EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021PC0257

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

COM/2021/257 final

Brussel, 26.5.2021

COM(2021) 257 final

2021/0130(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)


TOELICHTING

1.Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de algemene vergadering van de OIV op 12 juli 2021 met betrekking tot de voorgenomen goedkeuring van OIV-resoluties die rechtsgevolgen kunnen hebben voor het recht van de Unie.

2.Achtergrond van het voorstel

2.1.Bijzondere status van de EU binnen de OIV

Momenteel zijn 48 landen lid van de OIV, waaronder 20 lidstaten van de Unie. De EU is geen lid van de OIV. Wel heeft de OIV de Unie op 20 oktober 2017 de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet, waardoor zij in de werkzaamheden van de commissies, subcommissies en deskundigengroepen kan interveniëren en de bijeenkomsten van de algemene vergadering en van het uitvoerend comité kan bijwonen.

2.2.De OIV

De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV – Organisation internationale de la vigne et du vin) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. De doelstellingen van de OIV zijn i) het geven van informatie over maatregelen die het mogelijk maken rekening te houden met de problemen van producenten, consumenten en andere actoren in de druiven- en wijnsector, ii) het bijstaan van andere internationale intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties die zich bezighouden met standaardisering en iii) het bijdragen aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen.

2.3.Beoogde handeling van de OIV

De volgende algemene vergadering van de OIV vindt plaats op 12 juli 2021. In die context en in het licht van de besprekingen die zijn gevoerd in de groep van deskundigen tijdens videovergaderingen in maart en april 2021, kan worden verwacht dat de onderstaande resoluties, die rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie, ter goedkeuring op de agenda van de algemene vergadering zullen staan:

de ontwerpresoluties OENO-TECHNO 14-541A, 14-541B en 15-581A tot vaststelling van nieuwe oenologische procedés;

de ontwerpresoluties OENO-SPECIF 17-625 en 17-629 tot vaststelling van nieuwe specificaties voor de identificatie van bepaalde stoffen die bij de wijnproductie worden gebruikt, ontwerpresolutie OENO-SPECIF 20-673 tot wijziging van de overeenkomstige specificaties voor de identificatie van een stof die bij de wijnproductie wordt gebruikt, en ontwerpresolutie OENO-SPECIF 20-682 tot actualisering van de OIV-teksten die naar bepaalde wijnbereidingsprocedés verwijzen;

ontwerpresolutie OENO-MICRO 18-632 tot actualisering van de analytische en microbiologische controletechnieken voor bepaalde oenologische procedés;

de ontwerpresoluties OENO-SCMA 16-601A, 16-601B, 18-636, 18-637 en 19-661 tot vaststelling van nieuwe analysemethoden.

Evenals in het verleden kan worden verwacht dat de agenda van de algemene vergadering van de OIV nog zal worden aangepast en dat daaraan nog andere resoluties zullen worden toegevoegd die gevolgen hebben voor het recht van de Unie. Om de efficiëntie van de werkzaamheden van de algemene vergadering te garanderen en tegelijk de bepalingen van de Verdragen na te leven, zal de Commissie dit voorstel tijdig aanvullen of wijzigen om de Raad in staat te stellen ook ten aanzien van die resoluties te bepalen welk standpunt moet worden ingenomen.

3.Namens de Unie in te nemen standpunt

De ontwerpresoluties die ter stemming worden voorgelegd op de volgende algemene vergadering van de OIV, zijn uitvoerig besproken door wetenschappelijke en technische deskundigen van de wijnsector. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten ze worden gesteund.

4.Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Artikel 218, lid 9, VWEU is van toepassing ongeacht of de Unie lid is van het betrokken lichaam dan wel partij is bij de betrokken overeenkomst 1 .

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een “beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt 2 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

De OIV is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. Momenteel zijn 48 landen lid van de OIV, waaronder 20 lidstaten van de Unie. De EU is geen lid van de OIV. Wel heeft de OIV de Unie op 20 oktober 2017 de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet, waardoor zij in de werkzaamheden van de commissies, subcommissies en deskundigengroepen kan interveniëren en de bijeenkomsten van de algemene vergadering en van het uitvoerend comité kan bijwonen.

Bepaalde door de OIV aangenomen en gepubliceerde resoluties hebben krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie rechtsgevolgen voor het recht van de Unie. Het standpunt van de Unie met betrekking tot die resoluties ten aanzien van aangelegenheden die tot haar bevoegdheid behoren, moet derhalve door de Raad worden vastgesteld en tijdens de vergaderingen van de OIV door de lidstaten die lid zijn van de OIV, kenbaar worden gemaakt, waarbij zij gezamenlijk in het belang van de Unie handelen.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De hoofddoelstelling van de beoogde ontwerpresoluties is de harmonisatie van de wijnnormen en bijgevolg de uitvoering van een gemeenschappelijk landbouwbeleid. De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 43 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 43 VWEU in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5.Bekendmaking van de beoogde handeling

Niet van toepassing.

2021/0130 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, juncto artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) zal tijdens haar volgende algemene vergadering op 12 juli 2021 resoluties met rechtsgevolgen, als bedoeld in artikel 218, lid 9, VWEU, onderzoeken en mogelijk goedkeuren.

(2)De Unie is geen lid van de OIV. Wel heeft de OIV de Unie op 20 oktober 2017 de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet.

(3)Twintig EU-lidstaten zijn lid van de OIV. Die lidstaten hebben de mogelijkheid wijzigingen van de ontwerpresoluties van de OIV voor te stellen en hun zal tijdens de volgende algemene vergadering van de OIV op 12 juli 2021 worden gevraagd die resoluties van de OIV aan te nemen.

(4)Het standpunt van de Unie met betrekking tot die resoluties ten aanzien van aangelegenheden die tot haar bevoegdheid behoren, moet derhalve door de Raad worden vastgesteld en tijdens de vergaderingen van de OIV door de lidstaten die lid zijn van de OIV, kenbaar worden gemaakt, waarbij zij gezamenlijk in het belang van de Unie handelen.

(5)Krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad 3 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie 4 zullen bepaalde door de OIV aangenomen en gepubliceerde resoluties rechtsgevolgen hebben.

(6)In artikel 80, lid 3, punt a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat de Commissie, wanneer zij oenologische procedés toestaat, rekening moet houden met de door de OIV aanbevolen en gepubliceerde oenologische procedés en analysemethoden.

(7)In artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat de Commissie, wanneer zij analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten vastlegt, die methoden moet baseren op relevante methoden die zijn aanbevolen en gepubliceerd door de OIV, tenzij ze ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken.

(8)In artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat in de Unie ingevoerde wijnbouwproducten moeten worden geproduceerd overeenkomstig oenologische procedés die zijn toegestaan door de Unie op grond van die verordening, of, voorafgaand aan die toestemming, moeten worden geproduceerd overeenkomstig oenologische procedés die worden aanbevolen en gepubliceerd door de OIV.

(9)In artikel 9, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 is bepaald dat de specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identificatie van de bij de oenologische procedés gebruikte stoffen, voor zover ze niet zijn vastgelegd door de Commissie, die moeten zijn welke worden bedoeld in deel A, tabel 2, kolom 4, van bijlage I bij die verordening en verwijzen naar de OIV-aanbevelingen.

(10)De ontwerpresoluties OENO-TECHNO 14-541A, 14-541B en 15-581A betreffen de vaststelling van nieuwe oenologische procedés. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, punt a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben.

(11)De ontwerpresoluties OENO-SPECIF 17-625 en 17-629 betreffen de vaststelling van nieuwe specificaties voor de identificatie van bepaalde bij de wijnproductie gebruikte stoffen. Ontwerpresolutie OENO-SPECIF 20-673 betreft de actualisering van de specificaties voor de identificatie van een bij de wijnproductie gebruikte stof. Ontwerpresolutie OENO-SPECIF 20-682 betreft de actualisering van de OIV-teksten die naar bepaalde wijnbereidingsprocedés verwijzen. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, punt a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 9, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben.

(12)Ontwerpresolutie OENO-MICRO 18-632 betreft de actualisering van de analytische en microbiologische controletechnieken voor bepaalde oenologische procedés. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, punt a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zal deze resolutie rechtsgevolgen hebben.

(13)De ontwerpresoluties OENO-SCMA 16-601A, 16-601B, 18-636, 18-637 en 19-661 betreffen de vaststelling van nieuwe analysemethoden. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, punt a), en artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben.

(14)Wetenschappelijke en technische deskundigen van de wijnsector hebben deze OIV-ontwerpresoluties uitvoerig besproken. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten ze worden gesteund.

(15)Om tijdens de onderhandelingen in de aanloop naar de algemene vergadering van de OIV op 12 juli 2021 over de nodige flexibiliteit te beschikken, moeten de lidstaten die lid van de OIV zijn, worden gemachtigd om met wijzigingen in deze OIV-ontwerpresoluties in te stemmen voor zover de inhoud ervan niet wordt gewijzigd,



HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Unie wordt uiteengezet in de bijlage en wordt tijdens de algemene vergadering van de OIV op 12 juli 2021 kenbaar gemaakt door de lidstaten die lid zijn van de OIV en die daarbij gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

Artikel 2

1.Als het in artikel 1 bedoelde standpunt waarschijnlijk nog zal worden beïnvloed door nieuwe wetenschappelijke of technische informatie die vóór of tijdens de vergaderingen van de OIV wordt gepresenteerd, verzoeken de lidstaten die lid van de OIV zijn, om uitstel van de stemming in de algemene vergadering van de OIV totdat het namens de Unie in te nemen standpunt is bepaald op basis van de nieuwe informatie.

2.De lidstaten die lid van de OIV zijn en gezamenlijk in het belang van de Unie optreden, kunnen na coördinatie en zonder verder besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt van de Unie instemmen met wijzigingen in de ontwerpresoluties die in de bijlage zijn vermeld, voor zover de inhoud ervan niet wordt gewijzigd.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Commissie en tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter
   

(1)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punt 64.
(2)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 tot en met 64.
(3)    Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
(4)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de wijnbouwoppervlakten waar het alcoholgehalte mag worden verhoogd, de toegestane oenologische procedés en de beperkingen met betrekking tot de productie en de bewaring van wijnbouwproducten, het minimale alcoholpercentage voor bijproducten en de verwijdering van die producten, en de bekendmaking van OIV-dossiers (PB L 149 van 7.6.2019, blz. 1).
Top

Brussel, 26.5.2021

COM(2021) 257 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)


BIJLAGE

De lidstaten, die gezamenlijk in het belang van de Unie handelen, verlenen, onder voorbehoud van eventuele toekomstige herzieningen in het licht van nieuwe ontwikkelingen, uitsluitend steun aan de volgende ontwerpresoluties in stap 7 die betrekking hebben op oenologische procedés, op specificaties betreffende de zuiverheid en de identificatie van de bij de oenologische procedés gebruikte stoffen en op analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van wijnbouwproducten:

OENO-TECHNO 14-541A Gebruik van proteasen om concentraties van troebeling veroorzakende eiwitten in druivenmost terug te dringen

OENO-TECHNO 14-541B Gebruik van proteasen om concentraties van troebeling veroorzakende eiwitten in wijn terug te dringen

OENO-TECHNO 15-581A Behandeling met fumaarzuur in wijn – Doel: microbiologische stabilisatie

OENO-SPECIF 17-625 Vergelijkende evaluatie van proteaseactiviteit (aspergillopepsine I) in enzympreparaten

OENO-SPECIF 17-629 Monografie over dieptefilterplaten

OENO-SPECIF 20-673 Actualisering van monografie over kaliumcaseïnaat

OENO-SPECIF 20-682 Schrapping, uit OIV-teksten, van verwijzingen en gegevens die betrekking hebben op galactanaseactiviteit

OENO-MICRO 18-632 Actualisering van blad COEI-2-CONBAC over analytische technieken en microbiologische controle – voor alle monografieën geldende analysen

OENO-SCMA 16-601A Herziening van de methode OIV-MA-AS2-01A en OIV-MA-AS2-01B - “Dichtheid en relatieve dichtheid bij 20 °C”

OENO-SCMA 16-601B Herziening van de methode OIV-MA-AS312-01A en OIV-MA-AS312-01B - “Alcohol-volumegehalte”

OENO-SCMA 18-636 Methode voor het bepalen van zoetstoffen in wijn

OENO-SCMA 18-637 Elementenanalyse met MP-AES

OENO-SCMA 19-661 Ringonderzoek Methodevalidering voor het bepalen van het totale SO2: interlaboratoriumonderzoek

Top