EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022PC0200

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Vrijwillige Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Coöperatieve Republiek Guyana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van houtproducten in de Europese Unie

COM/2022/200 final

Brussel, 10.5.2022

COM(2022) 200 final

2022/0142(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de Vrijwillige Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Coöperatieve Republiek Guyana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van houtproducten in de Europese Unie


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In het door de Raad in 2003 1 goedgekeurde actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt) 2 , wordt een reeks maatregelen voorgesteld om illegale houtkap een halt toe te roepen. Deze maatregelen omvatten steun voor de houtproducerende landen, multilaterale samenwerking om de handel in illegaal hout te bestrijden, steun voor initiatieven van de particuliere sector en acties voor het tegengaan van investeringen in activiteiten die de illegale houtkap aanmoedigen. De hoeksteen van het actieplan is de sluiting van Flegt-partnerschappen tussen de EU en de houtproducerende landen. In 2005 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 2173/2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap 3 vastgesteld, waarmee de legaliteit van het in het kader van de Flegt-partnerschappen in de EU ingevoerde hout kan worden geverifieerd.

In 2005 heeft de Raad de Commissie opgedragen om met houtproducerende landen te onderhandelen over Flegt-partnerschapsovereenkomsten 4 .

De onderhandelingen tussen de Commissie en de Coöperatieve Republiek Guyana zijn in 2013 begonnen. De Commissie heeft de Raad regelmatig op de hoogte gehouden van de vorderingen door middel van verslagen aan de werkgroep bosbouw en het comité Flegt/EU-houtverordening. De Commissie heeft ook het Europees Parlement en de belanghebbenden op de hoogte gehouden van de onderhandelingen.

De vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Guyana bevat alle elementen die in de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad worden genoemd. In de overeenkomst wordt in het bijzonder een vergunningensysteem ingesteld waarmee de wettigheid van houtproducten die naar EU- en niet-EU-landen worden uitgevoerd, wordt gecontroleerd en bevestigd, alsook van hout dat op de binnenlandse markt wordt verkocht. Met betrekking tot ingevoerd hout verbindt Guyana zich ertoe erop toe te zien dat dergelijk hout is gekapt in overeenstemming met de wetgeving van het land van oorsprong. Daartoe zal Guyana specifieke wetgeving vaststellen op basis van zorgvuldigheidsbeginselen. De definitie van wettigheid is gebaseerd op een uitgebreide reeks nationale en internationale wetten die door Guyana zijn geratificeerd en die de drie pijlers van duurzaam bosbeheer weerspiegelen.

Guyana verbindt zich er tevens toe zijn bosbouwwetgeving te herzien en waar nodig te versterken. Het land heeft ook een kader voor toezicht op de naleving en voor de onafhankelijke evaluatie van het systeem vastgesteld. Om deze maatregelen uit te voeren, hebben de partijen overeenstemming bereikt over een ambitieus tijdschema van zes jaar (vanaf de inwerkingtreding). Deze elementen zijn opgenomen in de bijlagen bij de overeenkomst, waarin een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de structuren die de ontwikkeling en uitvoering van het Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten zullen ondersteunen, alsmede criteria voor het nemen van een toekomstig besluit over de start van het Flegt-vergunningensysteem.

Bij de overeenkomst wordt een gezamenlijk comité voor toezicht en toetsing opgericht voor dialoog en samenwerking tussen de EU en Guyana over het vergunningenstelsel. Het voorziet in een kader voor de participatie van belanghebbenden, sociale waarborgen, verantwoordingsplicht en transparantie. Ook wordt beschreven hoe klachten worden behandeld en hoe toezicht en verslaglegging zullen worden uitgevoerd.

Naast de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2173/2005 bedoelde producten, omvat de overeenkomst ook alle houtproducten die momenteel worden geproduceerd in, ingevoerd in en uitgevoerd uit Guyana.

De overeenkomst wordt geschraagd door het beginsel van non-discriminatie, wat betekent dat belanghebbenden van zowel binnen als buiten de bosbouwsector bij de overeenkomst zullen worden betrokken. Het gaat onder meer om belanghebbenden uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld, lokale en inheemse gemeenschappen en andere mensen die afhankelijk zijn van bossen.

In de overeenkomst wordt bepaald dat de invoer aan de grenzen van de Unie zal worden gecontroleerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 inzake het Flegt-vergunningensysteem en Verordening (EG) nr. 1024/2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de uitvoering ervan. De overeenkomst bevat een beschrijving van de Flegt-vergunning voor Guyana, die is opgesteld volgens de regels van de uitvoeringsverordening.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 995/2010 omdat de houtproducten die vallen onder Flegt-vergunningen die in Guyana in overeenstemming met de overeenkomst zijn afgegeven, zullen worden beschouwd als legaal gekapt zoals vastgesteld in artikel 3 van die verordening.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De sluiting van deze overeenkomst is van belang voor het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU omdat zij de handel in legaal gekapt hout bevordert en de governance van de bosbouw in Guyana versterkt door de transparantie, verantwoordingsplicht en participatie van belanghebbenden te verbeteren. De overeenkomst zal ook duurzaam bosbeheer versterken en bijdragen tot de bestrijding van de klimaatverandering door de reductie van de door ontbossing en bosdegradatie veroorzaakte emissies.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is artikel 207, lid 3, eerste alinea, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), v), en artikel 218, lid 7.

Aangezien de overeenkomst een juridisch kader biedt om ervoor te zorgen dat alle hout en houtproducten die vanuit Guyana in de EU worden ingevoerd, legaal zijn geproduceerd, is de EU exclusief bevoegd om de overeenkomst te sluiten in overeenstemming met artikel 207, lid 3, eerste alinea, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU. Bij artikel 218, lid 6, punt a), v), VWEU is bepaald dat de Raad dergelijke overeenkomsten sluit. Artikel 218, lid 7, VWEU verleent de Raad de bevoegdheid om de onderhandelaar te machtigen wijzigingen van de overeenkomst namens de EU goed te keuren, als de overeenkomst toestaat dat die wijzigingen krachtens een vereenvoudigde procedure of door een bij de overeenkomst opgericht orgaan worden aangenomen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing.

Evenredigheid

De sluiting van deze overeenkomst is in overeenstemming met het EU-Flegt-actieplan en gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 6, punt a), v), VWEU, waarin is bepaald dat de Raad besluiten over de sluiting van internationale overeenkomsten vaststelt.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadplegingen van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit initiatief heeft geen gevolgen voor de begroting.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplannen en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Niet van toepassing.

2022/0142 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de Vrijwillige Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Coöperatieve Republiek Guyana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van houtproducten in de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 3, eerste alinea, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), v), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement 5 ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)In mei 2003 heeft de Commissie de mededeling aan de Raad en het Europees Parlement goedgekeurd met als titel “Wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt): voorstel voor een EU-actieplan” 6 , waarin werd opgeroepen tot maatregelen ter bestrijding van illegale houtkap door middel van vrijwillige partnerschapsovereenkomsten met houtproducerende landen. In oktober 2003 heeft de Raad conclusies over het actieplan vastgesteld 7 en op 11 juli 2005 is een resolutie van het Europees Parlement over dit onderwerp aangenomen 8 .

(2)In overeenstemming met Besluit (EU) 2020/XX van de Raad 9 is de vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Coöperatieve Republiek Guyana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van houtproducten (“de overeenkomst”) op [ ] ondertekend 10 , onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(3)De overeenkomst moet worden goedgekeurd namens de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Vrijwillige Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Coöperatieve Republiek Guyana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van houtproducten wordt namens de Unie goedgekeurd.

De overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De Commissie verricht namens de Unie de in artikel 31 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving, waarmee de instemming van de Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uiting wordt gebracht.

Artikel 3

De Unie wordt vertegenwoordigd door de Commissie in het gemengd comité voor toezicht en toetsing, dat krachtens artikel 19 van de overeenkomst wordt opgericht.

De lidstaten kunnen als leden van de delegatie van de Unie deelnemen aan de vergaderingen van het gemengd comité voor toezicht en toetsing.

Artikel 4

Voor de wijziging van de bijlagen bij de overeenkomst krachtens artikel 25 van de overeenkomst wordt de Commissie gemachtigd in overeenstemming met de procedure van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad 11 dergelijke wijzigingen namens de Unie goed te keuren.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB C 268 van 7.11.2003, blz. 1.
(2)    COM(2003) 251.
(3)    PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1.
(4)    Raadsdocument 10229/2/05, niet openbaar (gederubriceerd op 24 september 2015).
(5)    PB C van , blz. .
(6)    COM(2003) 251.
(7)    PB C 268 van 7.11.2003, blz. 1.
(8)    PB C 157E van 6.7.2006, blz. 482.
(9)    Besluit (EU) 2018/XX van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Coöperatieve Republiek Guyana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van houtproducten in de Europese Unie (PB L [...] van [], blz. []). PB: gelieve nummer, datum en referentie van publicatie voor het doc. in te voegen.
(10)    PB: gelieve datum van ondertekening in te voegen.
(11)    Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1).
Top

Brussel, 10.5.2022

COM(2022) 200 final

BIJLAGE

bij het

voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de Vrijwillige Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Coöperatieve Republiek Guyana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van houtproducten in de Europese Unie


VRIJWILLIGE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST
TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN

DE COÖPERATIEVE REPUBLIEK GUYANA

INZAKE WETSHANDHAVING, GOVERNANCE EN HANDEL IN DE BOSBOUW

MET BETREKKING TOT DE INVOER VAN HOUTPRODUCTEN IN DE EUROPESE UNIE

EUROPESE UNIE, hierna “de Unie” genoemd,

en

DE COÖPERATIEVE REPUBLIEK GUYANA, hierna “Guyana” genoemd,

hierna samen “de partijen” genoemd,

GEZIEN de nauwe werkrelatie tussen de Unie en Guyana, met name in de context van de partnerschapsovereenkomst tussen de landen van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, die op 23 juni 2000 in Cotonou is ondertekend 1 en op 25 juni 2005 in Luxemburg en op 22 juni 2010 in Ouagadougou is herzien (hierna “de Overeenkomst van Cotonou” genoemd);

GEZIEN de gezamenlijke strategie voor een partnerschap tussen het Caribisch gebied en de Unie die is ontwikkeld op basis van het besluit van de in mei 2010 in Madrid georganiseerde top tussen de Unie en het Forum van de Caribische groep van de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de landen van de Stille Oceaan (Cariforum) en die gezamenlijk is opgesteld met de Unie en de Cariforum-staten;

GEZIEN de op 4 maart 2018 in Escazú, Costa Rica, vastgestelde regionale overeenkomst inzake toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied;


GEZIEN de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds 2 ;

GEZIEN de mededeling van de Commissie aan de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement met de titel “Wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt) – Voorstel voor een EU-actieplan”, die een eerste stap is in de dringende aanpak van de illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel;

OPNIEUW BEVESTIGEND dat de partijen het Handvest van de Verenigde Naties onderschrijven en gezien de beginselen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Verklaring van de Verenigde Naties over de rechten van inheemse volken;

OPNIEUW BEVESTIGEND dat de partijen het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten onderschrijven;

OPNIEUW BEVESTIGEND het belang van de beginselen en verbintenissen die zijn uiteengezet in de verklaring over de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van 2015, en met name de verbintenis om op een evenwichtige en geïntegreerde manier te komen tot duurzame ontwikkeling in de drie dimensies (economie, maatschappij en milieu) ervan;


In dit verband WIJZEND OP de duurzameontwikkelingsdoelstellingen en de bijbehorende streefcijfers, met name doelstelling 15.2 om overal ter wereld tegen 2020 de toepassing van het duurzaam beheer van alle soorten bossen te bevorderen, de ontbossing een halt toe te roepen, aangetaste bossen te herstellen en de bebossing en herbebossing aanzienlijk op te voeren;

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen van duurzaam bosbeheer zoals neergelegd in de Verklaring van Rio de Janeiro van 1992 inzake milieu en ontwikkeling, en met name beginsel 10 inzake het belang van publieke bewustwording van, betrokkenheid bij en inspraak in milieuvraagstukken, beginsel 20 inzake de rol van vrouwen in milieubeheer en ontwikkeling, en beginsel 22 inzake de cruciale rol van inheemse volken en hun gemeenschappen en andere lokale gemeenschappen in milieubeheer en ontwikkeling;

ERKENNENDE dat bossen een essentiële rol vervullen in het oplossen van het klimaatprobleem en in dit verband

WIJZEND op de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering, en met name artikel 5, waarin wordt opgeroepen de emissies als gevolg van ontbossing en bosdegradatie te reduceren en de rol van het behoud en het duurzaam beheer van bossen te versterken;

GEZIEN de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) en met name de eis dat de partijen bij Cites alleen Cites-uitvoervergunningen afgeven voor de in de bijlagen I, II of III vermelde soorten wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan, met name de voorwaarde dat de toepasselijke flora- en faunabeschermingswetten niet zijn geschonden;


OPNIEUW BEVESTIGEND dat de partijen belang hechten aan de beginselen en regels van het multilaterale handelssysteem, en met name aan de rechten en verplichtingen die zijn vastgesteld in de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) van 1994 en andere multilaterale overeenkomsten zoals opgesomd in bijlage 1A bij de Overeenkomst van Marrakesh van 15 april 1994 tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), en aan de noodzaak deze op transparante en niet-discriminerende wijze toe te passen;

GEZIEN Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap;

ERKENNENDE dat Guyana zich ertoe heeft verbonden om goed bestuur, duurzaam bosbeheer, wetshandhaving en handel in legaal gekapt hout te blijven bevorderen;

ERKENNENDE dat de uitvoering van een vrijwillige Flegt-partnerschapsovereenkomst duurzaam bosbeheer verder zal versterken en zal bijdragen tot de bestrijding van de klimaatverandering door de reductie van broeikasgasemissies ten gevolge van ontbossing en bosdegradatie en de rol van het behoud, het duurzaam beheer van bossen alsmede de versterking van de koolstofvoorraden in bossen in ontwikkelingslanden (REDD+);

ERKENNENDE dat het Guyaanse systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten is ontworpen om de wettigheid van alle onder deze overeenkomst vallende houtproducten te garanderen, ongeacht de bestemming;


ERKENNENDE het belang om bij de uitvoering van deze overeenkomst alle relevante belanghebbenden te betrekken via hun eigen representatieve instellingen, zowel binnen als buiten de bosbouwsector, ongeacht geslacht, leeftijd, locatie, godsdienst of overtuiging, etnische afkomst, huidskleur, taal, handicap of enige andere status, met inbegrip van de belanghebbenden uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en lokale en inheemse gemeenschappen, alsmede andere mensen die afhankelijk zijn van de bossen;

OPNIEUW de verbintenissen BEVESTIGEND die Guyana heeft gesloten uit hoofde van de grondwet, nationale wetgeving en internationale instrumenten en op basis waarvan dat land doeltreffende mechanismen zal instellen om alle relevante belanghebbenden in staat te stellen een bijdrage te leveren aan de uitvoering van deze overeenkomst;

ERKENNENDE dat de publicatie van niet-vertrouwelijke informatie essentieel is om de volledige en effectieve deelname te bevorderen van alle relevante en betrokken belanghebbenden binnen en buiten de bosbouwsector, ongeacht geslacht, leeftijd, locatie, godsdienst of overtuiging, etnische afkomst, huidskleur, taal, handicap of enige andere status, en dat de verstrekking van informatie daarom centraal staat in de uitvoering van deze overeenkomst;

VASTBESLOTEN om eventuele nadelige gevolgen voor de relevante belanghebbenden binnen en buiten de bosbouwsector als gevolg van de uitvoering van deze overeenkomst tot een minimum te beperken,

KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:


ARTIKEL 1

Doelstelling

Overeenkomstig de gezamenlijke verbintenis van de partijen tot duurzaam beheer van alle soorten bossen wordt met deze overeenkomst beoogd een rechtskader te bieden om ervoor te zorgen dat alle onder deze overeenkomst vallende houtproducten die uit Guyana in de Unie worden ingevoerd op legale wijze zijn geproduceerd, en aldus de handel in houtproducten te stimuleren.

Daarnaast vormt deze overeenkomst de basis voor dialoog en samenwerking tussen de partijen om volledige uitvoering van deze overeenkomst te vergemakkelijken en te bevorderen en de wetshandhaving en governance in de bosbouw te verbeteren.

ARTIKEL 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)    “bevoegde autoriteit(en)”: de autoriteit(en) die door de lidstaten van de Unie wordt/worden aangewezen om Flegt-vergunningen te ontvangen, te verifiëren en te aanvaarden;


b)    “uitvoer”: het feit dat een houtproduct het geografisch grondgebied van Guyana fysiek verlaat dan wel daaruit wordt verzonden, met uitzondering van houtproducten die worden doorgevoerd over het Guyaanse grondgebied;

c)    “Flegt-vergunning”: een document als bedoeld in aanhangsel 1 van bijlage IV waaruit blijkt dat een zending afkomstig is uit legale bronnen en is geverifieerd overeenkomstig de in deze overeenkomst vastgestelde criteria;

d)    “GS-code”: code van vier of zes cijfers volgens de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen, zoals vastgesteld bij het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van de Werelddouaneorganisatie;

e)    “invoer in de Unie”: het in de Unie in het vrije verkeer brengen, zoals bedoeld in artikel 201 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, van houtproducten die niet kunnen worden beschouwd als “goederen zonder handelskarakter” zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 21, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie;

f)    “onafhankelijke auditor”: de persoon of entiteit die met tussenpozen de werking, de geloofwaardigheid en de doeltreffendheid van het Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten beoordeelt;


g)    “gemengd comité voor toezicht en toetsing”: het door de partijen opgerichte comité om het beheer van, het toezicht op en de toetsing van deze overeenkomst te vergemakkelijken, met inbegrip van het beheer van de onafhankelijke audit, en tevens de dialoog en de uitwisseling van informatie tussen de partijen te vergemakkelijken;

h)    “legaal geproduceerd hout” (hierna ook “legaal gekapt hout” genoemd): houtproducten die zijn verkregen, gekapt, geproduceerd, verwerkt, vervoerd en verhandeld overeenkomstig de in bijlage II bij deze overeenkomst uiteengezette toepasselijke Guyaanse wetgeving en andere relevante bepalingen van deze overeenkomst; en, in het geval van ingevoerd hout, houtproducten die gekapt, geproduceerd, verwerkt, vervoerd en uitgevoerd zijn in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving van het land waar het hout is gekapt en de in bijlage V beschreven procedures;

i)    “vergunningverlenende autoriteit”: de door Guyana aangewezen autoriteit die bevoegd is om Flegt-vergunningen af te geven en geldig te verklaren;

j)    “in het vrije verkeer brengen”: een douaneregeling van de Unie waardoor goederen die niet uit de Unie komen, de douanestatus van Uniegoederen verkrijgen (overeenkomstig Verordening (EU) nr. 952/2013). Dit houdt in: de inning van verschuldigde invoerrechten; de inning, voor zover van toepassing, van andere heffingen; de toepassing van handelspolitieke maatregelen en verboden en beperkingen; en de vervulling van de andere formaliteiten voor de invoer van de goederen;


k)    “zending”: een hoeveelheid door een Flegt-vergunning gedekte houtproducten die door een verzender of expediteur vanuit Guyana is verzonden en bij een douanekantoor wordt aangeboden voor toelating tot het vrije verkeer in de Unie;

l)    “houtproducten in doorvoer”: houtproducten afkomstig uit een derde land die onder douanetoezicht het Guyaanse grondgebied binnenkomen en in ongewijzigde vorm het land verlaten, met behoud van hun land van oorsprong;

m)    “houtproducten”: alle producten die zijn opgesomd in bijlage I.

ARTIKEL 3

Flegt-vergunningensysteem

1.    Tussen de partijen bij deze overeenkomst wordt een vergunningensysteem inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt) ingesteld. Het Flegt-vergunningensysteem stelt een reeks procedures en vereisten vast die tot doel hebben om door middel van Flegt-vergunningen te verifiëren en te verklaren dat vanuit Guyana naar de Unie verzonden houtproducten legaal zijn geproduceerd. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 en deze overeenkomst zal de Unie dergelijke zendingen uit Guyana slechts aanvaarden voor invoer in de Unie indien zij gedekt zijn door een Flegt-vergunning.



2.    Het Flegt-vergunningensysteem geldt voor de in bijlage I genoemde houtproducten.

3.    De partijen komen overeen alle voor de invoering van het Flegt-vergunningensysteem benodigde maatregelen te nemen.

ARTIKEL 4

Vergunningverlenende autoriteit

1.    Guyana wijst een autoriteit aan als de Flegt-vergunningverlenende autoriteit en deelt de contactgegevens daarvan schriftelijk mee aan de Europese Commissie. De partijen maken die informatie toegankelijk voor het publiek.

2.    De vergunningverlenende autoriteit verifieert of de houtproducten legaal zijn geproduceerd overeenkomstig de in bijlage II vermelde wetgeving. De vergunningverlenende autoriteit geeft Flegt-vergunningen af voor elke zending houtproducten die legaal in Guyana is geproduceerd en bestemd is voor uitvoer naar de Unie.

3.    Wat ingevoerd hout betreft, geeft de vergunningverlenende autoriteit geen Flegt-vergunningen af voor producten die niet gekapt, geproduceerd of uitgevoerd zijn in overeenstemming met de wetgeving van het land waar het hout is gekapt of van het land waar het hout is geproduceerd.



4.    De vergunningverlenende autoriteit handhaaft de procedures met betrekking tot de afgifte van Flegt-vergunningen en maakt deze openbaar toegankelijk.

5.    De vergunningverlenende autoriteit houdt de gegevens bij van alle zendingen waarvoor Flegt-vergunningen zijn afgegeven die in overeenstemming zijn met diverse nationale wetten en beleidslijnen inzake gegevensbescherming en de vertrouwelijkheid van informatie en zij verstrekt die gegevens voor de in artikel 11 bedoelde onafhankelijke audit, waarbij de vertrouwelijke informatie van de exporteurs niet wordt vermeld.

ARTIKEL 5

Bevoegde autoriteiten van de Unie

1.    De Europese Commissie deelt aan Guyana schriftelijk de contactgegevens mee van de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat van de Europese Unie. De partijen maken deze informatie openbaar.

2.    De bevoegde autoriteiten verifiëren of elke zending wordt gedekt door een geldige Flegt-vergunning voordat deze wordt toegelaten tot het vrije verkeer in de Unie. Als er twijfel bestaat over de geldigheid van de Flegt-vergunning, kan het in het vrije verkeer brengen overeenkomstig bijlage III worden geweigerd en kan de zending worden tegengehouden.



3.    De bevoegde autoriteiten houden alle ontvangen Flegt-vergunningen bij en publiceren hiervan jaarlijks een overzicht.

4.    Overeenkomstig de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming geven de bevoegde autoriteiten de persoon of het orgaan dat door Guyana als onafhankelijke auditor is aangewezen, toegang tot de relevante documenten en gegevens.

5.    Artikel 5, lid 2, is niet van toepassing op houtproducten van de in de bijlagen bij Cites genoemde soorten, voor zover deze producten worden onderworpen aan de onderzoeksprocedure zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer. Voor houtproducten die aan deze onderzoeksprocedures worden onderworpen geldt echter de verificatie van de wettigheid in het kader van het in artikel 8 bedoelde Guyaanse systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten.

ARTIKEL 6

Flegt-vergunningen

1.    De vergunningverlenende autoriteit geeft een Flegt-vergunning af als bewijs dat de houtproducten legaal zijn geproduceerd.



2.    De Flegt-vergunning wordt in het Engels opgesteld en ingevuld op het in bijlage IV opgenomen formulier.

3.    De partijen kunnen overeenkomen een elektronisch systeem op te zetten voor de afgifte, de verzending en de ontvangst van Flegt-vergunningen.

4.    De technische specificaties en het formaat van en de procedure voor de afgifte van Flegt-vergunningen zijn beschreven in bijlage IV.

ARTIKEL 7

Definitie van legaal geproduceerd hout

1.    In artikel 2, punt h), wordt gedefinieerd en in bijlage II wordt gespecificeerd wat in deze overeenkomst wordt verstaan onder ‘legaal geproduceerd hout’; in die bijlage wordt een beschrijving gegeven van het nationale rechtskader alsook de beginselen, criteria, indicatoren en verificatiepunten van Guyana die moeten worden nageleefd om voor houtproducten een Flegt-vergunning te verkrijgen.

2.    Guyana zal het in bijlage II beschreven nationale rechtskader voor de bosbouwsector evalueren met het oog op de, indien nodig, versterking en de uitvoering van relevante beleidslijnen, wetten, voorschriften, statuten, strategieën, richtsnoeren, vrijwillige maatregelen en gedragscodes.


ARTIKEL 8

Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (Guyana Timber Legality Assurance System — GTLAS)

1.    Guyana gebruikt het bestaande systeem waarmee wordt geverifieerd dat houtproducten legaal zijn geproduceerd en dat alleen als zodanig geverifieerde zendingen naar de Unie worden uitgevoerd en brengt daarin, indien nodig, verbeteringen aan door het opzetten van het Guyaanse systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (Guyana Timber Legality Assurance System — GTLAS), zoals beschreven in bijlage V.

2.    Het GTLAS omvat nalevingscontroles waarmee zekerheid wordt verschaft dat houtproducten legaal geproduceerd zijn, ongeacht de markt van bestemming, en dat er geen Flegt-vergunningen worden afgegeven voor zendingen houtproducten die niet legaal gekapt of van onbekende oorsprong zijn.

ARTIKEL 9

Toepassing van het Guyaanse systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (GTLAS) op houtproducten die onder deze overeenkomst vallen

1.    Guyana verifieert met behulp van het GTLAS de wettigheid van houtproducten die worden uitgevoerd naar markten buiten de Unie en van houtproducten die worden verkocht op de binnenlandse markt, en verifieert de wettigheid van ingevoerde houtproducten met behulp van het systeem dat voor de uitvoering van deze overeenkomst is ontwikkeld.



2.    Om de toepassing van het GTLAS te ondersteunen, moedigt de Unie het gebruik van het systeem aan voor de handel op andere internationale markten en met derde landen.

3.    De Unie treft maatregelen om te voorkomen dat illegaal gekapt hout en hiervan afkomstige producten in de Unie op de markt worden gebracht in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving.

ARTIKEL 10

In het vrije verkeer brengen van zendingen met een Flegt-vergunning

1.    De procedures voor het in de Unie in het vrije verkeer brengen van zendingen met een Flegt-vergunning zijn beschreven in bijlage III.

2.    Indien een bevoegde autoriteit redelijke gronden heeft om te vermoeden dat een vergunning niet geldig of authentiek is of niet overeenkomt met de zending waarvoor deze wordt geacht te gelden, kan zij de in bijlage III beschreven procedures toepassen.

3.    Wanneer er tussen de vergunningverlenende autoriteit en de bevoegde autoriteiten herhaaldelijk meningsverschillen of problemen ontstaan over Flegt-vergunningen, wordt de zaak verwezen naar het in artikel 20 bedoelde gemengd comité voor toezicht en toetsing.


ARTIKEL 11

Onafhankelijke auditor

1.    De partijen spreken af op gezette tijden een onafhankelijke auditor in te schakelen om de werking, de geloofwaardigheid en de doeltreffendheid van het GTLAS, zoals beschreven in bijlage V, te beoordelen.

2.    Guyana schakelt in overleg met de Unie een onafhankelijke auditor in voor de in bijlage VI beschreven taken.

3.    Deze onafhankelijke auditor is een natuurlijke persoon dan wel een rechtspersoon, of groepering daarvan, zonder belangenconflicten, met inbegrip van maar niet beperkt tot conflicten vanwege organisatorische of commerciële betrekkingen met de Unie, met de Guyaanse regelgevende instanties voor de bosbouwsector, met de vergunningverlenende autoriteit of met eenieder die is belast met de verificatie van de wettigheid van de houtproductie, of met een marktdeelnemer die een commerciële activiteit in de bosbouwsector verricht.

4.    De onafhankelijke auditor heeft een welomschreven managementstructuur en opereert volgens gepubliceerde beleidsregels, methoden en procedures die voldoen aan internationaal aanvaarde praktijken.

5.    De onafhankelijke auditor verwijst klachten in verband met zijn werkzaamheden door naar het in artikel 20 bedoelde gemengd comité voor toezicht en toetsing.



6.    De onafhankelijke auditor deelt zijn bevindingen in verslagen mee aan de partijen overeenkomstig het in bijlage VI beschreven procedurehandboek. De verslagen van de onafhankelijke auditor worden bekendgemaakt overeenkomstig de in bijlage IX beschreven procedures.

7.    De partijen ondersteunen, in overeenstemming met hun respectieve diverse nationale wetten en beleidslijnen inzake gegevensbescherming en de vertrouwelijkheid van informatie, het werk van de onafhankelijke auditor, met name door ervoor te zorgen:

   dat deze toegang heeft tot de documenten, informatie en andere materialen die nodig zijn voor het uitoefenen van de taken;

   dat deze documenten, informatie en andere benodigde materialen kan documenteren en kopiëren.

ARTIKEL 12

Onregelmatigheden

De partijen stellen elkaar overeenkomstig artikel 22 schriftelijk op de hoogte wanneer zij een redelijk vermoeden of bewijs hebben dat het Flegt-vergunningensysteem wordt omzeild, met inbegrip van maar niet beperkt tot de volgende gevallen:

a)    omzeiling van de handelsvoorschriften, bijvoorbeeld door de handel van Guyana naar de Unie om te leiden via een derde land, wanneer het waarschijnlijk is dat dit gebeurt om de vergunningsvereisten te omzeilen;


b)    Flegt-vergunningen voor houtproducten die hout bevatten dat afkomstig is uit derde landen en waarvan het vermoeden bestaat dat dit illegaal is geproduceerd;

c)    fraude bij het verkrijgen of het gebruik van Flegt-vergunningen.

ARTIKEL 13

Inwerkingtreding van het Flegt-vergunningensysteem

1.    De partijen stellen elkaar via het in artikel 20 bedoelde gemengd comité voor toezicht en toetsing op de hoogte wanneer zij van oordeel zijn dat zij de noodzakelijke voorbereidingen hebben voltooid zodat het Flegt-vergunningensysteem volledig operationeel kan worden.

2.    De partijen laten via het gemengd comité voor toezicht en toetsing een onafhankelijke beoordeling van het Flegt-vergunningensysteem uitvoeren. De beoordeling zal bepalen of het GTLAS zijn functies vervult op basis van de criteria van bijlage VIII en of de systemen in de Unie voor het ontvangen, verifiëren en aanvaarden van Flegt-vergunningen aanwezig zijn.

3.    Het gemengd comité voor toezicht en toetsing beveelt op basis van de in lid 2 bedoelde beoordeling al dan niet de inwerkingtreding van het Flegt-vergunningensysteem aan.



4.    Op basis van een aanbeveling van het gemengd comité voor toezicht en toetsing voor de inwerkingtreding van het Flegt-vergunningensysteem melden de partijen elkaar schriftelijk een datum waarop het Flegt-vergunningensysteem operationeel wordt.

5.    Op basis van een aanbeveling van het gemengd comité voor toezicht en toetsing voor de niet-inwerkingtreding van het Flegt-vergunningensysteem komen de partijen via het gemengd comité voor toezicht en toetsing de maatregelen overeen die moeten worden genomen in de aanloop naar de inwerkingtreding.

ARTIKEL 14

Tijdschema voor de uitvoering van de overeenkomst

Het in artikel 20 bedoelde gemengd comité van toezicht en toetsing stelt een tijdschema op voor de uitvoering van deze overeenkomst en beoordeelt de voortgang van de uitvoering aan de hand van dat tijdschema.

ARTIKEL 15

Ondersteunende maatregelen

1.    In bijlage VII hebben de partijen gebieden vastgesteld waar extra technische en financiële middelen nodig zijn om deze overeenkomst uit te voeren.



2.    Voor het ter beschikking stellen van de in lid 1 bedoelde middelen gelden de gebruikelijke procedures die van toepassing zijn op de programmering van steun van de Unie en de lidstaten aan Guyana en de eigen begrotingsprocedures van Guyana.

3.    Guyana zorgt ervoor dat in de nationale planningsinstrumenten, zoals de armoedebestrijdingsstrategieën en -begrotingen, het nodige wordt voorzien ter versterking van zijn capaciteit om deze overeenkomst uit te voeren.

4.    De partijen zien erop toe dat activiteiten in verband met de uitvoering van deze overeenkomst worden afgestemd op relevante bestaande en toekomstige ontwikkelingsinitiatieven, zoals de maatregelen ter ondersteuning van de reductie van broeikasgasemissies ten gevolge van ontbossing en bosdegradatie en de rol van het behoud, het duurzaam beheer van bossen en de verbetering van de koolstofvoorraden van bossen in ontwikkelingslanden.

ARTIKEL 16

Betrokkenheid van de belanghebbenden bij de uitvoering van deze overeenkomst

1.    Guyana ziet erop toe dat de uitvoering van en het toezicht op deze overeenkomst op transparante en participatieve wijze gebeuren samen met alle relevante belanghebbenden via hun eigen instellingen, ongeacht geslacht, leeftijd, locatie, godsdienst of overtuiging, etnische afkomst, huidskleur, taal, handicap of enige andere status, met inbegrip van de belanghebbenden uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en lokale en inheemse gemeenschappen, alsmede andere mensen die afhankelijk zijn van bossen.



2.    Guyana zorgt voor de tijdige oprichting van de nationale uitvoeringswerkgroep (National Implementation Working Group – NIWG) die toezicht zal houden op de uitvoering van deze overeenkomst en is samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken overheidsinstanties en vertegenwoordigers van alle betrokken belanghebbenden.

3.    Guyana pleegt regelmatig overleg over de uitvoering van deze overeenkomst met alle betrokken belanghebbenden, ongeacht geslacht, leeftijd, locatie, godsdienst of overtuiging, etnische afkomst, huidskleur, taal, handicap of enige andere status, met inbegrip van de belanghebbenden uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en lokale en inheemse gemeenschappen, alsmede andere mensen die afhankelijk zijn van bossen. In dat verband ontwikkelt en gebruikt Guyana strategieën, modaliteiten en programma’s om de belanghebbenden op zinvolle wijze te raadplegen.

4.    De Unie pleegt regelmatig overleg met haar belanghebbenden over de uitvoering van deze overeenkomst en houdt daarbij rekening met haar verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (Verdrag van Aarhus).

ARTIKEL 17

Sociale waarborgen

1.    De partijen spreken af de gevolgen van deze overeenkomst regelmatig te evalueren teneinde de mogelijke nadelige effecten voor de belanghebbenden binnen en buiten de bosbouwsector, ongeacht geslacht, leeftijd, locatie, godsdienst of overtuiging, etnische afkomst, huidskleur, taal, handicap of enige andere status, tot een minimum te beperken.



2.    De partijen gaan na welke gevolgen deze overeenkomst heeft voor de belanghebbenden en treffen redelijke en passende maatregelen om eventuele nadelige effecten te verzachten en maken, indien nodig, afspraken over aanvullende maatregelen om die nadelige effecten aan te pakken.

ARTIKEL 18

Inspanningen om andere overeenkomsten uit te voeren of te ratificeren

De partijen bevestigen opnieuw dat zij zich inzetten voor de doeltreffende uitvoering van internationale en regionale overeenkomsten, verdragen en conventies waarbij zij partij zijn, met inbegrip van multilaterale milieuovereenkomsten en overeenkomsten inzake klimaatactie, verdragen inzake de mensenrechten en de rechten van inheemse volken, en arbeids- en handelsovereenkomsten. De partijen blijven zich inspannen om internationale en regionale overeenkomsten, verdragen en conventies te ratificeren en verder uit te voeren.

ARTIKEL 19

Marktstimulerende maatregelen

Rekening houdend met deze overeenkomst en andere relevante internationale verplichtingen, streeft de Unie naar de bevordering van gunstige toegang tot haar markt voor de houtproducten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, onder meer door:

a)    de aanmoediging van openbare en particuliere aankoopprocedures waarin de inspanningen om legaal geproduceerde houtproducten te leveren worden erkend; en


b)    een betere waardering van producten met een Flegt-vergunning op de markt van de Unie.

ARTIKEL 20

Gemengd comité voor toezicht en toetsing

1.    De partijen richten binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze overeenkomst een gemengd comité voor toezicht en toetsing (hierna “het gemengd comité” genoemd) op om het beheer van, het toezicht op en de toetsing van deze overeenkomst, met inbegrip van de organisatie van de onafhankelijke audit, te vergemakkelijken. Het gemengd comité bevordert tevens de dialoog en de informatie-uitwisseling tussen de partijen.

2.    Elke partij wijst haar vertegenwoordigers in het gemengd comité aan. Het gemengd comité neemt zijn besluiten bij consensus. Het gemengd comité wordt gezamenlijk voorgezeten door twee van zijn leden, waarvan er één wordt aangewezen door Guyana en de andere door de Unie.

3.    Het comité stelt zijn eigen reglement van orde vast.

4.    Het gemengd comité komt ten minste twee keer per jaar bijeen op een door de partijen te bepalen datum en plaats.



5.    Het gemengd comité zorgt ervoor dat zijn werkzaamheden transparant zijn en dat relevante informatie over zijn werkzaamheden en besluiten toegankelijk zijn voor het publiek.

6.    Het gemengd comité publiceert een jaarverslag overeenkomstig de criteria van bijlage X.

7.    De specifieke functies van het gemengd comité worden beschreven in bijlage IX.

ARTIKEL 21

Verslaglegging en openbaarmaking van informatie

1.    De openbare toegang tot informatie is essentieel om de governance te verbeteren en daarom staat de verstrekking van relevante informatie aan belanghebbenden centraal in deze overeenkomst. Informatie wordt ter beschikking van het publiek gesteld om de invoering van en het toezicht op de systemen te vergemakkelijken en aldus het vertrouwen van de belanghebbenden en consumenten te verbeteren alsmede de verantwoordingsplicht van de partijen te waarborgen. In bijlage IX is nader beschreven welke informatie moet worden gepubliceerd.

2.    Bij het openbaar maken van de in lid 1 bedoelde informatie houdt elke partij rekening met de meest geschikte mechanismen, met inbegrip van onder meer media, documenten, internet, workshops en jaarverslagen. De partijen streven er met name naar de diverse belanghebbenden uit de bosbouwsector te voorzien van betrouwbare, relevante en actuele informatie door middel van de in bijlage IX genoemde methoden voor de uitvoering.


ARTIKEL 22

Communicatie over de uitvoering van de overeenkomst

1.    De vertegenwoordigers van de partijen die verantwoordelijk zijn voor officiële mededelingen over de uitvoering van deze overeenkomst, zijn:

   voor a) Guyana: de minister van Financiën;

   voor b) de Unie: het hoofd van de delegatie van de Unie in Guyana.

2.    De partijen delen elkaar tijdig de informatie mee die noodzakelijk is voor de uitvoering van deze overeenkomst, met inbegrip van wijzigingen met betrekking tot de in lid 1 genoemde vertegenwoordigers.

ARTIKEL 23

Vertrouwelijke informatie

De partijen verbinden zich ertoe, binnen de grenzen van hun eigen wetgeving, vertrouwelijke informatie die in het kader van deze overeenkomst wordt uitgewisseld, niet vrij te geven. De partijen publiceren geen in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde informatie met betrekking tot bedrijfsgeheimen of vertrouwelijke commerciële informatie.


ARTIKEL 24

Territoriale toepassing

Deze overeenkomst is van toepassing op de grondgebieden waar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is op de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, enerzijds, en op Guyana, anderzijds.

ARTIKEL 25

Overleg en bemiddeling

1.    De partijen streven er te allen tijde naar overeenstemming over de uitlegging en toepassing van deze overeenkomst te bereiken en eventuele geschillen op te lossen door eerst te goeder trouw overleg te plegen en gebruik te maken van bemiddeling om tot een onderling overeengekomen oplossing te komen.

2.    Een partij die overleg wil voeren, stelt de andere partij en het gemengd comité schriftelijk hiervan in kennis en geeft daarbij het onderwerp en een samenvatting van de argumenten ter ondersteuning van het verzoek aan.



3.    De aanzet tot overleg wordt binnen veertig dagen gegeven en wordt binnen negentig dagen na de datum van indiening van het verzoek als afgerond beschouwd, tenzij beide partijen anders overeenkomen. Niettegenstaande het voornoemde overleg, kan elk van de partijen in geval van dringende zaken binnen 15 dagen de aanzet tot overleg geven. Dertig dagen na de datum van indiening van het verzoek zal dat overleg worden afgerond, tenzij beide partijen anders overeenkomen.

4.    Indien overleg niet tot een onderling overeengekomen oplossing leidt, kunnen beide partijen overeenkomen een beroep te doen op een bemiddelaar. Niettemin kan elk van de partijen het geschil ter arbitrage voorleggen zonder een beroep te doen op een bemiddelaar.

5.    De partijen kiezen gezamenlijk een bemiddelaar binnen 15 dagen na de datum waarop is besloten een beroep te doen op bemiddeling. De bemiddelaar ontvangt informatie van beide partijen en belegt een bemiddelingsbijeenkomst. Tenzij beide partijen anders overeenkomen, geeft de bemiddelaar, uiterlijk zestig dagen nadat hij is gekozen, een advies over de wijze waarop het geschil moet worden opgelost in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst.

6.    Het advies van de bemiddelaar is niet bindend.


ARTIKEL 26

Arbitrage

1.    Indien de partijen er niet in zijn geslaagd het geschil op te lossen door middel van overleg en bemiddeling als bedoeld in artikel 25, verzoekt een van de partijen om instelling van een arbitragepanel door de andere partij en het Internationaal Bureau van het Permanent Hof van Arbitrage (PHA) schriftelijk in kennis te stellen. In het verzoek worden de specifieke maatregelen vermeld die in het geding zijn en wordt uitgelegd waarom die maatregelen een inbreuk op de bepalingen van de overeenkomst zijn.

2.    Het arbitragepanel bestaat uit drie arbiters die worden benoemd volgens de arbitrageregels van het PHA van 2012.

3.    De uitspraak van het arbitragepanel is bindend voor de partijen, die alle noodzakelijke maatregelen nemen om de uitspraak van het arbitragepanel te goeder trouw na te leven.

4.    De partijen stellen elkaar en het gemengd comité in kennis van de maatregelen die zij hebben genomen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven. Het gemengd comité evalueert de door de partijen genomen maatregelen om de uitspraak na te leven en beveelt, indien nodig, aanvullende of corrigerende maatregelen aan om te waarborgen dat de uitspraak van het arbitragepanel ten volle wordt nageleefd. Elk van de partijen kan het arbitragepanel verzoeken uitspraak te doen over de naleving van de oorspronkelijke uitspraak.

5.    Het gemengd comité stelt de werkwijze van de arbiters vast.


ARTIKEL 27

Wijzigingen

1.    Elk van de partijen die deze overeenkomst wil wijzigen, dient daartoe ten minste één (1) maand vóór de volgende vergadering van het gemengd comité een voorstel bij de andere partij in. Het gemengd comité bespreekt het voorstel en formuleert een aanbeveling over de voorgestelde wijziging als er overeenstemming wordt bereikt. Beide partijen nemen de aanbeveling in overweging en als zij het ermee eens zijn, wordt het voorstel vastgesteld volgens hun eigen wettelijke procedures.

2.    Wijzigingen die overeenkomstig lid 1 door beide partijen zijn aangenomen treden in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.

3.    Het gemengd comité is bevoegd om wijzigingen van de bijlagen bij deze overeenkomst goed te keuren.

4.    Alle wijzigingen moeten worden meegedeeld aan de gezamenlijke depositarissen van deze overeenkomst.


ARTIKEL 28

Opschorting

1.    Als een van de partijen deze overeenkomst wil opschorten, stelt zij de andere partij schriftelijk van dit voornemen op de hoogte en wordt de zaak daarna door de partijen besproken binnen één (1) maand na de ontvangst van deze kennisgeving.

2.    Elk van de partijen kan de toepassing van deze overeenkomst opschorten indien de andere partij een wezenlijke inbreuk maakt op de overeenkomst.

3.    Het besluit tot opschorting en de redenen daarvoor worden schriftelijk meegedeeld aan de andere partij.

4.    De voorwaarden van deze overeenkomst zijn dertig (30) kalenderdagen na de in lid 3 bedoelde kennisgeving niet meer van toepassing.

5.    Dertig kalenderdagen nadat de partij die de overeenkomst heeft opgeschort de andere partij heeft meegedeeld dat de redenen voor de opschorting niet langer gelden, wordt de toepassing van deze overeenkomst hervat.


ARTIKEL 29

Opzegging

Elk van de partijen kan de andere partij schriftelijk in kennis stellen van haar voornemen en de zaak wordt vervolgens besproken door het gemengd comité.

Twaalf (12) maanden na de datum van die kennisgeving houdt de overeenkomst dan op van toepassing te zijn.

ARTIKEL 30

Looptijd

1.    Deze overeenkomst geldt voor een periode van tien (10) jaar, tenzij de partijen de overeenkomst op grond van respectievelijk artikel 28 of 29 opschorten of opzeggen.

2.    De overeenkomst wordt telkens automatisch met vijf (5) jaar verlengd, tenzij een partij afziet van verlenging en dit ten laatste twaalf (12) maanden voordat de overeenkomst verstrijkt schriftelijk meedeelt aan de andere partij.


ARTIKEL 31

Bijlagen

De bijlagen bij deze overeenkomst vormen een integrerend deel van de overeenkomst.

ARTIKEL 32

Authentieke teksten

Deze overeenkomst wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. Bij interpretatieverschillen geldt de Engelse tekst.

ARTIKEL 33

Inwerkingtreding

1.    Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar schriftelijk meedelen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.



2.    De in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt toegezonden aan de minister van Financiën van Guyana en aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, die de gezamenlijke depositarissen van deze overeenkomst zijn.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te ...,

Voor de Coöperatieve Republiek Guyana    Voor de Europese Unie

BIJLAGEN

1.    Bijlage I: Lijst van producten: codes van het geharmoniseerd systeem voor houtproducten die onder het Flegt-vergunningensysteem vallen

2.    Bijlage II: Definitie van wettigheid

3.    Bijlage III: Voorwaarden waaronder houtproducten met een Flegt-vergunning die vanuit Guyana worden uitgevoerd in de Unie in het vrije verkeer mogen worden gebracht

4.    Bijlage IV: Vereisten en technische specificaties voor Flegt-vergunningen

5.    Bijlage V: Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (GTLAS)

6.    Bijlage VI: Mandaat voor de onafhankelijke audit van het GTLAS

7.    Bijlage VII: Ondersteunende maatregelen en financieringsmechanismen

8.    Bijlage VIII: Criteria voor het beoordelen van de werking van het Guyaanse systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (GTLAS)

9.    Bijlage IX: Openbare toegang tot informatie over het Flegt-vergunningensysteem

10.    Bijlage X: Gemengd comité voor toezicht en toetsing



BIJLAGE I

LIJST VAN PRODUCTEN:
CODES VAN HET GEHARMONISEERD SYSTEEM VOOR HOUTPRODUCTEN DIE ONDER HET FLEGT-VERGUNNINGENSYSTEEM VALLEN

De lijst in deze bijlage verwijst naar het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, zoals vastgesteld bij het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van de Werelddouaneorganisatie.

GS-codes

Beschrijving

4403

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

4404

Hoephout; gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt

doch niet overlangs gezaagd; hout, ruw bewerkt of afgerond, doch niet gedraaid, noch gebogen, noch op andere wijze bewerkt, voor wandelstokken, voor paraplu’s, voor gereedschapsstelen en dergelijke; spaanhout en hout in repen, linten en dergelijke

4406

Houten dwarsliggers en wisselhouten

4407

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

4408

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm

4409

Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuind, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden

4412

Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout

4418

Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, daaronder begrepen panelen met cellenstructuur, ineengezette panelen voor vloerbedekking en dakspanen (“shingles” en “shakes”), van hout

_______________



BIJLAGE II

DEFINITIE VAN WETTIGHEID

1.    Lijst van afkortingen

2.    Inleiding

3.    Definities

4.    Wettigheidsschema’s

4.1    Wettigheidsschema A voor de legale uitvoering van bosbouwactiviteiten door een FSO

4.2    Wettigheidsschema B voor een vergunning inzake staatsbossen (grote concessie)

4.3    Wettigheidsschema C voor een vergunning inzake staatsbossen (kleine concessie)

4.4    Wettigheidsschema D voor een Amerindiaans dorp



4.5    Wettigheidsschema E voor particuliere grond

4.6    Wettigheidsschema F voor op herbestemde staatsgrond gerecupereerde houtproducten

4.7    Wettigheidsschema G voor in beslag genomen houtproducten

4.8    Wettigheidsschema H voor de verwerking en verkoop van houtproducten

4.9    Wettigheidsschema I voor de uitvoer en invoer van houtproducten

5.    Verklarende woordenlijst

6.    Aanhangsel: Toepasselijke verwijzingen naar wetgeving


1.    Lijst van afkortingen

AOP    Annual Operations Plan (jaarlijks exploitatieplan)

EPA    Environmental Protection Agency (agentschap milieubescherming)

EU    Europese Unie

FCA    Forest Concession Agreement (bosconcessieovereenkomst)

FD    Finance Division (afdeling financiën)

Flegt    Forest Law Enforcement, Governance and Trade (wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw)

FMP    Forest Management Plan (bosbeheerplan)

FMD    Forest Monitoring Division (afdeling bosbewaking)

FRMD    Forest Resource Management Division (afdeling bosbeheer)

FSO    Forest Sector Operator (exploitant in de bosbouwsector)


GFC
   Guyana Forestry Commission (Guyaanse commissie voor bosbouw)

GGMC    Guyana Geology and Mines Commission (Guyaanse commissie voor geologie en mijnen)

GLSC    Guyana Lands and Surveys Commission (Guyaanse commissie voor kadaster en landmeting)

RA    Revenue Authority (belastingdienst)

GTLAS    Guyana Timber Legality Assurance System (Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten)

DW    Definitie van wettigheid

MISD    Management Information Systems Database (databank van beheerinformatiesystemen)

MSP    Ministry of responsible for Social Protection (Ministerie van Sociale Bescherming)

MAA    Ministry of Amerindian Affairs (Ministerie van Amerindiaanse zaken)

MPW    Ministry of Public Works (Ministerie van Openbare Werken)

NAREI    National Agricultural Research and Extension Institute (nationaal instituut voor landbouwonderzoek en -uitbreiding)


NIB    National Insurance Board (nationale verzekeringsraad)

NTWG    National Technical Working Group (nationale technische werkgroep)

PBM    Persoonlijke beschermingsmiddelen

SFA    State Forest Authorisation (vergunning inzake staatsbossen)

VC    Village Council (dorpsraad)

VPA    Voluntary Partnership Agreement (vrijwillige partnerschapsovereenkomst)

WTS    Wood Tracking System (systeem voor houttracering)


2.    Inleiding

Deze bijlage bevat de definitie van wettigheid (DW) voor “legaal gekapt hout” die op deze overeenkomst van toepassing is. Indien nodig kan de DW tijdens de uitvoering van deze overeenkomst worden bijgewerkt in overeenstemming met de bepalingen van artikel 27 van deze overeenkomst.

De DW maakt integraal deel uit van het in bijlage V omschreven Guyaanse systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (GTLAS).

De DW is gebaseerd op het toepasselijke nationale wet- en regelgevingskader en bevat beginselen, criteria, indicatoren en verificatiepunten die nodig zijn om de naleving van dat kader aan te tonen.

De DW bevat tevens aanvullende verwijzingen naar wetgeving die van belang zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst en de algemene werking van het GTLAS. Deze verwijzingen en andere toepasselijke wet- en regelgeving zijn te vinden in het aanhangsel van deze bijlage. De DW is van toepassing op alle exploitanten in de bosbouwsector (FSO’s) in het hele land en op alle in bijlage I genoemde houtproducten, en beslaat de binnenlandse en internationale handel.


De DW werd ontwikkeld door middel van een participatief proces met diverse belanghebbenden dat gecoördineerd werd door de National Technical Working Group (NTWG), waarin een grote meerderheid van de belangrijkste belanghebbenden uit de Guyaanse bosbouwsector en andere belangengroepen vertegenwoordigd waren. Voor de ontwikkeling van de DW zijn in het hele land verschillende workshops georganiseerd, waarbij de belangrijkste belanghebbenden informatie kregen over het proces voor de totstandkoming van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst (VPA). Ook werden de belanghebbenden geraadpleegd over en werd hun goedkeuring gevraagd van de details van de verschillende onderdelen van de DW.

Tot de geraadpleegde belanghebbenden behoorden houtverwerkingsbedrijven, houtzagerijen, fabrikanten, houthandelaren, houtexporteurs, houtimporteurs, transporteurs, douane-expediteurs alsmede vertegenwoordigers van houtverwerkingsverenigingen, Amerindiaanse dorpen en gemeenschappen, niet-gouvernementele organisaties, met inbegrip van inheemse organisaties, en ministeries en/of overheidsinstanties.


Structuur en inhoud van de schema’s van de definitie van wettigheid

De DW is onderverdeeld in negen schema’s die verband houden met de verschillende soorten activiteiten. Elk schema bestaat uit een reeks beginselen waarmee de primaire wettelijke verplichtingen worden vastgesteld, met bijbehorende criteria die in detail de wettelijke vereisten beschrijven om de naleving van elk beginsel te garanderen. Elk criterium omvat indicatoren die horen bij de maatregel(en) om aan het criterium te voldoen. Voorts leveren de verificatiepunten het bewijs dat elke indicator is nageleefd en berusten zij op het nationale rechtskader (verwijzingen naar wetgeving) dat de wettelijke en procedurele eisen voorschrijft die in acht moeten worden genomen om aan het verificatiepunt te voldoen.

De naleving door een FSO van de indicatoren dient om de overeenstemming ervan met de DW aan te tonen. De verantwoordelijke instanties in de onderstaande schema’s zijn de ministeries en/of de overheidsinstanties die verifiëren of een FSO de indicatoren van de DW naleeft.

Aan elke indicator zijn verificatiepunten gekoppeld. Er zijn twee soorten verificatiepunten:

sommige verificatiepunten worden door ministeries en/of overheidsinstanties uitgegeven op basis van hun interne procedures en interne controles voor de uitgifte ervan. In deze gevallen leeft de FSO de indicatoren na wanneer hij over het vereiste geldige verificatiepunt beschikt.


Andere verificatiepunten worden eveneens door de ministeries en/of overheidsinstanties uitgegeven in het kader van hun mandaat, maar dan door middel van regelmatige inspecties van de activiteiten van de FSO’s. De inspectieverslagen die naar aanleiding van deze inspecties worden uitgebracht, zijn de verificatiepunten. In deze gevallen bepalen de indicatoren aan welke eisen de FSO moet voldoen. De naleving wordt beoordeeld door middel van de inspectie en het inspectieverslag bevat het resultaat van de beoordeling.

Om de toepassing van het GTLAS-procedurehandboek voor verificatie, dat tijdens de ontwikkelingsfase van het GTLAS zal worden uitgewerkt, verder te vergemakkelijken, wordt een onderscheid gemaakt tussen statische en dynamische verificatiepunten.

Statische verificatiepunten helpen bij het aantonen van de wettelijke naleving voor criteria van de DW die niet rechtstreeks verband houden met de bewegingen van hout in de toeleveringsketen en/of verband houden met de langetermijnactiviteiten van de FSO’s. Zij worden eenmalig of periodiek uitgegeven en zijn geldig voor de desbetreffende periode. Statische verificatiepunten worden geverifieerd voor een volledige periode (looptijd van de concessie of wettelijke geldigheidsperiode).

Dynamische verificatiepunten omvatten, maar zijn niet beperkt tot, de verificatiepunten die rechtstreeks verband houden met de bewegingen van houtproducten in de toeleveringsketen binnen Guyana. Voor deze verificatiepunten gelden de toepasselijke eisen op elk kritisch controlepunt van de toeleveringsketen. Dynamische verificatiepunten worden uitgegeven en zijn geldig voor één enkele zending en worden daarom routinematig in de toeleveringsketen gemonitord en gecontroleerd.


Lijst van schema’s met een gedetailleerde uiteenzetting van de eisen ten aanzien van elke FSO in verband met de volgende soorten activiteiten:

Soorten activiteiten

Schema

Titel

Alle FSO’s

A

Wettigheidsschema voor de legale uitvoering van bosbouwactiviteiten door een FSO

Grote concessie

B

Wettigheidsschema voor een vergunning inzake staatsbossen (grote concessie)

Kleine concessie

C

Wettigheidsschema voor een vergunning inzake staatsbossen (kleine concessie)

Amerindiaans dorp

D

Wettigheidsschema voor een Amerindiaans dorp

Particuliere grond

E

Wettigheidsschema voor particuliere grond

Op herbestemde staatsgrond gerecupereerde houtproducten

F

Wettigheidsschema voor op herbestemde staatsgrond gerecupereerde houtproducten

FSO’s die de Forests Act No. 6 van 2009 (boswet van 2009) overtreden

G

Wettigheidsschema voor in beslag genomen houtproducten

Verwerking en verkoop van houtproducten

H

Wettigheidsschema voor de verwerking en verkoop van houtproducten

Uitvoer en invoer van hout

I

Wettigheidsschema voor de uitvoer en invoer van houtproducten

Alle FSO-categorieën moeten voldoen aan de toepasselijke eisen van wettigheidsschema A voor de legale uitvoering van bosbouwactiviteiten door een FSO, en de andere schema’s die betrekking hebben op hun activiteiten. Bij inbeslagneming vanwege mogelijke overtreding van de Forests Act No. 6 van 2009 moet de FSO voldoen aan de toepasselijke eisen die zijn opgenomen in wettigheidsschema G voor in beslag genomen houtproducten.



3.    Definities

Een FSO is een natuurlijke persoon of rechtspersoon die is geregistreerd bij en is erkend door de Guyana Forestry Commission voor het uitvoeren van bosbouwactiviteiten.

Een natuurlijke persoon of rechtspersoon kan worden gedefinieerd als een eenmanszaak en/of een persoon die is geregistreerd ingevolge de Business Names (Registration) Act (wet op bedrijfsregistratie), hoofdstuk 90:05, de Partnership Act (wet op personenvennootschappen), hoofdstuk 89:02, de Companies Act (wet op vennootschappen), hoofdstuk 89:01, de Friendly Societies Act (wet op verenigingen van onderlinge hulp), hoofdstuk 36:04 of de Co‑operative Societies Act (wet op coöperatieve verenigingen), hoofdstuk 88:01.

De FSO’s worden ingedeeld op basis van:

   grote concessies — zoals gedefinieerd in artikel 8 van de Forests Act No. 6 van 2009 als een gebied groter dan 8 097 hectare.

FSO’s met een grote concessie moeten beschikken over een door de GFC verleende vergunning inzake staatsbossen. Deze vergunningen inzake staatsbossen kunnen zowel een bosconcessieovereenkomst als een exploratievergunning zijn. Bosconcessieovereenkomsten kunnen ofwel overeenkomsten inzake houtverkoop, ofwel pachtovereenkomsten inzake houtkap zijn die voor een periode van maximaal 40 jaar worden gesloten of onder bepaalde voorwaarden kunnen worden verlengd. Een bosconcessieovereenkomst wordt pas gesloten nadat de FSO een exploratievergunning heeft verkregen;


   kleine concessies — zoals gedefinieerd in artikel 7 van de Forests Act No. 6 van 2009 als een gebied van maximaal 8 097 hectare.

FSO’s met een kleine concessie moeten beschikken over een vergunning inzake staatsbossen die ofwel een toelating inzake staatsbossen ofwel een beheerovereenkomst voor gemeenschapsbossen kan zijn. Deze vergunningen inzake staatsbossen worden door de GFC verleend voor een periode van maximaal twee jaar en kunnen onder bepaalde voorwaarden worden verlengd;

   Amerindiaans dorpin artikel 2 van de Amerindian Act (wet op Amerindiaanse volkeren), hoofdstuk 29:01, wordt dorp of Amerindiaans dorp (“Village” of “Amerindian Village”) gedefinieerd als “een groep Amerindianen die dorpsgronden bezetten of gebruiken” en worden dorpsgronden (“Village lands”) gedefinieerd als “gronden die gemeenschappelijk eigendom zijn van een dorp krachtens een titel die aan de dorpsraad is toegekend in naam en ten behoeve van het dorp”.

Aan een dorpsraad wordt een absolute overdracht of een titelcertificaat toegekend om grondbezit aan te tonen. Een Amerindiaans dorp wordt een FSO wanneer het een contract aangaat met de GFC voor het uitvoeren van commerciële houtkap binnen de grenzen van het Amerindiaans dorp;


   particuliere grondin artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 wordt particuliere grond (“Private land”) gedefinieerd als “grond die noch openbare grond noch dorpsgrond is”.

Particuliere grond is wettelijk in het bezit van een of meer personen of een rechtspersoon krachtens een geregistreerde titel, transport of absolute overdracht. Een particuliere grondeigenaar wordt een FSO wanneer hij een contract met de GFC aangaat voor het uitvoeren van commerciële houtkap binnen de grenzen van de particuliere grond;

   herbestemde staatsgrondenhoutproducten kunnen worden gerecupereerd op staatsgronden waarvoor door de betrokken ministeries en/of overheidsinstanties een goedkeuring voor herbestemming is verleend met het oog op gebruik als niet-bosgrond in het kader van de volgende vergunningen:

a)    mijnconcessie of -vergunning — een mijnconcessie of -vergunning wordt door de Guyana Geology and Mines Commission voor een gebied binnen staatsgronden afgegeven met het oog op de exploratie, delving, ontginning en toe-eigening van delfstoffen. Een houder van een mijnconcessie of -vergunning wordt een FSO wanneer hij van de GFC een vergunning verkrijgt om houtproducten binnen de grenzen van dat gebied te recupereren;


b)    pachtovereenkomsten — de Guyana Lands and Surveys Commission geeft een pachtovereenkomst voor een gebied binnen staatsgronden af met het oog op landbouw- of andere activiteiten. Een pachthouder wordt een FSO wanneer hij van de GFC een vergunning verkrijgt om houtproducten binnen de grenzen van dat gebied te recupereren;

c)    infrastructuur (wegen, waterkrachtcentrales, stuwdammen enz.) — het Bureau van de president verleent goedkeuring voor de bouw van waterkrachtcentrales, terwijl het Ministerie van Openbare Werken vergunningen verleent voor alle andere infrastructuurwerken, zoals wegen en bruggen. Een houder van een infrastructuurvergunning wordt een FSO wanneer hij van de GFC een vergunning verkrijgt om houtproducten binnen de grenzen van dat gebied te recupereren;

   een derde partij is een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die een wettelijke overeenkomst met de FSO heeft om commerciële bosbouwactiviteiten uit te voeren binnen de grenzen van het gebied waarvoor een vergunning is verleend. De FSO, die is geregistreerd bij de GFC, is ervoor verantwoordelijk dat de derde partij voldoet aan de eisen van de DW.

4.    Wettigheidsschema’s

4.1    Wettigheidsschema A voor de legale uitvoering van bosbouwactiviteiten door een FSO

Beginsel 1

De natuurlijke persoon of rechtspersoon is wettelijk gevestigd

Criterium 1.1

De natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft rechtspersoonlijkheid

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

A.1.1.1

(verplicht) 3

De natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft een fiscaal identificatienummer.

Geldig certificaat van fiscaal identificatienummer (belastingdienst)

Artikel 60A van de Income Tax Act (wet op inkomstenbelasting), hoofdstuk 81: 01

Statisch

A.1.1.2

Facultatief (in aanvulling op A.1.1.1)

De natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft een bedrijfsnaam die is geregistreerd krachtens de Business Names (Registration) Act, hoofdstuk 90:05.

Certificaat van registratie (Deeds and Commercial Registries Authority (dienst akten- en handelsregisters))

Artikelen 5 en 13 van de Business Names (Registration) Act, hoofdstuk 90:05, artikelen 3 en 6 van de Partnership Act, hoofdstuk 89:02

Statisch

A.1.1.3

Facultatief (in aanvulling op A.1.1.1)

In het geval van een binnenlandse onderneming: de rechtspersoon heeft een oprichtingsakte

In het geval van een buitenlandse onderneming: de rechtspersoon heeft een certificaat van registratie

i)    Oprichtingsakte (binnenlandse onderneming) (Deeds and Commercial Registries Authority)

ii)    Certificaat van registratie (buitenlandse onderneming) (Deeds and Commercial Registries Authority)

i)    Artikel 8 van de Companies Act, hoofdstuk 89:01

ii)    Artikel 321 van de Companies Act, hoofdstuk 89:01

Statisch

A.1.1.4

Facultatief (in aanvulling op A.1.1.1)

De dorpsraad wordt rechtmatig benoemd in overeenstemming met de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01.

Verklaring over de verkiezingsuitslag (Ministerie van Amerindiaanse zaken)

Artikel 72, lid 13, van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01

Statisch

A.1.1.5

Facultatief (in aanvulling op A.1.1.1)

De vereniging van onderlinge hulp heeft een bewijs van registratie.

Bewijs van registratie (Friendly Societies Registry (register van verenigingen van onderlinge hulp))

Artikel 15 van de Friendly Societies Act, hoofdstuk 36:04

Statisch

A.1.1.6

Facultatief (in aanvulling op A.1.1.1)

De coöperatieve vereniging heeft een certificaat van registratie.

Certificaat van registratie (Commissioner of Co-operative Societies (commissaris voor coöperatieve verenigingen))

Artikelen 7 en 9 van de Co-operative Societies Act, hoofdstuk 88:01

Statisch



4.2    Wettigheidsschema B voor een vergunning inzake staatsbossen (grote concessie)

Beginsel 1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Criterium 1.1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

B.1.1.1

De FSO heeft een goedkeuringsbrief voor de toe te wijzen bosconcessie.

Goedkeuringsbrief (GFC/Forest Resource Management Division (FRMD))

Artikelen 6 en 8 van de Forests Act No. 6 van 2009, de Wood Tracking System Guidelines (richtsnoeren inzake het houttraceringssysteem) 4

Statisch

B.1.1.2

De FSO is in het bezit van een van de volgende stukken:

i)    een geldige exploratievergunning

ii)    een bosconcessieovereenkomst (FCA)

De FSO heeft een van de volgende verificatiepunten:

i)    exploratievergunning (GFC/FRMD)

ii)    FCA (GFC/FRMD)

i)    Artikel 9 van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschriften 4 en 5 van de Forests Regulations 2018 (bosvoorschriften van 2018)

ii)    Artikelen 6 en 8 van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschriften 7, 8, 9 en 11 van de Forests Regulations 2018

Statisch

B.1.1.3

Facultatief

De FSO heeft een door de GFC goedgekeurde huurovereenkomst met een derde partij uit hoofde waarvan het toegelaten is om binnen de concessie van de FSO hout te kappen en/of te winnen.

Een door de GFC goedgekeurde huurovereenkomst met een derde partij (GFC/Forest Monitoring Division (FMD))

Artikel 16 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

Criterium 1.2

De FSO neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

B.1.2.1

De FSO kapt de houtproducten binnen de grenzen van de concessie.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 6, lid 2, van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

B.1.2.2

De FSO staat de uitoefening van traditionele rechten van Amerindiaanse volkeren niet in de weg.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 5, lid 2, punt e), van de Forests Act No. 6 van 2009, artikelen 55 en 57 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01, voorschrift 8, eerste bijlage – formulier B, punt 4.3, van de Forests Regulations 2018, voorschrift 4, eerste bijlage – formulier A, punt 8, van de Forests Regulations 2018

Statisch

B.1.2.3

De FSO staat de uitoefening van wettelijke gebruiksrechten van andere individuele groepen niet in de weg.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 5, lid 2, van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschrift 8, eerste bijlage – formulier B, punt 4.2, van de Forests Regulations 2018

Statisch

Beginsel 2

De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Criterium 2.1

De FSO voldoet aan de eisen inzake bosbeheer en milieu en de eisen van het Wood Tracking System (WTS)

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

B.2.1.1

De FSO heeft een milieuvergunning.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    milieuvergunning (agentschap milieubescherming (EPA))

ii)    exploitatievergunning (EPA)

Voor beide verificatiepunten:

Artikelen 11, 12, 13, 15 en 21, lid 1, punt b), van de Environmental Protection Act (wet inzake milieubescherming), hoofdstuk 20:05, voorschriften 18 en 19 van de Environmental Protection (Authorisations) Regulations (voorschriften inzake milieubescherming (vergunningen))

Statisch

B.2.1.2

De FSO voldoet aan het goedgekeurde jaarlijkse kapquotum en/of het maximale kapquotum.

Verslag inzake labelbeheer (GFC/FMD)

Artikel 6, lid 2, punt b), en artikel 9, lid 2, punt b), van de Forests Act No. 6 van 2009, punt 2.2.2 van de Code of Practice No. 1 van 2018 (gedragscode nr. 1 van 2018)

Dynamisch

B.2.1.3

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS.

Verificatieverslag inzake het WTS 5 (GFC/FMD)

Voorschriften 23, 24, 25, 26 en 27 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

B.2.1.4

De FSO heeft een goedgekeurd bosbeheerplan (FMP) voor een periode van ten minste vijf jaar, alsmede een jaarlijks exploitatieplan (AOP) voor het concessiegebied.

Beide volgende verificatiepunten:

i)    FMP (GFC/FRMD)

ii)    AOP (GFC/FRMD)

Voor beide verificatiepunten:

artikel 8, lid 2, punt a), van de Forests Act No. 6 van 2009, punten 2.2 en 2.3 van de Code of Practice No. 1 van 2018, de Guidelines for Forest Operations (Large Concessions) (richtsnoeren voor bosbouwactiviteiten (grote concessies))

Statisch

B.2.1.5

De FSO kapt geen verboden en beschermde soorten zonder toestemming van de GFC.

Goedkeuringsbrief van de GFC (GFC/FMD)

Voorschrift 15 van de Forests Regulations 2018, punt 4 (4.4.1 en 4.4.2) van de Code of Practice No. 1 van 2018

Dynamisch

Beginsel 3

De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Criterium 3.1

De FSO heeft de vereiste vergoedingen, kosten en heffingen voldaan

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

B.3.1.1

De FSO voldoet aan de eisen betreffende de betaling van beheervergoedingen, -kosten en -heffingen.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    betalingsbewijzen voor de betalingsschema’s (GFC/Finance Division (FD))

ii)    betalingsbewijzen voor volledige betalingen (GFC/FD)

Voor beide verificatiepunten:

voorschriften 38, 40, 41 en 53 van de Forests Regulations 2018

Dynamisch

B.3.1.2

De FSO voldoet aan de fiscale eisen van de toepasselijke belastingregeling die door de RA is gepubliceerd.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    geldig certificaat van fiscaal identificatienummer (voor FSO’s die minder dan een jaar actief zijn) (RA)

ii)    bewijs van deponering (voor FSO’s die meer dan een jaar actief zijn) (RA)

Voor beide verificatiepunten:

artikel 4 van de Corporation Tax Act, hoofdstuk 81:03, artikel 60A van de Income Tax Act, hoofdstuk 81:01

Statisch

Criterium 3.2

De FSO voldoet aan zijn verplichtingen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

B.3.2.1

De FSO heeft een certificaat van naleving.

Certificaat van naleving (nationale verzekeringsraad (NIB))

Artikel 16 van de National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01,

voorschriften 4, 5, 14, 15 en 19 van de National Insurance and Social Security (Collection of Contributions) Regulations

Statisch

B.3.2.2

De FSO neemt personen in dienst die ouder zijn dan de wettelijke minimumleeftijd die geldt voor de desbetreffende activiteiten die worden uitgevoerd.

Inspectieverslag (Ministerie van Arbeid) (MOL)

Artikel 41 van de Occupational Safety and Health Act (wet inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek), hoofdstuk 99:10, artikelen 2 en 3 van de Employment of Young Persons and Children Act (wet op de tewerkstelling van jongeren en kinderen), hoofdstuk 99:01

Statisch

B.3.2.3

De FSO betaalt werknemers het wettelijk minimumloon of meer.

Inspectieverslag (MOL)

Artikelen 8 en 11 van de Labour Act, hoofdstuk 98:01, punt 4 van en de bijlage bij het Labour (National Minimum Wage) Order No. 15 van 2016 (besluit nr. 15 van 2016 inzake arbeid (nationaal minimumloon))

Statisch

B.3.2.4

De FSO zorgt ervoor dat er op de werkplek eerstehulpvoorzieningen beschikbaar zijn of worden aangeboden.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009,

Artikel 47, lid 1, punt n), van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

B.3.2.5

De FSO zorgt ervoor dat de werknemers de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen krijgen (PBM).

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 46 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10, artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

B.3.2.6

De FSO rapporteert en registreert alle arbeidsongevallen en werkgerelateerde verwondingen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 69 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

B.3.2.7

De FSO voldoet aan de wetgeving inzake non-discriminatie.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 4, lid 2, en artikel 5 van de Prevention of Discrimination Act (wet op de voorkoming van discriminatie), hoofdstuk 99:09

Statisch



4.3    Wettigheidsschema C voor een vergunning inzake staatsbossen (kleine concessie)

Beginsel 1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Criterium 1.1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

C.1.1.1

De FSO heeft een goedkeuringsbrief voor de toe te wijzen bosconcessie.

Goedkeuringsbrief (GFC/FRMD)

Artikelen 6 en 7 van de Forests Act No. 6 van 2009, de Wood Tracking System Guidelines 6

Statisch

C.1.1.2

De FSO heeft een FCA.

FCA (GFC/FRMD)

Artikelen 6, 7 en 11, lid 3, van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschriften 7, 8, 9 en 11 van de Forests Regulations 2018

Statisch

C.1.1.3

Facultatief

De FSO heeft een door de GFC goedgekeurde huurovereenkomst met een derde partij uit hoofde waarvan het toegelaten is om binnen de concessie van de FSO hout te kappen en/of te winnen.

Door de GFC goedgekeurde huurovereenkomst met een derde partij (GFC/FMD)

Artikel 16 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

Criterium 1.2

De FSO neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

C.1.2.1

De FSO kapt de houtproducten binnen de grenzen van de concessie.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 6, lid 2, van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

C.1.2.2

De FSO staat de uitoefening van traditionele rechten van Amerindiaanse volkeren niet in de weg.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 5, lid 2, punt e), van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschrift 8, punt 4.3 van formulier C in de eerste bijlage bij de Forests Regulations 2018, artikelen 55 en 57 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01

Statisch

C.1.2.3

De FSO staat de uitoefening van wettelijke gebruiksrechten van andere individuele groepen niet in de weg.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 5, lid 2, van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschrift 8, punt 4.3 van formulier C in de eerste bijlage bij de Forests Regulations 2018

Statisch

Beginsel 2

De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Criterium 2.1

De FSO voldoet aan de eisen inzake bosbeheer en milieu en de eisen van het WTS.

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

C.2.1.1

De FSO heeft een milieuvergunning.

Exploitatievergunning (EPA)

Artikel 21, lid 1, punt b), van de Environmental Protection Act, hoofdstuk 20:05, voorschriften 18 en 19 van de Environmental Protection (Authorisations) Regulations

Statisch

C.2.1.2

De FSO voldoet aan de goedgekeurde quota.

Verslag inzake labelbeheer (GFC/FMD)

Artikel 6, lid 2, punt b), en artikel 9, lid 2, punt b), van de Forests Act No. 6 van 2009,

punt 2.4 van de Code of Practice No. 1 van 2018

Dynamisch

C.2.1.3

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS.

Verificatieverslag inzake het WTS (GFC/FMD)

Voorschriften 23, 24, 25, 26 en 27 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

C.2.1.4

De FSO kapt geen verboden en beschermde soorten zonder toestemming van de GFC.

Goedkeuringsbrief van de GFC (GFC/FMD)

Voorschrift 15 van de Forests Regulations 2018, punt 4 (4.4.1 en 4.4.2) van de Code of Practice No. 1 van 2018

Dynamisch

Beginsel 3

De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Criterium 3.1

De FSO heeft de vereiste vergoedingen, kosten en heffingen voldaan

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

C.3.1.1

De FSO voldoet aan de eisen betreffende de betaling van beheervergoedingen, -kosten en -heffingen.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    betalingsbewijzen voor de betalingsschema’s (GFC/FD)

ii)    betalingsbewijzen voor volledige betalingen (GFC/FD)

Voor beide verificatiepunten:

voorschriften 38, 40, 41 en 53 van de Forests Regulations 2018

Dynamisch

C.3.1.2

De FSO voldoet aan de fiscale eisen van de toepasselijke belastingregeling die door de RA is gepubliceerd 7 .

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    geldig certificaat van fiscaal identificatienummer (voor FSO’s die minder dan een jaar actief zijn) (RA)

ii)    bewijs van deponering (voor FSO’s die meer dan een jaar actief zijn) (RA)

Voor beide verificatiepunten:

artikel 4 van de Corporation Tax Act, hoofdstuk 81:03, artikel 60A van de Income Tax Act, hoofdstuk 81:01

Statisch

Criterium 3.2

De FSO voldoet aan zijn verplichtingen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

C.3.2.1

De FSO heeft een certificaat van naleving.

Certificaat van naleving (NIB)

Artikel 16 van de National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01,

voorschriften 4, 5, 14, 15 en 19 van de National Insurance and Social Security (Collection of Contributions) Regulations

Statisch

C.3.2.2

De FSO neemt personen in dienst die ouder zijn dan de wettelijke minimumleeftijd die geldt voor de desbetreffende activiteiten die worden uitgevoerd.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 41 van de Occupational Safety and Health Act (wet inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek), hoofdstuk 99:10, artikelen 2 en 3 van de Employment of Young Persons and Children Act (wet op de tewerkstelling van jongeren en kinderen), hoofdstuk 99:01

Statisch

C.3.2.3

De FSO betaalt werknemers het wettelijk minimumloon of meer.

Inspectieverslag (MOL)

Artikelen 8 en 11 van de Labour Act, hoofdstuk 98:01

Artikel 4 van en de bijlage bij het Labour (National Minimum Wage) Order No. 15 van 2016

Statisch

C.3.2.4

De FSO zorgt ervoor dat er op de werkplek eerstehulpvoorzieningen beschikbaar zijn of worden aangeboden.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009, artikel 47, lid 1, punt n), van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

C.3.2.5

De FSO zorgt ervoor dat de werknemers de nodige PBM krijgen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 46 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10, artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

C.3.2.6

De FSO rapporteert en registreert alle arbeidsongevallen en werkgerelateerde verwondingen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 69 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

C.3.2.7

De FSO voldoet aan de wetgeving inzake non-discriminatie.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 4, lid 2, en artikel 5 van de Prevention of Discrimination Act (wet op de voorkoming van discriminatie), hoofdstuk 99:09

Statisch



4.4    Wettigheidsschema D voor een Amerindiaans dorp

Beginsel 1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Criterium 1.1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

D.1.1.1

De FSO heeft een wettelijke titel voor de bosgrond waar commerciële activiteiten worden uitgevoerd.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    titelcertificaat (Land Registry (kadaster))

ii)    absolute overdracht (GL&SC)

i)    Artikel 71 van de Land Registry Act (wet op het kadaster), hoofdstuk 5:02

ii)    Artikel 63 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01, artikel 3 van de State Lands Act (wet op staatsgronden), hoofdstuk 62:01

Statisch

D.1.1.2

Facultatief

De inwoner van het Amerindiaans dorp heeft een schriftelijke toestemming van de FSO om commerciële activiteiten te ontplooien met betrekking tot het kappen of winnen van houtproducten binnen de grenzen van de dorpsgronden.

Schriftelijk akkoord tussen de dorpsraad en de FSO (inwoner) (GFC)

Artikel 54 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01

Statisch

D.1.1.3

Facultatief

De niet-inwoner heeft schriftelijke toestemming van de FSO om commerciële activiteiten te ontplooien met betrekking tot het kappen of winnen van houtproducten binnen de grenzen van de dorpsgronden.

Schriftelijk akkoord tussen de dorpsraad en de FSO (niet-inwoner) (GFC)

Artikel 55 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01

Statisch

Criterium 1.2

De FSO neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

D.1.2.1

De FSO kapt de houtproducten binnen de grenzen van de dorpsgronden.

Inspectieverslag (GFC/FMD)

Artikel 55 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01

Statisch

D.1.2.2

De FSO staat de uitoefening van traditionele rechten van Amerindiaanse volkeren niet in de weg.

Inspectieverslag (GFC/FMD)

Artikel 5, lid 2, punt e), van de Forests Act No. 6 van 2009, artikelen 55 en 57 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01

Statisch

Beginsel 2

De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Criterium 2.1

De FSO voldoet aan de eisen inzake bosbeheer en milieu en de eisen van het WTS

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

D.2.1.1

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS.

Verificatieverslag inzake het WTS (GFC/FMD)

Voorschriften 23, 24, 25, 26 en 27 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines 8

Dynamisch

Beginsel 3

De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Criterium 3.1

De FSO voldoet aan de toepasselijke fiscale eisen

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

D.3.1.1

De FSO voldoet aan de fiscale eisen van de toepasselijke belastingregeling die door de RA is gepubliceerd.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    geldig certificaat van fiscaal identificatienummer (voor FSO’s die minder dan een jaar actief zijn) (RA)

ii)    bewijs van deponering (voor FSO’s die meer dan een jaar actief zijn) (RA)

Voor beide verificatiepunten:

artikel 4 van de Corporation Tax Act, hoofdstuk 81:03, artikel 60A van de Income Tax Act, hoofdstuk 81:01

Statisch

Criterium 3.2

De FSO voldoet aan zijn verplichtingen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

D.3.2.1

De FSO heeft een certificaat van naleving.

Certificaat van naleving (NIB)

Artikel 16 van de National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01, voorschriften 4, 5, 14, 15 en 19 van de National Insurance and Social Security (Collection of Contributions) Regulations

Statisch

D.3.2.2

De FSO neemt personen in dienst die ouder zijn dan de wettelijke minimumleeftijd die geldt voor de desbetreffende activiteiten die worden uitgevoerd.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 41 van de Occupational Safety and Health Act (wet inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek), hoofdstuk 99:10, artikelen 2 en 3 van de Employment of Young Persons and Children Act (wet op de tewerkstelling van jongeren en kinderen), hoofdstuk 99:01

Statisch

D.3.2.3

De FSO betaalt werknemers het wettelijk minimumloon of meer.

Inspectieverslag (MOL)

Artikelen 8 en 11 van de Labour Act, hoofdstuk 98:01, punt 4 van en de bijlage bij het Labour (National Minimum Wage) Order No. 15 van 2016

Statisch

D.3.2.4

De FSO zorgt ervoor dat er op de werkplek eerstehulpvoorzieningen beschikbaar zijn of worden aangeboden.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 47, lid 1, punt n), van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

D.3.2.5

De FSO zorgt ervoor dat de werknemers de nodige PBM krijgen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 46 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10, artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

D.3.2.6

De FSO rapporteert en registreert alle arbeidsongevallen en werkgerelateerde verwondingen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 69 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

D.3.2.7

De FSO voldoet aan de wetgeving inzake non-discriminatie.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 4, lid 2, en artikel 5 van de Prevention of Discrimination Act (wet op de voorkoming van discriminatie), hoofdstuk 99:09

Statisch


4.5    Wettigheidsschema E voor particuliere grond

Beginsel 1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen

Criterium 1.1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

E.1.1.1

De FSO heeft een wettelijke titel voor de bosgrond waar de commerciële activiteiten plaatsvinden.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    absolute titel (Land Registry)

ii)    transport (Deeds Registry (aktenregister))

iii)    absolute overdracht (GL&SC)

i)    Artikelen 65 en 66 van de Land Registry Act, hoofdstuk 5:02

ii)    Artikel 22, lid 1, van de Deeds Registry Act (wet op het aktenregister), hoofdstuk 5:01

iii)    Artikel 3, lid 1, punt a), van de State Lands Act, hoofdstuk 62:01

Statisch

E.1.1.2

Facultatief

De FSO heeft een wettelijke overeenkomst met een derde partij voor het kappen en/of winnen van houtproducten binnen de grenzen van de particuliere gronden.

Overeenkomst tussen de FSO en een derde partij (GFC/FMD)

Artikel 16 van de Forests Act

De Wood Tracking System Guidelines 9

Statisch

Beginsel 2

De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Criterium 2.1

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

E.2.1.1

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS.

Verificatieverslag inzake het WTS (GFC/FMD)

Voorschriften 23, 24, 25, 26 en 27 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

E.2.1.2

De FSO kapt de houtproducten binnen de grenzen van de particuliere gronden.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 21 van de State Lands Act, hoofdstuk 62:01, de Wood Tracking System Guidelines

Statisch

Beginsel 3

De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Criterium 3.1

De FSO voldoet aan de toepasselijke fiscale eisen

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

E.3.1.1

De FSO voldoet aan de fiscale eisen van de toepasselijke belastingregeling die door de RA is gepubliceerd.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    geldig certificaat van fiscaal identificatienummer (voor FSO’s die minder dan een jaar actief zijn) (RA)

ii)    bewijs van deponering (voor FSO’s die meer dan een jaar actief zijn) (RA)

Voor beide verificatiepunten:

artikel 4 van de Corporation Tax Act, hoofdstuk 81:03, artikel 60A van de Income Tax Act, hoofdstuk 81:01

Statisch

Criterium 3.2

De FSO voldoet aan zijn verplichtingen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

E.3.2.1

De FSO heeft een certificaat van naleving.

Certificaat van naleving (NIB)

Artikel 16 van de National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01, voorschriften 4, 5, 14, 15 en 19 van de National Insurance and Social Security (Collection of Contributions) Regulations

Statisch

E.3.2.2

De FSO neemt personen in dienst die ouder zijn dan de wettelijke minimumleeftijd die geldt voor de desbetreffende activiteiten die worden uitgevoerd.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 41 van de Occupational Safety and Health Act (wet inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek), hoofdstuk 99:10, artikelen 2 en 3 van de Employment of Young Persons and Children Act (wet op de tewerkstelling van jongeren en kinderen), hoofdstuk 99:01

Statisch

E.3.2.3

De FSO betaalt werknemers het wettelijk minimumloon of meer.

Inspectieverslag (MOL)

Artikelen 8 en 11 van de Labour Act, hoofdstuk 98:01

Artikel 4 van en de bijlage bij het Labour (National Minimum Wage) Order No. 15 van 2016

Statisch

E.3.2.4

De FSO zorgt ervoor dat er op de werkplek eerstehulpvoorzieningen beschikbaar zijn of worden aangeboden.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 47, lid 1, punt n), van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

E.3.2.5

De FSO zorgt ervoor dat de werknemers de nodige PBM krijgen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 46 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10, artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

E.3.2.6

De FSO rapporteert en registreert alle arbeidsongevallen en werkgerelateerde verwondingen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 69 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

E.3.2.7

De FSO voldoet aan de wetgeving inzake non-discriminatie.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 4, lid 2, en artikel 5 van de Prevention of Discrimination Act (wet op de voorkoming van discriminatie), hoofdstuk 99:09

Statisch



4.6    Wettigheidsschema F voor op herbestemde staatsgrond gerecupereerde houtproducten

Beginsel 1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Criterium 1.1

De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

F.1.1.1

De FSO is in het bezit van een:

i)    pachtovereenkomst

ii)    mijnvergunning of -concessie

iii)    toestemming om een terrein te betreden en werken uit te voeren met het oog op de aanleg en het onderhoud van wegen; met inbegrip van het kappen en verwijderen van houtproducten, of andere doeleinden

iv)    vergunning voor de bouw en het onderhoud van een waterkrachtcentrale.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    pachtovereenkomst (GLSC)

ii)    mijnvergunning of -concessie (GGMC)

iii)    schriftelijk akkoord van het Ministerie van Openbare Werken (MPW)

iv)    vergunning voor een waterkrachtcentrale (Bureau van de president)

i)    Artikel 3, lid 1, punt b), van de State Lands Act, hoofdstuk 62:01

ii)    Artikel 7 van de Mining Act (mijnbouwwet), hoofdstuk 65:01

iii)    Artikelen 3 en 4 van de Public Lands (Private Roads) Act (wet op openbare gronden (particuliere wegen)), hoofdstuk 62:03, voorschrift 2 van de Public Lands Private Roads (Wood Cutting) Regulations (voorschriften inzake openbare gronden en particuliere wegen (houtkap))

iv)    Artikelen 5, 6 en 7 van de Hydroelectric Power Act (wet inzake hydro-elektrische energie), hoofdstuk 56:03

Statisch

F.1.1.2 Facultatief

De FSO heeft een wettelijke overeenkomst met een derde partij voor het kappen en/of winnen van houtproducten binnen de eigendom van de FSO.

Overeenkomst tussen de FSO en derde partij (GFC/FMD)

Artikel 16 van de Forests Act

De Wood Tracking System Guidelines 10

Statisch

Criterium 1.2

De FSO neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

F.1.2.1

De FSO kapt houtproducten binnen de grenzen van een:

i)    pachtovereenkomst

ii)    mijnvergunning of -concessie

iii)    gebied waar het MPW en/of het Guyana Energy Agency (Guyaans energieagentschap) naar behoren zijn gemachtigd om projecten uit te voeren.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

i)    Artikel 3 van de State Lands Act, hoofdstuk 62:01

ii)    Artikel 7 en artikel 135, lid 2, punt zc), van de Mining Act, hoofdstuk 65:01

iii)    Artikelen 3 en 4 van de Public Lands (Private Roads) Act, hoofdstuk 62:03, artikel 6, lid 2, van de Hydroelectric Power Act, hoofdstuk 56:03

Statisch

F.1.2.2

De FSO staat de uitoefening van traditionele rechten van Amerindiaanse volkeren niet in de weg.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 5, lid 2, punt e), van de Forests Act No. 6 van 2009, artikelen 55 en 57 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01

Statisch

F.1.2.3

De FSO staat de uitoefening van wettelijke gebruiksrechten van andere individuele groepen niet in de weg.

Inspectieverslag van de FMD (GFC/FMD)

Artikel 5, lid 2, van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

Beginsel 2

De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Criterium 2.1

De FSO voldoet aan de eisen inzake bosbeheer en milieu en de eisen van het WTS

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

F.2.1.1

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS.

Verificatieverslag inzake het WTS (GFC/FMD)

Voorschriften 23, 24, 25, 26 en 27 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

F.2.1.2 (van toepassing op een FSO die moet voldoen aan IV van F.1.1.1)

De FSO heeft een milieuvergunning voor de bouw en het onderhoud van een waterkrachtcentrale.

Bouwvergunning (EPA)

Artikel 21, lid 1, punt a), van de Environmental Protection Act, hoofdstuk 20:05, voorschriften 18 en 19 van de Environmental Protection (Authorisations) Regulations

Statisch

Beginsel 3

De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Criterium 3.1

De FSO heeft de vereiste vergoedingen, kosten en heffingen voldaan

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

F.3.1.1

De FSO voldoet aan de eisen betreffende de betaling van beheervergoedingen, -kosten en -heffingen.

Een van de volgende twee verificatiepunten:

i)    betalingsbewijzen voor de betalingsschema’s (GFC/FD)

ii)    betalingsbewijzen voor volledige betalingen (GFC/FD)

Voor beide verificatiepunten:

de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

F.3.1.2

De FSO voldoet aan de fiscale eisen van de toepasselijke belastingregeling die door de RA is gepubliceerd.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    geldig certificaat van fiscaal identificatienummer (voor FSO’s die minder dan een jaar actief zijn) (RA)

ii)    bewijs van deponering (voor FSO’s die meer dan een jaar actief zijn) (RA)

Voor beide verificatiepunten:

artikel 4 van de Corporation Tax Act, hoofdstuk 81:03, artikel 60A van de Income Tax Act, hoofdstuk 81:01

Statisch

Criterium 3.2

De FSO voldoet aan zijn verplichtingen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

F.3.2.1

De FSO heeft een certificaat van naleving.

Certificaat van naleving (NIB)

Artikel 16 van de National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01, voorschriften 4, 5, 14, 15 en 19 van de National Insurance and Social Security (Collection of Contributions) Regulations

Statisch

F.3.2.2

De FSO neemt personen in dienst die ouder zijn dan de wettelijke minimumleeftijd die geldt voor de desbetreffende activiteiten die worden uitgevoerd.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 41 van de Occupational Safety and Health Act (wet inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek), hoofdstuk 99:10, artikelen 2 en 3 van de Employment of Young Persons and Children Act (wet op de tewerkstelling van jongeren en kinderen), hoofdstuk 99:01

Statisch

F.3.2.3

De FSO betaalt werknemers het wettelijk minimumloon of meer.

Inspectieverslag (MOL)

Artikelen 8 en 11 van de Labour Act, hoofdstuk 98:01, punt 4 van en de bijlage bij het Labour (National Minimum Wage) Order No. 15 van 2016

Statisch

F.3.2.4

De FSO zorgt ervoor dat er op de werkplek eerstehulpvoorzieningen beschikbaar zijn of worden aangeboden.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 47, lid 1, punt n), van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

F.3.2.5

De FSO zorgt ervoor dat de werknemers de nodige PBM krijgen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 46 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10, artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

F.3.2.6

De FSO rapporteert en registreert alle arbeidsongevallen en werkgerelateerde verwondingen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 69 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

F.3.2.7

De FSO voldoet aan de wetgeving inzake non-discriminatie.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 4, lid 2, en artikel 5 van de Prevention of Discrimination Act (wet op de voorkoming van discriminatie), hoofdstuk 99:09

Statisch


4.7    Wettigheidsschema G voor in beslag genomen houtproducten 11

Beginsel 1

In beslag genomen houtproducten worden beheerd volgens de wettelijke voorschriften

Criterium 1.1

De FSO voldoet aan de regels voor het gebruik van in beslag genomen houtproducten.

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

G.1.1.1

De FSO is in het bezit van een van de volgende formulieren voor de in beslag genomen houtproducten:

i)    inbeslagnemingsformulier

ii)    bewaringsformulier

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    inbeslagnemingsformulier (GFC/FMD)

ii)    bewaringsformulier (GFC/FMD)

Artikel 58 van de Forests Act No. 6 van 2009, de Wood Tracking System Guidelines 12

Dynamisch

G.1.1.2

De FSO voldoet aan alle wettelijke verplichtingen om de in beslag genomen houtproducten weer in de toeleveringsketen te brengen.

Vrijgavebewijs van de GFC (GFC/FMD)

Artikel 58, lid 5, artikel 58, lid 7, artikel 60, artikel 70, lid 5, en artikel 71 van de Forests Act No. 6 van 2009, de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch



4.8    Wettigheidsschema H voor de verwerking en verkoop van houtproducten

Beginsel 1

De FSO voldoet aan de eisen voor de verwerking en verkoop van houtproducten

Criterium 1.1

De FSO voldoet aan de toepasselijke vergunningsvereisten

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

H.1.1.1

De FSO heeft een jaarlijkse exploitatievergunning.

Jaarlijkse exploitatievergunning (GFC/FMD)

Artikel 39 van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschriften 29, 30 en 31 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines 13

Statisch

H.1.1.2 Facultatief

De FSO heeft een geldige handelsvergunning voor bosbouwproducten.

Handelsvergunning voor bosbouwproducten (GFC/FMD)

Artikel 41 van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschriften 32, 33 en 34 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines

Statisch

H.1.1.3 Facultatief

De FSO heeft een geldige vergunning voor een houtstapelplaats.

Vergunning voor een houtstapelplaats (GFC/FMD)

Artikel 40 van de Forests Act No. 6 van 2009,

De Wood Tracking System Guidelines

Statisch

Beginsel 2

De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Criterium 2.1

De FSO voldoet aan de eisen inzake bosbeheer en milieu en de eisen van het WTS

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

H.2.1.1

De FSO heeft een milieuvergunning.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    milieuvergunning (EPA)

ii)    exploitatievergunning (EPA)

Voor beide verificatiepunten:

artikelen 11, 12, 13, 15 en 21, lid 1, punt b), van de Environmental Protection Act, hoofdstuk 20:05, voorschriften 18 en 19 van de Environmental Protection (Authorisations) Regulations

Statisch

H.2.1.2

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS.

Verificatieverslag inzake het WTS (GFC/FMD)

De Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

Beginsel 3

De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Criterium 3. 1

De FSO heeft de vereiste vergoedingen, kosten en heffingen voldaan

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

H.3.1.1

De FSO voldoet aan de eisen betreffende de betaling van beheervergoedingen.

Een van de volgende twee verificatiepunten:

i)    betalingsbewijzen voor de betalingsschema’s (GFC/FD)

ii)    betalingsbewijzen voor volledige betalingen (GFC/FD)

Voor beide verificatiepunten:

voorschrift 53 van de Forests Regulations 2018,

De Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

H.3.1.2

De FSO voldoet aan de fiscale eisen van de toepasselijke belastingregeling die door de RA is gepubliceerd.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    geldig certificaat van fiscaal identificatienummer (voor FSO’s die minder dan een jaar actief zijn) (RA)

ii)    bewijs van deponering (voor FSO’s die meer dan een jaar actief zijn) (RA)

Voor beide verificatiepunten:

artikel 4 van de Corporation Tax Act, hoofdstuk 81:03, artikel 60A van de Income Tax Act, hoofdstuk 81:01

Statisch

Criterium 3.2

De FSO voldoet aan zijn verplichtingen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

H.3.2.1

De FSO heeft een certificaat van naleving.

Certificaat van naleving (NIB)

Artikel 16 van de National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01,

voorschriften 4, 5, 14, 15 en 19 van de National Insurance and Social Security (Collection of Contributions) Regulations

Statisch

H.3.2.2

De FSO neemt personen in dienst die ouder zijn dan de wettelijke minimumleeftijd die geldt voor de desbetreffende activiteiten die worden uitgevoerd.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 41 van de Occupational Safety and Health Act (wet inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek), hoofdstuk 99:10, artikelen 2 en 3 van de Employment of Young Persons and Children Act (wet op de tewerkstelling van jongeren en kinderen), hoofdstuk 99:01

Statisch

H.3.2.3

De FSO betaalt werknemers het wettelijk minimumloon of meer.

Inspectieverslag (MOL)

Artikelen 8 en 11 van de Labour Act, hoofdstuk 98:01, punt 4 van en de bijlage bij het Labour (National Minimum Wage) Order No. 15 van 2016

Statisch

H.3.2.4

De FSO zorgt ervoor dat er op de werkplek eerstehulpvoorzieningen beschikbaar zijn of worden aangeboden.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 47, lid 1, punt n), van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

H.3.2.5

De FSO zorgt ervoor dat de werknemers de nodige PBM krijgen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 46 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10, artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

H.3.2.6

De FSO rapporteert en registreert alle arbeidsongevallen en werkgerelateerde verwondingen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 69 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

H.3.2.7

De FSO voldoet aan de wetgeving inzake non-discriminatie.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 4, lid 2, en artikel 5 van de Prevention of Discrimination Act (wet op de voorkoming van discriminatie), hoofdstuk 99:09

Statisch



4.9    Wettigheidsschema I voor de uitvoer en invoer van houtproducten

Beginsel 1

De FSO voldoet aan de eisen voor de uitvoer en invoer van houtproducten

Criterium 1.1

De FSO voldoet aan de uitvoereisen en aan de eisen van het WTS

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

I.1.1.1

De FSO heeft een geldige vergunning voor de uitvoer van houtproducten.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    handelsvergunning voor bosbouwproducten (GFC/FMD)

ii)    jaarlijkse exploitatievergunning (GFC/FMD)

iii)    vergunning voor een houtstapelplaats (GFC/FMD)

i)    Artikel 41 van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschriften 32, 33 en 34 van de Forests Regulations 2018

ii)    Voorschrift 31, punt a), iii), van de Forests Regulations 2018, artikel 39 van de Forests Act No. 6 van 2009

iii)    Artikel 40, lid 2, van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

I.1.1.2

De FSO heeft een uitvoervergunning.

i)    uitvoercertificaat (GFC/FMD)

ii)    Cites-vergunning (indien van toepassing) (Wildlife Conservation and Management Commission (commissie voor het behoud en beheer van in het wild levende dieren en planten), GFC/FMD)

i)    Artikel 44 van de Forests Act No. 6 van 2009

De Wood Tracking System Guidelines 14

ii)    Artikel 29, lid 1, van de Wildlife Conservation and Management Act van 2016 (wet van 2016 op het behoud en het beheer van in het wild levende dieren en planten)

Dynamisch

I.1.1.3

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS.

Verificatieverslag inzake het WTS (GFC/FMD)

Voorschriften 23, 24, 25, 26 en 27 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

I.1.1.4

De FSO voldoet aan de eisen betreffende de betaling van uitvoerrechten.

Betalingsbewijzen (GFC/FD)

Voorschrift 41 van de Forest Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

Criterium 1.2

De FSO voldoet aan de invoereisen en aan de eisen van het WTS

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

I.1.2.1

De FSO heeft een invoervergunning.

Invoervergunning (GFC/FMD)

Artikel 37 van de Forests Act No. 6 van 2009, voorschrift 36 van de Forests Regulations 2018

Statisch

I.1.2.2

De FSO heeft een invoervergunning.

Invoervergunning (National Plant Protection Organisation – NPPO (nationale organisatie tot bescherming van planten)

Artikel 8 van de Plant Protection Act No. 9 van 2011 (wet nr. 9 van 2011 op de bescherming van planten)

Dynamisch

I.1.2.3

De FSO betracht de nodige zorgvuldigheid om het risico van invoer van houtproducten van illegale oorsprong tot een minimum te beperken.

i)    verslag van zorgvuldig onderzoek (NPPO)

ii)    Cites-vergunning, indien van toepassing (Wildlife Conservation and Management Commission)

i)    Voorschrift 36, lid 3, van de Forests Regulations 2018

ii)    Artikel 29, lid 1, van de Wildlife Conservation and Management Act van 2016, hoofdstuk 22

Dynamisch

I.1.2.4

De FSO voldoet aan de eisen van het WTS.

Verificatieverslag inzake het WTS (GFC/FMD)

Voorschriften 23, 24, 25, 26 en 27 van de Forests Regulations 2018, de Wood Tracking System Guidelines

Dynamisch

Beginsel 2

De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen (geldt alleen voor FSO’s die uitvoeren en/of invoeren en die niet onder andere schema’s vallen)

Criterium 2.1

De FSO voldoet aan de wettelijke fiscale verplichtingen

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

I.2.1.1

De FSO voldoet aan de fiscale eisen van de toepasselijke belastingregeling die door de RA is gepubliceerd.

Een van de volgende verificatiepunten:

i)    geldig certificaat van fiscaal identificatienummer (voor FSO’s die minder dan een jaar actief zijn) (RA)

ii)    bewijs van deponering (voor FSO’s die meer dan een jaar actief zijn) (RA)

Voor beide verificatiepunten:

artikel 4 van de Corporation Tax Act, hoofdstuk 81:03, artikel 60A van de Income Tax Act, hoofdstuk 81:01

Statisch

Criterium 2.2

De FSO voldoet aan zijn verplichtingen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid

Indicatornummer

Indicator

Verificatiepunten  
(verantwoordelijke instantie)

Verwijzingen naar wet- en regelgeving

Type verificatiepunt

I.2.2.1

De FSO heeft een certificaat van naleving.

Certificaat van naleving (NIB)

Artikel 16 van de National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01,

voorschriften 4, 5, 14, 15 en 19 van de National Insurance and Social Security (Collection of Contributions) Regulations

Statisch

I.2.2.2

De FSO neemt personen in dienst die ouder zijn dan de wettelijke minimumleeftijd die geldt voor de desbetreffende activiteiten die worden uitgevoerd.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 41 van de Occupational Safety and Health Act (wet inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek), hoofdstuk 99:10, artikelen 2 en 3 van de Employment of Young Persons and Children Act (wet op de tewerkstelling van jongeren en kinderen), hoofdstuk 99:01

Statisch

I.2.2.3

De FSO betaalt werknemers het wettelijk minimumloon of meer.

Inspectieverslag (MOL)

Artikelen 8 en 11 van de Labour Act, hoofdstuk 98:01, punt 4 van en de bijlage bij het Labour (National Minimum Wage) Order No. 15 van 2016

Statisch

I.2.2.4

De FSO zorgt ervoor dat er op de werkplek eerstehulpvoorzieningen beschikbaar zijn of worden aangeboden.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 47, lid 1, punt n), van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

I.2.2.5

De FSO zorgt ervoor dat de werknemers de nodige PBM krijgen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 46 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10, artikel 17 van de Forests Act No. 6 van 2009

Statisch

I.2.2.6

De FSO rapporteert en registreert alle arbeidsongevallen en werkgerelateerde verwondingen.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 69 van de Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Statisch

I.2.2.7

De FSO voldoet aan de wetgeving inzake non-discriminatie.

Inspectieverslag (MOL)

Artikel 4, lid 2, en artikel 5 van de Prevention of Discrimination Act (wet op de voorkoming van discriminatie), hoofdstuk 99:09

Statisch

5.    Verklarende woordenlijst

Amerindiaan    Een Amerindiaan (“Amerindian”) wordt in artikel 2 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01, gedefinieerd als een burger van Guyana die behoort tot een van de inheemse of oorspronkelijke volkeren van Guyana of die een afstammeling is van een van de inheemse of oorspronkelijke volkeren van Guyana.

Amerindiaanse dorpsraad    Een dorpsraad (“Village Council”) wordt in artikel 2 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01, gedefinieerd als zijnde opgericht op grond van de Amerindian Act en onder het gezag van de districtsraad van Annai, de dorpsraad van Konashen, de dorpsraad van Baramita en elke dorpsraad die is opgericht bij besluit van de minister die verantwoordelijk is voor Amerindiaanse zaken.

Jaarlijkse exploitatievergunning    Een jaarlijkse exploitatievergunning, zoals vermeld in artikel 39 van de Forests Act No. 6 van 2009, die door de Guyana Forestry Commission is verleend voor een houtzagerij waar stamhout en gekantrechte stammen worden verzaagd en opgewerkt tot balken, planken, latten of houtproducten die geschikt zijn voor verdere verwerking.

Annual Operations Plan (jaarlijks exploitatieplan)    Een document met een beschrijving van de belangrijkste en gedetailleerde activiteiten die de vergunninghouder zal ondernemen in het komende kalenderjaar (januari tot en met december). Het bevat een overzicht van de activiteiten van het voorgaande jaar en de plannen die zijn opgesteld voor de exploitatie in het lopende jaar.


Cites    De Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) (geratificeerd door Guyana in 1973) is een in 1973 gesloten overeenkomst tot regulering van of verbod op de internationale handel in planten- en diersoorten die worden geacht schade te ondervinden door of mogelijk schade ondervinden van de internationale handel.

Zorgvuldigheidsvereiste    In het kader van deze overeenkomst worden onder zorgvuldigheidsvereiste verstaan de redelijke maatregelen die door exploitanten worden genomen om het risico van invoer van illegaal gekapt hout of illegaal hout in Guyana tot een minimum te beperken.

Uitvoer        In artikel 2 van de Customs Act (douanewet), hoofdstuk 82:01, wordt uitvoer (“export”) gedefinieerd als het brengen of doen brengen van goederen buiten het grondgebied van Guyana.

Exporteur    In artikel 2 van de Customs Act, hoofdstuk 82:01, wordt exporteur (“exporter”) gedefinieerd als elke persoon door wie een goed (met inbegrip van goederen die uit een importerend luchtvaartuig of schip worden overgebracht) uit Guyana wordt uitgevoerd of geleverd voor gebruik als boordproviand voor luchtvaartuigen of schepen, en tevens als eigenaar, of elke persoon die voor diens rekening handelt, en elke persoon die voor douanedoeleinden een document ondertekent dat betrekking heeft op goederen die worden uitgevoerd of die bestemd zijn voor levering als boordproviand voor luchtvaartuigen of schepen zoals voormeld.


Bos    In artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 wordt bos (“forest”) gedefinieerd:

a)    als zijnde een ecosysteem dat wordt gedomineerd door houtgewassen en dat bestaat uit:

i)    gesloten bosformaties, waar bomen van verschillende lagen en onderhout een groot deel van de grond bedekken; of

ii)    open bos met een doorlopend vegetatiedek waarin de kroonsluiting meer dan tien procent bedraagt; en

b)    als omvattende:

i)    mangrovebossen en waterrijke gebieden of open gebieden binnen een bos die een integrerend deel uitmaken van het ecosysteem;

ii)    bosbouwproducten in het ecosysteem; en

iii)    biologische, bodem- en waterbronnen van het ecosysteem.


Bosconcessieovereenkomst    In artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 wordt bosconcessieovereenkomst (“forest concession agreement”) gedefinieerd als een dusdanig aangeduide overeenkomst waarbij de Commissie een concessie verleent op grond van artikel 6 van de Forests Act No. 6 van 2009.

Bosbeheerplan    In de Forest Management Plan Guidelines van 2018 wordt aangegeven dat een bosbeheerplan gebaseerd is op een gedetailleerde sociale, economische en milieubeoordeling, waarin de volgorde en de omvang van alle in een concessie uit te voeren activiteiten worden vastgesteld.

Bosbouwactiviteiten    In artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 worden bosbouwactiviteiten (“forest operations”) gedefinieerd als omvattende: het kappen of weghalen van bosbouwproducten; het verwijderen of vervoeren van bosbouwproducten uit om het even welk gebied; de activiteiten van een installatie voor primaire opwerking; de bouw of aanleg van een pad, een weg, een structuur of een installatie en het onderhoud daarvan; en elke andere activiteit die wordt uitgevoerd om een van de voornoemde activiteiten te vergemakkelijken.

Handelsvergunning voor bosbouwproducten    Op grond van artikel 41 van de Forests Act No. 6 van 2009 moet eenieder die zich bezighoudt met de aankoop van houtproducten met het oog op wederverkoop houder zijn van deze door de GFC verleende vergunning.


Invoer    In artikel 2 van de Customs Act, hoofdstuk 82:01, wordt invoer (“import”) gedefinieerd als het brengen of doen brengen van goederen binnen het grondgebied van Guyana.

Importeur        In artikel 2 van de Customs Act, hoofdstuk 82:01, wordt importeur (“importer”) gedefinieerd als omvattende de eigenaar of een andere persoon die tot nader order in het bezit is van of economisch belang heeft bij goederen op en vanaf het moment van de invoer ervan totdat deze naar behoren zijn vrijgegeven door de bevoegde ambtenaar, en tevens als een persoon die een document met betrekking tot geïmporteerde goederen ondertekent dat volgens de douanewetgeving door een importeur moet worden ondertekend.

Vergunning voor een houtstapelplaats    Een vergunning, zoals vermeld in artikel 40 van de Forests Act No. 6 van 2009, die door de GFC is verleend aan een persoon voor het aankopen, opslaan en verkopen van hout op zijn terreinen.

Installatie voor primaire opwerking    In artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 wordt installatie voor primaire opwerking (“primary conversion plant”) gedefinieerd als een zagerij, of een andere installatie, machine of uitrusting die is ontworpen of wordt gebruikt om ongeacht welke soort bosbouwproducten in ruwe vorm te verzagen of op enigerlei wijze op te werken tot producten met het oog op verkoop, gebruik of verdere behandeling of verwerking, en als een draagbare zagerij of een kettingzaag.


Verwijderingsvergunning    Op grond van artikel 36 van de Forests Act No. 6 van 2009 moet een FSO over een geldige door de GFC afgegeven verwijderingsvergunning beschikken om houtproducten binnen Guyana te verwijderen en/of te vervoeren vanuit staatsbossen, openbare gronden, dorpsgronden, particuliere gronden of om het even welke plaats van binnenkomst in Guyana.

Zagerij    In artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 wordt zagerij (“sawmill”) gedefinieerd als een inrichting die is ontworpen of wordt gebruikt om stamhout en gekantrechte stammen te verzagen en op te werken tot balken, planken, latten of houtproducten die geschikt zijn voor verdere verwerking; dit begrip omvat zaagkuilen.

Zaagkuil    In artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 wordt zaagkuil (“sawpit”) gedefinieerd als een gebied dat of een kuil die is aangelegd om het manuele gebruik van een kraanzaag te vergemakkelijken.

Staatsbos    Overeenkomstig artikel 3 van de Forests Act No. 6 van 2009 is een staatsbos een gebied dat de minister bij besluit tot staatsbos kan verklaren. Amerindiaanse dorpsgronden, het Iwokramaregenwoud en het nationaal park Kaieteur kunnen echter niet tot staatsbos worden verklaard.

Vergunning inzake staatsbossen    In artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 wordt vergunning inzake staatsbossen (“State forest authorisation”) gedefinieerd als een exploratievergunning, een concessie, een gebruiksvergunning, een bebossingsovereenkomst of een beheerovereenkomst voor gemeenschapsbossen.


Hout    In artikel 2 van de Forests Act No. 6 van 2009 wordt hout (“timber”) beschreven als:

a)    een boom, of een houtig deel van een boom, ongeacht of het om een staande, gevallen of gevelde boom gaat, en

b)    alle hout, al dan niet bezaagd, gespleten, behakt of op andere wijze bewerkt, met uitzondering van brandhout.

Traditioneel recht    In artikel 2 van de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01, wordt traditioneel recht (“traditional right”) gedefinieerd als elk bestaansrecht of voorrecht, dat bestaat op de datum van inwerkingtreding van deze wet, dat bij wet of door gewoonte toebehoort aan een Amerindiaans dorp of Amerindiaanse gemeenschap en dat duurzaam wordt uitgeoefend in overeenstemming met de spirituele relatie die het Amerindiaanse dorp of de Amerindiaanse gemeenschap heeft met de gronden, maar het omvat geen traditioneel voorrecht om mijnbouwactiviteiten te ontplooien.

6.    Aanhangsel: Toepasselijke verwijzingen naar wetgeving

Wetten, voorschriften

Beschrijving

Bosbouw

Forests Act no. 6 van 2009

Een wet om de wetgeving met betrekking tot bossen te consolideren en te wijzigen.

Forests Regulations, voorschrift nr. 2 van 2018

Deze voorschriften ondersteunen de uitvoering van de Forests Act No. 6 van 2009.

State Lands Act, hoofdstuk 62:01

Een wet die voorziet in een goede regulering van de staatsgronden en rivieren en kreken van de staat.

Code of Practice No. 1 of 2018

Het algemene doel van deze gedragscode is de bevordering van kappraktijken die de gebruiksnormen verbeteren, de milieueffecten verminderen, bijdragen tot het behoud van bossen voor toekomstige generaties en de economische en sociale bijdragen van de bosbouw als onderdeel van duurzame ontwikkeling verbeteren.

De Wood Tracking System Guidelines

Het Wood Tracking System (WTS) is een verplicht nationaal informatiesysteem om de toeleveringsketen van houtproducten op nationaal niveau te controleren.

Milieu/grondgebruik

Environmental Protection Act, hoofdstuk 20:05

Een wet betreffende het beheer, het behoud, de bescherming en de verbetering van het milieu, de preventie of de bestrijding van vervuiling, de beoordeling van de gevolgen van de economische ontwikkeling voor het milieu, het duurzame gebruik van de natuurlijke hulpbronnen en de daarmee samenhangende of daarmee verband houdende aangelegenheden.

Environmental Protection (Authorisations) Regulations

Deze voorschriften ondersteunen de uitvoering van de Environmental Protection Act, hoofdstuk 20:05.

Mining Act, hoofdstuk 65:01

Een wet tot regeling van de prospectie en winning van metalen, delfstoffen en edelstenen, alsmede het vervoer ervan en daarmee verband houdende aangelegenheden.

Plant Protection Act, wet nr. 9 van 2011

Een wet tot regulering van de in- en uitvoer van planten, plantmateriaal en daarvan afgeleide voorwerpen, tot bescherming tegen de insleep van exotische plagen en ziekten in Guyana en tot bestrijding en uitroeiing van ziekten en plagen in het land.

Deeds Registry Act, hoofdstuk 5:01

Een wet tot regulering van de Office of the Registrar of Deeds of Guyana (dienst registratie van akten) en tot wijziging van de wet betreffende de uitvoering en registratie van transporten, hypotheken en andere akten.

Land Registry Act, hoofdstuk 5:02

Een wet betreffende de registratie van grond en de daarmee verband houdende aangelegenheden.

Hydro-Electric Power Act, hoofdstuk 56:03

Een wet betreffende de verlening van vergunningen voor het gebruik van de wateren van Guyana voor de opwekking van elektrische energie, en betreffende daarmee verband houdende aangelegenheden.

Public Lands (Private Roads) Act, hoofdstuk 62:03

Een wet op grond waarvan personen wegen voor mijnbouw, houtkap en andere doeleinden op openbare gronden kunnen aanleggen en onderhouden, en onder bepaalde voorwaarden tolgelden voor het gebruik van dergelijke wegen door andere personen kunnen opleggen en innen.

Public Lands Private Roads (Wood Cutting) Regulations

Deze voorschriften ondersteunen de uitvoering van de Public Lands (Private Roads) Act, hoofdstuk 62:03.

Wildlife Conservation and Management Act, wet nr. 14 van 2016

Een wet betreffende de bescherming, het behoud, het beheer, het duurzame gebruik en de binnenlandse en buitenlandse handel van de in het wild levende planten en dieren van Guyana.

Arbeid, veilige en niet-discriminerende praktijken

Employment of Young Persons and Children Act, hoofdstuk 99:01

Een wet ter uitvoering van bepaalde verdragen betreffende de tewerkstelling van jongeren en kinderen.

Labour Act, hoofdstuk 98:01

Een wet tot oprichting van het Department of Labour (departement van arbeid), tot regeling van de verhouding tussen werkgevers en werknemers en tot regeling van geschillen tussen hen.

Labour (National Minimum Wage) Order No. 15 van 2016

Deze voorschriften ondersteunen de uitvoering van de Labour Act, hoofdstuk 98:01.

Prevention of Discrimination Act, hoofdstuk 99:09

Een wet tot uitbanning van discriminatie in arbeid, opleiding, aanwerving en lidmaatschap van beroepsorganisaties en tot bevordering van gelijke beloning van mannen en vrouwen in dienstverband die gelijkwaardig werk verrichten, en betreffende daarmee verband houdende aangelegenheden.

National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01

Een wet tot instelling van een stelsel van nationale verzekering en sociale zekerheid dat voorziet in geldelijke betalingen uit hoofde van een ouderdoms-, invaliditeits-, nabestaanden-, ziekte-, moederschaps- en begrafenisuitkering, en ter vervanging van vergoedingen uit hoofde van de Workmen’s Compensation Ordinance (verordening inzake arbeidsvergoeding), een stelsel van verzekering tegen letsel of overlijden als gevolg van een ongeval dat voortvloeit uit of plaatsvindt tijdens de dienstbetrekking of dat het gevolg is van een ziekte wegens van de aard van de dienstbetrekking; tot instelling van een nationaal verzekeringsfonds; en betreffende daarmee verband houdende of daarmee samenhangende aangelegenheden.

National Insurance and Social Security (Collection of Contributions) Regulations

Deze voorschriften ondersteunen de uitvoering van de National Insurance and Social Security Act, hoofdstuk 36:01.

Veiligheid en gezondheid op het werk

Occupational Safety and Health Act, hoofdstuk 99:10

Een wet betreffende de registratie en regulering van industriële inrichtingen, betreffende de veiligheid en gezondheid van personen op het werk en betreffende de daarmee verband houdende of daartoe materiële doeleinden.

Financiën en handel

Income Tax Act, hoofdstuk 81:01

Een wet tot oplegging van een belasting op inkomens en tot regeling van de inning ervan.

Corporation Tax Act, hoofdstuk 81:03

Een wet tot oplegging van een belasting op de winst van vennootschappen en betreffende daarmee verband houdende doeleinden.

Companies Act, hoofdstuk 89:01

Een wet tot herziening en wijziging van de wet op de vennootschappen en tot regeling van daarmee verband houdende en daaruit voortvloeiende aangelegenheden.

Business Names (Registration ) Act, hoofdstuk 90:05

Een wet betreffende de registratie van ondernemingen en personen die bedrijfsactiviteiten ontplooien onder een handelsnaam en betreffende daarmee verband houdende doeleinden.

Partnership Act, hoofdstuk 89:02

Een wet tot afkondiging en wijziging van de wetgeving inzake personenvennootschappen.

Friendly Societies Act, hoofdstuk 36:04

Een wet betreffende de oprichting, registratie, erkenning als rechtspersoon en het beheer van verenigingen van onderlinge hulp en andere verenigingen.

Co-operative Societies Act, hoofdstuk 88:01

Een wet betreffende de oprichting van coöperatieve verenigingen en houdende regeling van de werking van coöperatieve verenigingen.

Inheemse volken

Amerindian Act, hoofdstuk 29:01

Een wet tot erkenning en bescherming van de collectieve rechten van de Amerindiaanse dorpen en gemeenschappen, tot toekenning van gronden aan Amerindiaanse dorpen en gemeenschappen en tot bevordering van goed bestuur binnen Amerindiaanse dorpen en gemeenschappen.

Toepasselijke verwijzingen naar wetgeving voor de uitlegging van deze overeenkomst en de algemene werking van het GTLAS:

   Grondwet, hoofdstuk 1:01

   Access to Information Act 2011, wet nr. 21 van 2011 (wet op de toegang tot informatie)

   Customs Act, hoofdstuk 82:01 (douanewet)

   Equal Rights Act, hoofdstuk 38:01 (wet op gelijke rechten)

   Guyana Forestry Commission Act No. 20 van 2007 (wet tot oprichting van de Guyana Forestry Commission)

   de desbetreffende internationale verdragen, conventies, verklaringen en bilaterale overeenkomsten waarbij Guyana partij is.

De volgende bestaande documenten zullen tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS worden bijgewerkt:

1.    Guidelines for Forest Operations (Small Concessions) (richtsnoeren voor bosbouwactiviteiten (kleine concessies))

2.    Guidelines for Forest Operations (Large Concessions) (richtsnoeren voor bosbouwactiviteiten (grote concessies))



3.    FRMD Manual of Procedures (procedurehandboek van de FRMD)

4.    FMD Manual of Procedures (procedurehandboek van de FMD)

5.    Finance Division Manual of Procedures (procedurehandboek van de Finance Division)

6.    Wood Tracking System Guidelines

De volgende documenten zullen tijdens de ontwikkelingsfase van het GTLAS worden opgesteld:

1.    GTLAS Manual of Procedures for verification (GTLAS-procedurehandboek voor verificatie)

2.    Manual of Procedures for controlling imported timber products (procedurehandboek voor de controle van ingevoerde houtproducten)

________________



BIJLAGE III

VOORWAARDEN WAARONDER HOUTPRODUCTEN MET EEN FLEGT-VERGUNNING DIE VANUIT GUYANA WORDEN UITGEVOERD, IN DE UNIE IN HET VRIJE VERKEER MOGEN WORDEN GEBRACHT

I.    Aanbieden van de vergunning

1.    De vergunning wordt aangeboden bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van de Unie waar de door die vergunning gedekte zending tot het vrije verkeer wordt toegelaten 15 . Dit kan elektronisch of op een andere snelle manier gebeuren.

2.    De in punt 1 bedoelde bevoegde autoriteiten informeren de douaneautoriteiten conform de toepasselijke nationale procedures zodra een vergunning is geaccepteerd.


II.    Controles van de geldigheid van de vergunningsdocumentatie

1.    Papieren vergunningen moeten overeenkomen met het model van bijlage IV. Vergunningen die niet voldoen aan de eisen en specificaties van bijlage IV, zijn ongeldig.

2.    Een vergunning wordt als nietig beschouwd wanneer zij wordt aangeboden na de in de vergunning vermelde vervaldatum.

3.    Doorhalingen of wijzigingen in een vergunning worden slechts aanvaard als zij door de vergunningverlenende autoriteit zijn gevalideerd.

4.    Verlenging van de geldigheid van een vergunning wordt slechts aanvaard als die verlenging door de vergunningverlenende autoriteit is gevalideerd.

5.    Een duplicaat of vervangende vergunning wordt slechts aanvaard als zij door de vergunningverlenende autoriteit is afgegeven en gevalideerd.

III.    Verzoeken om aanvullende informatie

1.    Bij twijfel over de geldigheid of echtheid van een vergunning, een duplicaat of vervangende vergunning kan de bevoegde autoriteit in de Unie aanvullende informatie opvragen bij de vergunningverlenende autoriteit.



2.    Samen met het verzoek wordt eventueel een kopie van de vergunning, het duplicaat of de vervangende vergunning in kwestie verstuurd.

3.    Indien nodig trekt de vergunningverlenende autoriteit de vergunning in en geeft zij een gecorrigeerd exemplaar af, dat wordt gevalideerd met het stempel “Duplicaat” en wordt toegezonden aan de bevoegde autoriteit.

IV.    Verificatie van de overeenstemming tussen de vergunning en de zending

1.    Als nadere verificatie van de zending noodzakelijk wordt geacht voordat de bevoegde autoriteit kan besluiten of een vergunning wordt aanvaard, kunnen controles worden uitgevoerd om na te gaan of de desbetreffende zending in overeenstemming is met de in de vergunning verstrekte informatie en met de gegevens van de vergunningverlenende autoriteit met betrekking tot de vergunning.

2.    Indien het volume of het gewicht van de houtproducten in de voor toelating tot het vrije verkeer aangeboden zending met niet meer dan 10 % afwijkt van het volume of het gewicht dat in de desbetreffende vergunning is opgegeven, wordt de zending geacht in overeenstemming te zijn met de in de vergunning verstrekte informatie over het volume of gewicht.

3.    In geval van twijfel of de zending met de Flegt-vergunning overeenstemt, kan de betrokken bevoegde autoriteit nadere informatie opvragen bij de vergunningverlenende autoriteit.



4.    De vergunningverlenende autoriteit kan de bevoegde autoriteit verzoeken een kopie van de desbetreffende vervangende vergunning toe te zenden.

5.    Indien nodig trekt de vergunningverlenende autoriteit de vergunning in en geeft zij een gecorrigeerd exemplaar af, dat wordt gevalideerd met het stempel “Duplicaat” en wordt toegezonden aan de bevoegde autoriteit.

6.    Indien de bevoegde autoriteit binnen 21 kalenderdagen na het verzoek om nadere informatie geen antwoord ontvangt, aanvaardt de bevoegde autoriteit de vergunning niet en handelt zij overeenkomstig de geldende wetgeving en procedures.

7.    Een vergunning wordt niet aanvaard indien, na de verstrekking van aanvullende informatie overeenkomstig sectie III of verder onderzoek overeenkomstig deze sectie, is vastgesteld dat de vergunning niet in overeenstemming is met de zending.

V.    Verificatie vóór aankomst van de zending

1.    Een vergunning mag worden aangeboden vóór aankomst van de zending waarop zij betrekking heeft.

2.    Een vergunning wordt aanvaard wanneer zij voldoet aan alle voorschriften van bijlage IV en nadere controle als bedoeld in de secties III en IV van deze bijlage niet noodzakelijk wordt geacht.


VI.    Overige aangelegenheden

1.    Onkosten die bij de controle als bedoeld in de secties III en IV van deze bijlage worden gemaakt, komen ten laste van de importeur, tenzij anders bepaald in de toepasselijke wetgeving en procedures van de betrokken lidstaat van de Unie.

2.    Indien stelselmatig meningsverschillen of moeilijkheden ontstaan bij de controle van Flegt-vergunningen, kan de zaak worden voorgelegd aan het gemengd comité.

VII.    In het vrije verkeer brengen

1.    In vak 44 van het enig administratief document waarop de douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen wordt gedaan, wordt het nummer vermeld van de vergunning die voor de aangegeven houtproducten is afgegeven.

2.    Indien de douaneaangifte digitaal wordt gedaan, wordt dit nummer in het juiste vak opgegeven.

3.    Houtproducten worden pas vrijgegeven voor het vrije verkeer na voltooiing van de in deze bijlage omschreven procedures.

________________



BIJLAGE IV

VOORSCHRIFTEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VOOR FLEGT-VERGUNNINGEN

1.    Algemene vereisten voor Flegt-vergunningen

1.1.    Voor elke zending van de in bijlage I bij deze overeenkomst genoemde houtproducten die vanuit Guyana naar de Unie wordt uitgevoerd, moet een Flegt-vergunning zijn afgegeven. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 en deze overeenkomst zal de Unie dergelijke zendingen uit Guyana slechts aanvaarden voor invoer in de Unie indien zij gedekt zijn door een Flegt-vergunning.

1.2.    In overeenstemming met artikel 2, punt c), van deze overeenkomst wordt onder “Flegt-vergunning” verstaan een door de vergunningverlenende autoriteit afgegeven document waaruit blijkt dat een zending houtproducten die is bedoeld voor uitvoer naar de Unie, legaal is geproduceerd en geverifieerd in overeenstemming met de in deze overeenkomst vastgestelde criteria.

1.3.    Flegt-vergunningen kunnen op papier of in elektronische vorm worden afgegeven.

1.4.    Een Flegt-vergunning wordt afgegeven voor één enkele zending van één enkele vergunninghouder naar het eerste punt van binnenkomst in de Unie. Eén enkele Flegt-vergunning wordt niet aangegeven bij meer dan één douanekantoor in de Unie.



1.5.    De papieren of de elektronische vergunning bevat de gegevens van aanhangsel 1 van deze bijlage, overeenkomstig de toelichting van aanhangsel 2 van deze bijlage.

1.6.    De aanvrager dient de Flegt-vergunning en het uitvoercertificaat voor uitvoer naar de Unie, of alleen het uitvoercertificaat voor uitvoer naar andere bestemmingen, samen met de andere vereiste documenten, in bij Customs, Excise and Trade Operations (douane, accijnzen en handelsactiviteiten — CETO). De procedures voor de afgifte van de Flegt-vergunning en het uitvoercertificaat, en hun respectieve koppeling met de douanedocumenten, worden voltooid tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS.

1.7.    Voor complexe zendingen, met verschillende soorten houtproducten, waarvoor mogelijk niet alle vereiste gegevens als bedoeld in model 1 in aanhangsel 1 kunnen worden opgenomen, wordt bij de vergunning een goedgekeurd aanhechtsel (aan de Flegt-vergunning gehechte aanvullende beschrijving van de goederen) gevoegd. In dit goedgekeurde aanhechtsel wordt kwalitatieve en kwantitatieve informatie in verband met de beschrijving van de zending zoals gespecificeerd in model 2 in aanhangsel 1 opgenomen. In dat geval bevatten de overeenkomstige vakken (vakken 9 tot en met 16) in de vergunning geen informatie over de zending, maar een verwijzing naar het goedgekeurde aanhechtsel.

1.8.    De gedetailleerde vereisten en procedures voor het verlengen van de geldigheid en het definiëren van de intrekking en het beheer van Flegt-vergunningen worden voltooid tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS. De procedures voor het aanvragen en afgeven van Flegt-vergunningen worden openbaar gemaakt.



1.9.    Guyana doet de Unie een gewaarmerkte kopie van een Flegt-vergunning toekomen, alsmede voorbeelden van de stempels van de vergunningverlenende autoriteit en van de handtekeningen van de gemachtigde personeelsleden.

1.10.    Voor alle goedgekeurde Flegt-vergunningen worden in overeenstemming met deze overeenkomst het origineel en de kopieën ervan afgegeven aan de vergunninghouder.

1.11.    Voor houtproducten die beschermd zijn uit hoofde van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) geldt de wettigheidsverificatie in het kader van het GTLAS en moet een Flegt-vergunning zijn afgegeven.

1.12.    De Cites-beheersinstantie van Guyana zorgt er vóór de uitvoer voor dat het hout waarop de bepalingen van Cites van toepassing zijn of producten die hout bevatten aan alle GTLAS-eisen voldoen. De Cites-beheersautoriteit van Guyana geeft Cites-vergunningen af voor zendingen naar de Unie die uitsluitend hout bevatten waarop de bepalingen van Cites van toepassing zijn of producten die hout bevatten.

2.    Verantwoordelijkheid van de Flegt-vergunningverlenende autoriteit

2.1.    De vergunningverlenende autoriteit in Guyana is de Timber Legality and Trade Unit (eenheid wettigheid van hout en handel — TLTU) van de Guyana Forestry Commission.



2.2.    De eisen van vakbekwaamheid voor het personeel, de beheerstructuren en de interne controles van de vergunningverlenende autoriteit worden gedefinieerd en vastgesteld voordat het Flegt-vergunningensysteem operationeel wordt.

2.3.    De Flegt-vergunningverlenende autoriteit stelt de Management Information System Unit (eenheid beheerinformatiesystemen — MISU) in kennis van de ontvangen en afgewezen uitvoerverzoekformulieren en van de afgegeven Flegt-vergunningen.

2.4.    De vergunningverlenende autoriteit ontwikkelt een nummeringssysteem voor Flegt-vergunningen aan de hand waarvan onderscheid kan worden gemaakt tussen Flegt-vergunningen voor de markt van de Unie en alle andere wettelijk voorgeschreven uitvoerdocumenten.

2.5.    De Flegt-vergunningverlenende autoriteit geeft op verzoek van de vergunninghouder slechts één verlenging af voor een periode die niet langer is dan drie maanden. De vergunningverlenende autoriteit voert de nieuwe vervaldatum in en valideert deze.

2.6.    De vergunningverlenende autoriteit informeert de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van de Unie in elk geval wanneer de geldigheidsduur van de Flegt-vergunning wordt verlengd of wanneer de Flegt-vergunning wordt ingetrokken of vervangen.

2.7.    De Flegt-vergunningverlenende autoriteit streeft ernaar om de echtheid van Flegt-vergunningen te garanderen en om doorhalingen of wijzigingen te voorkomen.



2.8.    Het Flegt-vergunningensysteem wordt geleidelijk gekoppeld aan het bij de Customs and Trade Single Window System Act, No. 15 van 2019 (wet inzake het éénloketsysteem voor douane en handel nr. 15 van 2009) ingevoerde Guyana Single Window System (éénloketsysteem van Guyana) voor uitvoer uit Guyana, wanneer de omstandigheden dat toelaten.

2.9.    De Flegt-vergunningverlenende autoriteit is verantwoordelijk voor de vereiste uitwisseling van informatie tussen Guyana en de inzake Flegt bevoegde autoriteiten van de lidstaten van de Unie en andere bevoegde autoriteiten van Guyana over kwesties in verband met Flegt-vergunningen.

3.    Procedure voor de afgifte van Flegt-vergunningen

Voor het beheer van de Flegt-vergunningen worden de volgende stappen in acht genomen.

3.1.    Voor elke zending dient de Forest Monitoring Division (FMD) een uitvoerverzoekformulier in bij de Flegt-vergunningverlenende autoriteit en deelt zij de vergunningverlenende autoriteit mee dat de FSO een verzoek heeft ingediend voor de uitvoer van houtproducten en dat hij aan de eisen voor uitvoer van de FMD heeft voldaan.

3.2.    Na ontvangst van het uitvoerverzoekformulier controleert de Flegt-vergunningverlenende autoriteit de centrale informatiedatabank (CID) om ervoor te zorgen dat de FSO voldoet aan het GTLAS.

3.3.    Na een evaluatie van het uitvoerverzoekformulier en een controle van de CID, en zodra is bevestigd dat de FSO voldoet aan de GTLAS-vereisten, geeft de Flegt-vergunningverlenende autoriteit de Flegt-vergunning af voor de desbetreffende zending.



3.4.    Indien de FSO niet voldoet aan de GTLAS-vereisten, stelt de Flegt-vergunningverlenende autoriteit de FSO in kennis van de vastgestelde gevallen van niet-naleving en wordt de FSO in de gelegenheid gesteld deze te verhelpen. Indien de FSO niet in staat is deze gevallen van niet-naleving te verhelpen, wijst de vergunningverlenende autoriteit het uitvoerverzoekformulier voor de desbetreffende zending af.

3.5.    Een Flegt-vergunning wordt afgegeven vóór douane-uitklaring van de zending door CETO.

3.6.    Alle in bijlage I genoemde houtproducten die als monsters en demonstratieproducten bestemd zijn, vallen eveneens onder het Flegt-vergunningensysteem wanneer zij naar de markt van de Unie worden uitgevoerd.

3.7.    Voor alle goedgekeurde Flegt-vergunningen verstrekt de Flegt-vergunningverlenende autoriteit elektronische kopieën aan de betrokken douaneautoriteit van de Unie en de bevoegde autoriteit.

3.8.    Alle gegevens met betrekking tot de afgifte van Flegt-vergunningen worden in de CID bijgehouden, ook deze met betrekking tot afgewezen vergunningen.

3.9.    De desbetreffende formulieren en procedures voor het aanvragen van een Flegt-vergunning worden ontwikkeld en gepubliceerd voordat het Flegt-vergunningensysteem operationeel wordt.

Diagram van de informatiestroom

Indiening van documenten voor uitvoer

Geconsolideerde verificatie van naleving van de GTLAS-vereisten

Besluit inzake de afgifte van een Flegt-vergunning

Legenda

   FMD dient een uitvoerverzoekformulier in

   Niet-conform (TLTU wijst het uitvoerverzoekformulier af en stelt de FSO in kennis van gevallen van niet-naleving)

   Conform (TLTU geeft een Flegt-vergunning af aan de FSO)

   GTLAS-informatiestroom (inclusief uitvoerprocedures)

4.    Technische specificaties voor papieren Flegt-vergunningen

4.1.    Voor papieren vergunningen geldt het model van aanhangsel 1.

4.2.    Het papier is van standaard A4-formaat en voorzien van watermerken met het logo en het zegel van de Guyana Forestry Commission (GFC).

4.3.    De vergunningen worden met de schrijfmachine of de computer ingevuld, of zo nodig met de hand.

4.4.    De vergunningverlenende autoriteit maakt gebruik van een metalen stempel van staal.

4.5.    De vergunningverlenende autoriteit vermeldt de toegewezen hoeveelheid op zodanige wijze dat geen vervalsing mogelijk is en geen cijfers of tekens kunnen worden toegevoegd.

4.6.    Op het formulier mogen geen doorhalingen of wijzigingen worden aangebracht, tenzij deze zijn gevalideerd door middel van het stempel en de handtekening van de vergunningverlenende autoriteit.

4.7.    De vergunningen worden gedrukt en ingevuld in het Engels.



5.    Technische specificaties voor elektronische Flegt-vergunningen

5.1.    Flegt-vergunningen kunnen worden afgegeven en verwerkt met behulp van elektronische systemen die in het kader van het GTLAS zijn ontwikkeld.

5.2.    Aan de lidstaten van de Unie die niet op een elektronisch systeem zijn aangesloten, wordt een papieren vergunning verstrekt.

6.    Aantal exemplaren van Flegt-vergunningen

6.1.    Van de Flegt-vergunning worden een origineel en vier kopieën opgesteld, en wel als volgt:

i)    “Original” (origineel) voor de bevoegde autoriteit;

ii)    “Copy for Customs at destination” (kopie voor de douaneautoriteiten op de plaats van bestemming);

iii)    “Copy for the Importer” (kopie voor de importeur);

iv)    “Copy for the Licensing Authority” (kopie voor de vergunningverlenende autoriteit);

v)    “Copy for the Licensee” (kopie voor de vergunninghouder).



6.2.    De exemplaren van de Flegt-vergunning met de aanduiding “Original”, “Copy for the Importer” en “Copy for Customs at destination” worden verstrekt aan de vergunninghouder, die ze naar de importeur verzendt.

6.3.    De importeur biedt het origineel aan bij de bevoegde autoriteit en de desbetreffende kopie bij de douaneautoriteit van de lidstaat van de Unie waar de zending waarvoor de vergunning is afgegeven, wordt aangegeven om in het vrije verkeer te worden gebracht. De kopie met de aanduiding “Copy for the Importer” wordt door de importeur bewaard voor archivering.

6.4.    De kopie met de aanduiding “Copy for the Licensing Authority” wordt door de vergunningverlenende autoriteit bewaard voor archivering en eventuele toekomstige verificatie van afgegeven vergunningen.

6.5.    De kopie met de aanduiding “Copy for the Licencee” wordt verstrekt aan de vergunninghouder voor archivering.

6.6.    Elektronische kopieën van de Flegt-vergunning worden ook overhandigd aan de betrokken douaneautoriteit van de Unie en de bevoegde autoriteit.

6.7.    De vergunningverlenende autoriteit archiveert een kopie van de Flegt-vergunning en een elektronische kopie wordt door de Management Information System Unit in de CID opgeslagen.



7.    Geldigheid, intrekking en vervanging van Flegt-vergunningen

7.1.    Geldigheid en verlies van geldigheid van Flegt-vergunningen

Flegt-vergunningen zijn geldig vanaf de dag van afgifte en zijn zes maanden geldig vanaf de datum van afgifte. De vervaldatum wordt op de Flegt-vergunningen vermeld.

Bij verlies of vernietiging van de houtproducten waarvoor de Flegt-vergunning is afgegeven tijdens de verzending vóór hun aankomst in de Unie of wanneer de uitvoer niet heeft plaatsgevonden en de vergunninghouder geen verlenging heeft aangevraagd, vervalt de vergunning en moet zij worden teruggezonden aan de vergunningverlenende autoriteit.

7.2.    Intrekking van de Flegt-vergunning

De Flegt-vergunning wordt ingetrokken in de volgende situaties:

   in geval van een overtreding die de vergunninghouder in verband met de zending begaat en die na afgifte van de Flegt-vergunning wordt geconstateerd; en

   wanneer de vergunninghouder de vergunning vrijwillig terugstuurt nadat hij heeft besloten er geen gebruik van te maken.



7.3.    Vervanging van de Flegt-vergunning

Bij verlies, diefstal of vernietiging van de Flegt-vergunning kan de vergunninghouder of een gemachtigde vertegenwoordiger op basis van bewijsstukken van het verlies, de diefstal of vernietiging van het origineel en/of de kopie een verzoek tot afgifte van een duplicaat indienen.

Zodra de vergunningverlenende autoriteit genoegen neemt met de rechtvaardiging voor de vervanging van de vergunning, geeft zij een vervanging af na ontvangst van het verzoek van de vergunninghouder.

De vervangende Flegt-vergunning bevat alle informatie en gegevens die ook op de originele Flegt-vergunning stonden, inclusief het nummer van de Flegt-vergunning, en op de vervangende Flegt-vergunning wordt “Replacement Licence” (vervangende vergunning) vermeld.

Als de verloren of gestolen vergunning wordt teruggevonden, mag deze niet opnieuw worden gebruikt, maar wordt zij teruggestuurd naar de vergunningverlenende autoriteit.

7.4.    Nieuwe aanvraag voor een Flegt-vergunning

De exporteur vraagt een nieuwe Flegt-vergunning aan bij veranderingen in het houtproduct, de GS-code, de soort of het aantal eenheden, of afwijkingen van het gewicht of de omvang van de zending met meer dan 10 % ten opzichte van de Flegt-vergunning.



8.    Beheer van niet-nalevingen met betrekking tot Flegt-vergunningen

In geval van overtreding of frauduleuze informatie met betrekking tot houtproducten, of een vervalsing, wijziging of aanpassing van de informatie op de Flegt-vergunning, of van overtreding van de voorschriften inzake de Flegt-vergunning, past de vergunningverlenende autoriteit sancties toe zoals voorgeschreven door de wetgeving van Guyana.

9.    Procedure bij twijfel aan de geldigheid van de vergunning

9.1.    Bij twijfel over de geldigheid of echtheid van een vergunning, een duplicaat of vervangende vergunning kan de bevoegde autoriteit in de Unie aanvullende informatie opvragen bij de vergunningverlenende autoriteit.

9.2.    De vergunningverlenende autoriteit kan, als zij dat nodig acht, de bevoegde autoriteiten vragen een kopie van de betreffende vergunning of duplicaat op te sturen.

9.3.    Indien de vergunningverlenende autoriteit dat nodig acht, wordt de vergunning ingetrokken en wordt een gecorrigeerd origineel afgegeven, dat wordt gevalideerd met het stempel “Duplicate” (duplicaat) en wordt doorgezonden naar de bevoegde autoriteit.

9.4.    Als de geldigheid van de vergunning wordt bevestigd, stelt de vergunningverlenende autoriteit de bevoegde autoriteit daarvan onverwijld in kennis, bij voorkeur langs elektronische weg. De kopieën die door de bevoegde autoriteit worden teruggezonden, worden gevalideerd met het stempel “Validated on …” (gevalideerd op).



9.5.    Als de betrokken vergunning niet geldig is, stelt de vergunningverlenende autoriteit de bevoegde autoriteit daarvan onverwijld in kennis, bij voorkeur langs elektronische weg, en treffen beide autoriteiten passende maatregelen.


AANHANGSELS

1.    Vergunningsformulier (modellen 1 en 2)

2.    Toelichting



Aanhangsel 1

Model 1: formaat voor de Flegt-vergunning

European Union    FLEGT

1

1. Issuing Authority

Name

Address

2. Importer

Name

Address

ORIGINAL

3. FLEGT Licence number

4. Date of expiry (DD/MM/YY)

5. Country of export

7. Means of transport

6. ISO code

8. Licencee (name and address)

9. Commercial description of timber products

10. HS heading

1

11. Common and scientific names

12. Countries of harvest

13. ISO codes of countries of harvest

14. Volume (m3)

15. Net weight (kg)

16. Number of units

17. Distinguishing marks (if any)

18 Signature and stamp of issuing authority

Name

Place and date



Model 2: aanvullende informatie voor complexe zendingen

THE FOLLOWING INFORMATION IS RELATED TO THE FLEGT LICENCE:

Licence # .......

Date of expiry:.........

Name of licencee:........

Name of importer:.........

Item #

Commercial description of the timber products

HS heading

Common and scientific names

Countries of harvest

ISO code of country of harvest

Volume (m3)*

Net weight (kg)*

Number of units

1

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

7

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

9

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

 

 

*Either volume or weight is required

Place of issue

Date (DD/MM/YYYY):

Signature and stamp of issuing authority



Aanhangsel 2

Toelichting

Algemeen:

   Invullen in hoofdletters.

   ISO-codes hebben betrekking op de internationale norm die bestaat uit een tweelettercode voor elk land.

   De vermelding “ORIGINAL” in model 1 moet worden vervangen door een van de volgende vermeldingen in overeenstemming met de ontvanger van de kopie van de vergunning: “COPY FOR CUSTOMS AT DESTINATION”, “COPY FOR THE IMPORTER”, “COPY FOR THE LICENSING AUTHORITY”, “COPY FOR THE LICENCEE”

Vak 1

Issuing Authority (vergunningverlenende autoriteit)

Vermeld de volledige naam en het volledige adres van de vergunningverlenende autoriteit.

Vak 2

Importer (importeur)

Vermeld de volledige naam en het volledige adres van de importeur.

Vak 3

FLEGT licence number (nummer van de Flegt-vergunning)

Vermeld het licentienummer duidelijk in het vereiste formaat.

Vak 4

Date of Expiry (vervaldatum)

Vermeld duidelijk de vervaldatum van de vergunning.

Vak 5

Country of export (land van uitvoer)

Dit is het partnerland (Guyana) van waaruit de houtproducten naar de Unie worden uitgevoerd.

Vak 6

ISO code (ISO-code)

Vermeld de tweelettercode voor Guyana.

Vak 7

Means of transport (vervoermiddel)

Vermeld het vervoermiddel op de plaats van uitvoer.

Vak 8

Licencee (vergunninghouder)

Vermeld de naam en het adres van de exporteur.

Vak 9

Commercial description of timber products (handelsbenaming van de houtproducten)

Vermeld de handelsbenaming van het houtproduct/de houtproducten.

Vak 10

HS heading (GS-post)

De vier- of zescijferige goederencode zoals vastgesteld in het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen en omschreven in bijlage I bij deze overeenkomst.

Vak 11

Common and scientific names (gangbare en wetenschappelijke benaming)

Vermeld de gangbare en de wetenschappelijke naam van de houtsoort die in het product wordt gebruikt. Gebruik een aparte regel voor elke soort hout die wordt gebruikt in een samengesteld product. Mag weggelaten worden indien een samengesteld product of onderdeel diverse soorten bevat waarvan de identiteit niet meer achterhaald kan worden (bv. spaanplaat).

Vak 12

Countries of harvest (landen waar het hout werd gekapt)

Vermeld de landen waar de in vak 10 vermelde houtsoorten werden gekapt. Doe dit bij een samengesteld product voor alle gebruikte houtsoorten. Mag weggelaten worden indien een samengesteld product of onderdeel diverse soorten bevat waarvan de identiteit niet meer achterhaald kan worden (bv. spaanplaat).

Vak 13

ISO codes (ISO-codes)

Vermeld hier de ISO-code van de in vak 12 opgegeven landen. Mag weggelaten worden indien een samengesteld product of onderdeel diverse soorten bevat waarvan de identiteit niet meer achterhaald kan worden (bv. spaanplaat).

Vak 14

Volume (m3)

Vermeld het totale volume in m3. Mag weggelaten worden als vak 15 is ingevuld.

Vak 15

Net weight (kg) (Nettogewicht (kg))

Vermeld het totale gewicht in kg. Dit is de netto massa van de houtproducten zonder containers of verpakkingen, uitgezonderd tussenschotten, dwarsbalken, stickers enz. Mag weggelaten worden als vak 14 is ingevuld.

Vak 16

Number of units (aantal eenheden)

Vermeld het aantal eenheden, indien een vervaardigd product op die manier het best kan worden gekwantificeerd. Mag weggelaten worden.

Vak 17

Distinguishing marks (bijzondere kenmerken)

Vermeld eventuele bijzondere kenmerken, bv. partijnummer of nummer van het vervoersdocument. Mag weggelaten worden.

Vak 18

Signature and stamp of issuing authority (handtekening en stempel van de vergunningverlenende autoriteit)

Dit vak wordt ondertekend door de bevoegde ambtenaar en voorzien van het officiële stempel van de vergunningverlenende autoriteit.

Ook moeten de naam van de ondertekenaar, de plaats en de datum worden vermeld.

________________



BIJLAGE V

GUYAANS SYSTEEM TER WAARBORGING VAN DE WETTIGHEID VAN HOUT EN HOUTPRODUCTEN (GTLAS)

1    INLEIDING

2    TOEPASSINGSGEBIED VAN HET GTLAS

2.1    Onder het GTLAS vallende houtproducten

2.2    Houtbronnen

2.3    Onder het GTLAS vallende exploitanten uit de bosbouwsector

2.4    Toepasselijke wetgeving en procedures

2.5    Rollen en verantwoordelijkheden van entiteiten die betrokken zijn bij de uitvoering van het GTLAS

2.6    Uitvoeringsorganisaties om een doeltreffende coördinatie te waarborgen

3    BESCHRIJVING VAN HET GTLAS

3.1    Toewijzing van bos en kaprechten

3.2    Definitie van wettigheid



3.3    Eisen van het WTS

3.4    Verificatie van naleving van de toewijzingsprocedure, de definitie van wettigheid en de eisen van het WTS

3.5    Beheer van niet-naleving

3.6    Geconsolideerde verificatie

3.7    Verzameling en beheer van gegevens en informatie

3.8    Flegt-vergunningensysteem

3.9    Onafhankelijke audit

3.10    Klachtenmechanisme voor het GTLAS

3.11    Toezicht op de uitvoering van het GTLAS

4    VERBETERING VAN SYSTEMEN TER ONDERSTEUNING VAN DE UITVOERING VAN HET GTLAS

5    AANHANGSEL


1    INLEIDING

In het kader van de internationale inspanningen om de illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel aan te pakken, heeft een toenemend aantal landen maatregelen genomen om de handel in illegale houtproducten te voorkomen. Deze overeenkomst vormt een aanvulling op de Guyaanse ontwikkelingsstrategie voor een groene staat (Green State Development Strategy). Bij de uitvoering van deze overeenkomst zal Guyana voortbouwen op zijn bestaande systeem ter waarborging van de wettigheid om de strijd tegen illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel verder op te voeren en een laag niveau van ontbossing en bosdegradatie te handhaven.

Het Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (GTLAS) is gebaseerd op het nationale rechtskader en heeft tot doel ervoor te zorgen dat de houtproducten van Guyana legaal zijn. Met het oog daarop wordt met het GTLAS een geloofwaardig systeem ter waarborging van de wettigheid opgezet teneinde de wettigheid van de kap, het vervoer en de verwerking, alsmede de uitvoer en de invoer van houtproducten te garanderen. Het GTLAS omvat nalevingscontroles om er zeker van te zijn dat de houtproducten legaal zijn geproduceerd, ongeacht de beoogde markt van bestemming. Het zorgt ervoor dat Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten alleen worden afgegeven voor zendingen houtproducten voor de markt van de Unie die legaal zijn en dat uitvoercertificaten worden afgegeven voor zendingen die bestemd zijn voor alle andere markten. Bovendien wordt met het GTLAS de wettigheid van ingevoerde houtproducten geverifieerd.

Guyana zal zijn huidige houttraceringssysteem (WTS) en andere controlesystemen van de overheid verder uitbouwen en uitbreiden om de wettigheid van zijn houtproducten te garanderen. Het huidige WTS is een systeem op basis van labels en papieren documenten waarmee doeltreffend toezicht kan worden gehouden op de stroom van houtproducten voor de binnenlandse en internationale handel. Het WTS wordt gekoppeld aan de definitie van wettigheid van Guyana, die is gebaseerd op het nationale rechtskader, en vormt een essentieel onderdeel van het GTLAS.


In een evaluatie van de huidige WTS- en verificatieprocedures is de bruikbaarheid en uitvoerbaarheid van de GTLAS-vereisten beoordeeld. Ook zijn maatregelen en leemten vastgesteld die tijdens de uitvoeringsfase moeten worden aangepakt om de wettigheid van hout en houtproducten te waarborgen door middel van robuuste controles en verificatie- en valideringsprocedures.

Enkele van deze maatregelen zijn: versterking van de coördinatie tussen overheidsinstanties, met name tussen de Guyana Forestry Commission (GFC) en andere instanties voor grondbeheer, om de grondtoewijzingsprocedures verder te verbeteren en aanverwante kwesties aan te pakken; verbetering van de toegang van het publiek tot informatie over de bosbouwsector; versterking van het rechtskader; modernisering van het gegevensbeheer-, informatie- en -communicatiesysteem van de GFC; en ontwikkeling van robuustere verificatie- en validatieprocedures. Enkele van de vastgestelde leemten kunnen onder meer worden opgevuld door: de ontwikkeling van systemen om gevallen van niet-naleving vast te stellen, te registreren en te beheren; de behandeling en oplossing van klachten; de organisatie van periodieke audits door een derde partij om het GTLAS te beoordelen en te verbeteren; en het opzetten van een eenheid die Flegt-vergunningen verleent voor de uitvoer van hout. Om ervoor te zorgen dat de gebieden worden versterkt waar behoefte aan versterking is vastgesteld, worden er uitvoeringsorganisaties in het leven geroepen.

Het GTLAS is ontwikkeld door middel van een participatief proces met diverse belanghebbenden dat gecoördineerd wordt door de National Technical Working Group. Bij dit proces werd een grote meerderheid van de belangrijkste belanghebbenden uit de Guyaanse bosbouwsector en andere belangengroepen betrokken. Tijdens verschillende landelijke bijeenkomsten werden de belangrijkste belanghebbenden geïnformeerd en geraadpleegd over het proces voor de totstandkoming van de VPA. De details van de verschillende elementen van het GTLAS die in deze bijlage zijn opgenomen zijn in overleg met deze belanghebbenden vastgesteld.


Bij de ontwikkeling van het GTLAS waren onder andere de volgende belanghebbenden betrokken: houtverwerkingsbedrijven, houtzagerijen, fabrikanten, houthandelaren, exporteurs, importeurs, transporteurs en douane-expediteurs alsmede vertegenwoordigers van houtverwerkingsverenigingen, Amerindiaanse dorpen en gemeenschappen, inheemse niet-gouvernementele organisaties en ministeries en/of overheidsinstanties.

2    TOEPASSINGSGEBIED VAN HET GTLAS

2.1    Onder het GTLAS vallende houtproducten

De houtproducten die onder het GTLAS vallen en het bijbehorende geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen zijn opgenomen in bijlage I. De partijen overwegen twee jaar na de inwerkingtreding van het Flegt-vergunningensysteem nog meer producten in bijlage I op te nemen.

2.2    Houtbronnen

De houtbronnen zijn onderverdeeld in zes (6) hoofdcategorieën:

a)    kleine concessies zijn gebieden van 8 097 hectare of minder. FSO’s met een kleine concessie moeten beschikken over een vergunning inzake staatsbossen die ofwel een toelating inzake staatsbossen ofwel een beheerovereenkomst voor gemeenschapsbossen kan zijn. Deze vergunningen inzake staatsbossen worden door de GFC verleend voor een periode van maximaal twee jaar, kunnen onder bepaalde voorwaarden worden verlengd en omvatten een goedgekeurd quotum. Kleine concessies moeten in overeenstemming zijn met de Code of Practice No. 1 of 2018 en de Guidelines for Forest Operations (Small Concessions). Inventarisatie vóór de kap is geen vereiste voor kleine concessies;


b)    grote concessies zijn groter dan 8 097 hectare. FSO’s met een grote concessie moeten beschikken over een door de GFC verleende vergunning inzake staatsbossen. Deze vergunningen inzake staatsbossen kunnen zowel een bosconcessieovereenkomst als een exploratievergunning zijn. Bosconcessieovereenkomsten kunnen ofwel overeenkomsten inzake houtverkoop ofwel pachtovereenkomsten inzake houtkap zijn. Deze vergunningen inzake staatsbossen worden afgegeven nadat de FSO een exploratievergunning heeft verkregen, met een contract dat onder bepaalde voorwaarden kan worden verlengd tot een looptijd van maximaal 40 jaar. Grote concessies moeten in overeenstemming zijn met de Code of Practice No. 1 of 2018 en de Guidelines for Forest Operations (Large Concessions). De Code of Practice bevat bepalingen betreffende de opstelling van een bosbeheerplan, een jaarlijks exploitatieplan en de uitvoering van een inventarisatie vóór de kap door de FSO, zoals gespecificeerd in de Forest Management Plan Guidelines (richtsnoeren betreffende het bosbeheerplan);

c)    Amerindiaans dorp — In de Amerindian Act, hoofdstuk 29:01, wordt dorp of Amerindiaans dorp (“Village” of “Amerindian Village”) gedefinieerd als “een groep Amerindianen die dorpsgronden bezetten of gebruiken” en worden dorpsgronden (“Village lands”) gedefinieerd als “gronden die gemeenschappelijk eigendom zijn van een dorp krachtens een titel die aan de dorpsraad is toegekend in naam en ten behoeve van het dorp”. Aan een dorpsraad wordt een absolute overdracht of een titelcertificaat toegekend om grondbezit aan te tonen. Een Amerindiaans dorp wordt een FSO wanneer het een contract aangaat met de GFC voor het uitvoeren van commerciële houtkap binnen de grenzen van het Amerindiaans dorp;

d)    particuliere grond — In de Forests Act No. 6 van 2009 wordt particuliere grond (“Private Land”) gedefinieerd als “grond die noch openbare grond noch dorpsgrond is”. Particuliere grond is wettelijk in het bezit van een of meer personen of een rechtspersoon krachtens een geregistreerde titel, transport of absolute overdracht. Een particuliere grondeigenaar wordt een FSO wanneer hij een contract met de GFC aangaat voor het uitvoeren van commerciële houtkap binnen de grenzen van de particuliere grond;



e)    herbestemde staatsgronden 16 — Houtproducten kunnen worden gerecupereerd op staatsgronden waarvoor door de betrokken ministeries en/of overheidsinstanties een goedkeuring voor herbestemming is verleend met het oog op gebruik als niet-bosgrond in het kader van de volgende vergunningen:

I.    mijnconcessie of -vergunning — Een mijnconcessie of -vergunning wordt door de Guyana Geology and Mines Commission voor een gebied binnen staatsgronden afgegeven met het oog op de exploratie, delving, ontginning en toe-eigening van delfstoffen. Een houder van een mijnconcessie of -vergunning wordt een FSO wanneer hij van de GFC een vergunning verkrijgt om houtproducten binnen de grenzen van dat gebied te recupereren;

II.    pachtovereenkomsten — De Guyana Lands and Surveys Commission geeft een pachtovereenkomst voor een gebied binnen staatsgronden af met het oog op landbouw- of andere activiteiten. Een pachthouder wordt een FSO wanneer hij van de GFC een vergunning verkrijgt om houtproducten binnen de grenzen van dat gebied te recupereren;

III.    infrastructuur (wegen, waterkrachtcentrales, stuwdammen enz.) — Het Bureau van de president verleent goedkeuring voor de bouw van waterkrachtcentrales. Het Ministerie van Openbare Werken verleent vergunningen voor alle andere infrastructuurwerken, zoals wegen en bruggen. Een houder van een infrastructuurvergunning wordt een FSO wanneer hij van de GFC een vergunning verkrijgt om houtproducten binnen de grenzen van dat gebied te recupereren.


Voor de recuperatie van hout uit een (voor commercieel gebruik) herbestemd gebied moet de houder van een van de bovengenoemde vergunningen zich eerst registreren bij de GFC om een FSO te worden en moet hij de regels volgen die zijn vastgesteld in punt 3.3.3 van het GTLAS. Indien de houder van een van de bovengenoemde vergunningen niet van plan is het hout te gebruiken voor commerciële doeleinden of voor enig gebruik binnen het goedgekeurde gebied, hoeft hij niet geregistreerd te zijn bij de GFC en wordt hij geen FSO. In deze gevallen wordt het hout geacht te zijn achtergelaten (zie punt 3.3.10);

f)    ingevoerde houtproducten — Een importeur wordt een FSO wanneer de GFC een invoervergunning voor de invoer van de in bijlage I genoemde houtproducten afgeeft;

g)    in beslag genomen houtproducten — Houtproducten worden in beslag genomen wanneer er een vermoeden bestaat van een inbreuk op de Forests Act No. 6 van 2009. In beslag genomen houtproducten kunnen opnieuw in de toeleveringsketen worden gebracht volgens de in punt 3.3.10 beschreven procedures.

2.3    Onder het GTLAS vallende exploitanten uit de bosbouwsector

De FSO’s worden gecategoriseerd op basis van de volgende soorten activiteiten, die betrekking hebben op de houtkap, en de invoer, het vervoer, de verwerking, de handel en de uitvoer van houtproducten:

   SFA’s (kleine en grote concessies)

   Amerindiaanse dorpen



   particuliere gronden

   herbestemde staatsgronden

   verwerking en/of verkoop van houtproducten

   uitvoer en/of invoer van houtproducten

2.4    Toepasselijke wetgeving en procedures

In de definitie van wettigheid wordt de toepasselijke wetgeving (met inbegrip van de regelgeving) uiteengezet die aan het GTLAS ten grondslag ligt (zie het aanhangsel van bijlage II). Deze wetgeving vormt het kader dat van toepassing is op de bosbouwsector in Guyana en ondersteunt de inspanningen van het land op het gebied van duurzaam bosbeheer. Doel is de illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel aan te pakken. De doeltreffende uitvoering van het in deze overeenkomst genoemde nationale rechtskader dient om goed bosbeheer te bevorderen en de geloofwaardigheid van het GTLAS te waarborgen.

2.5    Rollen en verantwoordelijkheden van entiteiten die betrokken zijn bij de uitvoering van het GTLAS

Bij de verificatie van de naleving van de definitie van wettigheid en de controle van de toeleveringsketen zijn de volgende ministeries en/of overheidsinstanties betrokken:

   GFC


   Belastingdienst

   Ministerie van Amerindiaanse zaken

   Ministerie van Arbeid

   Nationale verzekeringsraad

   Guyana Lands and Surveys Commission

   Guyana Geology and Mines Commission

   Agentschap milieubescherming

   Deeds and Commercial Registries Authority

   Friendly Societies Registry

   Department of Co-operative Societies (departement van coöperatieve verenigingen)

   Deeds Registry

   Land Registry

   National Plant Protection Organisation



   Wildlife Conservation and Management Commission

   Ministerie van Openbare Werken

   Bureau van de president

Alle ministeries en/of overheidsinstanties zijn in het kader van hun mandaat belast met de verificatie van de naleving door de FSO’s van de definitie van wettigheid en zij moeten gegevens en informatie verstrekken aan de Management Information System Unit (MISU) om de elektronische gegevensbestanden van de FSO’s te beheren en bij te houden. Tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS zullen de rollen en verantwoordelijkheden van de ministeries en/of overheidsinstanties bij het uitvoeren van de verificatie in het kader van het GTLAS verder worden ontwikkeld en gebundeld in een GTLAS-procedurehandboek voor verificatie.

Hieronder volgen beknopte beschrijvingen van de ministeries en/of overheidsinstanties die betrokken zijn bij het GTLAS en die de naleving zullen verifiëren en gegevens en informatie zullen verstrekken aan de MISU.

1.    De GFC heeft het wettelijke mandaat om het staatsbos van Guyana te beheren en te reguleren. De GFC is verantwoordelijk voor de uitvoering van de overeenkomst namens Guyana, met inbegrip van het beheer van het GTLAS in samenwerking met andere ministeries en/of overheidsinstanties. Binnen de GFC zijn de volgende afdelingen of eenheden betrokken bij de uitvoering van het GTLAS:



   de Forest Resource Management Division (FRMD) is verantwoordelijk voor het vaststellen van de wettelijke status van de betrokken FSO’s voor alle bronnen van houtproducten die onder bijlage I vallen. Voor grote concessies is de FRMD belast met de uitvoering, beoordeling en goedkeuring van inventarisaties vóór de kap en met de uitvoering van inspecties vóór de kap op herbestemde staatsgronden. In voorkomend geval evalueert de FRMD tevens de beheer- en exploitatieplannen van de betrokken FSO’s en keurt zij deze goed. Daarnaast stelt de FRMD de Forest Monitoring Division (FMD) in kennis van de goedkeuring van de FSO om met de kap te beginnen. De FMD geeft vervolgens traceerlabels van de GFC en de relevante vervoersdocumenten af (zie punt 3.3.4);

   de Forest Monitoring Division (FMD) is verantwoordelijk voor het beheer en de monitoring van alle kritische controlepunten van het WTS. De FMD geeft ook traceerlabels van de GFC en vervoersdocumenten af aan de FSO’s en houdt toezicht op het gebruik ervan (zie punt 3.3.4). Daarbij maakt de FMD gebruik van informatie op papier en in elektronische vorm door de hele toeleveringsketen heen. Indien de FSO voornemens is met een derde partij een contract te sluiten voor de kap en/of winning van hout binnen de kleine of grote concessie van de FSO, dan keurt de FMD de huurovereenkomst met een derde partij tussen de FSO en de derde partij goed. De FSO is nog steeds verantwoordelijk voor de naleving van de relevante indicatoren van de definitie van wettigheid;



   de Finance Division (FD) is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de financiële verplichtingen van de FSO’s ten overstaan van de GFC;

   de Management Information System Unit (MISU) is een eenheid binnen de Finance Division en is verantwoordelijk voor het algemene beheer van de centrale informatiedatabank (CID). In de CID worden de gegevens en informatie ingevoerd die door de MISU worden gebruikt voor de beoordeling van de wettelijke naleving van de FSO’s en hun activiteiten. De MISU ontvangt, verifieert en archiveert gegevens en informatie met betrekking tot de werking van het GTLAS, die door de afdelingen van de GFC, de ministeries en/of de overheidsinstanties en de FSO’s worden verstrekt om in de elektronische gegevensbestanden van de FSO’s in de CID te worden opgenomen. In geval van niet-naleving stelt de MISU de FSO of de persoon die verantwoordelijk is voor de niet-naleving daarvan in kennis, en werkt zij de rubriek voor niet-nalevingen van de CID bij op basis van de informatie die is ontvangen van de desbetreffende ministeries en/of overheidsinstanties. De MISU verifieert deze gegevens en informatie door middel van documentencontroles, regelmatige communicatie met alle betrokken FSO’s en gegevensanalyses. De MISU zorgt er ook voor dat de informatie in de CID betrouwbaar en beschikbaar is, en met name dat de elektronische gegevensbestanden van de FSO’s actueel zijn. Zij werkt ook samen met andere ministeries en/of overheidsinstanties om de regelmatige gegevenscommunicatie en -uitwisseling te verbeteren;



   de Timber Legality and Trade Unit (TLTU) is de Flegt-vergunningverlenende autoriteit van Guyana. De TLTU en de MISU opereren onafhankelijk van elkaar teneinde belangenconflicten tussen de verificatieactiviteiten van de MISU en de vergunningsactiviteiten van de TLTU te voorkomen. De TLTU ontvangt en verwerkt de uitvoerverzoekformulieren van de FMD. De TLTU consulteert de CID om te bepalen of de FSO voldoet aan de wettelijke vereisten van het GTLAS. Wanneer aan de vereisten van het GTLAS is voldaan, geeft de TLTU uitvoercertificaten af voor alle markten en daarnaast ook Flegt-vergunningen voor de in bijlage I genoemde producten die bestemd zijn voor de Unie. De TLTU is tevens verantwoordelijk voor de afgifte van invoervergunningen voor houtproducten;

   de Internal Audit Unit (eenheid interne audit — IAU) is verantwoordelijk voor de interne audits overeenkomstig het mandaat van de GFC. De IAU voert kwaliteitscontroles uit op de gegevens en informatie met betrekking tot het GTLAS. Op verzoek brengt de IAU ook verslag uit aan de onafhankelijke auditor over de uitvoering van de activiteiten van de GFC in het kader van het GTLAS.

2.    De belastingdienst (Revenue Authority) is de belasting- en douaneautoriteit van Guyana. De eenheid Customs, Excise and Trade Operations (CETO) van de belastingdienst ziet erop toe dat alle houtproducten die worden uitgevoerd uit en ingevoerd in Guyana voldoen aan de GTLAS-vereisten in verband met de douane- en accijnsactiviteiten. De CETO zorgt ervoor dat alle uit te voeren houtproducten beschikken over een geldige Flegt-vergunning en een uitvoercertificaat voor de markt van de Unie, of een uitvoercertificaat voor andere markten. Zij controleert ook de doorvoer van hout vanaf de plaats van binnenkomst tot aan de plaats van uitvoer uit Guyana.



3.    Het Ministerie van Amerindiaanse Zaken is verantwoordelijk voor de verificatie van de dorpsraadsverkiezingen van Amerindiaanse dorpen die zich bezighouden met houtkap voor commerciële doeleinden.

4.    Het Ministerie van Arbeid is verantwoordelijk voor de verificatie van de naleving door de FSO’s van hun sociale en arbeidsverplichtingen in het kader van de definitie van wettigheid.

5.    De nationale verzekeringsraad is verantwoordelijk voor het toezicht op en de controle van de registratie van de FSO’s en de betaling van hun socialezekerheidsbijdragen. De nationale verzekeringsraad is tevens verantwoordelijk voor de verificatie van de naleving door de FSO’s van de relevante indicatoren in de definitie van wettigheid.

6.    De Guyana Lands and Surveys Commission is verantwoordelijk voor de afgifte van absolute overdrachten en pachtovereenkomsten voor staatsgronden. Zij onderhoudt contacten met alle ministeries en/of overheidsinstanties die betrokken zijn bij de registratie en de opslag van documenten met betrekking tot staatsgronden.

7.    De Geology and Mines Commission is verantwoordelijk voor de afgifte en het beheer van mijnconcessies of- vergunningen.

8.    Het agentschap milieubescherming (EPA) is verantwoordelijk voor de afgifte en het beheer van milieuvergunningen.

9.    De Deeds and Commercial Registries Authority is verantwoordelijk voor de registratie van vennootschappen of rechtspersonen.



10.    Het Friendly Societies Registry is verantwoordelijk voor de registratie van FSO’s van verenigingen voor bosbeheer door gemeenschappen die onder het Friendly Societies Registry zijn ingedeeld.

11.    Het Department of Co-operative Societies is verantwoordelijk voor de registratie van FSO’s van verenigingen voor bosbeheer door gemeenschappen die als coöperatieve verenigingen zijn ingedeeld.

12.    Het Deeds Registry is verantwoordelijk voor de registratie en het op naam stellen van grond die is overgebracht van overheidseigendom naar particulier eigendom.

13.    Het Land Registry is verantwoordelijk voor de registratie en het op naam stellen van particuliere gronden.

14.    De National Plant Protection Organisation is verantwoordelijk voor het beheer van invoervergunningen, fytosanitaire certificaten en quarantainezaken met betrekking tot houtproducten.

15.    De Wildlife Conservation and Management Commission is de beheerautoriteit voor de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) en is verantwoordelijk voor de afgifte van Cites-vergunningen op de plaats van uitvoer en invoer.

16.    Het Ministerie van Openbare Werken is verantwoordelijk voor de planning, de bouw en het onderhoud van grote openbare infrastructuur in Guyana, en voor de afgifte en het beheer van de goedkeuring (vergunning) van infrastructuurwerken.


17.    Het Bureau van de president is verantwoordelijk voor de goedkeuring (vergunning voor een waterkrachtcentrale) van de bouw van waterkrachtcentrales.

2.6    Uitvoeringsorganisaties om een doeltreffende coördinatie te waarborgen

Met het oog op de vlotte werking en coördinatie tussen de overheid en de niet-gouvernementele instanties die bij de uitvoering van de VPA betrokken zijn, wordt het Flegt-VPA-secretariaat versterkt en worden het Government Coordination Body (coördinatieorgaan van de overheid) en de National Implementation Working Group opgericht.

2.6.1    Flegt-VPA-secretariaat

Het Flegt-VPA-secretariaat maakt deel uit van de GFC en fungeert als secretariaat van de National Implementation Working Group. Dit secretariaat coördineert en faciliteert de te verrichten activiteiten in overeenstemming met het jaarlijkse werkplan dat door de National Working Group is goedgekeurd. Het verleent ook logistieke en technische steun ten behoeve van de vergaderingen van het Government Coordination Body en het gemengd comité voor toezicht en toetsing.


2.6.2    Government Coordination Body (coördinatieorgaan van de overheid)

Het Government Coordination Body wordt opgericht en geformaliseerd door middel van een richtlijn van de overheid. Het treedt op als coördinatieorgaan voor de ministeries en/of overheidsinstanties die betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van de overeenkomst. Er wordt een gezamenlijk memorandum van overeenstemming (MvO) opgesteld en ondertekend door alle ministeries en/of overheidsinstanties, waarin zij zich ertoe verbinden deel te nemen aan het Government Coordination Body. Het Government Coordination Body zorgt voor een doeltreffende uitvoering van de overeenkomst in overeenstemming met het wetgevings- en beleidsmandaat van elke instantie. Het kan zo nodig andere overheidsinstanties coöpteren.

Het Government Coordination Body heeft onder meer tot taak:

   de huidige procedures van ministeries en/of overheidsinstanties te onderzoeken die betrekking hebben op de werking van het GTLAS, teneinde eventuele leemten en overlappingen in die procedures op te sporen en aan te pakken;

   bij te dragen aan de ontwikkeling en uitvoering van het GTLAS;

   de permanente evaluatie van de ontwikkeling en uitvoering van het GTLAS uit te voeren;

   verbeteringen aan te bevelen en problemen op te lossen die zich kunnen voordoen in verband met de werking van het GTLAS; en


   GTLAS-procedures voor verificatie te ontwikkelen die gebaseerd zullen zijn op een analyse van de risico’s van niet-naleving (zie punt 3.4.1), om schaalvoordelen en coördinatie tussen ministeries en/of overheidsinstanties te waarborgen.

De in het Government Coordination Body vertegenwoordigde ministeries en/of overheidsinstanties komen regelmatig, periodiek en op ad-hocbasis bijeen om de operationalisering van het GTLAS te bespreken.

Tijdens de uitvoeringsfase ontwikkelt de GFC met elk van deze ministeries en/of overheidsinstanties MvO’s of andere relevante regelingen teneinde protocollen en procedures voor de uitwisseling van gegevens en informatie vast te stellen. De onderhandeling over en ondertekening van de MvO’s vindt plaats tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS. Op grond van de MvO’s moeten ministeries en/of overheidsinstanties een VPA-contactpunt en een plaatsvervanger aanwijzen.

De MvO’s of andere relevante regelingen bestrijken ten minste het volgende:

   overeenkomst met betrekking tot de verificatiepunten en resultaten van de nalevingsbeoordeling die aan de MISU moeten worden voorgelegd;

   beschrijving en formaat van het soort informatie dat moet worden ingediend;

   frequentie en termijnen voor het indienen van informatie;


   beschrijving van het protocol voor de rapportage van de nalevingsstatus van de FSO’s aan de MISU;

   verificatie- en auditprotocollen om de integriteit van de aan de GFC verstrekte gegevens en informatie te waarborgen;

   procedure voor partijen om een document/verificatiepunt op te vragen als dat nodig is;

   procedure voor de behandeling van inbreuken op de bepalingen van het MvO door de GFC of het betrokken ministerie of de betrokken overheidsinstantie;

   samenwerking tussen de ministeries en/of overheidsinstanties met betrekking tot verificatie- en toezichtactiviteiten ter plaatse;

   alle andere informatie die nodig zal zijn voor de doeltreffende werking van het GTLAS, zoals gezamenlijke publieke educatieve activiteiten, bewustmakingscampagnes en de ontwikkeling van mechanismen voor het delen van informatie met andere instanties voor grondbeheer.


2.6.3    National Implementation Working Group (nationale uitvoeringswerkgroep)

De National Implementation Working Group (NIWG) is een organisatie van diverse belanghebbenden die zal bijdragen aan de uitvoering van het regelgevingskader van de VPA. De NIWG bestaat uit vertegenwoordigers van ministeries en/of overheidsinstanties enerzijds en uit vertegenwoordigers van andere belanghebbenden uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en de inheemse volken anderzijds. De NIWG fungeert als contactpunt voor de doeltreffende communicatie en informatie-uitwisseling over de voortgang van de uitvoering en coördineert de formulering van een gedetailleerde routekaart van activiteiten overeenkomstig het uitvoeringsschema. Zij houdt toezicht op de uitvoering van deze activiteiten in coördinatie met en door de voortdurende betrokkenheid van de belanghebbenden bij de ontwikkeling van het GTLAS tijdens de uitvoering van de VPA. De NIWG zal de vertegenwoordigers van Guyana in het gemengd comité strategisch begeleiden en kan ook voorstellen doen voor punten die op de agenda van de bijeenkomsten van het gemengd comité moeten worden geplaatst. Zij komt regelmatig en periodiek bijeen en ontvangt input van het Government Coordination Body en het Flegt-VPA-secretariaat.

3    BESCHRIJVING VAN HET GTLAS

Het GTLAS, waarover overeenstemming is bereikt door een grote meerderheid van de belanghebbenden in Guyana, bestaat uit acht elementen:

1.    toewijzing van bos en kaprechten;



2.    definitie van wettigheid;

3.    eisen van het WTS;

4.    verificatie van naleving van de toewijzingsprocedure voor concessies, de definitie van wettigheid en de eisen van het WTS;

5.    Flegt-vergunningensysteem;

6.    onafhankelijke audit;

7.    klachtenmechanisme voor het GTLAS;

8.    toezicht op de uitvoering van het GTLAS.

In het element “toewijzing van bos en kaprechten” worden de procedures uiteengezet die de GFC moet volgen voor de toewijzing van bosconcessies op staatsgronden en voor de toekenning van kaprechten in gebieden met staatsbossen, op herbestemde staatsgronden, op gronden van Amerindiaanse dorpen en op particuliere gronden.

De definitie van wettigheid is een samenvatting van het nationale wet- en regelgevingskader van Guyana dat van toepassing is op deze overeenkomst. De FSO’s moeten dit kader naleven om een Flegt-vergunning voor houtproducten te verkrijgen.

De eisen van het WTS zijn eisen waaraan FSO’s moeten voldoen opdat houtproducten in de hele toeleveringsketen systematisch kunnen worden getraceerd.


Het vierde element betreft de door Guyana uitgevoerde verificatie. Het is gebaseerd op de bestaande taken van de bij het GTLAS betrokken ministeries en/of overheidsinstanties en zal worden versterkt op relevante gebieden die door de belanghebbenden worden aangewezen. De rollen en verantwoordelijkheden van de ministeries en/of overheidsinstanties bij het uitvoeren van de verificatie in het kader van het GTLAS zullen tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS verder worden ontwikkeld in een GTLAS-procedurehandboek voor verificatie.

Het vijfde element is het Flegt-vergunningensysteem. Zendingen worden geacht legaal te zijn wanneer de FSO’s en hun houtproducten voldoen aan de eisen die in het kader van het verificatiesysteem zijn vastgesteld. Op basis hiervan komen de Unie en Guyana overeen dat de TLTU Flegt-vergunningen afgeeft voor dergelijke houtproducten die naar de Unie worden uitgevoerd. De procedures van het Flegt-vergunningensysteem worden nader uiteengezet in bijlage IV.

Overeenkomstig de doelstellingen van bijlage VI wordt in het kader van de onafhankelijke audit regelmatig beoordeeld of het GTLAS geloofwaardig en doeltreffend is. Het zevende element is het klachtenmechanisme. Via het klachtenmechanisme kunnen alle belanghebbenden zonder discriminatie een klacht indienen met betrekking tot de werking van het GTLAS of wanneer zij menen dat zij benadeeld zijn door het GTLAS. De klachten worden gericht aan de ministeries en overheidsinstanties, de onafhankelijke auditor of het gemengd comité.

Guyana en de Unie houden gezamenlijk toezicht op de uitvoering van het GTLAS via het gemengd comité, zoals beschreven in bijlage X.


3.1    Toewijzing van bos en kaprechten

In de Forests Act No. 6 van 2009 en de Forests Regulations 2018 zijn de parameters vastgesteld betreffende de bevoegdheid van de GFC voor de verlening van:

   SFA’s voor kleine concessies (met inbegrip van beheerovereenkomsten voor gemeenschapsbossen);

   SFA’s voor grote concessies;

   gebruiksvergunningen; en

   bebossingsovereenkomsten.

De Forests Act No. 6 van 2009 en de Forests Regulations 2018 bevatten ook de voorwaarden voor contracten tussen de GFC en de volgende soorten belanghebbenden:

   eigenaar van particuliere grond;

   dorpsraad van Amerindiaanse grond; en

   houder van een vergunning om houtproducten te recupereren op staatsgronden die zijn aangewezen als herbestemmingsbossen.


In samenwerking met de Guyana Geology and Mines Commission, de Guyana Lands and Surveys Commission, het Ministerie van Amerindiaanse Zaken, het agentschap milieubescherming en andere betrokken instanties, zal de GFC de mechanismen van het nationaal geografisch informatiesysteem (GIS) voor de uitwisseling van informatie over grondbeheerkwesties tussen deze instanties versterken. Dit houdt in dat er een digitaliseringsproces voor het GIS moet worden ontwikkeld voor particuliere gronden en landbouwpachten, mijnconcessies en kleine exploitanten, en dat de huidige GIS-informatie die in het GIS-platform van het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen is ondergebracht, geactualiseerd moet worden.

Voor alle gevallen in punten 3.1.1 tot en met 3.1.3 hieronder is de succesvolle aanvrager (FSO) dan verplicht om aan alle contractuele verplichtingen te voldoen.

De procedures voor de toewijzing van bosconcessies zullen tijdens de ontwikkeling van het GTLAS in het procedurehandboek van de FRMD worden bijgewerkt. Deze procedures hebben betrekking op de toewijzing van bossen voor grote en kleine concessies (opstelling van een lijst van beschikbare bosgebieden; de aanvraagprocedure; de evaluatieprocedure; afgifte van een SFA) en de toekenning van het contract voor de kap op particuliere gronden of de verlening van toestemming voor herbestemde staatsgronden. In dat procedurehandboek worden ook de eisen vermeld waaraan moet worden voldaan om in overeenstemming met het nationale rechtskader te zijn. De relevante delen van het procedurehandboek worden openbaar gemaakt.


3.1.1    Toewijzing van bos en kaprechten voor kleine en grote concessies

SFA’s worden alleen verleend wanneer is vastgesteld dat er op de voor toewijzing aangewezen gebieden met staatsbossen geen wettelijke eigendomsrechten rusten. Daartoe houdt de GFC vóór de toewijzingsprocedure vergaderingen met andere ter zake van grondgebruik bevoegde instanties om na te gaan of de voor SFA’s beschikbare gebieden vrij zijn van bezwaringen. Voor zover mogelijk tracht de GFC, in samenwerking met andere ter zake van grondgebruik bevoegde instanties, te voorkomen dat er SFA’s worden toegekend wanneer er reeds andere vormen van grondgebruik bestaan.

Bij de toewijzing van gebieden met staatsbossen, waar mogelijk andere legitieme grondgebruiksactiviteiten, zoals mijnbouw of landbouw, worden verricht, zorgt de GFC ervoor dat de andere ter zake van grondgebruik bevoegde instanties geen bezwaar hebben tegen de toekenning van SFA’s. Overeenkomstig de definitie van wettigheid zorgt de GFC ervoor dat de FSO’s de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht nemen, met name wanneer SFA’s naast verschillende grondgebruiksactiviteiten bestaan.


De procedure voor de toewijzing van staatsbos met het oog op commerciële exploitatie begint met het opstellen van een lijst van beschikbare bosgebieden waarvoor de GFC een SFA kan toewijzen. Zodra deze lijst door de raad van bestuur van de GFC is goedgekeurd, wordt zij in de elektronische en gedrukte media gepubliceerd zodat de belanghebbenden aanvragen kunnen indienen. Belanghebbenden kunnen een aanvraag indienen voor deze gebieden met behulp van de juiste formulieren en binnen een vastgestelde termijn. De aanvragen worden beoordeeld door de afdelingen van de GFC en het Forest Resource Allocation Committee (comité voor de toewijzing van bosbestanden) om de juistheid en de volledigheid van de ingediende informatie te verifiëren. De aanvragen worden vervolgens door het technisch subcomité van de GFC-raad verder onderzocht en geëvalueerd aan de hand van de relevante door de raad van bestuur goedgekeurde criteria en rekening houdend met de eisen van de Forests Act No. 6 van 2009 en de Forests Regulations 2018. Het technisch subcomité stuurt aanbevelingen door naar de raad van bestuur van de GFC, die het eindbesluit over de gunning neemt.

Bij de evaluatie van aanvragen worden ten minste de volgende criteria gehanteerd: volledigheid van het aanvraagformulier; volledige openbaarmaking van de financiële draagkracht van de aanvrager; ervaring met bosbouwactiviteiten; het scheppen van werkgelegenheid; en toegevoegde waarde van de voorgestelde activiteiten. Als het eindbesluit over de gunning positief is, gaat de GFC over tot opstelling en afgifte van een originele SFA en voert zij de vereiste informatie in de CID in. Er wordt geen bosconcessieovereenkomst toegekend totdat de voorgeschreven vergoeding en alle andere uitstaande vergoedingen aan de GFC zijn betaald of met zekerheden zijn gedekt.


3.1.2    Toewijzing van kaprechten op herbestemde staatsgronden, op gronden van Amerindiaanse dorpen en op particuliere grond

Voor de houtkap binnen gebieden van Amerindiaanse dorpen, op particuliere grond en herbestemde staatsgronden, legt de aanvrager de vereiste documenten voor aan de GFC. De GFC verifieert vervolgens de authenticiteit van de brondocumenten samen met de betrokken ministeries en/of overheidsinstanties. Tot de vereiste brondocumenten voor de houtkap binnen gebieden van Amerindiaanse dorpen en op particuliere grond behoren onder andere: absolute titel, transport, absolute overdracht of titelcertificaat. Tot de vereiste documenten voor het kappen van hout op herbestemde staatsgronden behoren onder andere: landbouwpacht; mijnconcessie of -vergunning; of een goedkeuringsbrief voor infrastructuur of een vergunning voor een waterkrachtcentrale. Zodra deze documenten als authentiek zijn geverifieerd, verwerkt de GFC de informatie, geeft zij het contract voor de verwijdering van houtproducten af en voert zij de vereiste informatie in de CID in.

De GFC geeft aan dat er momenteel een procedure loopt voor de afgifte van Amerindiaanse grondtitels en uitbreidingen onder het toezicht van het Amerindian Land Titling Project (project voor het op naam stellen van Amerindiaanse gronden – ALTP).

Wanneer de aanbevelingen van het ALTP voor het op naam stellen of de uitbreiding van Amerindiaanse gronden door het kabinet van Guyana worden goedgekeurd en bekrachtigd, wordt de GFC daar tijdig door de bevoegde minister van in kennis gesteld. De GFC moet dan gevolg geven aan deze aanbevelingen om het concessiegebied waarin de toewijzing van bossen is toegekend, opnieuw te bezoeken en de concessiegrenzen waar nodig aan te passen.


3.1.3    Toewijzing van andere rechten

3.1.3.1    Gebruiksvergunningen

Op aanvraag kan de GFC een gebruiksvergunning verlenen overeenkomstig de Forests Act No. 6 van 2009. Gebruiksvergunningen zijn bedoeld om onderzoek te verrichten en onderwijs of opleiding, of soortgelijke activiteiten aan te bieden. In het kader van een gebruiksvergunning mag geen commerciële houtkap plaatsvinden.

3.1.3.2    Bebossingsovereenkomsten

Op aanvraag kan de GFC een toelating verlenen voor de uitvoering van bebossingsactiviteiten overeenkomstig de Forests Act No. 6 van 2009. Ten tijde van de sluiting van deze overeenkomst bestaat nog geen dergelijke overeenkomst.

Indien er commerciële houtaanplantingen worden aangelegd, wordt bijlage II bij deze overeenkomst gewijzigd om er de nodige wettigheidsschema’s in op te nemen. Dergelijke schema’s worden in overleg met de belanghebbenden en de Unie ontwikkeld.

3.2    Definitie van wettigheid

Het GTLAS wordt geschraagd door bijlage II, waarin de eisen zijn opgenomen die van toepassing zijn op de verschillende in punt 2.3 van deze bijlage genoemde categorieën FSO’s en waarin de in tabel 1 genoemde beginselen aan de orde komen.


De brede waaier van wettigheidsschema’s is het gevolg van de wetgeving van Guyana, waarin verschillende bronnen van houtproducten en soorten FSO’s worden aangewezen waarvoor verschillende wettigheidseisen gelden.

Bij de verificatie van de naleving van een beginsel door de FSO’s worden alle toepasselijke criteria en bijbehorende indicatoren in aanmerking genomen, zoals beschreven in de punten 3.4 en 3.6 hieronder. De naleving van elke indicator is gebaseerd op de beschikbaarheid en de geldigheid van de overeenkomstige officiële documenten (verificatiepunten) die door de GFC en verschillende ministeries en/of overheidsinstanties zijn afgegeven.

Elk van de negen schema’s in de definitie van wettigheid is samengevat in tabel 1. In de linkerkolom staat het thematische gebied voor elk beginsel en in de rechterkolom staan de ministeries en/of overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor dat thematische gebied.



Tabel 1: Beginselen die van toepassing zijn op alle in bijlage II genoemde soorten FSO’s

A.    Wettigheidsschema voor de legale uitvoering van bosbouwactiviteiten door een FSO

Beginsel 1: De natuurlijke persoon of rechtspersoon is wettelijk gevestigd

Wettelijk recht om activiteiten te ontplooien

Deeds and Commercial Registries Authority, Commissioner of Co-operative Societies, Friendly Societies Registry, Ministerie van Amerindiaanse Zaken, belastingdienst

B.    Wettigheidsschema voor vergunningen inzake staatsbossen (grote concessies)

Beginsel 1: De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Wettelijk recht om hout te kappen

GFC

Wettelijke gebruiksrechten van andere partijen

GFC

Beginsel 2: De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Milieu

Agentschap milieubescherming

Bosbouw

GFC

Beginsel 3: De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Fiscaal

GFC, belastingdienst

Sociaal

Ministerie van Arbeid, nationale verzekeringsraad

C.    Wettigheidsschema voor vergunningen inzake staatsbossen (kleine concessies)

Beginsel 1: De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Wettelijk recht om hout te kappen

GFC

Wettelijke gebruiksrechten van andere partijen

GFC

Beginsel 2: De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Milieu

Agentschap milieubescherming

Bosbouw

GFC

Beginsel 3: De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Fiscaal

GFC, belastingdienst

Sociaal

Ministerie van Arbeid, nationale verzekeringsraad

D.    Wettigheidsschema voor Amerindiaanse dorpen

Beginsel 1: De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Wettelijk recht om hout te kappen

Land Registry, Guyana Lands and Surveys Commission

Wettelijke gebruiksrechten van andere partijen

GFC

Beginsel 2: De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Bosbouw

GFC

Beginsel 3: De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Fiscaal

Belastingdienst

Sociaal

Ministerie van Arbeid, nationale verzekeringsraad

E.    Wettigheidsschema voor particuliere gronden

Beginsel 1: De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Wettelijk recht om hout te kappen

Land Registry, Deeds Registry, Guyana Lands and Surveys Commission, GFC

Wettelijke gebruiksrechten van andere partijen

GFC

Beginsel 2: De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Bosbouw

GFC

Beginsel 3: De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Fiscaal

Belastingdienst

Sociaal

Ministerie van Arbeid, nationale verzekeringsraad

F.    Wettigheidsschema voor op herbestemde staatsgronden gerecupereerde houtproducten

Beginsel 1: De FSO heeft het wettelijke recht om hout te kappen en neemt de wettelijke gebruiksrechten van andere partijen in acht

Wettelijk recht om hout te kappen

GFC, Guyana Lands and Surveys Commission, Guyana Geology and Mines Commission, Ministerie van Openbare Werken, Bureau van de president

Wettelijke gebruiksrechten van andere partijen

GFC

Beginsel 2: De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Milieu

Agentschap milieubescherming

Bosbouw

GFC

Beginsel 3: De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Fiscaal

GFC, belastingdienst

Sociaal

Ministerie van Arbeid, nationale verzekeringsraad

G.    Wettigheidsschema voor in beslag genomen houtproducten

Beginsel 1: In beslag genomen houtproducten worden beheerd volgens de wettelijke voorschriften

Inbreuk en beheer van inbeslagneming van hout

GFC

H.    Wettigheidsschema voor de verwerking en verkoop van houtproducten

Beginsel 1: De FSO voldoet aan de eisen voor de verwerking en verkoop van houtproducten

Wettelijk recht om activiteiten te ontplooien

GFC

Beginsel 2: De FSO voldoet aan de verplichtingen inzake bosbouwactiviteiten

Milieu

Agentschap milieubescherming

Bosbouw

GFC

Beginsel 3: De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen

Fiscaal

GFC, belastingdienst

Sociaal

Ministerie van Arbeid, nationale verzekeringsraad

I.    Wettigheidsschema voor de uitvoer en invoer van houtproducten

Beginsel 1: De FSO voldoet aan de eisen voor de uitvoer en invoer van houtproducten

Uitvoer

GFC, Wildlife Conservation and Management Commission Authority

Invoer

GFC, Wildlife Conservation and Management Commission Authority, National Plant Protection Organisation

Fiscaal

GFC

Bosbouw

GFC

Beginsel 2: De FSO voldoet aan zijn fiscale en sociale verplichtingen (geldt alleen voor FSO’s die uitvoeren en/of invoeren en die niet onder de andere schema’s vallen)

Fiscaal

Belastingdienst

Sociaal

Ministerie van Arbeid, nationale verzekeringsraad

3.3    Eisen van het WTS

Het beheer en de controle van de toeleveringsketen vanaf de kap tot het vervoer, de verwerking, de binnenlandse verkoop, de uitvoer en de invoer zijn essentiële onderdelen van het GTLAS. Deze controles worden uitgevoerd volgens de procedures van de WTS Guidelines. Alle FSO’s moeten voldoen aan de eisen van de definitie van wettigheid. Bovendien moeten FSO’s met een grote of kleine concessie voldoen aan de eisen van de Code of Practice No. 1 of 2018, de Guidelines for Forest Operations (Small Concessions) en de Guidelines for Forest Operations (Large Concessions).


In punt 3.3 worden de eisen van het WTS beschreven waaraan de FSO moet voldoen, terwijl punt 3.4.4 een beschrijving bevat van de stappen die door de ministeries en/of overheidsinstanties worden gevolgd om de naleving van deze eisen te verifiëren.

Het aanhangsel van deze bijlage biedt een overzicht van de kritische controlepunten binnen de toeleveringsketen, alsook de documenten en/of bewijzen die vereist zijn wanneer specifieke verificaties plaatsvinden om de controles van de toeleveringsketen uit te voeren en de wettigheid van de houtstromen te beoordelen in het kader van het GTLAS.

3.3.1    Inventarisatie vóór de kap

Grote concessies: FSO’s met een grote concessie moeten voldoen aan de vóór de kap geldende eisen van de Code of Practice No. 1 of 2018, de Guidelines for Forest Operations (Large Concessions) en de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.

Voor FSO’s met een kleine concessie, FSO’s van herbestemde staatsgronden 17 , FSO’s van gronden van Amerindiaanse dorpen of FSO’s van particuliere gronden gelden geen eisen die vóór de kap moeten worden vervuld.


Voor grote concessies gelden de volgende regels vóór de kap:

1.    verplichting om vóór de kap een inventarisatie uit te voeren voor alle blokken waarin men voornemens is hout te kappen tijdens het exploitatiejaar, teneinde het maximale kapquotum binnen een bepaalde cyclus te kennen 18 ;

2.    verplichting om een verslag op te stellen betreffende de inventarisatie vóór de kap, met inbegrip van een kaart van de houtstand;

3.    verplichting om een label met een uniek inventarisnummer aan te brengen op elke te kappen boom;

4.    verplichting om een bosbeheerplan op te stellen;

5.    verplichting om een jaarlijks exploitatieplan op te stellen dat informatie over de inventarisatie vóór de kap bevat.



3.3.2    Kap

Het administratieve controle- en toezichtmechanisme van de GFC voor de commerciële houtproductie wordt door het WTS ondersteund door het gebruik van unieke volgnummers op de traceerlabels van de GFC die aan alle FSO’s worden toegewezen. Deze traceerlabels van de GFC worden gebruikt om de herkomst van het houtproduct te identificeren en te verifiëren en om te controleren hoeveel bomen in gebieden met staatsbossen zijn gekapt. De labels worden als volgt aangebracht: de helft van het label wordt bij het kappen op de stronk aangebracht en de andere helft met hetzelfde volgnummer als op het label op de stronk wordt op het houtproduct aangebracht (stammen, industriehout, palen, staken en stokken) dat wordt vervoerd vanuit gebieden met staatsbossen, herbestemde staatsgronden, particuliere gronden en gronden van Amerindiaanse dorpen. Het unieke nummer op de toegewezen labels geeft aan wie de FSO is, alsook de geografische herkomst van de houtproducten.

Grote concessies: FSO’s met een grote concessie moeten voldoen aan de tijdens de kap geldende eisen van de Code of Practice No. 1 of 2018, de Guidelines for Forest Operations (Large Concessions) en de traceervoorschriften van de WTS Guidelines. Aan FSO’s met een grote concessie worden labels verstrekt voor de bomen die tijdens het exploitatiejaar zullen worden gekapt in door de GFC goedgekeurde blokken. Het jaarlijkse quotum van een FSO (volume houtproducten) wordt door de GFC berekend op basis van de gekozen kapcyclus en de resultaten van de inventarisatie vóór de kap. Het quotum wordt gebruikt om te bepalen hoeveel labels er moeten worden verstrekt.


Kleine concessies: FSO’s met een kleine concessie moeten voldoen aan de tijdens de kap geldende eisen van de Code of Practice No. 1 of 2018, de Guidelines for Forest Operations (Small Concessions) en de traceervoorschriften van de WTS Guidelines. Aan FSO’s met een kleine concessie worden traceerlabels verstrekt nadat de GFC de commerciële kap heeft goedgekeurd. Het goedgekeurde quotum van een FSO (volume houtproducten) wordt door de GFC berekend voor het concessiegebied. Het quotum wordt gebruikt om te bepalen hoeveel labels er moeten worden verstrekt.

Herbestemde staatsgronden: FSO’s van herbestemde staatsgronden moeten voldoen aan de traceervoorschriften van de WTS Guidelines. Aan FSO’s van herbestemde staatsgronden worden labels verstrekt voor de bomen die tijdens de inspectie vóór de kap door de FRMD voor commerciële doeleinden zijn aangewezen.

Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden: FSO’s van gronden van Amerindiaanse dorpen en FSO’s van particuliere gronden moeten voldoen aan de traceervoorschriften van de WTS Guidelines. Aan FSO’s van gronden van Amerindiaanse dorpen en FSO’s van particuliere gronden worden labels verstrekt op verzoek, aangezien er geen inventarisatie vóór de kap wordt uitgevoerd en geen vast quotum wordt opgelegd.



Kapregels

FSO-categorieën

Grote concessies

Kleine concessies

Herbestemde staatsgronden

Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden

1.

Verplichting om alleen toegestane bomen te kappen uit de goedgekeurde inventarisatie vóór de kap en de bijbehorende kaart van de houtstand (zie punt 3.3.1 hierboven), in overeenstemming met het jaarlijkse exploitatieplan 19

X

2.

Verbod om bomen te kappen buiten de grenzen van het goedgekeurde gebied

X

X

X

X

3.

Verplichting om alleen die bomen voor commerciële doeleinden te kappen die zijn goedgekeurd in het verslag van de FRMD betreffende de inspectie vóór de kap

X

4.

Verplichting om bomen te kappen op basis van de duurzame opbrengst 20

X

X

5.

Verplichting om traceerlabels van de GFC aan te brengen op gekapte stammen

X

X

X

X

6.

Verplichting om traceerlabels van de GFC aan te brengen op bijbehorende stronken

X

X

X

X

7.

Verplichting om een verwijderingsvergunning of een verklaring van verwijdering van particulier eigendom in te vullen met alle vereiste informatie (zie het aanhangsel in deze bijlage) en bij het boskantoor van de GFC aan te geven

X

X

X

X

8.

Verplichting om de kapbeperkingen te volgen (waaronder: minimale diameter, maximale hoogte)

X

X

9.

Verbod om beschermde soorten te kappen zonder toestemming van de GFC

X

X

10.

Verplichting om bepalingen met betrekking tot de aanleg van wegen en paden te volgen

X

X

11.

Verplichting om bepalingen met betrekking tot het gecontroleerd en gericht vellen te volgen

X

X

3.3.3    Na de kap

Grote concessies: FSO’s met een grote concessie moeten voldoen aan de na de kap geldende eisen van de Code of Practice No. 1 of 2018, de Guidelines for Forest Operations (Large Concessions) en de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.


Kleine concessies: FSO’s met een kleine concessie moeten voldoen aan de na de kap geldende eisen van de Code of Practice No. 1 of 2018, de Guidelines for Forest Operations (Small Concessions) en de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.

Herbestemde staatsgronden, Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden: FSO’s van herbestemde staatsgronden, FSO’s van gronden van Amerindiaanse dorpen en FSO’s van particuliere gronden moeten voldoen aan de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.

Regels na de kap

FSO-categorieën

Grote concessies

Kleine concessies

Herbestemde staatsgronden

Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden

1.    Verplichting om beheervergoedingen, kosten, heffingen te betalen

X

X

X

2.    Verplichting om gekapte blokken te sluiten

X

3.    Verplichting om ongebruikte labels terug te geven

X

X

X

X

4.    Verplichting om aan de milieueisen te voldoen

X

X

3.3.4    Vervoer

Grote concessies: FSO’s met een grote concessie moeten voldoen aan de vervoersvoorschriften van de Code of Practice No. 1 of 2018, de Guidelines for Forest Operations (Large Concessions) en de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.


Kleine concessies: FSO’s met een kleine concessie moeten voldoen aan de vervoersvoorschriften van de Code of Practice No. 1 of 2018, de Guidelines for Forest Operations (Small Concessions) en de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.

Herbestemde staatsgronden, Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden, en verwerking en verkoop: FSO’s die deze activiteiten ontplooien, moeten voldoen aan de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.

De FSO’s moeten documenten invullen waarin de houtproducten worden aangegeven die zich op elke locatie bevinden of die de locatie verlaten. Deze documenten worden gebruikt om de herkomst van het hout tijdens het vervoer te controleren. In de onderstaande tabel wordt gespecificeerd welk document vereist is naargelang het vertrekpunt van de houtproducten: voor houtproducten die afkomstig zijn uit bosgebieden; voor tussentijds vervoer; voor in beslag genomen hout; en voor hout dat wordt uitgevoerd.

1.    Houtproducten die afkomstig zijn uit bosgebieden

Voor houtproducten die afkomstig zijn uit gebieden met staatsbossen worden er vier verschillende documenten gebruikt om het vervoer te controleren:

i)    een verwijderingsvergunning 21 wordt gebruikt voor het vervoer van houtproducten uit gebieden met staatsbossen. Een verwijderingsvergunning is het wettelijke document dat de GFC gebruikt om gegevens te verzamelen over de houtproducten die door de GFC zijn geverifieerd en gebrandmerkt. Dergelijke houtproducten, die vergezeld gaan van een verwijderingsvergunning, kunnen dan voorbij het eerste aangiftepunt naar de GFC of naar de eindbestemming worden vervoerd;


ii)    een ritformulier wordt samen met de verwijderingsvergunning gebruikt en moet worden gebruikt voordat de verwijderingsvergunning verloopt. Gewoonlijk worden één of meerdere ritformulieren afgegeven die bij één verwijderingsvergunning worden gevoegd. Ritformulieren worden gebruikt voordat de totale hoeveelheid houtproducten op de verwijderingsvergunning bij het boskantoor wordt aangegeven. Ritformulieren worden gebruikt om een “deelverzameling” houtproducten uit het bos naar een centrale locatie te vervoeren, zodat de aangifte van het totale volume op een verwijderingsvergunning mogelijk is. Daarna wordt voor het verdere vervoer van de houtproducten naar de eindbestemming gebruikgemaakt van de verwijderingsvergunning;

iii)    een overladingsvergunning wordt gebruikt voor het vervoer van houtproducten uit staatsbossen waarvoor de verwijderingsvergunning is ingediend bij de GFC. Dergelijke houtproducten, die vergezeld gaan van de overladingsvergunning, kunnen dan voorbij het punt waar de verwijderingsvergunning is ingediend, worden vervoerd naar een eindbestemming;

iv)    een verkoopfactuur 22 wordt gebruikt voor het vervoer van houtproducten (waarvoor de verwijderingsvergunning bij de GFC is ingediend) die vanuit gebieden met staatsbossen worden verkocht.


Voor houtproducten die afkomstig zijn van particuliere gronden en Amerindiaanse dorpen gebruikt de FSO een verklaring van verwijdering van particulier eigendom 23 voor het vervoer van houtproducten. Dergelijke houtproducten, die vergezeld gaan van een verklaring van verwijdering van particulier eigendom, kunnen dan voorbij het eerste aangiftepunt naar de GFC of naar hun eindbestemming worden vervoerd. Een verkoopfactuur wordt eveneens gebruikt voor het vervoer van houtproducten (waarvoor de verklaring van verwijdering van particulier eigendom bij de GFC is ingediend) die vanuit particuliere gronden of Amerindiaanse dorpen worden verkocht.

2.    Voor in beslag genomen houtproducten worden de volgende documenten gebruikt om het vervoer te controleren:

a)    bewarings- of inbeslagnemingsformulieren worden gebruikt om houtproducten te vervoeren wanneer het vermoeden bestaat dat die houtproducten de Forests Act No. 6 van 2009 schenden. Beide formulieren worden door de GFC afgegeven:

i)    het bewaringsformulier wordt afgegeven wanneer het houtproduct in bewaring blijft bij de FSO of de verdachte. Het formulier vergemakkelijkt het vervoer van het houtproduct naar een door de GFC goedgekeurde locatie;

ii)    het inbeslagnemingsformulier wordt afgegeven wanneer het houtproduct door de GFC in bewaring wordt genomen;



b)    het vrijgavebewijs wordt door de GFC afgegeven voor het verdere vervoer van houtproducten die weer in de toeleveringsketen mogen worden gebracht volgens de in deze bijlage, punt 3.3.10 beschreven procedures.

3.    Een certificaat voor het in de handel brengen van hout (zie punt 3.3.7 over het aanvragen en verkrijgen van een certificaat voor het in de handel brengen van hout) wordt door de GFC afgegeven voor houtproducten die uitsluitend bestemd zijn voor uitvoer, ongeacht de herkomst van het hout. Een certificaat voor het in de handel brengen van hout wordt gebruikt om het houtproduct te vervoeren van de plaats van inspectie door de GFC naar de plaats van uitvoer, indien de uit te voeren hoeveelheid houtproducten overeenkomt met één container. Indien de hoeveelheid houtproducten groter is dan één container, wordt de overladingsvergunning of de verkoopfactuur gebruikt om het houtproduct te vervoeren van de plaats van inspectie door de GFC naar de plaats van uitvoer, vergezeld van een kopie van het goedgekeurde certificaat voor het in de handel brengen van hout. Al het hout dat met het oog op uitvoer wordt vervoerd, moet vóór vertrek door de GFC worden geverifieerd.



Vervoersregels

FSO-categorieën

Grote concessies

Kleine concessies

Herbestemde staatsgronden

Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden

Verwerking en verkoop

1.

Verplichting om vóór het vervoer alle houtproducten afkomstig uit bosgebieden te registreren op een verwijderingsvergunning en dit document bij het boskantoor van de GFC aan te geven tijdens de doorvoer of op verzoek tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC

X

X

X

2.

Verplichting om elke “deelverzameling” houtproducten afkomstig uit gebieden met staatsbossen te registreren op een ritformulier, zodat aangifte kan worden gedaan op een verwijderingsvergunning

X

X

X

3.

Verplichting om vóór het vervoer alle houtproducten afkomstig uit gebieden met staatsbossen of gebieden met particuliere bossen te registreren op een verkoopfactuur 24 en dit document bij het boskantoor van de GFC aan te geven tijdens de doorvoer of op verzoek tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC

X

X

X

X

4.

Verplichting om vóór het vervoer alle houtproducten afkomstig uit gebieden met particuliere bossen te registreren op een verklaring van verwijdering van particulier eigendom en dit document bij het boskantoor van de GFC aan te geven tijdens de doorvoer of op verzoek tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC

X

5.

Verplichting om alle houtproducten die worden vervoerd in de toeleveringsketen te registreren op een verkoopfactuur, indien van toepassing, en dit document op verzoek voor te leggen tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC

X

6.

Verplichting om voor het vervoer van in beslag genomen houtproducten een bewarings- of een inbeslagnemingsformulier te gebruiken en dit document bij het boskantoor van de GFC aan te geven tijdens de doorvoer of op verzoek tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC

X

X

X

X

X

7.

Verplichting om een vrijgavebewijs te gebruiken voor het verdere vervoer van houtproducten die door de GFC zijn vrijgegeven om opnieuw in de toeleveringsketen te brengen 25 en dit document bij het boskantoor van de GFC aan te geven tijdens de doorvoer of op verzoek tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC

X

X

X

X

X

8.

Verplichting om alle relevante rubrieken van de vervoersdocumenten in te vullen

X

X

X

X

X

9.

Verplichting om een certificaat voor het in de handel brengen van hout te gebruiken voor houtproducten die uitsluitend bestemd zijn voor uitvoer vanaf de plaats van de graderingsinspectie door de GFC tot de plaats van uitvoer

X

X

X

X

X

10.

Verplichting om een overladingsvergunning te gebruiken voor alle houtproducten die afkomstig zijn uit gebieden met staatsbossen, en de verwijderingsvergunning af te geven aan de GFC

X

X

X



3.3.5    Verwerking van houtproducten

Primaire verwerking is de eerste opwerking van rondhout in verschillende houtproducten. Primaire opwerking kan worden uitgevoerd in een vaste zagerij of met een mobiele zagerij of een kettingzaag. Secundaire verwerking is de verdere opwerking van primair verwerkte houtproducten tot andere houtproducten. Een installatie voor secundaire verwerking kan een zagerij of een houtstapelplaats zijn waar alleen primair verwerkte houtproducten worden gebruikt voor verdere verwerking tot houtproducten met toegevoegde waarde. Bij deze activiteit wordt rondhout niet gebruikt als input.

Houtzagerij of houtstapelplaats: FSO’s van houtzagerijen of houtstapelplaatsen moeten voldoen aan de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.



Verwerkingsregels

FSO-categorieën

Houtzagerijen

Houtstapelplaatsen

1.

Verplichting om jaarlijks een vergunning te verkrijgen voor de exploitatie van de houtzagerij of houtstapelplaats

X

X

2.

Verplichting om de relevante informatie over alle houtproducten die de houtzagerij of houtstapelplaats binnenkomen te vermelden in een register van de houtzagerij/houtstapelplaats van ontvangen/aangekochte/geleverde producten

X

X

3.

Verplichting om de relevante informatie over alle verwerkte houtproducten te vermelden op het formulier “Return of lumber sawn and lumber produced” (aangifte van verzaagd industriehout en geproduceerd industriehout) of het formulier “Return of log sawn and log produce” (aangifte van verzaagde stammen en geproduceerde stammen)

X

4.

Verplichting om de relevante informatie over alle verwerkte houtproducten te vermelden op het formulier “Monthly Lumberyard Return” (maandelijkse aangifte van de houtstapelplaats)

X

5.

Verplichting om alle bovengenoemde documenten maandelijks in te dienen bij het boskantoor van de GFC of op verzoek tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC

X

X

3.3.6    Binnenlandse verkoop van houtproducten

De binnenlandse verkoop van houtproducten vindt plaats in een houtstapelplaats, houtzagerij of in het concessiegebied. Bovendien kan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die geen houtzagerij of houtstapelplaats exploiteert, alleen een vergunning verkrijgen om houtproducten te kopen en te verkopen.


ALLE FSO’s moeten voldoen aan de traceervoorschriften van de WTS Guidelines.

Regels voor de binnenlandse verkoop van houtproducten

FSO-categorieën

Grote concessies

Kleine concessies

Herbestemde staatsgronden

Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden

Verwerking en verkoop 26

1.

Verplichting om een vergunning te hebben om houtproducten lokaal te verkopen 27

X

2.

Verplichting om de relevante informatie over alle verkopen van houtproducten te vermelden die zijn geregistreerd op een formulier inzake de verkoop van houtproducten

X

X

X

X

X

3.

Verplichting om het formulier inzake de verkoop van houtproducten maandelijks in te dienen bij het boskantoor van de GFC of op verzoek tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC

X

X

X

X

X

4.

Verplichting om een verkoopfactuur aan een koper uit te reiken en het factuurnummer te registreren in het formulier inzake de verkoop van houtproducten

X

X

X

X

X


3.3.7    Uitvoer van houtproducten

Overeenkomstig de Forests Act No. 6 van 2009 moet momenteel elke uitvoer van houtproducten vergezeld gaan van een uitvoercertificaat dat door de GFC aan de exporteur wordt afgegeven.

Bovendien mag voor geen enkel houtproduct een uitvoercertificaat worden afgegeven indien het product in strijd met de Forests Act No. 6 van 2009 is weggehaald, verwijderd, vervoerd of op andere wijze is behandeld.

De FSO moet eerst de volgende documenten vooraf ter goedkeuring aan de GFC voorleggen om ervoor te zorgen dat de FSO’s wettelijk geverifieerde houtproducten uitvoeren:

   formulier “Application for timber marketing certificate” (aanvraag voor een certificaat voor het in de handel brengen van hout)

   formulier “Application for export certification” (aanvraag voor een uitvoercertificaat)

   formulier “Application for export of forestry produce” (aanvraag voor de uitvoer van bosbouwproducten)

   het “Electronic single administrative document” (ESAD) (elektronisch enig administratief document) in het Automated System for Customs Data (ASYCUDA) (geautomatiseerd systeem voor douanegegevens)

   handelsfactuur

   Cites-vergunning (indien van toepassing)


   Caricom-certificaat van oorsprong (alleen vereist voor uitvoer naar landen van de Caribische Gemeenschap (Caricom))

   certificaat van oorsprong (voor niet-Caricom-landen)

Zodra de FSO geacht wordt in overeenstemming te zijn en de bovengenoemde documenten zijn goedgekeurd, worden zij teruggezonden aan de FSO en geeft de TLTU aan de FSO een uitvoercertificaat af voor alle marken en daarnaast ook een Flegt-vergunning voor de in bijlage I genoemde producten die bestemd zijn voor de Unie. De FSO dient vervolgens de Flegt-vergunning en het uitvoercertificaat voor de markt van de Unie, of alleen het uitvoercertificaat voor niet-Unie-markten, samen met de andere hierboven genoemde documenten in.



Regels voor de uitvoer van houtproducten

Alle FSO’s

1.

Verplichting om een vergunning voor het uitvoeren van houtproducten te hebben

X

2.

Verplichting om alle voor uitvoer bestemde houtproducten vóór de uitvoer te registreren op de relevante uitvoerdocumenten 28 en deze documenten ter goedkeuring bij het hoofdkantoor van de GFC aan te geven.

X

3.

Verplichting om alle relevante rubrieken van de bovengenoemde uitvoerdocumenten in te vullen

X

4.

Verplichting om de door de GFC goedgekeurde uitvoerdocumenten en het uitvoercertificaat bij de CETO aan te geven

X

5.

Verbod om houtproducten uit te voeren die niet op een uitvoercertificaat zijn aangegeven

X

6.

Verplichting om een Cites-vergunning (indien van toepassing), een Caricom-certificaat van oorsprong (indien van toepassing) en handelsfactuur over te leggen bij de aangifte van uitvoerdocumenten bij het hoofdkantoor van de GFC

X

7.

Verplichting om de uitvoerheffing te betalen

X

3.3.8    Invoer van houtproducten

Overeenkomstig de Forests Act No. 6 van 2009 moet elke FSO die houtproducten invoert een invoervergunning hebben. Bovendien bepaalt de Forests Act No. 6 van 2009 dat niemand in Guyana houtproducten mag invoeren of vervoeren die illegaal zijn verkregen in of illegaal zijn ingevoerd uit welk land dan ook.


Overeenkomstig de Forests Act No. 6 van 2009 is het de verantwoordelijkheid van de importeur om aan te tonen dat de ingevoerde houtproducten legaal zijn verkregen in en legaal zijn uitgevoerd uit het land van herkomst.

Guyana vaardigt wetgeving uit die importeurs verplicht de passende zorgvuldigheid te betrachten en ontwikkelt specifieke uitvoeringsrichtsnoeren met betrekking tot de aanvullende documentatievereisten inzake invoer met het oog op de uitvoering van de overeenkomst.

Guyana erkent de wettigheid van ingevoerde houtproducten als deze vergezeld gaan van:

1.    een geldige Flegt-vergunning die van toepassing is op de volledige zending vanuit een land van uitvoer dat een VPA heeft afgesloten met de Unie en een operationeel Flegt-vergunningensysteem heeft; of

2.    een geldige Cites-vergunning die van toepassing is op de volledige zending; of

3.    een eigen verklaring waaruit blijkt dat de passende zorgvuldigheid is betracht door het opstellen van een verslag van zorgvuldig onderzoek op basis van:

   de informatie over de legale herkomst in het land waar de in te voeren houtproducten zijn gekapt;

   de informatie over het beoordeelde risico van onwettigheid van de in te voeren houtproducten;


   de procedure om elk geïdentificeerd risico van onwettigheid te beperken en/of te beheersen.

Regels voor de invoer van houtproducten

Alle FSO’s

1.

Verplichting om een vergunning voor het invoeren van houtproducten te hebben

X

2.

Verbod om houtproducten in te voeren die niet op een invoervergunning zijn aangegeven

X

3.

Verplichting om alle voor invoer bestemde houtproducten op de aanvraag voor een invoervergunning te registreren en dit document vóór de invoer ter goedkeuring aan de National Plant Protection Organisation (NPPO) voor te leggen

X

4.

Verplichting om alle relevante rubrieken van de aanvraag voor een invoervergunning in te vullen

X

5.

Verplichting om samen met de aanvraag voor een invoervergunning een Flegt-vergunning of Cites-vergunning of een verslag van zorgvuldig onderzoek (indien van toepassing) in te dienen

X

3.3.9    Houtproducten in doorvoer

Houtproducten in doorvoer zijn producten die in Guyana worden vervoerd waarvan de oorsprong en de bestemming buiten de douanegrenzen van Guyana liggen. Houtproducten in doorvoer mogen niet in de toeleveringsketen van Guyana terechtkomen. Zij mogen dus niet op de binnenlandse markt worden verkocht en er mogen geen uitvoercertificaten of Flegt-vergunningen voor worden afgegeven.


CETO heeft procedures voor het beheer en de controle van goederen in doorvoer vastgesteld, die ook zullen worden gebruikt voor het beheer en de controle van houtproducten in doorvoer.

Houtproducten in doorvoer moeten worden goedgekeurd door CETO. Zij staan te allen tijde onder toezicht van de douaneautoriteit van Guyana, vanaf de plaats van binnenkomst tot de plaats van uitgang, waar de houtproducten via de uitwisseling van officiële douanedocumenten aan het ontvangende land worden overgedragen.

3.3.10    In beslag genomen en achtergelaten houtproducten

In beslag genomen houtproducten

Houtproducten waarvan wordt vermoed dat zij in strijd zijn met de Forests Act No. 6 van 2009 worden in beslag genomen en uit de toeleveringsketen gehaald. In bepaalde gevallen, zoals hieronder beschreven, kunnen dergelijke houtproducten volgens de procedures voor het beheer van in beslag genomen hout opnieuw in de toeleveringsketen van Guyana worden gebracht.

Nadat dergelijke houtproducten opnieuw in de toeleveringsketen zijn gebracht, worden Flegt-vergunningen voor in beslag genomen hout alleen afgegeven als er niet binnen drie maanden vervolging is ingesteld voor de overtreding waarvoor het hout in beslag is genomen (Forests Act, artikel 60.1.a), of als alle personen die werden vervolgd zijn vrijgesproken (Forests Act, artikel 60.1.b).

Twee jaar na de ratificatie van deze overeenkomst zal deze aanpak opnieuw door beide partijen worden beoordeeld via het gemengd comité.


De procedures voor het beheer van in beslag genomen hout worden hieronder beschreven:

1.    Inbeslagneming en onderzoek door de GFC: wanneer de FMD gegronde twijfel heeft over de wettigheid van een houtproduct, neemt de GFC het houtproduct in beslag door het in bezit te nemen of door een bewaringsformulier af te geven waarin de FSO wordt opgedragen het houtproduct in bezit te houden en hem te verbieden het te vervoeren, tenzij de GFC daarvoor toestemming heeft gegeven. Het inbeslagnemingsformulier wordt afgegeven aan de FSO of niet-FSO wanneer het houtproduct door de GFC in bewaring wordt genomen.

De FMD voert vervolgens een onderzoek uit om te bevestigen of er sprake is van een overtreding. Voor overtredingen of vermoedens van overtredingen van de Forests Act (binnen de grenzen van Amerindiaanse dorpen) voert de VC en/of de GFC (op uitnodiging van de VC) 29 het onderzoek uit en kan de VC de FSO of niet-FSO oproepen om voor de raad te verschijnen.

In alle gevallen van niet-naleving — door FSO’s of niet-FSO’s — stelt de FMD een inbeslagnemings- of bewaringsformulier en een confiscatieverslag op. Dit verslag wordt, samen met een kopie van een van de bovengenoemde formulieren, aan het hoofdkantoor van de GFC doorgestuurd voor een definitief besluit over de bevindingen en aanbevelingen. Het verslag wordt vervolgens doorgestuurd naar de MISU die het in de CID archiveert onder de rubriek voor niet-nalevingen.



2.    Sanctie: voor een eerste overtreding die klein of onbeduidend is, kunnen de FSO en GFC ermee instemmen tot overeenstemming te komen in verband met de overtreding. Voor alle andere overtredingen gelden de artikelen 68, 69 en 70 van de Forests Act No. 6 van 2009 en de sancties in bijlage 1 bij die wet.

3.    Verkoop, terugzending en verwijdering van in beslag genomen hout

Verkoop van aan verrotting onderhevig in beslag genomen hout: wanneer in beslag genomen hout onderhevig is aan snelle en natuurlijke verrotting, kan de GFC dat hout verkopen en de opbrengst van de verkoop in bewaring nemen in afwachting van de voltooiing van eventuele procedures voor een overtreding van de Forests Act No. 6 van 2009.

Terugzending van in beslag genomen hout naar de FSO: de aanduiding van in beslag genomen hout kan worden ingetrokken, de in beslag genomen houtproducten kunnen naar de FSO worden teruggezonden en opnieuw in de toeleveringsketen worden gebracht wanneer:

   er binnen drie maanden na de inbeslagneming geen procedures zijn ingeleid voor een overtreding van de Forests Act No. 6 van 2009 met betrekking tot hetgeen waarvoor het hout in beslag is genomen. Dit betreft tevens gevallen waarin alle noodzakelijke vergoedingen zijn betaald en de openstaande betalingen in het financiële systeem van de GFC zijn geboekt en vervolgens goedkeuring is verleend door de GFC;


   er procedures zijn ingeleid en afgerond, maar —

1.    elke aangeklaagde persoon is vrijgesproken; of

2.    er geen rechterlijke beslissing tot verbeurdverklaring van in beslag genomen hout is genomen uit hoofde van de Forests Act No. 6 van 2009 of van enig ander geschreven recht;

Verbeurdverklaring van in beslag genomen hout en verwijdering door de GFC: wanneer de rechter heeft bevolen om in beslag genomen hout verbeurd te verklaren ten gunste van de staat, kan de GFC dit hout naar eigen goeddunken behouden of zich ervan ontdoen. Hierbij heeft de GFC tevens de mogelijkheid dergelijk verbeurd verklaard hout openbaar te veilen.

In de bovengenoemde gevallen wordt een vrijgavebewijs afgegeven voor alle in beslag genomen houtproducten die opnieuw in de toeleveringsketen mogen worden gebracht en voor het verdere vervoer van de houtproducten. Flegt-vergunningen worden echter alleen afgegeven voor in beslag genomen hout dat naar de FSO is teruggezonden omdat er binnen drie maanden geen vervolging is ingesteld, of omdat alle vervolgde personen zijn vrijgesproken.

Als blijkt dat er een overtreding is begaan door een niet-FSO, kunnen de in beslag genomen en verbeurd verklaarde houtproducten alleen door de overheid worden gebruikt in door de overheid goedgekeurde projecten 30 .



4.    Documentatie van de afwikkeling van de zaak: na de afgifte van het vrijgavebewijs wordt het eindbesluit betreffende de sanctie en de verleende goedkeuring voor de vrijgave van de houtproducten doorgestuurd naar de MISU. De MISU werkt vervolgens de rubriek voor niet-nalevingen in de CID bij en archiveert de documenten in het elektronische gegevensbestand van de FSO in de CID, indien de overtreder een FSO is. Tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS zal de rubriek voor niet-nalevingen in de CID worden verbeterd.

5.    Toekomstige ontwikkeling van toepasselijke eisen voor in beslag genomen houtproducten: tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS zullen eventuele leemten in de in dit deel beschreven procedure worden opgevuld, te weten: procedures om houtproducten ten aanzien waarvan een overtreding is begaan waarvoor men tot een vergelijk is gekomen opnieuw in de toeleveringsketen te brengen, procedures om te documenteren en te bepalen welke van de opnieuw in de toeleveringsketen gebrachte houtproducten in aanmerking komen voor een Flegt-vergunning, de status en de beperkingen van hout dat ervan wordt verdacht illegaal te zijn voordat een overtreding is geconstateerd; de normen en de procedure voor de vaststelling van de marktwaarde van de houtproducten waarvoor een vergoeding moet worden betaald; procedures wanneer de vereiste vergoeding niet wordt betaald; de procedure en registratie voor de betaling van de vergoeding; de procedure en registratie voor de betaling van de vergoeding; het lot van de houtproducten wanneer de FSO schuldig wordt bevonden in het kader van een gerechtelijke procedure; de eisen en procedures voor de veiling van in beslag genomen houtproducten; en wie binnen de GFC verantwoordelijk is voor elk van deze stappen en wat hun mandaten en verantwoordelijkheden zijn in het veilingsproces.


De regels voor in beslag genomen houtproducten gelden tevens voor elke persoon die geen FSO is, maar van wie de GFC vermoedt dat hij de Forests Act No. 6 van 2009 overtreedt.

Twee jaar na de ratificatie van deze overeenkomst, zal de beperking van de afgifte van een Flegt-vergunning tot in beslag genomen hout dat naar de FSO is teruggezonden omdat er binnen drie maanden geen vervolging was ingesteld, of omdat alle vervolgde personen zijn vrijgesproken, opnieuw door beide partijen worden beoordeeld via het gemengd comité.

Regels voor in beslag genomen houtproducten

Alle FSO’s

1.

Verplichting om in beslag genomen houtproducten te vervoeren (naar een door de GFC gespecificeerde locatie) met ofwel een bewaringsformulier of een inbeslagnemingsformulier en dit document bij het boskantoor van de GFC aan te geven tijdens de doorvoer of op verzoek tijdens de verificatie ter plaatse van de GFC.

X

2.

Verbod om in beslag genomen houtproducten te gebruiken die niet zijn vrijgegeven om opnieuw in de toeleveringsketen te worden gebracht uit hoofde van een vrijgavebewijs.

X


Achtergelaten houtproducten

In de Forests Act No. 6 van 2009 is bepaald dat achtergelaten houtproducten waarvan de legale eigenaar niet getraceerd en/of vastgesteld kan worden niet in de toeleveringsketen terecht mogen komen, maar beschouwd worden als staatseigendom en gebruikt worden in door de overheid goedgekeurde projecten. De GFC zal verslagen opstellen over de bevindingen inzake achtergelaten houtproducten en de wijze waarop deze zijn gebruikt, en elektronische kopieën van deze verslagen worden door de MISU in de CID gearchiveerd en openbaar gemaakt. De definitie van achtergelaten hout, de stappen om ervoor te zorgen dat het niet in de toeleveringsketen terechtkomt en de eisen om regelmatig verslag uit te brengen over de bevindingen inzake achtergelaten hout zullen worden uiteengezet in procedures die tijdens de uitvoeringsfase van de VPA worden ontwikkeld.

3.4    Verificatie van naleving van de toewijzingsprocedure, de definitie van wettigheid en de eisen van het WTS.

3.4.1    Algemene beginselen voor de verificatie

In dit deel wordt beschreven hoe de verificatie van naleving van de toewijzingsprocedure, de definitie van wettigheid en de eisen van het WTS wordt uitgevoerd. Deze verificatie is gebaseerd op de bestaande wetgeving van Guyana en de procedurehandboeken.

Op basis van de leemten die tijdens de ontwikkeling van het GTLAS zijn vastgesteld, zullen het procedurehandboek van de FMD, het procedurehandboek van de Finance Division en het procedurehandboek van de FRMD worden bijgewerkt voordat het Flegt-vergunningensysteem operationeel wordt.


Tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS zullen de methodiek voor routinematige taken en -inspecties, de geconsolideerde verificatie en het beheer van niet-nalevingen door de ministeries en/of overheidsinstanties bij het uitvoeren van de verificatie in het kader van het GTLAS verder worden ontwikkeld en gebundeld in een GTLAS-procedurehandboek voor verificatie. Dit handboek zal worden ontwikkeld onder toezicht van de GFC, in coördinatie met alle andere ministeries en/of overheidsinstanties die bij het GTLAS betrokken zijn. Het gemengd comité zal ook de gelegenheid hebben om dit handboek te evalueren en opmerkingen daarover te maken voordat het GTLAS operationeel wordt.

In het GTLAS-procedurehandboek zal een verificatiemethodiek worden gedefinieerd om de risico’s van niet-naleving van de indicatoren door de FSO’s en de controles van de toeleveringsketen te beoordelen op basis van het volgende:

   de taken en verantwoordelijkheden van de ministeries en/of overheidsinstanties: in het kader van punt 2.5 van deze bijlage wordt verder beschreven wie wat doet bij de verificatie van elke indicator en de controles van de toeleveringsketen;

   hoe de frequentie en intensiteit van de verificatie worden vastgesteld in verhouding tot het ingeschatte risico;

   risicofactoren, zoals type FSO, type houtproduct, soort, geografische regio;


   het type verificatie: fysiek of administratief, gepland of onverwacht;

   de protocollen voor het archiveren van verificatiepunten en informatie over de naleving voor zowel elektronische als papieren kopieën.

Dit zal ervoor zorgen dat de verificatie op een geloofwaardige, kosteneffectieve en doeltreffende manier wordt uitgevoerd.

Met de verificatie van de wettelijke naleving van de toewijzingsprocedure, de definitie van wettigheid en de eisen inzake de toeleveringsketen wordt beoogd dat:

   de staatsbossen worden toegewezen volgens de in punt 3.1 van deze bijlage beschreven procedures;

   bij het kappen op gronden van Amerindiaanse dorpen en op particuliere gronden de in punt 3.1.2 van deze bijlage beschreven procedures worden gevolgd;

   de bosbouwactiviteiten in Guyana legaal zijn;

   de FSO’s voldoen aan hun verplichtingen in het kader van de definitie van wettigheid en de controles van de toeleveringsketen; en

   gevallen van niet-naleving worden vastgesteld, geregistreerd en opgelost.


3.4.2    Verificatie van naleving van de procedure voor de toewijzing van bossen

Bij de verificatie van naleving van de procedure voor de toewijzing van bossen wordt gecontroleerd of de eisen voor de toewijzing van bosconcessieovereenkomsten worden nageleefd, zoals uiteengezet in de Forests Act No. 6 van 2009 en het hoofdstuk inzake toewijzingsprocedures in het procedurehandboek van de FRMD.

Zodra de aanvragen zijn afgerond, met inbegrip van de betaling van de vereiste vergoedingen, worden de aanvragen eerst door de FMD en de FRMD van de GFC op volledigheid beoordeeld, en vervolgens door het Forest Resource Allocation Committee van de GFC. De Internal Audit Unit van de GFC gaat na of de toewijzingsprocedure van de GFC in overeenstemming was met de vastgestelde procedures voor de toewijzing van FCA’s, alsmede of de aanvragen in overeenstemming waren met de desbetreffende richtsnoeren voor de beoordeling van aanvragen door het Forest Resource Allocation Committee. De commissaris voor bosbeheer dient vervolgens een verslag over de gehele hierboven uiteengezette procedure in bij het technisch subcomité van de raad van bestuur van de GFC, dat de aanvragen onderzoekt en evalueert. Op basis van dat onderzoek en die evaluatie dient het technisch subcomité van de raad van bestuur een verslag in bij de raad van bestuur van de GFC, die het eindbesluit over de gunning neemt. Met het oog op transparantie zal informatie over de toewijzingsprocedure en de resultaten daarvan openbaar worden gemaakt.

Zodra er een eindbesluit over de gunning is genomen, worden de originele contracten door de GFC opgesteld en afgegeven en wordt de vereiste informatie in de CID ingevoerd.


De procedure voor de toewijzing van FCA’s (opstellen van de lijst van beschikbare bosgebieden, de aanvraagprocedure, de onderzoeks- en evaluatieprocedure van de GFC en de onderzoeks-, evaluatie- en gunningsprocedure van de raad van bestuur van de GFC), met inbegrip van de invoering in de CID van de bijbehorende bewijsstukken en de beoordeling van de naleving, zal worden beschreven in het procedurehandboek van de FRMD.

3.4.3    Verificatie van de naleving van de definitie van wettigheid

De verificatie van de naleving van de definitie van wettigheid is van toepassing op alle FSO’s van Guyana. De verificatie van de naleving door de FSO’s berust op de werkzaamheden van de GFC en alle andere ministeries en/of overheidsinstanties die betrokken zijn bij de uitvoering van het GTLAS. De in de definitie van wettigheid opgenomen verificatiepunten worden gebruikt om de wettelijke naleving van de desbetreffende indicatoren te verifiëren. De ministeries en/of overheidsinstanties zullen de FSO’s aan de hieronder vermelde controles onderwerpen.

   Verantwoordelijkheden van de ministeries en/of overheidsinstanties

De bij het GTLAS betrokken ministeries en/of overheidsinstanties voeren hun administratieve taken en hun taken ter plaatse uit in overeenstemming met hun mandaat. In het kader van het GTLAS hebben de ministeries en/of overheidsinstanties drie soorten verantwoordelijkheden:


   Routinematige taken

Ministeries en/of overheidsinstanties moeten hun interne procedures en interne controles volgen met het oog op de afgifte van verificatiepunten. In deze gevallen leeft de FSO de indicatoren na wanneer hij over het vereiste geldige verificatiepunt beschikt.

   Routinematige inspecties

Routinematige inspecties zijn de regelmatige inspecties van activiteiten van de FSO die door de ministeries en/of overheidsinstanties worden uitgevoerd als onderdeel van hun mandaat. Naar aanleiding daarvan worden inspectieverslagen opgesteld die tevens als verificatiepunten voor de definitie van wettigheid dienen. In deze gevallen bepalen de indicatoren aan welke eisen de FSO moet voldoen. De naleving wordt beoordeeld door middel van de inspectie en in het inspectieverslag wordt het resultaat van de beoordeling vermeld.

   Willekeurige aangekondigde of onaangekondigde inspecties

De ministeries en/of overheidsinstanties voeren ook willekeurige aangekondigde of onaangekondigde verificaties van de naleving van de indicatoren uit op basis van fysieke en documentencontroles, om ervoor te zorgen dat de FSO’s permanent aan hun wettelijke verplichtingen in het kader van het GTLAS voldoen.


De ministeries en/of overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van de naleving van de indicator stellen de MISU in kennis van het resultaat van de beoordeling van de naleving en geven daarbij duidelijk aan of de FSO al dan niet aan de onder hun verantwoordelijkheid vallende indicatoren heeft voldaan.

De MISU werkt het elektronische gegevensbestand van de FSO in de CID bij op basis van de verslagen die worden opgesteld naar aanleiding van de in punt 3.4 gespecificeerde verificatieactiviteiten en de verslagen die tijdens de geconsolideerde verificatie door andere ministeries en/of overheidsinstanties worden ingediend.

De specifieke procedures voor de verificatie van naleving van elke indicator in de definitie van wettigheid zullen tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS verder worden ontwikkeld in een GTLAS-procedurehandboek voor verificatie. Deze verificatieprocedures waarborgen een degelijke verificatie van de naleving van de indicatoren in het kader van het GTLAS.

In deze procedures wordt aangegeven hoe de taken en inspecties, zowel routinematig als willekeurig, moeten worden uitgevoerd en hoe deze leiden tot de totstandkoming van een verificatiepunt en tot de beoordeling van de naleving. Statische en dynamische verificatiepunten worden op verschillende manieren in aanmerking genomen:

   statische verificatiepunten worden geverifieerd voor een bepaalde periode die in de uitvoeringsfase van het GTLAS zal worden vastgesteld;


   dynamische verificatiepunten worden gebruikt om de wettelijke overeenstemming van de houtbron en de eisen van het WTS in elk stadium van de toeleveringsketen te verifiëren.

3.4.4    Verificatie van de eisen van het WTS

Het WTS is een verplicht nationaal systeem dat door de GFC wordt gebruikt om de naleving van de eisen van het WTS door de FSO’s en hun houtproducten in de hele toeleveringsketen, van de kap tot het vervoer, tot de verwerking en de binnenlandse verkoop, te beoordelen en te verifiëren. Het WTS bestrijkt alle bronnen van houtproductstromen in Guyana, met inbegrip van de invoer, en stelt de GFC in staat om nauwkeurige statistieken over deze stromen te verzamelen, waaronder statistieken met betrekking tot de houtproductie, -verwerking en -handel. Met het WTS kan de GFC verifiëren of de FSO heeft voldaan aan de in de WTS Guidelines vastgestelde eisen inzake de controle van de toeleveringsketen en kan zij gevallen van niet-naleving beheren. Punt 3.3 bevat de regels van het WTS waaraan de FSO’s moeten voldoen en in de punten 3.4.4.1 tot en met 3.4.4.8 wordt de bijbehorende verificatie door de ministeries en/of overheidsinstanties beschreven. Het WTS stelt de GFC in staat om voor de verschillende controlepunten van het WTS systematische en willekeurige verificaties ter plaatse en administratieve verificaties uit te voeren met betrekking tot de activiteiten en werkzaamheden van de FSO’s. Tijdens de verificaties ter plaatse inspecteert de FMD routinematig de houtproducten om de naleving van de FSO’s te beoordelen en te valideren op basis van de informatie die door de FSO’s bij de GFC is ingediend op elk kritisch controlepunt van de toeleveringsketen.


In het aanhangsel van deze bijlage worden de aan te geven en te verifiëren gegevens nader beschreven. Tijdens de administratieve verificaties op het hoofdkantoor van de GFC voert de FMD regelmatig een afstemming uit door het analyseren van de gegevens en informatie die door de FSO’s zijn ingediend en die door de GFC tijdens verificaties ter plaatse zijn verzameld voor de verschillende kritieke controlepunten in de toeleveringsketen. Voor elk controlepunt worden deze analyses nader beschreven in de punten 3.4.4.1 tot en met 3.4.4.8 en het aanhangsel van deze bijlage. Wanneer de eis van het WTS betrekking heeft op het indienen van een document, houdt de verificatie van naleving van deze eis een beoordeling in van de juistheid en volledigheid van de informatie in het genoemde document.

Gevallen van niet-naleving die tijdens de inspectie en verificatie ter plaatse en de administratieve verificatie van de gegevens worden vastgesteld, worden behandeld in overeenstemming met de bestuursrechtelijke procedure waarnaar wordt verwezen in punt 3.5 betreffende het beheer van niet-nalevingen.

Alle verslagen die door medewerkers van de FMD worden ingediend en de informatie die door de FSO’s wordt ingediend, worden naar de MISU gestuurd met het oog op archivering in de elektronische gegevensbestanden van de FSO’s in de CID. Er wordt een jaarlijkse samenvatting van de verificatieverslagen openbaar gemaakt.

De MISU neemt relevante gegevens en informatie in verband met controles van de toeleveringsketen die door andere ministeries en/of overheidsinstanties worden ingediend, in ontvangst om deze in de CID in te voeren en te archiveren (zie punt 3.4.3).


De procedures voor de analyse, afstemming en verificatie van gegevens zullen tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS worden bijgewerkt in het procedurehandboek van de FMD. In dit procedurehandboek zal worden aangegeven waar, door wie en hoe deze gegevens zullen worden geverifieerd door middel van validatie en afstemming 31 . De GFC heeft een tabel uitgewerkt (in het aanhangsel van deze bijlage) met de kritische controlepunten in de toeleveringsketen en de documenten en/of bewijzen die de wettigheid van de volgende stappen aantonen:

   inventarisatie vóór de kap

   kap

   na de kap

   vervoer van houtproducten

   verwerking van houtproducten

   verkoop van houtproducten op de binnenlandse markt

   uitvoer van houtproducten

   inbeslagneming van houtproducten



   houtproducten in doorvoer

   invoer van houtproducten

In het algemeen verhoogt het WTS de transparantie en de geloofwaardigheid van de bosbouwsector in Guyana, waardoor het bijdraagt tot de verbetering van het imago van de sector op de nationale en internationale markten.

3.4.4.1    Verificatie van naleving van de wettelijke status, voorafgaand aan de uitvoering van de bosbouwactiviteiten

De FRMD verifieert of de FSO over de vereiste documenten beschikt om aan te tonen dat de FSO wettelijk is gevestigd om in Guyana te activiteiten te ontplooien, zoals gespecificeerd in de definitie van wettigheid. Vóór de kap keurt de FRMD het recht van de FSO om te kappen goed op basis van zowel administratieve beoordelingen op het hoofdkantoor van de GFC als inspecties ter plaatse. De FRMD dient deze gegevens en informatie in bij de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.

3.4.4.2    Verificatie van naleving van de inventarisatie vóór de kap

   Grote concessies

De FMD verifieert de naleving van de in punt 3.3.1 uiteengezette vóór de kap geldende eisen door middel van verschillende niveaus van verificaties ter plaatse en gegevensverificatie.


A.    Inspecties ter plaatse

A.1    Monitoring van activiteiten vóór de kap

Veldmedewerkers van de FRMD beoordelen de naleving door de FSO van de in punt 3.3.1 vermelde regels vóór de kap 1, 2 en 3 door middel van routinematige inspecties ter plaatse en vullen een verificatieverslag van de GFC in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.

De medewerkers van de FRMD dienen het verificatieverslag van de GFC in bij het hoofdkantoor van de FRMD voor verdere verificatie door middel van gegevensvergelijking.

B.    Administratieve verificatie

B.1    Validatie van bosbeheerdocumenten

Het hoofdkantoor van de FRMD beoordeelt de naleving door de FSO van de in punt 3.3.1 vermelde regels vóór de kap 2, 4 en 5 door middel van een documentencontrole van het bosbeheerplan en het jaarlijkse exploitatieplan van de FSO, en vult een verslag van documentencontrole in met opgave van alle gevallen van niet-naleving.


B.2    Verificatie van aangegeven inventarisgegevens:

het hoofdkantoor van de FRMD vergelijkt de gegevens in het verslag van de FSO inzake de inventarisatie vóór de kap met de gegevens van het verificatieverslag van de GFC om de naleving van de in punt 3.3.1 vermelde regels vóór de kap 1, 2 en 3 te valideren.

Op basis van bovenstaande verificaties dient het hoofdkantoor van de FRMD het verificatieverslag van de GFC en het verslag van de documentencontrole, waarin informatie over de naleving is opgenomen, in bij de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.

De FRMD informeert de FMD over de naleving van de FSO, die moet beginnen met de kap.

Na goedkeuring van de inventarisatie vóór de kap verstrekt de FMD aan de FSO de traceerlabels van GFC voor de bomen die in het exploitatiejaar moeten worden gekapt in door de GFC goedgekeurde blokken. De GFC berekent het jaarlijkse quotum van de FSO (volume houtproducten) op basis van de gekozen kapcyclus en de resultaten van de inventarisatie vóór de kap. Het quotum wordt gebruikt om te bepalen hoeveel labels er moeten worden verstrekt.


   Kleine concessies

De GFC voert geen inspectie vóór de kap uit, aangezien FSO’s met een kleine concessie niet verplicht zijn om activiteiten vóór de kap uit te voeren.

De FMD berekent en verleent haar goedkeuring aan het quotum van de FSO (volume houtproducten) voor het concessiegebied. Het quotum wordt gebruikt om te bepalen hoeveel labels er moeten worden verstrekt.

De FMD keurt de commerciële kap goed en verstrekt de bijbehorende traceerlabels van de GFC aan de FSO.

   Herbestemde staatsgronden

Hoewel FSO’s van herbestemde staatsgronden niet verplicht zijn om activiteiten vóór de kap uit te voeren, voert de FRMD een inspectie vóór de kap uit om de locatie en de soort vast te stellen van de bomen die voor de commerciële kap zijn aangewezen. De medewerkers van de FRMD dienen een verslag van inspectie vóór de kap in bij het hoofdkantoor van de FMD om dit in de CID te laten uploaden en met het oog op verdere verificatie door middel van gegevensvergelijking tijdens de verificaties van de kap.

De FMD verstrekt traceerlabels van de GFC aan de FSO’s voor de bomen die tijdens de inspectie vóór de kap door de FRMD voor commerciële doeleinden zijn aangewezen.


   Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden

De GFC voert geen inspecties vóór de kap uit, aangezien FSO’s van gronden van Amerindiaanse dorpen en van particuliere gronden niet verplicht zijn om activiteiten vóór de kap uit te voeren. De FMD verstrekt op verzoek traceerlabels van de GFC aan de FSO’s.

3.4.4.3    Verificatie van naleving tijdens de kap en na de kap

   Grote concessies

De FMD beoordeelt en verifieert de naleving van de in punt 3.3.2 uiteengezette tijdens de kap geldende eisen door middel van verschillende niveaus van verificaties ter plaatse en gegevensverificatie.

A.    Inspecties en verificatie ter plaatse

A.1    Monitoring van kapactiviteiten

De veldmedewerkers van de FMD beoordelen de naleving door de FSO van de in punt 3.3.2 vermelde regels 1, 2, 5, 6, 8, 9, 10 en 11 door middel van routinematige inspecties ter plaatse en vullen een inspectieverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.


A.2    Inspectie voor de kubering van stammen

De veldmedewerkers van de FMD verrichten een kubering van de gekapte stammen door middel van een routinematige inspectie ter plaatse en vullen een verslag van inspectie voor de kubering van stammen in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 5, 8 en 9.

A.3    Inspecties na de kap

De veldmedewerkers van de FMD inspecteren de locatie en de gegevens van stronken en vullen een veldgegevensformulier in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 1, 2, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 en de in punt 3.3.3 vermelde regels 2 en 4.

A.4    Verificatie ter plaatse van de opgegeven informatie voor gekapte stammen

De veldmedewerkers van de FMD inspecteren de houtproducten om de naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 5, 7, 8 en 9 te beoordelen en valideren de gegevens in de verwijderingsvergunning. De veldmedewerkers van de FMD vullen een dagelijks monitoringverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.


Tijdens inspecties en verificaties ter plaatse brengen de veldmedewerkers van de FMD een confiscatiemerk (met behulp van een hamer) aan op het niet-conforme hout en een goedkeuringsmerk voor conform hout. Na de inspectie ter plaatse van de FMD wordt hout dat als conform is aangemerkt, gevalideerd voor vervoer in de toeleveringsketen, waar verdere inspecties en verificaties ter plaatse zullen worden uitgevoerd overeenkomstig de punten 3.4.4.4 tot en met 3.4.4.7.

De veldmedewerkers van de FMD dienen alle in punt 3.4.4.3 genoemde verslagen en formulieren in bij het hoofdkantoor van de FMD voor nadere verificatie door middel van gegevensvergelijking.

B.    Gegevensverificatie

De verificatie van de herkomst van het hout en de kapbeperkingen wordt uitgevoerd door afstemming van de informatie op de stronken en op de stammen:

   het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van de verwijderingsvergunning met de gegevens van de inspectie, de inspectie voor de kubering van stammen en de dagelijkse monitoringverslagen en het veldgegevensformulier om de herkomst van het hout en de naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 te verifiëren;


   het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van het verslag van de FSO inzake de inventarisatie vóór de kap met de gegevens van de inspectie, de inspectie voor de kubering van stammen en de dagelijkse monitoringverslagen om de naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 1, 2 en 7 te verifiëren;

   het hoofdkantoor van de GFC verifieert de naleving van de fiscale verplichtingen en de verplichtingen inzake het gebruik van labels:

   de Finance Division van de GFC vergelijkt de gegevens van de bosconcessieovereenkomst en/of de verwijderingsvergunning met de gegevens van de betalingsbewijzen en betalingsschema’s om te verifiëren of de FSO voldoet aan regel 1 van punt 3.3.3;

   de Internal Audit Unit van de GFC vergelijkt de gegevens van het FMD Tag Issuance Register (register van verstrekte labels van de FMD) en de verwijderingsvergunning met de gegevens van het FMD Tags Returned Register (register van teruggegeven labels van de FMD) en het productieregister om te verifiëren of de FSO voldoet aan regel 3 van punt 3.3.3.


Op basis van bovenstaande verificaties vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in en stuurt het dit verslag samen met de in punt 3.4.4.3 genoemde verslagen naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.

   Kleine concessies

De FMD beoordeelt en verifieert de naleving van de in punt 3.3.2 uiteengezette tijdens de kap geldende eisen door middel van verschillende niveaus van verificaties ter plaatse en gegevensverificatie.

A.    Inspecties en verificatie ter plaatse

A.1    Monitoring van kapactiviteiten

De veldmedewerkers van de FMD beoordelen de naleving door de FSO van de in punt 3.3.2 vermelde regels 2, 5, 6, 8, 9, 10 en 11 door middel van routinematige inspecties ter plaatse en vullen een inspectieverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.


A.2    Verificatie ter plaatse van de opgegeven informatie voor gekapte stammen

De veldmedewerkers van de FMD inspecteren de houtproducten om de naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 5, 7, 8 en 9 te beoordelen en valideren de gegevens in de verwijderingsvergunning. De veldmedewerkers van de FMD vullen een dagelijks monitoringverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.

A.3    Inspecties na de kap

De veldmedewerkers van de FMD inspecteren de locatie en de gegevens van stronken en vullen een veldgegevensformulier in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 2, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 en de in punt 3.3.3 vermelde regel 4.

De veldmedewerkers van de FMD dienen alle in punt 3.4.4.3 genoemde verslagen en formulieren in bij het hoofdkantoor van de FMD voor nadere verificatie door middel van gegevensvergelijking.


B.    Gegevensverificatie

B.1    Controle van de oorsprong van het hout en van de oogstbeperkingen door de informatie over de stronken en de stammen met elkaar in overeenstemming te brengen:

het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van de verwijderingsvergunning met de gegevens van de inspectie, de dagelijkse monitoringverslagen en het veldgegevensformulier om de herkomst van het hout en de naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 te verifiëren.

B.2    Het hoofdkantoor van de GFC verifieert de naleving van de fiscale verplichtingen en de verplichtingen inzake het gebruik van labels:

   de Finance Division van de GFC vergelijkt de gegevens van de bosconcessieovereenkomst en/of de verwijderingsvergunning met de gegevens van de betalingsbewijzen en betalingsschema’s om te verifiëren of de FSO voldoet aan regel 1 van punt 3.3.3;


   de Internal Audit Unit van de GFC vergelijkt de gegevens van het FMD Tag Issuance Register en de verwijderingsvergunning met de gegevens van het FMD Tags Returned Register om te verifiëren of de FSO voldoet aan regel 3 van punt 3.3.3.

Op basis van bovenstaande verificaties vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in en stuurt het dit verslag samen met de in punt 3.4.4.3 genoemde verslagen en formulieren naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.

   Herbestemde staatsgronden

De FMD beoordeelt en verifieert de naleving van de in punt 3.3.2 uiteengezette tijdens de kap geldende eisen door middel van gegevensverificatie.


Gegevensverificatie

Verificatie van de herkomst van hout en de juistheid van de opgegeven informatie door afstemming tussen de informatie over de stronken en de stammen:

het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van de verwijderingsvergunning met de gegevens van het verslag van inspectie vóór de kap om de herkomst van het hout en de naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 2, 3, 5, 6 en 7 te beoordelen en te verifiëren.

Het hoofdkantoor van de GFC verifieert de naleving van de fiscale verplichtingen en de verplichtingen inzake het gebruik van labels:

   de Finance Division van de GFC vergelijkt de gegevens van de landbouwpachtovereenkomst of de mijnconcessie of -vergunning of de vergunning voor een waterkrachtcentrale en/of de verwijderingsvergunning met de gegevens van de betalingsbewijzen en/of betalingsschema’s om te verifiëren of de FSO voldoet aan regel 1 van punt 3.3.3;

   de Internal Audit Unit van de GFC vergelijkt de gegevens van het FMD Tag Issuance Register en de verwijderingsvergunning met de gegevens van het FMD Tags Returned Register om te verifiëren of de FSO voldoet aan regel 3 van punt 3.3.3.


Op basis van bovenstaande verificaties vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in, waarin informatie over de naleving is opgenomen, en stuurt het dit verslag naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.

   Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden

De FMD beoordeelt en verifieert de naleving van de in punt 3.3.2 uiteengezette tijdens de kap geldende eisen door middel van verschillende niveaus van verificaties ter plaatse en gegevensverificatie.

A.    Inspecties ter plaatse

A.1    Monitoring van kapactiviteiten

De veldmedewerkers van de FMD beoordelen de naleving door de FSO van de in punt 3.3.2 vermelde regels 2 en 5 door middel van routinematige inspecties ter plaatse en vullen een inspectieverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.


A.2    Verificatie ter plaatse van de opgegeven informatie voor gekapte stammen

De veldmedewerkers van de FMD inspecteren de houtproducten om de naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 5 en 7 te beoordelen en de gegevens in de verklaring van verwijdering van particulier eigendom te valideren. De veldmedewerkers van de FMD vullen een dagelijks monitoringverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.

A.3    Inspecties na de kap

De veldmedewerkers van de FMD inspecteren de locatie en de gegevens van stronken en vullen een veldgegevensformulier in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 2, 5, 6 en 7.

De veldmedewerkers van de FMD dienen de inspectie- en dagelijkse monitoringverslagen en het veldgegevensformulier in bij het hoofdkantoor van de FMD voor verdere verificatie door middel van gegevensvergelijking.


B.    Gegevensverificatie

B.1    Verificatie van de herkomst van hout en de juistheid van de opgegeven informatie door afstemming tussen de informatie over de stronken en de stammen:

   het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van de verklaring van verwijdering van particulier eigendom met de gegevens van het inspectieverslag, het dagelijkse monitoringverslag en het veldgegevensformulier om de herkomst van het hout en de naleving van de in punt 3.3.2 vermelde regels 2, 5 en 7 te verifiëren.

B.2    Het hoofdkantoor van de GFC verifieert de naleving van de fiscale verplichtingen en de verplichtingen inzake het gebruik van labels:

   de Internal Audit Unit van de GFC vergelijkt de gegevens in het FMD Tag Issuance Register en de verklaring van verwijdering van particulier eigendom met de gegevens in het FMD Tags Returned Register om te verifiëren of de FSO voldoet aan regel 3 van punt 3.3.3.


Op basis van de bovenstaande verificaties vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in en stuurt het dit verslag samen met de in punt 3.4.4.3 genoemde verslagen en formulieren naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.

3.4.4.4    Verificatie van naleving van het vervoer

De FMD verifieert de naleving van de in punt 3.3.4 uiteengezette vervoersvoorschriften door middel van verschillende niveaus van verificaties ter plaatse en gegevensverificatie. De FMD beoordeelt de herkomst van het hout aan de hand van de verificatie van het document van herkomst.

A.    Inspecties ter plaatse

A.1    Monitoring van vervoersactiviteiten

De FMD inspecteert vervoerd hout door middel van routinematige inspecties om de houtbron en naleving door de FSO van de in punt 3.3.4 genoemde regels 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 of 10 en 8 (afhankelijk van de situatie) te beoordelen en vult een maandelijks verslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.


De medewerkers van de FMD dienen het maandelijks verslag in bij het hoofdkantoor van de FMD voor verdere verificatie door middel van gegevensvergelijking.

B.    Gegevensverificatie

B.1    Verificatie van de opgegeven informatie over de vervoerde houtproducten:

het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van de in punt 3.3.4 genoemde vervoersdocumenten met de gegevens van het maandelijks verslag om de naleving van de in punt 3.3.4 genoemde regels 8 en 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 of 10 (afhankelijk van de situatie) te beoordelen.

Op basis van bovenstaande verificaties vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in en stuurt het dit verslag samen met het maandelijks verslag naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.



3.4.4.5    Verificatie van naleving voor verwerkingsinstallaties

De FMD is verantwoordelijk voor de verificatie en afstemming van gegevens en informatie over de houtstand en de stapelplaatsen voor stamhout, en tussen de input van stammen en de verwerkte output in verwerkingsinstallaties (houtzagerijen of houtstapelplaatsen). Maandelijks zal de FMD de input en output van houtproducten controleren en afstemmen door het volume houtproducten dat de houtzagerij of houtstapelplaats binnenkomt en het volume dat door de installatie wordt verwerkt (output), te vergelijken. De FMD zal de werkelijke input en output van de verwerkingsactiviteiten op basis van de soorten en het volume houtproducten die de installatie binnenkomen en daar worden verwerkt, en het terugwinningspercentage van de verwerking onderzoeken om ervoor te zorgen dat geen enkel niet-aangegeven houtproduct de installatie binnenkomt. Dit waarborgt dat de FSO alleen aangegeven houtproducten verwerkt die vóór het binnenkomen in de installatie zijn geïnspecteerd.

De FMD verifieert de naleving van de in punt 3.3.5 uiteengezette verwerkingsvoorschriften door middel van verschillende niveaus van verificaties ter plaatse en gegevensverificatie.

A.    Inspecties en verificatie ter plaatse

A.1    Monitoring en verificatie van de bron en de juistheid van aangiften van houtproducten die de houtzagerij of houtstapelplaats binnenkomen


De veldmedewerkers van de FMD beoordelen de naleving door de FSO van de regels 1 en 2 (zie punt 3.3.5) door de gegevens van het register van de houtzagerij/houtstapelplaats betreffende ontvangen/aangekochte/geleverde producten te vergelijken met de fysieke inspectie van het houtproduct dat de houtzagerij of houtstapelplaats binnenkomt, en vullen een dagelijks monitoringverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.

De veldmedewerkers van de FMD dienen het dagelijkse monitoringverslag in bij het hoofdkantoor van de FMD voor verdere verificatie door middel van gegevensvergelijking.

B.    Gegevensverificatie

B.1    Verificatie van de juistheid van de opgegeven informatie door middel van afstemming:

   het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens in het register van de houtzagerij/houtstapelplaats betreffende ontvangen/aangekochte/geleverde producten met de gegevens van het dagelijkse monitoringverslag om te verifiëren of aan de in punt 3.3.5 vermelde regels 1, 2 en 5 is voldaan.


Het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van het aangifteformulier 32 met de gegevens van het dagelijkse monitoringverslag om te verifiëren of aan de in punt 3.3.5 vermelde regels 1, 3 of 4 en 5 is voldaan en om het terugwinningspercentage van de verwerking te monitoren om ervoor te zorgen dat er geen niet-aangegeven houtproducten in de houtzagerij of houtstapelplaats worden verwerkt. Op basis van bovenstaande verificaties vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in en stuurt het dit verslag samen met alle in punt 3.4.4.5 genoemde verslagen naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.

3.4.4.6    Verificatie van naleving voor de verkoop van houtproducten op de binnenlandse markt 33

De FMD verifieert of alle houtproducten die na verwerking worden verkocht in overeenstemming zijn door middel van verificatie van de in punt 3.4.4.5 beschreven verwerkingsactiviteiten.


Daarnaast voert het hoofdkantoor van de FMD de volgende gegevensverificatie uit om de houtbronnen te verifiëren:

   het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van de formulieren inzake de verkoop van houtproducten met de gegevens van de relevante aangifteformulieren 34 en met de gegevens van de registers van de houtzagerij/houtstapelplaats betreffende ontvangen/aangekochte/geleverde producten om te verifiëren of aan de in punt 3.3.6 vermelde regels 1, 2, 3 en 4 is voldaan en om te verifiëren of er geen niet-aangegeven houtproducten worden verkocht;

   het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van de formulieren inzake de verkoop van houtproducten met de gegevens van de verkoopfactuur om te verifiëren of is voldaan aan de in punt 3.3.6 genoemde regels 1, 2, 3 en 4 en om te verifiëren of er geen niet-aangegeven houtproducten worden verkocht (van toepassing op de FSO die een natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit is die alleen een vergunning heeft om houtproducten te kopen en te verkopen).

Op basis van bovenstaande verificaties vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in en stuurt het dit verslag samen met alle formulieren en het register, waarin informatie over de naleving is opgenomen, naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.


   Grote of kleine concessies, herbestemde staatsgronden, Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden

De FMD verifieert of alle houtproducten die na verwerking worden verkocht in overeenstemming zijn door middel van verificatie van de in de punten 3.4.4.1 en 3.4.4.2 beschreven activiteiten vóór de kap en tijdens de kap.

Daarnaast voert het hoofdkantoor van de FMD de volgende gegevensverificatie uit om de houtbronnen te verifiëren:

   het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van het formulier inzake de verkoop van houtproducten met de gegevens van de vervoersdocumenten om te beoordelen of aan de in punt 3.3.6 genoemde regels 1, 2, 3 en 4 is voldaan en om te verifiëren of er geen niet-aangegeven houtproducten worden verkocht.

Op basis van bovenstaande verificatie vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in en stuurt het dit verslag samen met het formulier inzake de verkoop van houtproducten naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.



3.4.4.7    Verificatie van naleving van de uitvoervoorschriften

Er zijn twee verschillende opeenvolgende verificatieprocedures voordat een Flegt-vergunning en een uitvoercertificaat worden afgegeven: de graderingsinspectie door de GFC en eindcontroles van de TLTU. Bijlage IV bevat de eisen voor de verlening van Flegt-vergunningen en deze eisen zullen voortbouwen op deze verificatieprocedures.

De FMD verifieert de naleving van de in punt 3.3.7 uiteengezette eisen door middel van verschillende niveaus van verificaties ter plaatse en gegevensverificatie.

A.    Inspecties ter plaatse


A.1    Inspectie door de GFC

Nadat de FSO een aanvraag voor uitvoer van bosbouwproducten met alle bijbehorende formulieren en documenten heeft ingediend, inspecteren de veldmedewerkers van de FMD de houtproducten door ze te kuberen en te graderen om te beoordelen of aan de in punt 3.3.7 genoemde regels 1, 2 en 3 is voldaan. Als de graderingsinspecteur van de GFC van oordeel is dat er geen gevallen van niet-naleving zijn, brengt hij/zij na de gradering een “goedkeuringsmerk” aan op het houtproduct en vult hij/zij de aanvraag voor een certificaat voor het in de handel brengen van hout in voordat het aan de FSO wordt geretourneerd. De FSO dient de aanvraag voor een certificaat voor het in de handel brengen van hout opnieuw in bij het hoofdkantoor van de FMD voor verdere verificatie door middel van gegevensvergelijking (zie B.1 hieronder).


B.    Gegevensverificatie

B.1    Verificatie van de opgegeven informatie en de bron van het houtproduct

B.1.a    Het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens van de aanvraag voor een certificaat voor het in de handel brengen van hout met de gegevens van de aanvraag voor de uitvoer van bosbouwproducten, de aanvraag voor een uitvoercertificaat en het ESAD in het ASYCUDA om de houtbron en de naleving van de in punt 3.3.7 genoemde regels 1, 2, 3, 4, 5 en 6 te verifiëren.

De FMD dient vervolgens een verificatieverslag in bij de MISU met het oog op archivering in de CID. Zodra de FSO wordt geacht in overeenstemming te zijn, dient de FMD eveneens een uitvoerverzoekformulier in bij de TLTU.


B.1.b    Verificatie van naleving van het GTLAS om de verlening van een Flegt-vergunning te onderbouwen:

Aan de hand van de nalevingsinformatie die door de MISU in de CID is gearchiveerd tijdens de geconsolideerde verificatie (zie punt 3.6) controleert de TLTU de nalevingsinformatie van de FSO om ervoor te zorgen dat de FSO aan alle relevante indicatoren voldoet en indien dat het geval is, geeft zij een uitvoercertificaat (en een Flegt-vergunning voor de markten van de Unie) af aan de FSO. De FSO dient vervolgens het uitvoercertificaat en alle benodigde documenten in bij de CETO.

B.2    Het hoofdkantoor van de GFC verifieert de naleving van de fiscale verplichtingen:

   de Internal Audit Unit van de GFC vergelijkt de gegevens in de factuur voor de zending met de gegevens op betalingsbewijs om te verifiëren of de FSO voldoet aan regel 7 van punt 3.3.7.

Op basis van bovenstaande verificaties verstrekt het hoofdkantoor van de FMD alle in punt 3.4.4.7 genoemde formulieren aan de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO in de CID.


C.    Inspecties ter plaatse

C.1    Inspectie van de zending door de CETO

De CETO voert aanvullende controles uit om ervoor te zorgen dat de zending houtproducten overeenkomt met de informatie op het uitvoercertificaat, waarna de CETO de vrijgave van het houtproduct voor uitvoer goedkeurt.

In geval van discrepanties tussen de inhoud van het ESAD in het ASYCUDA en de Flegt-vergunning zal de CETO dit meedelen aan de TLTU, die passende maatregelen zal nemen die tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS zullen worden bepaald.

3.4.4.8    Verificatie van ingevoerde houtproducten

De NPPO zal in samenwerking met de GFC en de CETO systematisch controles uitvoeren op ingevoerde houtproducten aan de hand van de volgende documenten:

   verslag van zorgvuldig onderzoek van de FSO; of

   geldige Flegt-vergunning; of

   geldige Cites-vergunning.


De FMD zal in samenwerking met de NPPO en de CETO de naleving van de in punt 3.3.8 uiteengezette eisen verifiëren door middel van verschillende niveaus van verificaties ter plaatse en gegevensverificatie.

De CETO en de GFC zullen nauw samenwerken bij het toezicht op en de controle van de invoer van hout om erop toe te zien dat alle ingevoerde houtproducten legaal zijn. De GFC zal een procedurehandboek voor de controle van ingevoerde houtproducten opstellen tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS. Dit handboek zal de zorgvuldigheidsbeginselen bevatten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die houtproducten op de markt brengen (EU-houtverordening).

A.    Gegevensverificatie van de invoeraanvraag

A.1    De NPPO, de GFC en de CETO hebben de documentencontroles gecoördineerd:

   de NPPO, de GFC (FMD) en de CETO beoordelen de naleving door de FSO van de in punt 3.3.8 genoemde regels 1, 3, 4 en 5, het risico van onwettigheid, en bevestigen de legale herkomst van de in te voeren houtproducten door middel van documentencontroles. De NPPO vult een verificatieverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.


Zodra de FSO wordt geacht in overeenstemming te zijn met de voorschriften, zal de NPPO een invoervergunning afgeven. Op basis daarvan zal de CETO de op de invoervergunning vermelde houtproducten vrijgeven na de verificatie door de CETO en de FMD (B).

Op basis van bovenstaande verificaties zal de NPPO het in punt 3.4.4.8 genoemde verificatieverslag aan de MISU verstrekken met het oog op verdere verificatie door middel van gegevensvergelijking.

B.    Inspectie en verificatie ter plaatse

B.1    Inspectie van zendingen door de CETO en de GFC (FMD)

De CETO en de veldmedewerkers van de FMD kunnen op basis van de resultaten van bovengenoemde verificaties en op basis van een risicobeoordeling aanvullende fysieke inspecties uitvoeren om te beoordelen of de FSO voldoet aan de in punt 3.3.8 vermelde regel 2. Bij de fysieke inspectie van houtproducten wordt beoordeeld of zij overeenstemmen met de aanvraag voor een invoervergunning. De CETO vult vervolgens een verificatieverslag in met opgave van alle mogelijke gevallen van niet-naleving.


C.    Gegevensverificatie

C.1    Verificatie van de bron van de houtproducten door middel van afstemming

Het hoofdkantoor van de FMD vergelijkt de gegevens in het verificatieverslag met de gegevens van de invoerdocumenten van de FSO om de naleving van de in punt 3.3.8 vermelde regels 1 en 2 te verifiëren.

Op basis van bovenstaande verificaties vult het hoofdkantoor van de FMD een verslag van documentencontrole in en stuurt het dit verslag samen met de in punt 3.4.4.8 genoemde formulieren en verslagen naar de MISU met het oog op archivering in het elektronische gegevensbestand van de FSO.


3.5    Beheer van niet-naleving

Een centrale functie van het GTLAS is het opsporen en aanpakken van gevallen van niet-naleving, wat vaak wordt aangeduid als beheer van niet-naleving. Het GTLAS vervult deze rol met betrekking tot alle door de definitie van wettigheid gereguleerde activiteiten op basis van alle onderliggende wetgevende en regelgevende voorschriften. Daarnaast wordt tijdens de onafhankelijke audit beoordeeld of het GTLAS aan de gestelde doelen en procedures voldoet. Het GTLAS waarborgt dat in geval van niet-naleving, waaronder de niet-naleving van de voorwaarden van het contract, verdere stappen worden ondernomen uit hoofde van de wettelijke verplichtingen. Als het nationale rechtskader niet in dergelijke stappen voorziet, definieert het GTLAS deze aanvullende stappen en stelt het bijbehorende administratieve alsmede operationele sancties vast. Tijdens de uitvoeringsfase zullen mechanismen voor het identificeren en aanpakken van nalevingsrisico’s in alle GTLAS-elementen worden geïntegreerd, onder meer door de ontwikkeling van het GTLAS-procedurehandboek voor verificatie, voor zover dat nodig is ter aanvulling van de bestaande voorschriften. Het GTLAS zal ook systematische procedures bevatten voor het beheer van niet-naleving.

Het beheer van niet-naleving door middel van het GTLAS zal systematisch en in overeenstemming met de wetgevende en regelgevende voorschriften plaatsvinden. Het zal de beginselen van transparantie en verantwoordingsplicht ondersteunen en er onder meer voor zorgen dat alle gevallen van niet-naleving die tijdens de uitvoering van het GTLAS worden ontdekt, door de MISU elektronisch in de CID worden geregistreerd.


De gegevens zullen worden samengesteld, geanalyseerd en gedeeld met de handhavingsautoriteiten. Een samenvattend verslag zal halfjaarlijks openbaar worden gemaakt om de verantwoordingsplicht te bevorderen en de handhaving te versterken. Wanneer een in het GTLAS geconstateerde niet-naleving leidt tot de inbeslagneming van hout, wordt de in punt 3.3.10 beschreven procedure voor de inbeslagneming van hout ingeleid.

3.6    Geconsolideerde verificatie

De geconsolideerde verificatie wordt uitgevoerd door de MISU om ervoor te zorgen dat de FSO voldoet aan alle indicatoren van de definitie van wettigheid. De MISU archiveert alle nalevingsinformatie die zij van de FRMD, de Finance Division en de FMD van de GFC, en van andere ministeries en/of overheidsinstanties ontvangt in het elektronische gegevensbestand van de FSO. De procedures voor en de frequentie van de geconsolideerde verificatie voor elke indicator, alsmede de protocollen voor de uitwisseling van informatie tussen de MISU en de andere ministeries en/of Procedures (procedurehandboek van de FMD) overheidsinstanties, zullen tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS worden vastgesteld in een GTLAS-procedurehandboek voor verificatie.

Op basis van de informatie die aan de MISU wordt verstrekt door de ministeries en/of overheidsinstanties die betrokken zijn bij de verificatie in het kader van het GTLAS, zal de MISU in het elektronische gegevensbestand van de FSO de rubriek voor niet-nalevingen in de CID bijwerken. De MISU geeft ook follow-up aan alle gevallen van niet-naleving die verband houden met de indicatoren die door de ministeries en/of de overheidsinstanties zijn vastgesteld en geregistreerd in de rubriek voor niet-nalevingen in de CID om ervoor te zorgen dat deze tijdig worden aangepakt. Via de CID zal de TLTU alle gegevens over de naleving door de FSO’s van de vereisten van het GTLAS raadplegen om haar besluiten over Flegt-vergunningen te onderbouwen.


3.7    Verzameling en beheer van gegevens en informatie

In onderstaande figuur 1 wordt de stroom van gegevens- en informatiebeheer en verificatieprocedures binnen het GTLAS weergegeven met betrekking tot de binnenlandse en internationale handel in houtproducten.

Er wordt getoond hoe gegevens en informatie worden verzameld met behulp van de procedures in het WTS om de activiteiten en werkzaamheden van de FSO’s te reguleren en om de naleving van het bestaande nationale rechtskader te waarborgen.

Indiening van informatie 

LEGENDA

Figuur 1: gegevens- en informatiestroom binnen het GTLAS

LEGENDA

   De exploitant uit de bosbouwsector (FSO) dient de relevante documenten in bij de ministeries en/of overheidsinstanties om te voldoen aan de relevante indicatoren in de definitie van wettigheid.

   De Guyana Forestry Commission (GFC) en andere ministeries en/of overheidsinstanties verifiëren de naleving van de indicatoren door FSO aan de hand van gegevens en informatie die door de FSO zijn verstrekt en tijdens inspecties zijn verzameld. Deze gegevens en informatie worden vervolgens doorgestuurd naar de Management Information System Unit (MISU) om te worden opgenomen in het elektronische gegevensbestand van de FSO in de centrale informatiedatabank (CID).

   De GFC beheert het Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (GTLAS), dat het houttraceringssysteem (WTS) omvat, en verifieert de naleving van de FSO door middel van de werkzaamheden van de hierna genoemde eenheden/afdelingen.

   De Forest Resource Management Division (FRMD) verzamelt informatie over de wettelijke status van de FSO voor alle onder bijlage I vallende bronnen van houtproducten bij de FSO en de betrokken ministeries en/of overheidsinstanties. De FRMD stuurt deze informatie vervolgens door naar de MISU met het oog op opname in het elektronische gegevensbestand van de FSO in de CID. De FRMD stelt voorts de Forest Monitoring Division (FMD) in kennis van de goedkeuring van de FSO om met de kap te beginnen en om de traceerlabels en vervoersdocumenten te krijgen. De FRMD stuurt ook informatie door naar de Finance Division over de betaling van beheervergoedingen, -kosten en -heffingen.


   De FMD verzamelt informatie over alle kritische controlepunten van het WTS door middel van inspecties ter plaatse en administratieve verificaties. De FMD ontvangt ook relevante informatie van de bij het GTLAS betrokken FSO’s en stuurt deze informatie door naar de MISU. De FMD stuurt tevens informatie door naar de Finance Division over de betaling van beheervergoedingen, -kosten en -heffingen. De FMD heeft verder de verantwoordelijkheid om houtproducten die op de binnenlandse markt worden verkocht goed te keuren op basis van de naleving van de GTLAS-vereisten door de FSO.

   De Finance Division ontvangt van alle andere afdelingen van de GFC gegevens en informatie over de financiële verplichtingen van de FSO. Alle informatie die de Finance Division ontvangt, wordt doorgestuurd naar de MISU met het oog op opname in het elektronische gegevensbestand van de FSO in de CID.

   De MISU is verantwoordelijk voor het algemene beheer van de CID. De MISU ontvangt van alle andere afdelingen van de GFC en de ministeries en/of overheidsinstanties gegevens en informatie over de naleving van de GTLAS-vereisten door de FSO, en verifieert deze gegevens en informatie. De MISU archiveert deze informatie in het elektronische gegevensbestand van de FSO in de CID.

   De Internal Audit Unit (IAU) verricht kwaliteitscontroles van de GTLAS-gegevens en -informatie die door de andere afdelingen van de GFC worden verzameld. Op verzoek brengt de IAU ook verslag uit aan de onafhankelijke auditor over de werking van het GTLAS in het kader van de activiteiten van de GFC. De informatie die tijdens de audit wordt verzameld, wordt ook doorgestuurd naar de MISU met het oog op archivering in de CID.


   De Timber Legality and Trade Unit (TLTU) is de Flegt-vergunningverlenende autoriteit van Guyana. De TLTU consulteert de CID om te bepalen of de FSO alle wettelijke vereisten van het GTLAS naleeft voordat zij het uitvoercertificaat en de Flegt-vergunning afgeeft. De TLTU stuurt informatie met betrekking tot de afgifte van een Flegt-vergunning en een uitvoercertificaat door naar de MISU met het oog op archivering in de CID. Zodra de FSO wordt geacht in overeenstemming met het GTLAS te zijn, worden de houtproducten op basis van de informatie in de CID toegelaten tot de uitvoermarkt.

   Klachten van FSO’s en het publiek worden door het klachtenmechanisme ontvangen, gearchiveerd en behandeld via drie kanalen: ministeries en/of overheidsinstanties, de onafhankelijke auditor of het gemengd comité. Deze informatie wordt vervolgens doorgestuurd naar de MISU met het oog op archivering in het Complaints Register (klachtenregister).

   De onafhankelijke auditor beoordeelt de werking, de doeltreffendheid en de geloofwaardigheid van het GTLAS aan de hand van het toepasselijke rechtskader. De onafhankelijke auditor verzamelt informatie uit documentencontroles, controles ter plaatse, onderzoeken en interviews met relevante belanghebbenden. De onafhankelijke auditor heeft ook toegang tot de informatie die verstrekt wordt door het GFC en de informatie die in het bezit is van andere ministeries en overheidsinstanties die bij het GTLAS betrokken zijn. De onafhankelijke auditor stuurt het auditverslag ter beoordeling door naar het gemengd comité voor toezicht en toetsing.


   Het gemengd comité voor toezicht en toetsing is een bilateraal mechanisme (Guyana-de Unie) dat toezicht zal houden op de uitvoeringsfase van het GTLAS en de vergunningverleningsfase van deze overeenkomst. Het gemengd comité evalueert het van de onafhankelijke auditor ontvangen samenvattende verslag en keurt de publicatie ervan goed. Het gemengd comité ontvangt ook informatie via het klachtenmechanisme. Het bevordert tevens de dialoog en de uitwisseling van informatie tussen de partijen.

3.8    Flegt-vergunningensysteem

Voor elke uitvoerzending houtproducten die in bijlage I bij deze overeenkomst zijn vermeld, die wordt uitgevoerd naar de markten van de Unie, moeten Flegt-vergunningen worden verleend, mits de zending en de exporteur aan alle vereisten van het GTLAS hebben voldaan.

De Flegt-vergunningen worden vóór de definitieve uitklaring door de CETO aan de FSO afgegeven.

In de uitvoeringsfase van het GTLAS zal een gedetailleerde procedure voor het beheer en de afgifte van Flegt-vergunningen worden ontwikkeld, die zal worden opgenomen in het procedurehandboek van de FMD in het hoofdstuk over uitvoerprocedures en die op de volgende elementen geschraagd zal zijn:

Documenten

   Een Cites-vergunning is vereist als de zending soorten bevat die op de Cites-lijst staan.


   De vereiste documenten voor de uitvoer van hout en de stappen langs elektronische weg of op papier voor het aanvragen van een uitvoercertificaat en een Flegt-vergunning zullen duidelijk worden uiteengezet en openbaar worden gemaakt voordat het Flegt-vergunningensysteem operationeel wordt.

   De procedures voor de controle van de samenhang tussen het ESAD in het ASYCUDA en de Flegt-vergunning zullen worden beschreven.

Verificatie

   Het doel van de verificatie, alsmede de frequentie en de intensiteit ervan, zullen duidelijk worden beschreven.

Gradering

   De graderingsvereisten die vóór de uitvoer van hout gelden, zullen worden vastgesteld.

TLTU en FSO

   De termijn waarbinnen de TLTU moet reageren op de status en op het resultaat van een aanvraag wordt duidelijk gespecificeerd.

   De stappen voor het behandelen van klachten over de werkzaamheden van de TLTU zullen duidelijk worden uiteengezet.


   De stappen voor de verwerking van aanvragen voor de uitvoer van hout door de TLTU zullen duidelijk worden beschreven. Dit omvat de registratie van aanvragen, de controle van de volledigheid en juistheid van de informatie, de interactie met de exporteur en de MISU, de communicatie met de bevoegde autoriteiten en de archivering van de informatie.

   De periodieke verslagen die door de TLTU moeten worden opgesteld over de Flegt-vergunningen die ter beoordeling aan het gemengd comité worden voorgelegd, zullen worden beschreven.

CETO

   De rol en functie van de CETO in het uitvoerproces zullen duidelijk worden gedefinieerd.

   De stappen die moeten worden ondernomen in geval van discrepanties tussen het ESAD in het ASYCUDA en de Flegt-vergunning zullen duidelijk worden uiteengezet, met inbegrip van de interactie tussen de CETO, de TLTU en de MISU, alsmede het informatiebeheer in de CID.

De details van het Flegt-vergunningensysteem zijn uiteengezet in bijlage IV bij deze overeenkomst, samen met het model en de verplichte informatie die in de Flegt-vergunning zijn opgenomen.


3.9    Onafhankelijke audit

De onafhankelijke audit heeft tot doel te beoordelen of het GTLAS doeltreffend, adequaat en geloofwaardig functioneert. Voorts wordt beoogd potentiële zwakke punten en risico’s in de structuren en de uitvoering van het systeem op te sporen. Het mandaat voor de onafhankelijke audit, waaronder de taken, de vereiste kwalificaties en de methode, is uiteengezet in bijlage VI bij deze overeenkomst.

3.10    Klachtenmechanisme voor het GTLAS

Via het klachtenmechanisme worden klachten en geschillen over de werking van het GTLAS behandeld. In het kader van het GTLAS zal het klachtenmechanisme worden ondersteund door middel van drie kanalen: ministeries en/of overheidsinstanties, de onafhankelijke auditor of het gemengd comité. De gedetailleerde procedures voor het klachten- en geschillenmechanisme voor elk kanaal zullen tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS worden ontwikkeld en openbaar worden gemaakt.

3.10.1    Ministeries en/of overheidsinstanties

Het klachtenmechanisme voor de ministeries en overheidsinstanties die bij het GTLAS betrokken zijn, zal voortbouwen op bestaande systemen, die tijdens de ontwikkeling van het GTLAS zullen worden beoordeeld en zo nodig worden aangepast. Het klachtenmechanisme binnen elk ministerie en elke overheidsinstantie zal gebaseerd zijn op de volgende beginselen:

   het moet duidelijk, transparant en eenvoudig te volgen zijn;


   het moet op grote schaal bekend zijn gemaakt, met instructies over hoe en waar men een klacht kan indienen;

   het moet via elektronische weg of op papier ingediende klachten behandelen;

   het moet voldoende responsief zijn om ervoor te zorgen dat klachten adequaat worden onderzocht en behandeld;

   het moet door middel van interne audits van elk ministerie en elke overheidsinstantie waarborgen dat klachten tijdig en adequaat worden behandeld;

   het moet klagers in staat stellen in beroep te gaan tegen beslissingen;

   het moet klachten van zowel natuurlijke personen als rechtspersonen behandelen;

   het moet ervoor zorgen dat de klachtenformulieren gebruiksvriendelijk zijn en er rekening mee houden dat mogelijk niet alle klagers geletterd zijn.

Elk ministerie en elke overheidsinstantie zal regelmatig een samenvatting van de ontvangen klachten over de uitvoering en de werking van het GTLAS aan de GFC verstrekken. Deze samenvatting bevat het aantal ontvangen klachten, de soorten klachten en hun status. De GFC zal die informatie in een elektronisch klachtenregister in de CID bijhouden. De onafhankelijke auditor zal toegang hebben tot informatie in het elektronische klachtenregister.


3.10.2    Onafhankelijke audit

In het kader van de onafhankelijke audit wordt een specifiek mechanisme opgezet om klachten of bezwaren van belanghebbenden op transparante wijze te behandelen. In de te ontwikkelen procedures zal de onafhankelijke auditor alle klachten delen met de GFC — met het oog op opneming in het klachtenregister — en met het gemengd comité.

De procedures die voor het klachtenmechanisme zijn ontwikkeld in het kader van de onafhankelijke audit (bijlage VI) zullen voldoen aan de beginselen van onafhankelijkheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, transparantie en tijdigheid.

3.10.3    Gemengd comité

Het gemengd comité is verantwoordelijk voor de behandeling van klachten over de werking en de uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem op het grondgebied van beide partijen. Het zal ook verantwoordelijk zijn voor de behandeling van klachten in verband met de door de onafhankelijke auditor uitgevoerde werkzaamheden en zal overeenstemming bereiken over welke passende maatregelen moeten worden genomen. De procedures die voor dit klachtenmechanisme zijn ontwikkeld binnen het gemengd comité zullen voldoen aan de beginselen van onafhankelijkheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, transparantie en tijdigheid.


3.11    Toezicht op de uitvoering van het GTLAS

De partijen richten een gemengd comité op om het beheer van, het toezicht op en de toetsing van deze overeenkomst te vergemakkelijken in overeenstemming met artikel 20. De algemene functie van het gemengd comité bij het beheer van, het toezicht op en de toetsing van deze overeenkomst en de specifieke functies ervan in verband met het GTLAS staan beschreven in bijlage X.

Guyana en de Unie zullen in voorkomend geval subcomités onder het gemengd comité oprichten om specifieke gebieden in verband met de uitvoering van de overeenkomst te behandelen. De subcomités stellen verslagen op over de gebieden waarvoor zij verantwoordelijk zijn, met inbegrip van aanbevelingen aan het gemengd comité met het oog op evaluatie en passende maatregelen.

Voorafgaand aan de Flegt-vergunningverlening zal een gezamenlijke onafhankelijke technische evaluatie van het GTLAS worden uitgevoerd. Bij deze gezamenlijke technische evaluatie zal de systeembeschrijving worden geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor eventuele wijzigingen die in de overeenkomst zijn aangebracht na de ratificatie ervan. Bij deze evaluatie wordt ook het hele systeem beoordeeld om te bepalen of er al dan niet adequate mechanismen zijn ingevoerd om te waarborgen dat het GTLAS zijn beoogde functies vervult. De criteria voor deze evaluatie worden beschreven in bijlage VIII.


4    VERBETERING VAN SYSTEMEN TER ONDERSTEUNING VAN DE UITVOERING VAN HET GTLAS

Het GTLAS zal worden ontwikkeld op basis van de bestaande elementen ervan, die tijdens de uitvoeringsfase als volgt zullen worden verbeterd:

a)    Procedure voor de toewijzing van bossen:

   identificatie en aanpak van lacunes en van bestaande en potentiële conflictgebieden in het kader van de toewijzing van grond;

   versterking van de mechanismen voor het delen van informatie teneinde de samenwerking met de voor de toewijzing van grond verantwoordelijke overheidsinstanties te verbeteren.

b)    Definitie van wettigheid:

   identificatie en aanpak van lacunes in het huidige rechtskader.

c)    Eisen van het WTS:

   upgrade van de CID voor de archivering en analyse van de door het GTLAS gegenereerde gegevens; dit omvat elektronische gegevensbestanden voor individuele FSO’s in de CID voor de archivering van nalevingsgegevens en -informatie van elke FSO;

   upgrade van het WTS om belanghebbenden toegang te geven via een portaal met één loket, terwijl de communicatietechnologieën worden verbeterd ten behoeve van een betrouwbare en veilige overdracht en uitwisseling van gegevens en informatie binnen de GFC.


d)    Verificatie van de naleving van de vereisten inzake de toewijzing van concessies, de definitie van wettigheid en de eisen van het WTS:

   verbetering van de controle-, verificatie- en validatieprocedures, onder meer door degelijke routinematige en willekeurige inspecties door de GFC en de andere ministeries en/of overheidsinstanties te organiseren;

   coördinatie tussen overheidsinstanties van de activiteiten op het gebied van wettigheidsverificatie teneinde de elektronische gegevensbestanden van de FSO’s en de verificatieactiviteiten met informatie te onderbouwen;

   verbetering en ontwikkeling van systemen om gevallen van niet-naleving te identificeren, te registreren en te beheren;

   ontwikkeling van procedures voor de controle op de naleving van de voorschriften voor ingevoerd hout;

   ontwikkeling van een GTLAS-procedurehandboek voor verificatie waarin de verificatietaken (routinematige en geconsolideerde verificatie in de toeleveringsketen) van de afdelingen van de GFC en alle andere bij het GTLAS betrokken ministeries en/of overheidsinstanties in detail worden beschreven;

   ontwikkeling van criteria en procedures tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS om te beoordelen of de traditionele rechten van de Amerindiaanse volken niet worden belemmerd.


e)    Flegt-vergunningensysteem:

   invoering van een Flegt-vergunningensysteem voor alle houtuitvoer naar de Unie;

   oprichting van een nieuwe entiteit, de TLTU binnen de GFC, die verantwoordelijk is voor de afgifte van Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten.

f)    Onafhankelijke audit:

   periodieke audits door een overeengekomen onafhankelijke derde partij om de geloofwaardigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van het GTLAS te beoordelen en te verbeteren.

g)    Klachtenmechanisme:

   ontwikkeling van procedures voor het ontvangen en behandelen van klachten en het beslechten van geschillen met betrekking tot de uitvoering en de werking van het GTLAS.

h)    Toezicht op de uitvoering van het GTLAS:

   oprichting van interne uitvoeringsorganisaties voor de coördinatie van en het toezicht op de voortgang van de uitvoering van de overeenkomst;

   oprichting van een gemengd comité voor de partijen om de overeenkomst uit te voeren.


i)    Andere essentiële verbeteringen:

   verbetering van de openbare toegang tot en uitwisseling van informatie over de bosbouwsector, in het bijzonder met betrekking tot het GTLAS, zoals vereist in bijlage IX;

   ontwikkeling van informatie- en communicatietechnologie om een uitwisseling in bijna-realtime van gegevens en informatie tussen FSO’s, ministeries en/of overheidsinstanties mogelijk te maken;

   capaciteitsopbouwprogramma’s voor het personeel van de bij het GTLAS betrokken ministeries en/of overheidsinstanties;

   geleidelijke invoering van de nieuwe inkomstenstructuur van de GFC, met inbegrip van de invoering van een waarde op stam;

   geleidelijke overgang van een op papier gebaseerd naar een elektronisch ondersteuningssysteem.

5    AANHANGSEL

Samenvatting van de kritische controlepunten in de toeleveringsketen en de documenten en bewijzen tot staving van wettigheid

De onderstaande tabel is gebaseerd op de bestaande procedures die zijn beschreven in de WTS Guidelines en het procedurehandboek van de FMD, die beide zullen worden bijgewerkt tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS (zie bijlage II voor de lijst met richtsnoeren).

Productidentificatie

Aangifte van gegevens

Gegevensverificatie

Activiteit en verantwoordelijkheid

Aan te geven gegevens

Validering

Afstemming

Methode

Wie geeft wat aan, en hoe?

Welke gegevens?

Welke gegevensreeksen worden vergeleken?

Welke gegevensreeksen worden vergeleken?

Vóór de kap (identificatiepunt van bomen die in de toeleveringsketen mogen worden gebracht) — zie de punten 3.3.1, 3.3.2 en 3.4.4.2

Elke boom wordt geïdentificeerd door een uniek inventarisnummer met behulp van de labels van de FSO voor boominventarisatie.

De FSO vult het verslag inzake de inventarisatie vóór de kap in en dient het samen met het bosbeheerplan en het jaarlijkse exploitatieplan in bij het hoofdkantoor van de GFC.

Vóór de kap wordt relevante informatie met betrekking tot het houtproduct gespecificeerd in een verslag inzake de inventarisatie vóór de kap, dat ook een kaart van de houtstand bevat.

De opgegeven informatie omvat:

   identificatienummer

   soort

   diameter

   locatie (rooster/gps)

   bloknummer

Verificatie van de juistheid van de in het verslag van de FSO inzake de inventarisatie vóór de kap aangegeven inventarisgegevens door vergelijking met het verificatieverslag van de GFC (fysieke inspectie).

Voor herbestemde staatsgronden: de locatie en boomsoorten worden door de FRMD geïdentificeerd in een verslag van inspectie vóór de kap.

Is niet van toepassing aangezien bij een inventarisatie vóór de kap commerciële boombestanden worden geïdentificeerd die in de toeleveringsketen mogen worden gebracht.

Geen afstemming aangezien de gegevens rechtstreeks door de GFC worden verzameld.

Opmerkingen: Punt van binnenkomst in de toeleveringsketen alleen voor grote concessies en herbestemde staatsgronden.

Kan van worden afgezien indien in 25 % of meer van een blok actieve mijnbouw plaatsvindt.

Voor kleine concessies, Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden is geen inventarisatie vóór de kap vereist.

Tijdens de kap — zie de punten 3.3.2 en 3.4.4.3

Elke stam wordt geïdentificeerd door een uniek identificatie-

nummer met behulp van een traceerlabel van de GFC.

De FSO vult de verwijderingsvergunning of verklaring van verwijdering van particulier eigendom in. De FSO dient dit in bij het boskantoor van de GFC.

Na de kap, wanneer de FSO klaar is om het houtproduct te vervoeren, wordt relevante informatie met betrekking tot het houtproduct schriftelijk aangegeven op de verwijderingsvergunning of de verklaring van verwijdering van particulier eigendom, te weten:

   datum en tijdstip van afgifte

   naam van de FSO

   bestemming

   registratienummer voor de vervoerswijze

   nummer van het traceerlabel van de GFC

   soort en producttype

   volume

   gps-uitlezing van de stronk

   aantal stuks

   diameter (x4)

   lengte

Alleen voor grote concessies, kleine concessies, herbestemde staatsgronden, Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden: verificatie van de juistheid van de metingen en de soorten die in de verwijderingsvergunning of de verklaring van verwijdering van particulier eigendom van de FSO zijn aangegeven door vergelijking met de fysieke inspectie van het houtproduct.

Alleen voor grote concessies en kleine concessies: verificatie van de milieueisen tijdens de fysieke inspectie van de stronk voor de soorten die op de verwijderingsvergunning of de verklaring van verwijdering van particulier eigendom zijn aangegeven.

Verificatie van de herkomst van de stam:

1.    alleen voor grote concessies, kleine concessies, Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden: verificatie van de gps-uitlezing, de soorten en de diameter die in de verwijderingsvergunning of de verklaring van verwijdering van particulier eigendom zijn aangegeven door vergelijking met het inspectieverslag, het dagelijkse monitoringverslag of het veldgegevensformulier van de GFC (afkomstig van de fysieke inspectie);

2.    alleen voor grote concessies: verificatie van het aantal stammen en volumes per soort en diameterklasse door vergelijking tussen de verwijderingsvergunning en het verificatieverslag van de GFC (afkomstig van de inspectie vóór de kap);

3.    alleen voor herbestemde staatsgronden: verificatie van de gps-uitlezing en de juistheid van de opgegeven informatie door vergelijking tussen de verwijderingsvergunning en het verslag van inspectie vóór de kap (afkomstig van de inspectie vóór de kap).

Opmerkingen: het punt van binnenkomst in de toeleveringsketen voor kleine concessies, Amerindiaanse en particuliere gronden is de kap uit hoofde van een verwijderingsvergunning of een verklaring van verwijdering van particulier eigendom. Wanneer bomen tijdens de inventarisatie over het hoofd zijn gezien en er extra labels van de GFC aan de FSO zijn toegewezen, wordt de informatie met betrekking tot de extra bomen in aanmerking genomen bij de vergelijking van documenten.

Na de kap — zie de punten 3.3.3 en 3.4.4.3

Geen standaard identificatie

Alleen voor grote concessies: de FSO krijgt een brief van de GFC (FRMD) betreffende de sluiting van een blok.

Voor alle FSO’s: de FSO ondertekent het FMD Tags Returned Register bij het retourneren van ongebruikte labels.

Alleen voor grote concessies, kleine concessies en herbestemde staatsgronden: de FSO betaalt beheervergoedingen, -kosten of -heffingen en ontvangt een betalingsbewijs van de GFC bij het verrichten van betalingen met betrekking tot de gegevens die zijn aangegeven op de verwijderingsvergunning of de bosconcessieovereenkomst (alleen voor vergunningen inzake staatsbossen) of op de verwijderingsvergunning of de pachtovereenkomst of de mijnvergunning of -concessie of de schriftelijke toestemming of de vergunning voor een waterkrachtcentrale (alleen voor herbestemde staatsgronden).

Alleen voor grote concessies: tijdens de sluiting van een blok wordt de relevante informatie met betrekking tot het blok schriftelijk verstrekt aan de FSO in de brief betreffende de sluiting van een blok, te weten:

   bloknummer

   datum van opening en datum van sluiting

   maximaal kapquotum/jaarlijks kapquotum

   totaal gewonnen volume

   geografische ligging van het blok

Bij het retourneren van ongebruikte labels wordt de volgende informatie aangegeven in het FMD Tags Returned Register:

   datum

   concessienaam

   folionummer

   aantal geretourneerde labels

   begin- en eindreeks(en)

   geretourneerd door

Alleen voor grote concessies: verificatie van de sluiting van het blok, zoals aangegeven in de brief betreffende de sluiting van een blok, door vergelijking met de fysieke inspectie van het blok.

Verificatie van de geretourneerde labels door vergelijking tussen het FMD Tag Issuance Register en de fysieke inspectie van de labels.

Alleen voor grote concessies, kleine concessies en herbestemde staatsgronden: Verificatie van de verrichte betalingen door vergelijking tussen de betalingsbewijzen en de daadwerkelijk betaalde bedragen.

Geen afstemming vereist.

Verificatie van de in het FMD Tag Issuance Register aangegeven labels door vergelijking met het FMD Tags Returned Register en de productiegegevens.

Alleen voor grote concessies, kleine concessies en herbestemde staatsgronden: verificatie van de verrichte betalingen door vergelijking van de betalingsbewijzen en/of het betalingsschema met de verwijderingsvergunning of de bosconcessieovereenkomst (alleen voor vergunningen inzake staatsbossen) of de verwijderingsvergunning of de pachtovereenkomst of de mijnvergunning of -concessie of de schriftelijke toestemming of de vergunning voor een waterkrachtcentrale (alleen voor herbestemde staatsgronden).

Alleen voor grote concessies, kleine concessies en herbestemde staatsgronden: bij het verrichten van betalingen wordt de volgende informatie aangegeven:

   datum

   concessienaam

   folionummer

   betaald bedrag

   soort betaling 35

Vervoer — zie de punten 3.3.4 en 3.4.4.4

Elk houtproduct wordt geïdentificeerd aan de hand van de documentatie van de plaats van herkomst.

De FSO geeft het betreffende vervoersdocument aan bij het boskantoor van de GFC.

Tijdens het vervoer wordt de relevante informatie met betrekking tot het houtproduct schriftelijk bij de GFC aangegeven op het vervoersdocument 36 (deze informatie kan variëren afhankelijk van het soort vervoersdocument) en het productieregister (indien van toepassing), te weten:

   datum en tijdstip van afgifte

   naam van de FSO

   bestemming

   registratienummer voor de vervoerswijze

Verificatie van de juistheid van de metingen en de soorten die in het vervoersdocument van de FSO zijn aangegeven door vergelijking met de fysieke inspectie van het houtproduct.

Verificatie van het volume en de soorten, zoals aangegeven in het vervoersdocument, door vergelijking met het maandelijks verslag.

   nummer van het traceerlabel van de GFC

   soort en producttype

   volume

   aantal stuks

   gps-uitlezing van de stronk

   diameter (x4)

   lengte

Opmerkingen: Dezelfde documenten worden gebruikt voor vervoer over de weg en vervoer over rivieren. Dezelfde verificatie wordt toegepast.

Verwerking: binnenkomst — zie de punten 3.3.5 en 3.4.4.5

Elk houtproduct wordt geïdentificeerd aan de hand van de documentatie van de plaats van herkomst.

De FSO vult het register van de houtzagerij/houtstapelplaats betreffende ontvangen/aangekochte/geleverde producten in voor alle houtproducten die de houtzagerij/houtstapelplaats binnenkomen. De FSO dient dit in bij het boskantoor van de GFC.

Wanneer houtproducten de houtzagerij/houtstapelplaats binnenkomen, wordt de relevante informatie met betrekking tot het houtproduct aangegeven in het register van de houtzagerij/houtstapelplaats betreffende ontvangen/aangekochte/geleverde producten, te weten:

   maand

   naam en adres van de installatie

   vergunningsnummer

   datum van ontvangst

   datum en aantal vervoersdocumenten

   soort

   hoeveelheid houtproduct

   herkomst van het product

   kenteken van het leveringsvoertuig

   naam van leverancier

Verificatie van de juistheid van de metingen en de soorten die in het register van de houtzagerij/houtstapelplaats betreffende ontvangen/aangekochte/geleverde producten van de FSO zijn aangegeven door vergelijking met de fysieke inspectie van het houtproduct.

Verificatie van de bron van de input van het houtproduct:

verificatie van de soorten en het volume, zoals aangegeven in het register van de houtzagerij/houtstapelplaats betreffende ontvangen/aangekochte/geleverde producten, door vergelijking met het dagelijkse monitoringverslag van de GFC (afkomstig van de fysieke inspectie).

Verwerkingsactiviteit — zie de punten 3.3.5 en 3.4.4.5

Geen standaard identificatie

Houtzagerij: de FSO vult voor alle houtproducten die in de houtzagerij worden verwerkt het formulier “Aangifte van verzaagd industriehout en geproduceerd industriehout” of het formulier “Aangifte van verzaagde stammen en geproduceerd industriehout” in. De FSO dient dit in bij het boskantoor van de GFC.

Houtstapelplaats: de FSO vult het formulier “Maandelijkse aangifte van de houtstapelplaats” in voor alle houtproducten die op de houtstapelplaats zijn verwerkt. De FSO dient dit in bij het boskantoor van de GFC.

Wanneer houtproducten worden verwerkt, wordt relevante informatie met betrekking tot het houtproduct aangegeven op het formulier “Aangifte van verzaagd industriehout en geproduceerd industriehout” of op het formulier “Aangifte van verzaagde stammen en geproduceerd industriehout”, te weten:

   maand

   naam en adres van de installatie

   soort

   balans van stammen van de vorige maand

   ontvangen stammen (aantal stuks en volume)

   totaal aantal stammen op voorraad

   input van verwerkte stammen (aantal stuks en volume)

   output van industriehout (stuks en volume)

   balans van resterende stammen

Er is geen validatie nodig omdat het (nu verwerkte) houtproduct bij binnenkomst in de houtzagerij/houtstapelplaats in de vorige stap zou zijn gevalideerd.

Verificatie van de terugwinning van houtproducten:

verificatie van de soort en het teruggewonnen volume, zoals aangegeven in het formulier “Aangifte van verzaagd industriehout en geproduceerd industriehout” of het formulier “Aangifte van verzaagde stammen en geproduceerd industriehout” van de FSO of het formulier “Maandelijkse aangifte van de houtstapelplaats”, door vergelijking met het dagelijkse monitoringverslag van de GFC (afkomstig van de fysieke inspectie van de houtproducten die de houtzagerij/houtstapelplaats binnenkomen).

Wanneer houtproducten worden verwerkt, wordt relevante informatie met betrekking tot het houtproduct aangegeven op het formulier “Maandelijkse aangifte van de houtstapelplaats”, te weten:

   naam en locatie van de houtstapelplaats

   soort

   balans (volume) van productie

   inputvolumes

   totaal van volumes op voorraad

   outputvolumes

   balans van volumes op voorraad

Verkoop op de binnenlandse markt — zie de punten 3.3.6 en 3.4.4.6

Elk houtproduct wordt geïdentificeerd aan de hand van de documentatie van de plaats van herkomst.

De FSO 37 vult het formulier inzake de verkoop van houtproducten in voor alle verkochte houtproducten. De FSO dient dit in bij het boskantoor van de GFC.

Wanneer houtproducten de verwerkingsinstallatie verlaten, wordt relevante informatie met betrekking tot het houtproduct aangegeven op het formulier inzake de verkoop van houtproducten, te weten:

   maand

   naam en adres van de installatie

   vergunningsnummer

   verkoopdatum

   product

   soort

   hoeveelheid houtproduct

   factuurnummer

   traceernummer van de GFC (indien van toepassing)

Voor houtzagerijen of houtstapelplaatsen: houtproducten die vanuit deze installaties worden verkocht, worden gevalideerd voordat ze de houtzagerij of houtstapelplaats binnenkomen. Zie het deel Verwerking (binnenkomst).

Voor grote of kleine concessies, herbestemde staatsgronden, Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden: houtproducten die vanuit deze gebieden worden verkocht, worden eerst gevalideerd tijdens de kap. Zie het deel Tijdens de kap.

Houtzagerij of houtstapelplaats: verificatie van de output van het houtproduct:

verificatie van het volume en de soorten, zoals aangegeven in het formulier inzake de verkoop van houtproducten, door vergelijking met het formulier “Aangifte van verzaagd industriehout en geproduceerd industriehout” of het formulier “Aangifte van verzaagde stammen en geproduceerd industriehout” of het formulier “Maandelijkse aangifte van de houtstapelplaats” en het register van de houtzagerij/houtstapelplaats betreffende ontvangen/aangekochte/geleverde producten.

Grote of kleine concessies, herbestemde staatsgronden, Amerindiaanse dorpen en particuliere gronden of een natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit die alleen een vergunning heeft om houtproducten te verkopen: verificatie van de verkoop van het houtproduct door verificatie van het volume, de soorten en de bron, zoals aangegeven in het formulier inzake de verkoop van houtproducten, ten opzichte van het vervoersdocument.

Opmerkingen:

Uitvoer van houtproducten — zie de punten 3.3.7 en 3.4.4.7

Elk houtproduct wordt geïdentificeerd aan de hand van de documentatie van de plaats van herkomst en de uitvoermarkering van de GC (markering met hamer of stempel al naargelang van het product).

De FSO vult alle relevante documenten voor uitvoer in en legt deze ter goedkeuring voor aan de GFC (FMD). Zodra deze documenten zijn goedgekeurd, worden ze teruggestuurd naar de FSO, die vervolgens een uitvoercertificaat (en een Flegt-vergunning voor de markten van de Unie) verkrijgt. De FSO legt dit certificaat en, indien van toepassing, de vergunning samen met de goedgekeurde documenten voor aan de CETO.

CETO

De FSO legt het uitvoercertificaat (en een Flegt-vergunning voor de markten van de Unie) en andere relevante documenten ter goedkeuring voor aan de CETO voordat het voor verzending wordt vrijgegeven.

Wanneer houtproducten worden uitgevoerd, wordt de relevante informatie met betrekking tot het product in de volgende documenten aangegeven:

Formulier “Application for export of forestry produce” (aanvraag voor de uitvoer van bosbouwproducten)

   naam en adres van de aanvrager

   nummer van het vervoersdocument

   nummer van factuur/betalingsbewijs van de leverancier

   inspectieplaats en vergunningsnummer

   voorgestelde plaats van lading voor uitvoer

   uitvoercertificaat

Verificatie van de juistheid van de volumemetingen en de soorten van uit te voeren houtproducten, zoals aangegeven in de aanvraag van de FSO voor een certificaat voor het in de handel brengen van hout, door vergelijking met het fysieke houtproduct (graderingsinspectie van de GFC).

Verificatie van de juistheid van de volumemetingen en de soorten van de uit te voeren houtproducten, zoals aangegeven op het uitvoercertificaat, door vergelijking met het fysieke houtproduct (inspectie van de CETO).

Verificatie van de bron van het houtproduct, zoals aangegeven op de aanvraag voor een uitvoercertificaat, door vergelijking met de aanvraag voor de uitvoer van bosbouwproducten, of het vervoersdocument.

Geen afstemming vereist.

Formulier “Application for timber marketing certificate” (aanvraag voor een certificaat voor het in de handel brengen van hout)

   locatie van het houtproduct

   exporteur

   soort

   beschrijving

   aantal stuks

   volumemetingen

Formulier “Application for export certification” (aanvraag voor een uitvoercertificaat)

   referentienummer certificaat voor het in de handel brengen van hout

   bestemming

   aantal stuks

   omvang

   soort

   beschrijving van het houtproduct

   volume

   ontvanger

ESAD in ASYCUDA

   exporteur

   ontvanger

   hoeveelheid (gewicht)

Naast de bovengenoemde documenten wordt op het uitvoercertificaat onder meer de volgende informatie aangegeven:

   exporteur

   referentienummer certificaat voor het in de handel brengen van hout

   bestemming

   aantal stuks

   omvang

   soort

   beschrijving van het houtproduct

   volume

   ontvanger

   stempel van de GFC en handtekening

Opmerkingen: Punt van uitgang.

Inbeslagneming van houtproducten — zie punt 3.3.10

Elk houtproduct wordt geïdentificeerd aan de hand van de documentatie van de plaats van herkomst en een met een hamer aangebracht confiscatiemerk.

De GFC geeft een vrijgavebewijs af zodat het hout opnieuw in de toeleveringsketen kan worden gebracht wanneer:

   het hout na de opheffing van een inbeslagneming naar de FSO wordt teruggezonden; of

   het hout door de GFC wordt verkocht omdat het onderhevig is aan snelle verrotting of omdat het verbeurd is verklaard.

Wanneer in beslag genomen houtproducten worden vrijgegeven om opnieuw in de toeleveringsketen te worden gebracht, wordt relevante informatie met betrekking tot het houtproduct aangegeven in het vrijgavebewijs, te weten:

   datum van vrijgave

   naam van de FSO

   soort

   volume

   aantal stuks en/of omvang

   nummer van het vervoersdocument (indien van toepassing)

Verificatie van de juistheid van de volumemetingen, het aantal stuks en/of de omvang en de soort van de houtproducten, zoals aangegeven op het vrijgavebewijs, door vergelijking met het fysieke houtproduct.

Verificatie van het volume, het aantal stuks en/of de omvang, en de soorten, zoals aangegeven op het vrijgavebewijs, door vergelijking met het inbeslagnemingsformulier en het confiscatieverslag.

Opmerkingen: In beslag genomen houtproducten kunnen pas in de toeleveringsketen worden gebracht nadat de GFC een vrijgavebewijs heeft afgegeven.

Houtproduct in doorvoer — zie punt 3.3.9

Elke zending houtproducten wordt geïdentificeerd met een identificatienummer bestaande uit een GS-code die overeenkomt met het ingevoerde houtproduct en een uniek aangiftenummer.

De kapitein/bestuurder van het vervoersmiddel doet bij de CETO aangifte van de goederen in doorvoer. De gemachtigde doet binnen zeven dagen aangifte van de goederen die in Guyana aankomen.

De kapitein/bestuurder van het vervoersmiddel verstrekt informatie.

Houtproducten in doorvoer staan onder toezicht van de douaneautoriteiten.

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Opmerkingen: Voor houtproducten in doorvoer gelden de door de CETO vastgestelde procedures voor het beheer en de controle van goederen in doorvoer. Als deze houtproducten per schip worden vervoerd, mogen ze het schip tijdens de doorvoer niet verlaten. Bovendien worden houtproducten in doorvoer/overlading die over land worden vervoerd te allen tijde begeleid door ambtenaren van de CETO totdat het voertuig het douanegebied van Guyana verlaat en de officiële verantwoordelijkheid voor de goederen wordt overgedragen aan het ontvangende land door middel van de uitwisseling van officiële douanedocumenten. Als de houtproducten tijdens de doorvoer over land moeten worden opgeslagen, moet eerst goedkeuring worden verkregen van de CETO en wordt deze zending opgeslagen op een gezuiverde plaats die alleen bestemd is voor goederen in doorvoer. Hetzelfde geldt voor houtproducten die per schip worden vervoerd in geval van storingen op het schip.

Op deze manier waarborgen de ambtenaren van de CETO dat zendingen houtproducten in doorvoer niet worden gewijzigd tussen de plaats van binnenkomst en de plaats van uitgang op het grondgebied van Guyana, en nooit in de toeleveringsketen terechtkomen.

Invoer van houtproducten — zie de punten 3.3.8 en 3.4.4.8

Elke zending houtproducten wordt geïdentificeerd met een identificatienummer bestaande uit een GS-code die overeenkomt met het ingevoerde houtproduct en een uniek aangiftenummer.

De FSO vult een aanvraag voor een invoervergunning in en legt deze ter goedkeuring voor aan de NPPO.

Wanneer houtproducten worden ingevoerd, wordt relevante informatie met betrekking tot het houtproduct in de aanvraag voor een invoervergunning aangegeven:

   informatie over de herkomst van het houtproduct

   productbeschrijving (type/hoeveelheid/gewicht/volume)

   informatie over de importeur (indien van toepassing)

   Flegt-vergunning of Cites-vergunning of het verslag van zorgvuldig onderzoek

Verificatie van de juistheid van de volumemetingen, de soorten en de herkomst van de in te voeren houtproducten, zoals aangegeven op de invoervergunning van de FSO, door vergelijking met het fysieke houtproduct (inspectie van de GFC).

Verificatie van de herkomst van het houtproduct en de juistheid van de metingen, zoals aangegeven op de invoerdocumenten van de FSO, door vergelijking met het verificatieverslag van de GFC (tijdens de fysieke inspectie van het ingevoerde houtproduct).

Geen afstemming.

Opmerkingen: de eerste stap in de toeleveringsketen zou de uitklaring door de CETO in de goedgekeurde haven van binnenkomst zijn.

Er is geen kritisch controlepunt in de toeleveringsketen dat in het kader van het GTLAS wordt geverifieerd voordat het hout wordt ingevoerd.

_________________

BIJLAGE VI

MANDAAT VOOR DE ONAFHANKELIJKE AUDIT VAN HET GTLAS

1.    Inleiding

De onafhankelijke audit wordt uitgevoerd in overeenstemming met artikel 11 van deze overeenkomst. De onafhankelijke audit heeft betrekking op de in bijlage II genoemde exploitanten en activiteiten en wordt toegepast op de in bijlage I genoemde houtproducten. De onafhankelijke audit zal ook betrekking hebben op alle fasen van de toeleveringsketen zoals beschreven in bijlage V, namelijk rechtsvorm, wettige toegang tot het bos, kap, vervoer, niet-naleving en in beslag genomen en verbeurd verklaard hout, verwerking, verkoop, invoer en uitvoer.

In het in deze bijlage opgenomen mandaat worden de activiteiten en functies van de onafhankelijke audit beschreven voor de beoordeling van het in deze overeenkomst vastgestelde systeem ter waarborging van de wettigheid. De onafhankelijke audit biedt de zekerheid dat het gekapte, vervoerde, verwerkte, uitgevoerde, ingevoerde of op de binnenlandse markt verkochte hout voldoet aan bijlage II. Ook wordt geverifieerd of dit hout voldoet aan de eisen inzake de toeleveringsketen en of de vergunningverlenende autoriteit alleen voor zendingen die aan de GTLAS-vereisten voldoen Flegt-vergunningen heeft afgegeven. In dit mandaat zijn de taken en protocollen voor het vergaren van informatie en voor de verslaglegging opgenomen. In het mandaat worden tevens primaire informatiebronnen vastgesteld en worden de vereiste kwalificaties en ervaring van de onafhankelijke auditor beschreven. Dit mandaat kan worden gebruikt als basis voor de ontwikkeling van meer gedetailleerde aanbestedingsdocumenten.



2.    Doelstellingen

De onafhankelijke audit heeft tot doel de werking, de geloofwaardigheid en de doeltreffendheid van het GTLAS te beoordelen en te verbeteren.

3.    Taken

De taken van de onafhankelijke auditor omvatten het volgende:

1.    opstelling van een procedurehandboek voor de activiteiten van de onafhankelijke auditor, met inbegrip van methoden voor de vergaring van informatie, de beoordeling van bewijsmateriaal en de verslaglegging;

2.    beoordeling of het GTLAS geloofwaardig en doeltreffend functioneert en of het gekapte, verwerkte, vervoerde en verhandelde hout (in het binnenland en internationaal) voldoet aan de wettelijke voorschriften van het systeem;

3.    beoordeling of de onderdelen van het GTLAS, met inbegrip van de toewijzing van bos en kaprechten, de definitie van wettigheid, het klachtenmechanisme, de eisen van het WTS, de verificatie van de naleving van het GTLAS, het Flegt-vergunningensysteem, aanwezig zijn en op doeltreffende en geloofwaardige wijze functioneren;

4.    beoordeling van de prestaties en de doeltreffendheid van alle afdelingen van de Guyana Forestry Commission (GFC) die betrokken zijn bij de werking van het GTLAS;



5.    beoordeling van de prestaties en de doeltreffendheid van de verificatieactiviteiten van de ministeries en/of overheidsinstanties die betrokken zijn bij de werking van het GTLAS;

6.    beoordeling van de procedure voor de verlening van Flegt-vergunningen om ervoor te zorgen dat de vergunningverlening en het verificatiesysteem op geloofwaardige en doeltreffende wijze functioneren;

7.    beoordeling hoe gemelde gevallen van niet-naleving door de verschillende ministeries en/of overheidsinstanties die betrokken zijn bij de verificatie van het GTLAS door de betrokken autoriteiten worden geregistreerd, behandeld en gearchiveerd;

8.    identificatie van lacunes en zwakke punten in het ontwerp en de uitvoering van het GTLAS en formulering van aanbevelingen aan het gemengd comité;

9.    beoordeling van de uitvoering van de corrigerende maatregelen waartoe het gemengd comité heeft besloten om de in de auditverslagen geconstateerde lacunes en zwakke punten aan te pakken;

10.    verslaglegging over bevindingen en aanbevelingen aan het gemengd comité, dat de samenvatting van deze auditverslagen regelmatig zal publiceren;

11.    uitvoering van eventuele andere door het gemengd comité aangevraagde enquêtes, analyses of onderzoeken om de onafhankelijke audit verder te onderbouwen.



4.    Methodiek: methoden voor het vergaren en beoordelen van informatie en voor verslaglegging

De onafhankelijke auditor moet te allen tijde blijk geven van integriteit en een professionele werkwijze. De onafhankelijke auditor moet voldoen aan de beste internationale praktijken in overeenstemming met ISO 19011, ISO 17021 of een gelijkwaardige norm. De werkzaamheden van de onafhankelijke auditor moeten op feiten en bewijzen gebaseerd zijn en moeten veldonderzoeken en documentencontroles omvatten. Het in punt 3.1 genoemde procedurehandboek wordt door het gemengd comité geëvalueerd en goedgekeurd voordat de onafhankelijke auditor met de auditactiviteiten van start gaat in overeenstemming met het goedgekeurde handboek.

Werkprogramma — In het eerste jaar waarin het Flegt-vergunningensysteem operationeel is, stelt de onafhankelijke auditor een procedurehandboek voor de onafhankelijke audit op en dient hij dit in, en voert hij één audit uit. In de daaropvolgende jaren voert de onafhankelijke auditor gedurende een periode van twee jaar ten minste jaarlijkse audits van het GTLAS uit. Daarna wordt deze frequentie door het gemengd comité geëvalueerd. De onafhankelijke auditor kan onverwachte audits en steekproefsgewijze controles uitvoeren zoals goedgekeurd door het gemengd comité.

Omvang van de werkzaamheden — De activiteiten in het kader van de onafhankelijke audit hebben minimaal betrekking op alle in punt 3 hierboven genoemde taken. De onafhankelijke auditor controleert in overeenstemming met het goedgekeurde handboek de relevante activiteiten van de betrokken ministeries en/of overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de verschillende aspecten van het GTLAS.

Verzamelen van bewijsmateriaal — In het procedurehandboek voor de onafhankelijke audit worden de procedures en praktijken voor het verzamelen van bewijsmateriaal beschreven, met inbegrip van controles ter plaatse, onderzoeken, interviews en documentencontroles. Ook wordt beschreven hoe de onafhankelijke auditor moet reageren op klachten over zijn eigen werk en over de werking van het GTLAS.


Auditsystemen — Bij het documenteren van bewijsmateriaal van audits, het onderzoeken van tekortkomingen en gevallen van niet-naleving in delen van het GTLAS en het toezien op getroffen corrigerende maatregelen moet de onafhankelijke auditor:

   waarborgen dat alle constateringen die tijdens de audits worden gemaakt naar behoren worden gedocumenteerd en dat bewijsmateriaal van de audit met nadere gegevens over prestaties, naleving, en niet-naleving worden gearchiveerd; 

   geconstateerde zwakke punten, lacunes en gebieden waar behoefte is aan verbetering in het GTLAS registreren, waarborgen dat passende aanbevelingen worden geformuleerd en het effect van deze aanbevelingen beoordelen; en

   de doeltreffendheid registreren en beoordelen van alle corrigerende maatregelen die door de GFC en andere bij het GTLAS betrokken ministeries en/of overheidsinstanties worden genomen om gevallen van niet-naleving aan te pakken.

Toereikende middelen — De onafhankelijke auditor beschikt over toereikende middelen voor de verificaties van de definitie van wettigheid en de systemen voor controle van de houttoeleveringsketen.

Beheersysteem — De onafhankelijke auditor heeft een adequaat gedocumenteerd beheersysteem om ervoor te zorgen dat zijn personeel over de nodige bekwaamheid en ervaring beschikt om een doeltreffende verificatie uit te voeren en om de interne controle en het toezicht te verzorgen.



5.    Verslagen en verspreiding

De onafhankelijke auditor houdt zich bij het opstellen van zijn verslagen aan de structuur en de protocollen die in overleg met het gemengd comité zijn vastgesteld en de onafhankelijke auditor: 

   brengt verslag uit over activiteiten in overeenstemming met het werkprogramma dat in overleg met het gemengd comité is vastgesteld;

   stelt zijn verslagen op volgens internationaal aanvaarde beginselen voor audits en zoals omschreven in het door het gemengd comité goedgekeurde handboek;

   legt een voorlopig verslag voor commentaar voor aan het gemengd comité;

   legt aan het gemengd comité een definitief en volledig verslag voor (gebaseerd op de ontvangen opmerkingen over het voorlopige verslag en het verzamelde bewijsmateriaal) dat alle relevante informatie over het auditprogramma en over de werking van het GTLAS bevat; en

   stelt een samenvattend verslag op dat door het gemengd comité wordt gevalideerd voor verspreiding onder het grote publiek. Het samenvattende verslag zal gebaseerd zijn op het volledige verslag en bevat een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen en conclusies, onder meer met betrekking tot de vastgestelde zwakke punten van het systeem.



6.    Informatiebronnen

Tot de primaire informatiebronnen behoren documentencontroles, bezoeken ter plaatse en raadplegingen van of bijeenkomsten met relevante belanghebbenden. Voor de bezoeken ter plaatse heeft de onafhankelijke auditor toegang tot de gebieden waar hout wordt gewonnen, vervoerd, verwerkt en verkocht, alsmede tot de plaatsen van invoer en uitvoer.

Guyana ziet erop toe dat de onafhankelijke auditor toegang heeft tot alle relevante informatie, met inbegrip van documenten en databanken die Guyana en de Unie belangrijk of relevant achten, met name die welke nodig zijn om de geloofwaardigheid en de doeltreffendheid van het GTLAS te beoordelen. De toegang tot informatie omvat de informatie die is verstrekt door de GFC en die welke in het bezit is van andere bij het GTLAS betrokken ministeries en/of overheidsinstanties. De onafhankelijke auditor heeft met name toegang tot informatie uit het GTLAS en de onderdelen ervan en andere bronnen, zoals gepubliceerde audits van andere landen die een Flegt-vergunningensysteem hebben ingesteld of verslagen van het Guyaanse systeem voor de monitoring, rapportage en verificatie van REDD+.

Tot de belanghebbenden die relevante informatie kunnen verstrekken, behoren onder andere:

a)    de GFC, ministeries en andere overheidsinstanties:

alle afdelingen van de GFC worden beschouwd als primaire informatiebronnen die de onafhankelijke auditor van informatie kunnen voorzien.


Indien de onafhankelijke auditor informatie nodig heeft van andere ministeries en/of overheidsinstanties die bij het GTLAS betrokken zijn, neemt hij via de GFC contact op met deze entiteiten.

b)    niet-gouvernementele actoren:

   inheemse belanghebbenden;

   Indigenous People’s Commission (commissie inheemse volken);

   National Toshaos Council (nationale raad van Toshaos);

   Guyana Manufacturing and Service Association (Guyaanse federatie voor de industrie- en dienstensector);

   Small Loggers Association (vereniging van kleine houtbedrijven);

   Forest Products Association (vereniging voor bosbouwproducten);

   organisaties uit het maatschappelijk middenveld;

   elke andere particuliere organisatie of persoon die informatie kan verstrekken over de werking van het GTLAS.


Andere informatiebronnen kunnen zijn:

   rechtspersonen die betrokken zijn bij de commerciële bosbouw;

   academische instellingen zoals de Universiteit van Guyana, de Guyana School of Agriculture (Guyaanse landbouwschool) en het National Agricultural Research and Extension Institute (nationaal landbouwinstituut voor onderzoek en voorlichting);

   lokale autoriteiten;

   bevoegde autoriteiten van de lidstaten van de Unie;

   ondernemingen en lokale gemeenschapsverenigingen die betrokken zijn bij de commerciële bosbouw;

   alle overige belanghebbenden die de onafhankelijke auditor relevant acht.

7.    Vereiste kwalificaties 

a)    De onafhankelijke auditor moet het volgende inbrengen:

   deskundigheid, met ten minste een academische graad in bosbouw/bosbeheer/bosbeleid, bos-/milieuwetgeving, beheer van natuurlijke hulpbronnen of een aanverwant gebied;

   uitgebreide ervaring met het toezicht op en de beoordeling van de naleving van wettelijke voorschriften;



   een bewezen staat van dienst op het gebied van de audit van bosbeheer, houtverwerking, traceerbaarheid van hout, douane en systemen voor doorlopende bewaking;

   goede kennis van de regionale en internationale handel in houtproducten en de commerciële bosbouwsector;

   uitstekende mondelinge en schriftelijke Engelse communicatievaardigheden;

   een aangetoond vermogen om samen te werken met een brede waaier van belanghebbenden en om de toezichtactiviteiten aan te passen naargelang de verschillende omgevingen van het land.

Kennis inzake kwesties die verband houden met of relevant zijn voor de bosbouw in Guyana en het GTLAS is een pre.

b)    De onafhankelijke auditor voldoet aan de volgende vereisten:

   hij heeft geen belangenconflict dat voortvloeit uit een organisatorische of commerciële relatie, zoals vereist in ISO 17021, ISO 17065 of gelijkwaardige normen;

   hij heeft geen directe betrokkenheid in bosbeheer, houtverwerking, houthandel of regelgeving in de bosbouwsector in Guyana;

   hij heeft zijn eigen kwaliteitscontrolesysteem zoals vereist door ISO 17021, ISO 17065 of gelijkwaardig.


c)    Daarnaast beschikt de onafhankelijke auditor tevens over:

   een gedocumenteerd intern kwaliteitsbeheersysteem;

   een systeem voor de transparante afhandeling van klachten of bezwaren.

8.    Selectieproces en institutionele regelingen

De aanbestedingsprocedure staat open voor alle instellingen met relevante capaciteiten, waaronder organisaties zonder winstoogmerk en academische en onderzoeksinstellingen.

De beoordeling van inschrijvingen verloopt op transparante wijze en de toepasselijke criteria worden openbaar gemaakt. Het proces voor de selectie van de onafhankelijke auditor omvat een zorgvuldig onderzoek van de gegadigden in overeenstemming met de door het gemengd comité vastgestelde normen. Het beoordelingsverslag voor de inschrijvingen wordt openbaar gemaakt.

Guyana benoemt de onafhankelijke auditor wanneer het gemengd comité heeft besloten om geen bezwaar te maken.



9.    Overige vereisten

Bijkomende verantwoordelijkheden van de onafhankelijke auditor omvatten:

   op zodanige wijze contacten opbouwen met maatschappelijke organisaties, inheemse belanghebbenden, de particuliere sector en ministeries en/of overheidsinstanties dat de belanghebbenden in Guyana een goed inzicht krijgen in de werkzaamheden van de onafhankelijke auditor; en

   aanstellen, via een transparante procedure, van een persoon die als contactpunt in Guyana zal fungeren.

________________



BIJLAGE VII

BEGELEIDENDE MAATREGELEN EN FINANCIERINGSMECHANISMEN

De bosbouwsector in Guyana blijft een belangrijk onderdeel van de nationale economie, dat werkgelegenheid genereert en bijdraagt aan de armoedebestrijding. De bosbouwsector is ook van cruciaal belang voor de maatregelen in het kader van de Green Development Agenda (agenda voor groene ontwikkeling) van Guyana om middelen van de internationale gemeenschap aan te trekken met het oog op het behoud en het duurzame gebruik van de bosrijkdommen van het land. Ter aanvulling op de middelen van de internationale gemeenschap verbindt Guyana zich ertoe middelen uit nationale begrotingstoewijzingen vrij te maken om de ontwikkeling te ondersteunen van de sector die toegevoegde waarde creëert binnen de industrie.

Guyana zal in samenwerking met de Unie en haar lidstaten en andere ontwikkelingspartners een pakket ondersteunende maatregelen aannemen (zie artikel 15 van deze overeenkomst) om deze overeenkomst doeltreffend te kunnen uitvoeren. Tot dit pakket behoren maatregelen om:

1.    uitvoeringsorganisaties te versterken om een doeltreffende coördinatie te waarborgen;

2.    het wet- en regelgevingskader te versterken;

3.    de ontwikkeling en operationalisering van het GTLAS te ondersteunen;

4.    capaciteit op te bouwen;



5.    te communiceren;

6.    toezicht te houden op de uitvoering van de overeenkomst;

7.    de gevolgen van de overeenkomst te monitoren;

8.    een speciale ruimte te creëren voor een dialoog over grondbezit, grondgebruik en conflicten;

9.    marktverbeteringen door te voeren en de industrie te ontwikkelen; en

10.    financieringsmechanismen voor de uitvoering van de overeenkomst in te stellen.

Mogelijke ondersteunende maatregelen worden hieronder kort omschreven. Zij zullen in een vroeg stadium van de uitvoering van deze overeenkomst nader worden uitgewerkt in gedetailleerde actieplannen.

1.    Versterking van uitvoeringsorganisaties om een doeltreffende coördinatie te waarborgen

De institutionele organisaties zullen worden versterkt met het oog op een goede uitvoering en coördinatie van overheids- en andere instanties die betrokken zijn bij de uitvoering van deze overeenkomst, namelijk het Flegt-VPA-secretariaat, het Government Coordination Body en de National Implementation Working Group (NIWG). Ter voorbereiding op de uitvoering zal steun voor de capaciteitsopbouw binnen deze organisaties een prioriteit zijn.


2.    Versterking van het wet- en regelgevingskader

Parallel aan de uitvoering van het GTLAS zal Guyana het wet- en regelgevingskader voor de bosbouwsector onderzoeken met het oog op de versterking en de uitvoering van alle relevante beleidslijnen, wetten, voorschriften, statuten, strategieën, richtsnoeren, vrijwillige maatregelen en gedragscodes. Essentiële maatregelen omvatten mogelijk:

a)    evaluatie en verbetering van de doeltreffendheid van het regelgevingskader;

b)    evaluatie en verbetering van de samenhang van het rechtskader;

c)    ontwikkeling en uitvoering van voorschriften met betrekking tot zorgvuldig onderzoek;

d)    ontwikkeling en uitvoering van voorschriften met betrekking tot het WTS;

e)    ontwikkeling en uitvoering van gedragscodes met betrekking tot de bosbouwsector; en

f)    ontwikkeling en bevordering van de invoering van gedragscodes voor Amerindiaanse dorpen.



3.    Ondersteuning van de ontwikkeling en operationalisering van het GTLAS

Het GTLAS zal worden gebaseerd op bestaande systemen en organisaties die reeds in Guyana actief zijn. Er is ondersteuning nodig voor de verbetering van systemen om te kunnen verifiëren of wordt voldaan aan de definitie van wettigheid van bijlage II en de in bijlage V beschreven controles en procedures betreffende de toeleveringsketen. De ondersteunende maatregelen zullen worden gericht op datgene wat nodig is om de functionele capaciteit bij een aantal verschillende ministeries en/of overheidsinstanties tot stand te brengen en om de onafhankelijke audit in te voeren. Hiertoe behoren de uitbreiding en bijwerking van het WTS, alsmede de instelling van de functie van wettigheidsverificatie, het Flegt-vergunningensysteem, de functie van onafhankelijke audit en het klachtenmechanisme.

3.1.    Toeleveringsketen (WTS)

Guyana zal het systeem voor traceerbaarheid en verificatie uitbreiden en bijwerken om ervoor te zorgen dat informatie in de hele toeleveringsketen in bijna-realtime beschikbaar is, zodat wordt voldaan aan de GTLAS-vereisten van de bijlagen II, IV en V. De belangrijkste verbeteringen van het bestaande systeem omvatten:

a)    upgrade van de interne databanken van de GFC;

b)    ontwikkeling en uitrol van de centrale informatiedatabank (CID) voor het veilig archiveren van nalevingsgegevens en -informatie met betrekking tot elke FSO; 


c)    verbetering van de informatie- en communicatietechnologiesystemen voor een betrouwbare en veilige overdracht en uitwisseling van gegevens en informatie (met name uit gebieden in het achterland) tussen alle ministeries en overheidsinstanties die betrokken zijn bij de verificatieactiviteiten in het kader van het GTLAS, en tussen de verschillende afdelingen en eenheden van de GFC die betrokken zijn bij de uitvoering van de overeenkomst;

d)    upgrade van het WTS zodat FSO’s online informatie in verband met de toeleveringsketen kunnen indienen; en

e)    upgrade van het WTS zodat de gegevens over de toeleveringsketen door de GFC kunnen worden gevalideerd en afgestemd.

3.2.    Controle en verificatie

Guyana ontwikkelt systemen voor de verificatie van de naleving van alle indicatoren binnen de definitie van wettigheid en voor de controles van de toeleveringsketen. Essentiële maatregelen omvatten mogelijk:

a)    uitbreiding van de taken en verantwoordelijkheden (onder meer door de ontwikkeling van gedetailleerde procedures) van de huidige Internal Audit Unit van de GFC tot het auditen van de elementen van het GTLAS binnen de GFC;

b)    ondersteuning van actief toezicht op het GTLAS door middel van audits door de Internal Audit Unit; en


c)    ontwikkeling en invoering van procedures voor de controle en verificatie van de naleving van de definitie van wettigheid en de controles van de toeleveringsketen.

3.3.    Vergunningverlening

Guyana richt een eenheid op en voert gedetailleerde procedures in voor de afgifte van Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten en voor de noodzakelijke coördinatie tussen de verschillende instanties. De belangrijkste verbeteringen van het bestaande systeem omvatten:

a)    oprichting en structurering van de Management Information System Unit (MISU) voor het invoeren, verifiëren, bijwerken en opslaan van gegevens over de wettelijke naleving van de GTLAS-vereisten door de FSO’s;

b)    oprichting en structurering van de Timber Legality and Trade Unit (TLTU) die is belast met de afgifte van Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten;

c)    ontwikkeling van het Flegt-vergunningensysteem; en

d)    instelling en ontwikkeling van procedures met andere bij het GTLAS betrokken instanties, met name de douaneautoriteit, om de goede werking en de doeltreffendheid van het proces van de vergunningverlening voor de uitvoer te waarborgen.



3.4.    Onafhankelijke audit

Wanneer het gemengd comité besluit geen bezwaar te maken, stelt Guyana een onafhankelijke auditor aan om de werking van het systeem te evalueren, mogelijke lacunes op te sporen en corrigerende maatregelen vast te stellen om de werking, de geloofwaardigheid en de doeltreffendheid van het GTLAS te verbeteren.

3.5.    Klachtenmechanisme

Het klachtenmechanisme zal gevallen van niet-naleving door FSO’s van de wettelijke voorschriften in het kader het GTLAS vaststellen, registreren en beheren, totdat ze zijn opgelost. De belangrijkste ondersteunende maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het klachtenmechanisme zijn:

a)    ontwikkeling en invoering van procedures voor het ontvangen, behandelen en oplossen van klachten met betrekking tot alle ministeries en overheidsinstanties die bij het GTLAS betrokken zijn. Het mechanisme moet de ontvangst, behandeling en oplossing van klachten van FSO’s en het grote publiek mogelijk maken tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS en tijdens de vergunningverleningsfase van de overeenkomst;

b)    ontwikkeling van een doeltreffend klachtenmechanisme voor belanghebbenden om te waarborgen dat bezorgdheden van gemeenschappen en FSO’s tot uitdrukking worden gebracht en worden gecommuniceerd aan de relevante instantie.



3.6.    Gezamenlijke evaluatie van het GTLAS

Het GTLAS zal op basis van de criteria van bijlage VIII een onafhankelijke beoordeling ondergaan om te bepalen of het zijn taken naar behoren vervult en dus of het Flegt-vergunningensysteem van start kan gaan.

4.    Capaciteitsopbouw

Alle partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van deze overeenkomst in Guyana zullen een zekere mate van capaciteitsopbouw nodig hebben, waaronder: technische opleiding voor ministeries en overheidsinstanties en hun personeel, met inbegrip van het Forestry Training Center Inc. (centrum voor bosbouwopleidingen — FTCI), het Flegt-VPA-secretariaat, de GFC, de belastingdienst en het Ministerie van Arbeid; opleiding en opbouw van administratieve capaciteit van houtkapverenigingen en Amerindiaanse dorpen; opleiding van maatschappelijke organisaties; opleiding van andere FSO’s dan houtkapverenigingen en Amerindiaanse dorpen.



5.    Communicatie

Communicatie ondersteunt de uitvoering van de overeenkomst door de participatie van alle betrokken belanghebbenden te bevorderen, de openbare toegang tot informatie te waarborgen, het imago van de Guyaanse hout- en bosbouwsector te bevorderen en de voordelen van deze overeenkomst bij de belanghebbenden en het grote publiek te promoten. Daartoe kunnen onder meer de volgende essentiële maatregelen voor een doeltreffende communicatie van de resultaten en effecten van deze overeenkomst worden genomen: uitvoering van een communicatiestrategie; organisatie van jaarlijkse raadplegings-/bewustmakingsbijeenkomsten op nationaal niveau; verstrekking van jaarlijkse updates over de vorderingen met betrekking tot belangrijke mijlpalen in de uitvoering van de overeenkomst via de website van de GFC, socialemediaforums, de lokale pers en lokale radiozenders; bijhouden van een digitaal en regelmatig bijgewerkt register met de feedback van alle belanghebbenden; en ontwikkeling van een platform voor de uitwisseling van informatie met het oog op een consequente verspreiding van informatie.

6.    Toezicht op de uitvoering van de overeenkomst

Het gemengd comité voor toezicht en toetsing heeft de algemene verantwoordelijkheid voor het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst. Daarnaast houden ook andere belanghebbenden, waaronder belanghebbenden uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en inheemse volken, toezicht op de uitvoering van de overeenkomst en dragen zij op die manier bij aan een doeltreffende uitvoering van het GTLAS. Daartoe kan in het kader van essentiële maatregelen onder andere steun worden verleend aan de National Implementation Working Group (NIWG) en aan belanghebbenden, onder meer uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en inheemse volken, om doeltreffend toezicht te houden op de uitvoering van de overeenkomst en het GTLAS.



7.    Monitoring van de gevolgen van de overeenkomst

Monitoring van de gevolgen van de overeenkomst op sociaal, economisch en milieugebied is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de beoogde doelstellingen worden bereikt. Daartoe kunnen onder meer de volgende essentiële ondersteunende maatregelen worden genomen:

   opzetten van een monitoringsysteem of, indien nodig, verbetering van bestaande systemen, met inbegrip van referentieniveaus en overeengekomen indicatoren met betrekking tot elementen als bosbeheer en de toestand van bossen, bestaansmiddelen, governance, het genereren van inkomsten en economische ontwikkeling, en marktprestaties; en

   totstandbrenging en invoering van synergieën tussen de overeenkomst en het REDD+-mechanisme.

Het gemengd comité zorgt voor doeltreffende monitoring zoals omschreven in bijlage X bij deze overeenkomst.



8.    Creatie van een speciale ruimte voor een dialoog over grondbezit, grondgebruik en conflicten

Hoewel deze overeenkomst niet bedoeld is om grondkwesties aan te pakken, is een coördinatiemechanisme dat een speciale ruimte biedt voor een dialoog over grondbezit, grondgebruik en conflicten over grondgebruik tussen alle betrokken partijen, van cruciaal belang om de governance en wetshandhaving te versterken. In die context zullen klachten over kwesties betreffende Amerindiaanse gronden die in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst onder de aandacht van de ministeries en/of overheidsinstanties worden gebracht, worden behandeld via het Grievance and Redress Mechanism (klachten- en verhaalmechanisme) van het lopende Amerindian Land Titling Project (project voor het op naam stellen van Amerindiaanse gronden) en de opvolger daarvan na de looptijd van dat project. Daartoe zal steun worden verleend aan het Grievance and Redress Mechanism en de opvolger daarvan.

9.    Doorvoeren van marktverbeteringen en ontwikkeling van de industrie

9.1    Internationale markt

Om ervoor te zorgen dat de bosbouwsector in Guyana een belangrijk onderdeel van de lokale economie blijft dat werkgelegenheidskansen in stedelijke en plattelandsgebieden creëert en bijdraagt tot de armoedebestrijding, zal Guyana tijdens de ontwikkelings- en vergunningverleningsfase van het GTLAS een commerciële strategie ontwikkelen om de toegang van Guyaanse bosbouwproducten tot de markt van de Unie te bevorderen.



9.2    Binnenlandse markt

Het aanbod van legale en kwalitatief hoogwaardige houtproducten op de binnenlandse markt is absoluut noodzakelijk om te voorkomen dat er illegale activiteiten plaatsvinden die de uitvoering van de overeenkomst kunnen ondermijnen. Daartoe kunnen onder meer de volgende essentiële maatregelen worden genomen: beoordeling van de belemmeringen voor de naleving van de wetgeving op de binnenlandse markt; verbetering van het rechtskader voor de binnenlandse markt; ontwikkeling van een beleid inzake overheidsopdrachten; en versterking van de capaciteit en de stimulansen voor naleving, met name door kleine en middelgrote ondernemingen.

10.    Instelling van financieringsmechanismen voor de uitvoering van de overeenkomst

Er moeten financiële middelen worden vrijgemaakt voor de uitvoering van de overeenkomst. Tevens zullen gedetailleerde maatregelen en begrotingslijnen voor de in deze bijlage beschreven gebieden worden ontwikkeld. Met de steun van de Unie zal Guyana samenwerken met andere geldschieters om toegang te krijgen tot de noodzakelijke financiering. Essentiële maatregelen omvatten mogelijk: uitwerking van een strategie voor het vrijmaken van middelen met het oog op de ontwikkeling van het GTLAS; en samenwerking met het Ministerie van Financiën om ervoor te zorgen dat de jaarlijkse operationele begroting van de bij de uitvoering van het GTLAS betrokken ministeries en overheidsinstanties hun in staat stelt aan hun verplichtingen in het kader van het GTLAS te voldoen zodra het operationeel is.

________________



BIJLAGE VIII

CRITERIA VOOR HET BEOORDELEN VAN DE WERKING VAN HET GUYAANS SYSTEEM TER WAARBORGING VAN DE WETTIGHEID VAN HOUT EN HOUTPRODUCTEN (GTLAS)

ACHTERGROND

Voordat Flegt-vergunningen worden afgegeven voor de uitvoer van hout naar de Unie, zal een gezamenlijke onafhankelijke technische evaluatie van het GTLAS worden uitgevoerd. Bij deze gezamenlijke technische evaluatie wordt het gehele systeem beoordeeld om te bepalen of er adequate mechanismen zijn die waarborgen dat het GTLAS in de praktijk functioneert en presteert zoals beoogd. Bij de evaluatie zal de systeembeschrijving worden geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor eventuele wijzigingen die in de overeenkomst zijn aangebracht na de ratificatie ervan. Het mandaat voor de onafhankelijke technische evaluatie wordt gezamenlijk overeengekomen door de partijen in het gemengd comité voor toezicht en toetsing.

De technische evaluatie heeft betrekking op het volgende:

   de definitie van wettigheid, waarin de wetten van Guyana worden beschreven waaraan moet worden voldaan voor afgifte van een vergunning;

   de controle van de toeleveringsketen om houtproducten te traceren van het bos tot de plaats van uitvoer of binnenlandse verkoop, en van de plaats van invoer tot de plaats van uitvoer of binnenlandse verkoop;



   de verificatieprocedures om de naleving van alle elementen van de definitie van wettigheid vast te stellen en de controle van de toeleveringsketen;

   de procedures voor de afgifte van uitvoercertificaten en voor de afgifte van Flegt-vergunningen; en

   de onafhankelijke audit om te waarborgen dat het systeem functioneert zoals beoogd.

Op basis van de ervaring met andere overeenkomsten kan de beoordeling van het GTLAS worden uitgevoerd volgens een stapsgewijze en iteratieve aanpak, waarbij eventuele zwakke punten en gevallen van niet-naleving van het GTLAS die tijdens de beoordeling worden vastgesteld geleidelijk kunnen worden aangepakt door de geplande uitvoering van corrigerende maatregelen.

1.    DEFINITIE VAN WETTIGHEID

Legaal geproduceerd hout wordt gedefinieerd op basis van het in Guyana geldende rechtskader dat betrekking heeft op:

   kaprechten: de toewijzing van bosconcessies en de toekenning van wettelijke rechten om hout te kappen binnen wettelijk vastgestelde grenzen;



   bosbouwactiviteiten: naleving van de wettelijke voorschriften betreffende bosbeheer en bosbouwactiviteiten, met name naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving op sociaal en milieugebied;

   vergoedingen en belastingen: naleving van wettelijke voorschriften betreffende belastingen, exploitatierechten en vergoedingen (of een ander herzien inkomstensysteem) die rechtstreeks verband houden met de houtkap en kaprechten;

   andere gebruikers: eerbiediging van de eventuele pachtrechten of gebruiksrechten van andere partijen op grond en andere rijkdommen waarop de oogstrechten van invloed kunnen zijn;

   handel en douane: naleving van wettelijke voorschriften betreffende handel en douaneprocedures.

Hoofdvragen:

1.1.1:    Zijn de wettelijke voorschriften duidelijk vastgesteld in de definitie van wettigheid?

1.1.2:    Zijn er beginselen, criteria en indicatoren die kunnen worden gebruikt om de naleving van elk onderdeel van de definitie van wettigheid te toetsen?


1.1.3:    Zijn de verificatiepunten die worden gebruikt om de naleving van elk beginsel en criterium van de definitie van wettigheid te verifiëren specifiek gebaseerd op gedocumenteerde verwijzingen naar wetgeving, met betrekking tot het gemandateerde ministerie of de gemandateerde overheidsinstantie, waarin wordt beschreven hoe het verificatiepunt de naleving van de indicator waarborgt?

1.1.4:    Zijn de verificatiepunten duidelijk, objectief en praktisch uitvoerbaar? Is er enige verwarring mogelijk met betrekking tot de aard van het verificatiepunt? Beslaat het verificatiepunt alle iteraties of praktijkvoorbeelden wat betreft de entiteiten en activiteiten waarop zij van toepassing zijn? Heeft het verificatiepunt een rechtsgrondslag? Is het verificatiepunt geschikt en adequaat om de naleving van de opzet van de indicator te bevestigen? Wordt het verificatiepunt momenteel gebruikt door de exploitanten en de verantwoordelijke autoriteiten?

1.1.5:    Zijn de rollen en verantwoordelijkheden van alle relevante belanghebbenden en regelgevende instanties voor elk criterium en elke indicator duidelijk vastgesteld?

1.1.6:    Omvat de definitie van wettigheid de toepasselijke artikelen van het desbetreffende geldende nationale rechtskader? Zo niet, waarom worden sommige toepasselijke artikelen niet in de definitie van wettigheid weerspiegeld?



1.1.7:    Waren de belanghebbenden betrokken bij de ontwikkeling van de definitie van wettigheid?

1.1.8:    Zijn de tijdens de besprekingen met de belanghebbenden vastgestelde wettelijke voorschriften opgenomen in het GTLAS?

1.1.9:    Zijn er in de definitie van wettigheid aanpassingen doorgevoerd na de ratificatie van de overeenkomst? Zijn de verificatiepunten die worden gebruikt om de naleving van elk beginsel en criterium van de definitie van wettigheid te controleren specifiek gebaseerd op gedocumenteerde verwijzingen naar wetgeving, met betrekking tot het gemandateerde ministerie of de gemandateerde overheidsinstantie, waarin wordt beschreven hoe het verificatiepunt de naleving van de indicator waarborgt?

1.2.0:    In geval van wijzigingen in de definitie van wettigheid zijn de hoofdvragen onder meer:

a)    zijn alle relevante belanghebbenden geraadpleegd over deze wijzigingen en zijn andere daarna in het systeem ter waarborging van de wettigheid opgetreden wijzigingen doorgevoerd in het kader van een procedure waarin voldoende rekening met hun zienswijzen is gehouden?

b)    in geval van wijzigingen van de definitie van wettigheid, voldoen alle herzieningen aan de in de vragen 1.1.1 tot en met 1.2.0, punt a), genoemde vereisten?



2.    CONTROLE VAN DE TOELEVERINGSKETEN

De systemen ter controle van de toeleveringsketen moeten er op een geloofwaardige manier voor zorgen dat houtproducten door de hele toeleveringsketen kunnen worden getraceerd vanaf:

   de plaats van de kap in het bos tot de plaats van uitvoer;

   de plaats van de kap in het bos tot de plaats van verkoop op de binnenlandse markt;

   de plaats van invoer tot de plaats van verkoop op de binnenlandse markt; en

   de plaats van invoer tot de plaats van uitvoer.

2.1.    Gebruiksrechten

De gebieden waarvoor ten aanzien van de bosbestanden gebruiksrechten zijn verleend zijn duidelijk afgebakend en er is duidelijk vastgesteld wie de houders van die rechten zijn.


Hoofdvragen:

2.1.1:    Is het systeem ter controle van de toeleveringsketen robuust genoeg om vermenging met materialen waarvoor geen geldige gebruiksrechten zijn gewaarborgd te voorkomen?

2.1.2:    Zorgt het controlesysteem ervoor dat aan FSO’s die hout kappen de juiste gebruiksrechten zijn verleend voor de specifieke bosgebieden?

2.1.3:    Zijn de procedures voor de toekenning van de kaprechten en de informatie over dergelijke rechten, met inbegrip van de houders, openbaar beschikbaar?

2.2.    Methoden ter controle van de toeleveringsketen

Er bestaan doeltreffende mechanismen voor het traceren van hout in de hele toeleveringsketen, vanaf de kap of de plaats van invoer tot de plaats van binnenlandse verkoop of uitvoer, die betrekking hebben op het volgende:

   wettelijke status van FSO’s;

   wettige toegang tot het bos;



   wettelijke rechten om hout te kappen;

   bosbeheer en houtkap (inclusief gerecupereerd hout);

   na de kap (aanbrengen van labels op stammen en documentatie);

   vervoer van houtproducten;

   verwerking van houtproducten;

   verkoop van houtproducten op de binnenlandse markt;

   in beslag genomen, verbeurd verklaarde en achtergelaten houtproducten;

   uitvoer van houtproducten;

   invoer van houtproducten;

   houtproducten in doorvoer voor uitvoer;



   sociale, arbeids- en fiscale aspecten in verband met de activiteiten van de FSO’s;

   wettelijke vestiging en de fiscale naleving van de FSO; en

   milieuaspecten in verband met de activiteiten van de FSO’s.

De methode die wordt gebruikt om vast te stellen om wat voor hout het gaat, kan variëren van het gebruik van labels voor individuele goederen tot het raadplegen van documentatie voor een zending of een partij goederen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de soort hout en de waarde ervan, alsmede het risico van vermenging met onbekend of illegaal hout.

Hoofdvragen:

2.2.1:    Zijn alle verschillende soorten activiteiten in de toeleveringsketen en houtbronnen geïdentificeerd en beschreven in het controlesysteem?

2.2.2:    Zijn alle stappen van de toeleveringsketen geïdentificeerd en beschreven in het controlesysteem?

2.2.3:    Is in de verificatiemethodiek een geloofwaardige op risico gebaseerde benadering opgenomen om ervoor te zorgen dat de delen van de toeleveringsketen waar het risico op vermenging met onbekend of illegaal hout het grootst is specifieke aandacht krijgen? Zijn er op risico gebaseerde benaderingen opgenomen in de verificatiemethodieken die in de praktijk worden toegepast, en functioneren zij zoals beoogd?



2.2.4:    Zijn er methoden bepaald, gedocumenteerd en uitgevoerd om de oorsprong van het product vast te stellen en vermenging met hout van onbekende bron te voorkomen en functioneren zij op een geloofwaardige wijze in de volgende stappen van de toeleveringsketen:

   hout op stam (inventarisatie voor grote concessies);

   gekapte stammen in het bos;

   vervoer en tussentijdse opslag (stapelplaatsen voor stamhout/balkengaten, tussentijdse stapelplaatsen voor stamhout/balkengaten);

   aankomst bij de verwerkingsinstallatie en opslag van het materiaal;

   binnenkomst in en vertrek uit de verwerkingsinstallatie;

   opslag van verwerkte producten in de verwerkingsinstallatie;

   vertrek uit de verwerkingsinstallatie en vervoer;

   aankomst op de plaats van uitvoer?

2.2.5:    Welke organisaties zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de houtstromen? Beschikken zij over toereikende personele en andere middelen voor het uitoefenen van dit toezicht?



2.2.6:    Zijn de procedures ter controle van de toeleveringsketen duidelijk gedefinieerd en aan de relevante belanghebbenden gecommuniceerd? Worden de procedures ter controle van de toeleveringsketen in de praktijk toegepast en functioneren zij zoals beoogd?

2.3.    Kwantitatief gegevensbeheer

Er bestaan robuuste en doeltreffende mechanismen voor het meten en registreren van de hoeveelheden houtproducten in elke stap van de toeleveringsketen, inclusief betrouwbare en nauwkeurige ramingen vóór de kap van het volume hout op stam (indien van toepassing) op elke kaplocatie.

Hoofdvragen:

2.3.1:    Zorgt het controlesysteem voor kwantitatieve gegevens over aanvoer en afvoer, met inbegrip van eventuele omzettingsverhoudingen, bij de volgende stappen van de toeleveringsketen:

   hout op stam (inventarisatie voor grote concessies);

   stammen in het bos (op rooiplaatsen);



   vervoerd en opslagen hout (stapelplaatsen/balkengaten, tussentijdse stapelplaatsen voor stamhout/balkengaten);

   aankomst bij het verwerkingsbedrijf en opslag van het materiaal;

   aanvoer en afvoer op de productielijnen;

   opslag van verwerkte producten in de verwerkingsinstallatie;

   vertrek uit de verwerkingsinstallatie en vervoer;

   aankomst op de plaats van uitvoer?

2.3.2:    Zijn de functies van informatiesystemen met het oog op verificatie van de wettigheid van de toeleveringsketen duidelijk gedefinieerd?

2.3.3:    Indien in beslag genomen en/of verbeurd verklaard hout opnieuw tot de toeleveringsketen wordt toegelaten, wordt het dan door het systeem beheerd om ervoor te zorgen dat alle noodzakelijke stappen voor de regularisatie vooraf zijn gevolgd?

2.3.4:    Vormt het ontbreken van een inventarisatie vóór de kap van hout op stam afkomstig van kleine concessies, herbestemde staatsbossen, Amerindiaanse gronden en particuliere gronden een reëel risico wegens de mogelijkheid dat niet-geverifieerd hout in de toeleveringsketen terechtkomt? Zo ja, hoe wordt dit risico aangepakt? Wordt dit risico doeltreffend aangepakt?



2.3.5:    Welke organisaties zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de kwantitatieve gegevens? Beschikken zij over toereikende personele en materiële middelen? Voldoen de organisaties die verantwoordelijk zijn voor het bijhouden van de kwantitatieve gegevens aan hun mandaat en verantwoordelijkheden?

2.3.6:    Worden alle kwantitatieve gegevens zodanig geregistreerd dat de hoeveelheden tijdig kunnen worden geverifieerd ten opzichte van de vorige en volgende stappen van de toeleveringsketen? Worden de geregistreerde gegevens gebruikt om de hoeveelheden te verifiëren ten opzichte van de vorige en volgende stappen?

2.3.7:    Welke informatie over de controle van de toeleveringsketen wordt openbaar gemaakt? Hoe krijgen belanghebbenden toegang tot deze informatie?

2.4.    Scheiding van wettelijk geverifieerd hout en hout uit onbekende bronnen

Hoofdvragen:

2.4.1:    Welke controlemaatregelen worden toegepast om ervoor te zorgen dat geverifieerd en niet-geverifieerd materiaal in de hele toeleveringsketen van elkaar gescheiden blijft? Worden de controlemaatregelen doeltreffend toegepast?



2.5.    Ingevoerde houtproducten

Er bestaan adequate controles om ervoor te zorgen dat ingevoerde houtproducten uit legale bronnen afkomstig zijn.

Hoofdvragen:

2.5.1:    Welk bewijsmateriaal is vereist om aan te tonen dat de ingevoerde houtproducten afkomstig zijn van bomen die in het land van oorsprong legaal zijn gekapt? Wordt dit bewijs consequent en correct geleverd?

2.5.2:    Als er ingevoerd hout wordt gebruikt, kan het land waar het hout is gekapt dan worden geïdentificeerd op de Flegt-vergunning? Wordt de informatie over het land waar het hout is gekapt systematisch opgenomen in de Flegt-vergunning?

2.6.    Hout in doorvoer

Er bestaan adequate controles en procedures voor het beheer van houtproducten in doorvoer. Het bestaande systeem voorkomt dat hout in doorvoer wordt vermengd met andere houtbronnen met het oog op de productie van verwerkte producten of de verkoop.


Hoofdvragen:

2.6.1:    Zijn de bestaande procedures en controles voor het beheer van houtproducten in doorvoer duidelijk en adequaat?

2.6.2:    Zijn er vaste procedures die waarborgen dat hout in doorvoer niet wordt vermengd met andere houtbronnen met het oog op de productie van verwerkte producten of de verkoop in Guyana?

2.6.3:    Worden de procedures en controles in de praktijk toegepast en functioneren zij doeltreffend zoals beoogd? Zijn de procedures en controles doeltreffend om te waarborgen dat hout in doorvoer niet wordt vermengd met andere houtbronnen met het oog op de productie van verwerkte producten of de verkoop in Guyana?

2.6.4:    Welke registers worden er bijgehouden om verificatie achteraf mogelijk te maken?

2.6.5:    Welke informatie over houtproducten in doorvoer wordt openbaar gemaakt? Hoe krijgen belanghebbenden toegang tot deze informatie?



2.7.    In beslag genomen en verbeurd verklaarde houtproducten

Er bestaan adequate procedures en controles om ervoor te zorgen dat in beslag genomen houtproducten waarvan wordt vermoed dat ze in strijd zijn met de bosbouwwetgeving van Guyana op passende wijze worden behandeld voordat ze na teruggave, verbeurdverklaring en/of verkoop in de toeleveringsketen worden gebracht.

Hoofdvragen:

2.7.1:    Is er een duidelijke definitie voor in beslag genomen en verbeurd verklaard hout?

2.7.2:    Zijn de procedures en controles voor de vrijgave van in beslag genomen en/of verbeurd verklaard hout om opnieuw in de toeleveringsketen te worden gebracht en de uitsluiting van het Flegt-vergunningensysteem doeltreffend?

3.    VERIFICATIEPROCEDURES

In het kader van de verificatie worden toereikende controles uitgevoerd om de wettigheid van het hout te waarborgen. De verificatie moet voldoende grondig en doeltreffend zijn om te kunnen vaststellen wanneer de voorschriften in het bos of in de toeleveringsketen niet worden nageleefd en tijdig actie te ondernemen.



3.1.    Organisatie

De verificatie wordt uitgevoerd door een overheidsinstantie of een derde organisatie die beschikt over passende middelen, beheersystemen en bekwaam en geschoold personeel, alsmede over goede en doeltreffende regelingen om belangenconflicten te beheersen.

Hoofdvragen:

3.1.1:    Heeft de overheid een verificatie-instantie aangewezen om de verificatietaken uit te voeren? Is het mandaat (en de bijbehorende verantwoordelijkheden) duidelijk en openbaar?

3.1.2:    Beschikt de verificatie-instantie over voldoende middelen om de wettigheidsverificatie uit te voeren? Middelen omvatten personele, financiële en logistieke middelen, IT, energievoorziening en connectiviteit.

3.1.3:    Is de verificatie-instantie operationeel en in staat om de vereiste verificatietaken uit te voeren?

3.1.4:    Zijn de institutionele rollen en verantwoordelijkheden duidelijk omschreven en worden zij toegepast?



3.1.5:    Beschikt de verificatie-instantie over een gedocumenteerd beheersysteem dat:

   waarborgt dat het personeel voldoende bekwaamheden en ervaring heeft om doeltreffende verificaties uit te voeren?

   intern(e) controle/toezicht uitvoert?

   mechanismen omvat om belangenconflicten in de hand te houden?

   de transparantie van het systeem garandeert?

   een verificatiemethodiek definieert en toepast?

3.2.    Verificatie met betrekking tot de definitie van wettigheid

Er bestaat een duidelijke omschrijving van hetgeen moet worden geverifieerd. De verificatiemethodiek is gedocumenteerd en waarborgt dat het proces systematisch en transparant verloopt, op bewijs is gebaseerd, met een vastgestelde frequentie wordt uitgevoerd en alle in de definitie aangegeven onderdelen omvat.


Hoofdvragen:

3.2.1:    Omvat de door de verificatie-instanties gehanteerde verificatiemethodiek alle elementen van de definitie van wettigheid en wordt daarin duidelijk beschreven hoe aan de indicatoren wordt voldaan?

3.2.2:    Wordt de op risico gebaseerde benadering gedocumenteerd door middel van uitgebreide en praktische procedures?

3.2.3:    Draagt de op risico gebaseerde benadering op doelmatige wijze bij aan de op de definitie van wettigheid gebaseerde verificatie?

3.2.4:    Zorgt de verificatie-instantie ervoor dat:

   de documenten, houtkapregisters en activiteiten op het terrein (onder meer via steekproeven) worden gecontroleerd?

   gegevens van externe belanghebbende partijen worden vergaard?

   hun verificatieactiviteiten worden geregistreerd?

3.2.5:    Worden de resultaten van de verificatie openbaar gemaakt? Hoe krijgen de belanghebbenden toegang tot deze informatie?



3.2.6:    Verschaffen de verificatieresultaten duidelijke en ondubbelzinnige informatie over het nalevingsniveau van de indicator (ja/nee)?

3.3.    Verificatie van systemen ter controle van de integriteit van de toeleveringsketen

Er is duidelijk afgebakend welke criteria en indicatoren moeten worden geverifieerd, en deze omvatten de volledige toeleveringsketen. De verificatiemethodiek is gedocumenteerd en zorgt ervoor dat het proces systematisch en transparant verloopt, op bewijs is gebaseerd, op regelmatige tijdstippen wordt uitgevoerd en alle vereiste criteria en indicatoren omvat. De methode omvat tevens regelmatige en tijdige afstemming van de gegevens van elke stap van de keten.

Hoofdvragen:

3.3.1:    Beslaat de verificatiemethodiek alle stappen van toeleveringsketen? Wordt dit duidelijk vooropgesteld in de verificatiemethodiek?

3.3.2:    Hoe wordt aangetoond dat de controle van de toeleveringsketen wordt geverifieerd?

3.3.3:    Welke organisatie is verantwoordelijk voor de verzameling en verificatie van gegevens? Beschikken zij over toereikende middelen voor het uitvoeren van het gegevensbeheer? Middelen omvatten personele, financiële en logistieke middelen, IT, energievoorziening en connectiviteit.



3.3.4:    Zijn er methoden voor het beoordelen van de afstemming tussen hout op stam, gekapte stammen en hout dat aankomt bij de verwerkingsinstallatie of de plaats van uitvoer? Zo ja, zijn de methoden doeltreffend om vast te stellen waar de gegevens niet overeenstemmen en om follow-up en/of verder onderzoek mogelijk te maken?

3.3.5:    Zijn er methoden om de samenhang tussen de input van grondstoffen en de output van verwerkte producten in houtzagerijen en andere installaties te beoordelen? Worden in het kader van deze methoden omzettingsverhoudingen vastgesteld en periodiek bijgewerkt? Zo ja, zijn de methoden doeltreffend om incoherentie tussen de gegevensstromen vast te stellen en om follow-up en/of verder onderzoek mogelijk te maken?

3.3.6:    Volstaan de informatiesystemen en -technologieën die worden toegepast voor het opslaan, verifiëren en registreren van gegevens om een adequate verificatie te waarborgen?

3.3.7:    Zijn er doeltreffende back-upsystemen om te zorgen voor een snel en doeltreffend gegevensherstel in geval van een grote rampzalige gebeurtenis zoals brand of een systeemstoring?

3.4    Mechanismen voor de afhandeling van klachten

Er zijn toereikende mechanismen voor de afhandeling van klachten en geschillen in verband met de verificatieprocedure.


Hoofdvragen:

3.4.1:    Beschikken de verificatie-instanties over een klachtenmechanisme dat beschikbaar is voor alle belanghebbende partijen?

3.4.2:    Beschikken de verificatie-instanties over mechanismen voor het ontvangen en beantwoorden van bezwaren van betrokken partijen?

3.4.3:    Beschikken de verificatie-instanties over mechanismen voor het ontvangen en beantwoorden van meldingen van overheidsambtenaren over overtredingen/schendingen?

3.4.4:    Is het duidelijk hoe klachten worden ontvangen, geregistreerd, doorgestuurd (indien nodig) en beantwoord?

3.5.    Mechanismen voor de aanpak van gevallen van niet-naleving

Er zijn toereikende mechanismen voor de afhandeling van gevallen van niet-naleving die tijdens de verificatieprocedure worden vastgesteld of via klachten en onafhankelijk toezicht aan het licht komen.


Hoofdvragen:

3.5.1:    Zijn in het verificatiesysteem mechanismen gedefinieerd voor de afhandeling van gevallen van niet-naleving die tijdens de verificatieprocedure worden vastgesteld of via klachten en onafhankelijk toezicht aan het licht komen? Is dit mechanisme doeltreffend?

3.5.2:    Worden gevallen van niet-naleving, de correctie van de verificatieresultaten en andere maatregelen op toereikende wijze geregistreerd? Wordt ook de doeltreffendheid van dergelijke maatregelen beoordeeld?

3.5.3:    Zijn er mechanismen ontwikkeld voor de afhandeling van gevallen van niet-naleving en de gevolgen daarvan voor de Flegt-vergunningen en de afgifte van uitvoercertificaten? Worden deze in de praktijk toegepast?

3.5.4:    Wat voor gegevens over gevallen van niet-naleving worden openbaar gemaakt?



4.    VERLENING VAN VERGUNNINGEN VOOR UITVOER EN VERKOOP OP DE BINNENLANDSE MARKT

Er is een vergunningverlenende autoriteit aangewezen die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor de afgifte van Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten. Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten worden afgegeven voor afzonderlijke zendingen die voor de Unie zijn bestemd. Uitvoercertificaten worden alleen afgegeven voor uitvoer naar markten buiten de Europese Unie en er bestaan systemen om de wettigheid van op de binnenlandse markt gebrachte houtproducten te verifiëren.

4.1.    Organisatie

Hoofdvragen:

4.1.1:    Welke instantie is verantwoordelijk voor de afgifte van Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten?

4.1.2:    Bestaan er procedures om te waarborgen dat alleen legaal hout op de binnenlandse markt wordt gebracht?

4.1.3:    Bestaan er controles om te waarborgen dat deze procedures toereikend en doeltreffend zijn?



4.1.4:    Zijn de rollen van de vergunningverlenende autoriteit en haar personeel met betrekking tot de afgifte van Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten duidelijk gedefinieerd en openbaar gemaakt?

4.1.5:    Zijn de eisen van vakbekwaamheid omschreven en is er intern toezicht op het personeel van de vergunningverlenende autoriteit?

4.1.6:    Beschikt de vergunningverlenende autoriteit over adequate middelen voor het uitvoeren van haar taken? Middelen omvatten personele, financiële en logistieke middelen, IT, energievoorziening en connectiviteit.

4.2.    Afgifte van Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten

Er zijn adequate regelingen getroffen voor de afgifte van Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten.

Hoofdvragen:

4.2.1:    Voldoen de Flegt-vergunningen aan de technische specificaties in bijlage IV?

4.2.2:    Zijn de rollen en verplichtingen van het personeel van de vergunningverlenende autoriteit duidelijk gedefinieerd en openbaar?



4.2.3:    Worden de procedures van de vergunningverlenende autoriteit in de praktijk doeltreffend toegepast? Welk bewijs ondersteunt deze conclusie?

4.2.4:    Zijn er adequate gegevens over afgegeven Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten? Zijn er adequate gegevens in gevallen waarin geen Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten zijn afgegeven wegens niet-naleving? Bevatten de gegevens het nodige bewijsmateriaal op grond waarvan Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten zijn verleend?

4.2.5:    Bestaat er een systeem om vervalste wettelijke documenten op te sporen en te identificeren?

4.2.6:    Is het systeem toereikend voor het opsporen van vervalste wettelijke documenten?

4.2.7:    Beschikt de vergunningverlenende autoriteit over adequate procedures om te waarborgen dat elke zending hout voldoet aan de eisen van de definitie van wettigheid en de controles van de toeleveringsketen op basis van informatie van alle relevante ministeries en overheidsinstanties die betrokken zijn bij de uitvoering van het GTLAS?

4.2.8:    Zijn de vereisten voor de afgifte van vergunningen duidelijk omschreven en meegedeeld aan de exporteurs en andere betrokken partijen?



4.2.9:    Wat voor gegevens over de afgegeven vergunningen worden openbaar gemaakt? Hoe krijgen de belanghebbenden toegang tot deze informatie?

4.2.10:    Heeft Guyana een nummeringssysteem voor Flegt-vergunningen ontwikkeld waarmee onderscheid kan worden gemaakt tussen Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten? Heeft de vergunningverlenende autoriteit zich aan dit nummeringssysteem gehouden?

4.2.11:    Voorziet het vergunningensysteem in de vervanging van een Flegt-vergunning in geval van verlies van het document?

4.2.12:    Voorziet het vergunningensysteem in de aanpassing van de Flegt-vergunning in een of meer van de volgende scenario’s:

   de bestemming of ontvanger van de zending verandert; of

   de discrepantie tussen het werkelijke volume/de werkelijke kwantiteit van de zending uit te voeren houtproducten bedraagt meer dan 10 %?



4.3.    Vragen over afgegeven Flegt-vergunningen

Er is een toereikende regeling voor het afhandelen van vragen van de bevoegde autoriteiten in de Unie over Flegt-vergunningen, zoals beschreven in bijlage III.

Hoofdvragen:

4.3.1:    Is er binnen de vergunningverlenende autoriteit een functie voor informatieverstrekking inzake vergunningen in het leven geroepen die zich onder andere bezighoudt met het ontvangen en beantwoorden van vragen van de bevoegde autoriteiten in de Unie en andere partijen?

4.3.2:    Zijn er duidelijke communicatieprocedures afgesproken tussen de vergunningverlenende autoriteit en de bevoegde autoriteiten in de Unie?

4.3.3:    Zijn er communicatiekanalen voor Guyaanse of internationale belanghebbenden voor het verkrijgen van informatie over afgegeven Flegt-vergunningen?



4.4.    Mechanisme voor de afhandeling van relevante klachten en geschillen

Er is een toereikend mechanisme voor de afhandeling van relevante klachten en geschillen in verband met de afgifte van vergunningen. Dit mechanisme is bedoeld om eventuele klachten over de werking van het vergunningensysteem adequaat af te handelen.

Hoofdvragen:

4.4.1:    Is er voorzien in een mechanisme en gedocumenteerde procedures voor de afhandeling van relevante klachten en zijn dat mechanisme en die procedures beschikbaar voor alle belanghebbenden en zijn zij doeltreffend?

4.4.2:    Is het duidelijk hoe klachten worden ontvangen, geregistreerd, doorgestuurd (indien nodig) en beantwoord?

5.    VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN ANDERE OVERHEIDSORGANISATIES

De GFC, die het officiële mandaat heeft om de nationale bosbestanden van Guyana te beheren, is de coördinerende instantie voor de uitvoering van deze overeenkomst. Zij doet dit in samenwerking met de ministeries en overheidsinstanties die betrokken zijn bij de uitvoering van het GTLAS en waarvan de wettelijke mandaten van invloed zijn op het duurzame beheer van de bosrijkdommen van het land.


Hoofdvragen:

5.1.1.:    Bestaat er een mechanisme, zoals een memorandum van overeenstemming (MvO) of andere mechanismen, dat de taken en verantwoordelijkheden van de andere ministeries en overheidsinstanties met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst regelt?

5.1.2:    Zijn deze andere ministeries en overheidsinstanties op de hoogte van hun wettelijke verantwoordelijkheden en begrijpen zij deze?

5.1.3:    Beschikken de ministeries en overheidsinstanties over voldoende middelen voor de uitvoering van hun taken zoals beschreven in deze overeenkomst? Middelen omvatten personele, financiële en logistieke middelen, IT, energievoorziening en connectiviteit.

5.1.4:    Bestaat er een verificatiesysteem om na te gaan of deze andere ministeries en overheidsinstanties hun verantwoordelijkheden in het kader van deze overeenkomst op adequate en doeltreffende wijze nakomen?

5.1.5:    Is het duidelijk hoe vaak deze verificaties worden uitgevoerd? Worden er verslagen opgesteld op basis van deze verificaties en zijn ze openbaar?

5.1.6:    Bestaat er een systeem om de resultaten van deze verificaties te gebruiken om het GTLAS voortdurend te verbeteren? Werkt dat systeem doeltreffend?



6.    INFORMATIESYSTEMEN TER ONDERSTEUNING VAN DE UITVOERING VAN HET GTLAS

In het kader van de uitvoering van het GTLAS zal Guyana, in partnerschap met de Unie, een uitgebreide upgrade van de informatie- en communicatietechnologiesystemen (ICT) ter ondersteuning van het GTLAS doorvoeren voordat Flegt-vergunningen en uitvoercertificaten worden afgegeven.

Er zullen met name ICT-systemen worden ontwikkeld en ingevoerd om de gegevens en informatie van de FSO’s in bijna-realtime te kunnen overdragen en delen tussen de GFC en de ministeries en overheidsinstanties die bij de uitvoering van deze overeenkomst betrokken zijn.

Hoofdvragen:

6.1.1:    Zorgt het ICT-systeem voor connectiviteit (met doeltreffende encryptiecapaciteit) voor de overdracht van informatie tussen en onder de afdelingen en eenheden van de GFC, inclusief tussen het hoofdkantoor en de boskantoren van de GFC, en tussen de boskantoren onderling?

6.1.2:    Maakt het ICT-systeem ter ondersteuning van de uitvoering van het GTLAS toegang tot en uitwisseling van gegevens en informatie in bijna-realtime mogelijk tussen de GFC en de ministeries en overheidsinstanties die betrokken zijn bij de uitvoering van deze overeenkomst?



6.1.3:    Beschikken de andere ministeries en overheidsinstanties over het vermogen – door middel van opleiding van het personeel en verbetering van de apparatuur – om de vrije communicatiestroom (met inbegrip van de uitwisseling van gegevens en informatie) met de GFC mogelijk te maken?

7.    ONAFHANKELIJKE AUDITOR

De onafhankelijke audit zal worden vastgesteld voordat het Flegt-vergunningensysteem operationeel wordt. Het doel ervan is eventuele zwakke punten in het GTLAS op te sporen, aanbevelingen te formuleren voor de continue verbetering ervan en aldus bij te dragen tot de werking, de geloofwaardigheid en de doeltreffendheid van het GTLAS en deze overeenkomst in het algemeen.

Hoofdvragen:

7.1.1:    Is de uitvoering van de onafhankelijke audit in overeenstemming met het mandaat van bijlage VI?

7.1.2:    Heeft de overheid richtsnoeren ontwikkeld voor de onafhankelijke audit, zijn deze richtsnoeren in overeenstemming met het mandaat in bijlage VI, en heeft de overheid deze richtsnoeren openbaar gemaakt?



7.1.3:    Omvatten de richtsnoeren duidelijke criteria waaraan de organisaties die de onafhankelijke auditfunctie uitoefenen moeten voldoen (zie bijlage VI) om de onpartijdigheid te waarborgen en belangenconflicten te voorkomen?

7.1.4:    Omvatten de richtsnoeren procedures om toegang te verkrijgen tot de gegevens?

7.1.5:    Hebben belanghebbenden in de praktijk toegang tot de in bijlage IX opgenomen gegevens?

7.1.6:    Voorzien de richtsnoeren in procedures voor het indienen van klachten met betrekking tot het GTLAS en andere elementen van de overeenkomst en voor het openbaar maken van deze klachten?

7.1.7:    Zijn er duidelijke regels vastgesteld voor de verslaglegging en openbaarmaking in het kader van de onafhankelijke audit?

7.1.8:    Voldoet de methodiek van de onafhankelijke audit aan de beste internationale praktijken overeenkomstig ISO 19011, ISO 17021 of gelijkwaardige normen?



7.1.9:    Heeft Guyana een onafhankelijke auditor ingeschakeld nadat het gemengd comité had besloten geen bezwaar te maken? Heeft het gemengd comité besloten om geen bezwaar te maken tegen de selectie van de onafhankelijke auditor en heeft Guyana de onafhankelijke auditor aangesteld om de verificatietaken uit te voeren? Is het mandaat (en de bijbehorende verantwoordelijkheden) duidelijk en openbaar?

07.01.10:    Zijn de institutionele rollen en verantwoordelijkheden van de ministeries en overheidsinstanties zoals die in het GTLAS zijn vastgesteld duidelijk gedefinieerd en worden zij toegepast?

07.01.11:    Beschikt de onafhankelijke auditor over toereikende middelen voor de verificatie van de definitie van wettigheid en de systemen voor controle van de houttoeleveringsketen?

07.01.12:    Beschikt de onafhankelijke auditor over een gedocumenteerd beheersysteem dat:

   waarborgt dat het personeel voldoende bekwaamheden en ervaring heeft om doeltreffende verificaties uit te voeren?

   intern(e) controle/toezicht uitvoert?

   mechanismen omvat om belangenconflicten in de hand te houden?

   de transparantie van het systeem garandeert?

   een verificatiemethodiek definieert en toepast?

________________



BIJLAGE IX

OPENBARE TOEGANG TOT INFORMATIE OVER HET FLEGT-VERGUNNINGENSYSTEEM

1.    INLEIDING

In overeenstemming met het beleid van Guyana en de Unie om de natuurlijke hulpbronnen op transparante en verantwoordelijke wijze te beheren, zijn de partijen het erover eens dat de beschikbaarheid van informatie essentieel is voor het welslagen van deze overeenkomst. De partijen verbinden zich er derhalve toe ervoor te zorgen dat er voortdurend toegang is tot informatie om de uitvoering van en het toezicht op de overeenkomst te vergemakkelijken. De partijen verbinden zich er tevens toe ervoor te zorgen dat de informatie die wordt verkregen in het kader van het bij de overeenkomst ingestelde GTLAS openbaar wordt gemaakt.

2.    DOOR HET GEMENGD COMITÉ VOOR TOEZICHT EN TOETSING OPENBAAR TE MAKEN INFORMATIE

2.1    Structuur en procedures ter ondersteuning van de werking van het gemengd comité voor toezicht en toetsing



2.2    Notulen van vergaderingen van het gemengd comité en samenvattingen van besluiten

2.3    Informatie betreffende de onafhankelijke audit:

a)    mandaat van de onafhankelijke auditor;

b)    procedurehandboek voor de onafhankelijke audit;

c)    criteria voor de selectie van de onafhankelijke auditor;

d)    samenvattende verslagen van de onafhankelijke auditor.

2.4    Jaarverslagen die door het gemengd comité worden opgesteld, met name informatie met betrekking tot:

a)    de vooruitgang die Guyana heeft geboekt bij de uitvoering van elk van de elementen van het GTLAS en alle andere zaken die verband houden met de uitvoering van de overeenkomst;


b)    de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst, alsmede de maatregelen die moeten worden genomen binnen een in de overeenkomst vastgestelde termijn en de bijbehorende aanvullende maatregelen voordat het Flegt-vergunningensysteem operationeel wordt;

c)    het aantal door Guyana afgegeven Flegt-vergunningen;

d)    eventuele maatregelen om te voorkomen dat houtproducten van illegale oorsprong naar markten buiten de Unie worden uitgevoerd of op de binnenlandse markt in de handel worden gebracht;

e)    hoeveelheden houtproducten die in Guyana worden ingevoerd of via Guyana worden doorgevoerd en overgeladen;

f)    eventuele genomen maatregelen om de invoer van houtproducten van illegale oorsprong te voorkomen, teneinde de integriteit van het Flegt-vergunningensysteem te handhaven;

g)    gevallen van niet-naleving van het GTLAS in Guyana en de genomen maatregelen om dit op te lossen;


h)    de hoeveelheden houtproducten die in het kader van het Flegt-vergunningensysteem in de Unie zijn ingevoerd, ingedeeld naar de desbetreffende GS-code en de lidstaat van de Unie waarin de invoer heeft plaatsgevonden (te verstrekken door de Unie);

i)    de hoeveelheden houtproducten die in het kader van het Flegt-vergunningensysteem naar de Unie zijn uitgevoerd, ingedeeld naar de desbetreffende GS-code en de lidstaat van de Unie waarvoor het hout is bestemd (te verstrekken door Guyana);

j)    informatie over gevallen van en hoeveelheden houtproducten waarover de Guyaanse vergunningverlenende autoriteit uitleg moest verschaffen aan de bevoegde autoriteiten van de Unie.

3.    DOOR GUYANA OPENBAAR TE MAKEN INFORMATIE

Relevante informatie en verslagen zullen door de GFC regelmatig en via verschillende kanalen worden gepubliceerd en/of beschikbaar worden gesteld. De informatie zal de volgende elementen omvatten:



3.1.    Juridische informatie:

a)    tekst van de overeenkomst, inclusief de bijlagen en de latere wijzigingen daarin;

b)    het nationale rechtskader waarnaar in bijlage II wordt verwezen;

c)    geratificeerde internationale conventies en verdragen;

d)    gedragscode van de GFC, WTS Guidelines en richtsnoeren voor grote en kleine concessies;

e)    relevante delen van de procedurehandboeken in verband met de in bijlage V beschreven verificatieprocedures;

f)    elke wet- of regelgevende tekst in verband met bijlage II of bijlage V die tijdens de uitvoeringsfase van het GTLAS is aangenomen.



3.2.    Productie-informatie:

a)    totale jaarlijkse houtproductie, per type product;

b)    jaarlijkse volumes verwerkt hout, per type product;

c)    jaarlijkse volumes uitgevoerd stamhout (totaal volume en naar de Unie uitgevoerd volume);

d)    jaarlijkse volumes uitgevoerd industriehout, per type product (totaal volume en naar de Unie uitgevoerd volume);

e)    jaarlijkse volumes industriehout die op de binnenlandse markt worden verhandeld, per type product;

f)    jaarlijkse volumes in beslag genomen en verbeurd verklaard hout.

3.3.    Toewijzingsinformatie:

a)    lijst met de namen van de FSO’s aan wie bosconcessieovereenkomsten, landbouwpachtovereenkomsten, mijnconcessies of -vergunningen en titels van bosconcessieovereenkomsten zijn toegewezen;


b)    aanvullende informatie over de individuele status van grote en kleine concessies: contactgegevens, beschrijving van het concessiegebied (kaart), wettelijke status van de concessie, looptijd;

c)    procedures van de GFC voor de toewijzing van bosconcessies;

d)    toewijzingsrichtsnoeren voor vergunningen/pachtovereenkomsten/concessies/titels van andere instanties wanneer deze worden verleend voor gronden met staatsbossen;

e)    criteria voor de toewijzing van bosconcessies;

f)    locatiekaart van bosconcessies waarop de toegewezen gebieden zijn aangeduid;

g)    locatiekaart voor gebieden die beschikbaar zijn voor houtkap en uiterste termijnen voor de indiening van aanvragen;

h)    in voorkomend geval, informatie over de daadwerkelijke ontvangers of over personen die feitelijke zeggenschap hebben over de houder van de concessie;

i)    lijst van FSO’s die beschikken over een vergunning voor het in de handel brengen van gerecupereerd of herbestemmingshout;

j)    jaarlijkse volumes gekapt gerecupereerd of herbestemmingshout.



3.4.    Beheerinformatie:

a)    mandaat, rollen en verantwoordelijkheden van de instanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de controle van de concessies;

b)    oppervlakte van de bosbouwconcessies met certificaat;

c)    beoordelingen van milieu- en sociale gevolgen, indien van toepassing;

d)    lijst van ministeries en overheidsinstanties met verificatieverantwoordelijkheden uit hoofde van bijlage II;

e)    lijst van grote concessies met goedgekeurde beheerplannen;

f)    lijst van Amerindiaanse dorpen en particuliere bosgebieden;

g)    memorandum van overeenstemming (MvO) waarin de rollen en verantwoordelijkheden van de ministeries en overheidsinstanties inzake de verificatie in het kader van het GTLAS krachtens de overeenkomst worden beschreven.



3.5.    Verwerkingsinformatie:

a)    lijst van goedgekeurde verwerkende FSO’s met contactgegevens;

b)    jaarlijks volume verwerkt stamhout, per soort en type product.

3.6.    Uitvoerinformatie:

a)    gegevens over houtproducten die in Guyana worden ingevoerd;

b)    gegevens over de uitvoer naar de Unie, per soort, land en volume, per FSO;

c)    gegevens over aangevraagde, afgegeven en geweigerde uitvoercertificaten.

3.7.    Informatie over het GTLAS en monitoring:

a)    beschrijving van het GTLAS, met inbegrip van het nationale rechtskader voor de uitvoering van het GTLAS en andere relevante methodieken;


b)    procedure voor de afgifte van uitvoercertificaten en Flegt-vergunningen;

c)    lijst van afgegeven Flegt-vergunningen;

d)    lijst van afgewezen aanvragen voor Flegt-vergunningen;

e)    verificatieverslagen zullen op verzoek beschikbaar zijn.

3.8.    Informatie over de instanties van afgifte en hun specifieke verantwoordelijkheden bij het openbaar maken van documenten van andere ministeries en overheidsinstanties.

4.    DOOR DE UNIE OPENBAAR TE MAKEN INFORMATIE

a)    De tekst van deze overeenkomst, de bijbehorende bijlagen en eventuele wijzigingen

b)    Het aantal Flegt-vergunningen uit Guyana dat door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten van de Unie is ontvangen

c)    De jaarlijkse hoeveelheden en waarden van houtproducten die vanuit Guyana in de Unie worden ingevoerd



d)    De totale hoeveelheden en waarde van hout en afgeleide producten per land, ingevoerd in de Unie, met en zonder Flegt-vergunningen

e)    Alle beschikbare verslagen van het onafhankelijk markttoezicht

f)    Bijgewerkte informatie over de EU-regelgeving met betrekking tot houthandel en de financiële en technische ondersteuning met betrekking tot de uitvoering van de VPA in Guyana

g)    Een lijst met contactgegevens van de bevoegde autoriteiten in de lidstaten van de Unie die verantwoordelijk zijn voor de Flegt-verordening en Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (EU-houtverordening)

5.    INFORMATIE OVER FINANCIËLE TRANSACTIES

De GFC zal financiële informatie over de bosbouwsector beschikbaar stellen door middel van jaarverslagen met onder meer de

   

   bosbouwinkomsten uit jaarlijkse betalingen, zoals bosbouwvergoedingen en areaalvergoedingen; en

   in geval van een geschil, schikkingen en betaling of niet-betaling van boetes.



6.    ANDERE OPENBAAR TE MAKEN INFORMATIE

Naast de bovenstaande lijst wordt alle relevante informatie, waaronder verslagen over de bosbouwsector in Guyana, met name op het gebied van governance en naleving van de wettelijke voorschriften, regelmatig door de GFC bijgewerkt en openbaar gemaakt.

Het gemengd comité kan op voorstel van een van de partijen ook aanvullende informatie aanbevelen die openbaar moet worden gemaakt.

7.    METHODEN VOOR DE UITVOERING

Deze bijlage is in overeenstemming met de wetgeving van Guyana met betrekking tot openbare toegang tot informatie, namelijk de Access to Information Act No. 21 van 2011 en de Forests Act No. 6 van 2009.

De in deze bijlage vermelde informatie zal ter beschikking worden gesteld via:

a)    officiële verslagen;

b)    de websites van de GFC en de Forest Products Development and Marketing Council Inc. (raad voor ontwikkeling en afzet van bosbouwproducten), alsmede op de websites van het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, het Government Information Agency (instantie voor overheidsinformatie) en andere overheidsinstanties;


c)    uitvoeringsplatforms voor meerdere groepen belanghebbenden;

d)    openbare bijeenkomsten;

e)    persconferenties;

f)    films; en

g)    radio en televisie.

Er zullen ook procedures worden ontwikkeld voor het toekomstige beheer en voor de bijwerking van de in deze bijlage vermelde informatie.

8.    COMMUNICATIESTRATEGIE

Een in overleg met de relevante belanghebbenden ontwikkelde communicatiestrategie zal worden uitgevoerd en gestuurd door de volgende beginselen:

a)    de informatie is gratis of tegen een redelijke prijs toegankelijk;


b)    er wordt een lijst van openbare en toegankelijke documenten ter beschikking gesteld;

c)    de informatie is nauwkeurig en actueel;

d)    de informatie wordt tijdig beschikbaar gesteld;

e)    de informatie wordt in een geschikt formaat voor publicatie verstrekt;

f)    de communicatiemethoden worden vermeld;

g)    het GTLAS is een van de belangrijkste informatiebronnen.

________________



BIJLAGE X

GEMENGD COMITÉ VOOR TOEZICHT EN TOETSING

1.    Overeenkomstig artikel 20 van deze overeenkomst wordt het gemengd comité voor toezicht en toetsing (gemengd comité) opgericht.

2.    De partijen wijzen hun vertegenwoordigers in het gemengd comité aan.

3.    Het gemengd comité verricht zijn taken in overeenstemming met een reglement van orde dat het opstelt en goedkeurt.

4.    De functies en taken van het gemengd comité betreffen:

a)    het beheer van, het toezicht op en de beoordeling van de uitvoering van deze overeenkomst, met inbegrip van het beheer van de onafhankelijke audit;

b)    de bevordering van de dialoog en uitwisseling van informatie tussen de partijen.



5.    Beheer van deze overeenkomst

Het gemengd comité:

a)    voert een onafhankelijke beoordeling uit van de operationele gereedheid van het Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (GTLAS) overeenkomstig de criteria die staan beschreven in bijlage VIII. Op basis van die beoordeling moet blijken of het GTLAS dat ten grondslag ligt aan het Flegt-vergunningensysteem zoals beschreven in bijlage V, op adequate wijze zijn taken vervult;

b)    stelt een datum voor waarop het Flegt-vergunningensysteem volledig operationeel zou moeten worden;

c)    neemt de kennisgeving in ontvangst van de partijen wanneer zij vermoeden of weten dat het Flegt-vergunningensysteem wordt omzeild of dat er sprake is van onregelmatigheden, en stelt vast of een eventuele follow-up noodzakelijk is in overeenstemming met artikel 12 van deze overeenkomst;

d)    ontwikkelt en hecht zijn goedkeuring aan een schema voor de uitvoering van de overeenkomst alsook een toezichts- en evaluatiekader om de voortgang van dat schema bij te houden;

e)    evalueert en becommentarieert het procedurehandboek voor de controle van ingevoerde houtproducten en het GTLAS-procedurehandboek voor verificatie, waarin de methodiek en de criteria voor de op risico gebaseerde benaderingen in het kader van het GTLAS zijn opgenomen;


f)    onderzoekt klachten over het Flegt-vergunningensysteem op het grondgebied van een van de partijen of van beide partijen;

g)    registreert specifieke gegevens om alle in de bijlagen bij deze overeenkomst doorgevoerde wijzigingen en de notulen van de relevante vergaderingen met de groepen van belanghebbenden bij te houden. Deze gegevens worden bijgehouden vanaf de ratificatie en voor de gehele looptijd van de overeenkomst;

h)    formuleert aanbevelingen om ervoor te zorgen dat beter aan de doelstellingen van deze overeenkomst kan worden voldaan, onder andere door middel van versterking van de capaciteit en deelname van de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en inheemse belanghebbenden;

i)    richt de nodige werkgroepen op om alle aspecten van de uitvoering van deze overeenkomst te behandelen;

j)    stelt op basis van de door de partijen verstrekte informatie jaarverslagen over de uitvoering van deze overeenkomst op en publiceert deze overeenkomstig bijlage IX;

k)    neemt voorstellen van de partijen tot wijziging van deze overeenkomst of de bijlagen bij deze overeenkomst in ontvangst en bespreekt deze; formuleert aanbevelingen aan elk van de partijen met betrekking tot voorgestelde wijzigingen van deze overeenkomst; en keurt eventuele wijzigingen van de bijlagen bij deze overeenkomst goed in overeenstemming met artikel 27 van deze overeenkomst;


l)    buigt zich op verzoek van een van de partijen of beide partijen over elk eventueel ander vraagstuk dat verband houdt met de uitvoering van de overeenkomst;

m)    tracht overeenkomstig artikel 25 van de overeenkomst een aanvaardbare oplossing te vinden voor meningsverschillen tussen de partijen over de toepassing of interpretatie van deze overeenkomst.

6.    Toezicht op en toetsing van deze overeenkomst

Het gemengd comité:

a)    houdt toezicht op de vooruitgang die wordt geboekt bij de verwezenlijking van de in bijlage VII genoemde doelstellingen;

b)    ziet erop toe dat de beoordeling van de sociale, economische en milieugerelateerde gevolgen van deze overeenkomst plaatsvindt met inachtneming van de beste praktijken en de tussen de partijen overeen te komen criteria, en doet voorstellen voor een bevredigende oplossing van problemen die eventueel uit deze beoordeling naar voren zijn gekomen;

c)    zorgt ervoor dat er regelmatige evaluaties van de uitvoering van deze overeenkomst plaatsvinden, inclusief eventuele steekproefsgewijze controles;


d)    houdt toezicht op de situatie van de binnenlandse en internationale markt en rapporteert hier met regelmatige tussenpozen over, doet zo nodig voorstellen voor studies en doet aanbevelingen voor te nemen maatregelen, afhankelijk van hetgeen uit de marktanalyses naar voren komt.

7.    Beheer van de onafhankelijke audit

Het gemengd comité:

a)    besluit om geen bezwaar te maken tegen de benoeming van de onafhankelijke auditor die door de partijen is geselecteerd en door Guyana is aangesteld, overeenkomstig het in bijlage VI bij deze overeenkomst opgenomen mandaat voor de onafhankelijke auditor;

b)    besluit om geen bezwaar te maken tegen de eventuele verlenging van het contract van de onafhankelijke auditor;

c)    onderzoekt de verslagen van de onafhankelijke auditor;

d)    stelt maatregelen voor om gevolg te geven aan de vragen en aanbevelingen in de verslagen van de onafhankelijke audit;


e)    onderzoekt klachten van derden over de werkzaamheden van de onafhankelijke auditor;

f)    hecht zijn goedkeuring aan het procedurehandboek dat is ontwikkeld en ingediend door de onafhankelijke auditor en hecht zijn goedkeuring aan het auditverslag dat is voorgesteld door de onafhankelijke auditor in het kader van de gedocumenteerde procedures;

g)    stelt de kalender voor de werkzaamheden van de onafhankelijke auditor vast en doet indien nodig aanbevelingen voor extra audits;

h)    onderzoekt, becommentarieert en hecht zijn goedkeuring aan i) de voorlopige verslagen van de onafhankelijke auditor; en ii) het samenvattende verslag van de onafhankelijke auditor. Het samenvattende verslag wordt toegankelijk gemaakt voor het publiek;

i)    vraagt indien nodig een aanvullend specifiek verslag van de onafhankelijke auditor aan;

j)    houdt zo nodig toezicht op de corrigerende maatregelen die door de partijen zijn genomen om de door de onafhankelijke auditor geconstateerde problemen op te lossen.

________________

(1)    PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
(2)    PB L 289 van 30.10.2008, blz. 3.
(3)    A1.1.1 is van toepassing op alle exploitanten, ongeacht hun status. Bovendien moeten de FSO’s voldoen aan een van de andere indicatoren die overeenstemmen met hun status.
(4)    De Wood Tracking System Guidelines zullen tijdens de ontwikkelingsfase van het GTLAS worden bijgewerkt. Deze voetnoot geldt overal waar de Wood Tracking System Guidelines in dit schema worden genoemd.
(5)    In deze bijlage wordt “verificatieverslag inzake het WTS” gebruikt als algemene verwijzing naar de verschillende verslagen die in punt 3.4.4 van bijlage V worden genoemd.
(6)    De Wood Tracking System Guidelines zullen tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst worden bijgewerkt. Deze voetnoot geldt overal waar de Wood Tracking System Guidelines in dit schema worden genoemd.
(7)    Verenigingen voor bosbeheer door gemeenschappen die bij verenigingen van onderlinge hulp zijn geregistreerd, zijn vrijgesteld van de naleving van indicator C.3.1.2.
(8)    De Wood Tracking System Guidelines zullen tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst worden bijgewerkt.
(9)    De Wood Tracking System Guidelines zullen tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst worden bijgewerkt. Deze voetnoot geldt overal waar de Wood Tracking System Guidelines in dit schema worden genoemd.
(10)    De Wood Tracking System Guidelines zullen tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst worden bijgewerkt. Deze voetnoot geldt overal waar de Wood Tracking System Guidelines in dit schema worden genoemd.
(11)    De naleving van de indicatoren in dit schema toont aan dat in beslag genomen houtproducten op legale wijze weer in de toeleveringsketen zijn gebracht.
(12)    De Wood Tracking System Guidelines zullen tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst worden bijgewerkt. Deze voetnoot geldt overal waar de Wood Tracking System Guidelines in dit schema worden genoemd.
(13)    De Wood Tracking System Guidelines zullen tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst worden bijgewerkt. Deze voetnoot geldt overal waar de Wood Tracking System Guidelines in dit schema worden genoemd.
(14)    De Wood Tracking System Guidelines zullen tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst worden bijgewerkt. Deze voetnoot geldt overal waar de Wood Tracking System Guidelines in dit schema worden genoemd.
(15)    Het in het vrije verkeer brengen is een douaneprocedure van de EU. Op grond van artikel 129, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) houdt het in het vrije verkeer brengen het volgende in: a) de inning van verschuldigde invoerrechten; b) de inning, voor zover van toepassing, van andere heffingen, overeenkomstig de relevante voorschriften met betrekking tot de inning van deze heffingen; c) de toepassing van handelspolitieke maatregelen en verboden en beperkingen voor zover deze niet in een eerder stadium zijn toegepast (in dat geval wordt daarbij het bestaan van een Flegt-vergunning geverifieerd); d) de vervulling van de andere formaliteiten voor de invoer van de goederen. Niet-communautaire goederen die in het vrije verkeer worden gebracht, verkrijgen daardoor de douanestatus van communautaire goederen.
(16)    Onder staatsgronden zijn gebieden met staatsbossen begrepen.
(17)    Op herbestemde staatsgronden voert de GFC een inspectie vóór de kap uit om de locatie en de soort vast te stellen van de bomen die voor de commerciële kap zijn aangewezen.
(18)    De GFC kan ontheffing verlenen van de verplichting tot inventarisatie vóór de kap voor FSO’s met een grote concessie waar in 25 % of meer van een blok (100 ha) actieve mijnbouw plaatsvindt.
(19)    FSO’s krijgen van de GFC toestemming om niet-geïnventariseerde bomen (met de vereiste diameter) te kappen tot een maximum van 10 % van het jaarlijkse exploitatieplan van elk door de GFC goedgekeurd blok. Als gevolg daarvan moet de FSO een herziene kaart van de houtstand opstellen, waarop duidelijk de niet‑geïnventariseerde bomen zijn aangegeven, en deze aan de GFC voorleggen.
(20)    Jaarlijks kapquotum/maximaal kapquotum voor grote concessies of goedgekeurde quota voor kleine concessies.
(21)    Een productieregister wordt gebruikt als begeleidend document bij de verwijderingsvergunning of de verklaring van verwijdering van particulier eigendom om aanvullende productie-informatie te registreren over de op een van deze documenten aangegeven houtproducten.
(22)    De verkoopfactuur wordt door de FSO aan de koper afgegeven en bevat de volgende informatie: soort, leverancier, bestemming, officieel stempel (in geval van zagerij/houtstapelplaats) en hoeveelheid (volume of lengte).
(23)    Een productieregister wordt gebruikt als begeleidend document bij de verwijderingsvergunning of de verklaring van verwijdering van particulier eigendom om aanvullende productie-informatie te registreren over de op een van deze documenten aangegeven houtproducten.
(24)    Gebruik van de verkoopfactuur: dit document wordt alleen gebruikt als het houtproduct (waarvoor exploitatierechten zijn betaald en de verwijderingsvergunning is ingediend bij de GFC) is verkocht op het niveau van de gebieden met staatsbossen of de gebieden met particulier bos.
(25)    Zodra de niet-naleving met betrekking tot het in beslag genomen houtproduct is verholpen, wordt door de GFC een vrijgavebewijs afgegeven. Wanneer houtproducten worden geveild en worden vrijgegeven om opnieuw in de toeleveringsketen te worden gebracht, wordt door de GFC een vrijgavebewijs afgegeven.
(26)    Verwijst naar houtzagerijen, houtstapelplaatsen of een natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit die geen zagerij of houtstapelplaats exploiteert, maar alleen een vergunning heeft om houtproducten te kopen en te verkopen.
(27)    FSO’s met een grote concessie, met een kleine concessie, van herbestemde staatsgronden, van gronden van Amerindiaanse dorpen en van particuliere gronden zijn al geregistreerd bij de GFC om commerciële bosbouwactiviteiten uit te voeren of toe te staan.
(28)    Bevat de aanvraag voor de uitvoer van bosbouwproducten, de aanvraag voor een certificaat voor het in de handel brengen van hout, de aanvraag voor een uitvoercertificaat, en het ESAD in het ASYCUDA.
(29)    De VC kan ervoor kiezen om een vergoeding te accepteren of een gerechtelijke procedure te laten instellen. In beide scenario’s vraagt de FMD een kopie van het verslag van de VC op.
(30)    Indien er geen lopende overheidsprojecten zijn op het moment van de inbeslagneming van het hout, worden deze houtproducten opgeslagen op een door de GFC goedgekeurde beveiligde locatie voor later gebruik.
(31)    Validatie: de overheid verifieert de door de FSO opgegeven informatie om de juistheid van de aangifte te waarborgen. Afstemming: de overheid vergelijkt de informatie tussen twee stappen om de traceerbaarheid te controleren.
(32)    Het formulier “Aangifte van verzaagd industriehout en geproduceerd industriehout” of het formulier “Aangifte van verzaagde stammen en geproduceerd industriehout” of het formulier “Maandelijkse aangifte van de houtstapelplaats”.
(33)    Zie deel 3 van bijlage II voor de definitie van een FSO.
(34)    Het formulier “Aangifte van verzaagd industriehout en geproduceerd industriehout” of het formulier “Aangifte van verzaagde stammen en geproduceerd industriehout” of het formulier “Maandelijkse aangifte van de houtstapelplaats”.
(35)    Soort betaling omvat vergoedingen, kosten en heffingen.
(36)    Soort betaling omvat vergoedingen, kosten en heffingen.
(37) Zie deel 3 van bijlage II voor de definitie van een FSO.
Top