EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020PC0434

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot goedkeuring van de wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn), wat betreft de uitbreiding van het materiële en geografische toepassingsgebied ervan

COM/2020/434 final

Brussel, 28.8.2020

COM(2020) 434 final

2020/0205(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot goedkeuring van de wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn), wat betreft de uitbreiding van het materiële en geografische toepassingsgebied ervan


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel heeft betrekking op het besluit waarbij de onderhandelaar van de Unie (in dit geval: de Commissie) wordt gemachtigd om namens de Unie te besluiten over de wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn) 1 wat betreft de uitbreiding van het materiële en geografische toepassingsgebied ervan, met het oog op verbetering van de samenwerking op het gebied van toezicht met betrekking tot de voorschriften van bijlage VI bij het Marpol-verdrag (hierna “Marpol-wijziging” genoemd) en in het licht van de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de Overeenkomst (hierna “wijziging inzake Spanje” genoemd).

1.1De Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (hierna de “Overeenkomst van Bonn” genoemd)

De Overeenkomst van Bonn is erop gericht verontreiniging in het Noordzeegebied te bestrijden en kustgebieden te beschermen tegen maritieme rampen en chronische verontreiniging door schepen en offshore-installaties. De Europese Unie is (als toenmalige “Europese Economische Gemeenschap”) toegetreden als Partij bij de Overeenkomst. De aan de Noordzee gelegen lidstaten van de Europese Unie zijn samen met Noorwegen eveneens Partijen bij de Overeenkomst.

De Overeenkomst beoogt de bevordering van de actieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen kuststaten en de Europese Unie bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen teneinde het mariene milieu en de belangen van de kuststaten te beschermen. Daartoe is in de Overeenkomst bepaald dat de Overeenkomstsluitende Partijen controles uitvoeren met het oog op het opsporen en bestrijden van verontreiniging en het voorkomen van overtredingen van de regelgeving ter bestrijding van verontreiniging. De Noordzee is ingedeeld in verschillende zones waar de respectieve Overeenkomstsluitende Partijen verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van controles en het beoordelen van incidenten. Indien een Overeenkomstsluitende Partij de aanwezigheid van olie of andere schadelijke stoffen constateert die een ernstige bedreiging kan vormen voor de kust of daarmede samenhangende belangen van een andere Overeenkomstsluitende Partij, is zij verplicht die Partij daarvan op de hoogte te stellen. Een Overeenkomstsluitende Partij die hulp nodig heeft bij de bestrijding van verontreiniging of dreigende verontreiniging op zee of aan haar kust, kan een beroep doen op de andere Overeenkomstsluitende Partijen, die in dat geval verplicht zijn alle mogelijke hulp te verlenen waartoe zij in staat zijn.

De Overeenkomst van Bonn werd gesloten door de Europese Economische Gemeenschap bij Besluit 84/358/EEG van de Raad 2 . De Overeenkomst van Bonn werd in 1989 gewijzigd. Die wijzigingen zijn op 1 april 1994 in werking getreden. De Europese Economische Gemeenschap heeft die wijzigingen goedgekeurd bij Besluit 93/540/EEG van de Raad 3 .

Volgens artikel 16 van de Overeenkomst van Bonn wordt een voorstel van een Overeenkomstsluitende Partij tot wijziging van de Overeenkomst van Bonn of van de bijlage daarbij bestudeerd op een vergadering van de Overeenkomstsluitende Partijen. Na aanneming van het voorstel met eenparigheid van stemmen wordt de wijziging door de depotregering ter kennis gebracht van de Overeenkomstsluitende Partijen. Zulke wijzigingen treden in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de depotregering kennisgevingen van goedkeuring van alle Overeenkomstsluitende Partijen heeft ontvangen.

De regering van de Bondsrepubliek Duitsland is aangewezen als depotregering van de Overeenkomst van Bonn (artikel 18, lid 3, Overeenkomst van Bonn).

Volgens artikel 20 van de Overeenkomst van Bonn kunnen de Overeenkomstsluitende Partijen met eenparigheid van stemmen andere kuststaten van het Noordoost-Atlantisch gebied uitnodigen tot de Overeenkomst van Bonn toe te treden. In een dergelijk geval moeten artikel 2 van de Overeenkomst van Bonn en de bijlage daarbij dienovereenkomstig worden gewijzigd; de wijziging wordt van kracht zodra de Overeenkomst voor de toetredende staat in werking treedt.

Op 7 oktober 2019 stelde de Raad een besluit vast waarbij de Commissie werd gemachtigd namens de Unie te onderhandelen over een wijziging op grond van artikel 16 van de Overeenkomst van Bonn, teneinde het toepassingsgebied van de Overeenkomst uit te breiden met het oog op verbetering van de samenwerking op het gebied van toezicht met betrekking tot de voorschriften van bijlage VI bij het Marpol-verdrag, alsmede over de uitbreiding op grond van artikel 20 van de Overeenkomst tot het Koninkrijk Spanje.

De Partijen bij de Overeenkomst van Bonn hebben op hun vergadering van 9 tot en met 11 oktober 2019 deze wijzigingen eenparig goedgekeurd. De wijzigingen worden nu aan de Unie tot besluit voorgelegd. Daarnaast moet het Koninkrijk Spanje nu de uitbreiding van de Overeenkomst van Bonn op grond van artikel 20 van de Overeenkomst tot de zone onder zijn verantwoordelijkheid goedkeuren.

1.2De wijzigingen van de Overeenkomst van Bonn

1.2.1    De “Marpol-wijziging” – wijziging van het materiële toepassingsgebied van de Overeenkomst

Deze wijziging beoogt verbetering van de samenwerking en coördinatie tussen de Overeenkomstsluitende Partijen bij het bestrijden van illegale, door de scheepvaart veroorzaakte luchtverontreinigende emissies teneinde de negatieve gevolgen van de verbranding van scheepsbrandstoffen met een hoog zwavel- of stikstofgehalte voor de menselijke gezondheid, de biodiversiteit en het mariene milieu als geheel te beperken. De Overeenkomstsluitende Partijen willen daartoe verschillende bepalingen van de Overeenkomst van Bonn wijzigen (de artikelen 1, 5, 6 en 15 alsmede de titel en de preambule) om het toepassingsgebied uit te breiden tot luchtverontreiniging door schepen, als geregeld bij bijlage IV bij het Marpol-verdrag.

1.2.2    De “wijziging inzake Spanje” – wijziging van het geografische toepassingsgebied van de Overeenkomst

De Overeenkomstsluitende Partijen hebben tevens het Koninkrijk Spanje uitgenodigd tot de Overeenkomst toe te treden, door artikel 2 van de Overeenkomst te wijzigen en door de voor de toepassing van de Overeenkomst en de bijlage daarbij relevante Atlantische grens van het Noordzeegebied te bepalen en de grenzen van verschillende toezichtszones te wijzigen met het oog op de toepassing van artikel 6 van de Overeenkomst. Meer bepaald werd een nieuwe afbakening van het gewijzigde onder de Overeenkomst vallende gebied vastgelegd. Frankrijk gaat akkoord met de invoering van een nieuwe, onder de verantwoordelijkheid van Frankrijk vallende zone die rechtstreeks grenst aan de onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk vallende zone. De bedoelde zone beslaat het gebied tussen de zone onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en de nieuwe, onder de verantwoordelijkheid van Spanje vallende zone, zodat geen lacunes ontstaan tussen de oude grens van het onder de Overeenkomst van Bonn vallende gebied en de nieuwe zone onder verantwoordelijkheid van Spanje.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Procedurele rechtsgrondslag

Beginselen

Krachtens artikel 218, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) stelt de Raad op voorstel van de onderhandelaar een besluit tot sluiting van de overeenkomst vast. In dit artikel is voorts bepaald dat de Raad het besluit tot sluiting van de overeenkomst vaststelt na goedkeuring door het Europees Parlement, tenzij de overeenkomst uitsluitend betrekking heeft op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, voor zover het gevallen betreft waarin overeenkomsten betrekking hebben op gebieden waarop de gewone wetgevingsprocedure, of, indien de goedkeuring van het Europees Parlement vereist is, de bijzondere wetgevingsprocedure van toepassing is.

Toepassing op het onderhavige geval

Aangezien de Overeenkomstsluitende Partijen ermede hebben ingestemd het geografische en materiële toepassingsgebied van de Overeenkomst van Bonn te wijzigen, is het passend dat de Unie tot deze wijzigingen besluit.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 6, VWEU.

Materiële rechtsgrondslag

Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 6, VWEU, vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 6, VWEU, vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

Toepassing op het onderhavige geval

De beoogde materiële wijziging met betrekking tot de uitbreiding van het materiële toepassingsgebied (“de Marpol-wijziging”) van de overeenkomst van Bonn streeft tegelijk meerdere doelstellingen na op het gebied van civiele bescherming en het milieu, die respectievelijk onder de artikelen 196 en 191 vallen, en onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, zonder dat de ene ondergeschikt is aan de andere. Om die reden moet de materiële rechtsgrondslag van een besluit op grond van artikel 218, lid 6, VWEU, per uitzondering de diverse desbetreffende materiële rechtsgrondslagen omvatten.

Conclusie 

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 191, VWEU, en artikel 196, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 6, VWEU.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

n.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

Beide wijzigingen zijn onomstreden en worden gesteund door alle Overeenkomstsluitende Partijen, met inbegrip van alle afzonderlijke lidstaten die Partij zijn bij de Overeenkomst.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

n.v.t.

Effectbeoordeling

Gelet op de politieke noodzaak snel de nodige stappen te zetten om de EU als Partij bij de Overeenkomst van Bonn in staat te stellen op de van 9 tot en met 11 oktober 2019 gehouden vergadering van de Overeenkomstsluitende Partijen onderhandelingen te voeren over en goedkeuring te verlenen aan de wijzigingen van de Overeenkomst van Bonn en deze te bekrachtigen tijdens de ministersconferentie op 11 oktober 2019, is afgezien van de formele effectbeoordelingsprocedure. Deze evenredige benadering is bovendien gerechtvaardigd omdat de wijzigingen van de Overeenkomst van Bonn naar verwachting alleen positieve economische, sociale en milieueffecten zullen sorteren.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

n.v.t.

Grondrechten

Het voorstel is in overeenstemming met de EU-Verdragen en met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De wijziging van de Overeenkomst van Bonn heeft geen negatieve gevolgen voor de begroting van de Unie.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

n.v.t.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

n.v.t. Zie onderstaande rubriek.

Artikelsgewijze toelichting

Het enige inhoudelijke artikel van het voorstel strekt tot machtiging van de Commissie door de Raad om namens de Unie te besluiten tot de beoogde wijzigingen van de Overeenkomst van Bonn met betrekking tot de uitbreiding van het materiële toepassingsgebied van de Overeenkomst in verband met bijlage VI bij het Marpol-verdrag en de toetreding van Spanje tot de Overeenkomst.

De meest recente versie van de beoogde wijzigingen is opgenomen in de bijlagen bij het besluit en kan als volgt worden samengevat:

De “Marpol-wijziging”

De Partijen bij de Overeenkomst van Bonn de routines en systemen voor toezicht vanuit de lucht op verontreiniging door olie die in het kader van de Overeenkomst zijn ingesteld, uit te breiden tot het controleren van de naleving van de voorschriften inzake scheepsemissies. Hierdoor worden de Overeenkomstsluitende Partijen in staat gesteld optimaal gebruik te maken van de middelen die reeds worden gebruikt voor controle en toezicht vanuit de lucht met betrekking tot olielekkages en die de basis vormen van een holistisch systeem voor milieutoezicht op de Noordzee en haar toegangen.

Door de vaststelling van het besluit tot wijziging betreffende de uitbreiding van het mandaat van de Overeenkomst van Bonn in verband met bijlage VI bij het Marpol-verdrag zouden het gezamenlijke toezicht en de gezamenlijke controle en rapportage met betrekking tot scheepsemissies in het Noordzeegebied worden verbeterd. Dergelijke gecoördineerde activiteiten binnen het kader van de Overeenkomst zouden tot een vermindering van de risico’s voor het mariene milieu bijdragen en de belangen van de kuststaten en van de Unie dienen.

De “wijziging inzake Spanje”

Deze wijziging strekt tot uitbreiding van het geografische toepassingsgebied van de Overeenkomst tot het gebied tussen de zone onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en de nieuwe, onder de verantwoordelijkheid van Spanje vallende zone, zodat geen lacunes ontstaan tussen de oude grens van het onder de Overeenkomst van Bonn vallende gebied en de nieuwe zone onder verantwoordelijkheid van Spanje. Frankrijk gaat akkoord met de invoering van een nieuwe, onder de verantwoordelijkheid van Frankrijk vallende zone. Door de Golf van Biskaje op te nemen in het onder de Overeenkomst van Bonn vallende gebied, zorgen de Overeenkomstsluitende Partijen ervoor dat de belangrijkste scheepvaartroute tussen de Noordzee en de Middellandse Zee onder een gemeenschappelijk gecoördineerd systeem voor paraatheid en responsbeheer valt.

2020/0205 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot goedkeuring van de wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn), wat betreft de uitbreiding van het materiële en geografische toepassingsgebied ervan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 191, lid 4, en artikel 196, lid 1, onder c), in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

1) De Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (“Overeenkomst van Bonn”) 4 werd door de Europese Economische Gemeenschap bij Besluit 84/358/EEG van de Raad 5 gesloten en trad in werking op 1 september 1989. De Overeenkomst van Bonn werd in 1989 gewijzigd. Deze wijzigingen werden goedgekeurd bij Besluit 93/540/EEC van de Raad 6 en traden in werking op 1 april 1994.

2) Op 7 oktober 2019 machtigde de Raad de Commissie namens de Unie onderhandelingen te voeren over wijzigingen van het materiële en geografische toepassingsgebied van de Overeenkomst van Bonn.

3) Overeenkomstig artikel 16, lid 1, van de Overeenkomst van Bonn bestudeerden de Overeenkomstsluitende Partijen een voorstel voor een wijziging om het toepassingsgebied van de Overeenkomst van Bonn uit te breiden met het oog op verbetering van de samenwerking op het gebied van toezicht met betrekking tot de voorschriften van bijlage VI bij het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Marpol-verdrag) 7 . Daarnaast bestudeerden de Overeenkomstsluitende Partijen eveneens de wijzigingen van de Overeenkomst van Bonn en de bijlage daarbij ten gevolge van de toetreding van Spanje tot deze Overeenkomst overeenkomstig artikel 20.

4) De Commissie heeft overeenkomstig het besluit van de Raad over deze wijzigingen van de Overeenkomst van Bonn onderhandeld, en zij werden met eenparigheid van stemmen aangenomen bij twee besluiten op de eenendertigste vergadering van de Partijen bij de overeenkomst van Bonn, die van 9 tot en met 11 oktober 2019 in Bonn plaatsvond.

5) Deze wijzigingen van de Overeenkomst van Bonn moeten namens de Europese Unie worden goedgekeurd,    

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn) met betrekking tot de uitbreiding van het materiële en geografische toepassingsgebied ervan, die door de Overeenkomstsluitende Partijen op hun eenendertigste vergadering van 9 tot en met 11 oktober 2019 te Bonn werden aangenomen, worden namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de wijzigingen is opgenomen in de twee besluiten die door de Overeenkomstsluitende Partijen zijn vastgesteld, en is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De Europese Commissie is bevoegd om namens de Europese Unie de in artikel 16 van de Overeenkomst bedoelde akte van goedkeuring neder te leggen, waarmede de instemming van de Europese Unie om door deze wijzigingen gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht. 

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan 8 .

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7.
(2)    Besluit 84/358/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7).
(3)    Besluit 93/540/EEG van de Raad van 18 oktober 1993 inzake de goedkeuring van bepaalde wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn) (PB L 263 van 22.10.1993, blz. 51).
(4)    Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn) (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 9).
(5)    Besluit 84/358/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7).
(6)    Besluit 93/540/EEG van de Raad van 18 oktober 1993 inzake de goedkeuring van bepaalde wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn) (PB L 263 van 22.10.1993, blz. 51).
(7)    Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, ondertekend in Londen op 2 november 1973, aangevuld door het protocol van 17 februari 1978.
(8)    De datum van inwerkingtreding van de wijzigingen zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
Top

Brussel, 28.8.2020

COM(2020) 434 final

BIJLAGE

bij

Proposal for a Council Decision

approving the conclusion, by the European Union, of the amendments to the Agreement for Co-operation in Dealing with Pollution of the North Sea by Oil and Other Harmful Substances (Bonn Agreement) with regard to the extension of its material and geographical scope of application


Besluit van de Partijen bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen, betreffende de uitbreiding van het toepassingsgebied van de Overeenkomst met het oog op verbetering van de samenwerking op het gebied van toezicht met betrekking tot de voorschriften van bijlage VI bij het Marpol-verdrag

De Partijen bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (“Overeenkomst van Bonn”),

Indachtig artikel 16 van de Overeenkomst, waarin is bepaald dat een of meer Overeenkomstsluitende Partijen wijzigingen van de Overeenkomst kunnen voorstellen, die op een vergadering van de Overeenkomstsluitende Partijen met eenparigheid van stemmen kunnen worden aangenomen,

Voornemens ervoor te zorgen dat de depotregering de kennisgevingen van goedkeuring van alle Overeenkomstsluitende Partijen zo spoedig mogelijk zal ontvangen teneinde een spoedige inwerkingtreding van dergelijke wijzigingen overeenkomstig artikel 16, lid 2, van de Overeenkomst mogelijk te maken,

In het streven de samenwerking en coördinatie tussen de Overeenkomstsluitende Partijen bij het bestrijden van illegale, door de scheepvaart veroorzaakte luchtverontreinigende emissies te verbeteren teneinde de negatieve gevolgen van de verbranding van scheepsbrandstoffen met een hoog zwavel- of stikstofgehalte voor de menselijke gezondheid, de biodiversiteit en het mariene milieu als geheel te beperken,

nemen het volgende besluit met eenparigheid van stemmen aan:

Paragraaf 1 – Wijziging van de titel van de Overeenkomst

De titel van de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

“Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van het Noordzeegebied door olie en andere schadelijke stoffen, met inbegrip van door de scheepvaart veroorzaakte luchtverontreiniging”

Paragraaf 2 – Wijziging van de preambule van de Overeenkomst

De preambule van de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

het woord “Ierland,” wordt ingevoegd vóór de woorden “het Koninkrijk der Nederlanden”.

De leden 2 tot en met 6 van de preambule worden als volgt gelezen:

“Erkennend dat verontreiniging van de zee door olie en andere schadelijke stoffen en door de scheepvaart veroorzaakte luchtverontreiniging in het Noordzeegebied een bedreiging kunnen vormen voor het mariene milieu, de biodiversiteit, de menselijke gezondheid en de daarmede samenhangende belangen van de kuststaten,

Opmerkend dat dergelijke vormen van verontreiniging vele oorzaken hebben en dat ongevallen en andere voorvallen op zee aanleiding tot grote bezorgdheid geven,

Ervan overtuigd dat het vermogen tot bestrijding van dergelijke vormen van verontreiniging alsook actieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de Staten noodzakelijk zijn voor de bescherming van hun kusten en daarmede samenhangende belangen,

Verheugd over de reeds geboekte vooruitgang in het kader van de Overeenkomst betreffende samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie, ondertekend te Bonn op 9 juni 1969,

Geleid door de wens de onderlinge hulpverlening en de samenwerking bij de bestrijding van en het toezicht op de verschillende vormen van verontreiniging tot verdere ontwikkeling te brengen,”

Paragraaf 3 – Wijziging van artikel 1

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

“Artikel 1

Deze Overeenkomst is binnen het Noordzeegebied zoals omschreven in artikel 2 van toepassing:

1)    zodra verontreiniging of dreigende verontreiniging van de zee door olie of andere schadelijke stoffen een ernstig en onmiddellijk gevaar betekent voor de kust of daarmede samenhangende belangen van een of meer Overeenkomstsluitende Partijen; of

2)    zodra verontreiniging of dreigende verontreiniging van het mariene milieu als gevolg van door de scheepvaart veroorzaakte emissies als bedoeld in bijlage VI bij het Marpol-verdrag leidt tot eutrofiëring van de zee en een bedreiging vormt voor de gezondheid van de bevolking aan de kust of van mariene organismen; alsmede

3)    op het toezicht dat wordt uitgeoefend met het oog op het opsporen en bestrijden van verontreiniging als omschreven in de leden 1 en 2 van dit artikel en het voorkomen van inbreuken op de voorschriften ter bestrijding van verontreiniging.”

Paragraaf 4 – Wijziging van artikel 5

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

“Artikel 5

1)    Zodra een Overeenkomstsluitende Partij kennis neemt van een ongeval of van de aanwezigheid van olie of andere schadelijke stoffen, met inbegrip van scheepsemissies, in het Noordzeegebied die een ernstige bedreiging kunnen vormen voor de kust of daarmede samenhangende belangen van een andere Overeenkomstsluitende Partij, deelt zij dit via haar bevoegde autoriteit onverwijld aan die Partij mede.

2)    De Overeenkomstsluitende Partijen verbinden zich ertoe de gezagvoerders van alle schepen die hun vlag voeren en alle gezagvoerders van in hun land geregistreerde luchtvaartuigen te verzoeken, onverwijld, langs de onder de omstandigheden snelste en meest geschikte wegen, mededeling te doen van:

a)    alle ongevallen die verontreiniging van het mariene milieu veroorzaken of dit vermoedelijk zullen doen;

b)    de aanwezigheid, aard en uitgestrektheid van olie of van andere schadelijke stoffen die vermoedelijk een ernstige bedreiging zullen vormen voor de kust of daarmede samenhangende belangen van een of meer Overeenkomstsluitende Partijen.

3)    De Overeenkomstsluitende Partijen maken gebruik van een standaardformulier voor de mededeling van verontreiniging zoals vereist krachtens het eerste lid van dit artikel.”

Paragraaf 5 – Wijziging van artikel 6

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: 

Artikel 6

1)    Uitsluitend voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt het Noordzeegebied verdeeld in de zones die worden omschreven in de bijlage bij deze Overeenkomst.

2)    De Overeenkomstsluitende Partij binnen wier zone een situatie zoals beschreven in artikel 1, lid 1, ontstaat, verzamelt de nodige gegevens betreffende de aard en de omvang van het ongeval of, naargelang van het geval, betreffende de soort en de geschatte hoeveelheid olie of andere schadelijke stoffen, alsmede betreffende de richting waarin en de snelheid waarmede de stoffen zich verplaatsen.

3)    De betrokken Overeenkomstsluitende Partij stelt onverwijld alle andere Overeenkomstsluitende Partijen via hun bevoegde autoriteiten in kennis van de door haar verzamelde gegevens en van elke maatregel die zij heeft getroffen ter bestrijding van de olie of andere schadelijke stoffen en zij houdt deze stoffen onder observatie zolang deze zich in haar zone bevinden.

4)    De verplichtingen van de Overeenkomstsluitende Partijen krachtens de bepalingen van dit artikel vormen, voor zover zij betrekking hebben op zones onder gezamenlijke verantwoordelijkheid, het voorwerp van tussen de betrokken Partijen te sluiten bijzondere technische overeenkomsten. Deze overeenkomsten worden ter kennis gebracht van de andere Overeenkomstsluitende Partijen.”

Paragraaf 6 – Wijziging van artikel 15

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd: 

Artikel 15

1)    De Overeenkomstsluitende Partijen treffen voorzieningen voor het verrichten van secretariaatstaken met betrekking tot deze overeenkomst, daarbij rekening houdend met bestaande regelingen in het kader van andere internationale overeenkomsten inzake de voorkoming van verontreiniging van het mariene milieu die voor hetzelfde gebied als deze overeenkomst van kracht zijn.

2)    Elke Overeenkomstsluitende Partij draagt 2,5 % bij aan de jaarlijkse uitgaven ingevolge de Overeenkomst. Het saldo van de uitgaven ingevolge de Overeenkomst wordt omgeslagen over de Overeenkomstsluitende Partijen (behalve de EEG) naar verhouding van hun bruto nationaal product overeenkomstig de regelmatig door de Algemene Vergadering der Verenigde Naties vastgestelde verdeelsleutel. In geen geval mag de bijdrage van een Overeenkomstsluitende Partij aan dit saldo hoger zijn dan 20 % van het saldo.”

Paragraaf 7 – Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de depotregering kennisgevingen van goedkeuring van alle Overeenkomstsluitende Partijen heeft ontvangen.    

BIJLAGE […]

Top

Brussel, 28.8.2020

COM(2020) 434 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een besluit van de Raad

tot goedkeuring van de wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn), wat betreft de uitbreiding van het materiële en geografische toepassingsgebied ervan


Besluit van de Partijen bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de Overeenkomst

De Partijen bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (“Overeenkomst van Bonn”),

INDACHTIG artikel 20 van de Overeenkomst, waarin is bepaald dat de Overeenkomstsluitende Partijen met eenparigheid van stemmen andere kuststaten van het Noordoost-Atlantische gebied kunnen uitnodigen tot de Overeenkomst toe te treden, en dat artikel 2 van deze Overeenkomst en de bijlage bij deze Overeenkomst in zulk een geval dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBENDE unaniem verklaard voornemens te zijn Spanje uit te nodigen tot de Overeenkomst toe te treden,

VERHEUGD over de wens van Spanje om toe te treden tot de Overeenkomst,

besluiten met eenparigheid van stemmen als volgt:

Paragraaf 1 – Wijziging van de preambule van de Overeenkomst

De preambule van de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd: de woorden “het Koninkrijk Spanje” worden ingevoegd vóór de woorden “het Koninkrijk Zweden”.

Paragraaf 2 - Uitnodiging aan Spanje overeenkomstig artikel 20

In overeenstemming met artikel 20 nodigen de Overeenkomstsluitende Partijen Spanje unaniem uit tot de Overeenkomst van Bonn toe te treden. In verband met deze uitnodiging worden de volgende wijzigingen van artikel 2 en van de bijlage bij deze Overeenkomst aangenomen.

Paragraaf 3 – Wijziging van artikel 2

Artikel 2 van de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

“Artikel 2

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder het Noordzeegebied het zeegebied behelzende:

a)    de eigenlijke Noordzee, ten zuiden van de breedtegraad 61° 0' 00,00" noorderbreedte;

b)    het Skagerrak, waarvan de zuidelijke begrenzing wordt bepaald ten oosten van Skagen door de breedtegraad 57° 44' 43,00" noorderbreedte;

c)    de Golf van Biskaje, ten zuiden en ten westen begrensd door de lijn die in deel I van de bijlage bij deze Overeenkomst wordt gedefinieerd;

d)    de overige wateren, behelzende de Ierse Zee, de Keltische Zee, de Malin, de Great Minch, de Little Minch, een deel van de Noorse Zee, en delen van de noordoostelijke Atlantische Oceaan, in het westen en het noorden begrensd door de lijn die in deel II van de bijlage bij deze Overeenkomst wordt gedefinieerd.”

Paragraaf 4 – Wijziging van de bijlage bij de Overeenkomst

De bijlage bij de Overeenkomst wordt aldus gewijzigd dat zij komt te luiden als vermeld in het aanhangsel bij dit besluit.

Paragraaf 5 – Inwerkingtreding

De in dit besluit opgenomen wijzigingen treden in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van nederlegging door Spanje van zijn akte van toetreding.

Aanhangsel

“BIJLAGE BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE SAMENWERKING BIJ HET BESTRIJDEN VAN

VERONTREINIGING VAN DE NOORDZEE DOOR OLIE EN ANDERE SCHADELIJKE STOFFEN,

1983

Beschrijving van de Atlantische grens van het Noordzeegebied en van de in artikel 6 van deze Overeenkomst bedoelde zones

De Atlantische grens van het Noordzeegebied

Deel I: De lijn die de zuidelijke en zuidwestelijke begrenzing vormt van het Noordzeegebied

De lijn die de zuidwestelijke begrenzing vormt van het Kanaal en zijn toegangen en de zuidelijke en westelijke begrenzing vormt van de Golf van Biskaje is een lijn die:

i)begint op het westelijke punt aan de kust van Spanje op 42° 30' 04,25" NB 8° 52' 18,22" WL;

ii)vervolgens vandaar de loxodroom volgt tot aan het punt op 42° 30' 04,32" NB 10° 24' 55,16" WL;

iii)vervolgens vandaar de loxodroom volgt tot aan het punt op 46° 00' 04,07" NB 10° 24' 54,86" WL;

iv)vervolgens vandaar de loxodroom volgt tot aan het punt op 46° 00' 04,06" NB 9° 59' 54,88" WL;

v)vervolgens vandaar de lijn volgt tot aan het snijpunt tussen de breedtecirkel van 48° 27' 00,00" NB en de 50 zeemijlen ten westen van de lijn tussen het eiland Ouessant en de Scilly-eilanden getrokken lijn (hierna “lijn van de Overeenkomst van Bonn, 1983” genoemd);

vi)vervolgens vanaf dat snijpunt de lijn van de Overeenkomst van Bonn, 1983, in noordelijke richting volgt tot het snijpunt van die lijn met de bij scheidsrechterlijke beslissing van 30 juni 1977 vastgestelde scheidslijn op het Continentaal Plat tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk;

vii)vervolgens vanaf dat snijpunt de lijn van die grens in westelijke richting volgt tot aan het punt op 48° 10' 00,00" NB 9° 22' 15,91" WL; alsmede

viii)vervolgens vandaar de breedtecirkel van 48° 10' 00,00" NB in westelijke richting volgt tot aan het punt op 48° 10' 00,00" NB 10° 0' 00,00" WL.

Deel II: De lijn die de westelijke en noordelijke begrenzing vormt van de overige onder de Overeenkomst vallende wateren

De lijn die de westelijke en noordelijke begrenzing vormt van de overige onder de Overeenkomst vallende wateren, behelzende de Ierse Zee, de Keltische Zee, de Malin, de Great Minch, de Little Minch, een deel van de Noorse Zee, en delen van de noordoostelijke Atlantische Oceaan, is een lijn die:

i)    begint op het punt op 48° 10' 00,00" NB 0° 00' 00,00" WL;

ii)    vanaf dat punt de westelijke grens van de verantwoordelijkheidszone inzake verontreinigingsbestrijding in de Ierse Zee volgt (dat wil zeggen een lijn die op elk punt ervan 200 zeemijlen verwijderd is van het dichtstbijzijnde punt van de basislijnen die zijn vastgesteld voor de toepassing van de Maritime Jurisdiction Acts, 1959-1988, van Ierland) tot aan het punt op 56° 42' 00,00" NB 14° 00' 00,00" WL;

iii)    vanaf dat punt de westelijke grens volgt van de zone als vastgesteld bij de Merchant Shipping (Prevention of Pollution) (Limits) Regulations 1996 van het Verenigd Koninkrijk, zoals gewijzigd bij de Merchant Shipping (Prevention of Pollution) (Limits) Regulations 1997 (dat wil zeggen de lijnen die de in de onderstaande tabel 1 vermelde punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden) tot aan het punt op 63° 38' 10,68" NB 0° 30' 00,00" WL; alsmede

iv)    vanaf dat punt de breedtegraad van 63° 38' 10,68" NB in oostelijke richting volgt tot aan de kust van Noorwegen.

Tabel 1: Punten en lijnen van de westelijke grens van de zone die is vastgesteld bij The Merchant Shipping (Prevention of Pollution) (Limits) Regulations 1996 van het Verenigd Koninkrijk, zoals gewijzigd

In de Regulations van het Verenigd Koninkrijk, zoals gewijzigd, vermelde punten en hun coördinaten

Lijnsegmenten tussen deze punten

27.    56° 42' 00,00" NB    14° 0' 00,00" WL

27-28 Lengtegraad

28.    56° 49' 00,00" NB    14° 0' 00,00" WL

28-29 Breedtegraad

29.    56° 49' 00,00" NB    14° 30' 34,00" WL

29-30 Cirkelboog van 200 zeemijlen vanaf de relevante basispunten op St. Kilda vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten

30.    57° 52' 22,00" NB    14° 53' 22,00" WL

30-31 Cirkelboog van 200 zeemijlen vanaf de relevante basispunten op St. Kilda vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten

31.    58° 30' 00,00" NB    14° 48' 58,00" WL

31-32 Cirkelboog van 200 zeemijlen vanaf de relevante basispunten op St. Kilda vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten

32.    59° 0' 00,00" NB    14° 35' 07,00" WL

32-33 Cirkelboog van 200 zeemijlen vanaf de relevante basispunten op St. Kilda vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten

33.    59° 40' 54,00" NB    13° 58' 10,00" WL

33-34 Cirkelboog van 200 zeemijlen vanaf de relevante basispunten op St. Kilda vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten

34.    59° 50' 00,00" NB    13° 46' 24,00" WL

34-35 Breedtegraad

35.    59° 50' 00,00" NB    5° 0' 00,00" WL

35-36 Lengtegraad

36.    60° 10' 00,00" NB    5° 0' 00,00" WL

36-37 Breedtegraad

37.    60° 10' 00,00" NB    4° 48' 00,00" WL

37-38 Lengtegraad

38.    60° 20' 00,00" NB    4° 48' 00,00" WL

38-39 Breedtegraad

39.    60° 20' 00,00" NB    4° 24' 00,00" WL

39-40 Lengtegraad

40.    60° 40' 00,00" NB    4° 24' 00,00" WL

40-41 Breedtegraad

41.    60° 40' 00,00" NB    4° 0' 00,00" WL

41-42 Lengtegraad

42.    61° 0' 00,00" NB    4° 0' 00,00" WL

42-43 Breedtegraad

43.    61° 0' 00,00" NB    3° 36' 00,00" WL

43-44 Lengtegraad

44.    61° 30' 00,00" NB    3° 36' 00,00" WL

44-45 Breedtegraad

45.    61° 30' 00,00" NB    3° 0' 00,00" WL

45-46 Lengtegraad

46.    61° 45' 00,00" NB    3° 0' 00,00" WL

46-47 Breedtegraad

47.    61° 45' 00,00" NB    2° 48' 00,00" WL

47-48 Lengtegraad

48.    62° 0' 00,00" NB    2° 48' 00,00" WL

48-49 Breedtegraad

49.    62° 0' 00,00" NB    2° 0' 00,00" WL

49-50 Lengtegraad

50.    62° 30' 00,00" NB    2° 0' 00,00" WL

50-51 Breedtegraad

51.    62° 30' 00,00" NB    1° 36' 00,00" WL

51-52 Lengtegraad

52.    62° 40' 00,00" NB    1° 36' 00,00" WL

52-53 Breedtegraad

53.    62° 40' 00,00" NB    1° 0' 00,00" WL

53-54 Lengtegraad

54.    63° 20' 00,00" NB    1° 0' 00,00" WL

54-55 Breedtegraad

55.    63° 20' 00,00" NB    0° 30' 00,00" WL

55-56 Lengtegraad

56.    63° 38' 10,68" NB    0° 30' 00,00" WL

Grenzen van de in artikel 6 van deze Overeenkomst bedoelde verantwoordelijkheidszones

Deel III:    Grenzen van de onder nationale verantwoordelijkheid vallende zones

1)    Algemeen:     Wanneer de grenzen van een verantwoordelijkheidszone zijn gespecificeerd aan de hand van een reeks lijnen die de in een lijst vermelde punten met elkaar verbinden, wordt de aard van die lijnen bepaald door de per punt aangegeven aard van de lijn die een punt verbindt met het daarop volgende punt.

2)    Denemarken: De onder de nationale verantwoordelijkheid van Denemarken vallende zone wordt begrensd door de volgende reeks lijnen:

a)    een lijn die begint op het snijpunt van de grens van de onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van Denemarken en Duitsland vallende zone zoals hieronder omschreven in deel IV, met een lijn tussen het punt op 55° 10' 03,40" NB 7° 33' 09,60" OL en het eerste punt DE1/DK1, en deze lijn volgt tot aan het punt DE1/DK1;

b)    een reeks lijnen die de volgende punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden:

Punten ter afbakening van de zone

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

Andere punten met dezelfde coördinaten

DK1    55° 30' 40,30" NB    5° 45' 00,00" OL

Geodetisch

DE1

DK2    55° 15' 00,00" NB    5° 24' 12,00" OL

Geodetisch

DE2

DK3    55° 15' 00,00" NB    5° 9' 00,00" OL

Geodetisch

DE3

DK4    55° 24' 15,00" NB    4° 45' 00,00" OL

Geodetisch

DE4

DK5    55° 46' 21,80" NB    4° 15' 00,00" OL

Geodetisch

DE5

DK6    55° 55' 09,40" NB    3° 21' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DE6

DK7    56° 5' 12,00" NB    3° 15' 00,00" OL

Grootcirkelboog

UK23, NO23

DK8    56° 35' 30,00" NB    5° 2' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NO24

DK9    57° 10' 30,00" NB    6° 56' 12,00" OL

Grootcirkelboog

NO25

DK10    57° 29' 54,00" NB    7° 59' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NO26

DK11    57° 37' 06,00" NB    8° 27' 30,00" OL

Grootcirkelboog

NO27

DK12    57° 41' 48,00" NB    8° 53' 18,00" OL

Grootcirkelboog

NO28

DK13    57° 59' 18,00" NB    9° 23' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NO29

DK14    58° 15' 41,20" NB    10° 1' 48,10" OL

Grootcirkelboog

NO30, SE4

DK15    58° 8' 00,10" NB    10° 32' 32,80" OL

Geodetisch

SE3

DK16    57° 49' 00,60" NB    11° 2' 55,60" OL

Geodetisch

SE2

DK17    57° 44' 43,00" NB    11° 7' 04,00" OL

SE1

3)    Duitsland: De onder de nationale verantwoordelijkheid van Duitsland vallende zone wordt begrensd door de volgende reeks lijnen:

a)    een lijn die begint op het snijpunt van de grens van de onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van Denemarken en Duitsland vallende zone zoals hieronder omschreven in deel IV, met een lijn tussen het punt op 55° 10' 03,40" NB 7° 33' 09,60" OL en het eerste punt DE1/DK1, en deze lijn volgt tot aan het punt DE1/DK1;

b)    een reeks lijnen die de volgende punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden:

Punten ter afbakening van de zone

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

Andere punten met dezelfde coördinaten

DE1    55° 30' 40,30" NB    5° 45' 00,00" OL

Geodetisch

DK1

DE2    55° 15' 00,00" NB    5° 24' 12,00" OL

Geodetisch

DK2

DE3    55° 15' 00,00" NB    5° 9' 00,00" OL

Geodetisch

DK3

DE4    55° 24' 15,00" NB    4° 45' 00,00" OL

Geodetisch

DK4

DE5    55° 46' 21,80" NB    4° 15' 00,00" OL

Geodetisch

DK5

DE6    55° 55' 09,40" NB    3° 21' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DK6

DE7    55° 50' 06,00" NB    3° 24' 00,00" OL

Grootcirkelboog

UK24

DE8    55° 45' 54,00" NB    3° 22' 13,00" OL

Grootcirkelboog

NL19

DE9    55° 20' 00,00" NB    4° 20' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NL20

DE10    55° 0' 00,00" NB    5° 0' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NL21

DE11    54° 37' 12,00" NB    5° 0' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NL22

DE12    54° 11' 12,00" NB    6° 0' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NL23

DE13    53° 59' 56,80" NB    6° 6' 28,20" OL

NL24

c)    een lijn die vanaf punt DE12 landwaarts naar punt DE13 loopt (dat wil zeggen het volgende overeengekomen afbakeningspunt op 53° 59' 56,80" N 6° 6' 28,20" OL) tot aan het snijpunt van die lijn met de grens van de onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van Nederland en Duitsland vallende zone, zoals hieronder omschreven in deel IV.

4)    Ierland: De onder de nationale verantwoordelijkheid van Ierland vallende zone wordt begrensd door de volgende reeks lijnen:

a)    in het noorden: een reeks lijnen die de in tabel 3 vermelde punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden;

b)    in het westen: de westelijke grens van het Noordzeegebied;

c)    in het oosten en het zuiden: een reeks lijnen die de in tabel 2 vermelde punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden.

5)    Nederland: De onder de nationale verantwoordelijkheid van Nederland vallende zone wordt in het zuiden begrensd door de breedtegraad van 51° 51' 52,1267" NB en ten noorden van deze breedtegraad door de volgende reeks lijnen:

a)    een reeks lijnen die de volgende punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden:

Punten ter afbakening van de zone

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

Andere punten met dezelfde coördinaten

NL1        51° 51' 52,1267" NB    2° 31' 48,0975" OL

Grootcirkelboog

UK42

NL2        51° 59' 00,00" NB    2° 37' 36,00" OL

Grootcirkelboog

UK41

NL3        52° 1' 00,00" NB    2° 39' 30,00" OL

Grootcirkelboog

UK40

NL4        52° 5' 18,00" NB    2° 42' 12,00" OL

Grootcirkelboog

UK39

NL5        52° 6' 00,00" NB    2° 42' 54,00" OL

Grootcirkelboog

UK38

NL6        52° 12' 24,00" NB    2° 50' 24,00" OL

Grootcirkelboog

UK37

NL7        52° 17' 24,00" NB    2° 56' 00,00" OL

Grootcirkelboog

UK36

NL8        52° 25' 00,00" NB    3° 3' 30,00" OL

Grootcirkelboog

UK35

NL9        52° 37' 18,00" NB    3° 11' 00,00" OL

Grootcirkelboog

UK34

NL10        52° 47' 00,00" NB    3° 12' 18,00" OL

Grootcirkelboog

UK33

NL11        52° 53' 00,00" NB    3° 10' 30,00" OL

Grootcirkelboog

UK32

NL12        53° 18' 06,00" NB    3° 3' 24,00" OL

Grootcirkelboog

UK31

NL13        53° 28' 12,00" NB    3° 1' 00,00" OL

Grootcirkelboog

UK30

NL14        53° 35' 06,00" NB    2° 59' 18,00" OL

Grootcirkelboog

UK29

NL15        53° 40' 06,00" NB    2° 57' 24,00" OL

Grootcirkelboog

UK28

NL16        53° 57' 48,00" NB    2° 52' 00,00" OL

Grootcirkelboog

UK27

NL17        54° 22' 48,00" NB    2° 45' 48,00" OL

Grootcirkelboog

UK26

NL18        54° 37' 18,00" NB    2° 53' 54,00" OL

Grootcirkelboog

UK25

NL19        55° 45' 54,00" NB    3° 22' 13,00" OL

Grootcirkelboog

DE8

NL20        55° 20' 00,00" NB    4° 20' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DE9

NL21        55° 0' 00,00" NB    5° 0' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DE10

NL22        54° 37' 12,00" NB    5° 0' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DE11

NL23        54° 11' 12,00" NB    6° 0' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DE12

NL24        53° 59' 56,80" NB    6° 6' 28,20" OL

DE13

b)    een lijn die vanaf punt NL23 landwaarts naar punt NL24 loopt (dat wil zeggen het volgende overeengekomen afbakeningspunt op 53° 59' 56,80" NB 6° 6' 28,20" OL) tot aan het snijpunt van die lijn met de grens van de onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van Nederland en Duitsland vallende zone, zoals hieronder omschreven in deel IV.

6)    Noorwegen: De onder de nationale verantwoordelijkheid van Noorwegen vallende zone wordt in het noorden begrensd door de breedtegraad van 63° 38' 10,68" NB en ten westen, zuiden en oosten van deze breedtegraad door de volgende reeks lijnen:

a)    een reeks lijnen die de in tabel 4 vermelde punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden;

b)    een reeks vanaf het laatste in die tabel vermelde punt in zuidelijke richting lopende lijnen die de volgende punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden:

Punten ter afbakening van de zone

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

Andere punten met dezelfde coördinaten

NO23    56° 5' 12,00" NB    3° 15' 00,00" OL

Grootcirkelboog

UK23, DK7

NO24    56° 35' 30,00" NB    5° 2' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DK8

NO25    57° 10' 30,00" NB    6° 56' 12,00" OL

Grootcirkelboog

DK9

NO26    57° 29' 54,00" NB    7° 59' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DK10

NO27    57° 37' 06,00" NB    8° 27' 30,00" OL

Grootcirkelboog

DK11

NO28    57° 41' 48,00" NB    8° 53' 18,00" OL

Grootcirkelboog

DK12

NO29    57° 59' 18,00" NB    9° 23' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DK13

NO30    58° 15' 41,20" NB    10° 1' 48,10" OL (punt A)

Grootcirkelboog

SE4, DK14

NO31    58° 30' 41,20" NB    10° 8' 46,90" OL (punt B)

Grootcirkelboog

SE5

NO32    58° 45' 41,30" NB    10° 35' 40,00" OL (punt C)

Loxodroom

SE6

NO33    58° 53' 34,00" NB    10° 38' 25,00" OL (punt D)

SE7

c)    vervolgens een lijn langs de grens tussen Noorwegen en Zweden.

7)    Zweden: De onder de nationale verantwoordelijkheid van Zweden vallende zone wordt in het zuiden begrensd door de breedtegraad van 57° 44' 43,00" NB en ten noorden van deze breedtegraad door een reeks lijnen die:

a) de volgende punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden:

Punten ter afbakening van de zone

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

Andere punten met dezelfde coördinaten

SE1    57° 44' 43,00" NB    11° 7' 04,00" OL

Geodetisch

DK17

SE2    57° 49' 00,60" NB    11° 2' 55,60" OL

Geodetisch

DK16

SE3    58° 8' 00,10" NB    10° 32' 32,80" OL

Geodetisch

DK15

SE4    58° 15' 41,20" NB    10° 1' 48,10" OL (punt A)

Grootcirkelboog

DK14, NO30

SE5    58° 30' 41,20" NB    10° 8' 46,90" OL (punt B)

Grootcirkelboog

NO31

SE6    58° 45' 41,30" NB    10° 35' 40,00" OL (punt C)

Loxodroom

NO32

SE7    58° 53' 34,00" NB    10° 38' 25,00" OL (punt D)

NO33

b)    en vervolgens langs de grens tussen Noorwegen en Zweden loopt.

8)    Verenigd Koninkrijk: De onder de nationale verantwoordelijkheid van het Verenigd Koninkrijk vallende zone wordt begrensd door de volgende lijnen:

a)    in het oosten:

i)    een reeks lijnen die de in tabel 4 vermelde punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden;

ii)    een reeks lijnen die de volgende punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden:

Punten ter afbakening van de zone

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

Andere punten met dezelfde coördinaten

UK23    56° 5' 12,00" NB    3° 15' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NO23, DK7

UK24    55° 50' 06,00" NB    3° 24' 00,00" OL

Grootcirkelboog

DE7

UK25    54° 37' 18,00" NB    2° 53' 54,00" OL

Grootcirkelboog

NL18

UK26    54° 22' 48,00" NB    2° 45' 48,00" OL

Grootcirkelboog

NL17

UK27    53° 57' 48,00" NB    2° 52' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NL16

UK28    53° 40' 06,00" NB    2° 57' 24,00" OL

Grootcirkelboog

NL15

UK29    53° 35' 06,00" NB    2° 59' 18,00" OL

Grootcirkelboog

NL14

UK30    53° 28' 12,00" NB    3° 1' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NL13

UK31    53° 18' 06,00" NB    3° 3' 24,00" OL

Grootcirkelboog

NL12

UK32    52° 53' 00,00" NB    3° 10' 30,00" OL

Grootcirkelboog

NL11

UK33    52° 47' 00,00" NB    3° 12' 18,00" OL

Grootcirkelboog

NL10

UK34    52° 37' 18,00" NB    3° 11' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NL9

UK35    52° 25' 00,00" NB    3° 3' 30,00" OL

Grootcirkelboog

NL8

UK36    52° 17' 24,00" NB    2° 56' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NL7

UK37    52° 12' 24,00" NB    2° 50' 24,00" OL

Grootcirkelboog

NL6

UK38    52° 6' 00,00" NB    2° 42' 54,00" OL

Grootcirkelboog

NL5

UK39    52° 5' 18,00" NB    2° 42' 12,00" OL

Grootcirkelboog

NL4

UK40    52° 1' 00,00" NB    2° 39' 30,00" OL

Grootcirkelboog

NL3

UK41    51° 59' 00,00" NB    2° 37' 36,00" OL

Grootcirkelboog

NL2

UK42    51° 51' 52,1267" NB    2° 31' 48,0975" OL

Grootcirkelboog

NL1

b)    in het zuiden en westen:

i)    een lijn vanaf het meest westelijke punt van de Scilly-eilanden die dat punt verbindt met het punt op 49° 52' 00,00" NB 7° 44' 00,00" WL;

ii)    een lijn die vanaf dat punt de lijn van de Overeenkomst van Bonn, 1983 (zoals hierboven in deel I gedefinieerd) in zuidelijke richting volgt tot het snijpunt van die lijn met de bij scheidsrechterlijke beslissing van 30 juni 1977 vastgestelde scheidslijn op het Continentaal Plat tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk;

iii)    een lijn die vanaf dat snijpunt die scheidslijn in westelijke richting volgt tot aan het punt op 48° 10' 00,00" NB 9° 22' 15,91" WL; alsmede

iv)    vandaar een reeks lijnen die de in tabel 2 vermelde punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden tot aan de buitengrens van de aan Noord-Ierland grenzende territoriale zee op het punt op 54° 0' 00,00" NB 05° 36' 20,00" WL;

c)    in het westen en noorden:

i)    een lijn die het punt aan de buitengrens van de aan Noord-Ierland grenzende territoriale zee dat het dichtst gelegen is bij het punt op 55° 31' 13,36" NB 6° 45' 00,00" WL, verbindt met dat punt;

ii)    vandaar een reeks lijnen die de in tabel 3 vermelde punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden tot aan het punt op 56° 42' 00,00" NB 14° 00' 00,00" WL;

iii)    vandaar een lijn die langs de westelijke en de noordelijke grens van het Noordzeegebied loopt tot aan het punt op 63° 38' 10.68" NB 0° 30' 00,00" WL.

Tabel 2: Punten en lijnen van de grens tussen de onder de verantwoordelijkheid van Ierland en die van het Verenigd Koninkrijk vallende zones – Oosten en zuiden

Punten ter afbakening van de zones

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

IR1, UK50    48° 10' 00,00" NB    10° 0' 00,00" WL

Lengtegraad

IR2, UK51    48° 20' 00,00" NB    10° 0' 00,00" WL

Breedtegraad

IR3, UK52    48° 20' 00,00" NB    9° 48' 00,00" WL

Lengtegraad

IR4, UK53    48° 30' 00,00" NB    9° 48' 00,00" WL

Breedtegraad

IR5, UK54    48° 30' 00,00" NB    9° 36' 00,00" WL

Lengtegraad

IR6, UK55    48° 50' 00,00" NB    9° 36' 00,00" WL

Breedtegraad

IR7, UK56    48° 50' 00,00" NB    9° 24' 00,00" WL

Lengtegraad

IR8, UK57    49° 0' 00,00" NB    9° 24' 00,00" WL

Breedtegraad

IR9, UK58    49° 0' 00,00" NB    9° 17' 00,00" WL

Lengtegraad

IR10, UK59    49° 10' 00,00" NB    9° 17' 00,00" WL

Breedtegraad

IR11, UK60    49° 10' 00,00" NB    9° 12' 00,00" WL

Lengtegraad

IR12, UK61    49° 20' 00,00" NB    9° 12' 00,00" WL

Breedtegraad

IR13, UK62    49° 20' 00,00" NB    9° 3' 00,00" WL

Lengtegraad

IR14, UK63    49° 30' 00,00" NB    9° 3' 00,00" WL

Breedtegraad

IR15, UK64    49° 30' 00,00" NB    8° 54' 00,00" WL

Lengtegraad

IR16, UK65    49° 40' 00,00" NB    8° 54' 00,00" WL

Breedtegraad

IR17, UK66    49° 40' 00,00" NB    8° 45' 00,00" WL

Lengtegraad

IR18, UK67    49° 50' 00,00" NB    8° 45' 00,00" WL

Breedtegraad

IR19, UK68    49° 50' 00,00" NB    8° 36' 00,00" WL

Lengtegraad

IR20, UK69    50° 0' 00,00" NB    8° 36' 00,00" WL

Breedtegraad

IR21, UK70    50° 0' 00,00" NB    8° 24' 00,00" WL

Lengtegraad

IR22, UK71    50° 10' 00,00" NB    8° 24' 00,00" WL

Breedtegraad

IR23, UK72    50° 10' 00,00" NB    8° 12' 00,00" WL

Lengtegraad

IR24, UK73    50° 20' 00,00" NB    8° 12' 00,00" WL

Breedtegraad

IR25, UK74    50° 20' 00,00" NB    8° 0' 00,00" WL

Lengtegraad

IR26, UK75    50° 30' 00,00" NB    8° 0' 00,00" WL

Breedtegraad

IR27, UK76    50° 30' 00,00" NB    7° 36' 00,00" WL

Lengtegraad

IR28, UK77    50° 40' 00,00" NB    7° 36' 00,00" WL

Breedtegraad

IR29, UK78    50° 40' 00,00" NB    7° 12' 00,00" WL

Lengtegraad

IR30, UK79    50° 50' 00,00" NB    7° 12' 00,00" WL

Breedtegraad

IR31, UK80    50° 50' 00,00" NB    7° 3' 00,00" WL

Lengtegraad

IR32, UK81    51° 0' 00,00" NB    7° 3' 00,00" WL

Breedtegraad

IR33, UK82    51° 0' 00,00" NB    6° 48' 00,00" WL

Lengtegraad

IR34, UK83    51° 10' 00,00" NB    6° 48' 00,00" WL

Breedtegraad

IR35, UK84    51° 10' 00,00" NB    6° 42' 00,00" WL

Lengtegraad

IR36, UK85    51° 20' 00,00" NB    6° 42' 00,00" WL

Breedtegraad

IR37, UK86    51° 20' 00,00" NB    6° 33' 00,00" WL

Lengtegraad

IR38, UK87    51° 30' 00,00" NB    6° 33' 00,00" WL

Breedtegraad

IR39, UK88    51° 30' 00,00" NB    6° 18' 00,00" WL

Lengtegraad

IR40, UK89    51° 40' 00,00" NB    6° 18' 00,00" WL

Breedtegraad

IR41, UK90    51° 40' 00,00" NB    6° 6' 00,00" WL

Lengtegraad

IR42, UK91    51° 50' 00,00" NB    6° 6' 00,00" WL

Breedtegraad

IR43, UK92    51° 50' 00,00" NB    6° 0' 00,00" WL

Lengtegraad

IR44, UK93    51° 54' 00,00" NB    6° 0' 00,00" WL

Breedtegraad

IR45, UK94    51° 54' 00,00" NB    5° 57' 00,00" WL

Lengtegraad

IR46, UK95    51° 58' 00,00" NB    5° 57' 00,00" WL

Breedtegraad

IR47, UK96    51° 58' 00,00" NB    5° 54' 00,00" WL

Lengtegraad

IR48, UK97    52° 0' 00,00" NB    5° 54' 00,00" WL

Breedtegraad

IR49, UK98    52° 0' 00,00" NB    5° 50' 00,00" WL

Lengtegraad

IR50, UK99    52° 4' 00,00" NB    5° 50' 00,00" WL

Breedtegraad

IR51, UK100    52° 4' 00,00" NB    5° 46' 00,00" WL

Lengtegraad

IR52, UK101    52° 8' 00,00" NB    5° 46' 00,00" WL

Breedtegraad

IR53, UK102    52° 8' 00,00" NB    5° 42' 00,00" WL

Lengtegraad

IR54, UK103    52° 12' 00,00" NB    5° 42' 00,00" WL

Breedtegraad

IR55, UK104    52° 12' 00,00" NB    5° 39' 00,00" WL

Lengtegraad

IR56, UK105    52° 16' 00,00" NB    5° 39' 00,00" WL

Breedtegraad

IR57, UK106    52° 16' 00,00" NB    5° 35' 00,00" WL

Lengtegraad

IR58, UK107    52° 24' 00,00" NB    5° 35' 00,00" WL

Breedtegraad

IR59, UK108    52° 24' 00,00" NB    5° 22' 48,00" WL

Lengtegraad

IR60, UK109    52° 32' 00,00" NB    5° 22' 48,00" WL

Breedtegraad

IR61, UK110    52° 32' 00,00" NB    5° 28' 00,00" WL

Lengtegraad

IR62, UK111    52° 44' 00,00" NB    5° 28' 00,00" WL

Breedtegraad

IR63, UK112    52° 44' 00,00" NB    5° 24' 30,00" WL

Lengtegraad

IR64, UK113    52° 52' 00,00" NB    5° 24' 30,00" WL

Breedtegraad

IR65, UK114    52° 52' 00,00" NB    5° 22' 30,00" WL

Lengtegraad

IR66, UK115    52° 59' 00,00" NB    5° 22' 30,00" WL

Breedtegraad

IR67, UK116    52° 59' 00,00" NB    5° 19' 00,00" WL

Lengtegraad

IR68, UK117    53° 9' 00,00" NB    5° 19' 00,00" WL

Breedtegraad

IR69, UK118    53° 9' 00,00" NB    5° 20' 00,00" WL

Lengtegraad

IR70, UK119    53° 26' 00,00" NB    5° 20' 00,00" WL

Breedtegraad

IR71, UK120    53° 26' 00,00" NB    5° 19' 00,00" WL

Lengtegraad

IR72, UK121    53° 32' 00,00" NB    5° 19' 00,00" WL

Breedtegraad

IR73, UK122    53° 32' 00,00" NB    5° 17' 00,00" WL

Lengtegraad

IR74, UK123    53° 39' 00,00" NB    5° 17' 00,00" WL

Breedtegraad

IR75, UK124    53° 39' 00,00" NB    5° 16' 20,40" WL

Lengtegraad

IR76, UK125    53° 42' 08,40" NB    5° 16' 20,40" WL

Breedtegraad

IR77, UK126    53° 42' 08,40" NB    5° 17' 51,00" WL

Lengtegraad

IR78, UK127    53° 44' 24,00" NB    5° 17' 51,00" WL

Breedtegraad

IR79, UK128    53° 44' 24,00" NB    5° 19' 19,80" WL

Lengtegraad

IR80, UK129    53° 45' 48,00" NB    5° 19' 19,80" WL

Breedtegraad

IR81, UK130    53° 45' 48,00" NB    5° 22' 00,00" WL

Lengtegraad

IR82, UK131    53° 46' 00,00" NB    5° 22' 00,00" WL

Breedtegraad

IR83, UK132    53° 46' 00,00" NB    5° 19' 00,00" WL

Lengtegraad

IR84, UK133    53° 59' 56,95" NB    5° 19' 00,00" WL

Tabel 3: Punten en lijnen van de grens tussen de onder de verantwoordelijkheid van Ierland en die van het Verenigd Koninkrijk vallende zones – Noorden

Punten ter afbakening van de zones

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

IR85, UK134    55° 31' 13,36" NB    6° 45' 00,00" WL

Lengtegraad

IR86, UK135    55° 28' 00,00" NB    6° 45' 00,00" WL

Breedtegraad

IR87, UK136    55° 28' 00,00" NB    6° 48' 00,00" WL

Lengtegraad

IR88, UK137    55° 30' 00,00" NB    6° 48' 00,00" WL

Breedtegraad

IR89, UK138    55° 30' 00,00" NB    6° 51' 00,00" WL

Lengtegraad

IR90, UK139    55° 35' 00,00" NB    6° 51' 00,00" WL

Breedtegraad

IR91, UK140    55° 35' 00,00" NB    6° 57' 00,00" WL

Lengtegraad

IR92, UK141    55° 40' 00,00" NB    6° 57' 00,00" WL

Breedtegraad

IR93, UK142    55° 40' 00,00" NB    7° 2' 00,00" WL

Lengtegraad

IR94, UK143    55° 45' 00,00" NB    7° 2' 00,00" WL

Breedtegraad

IR95, UK144    55° 45' 00,00" NB    7° 8' 00,00" WL

Lengtegraad

IR96, UK145    55° 50' 00,00" NB    7° 8' 00,00" WL

Breedtegraad

IR97, UK146    55° 50' 00,00" NB    7° 15' 00,00" WL

Lengtegraad

IR98, UK147    55° 55' 00,00" NB    7° 15' 00,00" WL

Breedtegraad

IR99, UK148    55° 55' 00,00" NB    7° 23' 00,00" WL

Lengtegraad

IR100, UK149    56° 0' 00,00" NB    7° 23' 00,00" WL

Breedtegraad

IR101, UK150    56° 0' 00,00" NB    8° 13' 00,00" WL

Lengtegraad

IR102, UK151    56° 5' 00,00" NB    8° 13' 00,00" WL

Breedtegraad

IR103, UK152    56° 5' 00,00" NB    8° 39' 30,00" WL

Lengtegraad

IR104, UK153    56° 10' 00,00" NB    8° 39' 30,00" WL

Breedtegraad

IR105, UK154    56° 10' 00,00" NB    9° 7' 00,00" WL

Lengtegraad

IR106, UK155    56° 21' 30,00" NB    9° 7' 00,00" WL

Breedtegraad

IR107, UK156    56° 21' 30,00" NB    10° 30' 00,00" WL

Lengtegraad

IR108, UK157    56° 32' 30,00" NB    10° 30' 00,00" WL

Breedtegraad

IR109, UK158    56° 32' 30,00" NB    12° 12' 00,00" WL

Lengtegraad

IR110, UK159    56° 42' 00,00" NB    12° 12' 00,00" WL

Breedtegraad

IR111, UK160    56° 42' 00,00" NB    14° 0' 00,00" WL

Tabel 4: Punten en lijnen van de grens tussen de onder de verantwoordelijkheid van Noorwegen en die van het Verenigd Koninkrijk vallende zones

Punten ter afbakening van de zones

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

NO1, UK1    63° 38' 10,68" NB    0° 10' 59,31" WL

Geodetisch

NO2, UK2    63° 03' 20,71" NB    0° 28' 12,51" OL

Geodetisch

NO3, UK3    62° 58' 21,06" NB    0° 33' 31,01" OL

Geodetisch

NO4, UK4    62° 53' 29,49" NB    0° 38' 27,91" OL

Geodetisch

NO5, UK5    62° 44' 16,31" NB    0° 47' 27,69" OL

Geodetisch

NO6, UK6    62° 39' 57,99" NB    0° 51' 29,48" OL

Geodetisch

NO7, UK7    62° 36' 20,75" NB    0° 54' 44,78" OL

Geodetisch

NO8, UK8    62° 32' 47,29" NB    0° 57' 48,32" OL

Geodetisch

NO9, UK9    62° 30' 09,83" NB    1° 0' 05,92" OL

Geodetisch

NO10, UK10    62° 27' 32,82" NB    1° 2' 17,70" OL

Geodetisch

NO11, UK11    62° 24' 56,68" NB    1° 4' 25,86" OL

Geodetisch

NO12, UK12    62° 22' 21,00" NB    1° 6' 28,21" OL

Geodetisch

NO13, UK13    62° 19' 40,72" NB    1° 8' 30,96" OL

Geodetisch

NO14, UK14    62° 16' 43,93" NB    1° 10' 40,66" OL

Geodetisch

NO15, UK15    61° 44' 12,00" NB    1° 33' 13,44" OL

Geodetisch

NO16, UK16    61° 44' 12,00" NB    1° 33' 36,00" OL

Grootcirkelboog

NO17, UK17    61° 21' 24,00" NB    1° 47' 24,00" OL

Grootcirkelboog

NO18, UK18    59° 53' 48,00" NB    2° 4' 36,00" OL

Grootcirkelboog

NO19, UK19    59° 17' 24,00" NB    1° 42' 42,00" OL

Grootcirkelboog

NO20, UK20    58° 25' 48,00" NB    1° 29' 00,00" OL

Grootcirkelboog

NO21, UK21    57° 54' 18,00" NB    1° 57' 54,00" OL

Grootcirkelboog

NO22, UK22    56° 35' 42,00" NB    2° 36' 48,00" OL

Grootcirkelboog

NO23, UK23    56° 5' 12,00" NB        3° 15' 00,00" OL

9)    Frankrijk: De onder de nationale verantwoordelijkheid van Frankrijk vallende zone wordt, van noord naar zuid, begrensd door een reeks lijnen die de volgende punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden:

Punten ter afbakening van de zone

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

Andere punten met dezelfde coördinaten

FR01    48° 19' 56,52" NB    4° 46' 23,67" WL

Loxodroom

FR02    48° 27' 00,00" NB    5° 08' 23,63" WL

Breedtegraad

FR03    48° 27' 00,00" NB    6° 34' 40,90" WL

Loxodroom

FR04    46° 00' 04,06" NB    9° 59' 54,88" WL

Loxodroom

SP4

FR05    45° 00' 04,04" NB    7° 59' 55,08" WL

Loxodroom

SP5

FR06    44° 20' 03,93" NB    3° 59' 55,37" WL

Loxodroom

SP6

FR07    43° 23' 20,71" NB    1° 46' 13,58" WL

Loxodroom

SP7

FR08    43° 22' 50,11" NB    1° 47' 11,18" WL

SP8



10)    Spanje: De onder de nationale verantwoordelijkheid van Spanje vallende zone wordt begrensd door een reeks lijnen die de volgende punten in de volgorde van vermelding met elkaar verbinden:

Punten ter afbakening van de zone

Aard van de lijn die een punt met het daaropvolgende punt verbindt

Andere punten met dezelfde coördinaten

SP1    42º 30' 04,25" NB    008° 52' 18,22" WL

Loxodroom

SP2    42º 30' 04,32" NB    010° 24' 55,16" WL

Loxodroom

SP3    46º 00' 04,07" NB    010° 24' 54,86" WL

Loxodroom

SP4    46º 00' 04,06" NB    009° 59' 54,88" WL

Loxodroom

FR4

SP5    45° 00' 04,04" NB    007° 59' 55,08" WL

Loxodroom

FR5

SP6    44° 20' 03,93" NB    003° 59' 55,37" WL

Loxodroom

FR6

SP7    43° 23' 20,71" NB    001° 46' 13,58" WL

Loxodroom

FR7

SP8    43° 22' 50,11" NB    001° 47' 11,18" WL

FR8

Deel IV:     Grenzen van de onder gezamenlijke verantwoordelijkheid vallende zones

De zones onder gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn als volgt vastgesteld:

1.    Zone onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van België, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk

Het zeegebied tussen de breedtegraad van 51° 51' 52,1267" NB en die van 51° 6' 00,00" NB.

2.    Zone onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk

Het Kanaal zuidwestelijk van de breedtegraad van 51° 32' 00,00" NB tot aan een lijn:

a)    vanaf het meest westelijke punt van de Scilly-eilanden die dat punt verbindt met het punt op 49° 52' 00,00" NB 7° 44' 00,00" WL;

b)    vandaar een op 50 zeemijlen ten westen van de lijn tussen de Scilly-eilanden en het eiland Ouessant in zuidelijke richting getrokken lijn volgt tot aan het snijpunt daarvan met de breedtegraad van 48° 27' 00,00" NB; en

c)    die breedtegraad in oostelijke richting volgt naar het meest zuidelijke punt van het eiland Ouessant.

3.    Zone onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van Denemarken en Duitsland

Het zeegebied dat wordt begrensd door:

a)    de breedtegraad van 54° 30' 00,00" NB in westelijke richting vanaf de kust van Duitsland;

b)    de lengtegraad van 6° 30' 00,00" OL;

c)    in het noorden: de breedtegraad van 55° 50' 00,00" NB in westelijke richting vanaf de kust van Denemarken; alsmede

d)    in het oosten: de laagwaterlijn (gebaseerd op kaartdatums van het laagste astronomische tij (Lowest Astronomical Tide - LAT)), met inbegrip van het Waddenzeegebied.

4.    Zone onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van Duitsland en Nederland

Het zeegebied dat wordt begrensd door:

a)    in het westen: de lengtegraad van 6° 0' 00,00" OL (ED50) in noordelijke richting vanaf de kust van Nederland;

b)    in het noorden: de breedtegraad van 54° 0' 00,00" NB (ED50);

c)    in het oosten: de lengtegraad van 7° 15' 00,00" OL (ED50) in noordelijke richting vanaf de kust van Duitsland; alsmede

d)    in het zuiden: de laagwaterlijn (gebaseerd op kaartdatums van het laagste astronomische tij (Lowest Astronomical Tide - LAT)), met inbegrip van het Waddenzeegebied.

Deel V: Interpretatie

De posities van de in deze bijlage vermelde punten worden bepaald overeenkomstig het Europees Geodetisch Systeem (versie van 1950).”

BIJLAGE […]

Top