3.2.1 Investeringen in risiconeutralisatie en het herstel van grootschalige brownfieldterreinen en de Oostzee |
Doel |
Documentatieverzamelingen die zijn opgesteld voor investeringen in verband met de negatieve milieueffecten van geselecteerde grootschalige brownfields en gevaarlijke materialen die op de bodem van de Oostzee zijn gezonken |
B31L/B5 * g |
B3.5.1 Investeringen in energie-efficiënte huisvesting voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
Doel |
Voltooiing van de bouw van de derde reeks energie-efficiënte woningen voor huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen |
C6L/B5 * g |
C1.2.1 Versterking van het potentieel van commerciële investeringen in moderne elektronische communicatienetwerken |
Doel |
Bouw van 5G-basisstations in plattelandsgebieden |
D5L/B5 * g |
D1.2.1 Ontwikkeling van langdurige zorg door modernisering van de infrastructuur van medische entiteiten op districtsniveau |
Doel |
Afgeronde projecten voor de ontwikkeling van langdurige zorg en geriatrische zorg in districtsziekenhuizen |
E4L/B5 * g |
E1.2.1 Openbaar vervoer zonder uitstoot in steden (trams) |
Doel |
Nieuwe trams in gebruik voor het openbaar stadsvervoer |
E7L/B5 * g |
E2.3.1 Regionaal rollend materieel voor reizigersvervoer per spoor |
Doel |
Nieuwe elektrische en met ERTMS uitgeruste regionale treinen in bedrijf |
Bedrag in termijnen |
1 530 598 592 EUR |
DEEL 3: AANVULLENDE REGELINGEN
1.Regelingen voor monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan
Het toezicht op en de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan van Polen vinden plaats overeenkomstig de volgende regelingen:
De instantie die verantwoordelijk is voor de algemene coördinatie van de uitvoering van en het toezicht op het plan voor herstel en veerkracht is het ministerie van Fondsen en regionaal beleid. Deze instantie is ook verantwoordelijk voor het opstellen van de betalingsverzoeken, de beheersverklaringen en de samenvatting van de audits en fungeert tevens als schakel tussen de Commissie en de Poolse autoriteiten. De instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de hervormingen en investeringen verifiëren of de uitgevoerde maatregelen in overeenstemming zijn met het toepasselijke Unie- en nationale recht en of er vooruitgang is geboekt bij het bereiken van de vastgestelde mijlpalen en streefdoelen op het niveau van de eindontvangers. De informatie en de resultaten van deze verificaties worden via een IT-systeem bij de coördinerende instantie ingediend.
Daarnaast wordt door middel van een wetgevingshandeling een monitoringcomité opgericht, bestaande uit belanghebbenden en sociale partners die betrokken zijn bij de uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht. Het monitoringcomité houdt toezicht op de doeltreffende uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht. De wetgevingshandeling voorziet in een wettelijke verplichting om het monitoringcomité te raadplegen tijdens de uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht.
Audits worden uitgevoerd door de nationale belastingdienst, met name door het departement voor de controle van overheidsmiddelen van het ministerie van Financiën en 16 kamers van de belastingdienst (regionale kantoren) in het land. Dit auditorgaan verifieert de correcte uitvoering van hervormingen en investeringen, de verwezenlijking van vastgestelde mijlpalen en streefdoelen, de doeltreffendheid van mechanismen voor het voorkomen, opsporen en corrigeren van ernstige onregelmatigheden, dat wil zeggen fraude, corruptie en belangenconflicten, en het voorkomen van dubbele financiering en de betrouwbaarheid en beveiliging van het IT-systeem.
2.Regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de onderliggende gegevens
Het ministerie van Fondsen en regionaal beleid is als centrale coördinerende instantie voor het Poolse plan voor herstel en veerkracht en de uitvoering ervan verantwoordelijk voor de algemene coördinatie en monitoring van het plan. Het treedt met name op als coördinerende instantie voor het monitoren van de voortgang met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen en voor het verstrekken van verslagen en betalingsverzoeken. Het coördineert de rapportage van mijlpalen en streefdoelen, relevante indicatoren, maar ook kwalitatieve financiële informatie en andere gegevens, zoals over eindontvangers. De gegevenscodering vindt plaats in een IT-systeem waarmee de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van hervormingen en investeringen verplicht zijn verslag uit te brengen aan het ministerie van Fondsen en Regionaal Beleid.
Overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 dient Polen na voltooiing van de desbetreffende overeengekomen mijlpalen en streefdoelen in afdeling 2.1 van deze bijlage bij de Commissie een naar behoren gemotiveerd verzoek tot betaling van de financiële bijdrage en, in voorkomend geval, van de lening in. Polen zorgt ervoor dat de Commissie op verzoek volledige toegang heeft tot de relevante onderliggende gegevens die de juiste motivering van het betalingsverzoek ondersteunen, zowel voor de beoordeling van het betalingsverzoek overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 als voor audit- en controledoeleinden.
Indien de ondersteunde activiteit de geraamde broeikasgasemissies realiseert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt een toelichting gegeven van de redenen waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van de EU-regeling voor de handel in emissierechten vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsmede de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „Do no significant harm” (2021/C58/01).
Indien de ondersteunde activiteit de geraamde broeikasgasemissies realiseert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt een toelichting gegeven van de redenen waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van de EU-regeling voor de handel in emissierechten vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
Deze uitsluiting geldt niet voor acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recyclebaar gevaarlijk afval, noch voor bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of gebruik of materialen uit verbrandingsassen terug te winnen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op installatieniveau.
Deze uitsluiting geldt niet voor acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel bedoeld zijn om de energie-efficiëntie te verhogen of om gescheiden afval te recyclen tot compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op installatieniveau.
Deze uitsluiting geldt niet voor acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel bedoeld zijn om de energie-efficiëntie te verhogen of om gescheiden afval te recyclen tot compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op installatieniveau.
Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C 58/01).
Deze uitsluiting geldt niet voor acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel bedoeld zijn om de energie-efficiëntie te verhogen of om gescheiden afval te recyclen tot compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op installatieniveau.
De maatregel vereist met name dat de marktdeelnemers die de bouwwerkzaamheden uitvoeren, ervoor zorgen dat ten minste 70 % (in gewicht) van het niet-gevaarlijke bouw- en sloopafval (met uitzondering van in de natuur voorkomend materiaal als bedoeld in categorie 17 05 04 van de Europese afvalstoffenlijst vastgesteld bij Besluit 2000/532/EG van 3 mei 2000 tot vervanging van Besluit 94/3/EG houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen en Besluit 94/904/EG van de Raad tot vaststelling van een lijst van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen (Kennisgeving geschied onder nummer C (2000) 1147)) dat op de bouwplaats wordt geproduceerd voor hergebruik, recycling en andere materiaalterugwinning, met inbegrip van opvulactiviteiten waarbij afval wordt gebruikt ter vervanging van andere materialen, overeenkomstig de afvalhiërarchie en het EU-protocol inzake bouw- en sloopafvalbeheer wordt voorbereid voor hergebruik, recycling en andere materiaalterugwinning.