Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020PC0585

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de beoogde vaststelling van indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerde systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren

    COM/2020/585 final

    Brussel, 21.9.2020

    COM(2020) 585 final

    2020/0272(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de beoogde vaststelling van indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerde systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren


    TOELICHTING

    1.Onderwerp van het voorstel

    Dit voorstel is een aanvulling op het ontwerpbesluit tot bepaling van het namens de Unie tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem (“Harmonized System Committee” of HSC) van de Werelddouaneorganisatie in september 2020 in te nemen standpunt. Dat ontwerpbesluit is op 21 augustus 2020 aan de Raad toegezonden (COM(2020) 427).

    2.Achtergrond van het voorstel

    2.1.Internationaal verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen

    Het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen heeft tot doel de internationale handel alsook de verzameling, vergelijking en analyse van statistieken, in het bijzonder die betreffende de buitenlandse handel, te vergemakkelijken. Als bijlage bevat het verdrag de GS-nomenclatuur, een internationaal geharmoniseerd systeem dat de deelnemende landen een gemeenschappelijke basis biedt om de verhandelde goederen in te delen voor douanedoeleinden. De GS-nomenclatuur bevat met name de omschrijving van de goederen, in de vorm van rubrieken en onderverdelingen, en de desbetreffende cijfercodes, op basis van een zescijferig codesysteem. De GS-nomenclatuur wordt om de vijf jaar herzien 1 . Deze wordt wereldwijd door meer dan 190 overheden toegepast. Dat betekent dat meer dan 98 % van alle goederen die in de wereld worden verhandeld, volgens deze nomenclatuur wordt ingedeeld.

    De overeenkomst is op vrijdag 1 januari 1988 in werking getreden.

    De Europese Unie en al haar lidstaten zijn partij bij het verdrag 2 .

    2.2.De Werelddouaneorganisatie (WDO)

    De Werelddouaneorganisatie (WDO), die in 1952 werd opgericht als de Internationale Douaneraad, is een onafhankelijk intergouvernementeel lichaam dat tot taak heeft douanediensten effectiever en efficiënter te laten functioneren. De WDO vertegenwoordigt 183 douanediensten over de hele wereld. Het bestuursorgaan van de WDO is de Raad. In afwachting van de inwerkingtreding van de wijziging van het Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad oefent de Unie de rechten en plichten van een voorlopig lidmaatschap van de WDO uit.

    Het bestuursorgaan van de WDO is de WDO-Raad, die bij de uitoefening van zijn taak leunt op een vakkundig secretariaat en een reeks technische en raadgevende comités.

    Het Comité voor het geharmoniseerd systeem (HSC) is een technisch comité dat belast is met de voorbereidende werkzaamheden in verband met het GS-verdrag. De belangrijkste taken van het HSC zijn:

    ·het opstellen van toelichtingen, indelingsadviezen of andere adviezen als leidraad voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en de uitoefening van andere functies die de WDO-Raad of de verdragsluitende partijen noodzakelijk achten;

    ·het opstellen van aanbevelingen ter verzekering van de uniformiteit in de interpretatie en de toepassing van de wetteksten van het geharmoniseerde systeem, onder andere door indelingsgeschillen tussen de verdragsluitende partijen te beslechten, en zo het handelsverkeer te bevorderen;

    ·voorstellen doen tot wijziging en modernisering van het geharmoniseerde systeem om rekening te houden met de ontwikkeling van de technologie of wijzigingen in de handelspatronen en met andere behoeften van gebruikers van het geharmoniseerde systeem;

    ·een brede toepassing van het geharmoniseerde systeem bevorderen en algemene vraagstukken en beleidskwesties in verband daarmee onderzoeken.

    De Unie en haar lidstaten hebben samen slechts één stem in het HSC. Besluiten van het HSC met betrekking tot aangelegenheden die onder dit kaderbesluit vallen, worden bij gewone meerderheid genomen.

    Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het GS-verdrag worden de toelichtingen, de indelingsadviezen, de andere adviezen omtrent de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en de aanbevelingen ter verzekering van de uniformiteit in de interpretatie en de toepassing van het geharmoniseerde systeem, opgesteld tijdens een zitting van het HSC, geacht door de WDO-Raad te zijn goedgekeurd indien geen van de partijen bij het GS-verdrag vóór het einde van de tweede maand, volgende op de maand waarin de zitting waarop zij zijn vastgesteld, werd gesloten, de secretaris-generaal van de WDO heeft meegedeeld dat zij verzoekt de zaak aan de WDO-Raad voor te leggen.

    2.3.De beoogde handelingen

    In overeenstemming met artikel 6, lid 2, van het GS-verdrag komt het HSC in de regel twee keer per jaar bijeen. In de praktijk vinden de vergaderingen van het HSC in maart en september plaats.

    Het voorgestelde besluit betreft de volgende handelingen, die door het HSC in overweging worden genomen en onder voorbehoud van goedkeuring door de WDO-Raad via een “stilzwijgende procedure” voorlopig worden aangenomen:

    a)toelichtingen, ter verduidelijking van de interpretatie van de aantekeningen, de posten en de onderverdelingen van de GS-nomenclatuur;

    b)indelingsadviezen, die de besluiten weergeven van het HSC met betrekking tot de indeling van specifieke producten;

    c)andere adviezen en aanbevelingen met betrekking tot de indeling van goederen in de GS-nomenclatuur, zoals indelingsbesluiten of andere door het HSC vastgestelde richtsnoeren.

    Overeenkomstig artikel 34, lid 7, onder a), punt iii), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie 3 trekken de douaneautoriteiten van de lidstaten hun BTI-beschikkingen in wanneer zij niet langer verenigbaar zijn met de interpretatie van de GS-nomenclatuur als gevolg van indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de GS-nomenclatuur, met ingang van de datum waarop de mededeling van de Commissie in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.

    3.Namens de Unie in te nemen standpunt

    3.1.Praktische beperkingen bij het opstellen en het vaststellen van de standpunten van de EU

    Het WDO-Comité voor het geharmoniseerde systeem stelt indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen vast, teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem tijdens zijn twee jaarlijkse zittingen te verzekeren.

    Praktisch gezien is er normaliter niet voldoende tijd voor de Unie om vóór iedere vergadering van het HSC formeel een standpunt in te nemen in de zin van artikel 218, lid 9, VWEU. Daarom heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een kaderbesluit van de Raad over het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de WDO voor GS-aangelegenheden 4 ; dat is momenteel in behandeling bij de Raad.

    Vanwege de uitbraak van COVID-19 heeft het WDO-secretariaat echter meegedeeld dat de vergadering van september 2020 zal worden gehouden via schriftelijke online besprekingen.

    Hoewel de agenda van de vergadering nog niet beschikbaar was en de organisatie en de vorm van de besprekingen nog niet bekend zijn, zullen de punten op de agenda van de vorige vergadering (HSC/65 - maart 2020), die door de WDO was geannuleerd als gevolg van de wereldwijde pandemie, hoogstwaarschijnlijk op de agenda van de vergadering van september worden geplaatst. Daartoe is een eerste ontwerpbesluit van de Raad opgesteld en aan de Raad toegezonden (COM(2020) 427 final).

    De WDO heeft de data en de agenda van de vergadering van het HSC gewijzigd: de onlinevergadering vindt van 28.9. tot 30.10. plaats en de agenda heeft voornamelijk betrekking op de werkzaamheden van het virtuele WDO-subcomité voor de herziening van het GS, dat tot 21 augustus heeft vergaderd, en op een aantal onderwerpen die reeds in het eerste, aan de Raad toegezonden ontwerpbesluit aan bod zijn gekomen. Andere onderwerpen die deel uitmaakten van dit eerste ontwerpbesluit worden pas op een volgende zitting van het HSC behandeld. Gezien het aantal onderwerpen waarover het HSC tijdens deze vergadering wordt gevraagd te besluiten, en de rechtsgevolgen daarvan voor het Unierecht, is geoordeeld dat een tweede besluit van de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, waarin het eerste besluit wordt aangevuld en het standpunt van de Unie wordt vastgesteld voor de onderwerpen waarover het HSC moet besluiten (d.w.z. toelichtingen, richtsnoeren of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem), noodzakelijk is.

    3.2.Doel en inhoud van het voorstel

    De betreffende, door het HSC voorbereide besluiten kunnen beslissende invloed hebben op de inhoud van het Unierecht, te weten Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, en de daaraan gehechte gecombineerde nomenclatuur (GN). Indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de GS-nomenclatuur worden gebruikt ter ondersteuning van de indeling die is voorzien in de uitvoeringsverordeningen van de Commissie betreffende de indeling van goederen in de GN, in de toelichtingen op de GN en in de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte indelingsbesluiten. De douaneautoriteiten van de lidstaten zijn verplicht hun indelingsbesluiten in te trekken wanneer zij niet langer verenigbaar zijn met de interpretatie van de GS-nomenclatuur als gevolg van deze indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de GS-toelichtingen.

    Daarom moet het namens de Unie in te nemen standpunt in de WDO worden bepaald bij een krachtens artikel 218, lid 9, VWEU vastgesteld besluit van de Raad op basis van een voorstel van de Commissie.

    Bij de bepaling van deze standpunten is uitgegaan van de algemene criteria in het GS-verdrag (de algemene regels voor de interpretatie van het GS) en de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen.

    Het voorgestelde standpunt is gericht op het kenbaar maken van het standpunt van de Unie ten aanzien van de indeling van goederen in de GS-nomenclatuur. Het is ook gericht op het kenbaar maken van het standpunt ten aanzien van door het HSC opgestelde indelingsadviezen en GS-toelichtingen.

    Technische deskundigen van de lidstaten zijn geraadpleegd in de Groep douanedeskundigen op 2-7 september 2020. De conclusies van de Groep douanedeskundigen zijn in overeenstemming met de voorgestelde standpunten, die in de bijlage bij het ontwerpvoorstel voor een besluit van de Raad zijn opgenomen.

    Het voorgestelde EU-standpunt is eveneens in overeenstemming met het staande douanebeleid en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie om goederen bij invoer in te delen volgens de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan.

    Het voorgestelde standpunt is noodzakelijk om de EU in staat te stellen een standpunt in te nemen bij de volgende vergadering van het HSC.

    4.Rechtsgrondslag

    4.1.Beginselen

    Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

    Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt 5 .

    Daarom is artikel 218, lid 9, VWEU de procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie in de WDO moet worden ingenomen met betrekking tot het vaststellen van toelichtingen, indelingsadviezen of andere adviezen als leidraad voor de interpretatie van het GS in het kader van het GS-verdrag.

    4.2.Toepassing op het onderhavige geval

    Het Comité voor het geharmoniseerd systeem en de WDO-Raad zijn lichamen die zijn opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen.

    De door het HSC op te stellen handelingen zijn handelingen met rechtsgevolgen. De beoogde handelingen kunnen, nadat ze door de WDO-Raad zijn aangenomen, beslissende invloed hebben op de inhoud van de EU-wetgeving, te weten: bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief. Dit komt omdat in artikel 34, lid 7, onder a), punt iii), van het douanewetboek van de Unie 6 is bepaald dat “de douaneautoriteiten BTI 7 -beschikkingen intrekken...wanneer zij niet langer verenigbaar zijn met de interpretatie...ten gevolge van... indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen aangenomen door het GS-comité;”. Verder worden dergelijke door het HSC opgestelde besluiten (indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de GS-nomenclatuur gebruikt ter ondersteuning van de indeling die is voorzien in de uitvoeringsverordeningen van de Commissie betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur, in de toelichtingen op de GN en in de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte indelingsbesluiten. De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

    De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

    4.3.Materiële rechtsgrondslag

    4.3.1.Beginselen

    De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

    4.3.2.Toepassing op het onderhavige geval

    Aangezien de hoofddoelstelling en -inhoud van de beoogde handeling in de eerste plaats betrekking hebben op het gemeenschappelijk douanetarief, is de materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit artikel 31, artikel 43, lid 2 en artikel 207, lid 4, VWEU.

    4.4.Conclusie

    De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 31, artikel 43, lid 2, en artikel 207, lid 4, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

    5.Gevolgen voor de begroting

    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

    6.Bekendmaking van de beoogde handeling

    Geen

    2020/0272 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de beoogde vaststelling van indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerde systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 31, artikel 43, lid 2, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Bij Besluit 87/369/EEG van de Raad 8 heeft de Unie haar goedkeuring gehecht aan het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, alsmede aan het daarbij behorende protocol van wijziging 9 (het GS-verdrag), waarbij het Comité voor het geharmoniseerd systeem (HSC) is ingesteld.

    (2)Overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b) en c), van het GS-verdrag is het HSC onder meer verantwoordelijk voor het opstellen van toelichtingen, indelingsadviezen, andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie en de toepassing van het geharmoniseerde systeem te verzekeren.

    (3)Naar verwachting zal het Comité voor het geharmoniseerde systeem besluiten over indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem of andere adviezen over de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen, teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem tijdens zijn zitting in september te verzekeren.

    (4)Er zij aan herinnerd dat volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-posten en van de aantekeningen op de afdelingen en hoofdstukken zijn omschreven.

    (5)Met het oog op de indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen vast, teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen aangezien de indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem na de vaststelling ervan in de mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 34, lid 7, onder a), punt iii), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 worden bekendgemaakt en in alle lidstaten van toepassing worden. Het standpunt zal in het Comité voor het geharmoniseerde systeem kenbaar worden gemaakt,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de goedkeuring van indelingsadviezen, indelingsbesluiten of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren, is opgenomen in de bijlage.

    Artikel 2

    Geringe technische wijzigingen in het in artikel 1 bedoelde standpunt kunnen door de vertegenwoordigers van de Unie worden overeengekomen zonder nader besluit van de Raad.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de Commissie.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    Sinds de invoering ervan in 1988 is de GS-nomenclatuur zes keer herzien. Deze herzieningen zijn in werking getreden in 1996, 2002, 2007, 2012 en 2017. De zesde herziening zal in 2022 in werking treden.
    (2)    Besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 inzake de sluiting van het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, alsmede van het daarbij behorende protocol van wijziging (PB L 198 van 20.7.1987, blz. 1).
    (3)    PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
    (4)    COM(2020) 196 final.
    (5)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, zaak C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 tot en met 64.
    (6)    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
    (7)    Bindende tariefinlichting: vooraf door de douanediensten aan de marktdeelnemers geleverde indelingsbesluiten om rechtszekerheid met betrekking tot de indeling en de tariefbehandeling van in- en uitgevoerde goederen te waarborgen. 
    (8)    Besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 inzake de sluiting van het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, alsmede van het daarbij behorende protocol van wijziging ( PB L 198 van 20.7.1987, blz. 1 ).
    (9)    PB L 198 van 20.7.1987, blz. 3.
    Top

    Brussel, 21.9.2020

    COM(2020) 585 final

    BIJLAGE

    bij

    Voorstel voor een besluit van de Raad

    betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de beoogde vaststelling van indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerde systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren


    BIJLAGE

    Deze bijlage vormt een aanvulling op de bijlage bij Besluit ... van de Raad.

    II.2 Opstelling van concordantietabellen voor de versies van 2017 en 2022 van het geharmoniseerd systeem (doc. NC2704, NC2749 en NC2753).

    Wat betreft de concordantietabel voor de onderverdelingen 4407 13 en 4407 14 (mengsels van S-P-F (sparhout (spruce), dennenhout (pine) en zilverspar (fir)) en Hem-fir (van hout van de Westerse hemlock en de zilverspar) steunt de Unie de door het WDO-secretariaat in punt 20 van document NC2753 voorgestelde concordantie.

    Wat betreft de concordantietabel voor onderverdeling 4418 83 (I-balken) steunt de Unie de door Japan in punt 14 van document NC2753 voorgestelde concordantie.

    Wat betreft de concordantietabel voor onderverdeling 7019 71 (vliezen van glasvezels) merkt de Unie op dat de enige overdracht uit het GS-2017 onderverdeling 7019 32 zou betreffen.

    Wat betreft de concordantietabel voor de onderverdelingen 8462 62 en 8462 63 (smeedmachines) steunt de Unie de handhaving van alle onder het GS-2017 voor overdracht voorgestelde onderverdelingen, met inbegrip van die tussen vierkante haken.

    Wat betreft de concordantietabel voor onderverdeling 8519 81 (telefoonantwoordapparaten) steunt de Unie het voorstel van het WDO-secretariaat in punt 26 van document NC2704.

    Wat betreft de concordantietabel voor onderverdeling 8539 51 (LED) steunt de Unie de conclusie van het WDO-secretariaat in punt 24 van hetzelfde document.

    Wat betreft de concordantietabel voor de nieuwe onderverdeling 8541 51 (op halfgeleiders gebaseerde meetwaarde-omvormers) merkt de Unie op dat er geen aanwijzingen zijn voor afzonderlijk ingedeelde onderdelen in het GS-2017. Daarom zijn er geen extra overdrachten nodig.

    Wat betreft de concordantietabel voor onderverdeling 88 06 (onbemande luchtvaartuigen) steunt de Unie de in punt 25 van document NC2704 vermelde optie (i).

    Tot slot steunt de Unie de correctie van bepaalde redactionele fouten in de ontwerpconcordantietabellen I en II, zoals uiteengezet in de bijlage bij document NC2753.

    III.4    Indeling in het GS-2022 van bepaalde verzamelingen en voorwerpen van verzamelingen met een numismatisch belang (verzoek van het secretariaat) (doc. NC2711, NC2754)

    De Unie zou de drie producten onder de nieuwe onderverdeling 9705 31 in het GS-2022 indelen. De Unie merkt op dat Canada en het WDO-secretariaat het voorstel van de Unie steunen om de vermelding “munten die in de handel algemeen bekend zijn als “oude munten”” te schrappen uit de tweede alinea van punt (4) van het nieuwe deel (A) van de GS-toelichtingen op post 97 05.

    III.5    Indeling in het GS-2022 van patronen voor 3D-printers (verzoek van het secretariaat) (doc. NC2712, NC2755)

    De Unie steunt het voorstel tot wijziging van de GS-toelichtingen, waarin is bepaald dat patronen voor 3D-printerpatronen met elektronische componenten of mechanische mechanismen moeten worden ingedeeld als delen van 3D-printers.

    De Unie zou producten die in de documenten NC2712 en NC2755 worden gepresenteerd indelen onder post 84 85 in het HS-2022 als delen van 3D-printers, rekening houdend met de aanwezigheid van elektronische componenten voor aansluiting op een 3D-printer.

    III.7    Verslag van de 57e vergadering van het subcomité voor de herziening van het GS (doc. NR1434)

    III.8    Te nemen besluiten. (doc. NC2709)

    (a)Bijlagen C/4 en D/8 – Wijzigingen van de toelichtingen (GS-2022) (deel VI)

    (b)Bijlagen C/5, D/9 en D/22 – Wijzigingen van de toelichtingen (GS-2022) (deel VII)

    (c)Bijlagen C/8 en D/12 – Wijzigingen van de toelichtingen, voortvloeiend uit de artikel 16-aanbeveling van 28 juni 2019 (deel XIII)

    (d)Bijlagen C/13 en D/17 – Wijzigingen van de toelichtingen, voortvloeiend uit de artikel 16-aanbeveling van 28 juni 2019 (deel XX)

    (e)Bijlagen C/14 en D/18 – Mogelijke wijzigingen van de toelichtingen met betrekking tot bepaalde attractie- en speeltoestellen (voorstel van de VS)

    De Unie stemt in met alle voorgestelde wijzigingen in de documenten.

    (f)Bijlagen C/1 en D/5 – Mogelijke wijzigingen van de toelichting op post 15 09 wat betreft andere olijfolie verkregen bij de eerste persing, en post 15 15 wat betreft voorbeelden van microbiële vetten en oliën

    Wat betreft de GS-toelichtingen op post 15 09 steunt de Unie het voorstel van de EU (optie 2) en het nieuwe voorstel van Canada (optie 3). In punt (D) (2) steunt de Unie het gebruik van “of” (optie 2) in plaats van “en/of”.

    Wat betreft de GS-toelichtingen op post 15 15 steunt de Unie het gebruik van de uitdrukking "eencellig organisme” (optie 1) en het gebruik van “of” (optie 2) in plaats van “en/of”. In de voorbeelden (a) en (b) steunt de Unie het gebruik van de uitdrukking “verkregen uit” (optie 2).

    (g)Bijlagen C/3 en D/7 – Mogelijke wijzigingen van de toelichtingen met betrekking tot “placebo’s” en “dubbelblinde klinische proefpakketten” in post 30 06 (verzoek van Australië)

    Wat betreft de zin “De placebo’s van deze post omvatten ook [controlevaccins] [gecontroleerde vaccins] [vaccins die als controlestoffen worden gebruikt en] waarvoor een vergunning is verleend voor gebruik in erkende klinische proeven.” steunt de Unie de toevoeging van deze zin aan de tekst van punt (12) van de GS-toelichtingen op post 30 06 niet, aangezien niet duidelijk is welke soorten stoffen erdoor worden beschreven. Indien de andere overeenkomstsluitende partijen besluiten de zin toe te voegen, steunt de Unie “vaccins die als controlestoffen worden gebruikt” (optie 3) of, indien flexibiliteit nodig is, “controlevaccins” (optie 1).

    Met betrekking tot de zin “[De te onderzoeken werkzame bestanddelen kunnen kruidengeneesmiddelen [voor therapeutisch of profylactisch gebruik] omvatten.]” blijft de Unie flexibel wat betreft de toevoeging ervan aan de tekst, maar steunt zij een open lijst van voorbeelden, zoals voorgesteld door de VS-delegatie, niet.

    (h)Bijlagen C/6 en D/10 – Wijzigingen van de toelichtingen, voortvloeiend uit de artikel 16-aanbeveling van 28 juni 2019 (deel IX)

    De Unie ondersteunt het voorstel om aanvullende toelichtingen toe te voegen aan onderverdelingen 4412 41, 4412 42 en 4412 49. De Unie verzoekt nader onderzoek en verbetering van de voorgestelde tekst om deze in overeenstemming te brengen met de huidige indelingspraktijken in de Unie (bijvoorbeeld de oriëntatie van de fineerlagen).

    (i)Bijlagen C/7 en D/11 – Wijzigingen van de toelichtingen, voortvloeiend uit de artikel 16-aanbeveling van 28 juni 2019 (delen XI en XII)

    De Unie steunt de toevoeging van “paraseismische wandbekleding” en “geotextiel” aan de lijst van voorbeelden van elektronisch textiel. In de tekst over “geotextiel” steunt de Unie de tekst “een sensor die van vezels vervaardigd of ten minste volledig in de vezels geïntegreerd is” (optie 2), zoals eerder door de Unie is voorgesteld.

    De Unie steunt de voorlopige vaststelling van de door het subcomité voor de herziening goedgekeurde teksten.

    (j)Bijlagen C/12 en D/16 – Wijzigingen van de toelichtingen, voortvloeiend uit de artikel 16-aanbeveling van 28 juni 2019 (deel XVII)

    De Unie steunt de toevoeging van de verwijzing naar permanent geïntegreerde camera’s in punt 3 van de GS-toelichtingen op post 88 06, op voorwaarde dat het indelingsadvies waarin een drone met geïntegreerde camera onder post 85 25 wordt ingedeeld, wordt herzien en in overeenstemming wordt gebracht met het GS-2022 en de GS-toelichtingen.

    Met betrekking tot punt 4 van de GS-toelichtingen op post 88 06 steunt de Unie het voorstel van China met aanvullende, door de Unie toegevoegde technische criteria (tweede optie).

    (k)Bijlagen C/15 en D/19 – Mogelijke wijzigingen van de toelichtingen op hoofdstuk 97 ten aanzien van bepaalde voorwerpen van culturele aard (voorstel van de Verenigde Staten)

    De Unie steunt de lijst van artikelen die als voorbeeld worden genoemd niet, aangezien deze zeer specifiek zijn en beperkt zijn tot het verklaren van het toepassingsgebied van de artikelen die onder onderverdeling 9705 10 moeten worden ingedeeld.

    De Unie merkt voorts op dat de gegeven definities en voorbeelden geen duidelijkheid verschaffen over de wijze waarop bijvoorbeeld “traditionele nationale kostuums” of “oude auto’s” moeten worden ingedeeld.

    (l)Bijlagen C/16 en D/20 – Wijzigingen van de toelichting op de indelingsregels (GS-2022)

    De Unie steunt het oorspronkelijke voorstel van het WDO-secretariaat (optie 1, waarbij de term “enkel” wordt gebruikt, maar flexibel wordt omgegaan met de uitdrukking “niet verder bewerkt dan”) en verzoekt erom de teksten in het Engels en het Frans op elkaar af te stemmen.

    III.9    Mogelijke wijziging van de toelichting op post 71 04 ten aanzien van synthetische diamanten (voorstel van het Kimberleyproces) (doc. NC2757)

    De Unie stemt in met de voorgestelde wijzigingen van de nieuwe derde alinea van post 71 04 en met de invoering van een nieuw punt (3) van de toelichting op onderverdeling 7104 91.

    III.10    Indeling van een micro-elektromechanisch systeemelement (MEMS) in het GS-2022 (voorstel van het secretariaat)

    De Unie zou het product indelen onder post 85 41.

    Top