EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 12.11.2020
COM(2020) 736 final
BIJLAGE
bij
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de wijziging van bijlage VI (Sociale Zekerheid) bij de EER-overeenkomst
BIJLAGE
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. […]
van […]
tot wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Overwegende dat in artikel 33 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het Terugtrekkingsakkoord” genoemd) is bepaald dat de bepalingen van titel III van deel twee van het Terugtrekkingsakkoord van toepassing zijn op onderdanen van IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat, mits deze landen met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland overeenkomstige, op de burgers van de Unie toepasselijke akkoorden, alsook met de Europese Unie op de onderdanen van het Verenigd Koninkrijk toepasselijke akkoorden hebben gesloten en deze toepassen,
(2)Overwegende dat in artikel 32 van de Overeenkomst inzake regelingen tussen IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, de EER-overeenkomst en andere overeenkomsten die van toepassing zijn tussen het Verenigd Koninkrijk en de EER-EVA-staten op grond van het lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk van de Europese Unie (hierna “de Afscheidingsovereenkomst” genoemd) is bepaald dat de bepalingen van titel III van deel twee van de Afscheidingsovereenkomst van toepassing zijn op burgers van de Unie, mits de Unie met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland overeenkomstige, op onderdanen van de EER-EVA-staten toepasselijke akkoorden, alsook met de EER-EVA-staten op de burgers van het Verenigd Koninkrijk toepasselijke akkoorden heeft gesloten en deze toepast,
(3)Erkennend dat dient te worden voorzien in de wederzijdse bescherming van socialezekerheidsrechten voor onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, alsmede hun gezinsleden en nabestaanden, die zich aan het einde van de overgangsperiode in een grensoverschrijdende situatie bevinden of hebben bevonden waarbij een of meer van de partijen bij de EER-overeenkomst en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tegelijkertijd betrokken zijn of waren,
(4)Bijlage VI bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Na hoofdstuk II van bijlage VI bij de EER-overeenkomst wordt het volgende hoofdstuk ingevoegd:
“III. ONDERDANEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK
ARTIKEL 1
Definities en verwijzingen
1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk zijn de volgende definities van toepassing:
(a)“Terugtrekkingsakkoord”: het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie;
(b)“Afscheidingsovereenkomst”: de Overeenkomst inzake regelingen tussen IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, de EER-overeenkomst en andere overeenkomsten die tussen het Verenigd Koninkrijk en de EER-EVA-staten van toepassing zijn op grond van het lidmaatschap van de Europese Unie van het Verenigd Koninkrijk;
(c)“betrokken staten”: de staten die partij zijn bij de EER-overeenkomst;
(d)“overgangsperiode”: de in artikel 126 van het Terugtrekkingsakkoord bedoelde overgangsperiode;
(e)de definities in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 883/2004 en artikel 1 van Verordening (EG) nr. 987/2009.
2.Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden alle verwijzingen naar lidstaten en bevoegde autoriteiten van lidstaten in bepalingen van het recht van de Unie die krachtens dit hoofdstuk van toepassing zijn geworden, zodanig begrepen dat deze het Verenigd Koninkrijk en zijn bevoegde autoriteiten omvatten.
ARTIKEL 2
Personele werkingssfeer
1.Dit hoofdstuk is van toepassing op de volgende personen:
(a)onderdanen van het Verenigd Koninkrijk op wie aan het einde van de overgangsperiode de wetgeving van een van de betrokken staten van toepassing is, alsmede hun familieleden en nabestaanden;
(b)onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die in een van de betrokken staten wonen en op wie aan het einde van de overgangsperiode de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk van toepassing is, alsmede hun familieleden en nabestaanden;
(c)personen die niet onder de punten a) of b) vallen, maar die onderdanen van het Verenigd Koninkrijk zijn die aan het einde van de overgangsperiode in een of meer van de betrokken staten werkzaamheden in loondienst of als zelfstandige verrichten en op wie krachtens titel II van Verordening (EG) nr. 883/2004 de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk van toepassing is, alsmede hun familieleden en nabestaanden;
(d)staatlozen en vluchtelingen die in een van de betrokken staten of in het Verenigd Koninkrijk wonen en die zich in een van de onder a) tot en met c) bedoelde situaties bevinden, alsmede hun familieleden en nabestaanden.
2.De in lid 1 bedoelde personen vallen binnen de werkingssfeer zo lang zij zich ononderbroken blijven bevinden in een van de in dat lid genoemde situaties waarbij tegelijkertijd zowel een van de betrokken staten als het Verenigd Koninkrijk betrokken is.
3.Dit hoofdstuk is ook van toepassing op onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die zich niet, of niet langer, in een van de in lid 1 van dit artikel genoemde situaties bevinden, maar onder artikel 10 van het Terugtrekkingsakkoord of onder artikel 9 van de Afscheidingsovereenkomst vallen, alsmede hun familieleden en nabestaanden.
4.De in lid 3 bedoelde personen vallen binnen de werkingssfeer zo lang zij een recht van verblijf in een van betrokken staten hebben krachtens artikel 13 van het Terugtrekkingsakkoord of artikel 12 van de Afscheidingsovereenkomst, of een recht om te werken in hun land van beroepsactiviteit krachtens artikel 24 of 25 van het Terugtrekkingsakkoord of de artikelen 23 en 24 van de Afscheidingsovereenkomst.
5.Wanneer dit artikel verwijst naar familieleden en nabestaanden, is dit hoofdstuk alleen op deze personen van toepassing voor zover zij in die hoedanigheid rechten en verplichtingen ontlenen aan Verordening (EG) nr. 883/2004.
ARTIKEL 3
Regels inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels
1.De regels en doelstellingen van artikel 29 van de EER-overeenkomst, Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad zijn van toepassing op de personen die onder dit hoofdstuk vallen.
2.De Unie houdt naar behoren rekening met de besluiten en aanbevelingen van de bij Verordening (EG) nr. 883/2004 bij de Europese Commissie ingestelde Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (hierna “Administratieve Commissie” genoemd), die worden vermeld in deel I van bijlage I bij het Terugtrekkingsakkoord. De EVA-staten houden naar behoren rekening met de besluiten van de Administratieve Commissie en nemen nota van de aanbevelingen van de Administratieve Commissie die worden vermeld in deel I van bijlage I bij de Afscheidingsovereenkomst.
ARTIKEL 4
Bijzondere situaties
1.De volgende regels zijn van toepassing op de hierna genoemde situaties, in de mate die is vastgesteld in dit artikel, voor zover zij betrekking hebben op personen op wie artikel 2 niet of niet langer van toepassing is:
(a)onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, alsmede staatlozen en vluchtelingen die in het Verenigd Koninkrijk wonen en op wie de wetgeving van een van de betrokken staten van toepassing was vóór het einde van de overgangsperiode, alsmede hun gezinsleden en nabestaanden, vallen onder dit hoofdstuk waar het gaat om de aanspraak op en de samentelling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheid in loondienst of anders dan in loondienst, of van verblijf, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 883/2004 uit dergelijke tijdvakken voortvloeien; voor de samentelling van tijdvakken wordt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 883/2004 rekening gehouden met zowel de voor als na het einde van de overgangsperiode voltooide tijdvakken;
(b)de in de artikelen 20 en 27 van Verordening (EG) nr. 883/2004 vervatte regels blijven van toepassing op onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, alsmede staatlozen en vluchtelingen die in het Verenigd Koninkrijk wonen en vóór het einde van de overgangsperiode uit hoofde van Verordening (EG) nr. 883/2004 om toestemming voor een reeks geplande behandelingen op het gebied van gezondheidszorg hadden verzocht, totdat die behandeling is beëindigd. De daarmee samenhangende procedures voor vergoeding blijven ook na de beëindiging van de behandeling van toepassing. Deze personen en de personen die hen begeleiden, hebben het recht het land van behandeling binnen te komen en te verlaten in overeenstemming met artikel 14 van het Terugtrekkingsakkoord mutatis mutandis en in overeenstemming met artikel 13 van de Afscheidingsovereenkomst mutatis mutandis;
(c)de in de artikelen 19 en 27 van Verordening (EG) nr. 883/2004 vervatte regels blijven van toepassing op onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, alsmede in het Verenigd Koninkrijk wonende staatlozen en vluchtelingen die onder Verordening (EG) nr. 883/2004 vallen en die aan het einde van de overgangsperiode verblijf houden in een van de betrokken staten of het Verenigd Koninkrijk, tot aan het einde van hun verblijf. De daarmee samenhangende procedures voor vergoeding blijven ook na de beëindiging van het verblijf of de behandeling van toepassing;
(d)zolang aan de voorwaarden wordt voldaan, blijven de in de artikelen 67, 68 en 69 van Verordening (EG) nr. 883/2004 vervatte regels van toepassing op de toekenning van gezinsbijslagen waarop aan het einde van de overgangsperiode onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, alsmede staatlozen en vluchtelingen die in het Verenigd Koninkrijk wonen en op wie de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk van toepassing is, en die familieleden hebben die aan het einde van de overgangsperiode in een van de betrokken staten wonen, recht hebben;
(e)in de in dit lid, punt d), genoemde situaties blijven voor personen die aan het einde van de overgangsperiode als familielid rechten genieten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 883/2004, zoals afgeleide rechten op verstrekkingen in geval van ziekte, voornoemde verordening en de overeenkomstige bepalingen van Verordening (EG) nr. 987/2009 van toepassing zolang de daarin gestelde voorwaarden worden vervuld.
2.De bepalingen van titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 met betrekking tot prestaties bij ziekte zijn van toepassing op personen die uit hoofde van lid 1, punt a), van dit artikel prestaties ontvangen.
Dit lid is mutatis mutandis van toepassing op gezinsuitkeringen op grond van de artikelen 67, 68 en 69 van Verordening (EG) nr. 883/2004.
ARTIKEL 5
Vergoeding, terug- en invordering en verrekening
De bepalingen van Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 inzake vergoeding, terug- en invordering en verrekening blijven van toepassing in verband met gebeurtenissen, voor zover deze betrekking hebben op personen op wie artikel 2 niet van toepassing is, die:
(a)plaatsvonden vóór het einde van de overgangsperiode; of
(b)plaatsvinden na het einde van de overgangsperiode en betrekking hebben op personen op wie de artikelen 2 of 4 van toepassing waren toen de gebeurtenis plaatsvond.
ARTIKEL 6
Ontwikkeling van recht en aanpassingen
1.Niettegenstaande lid 3 worden verwijzingen in dit hoofdstuk naar de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 of bepalingen daarvan begrepen als verwijzingen naar de in de EER-overeenkomst opgenomen besluiten of bepalingen, die op de laatste dag van de overgangsperiode van toepassing zijn, ook wanneer deze gewijzigd of vervangen zijn.
2.Wanneer de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 na het einde van de overgangsperiode worden gewijzigd of vervangen, worden verwijzingen naar deze verordeningen in dit hoofdstuk begrepen als verwijzingen naar deze verordeningen zoals gewijzigd of vervangen, in overeenstemming met de in deel II van bijlage I bij het Terugtrekkingsakkoord genoemde handelingen, wat betreft de Unie, en deel II van bijlage I van de Afscheidingsovereenkomst, wat betreft de EVA-staten.
3.Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 geacht de aanpassingen te omvatten die zijn opgenomen in deel III van bijlage I bij het Terugtrekkingsakkoord, wat de Unie betreft, en in deel III van bijlage I bij de Afscheidingsovereenkomst, wat betreft de EVA-staten.
4.Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden de in de leden 2 en 3 bedoelde wijzigingen en aanpassingen van kracht op de dag na de dag waarop de overeenkomstige wijzigingen en aanpassingen van bijlage I bij het Terugtrekkingsakkoord of van bijlage I bij de Afscheidingsovereenkomst van kracht worden, indien dat later is.”
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op XX of op de dag volgende op de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER op grond van artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst, naargelang wat zich het laatst voordoet.
Het is van toepassing vanaf het einde van de overgangsperiode.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, […].
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
[…]
De secretarissen
van het Gemengd Comité van de EER
[…]