EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020PC0427

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de beoogde vaststelling van indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerde systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren

COM/2020/427 final

Brussel, 21.8.2020

COM(2020) 427 final

2020/0201(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de beoogde vaststelling van indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerde systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren


TOELICHTING

1.Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het namens de Unie tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem (“Harmonized System Committee” of HSC) van de Werelddouaneorganisatie in september 2020 in te nemen standpunt.

2.Achtergrond van het voorstel

2.1.Internationaal verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen

Het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen heeft tot doel de internationale handel alsook de verzameling, vergelijking en analyse van statistieken, in het bijzonder die betreffende de buitenlandse handel, te vergemakkelijken. Als bijlage bevat het verdrag de GS-nomenclatuur, een internationaal geharmoniseerd systeem dat de deelnemende landen een gemeenschappelijke basis biedt om de verhandelde goederen in te delen voor douanedoeleinden. De GS-nomenclatuur bevat met name de omschrijving van de goederen, in de vorm van posten en onderverdelingen, en de desbetreffende cijfercodes, op basis van een zescijferig codesysteem. De GS-nomenclatuur wordt om de vijf jaar herzien 1 . Zij wordt wereldwijd door meer dan 190 overheden toegepast. Dat betekent dat meer dan 98 % van alle goederen die in de wereld worden verhandeld, volgens deze nomenclatuur worden ingedeeld.

De overeenkomst is op 1 januari 1988 in werking getreden.

De Europese Unie en al haar lidstaten zijn partij bij het verdrag 2 .

2.2.De Werelddouaneorganisatie (WDO)

De Werelddouaneorganisatie (WDO), die in 1952 werd opgericht als de Internationale Douaneraad, is een onafhankelijk intergouvernementeel lichaam dat tot taak heeft douanediensten effectiever en efficiënter te laten functioneren. Vandaag vertegenwoordigt de WDO 183 douanediensten over de hele wereld. Het bestuursorgaan van de WDO is de Raad. In afwachting van de inwerkingtreding van de wijziging van het Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad oefent de Unie de rechten en plichten van een voorlopig lidmaatschap van de WDO uit.

Het bestuursorgaan van de WDO is de WDO-Raad, die bij de uitoefening van zijn taak leunt op een vakkundig secretariaat en een reeks technische en raadgevende comités.

Het Comité voor het geharmoniseerd systeem (HSC) is een technisch comité dat belast is met de voorbereidende werkzaamheden in verband met het GS-verdrag. De belangrijkste taken van het HSC zijn:

·het opstellen van toelichtingen, indelingsadviezen of andere adviezen als leidraad voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en de uitoefening van andere functies die de WDO-Raad of de verdragsluitende partijen noodzakelijk achten;

·het opstellen van aanbevelingen ter verzekering van de uniformiteit in de interpretatie en de toepassing van de wetteksten van het geharmoniseerde systeem, onder andere door indelingsgeschillen tussen de verdragsluitende partijen te beslechten, en zo het handelsverkeer te bevorderen;

·voorstellen doen tot wijziging en modernisering van het geharmoniseerde systeem om rekening te houden met de ontwikkeling van de technologie of wijzigingen in de handelspatronen en met andere behoeften van gebruikers van het geharmoniseerde systeem;

·een brede toepassing van het geharmoniseerde systeem bevorderen en algemene vraagstukken en beleidskwesties in verband daarmee onderzoeken.

De Unie en haar lidstaten hebben samen slechts één stem in het HSC. Besluiten van het HSC met betrekking tot aangelegen die onder dit kaderbesluit vallen, worden bij gewone meerderheid genomen.

Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het GS-verdrag worden de toelichtingen, de indelingsadviezen, de andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en de aanbevelingen ter verzekering van de uniformiteit in de interpretatie en de toepassing van het geharmoniseerde systeem, opgesteld tijdens een zitting van het HSC, geacht door de WDO-Raad te zijn goedgekeurd indien geen van de partijen bij het GS-verdrag vóór het einde van de tweede maand, volgende op de maand waarin de zitting waarop zij zijn vastgesteld, werd gesloten, de secretaris-generaal van de WDO heeft meegedeeld dat zij verzoekt de zaak aan de WDO-Raad voor te leggen.

2.3.De beoogde handelingen

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het GS-verdrag vergadert het HSC in de regel tweemaal per jaar. In de praktijk vinden de vergaderingen van het HSC in maart en september plaats.

Het voorgestelde besluit betreft de volgende handelingen, die door het HSC in overweging worden genomen en onder voorbehoud van goedkeuring door de WDO-Raad via een “stilzwijgende procedure” voorlopig worden aangenomen:

a)toelichtingen, ter verduidelijking van de interpretatie van de aantekeningen, de posten en de onderverdelingen van de GS-nomenclatuur;

b)indelingsadviezen, die de besluiten weergeven van het HSC met betrekking tot de indeling van specifieke producten;

c)andere adviezen en aanbevelingen met betrekking tot de indeling van goederen in de GS-nomenclatuur, zoals indelingsbesluiten of andere door het HSC vastgestelde richtsnoeren.

Overeenkomstig artikel 34, lid 7, onder a), punt iii), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie 3 trekken de douaneautoriteiten van de lidstaten hun BTI-beschikkingen in wanneer zij niet langer verenigbaar zijn met de interpretatie van de GS-nomenclatuur als gevolg van indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de GS-nomenclatuur, met ingang van de datum waarop de mededeling van de Commissie in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.

3.Namens de Unie in te nemen standpunt

3.1.Praktische beperkingen bij het opstellen en het vaststellen van de standpunten van de EU

Het WDO-Comité voor het geharmoniseerde systeem stelt indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen vast, teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem tijdens zijn twee jaarlijkse zittingen te verzekeren.

Praktisch gezien is er normaliter niet voldoende tijd voor de Unie om vóór iedere vergadering van het HSC formeel een standpunt in te nemen in de zin van artikel 218, lid 9, VWEU. Daarom heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een kaderbesluit van de Raad over het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de WDO voor GS-aangelegenheden 4 ; dat is momenteel in behandeling bij de Raad.

Vanwege de uitbraak van COVID-19 heeft het WDO-secretariaat echter meegedeeld dat de vergadering van september 2020 zal worden gehouden via schriftelijke online besprekingen. Hoewel de agenda van de vergadering nog niet beschikbaar is en de organisatie en de vorm van de besprekingen nog niet bekend zijn, zullen de punten op de agenda van de vorige vergadering (HSC/65 - maart 2020), die door de WDO was geannuleerd als gevolg van de wereldwijde pandemie, hoogstwaarschijnlijk op de agenda van de vergadering van september worden geplaatst.

Gezien het aantal onderwerpen waarover het HSC tijdens deze vergadering wordt gevraagd te besluiten, en de rechtsgevolgen daarvan voor het Unierecht, is geoordeeld dat een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, waarin het standpunt van de Unie wordt vastgesteld voor de onderwerpen waarvan reeds bekend is dat het HSC daarover moet besluiten (d.w.z. toelichtingen, indelingsadviezen en indelingsbesluiten, richtsnoeren of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem), noodzakelijk is.

Andere punten die later op de agenda van het HSC mochten worden geplaatst, zullen in een later stadium worden behandeld.

3.2.Doel en inhoud van het voorstel

De betreffende, door het HSC voorbereide besluiten kunnen beslissende invloed hebben op de inhoud van het Unierecht, te weten Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, en de daaraan gehechte gecombineerde nomenclatuur (GN). Indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de GS-nomenclatuur worden gebruikt ter ondersteuning van de indeling die is voorzien in de uitvoeringsverordeningen van de Commissie betreffende de indeling van goederen in de GN, in de toelichtingen op de GN en in de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte indelingsbesluiten. De douaneautoriteiten van de lidstaten zijn verplicht hun indelingsbesluiten in te trekken wanneer zij niet langer verenigbaar zijn met de interpretatie van de GS-nomenclatuur als gevolg van deze indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de GS-toelichtingen.

Daarom moet het namens de Unie in te nemen standpunt in de WDO worden bepaald bij een krachtens artikel 218, lid 9, VWEU vastgesteld besluit van de Raad op basis van een voorstel van de Commissie.

Bij de bepaling van deze standpunten is uitgegaan van de algemene criteria in het GS-verdrag (de algemene regels voor de interpretatie van het GS) en de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen.

Het voorgestelde standpunt is gericht op het kenbaar maken van het standpunt van de Unie ten aanzien van de indeling van goederen in de GS-nomenclatuur. Het is ook gericht op het kenbaar maken van het standpunt ten aanzien van door het HSC opgestelde indelingsadviezen en GS-toelichtingen.

Technische deskundigen van de lidstaten zijn geraadpleegd in de Groep douanedeskundigen op 3-5 maart 2020. De conclusies van de Groep douanedeskundigen zijn in overeenstemming met de voorgestelde standpunten, die in de bijlage bij het ontwerpvoorstel voor een besluit van de Raad zijn opgenomen.

Het voorgestelde EU-standpunt is eveneens in overeenstemming met het staande douanebeleid en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie om goederen bij invoer in te delen volgens de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan.

Het voorgestelde standpunt is noodzakelijk om de EU in staat te stellen een standpunt in te nemen bij de volgende vergadering van het HSC.

4.Rechtsgrondslag

4.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt 5 .

Daarom is artikel 218, lid 9, VWEU de procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie in de WDO moet worden ingenomen met betrekking tot het vaststellen van toelichtingen, indelingsadviezen of andere adviezen als leidraad voor de interpretatie van het GS in het kader van het GS-verdrag.

4.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Comité voor het geharmoniseerd systeem en de WDO-Raad zijn lichamen die zijn opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen.

De door het HSC op te stellen handelingen zijn handelingen met rechtsgevolgen. De beoogde handelingen kunnen, nadat ze door de WDO-Raad zijn aangenomen, beslissende invloed hebben op de inhoud van de EU-wetgeving, te weten: bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief. Dit komt omdat in artikel 34, lid 7, onder a), punt iii), van het douanewetboek van de Unie 6 is bepaald dat “de douaneautoriteiten BTI-beschikkingen 7 intrekken...wanneer zij niet langer verenigbaar zijn met de interpretatie...ten gevolge van... indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen aangenomen door het GS-comité;”. Verder worden dergelijke door het HSC opgestelde besluiten (indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de GS-nomenclatuur gebruikt ter ondersteuning van de indeling die is voorzien in de uitvoeringsverordeningen van de Commissie betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur, in de toelichtingen op de GN en in de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte indelingsbesluiten. De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is daarom artikel 218, lid 9, VWEU.

4.3.Materiële rechtsgrondslag

4.3.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.3.2.Toepassing op het onderhavige geval

Aangezien de hoofddoelstelling en -inhoud van de beoogde handeling in de eerste plaats betrekking hebben op het gemeenschappelijk douanetarief, is de materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit artikel 31, artikel 43, lid 2 en artikel 207, lid 4, VWEU.

4.4.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 31, artikel 43, lid 2, en artikel 207, lid 4, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5.Gevolgen voor de begroting

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

6.Bekendmaking van de beoogde handeling

Geen

2020/0201 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de beoogde vaststelling van indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerde systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 31, artikel 43, lid 2, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Bij Besluit 87/369/EEG van de Raad 8 heeft de Unie haar goedkeuring gehecht aan het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, alsmede aan het daarbij behorende protocol van wijziging 9 (het GS-verdrag), waarbij het Comité voor het geharmoniseerd systeem (HSC) is ingesteld.

(2)Overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b) en c), van het GS-verdrag is het HSC onder meer verantwoordelijk voor het opstellen van toelichtingen, indelingsadviezen, andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie en de toepassing van het geharmoniseerde systeem te verzekeren.

(3)Naar verwachting zal het Comité voor het geharmoniseerde systeem besluiten over indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem of andere adviezen over de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen, teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem tijdens zijn zitting in september te verzekeren.

(4)Er zij aan herinnerd dat volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-posten en van de aantekeningen op de afdelingen en hoofdstukken zijn omschreven.

(5)Met het oog op de indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen vast, teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen aangezien de indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem na de vaststelling ervan in de mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 34, lid 7, onder a), punt iii), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 worden bekendgemaakt en in alle lidstaten van toepassing worden. Het standpunt zal in het Comité voor het geharmoniseerde systeem kenbaar worden gemaakt.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de goedkeuring van indelingsadviezen, indelingsbesluiten of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren, is opgenomen in de bijlage.

Artikel 2

Geringe wijzigingen in het in artikel 1 bedoelde standpunt kunnen worden overeengekomen zonder nader besluit van de Raad.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    Sinds de invoering ervan in 1988 is de GS-nomenclatuur zesmaal herzien. Deze herzieningen zijn in werking getreden in 1996, 2002, 2007, 2012 en 2017. De zesde herziening zal in 2022 in werking treden.
(2)    Besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 inzake de sluiting van het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, alsmede van het daarbij behorende protocol van wijziging (PB L 198 van 20.7.1987, blz. 1).
(3)    PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
(4)    COM(2020)196
(5)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, zaak C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 tot en met 64.
(6)    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(7)    Bindende tariefinlichting: vooraf door de douanediensten aan de marktdeelnemers geleverde indelingsbesluiten om rechtszekerheid met betrekking tot de indeling en de tariefbehandeling van in- en uitgevoerde goederen te waarborgen. 
(8)    Besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 inzake de sluiting van het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, alsmede van het daarbij behorende protocol van wijziging ( PB L 198 van 20.7.1987, blz. 1 ).
(9)    PB L 198 van 20.7.1987, blz. 3.
Top

Brussel, 21.8.2020

COM(2020) 427 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een besluit van de Raad

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens de 66e zitting van het Comité voor het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot de beoogde vaststelling van indelingsadviezen, indelingsbesluiten, wijzigingen van de toelichting bij het geharmoniseerde systeem of andere adviezen voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem te verzekeren


BIJLAGE

IV. VERSLAG VAN HET WETENSCHAPPELIJK SUBCOMITÉ: Doc. NS0456Eb (SSC/35 - verslag)

(1)Te nemen besluiten (doc. NC2708Ea)

(a)Bijlagen A/1 en C/1 - Indeling van nieuwe INN's (lijst 120). De Unie dient haar goedkeuring te hechten aan de 125 indelingen (GS-uitgave 2017) en de 3 daaruit voortvloeiende herindelingen (GS-uitgave 2022) die door het wetenschappelijk subcomité zijn voorgesteld.

(b)Bijlagen A/2 en C/2 - Indeling van nieuwe INN's (lijst 121). De Unie dient haar goedkeuring te hechten aan de 143 indelingen (GS-uitgave 2017) en de 15 daaruit voortvloeiende herindelingen (GS-uitgave 2022) die door het wetenschappelijk subcomité zijn voorgesteld.

(c)Bijlagen A/3 en C/3 - Mogelijke herindeling van bepaalde INN's, voortvloeiend uit de artikel 16-aanbeveling van 23 juni 2019. De Unie dient haar goedkeuring te hechten aan de uit het GS-uitgave 2022 voortvloeiende herindelingen van de 143 INN’s die door het wetenschappelijk subcomité zijn overeengekomen.

(d)Bijlagen B/1 en C/6 — Besluiten van het GS-Comité tijdens zijn 63e en 64e zitting en de WDO-Raad tijdens zijn 133e en 134e zitting die van invloed zijn op de werkzaamheden van het wetenschappelijk subcomité. De Unie dient haar goedkeuring te hechten aan de herindelingen van “zilucoplan” en “etryptamine” die door het wetenschappelijk subcomité zijn overeengekomen, respectievelijk onder onderverdelingen 2933.79 en 2939.80.

De Unie stemt met alle voorgestelde indelingen in, aangezien zij in overeenstemming zijn met het huidige indelingsbeleid in de EU.

(2)Mogelijke wijziging van de toelichtingen bij hoofdstuk 29 ten aanzien van de lijst van verdovende middelen, psychotrope stoffen en precursoren, doc. NC2738Ea

De Unie stemt in met het voorstel om de toelichting bij het geharmoniseerd systeem bij hoofdstuk 29 te wijzigen, conform het advies van het wetenschappelijk subcomité.

V. VERSLAG VAN HET SUBCOMITÉ VOOR DE HERZIENING VAN HET GS (doc. NR1403E)

(1)Te nemen besluiten (doc. NC2709Ea)

(a)Bijlagen D/6 en G/11 – Mogelijke wijziging van de toelichting bij post 85.24 (GS-2022)

(b)Bijlagen D/7 en G/12 – Mogelijke wijzigingen van de toelichting bij het GS-2022 ten aanzien van 3D-printers

(c)Bijlagen E/14 en G/19 – Wijziging van de toelichting bij post 70.19 ten aanzien van glasvezels (GS-2022)

(d)Bijlagen E/1 tot en met E/6, E/8 tot en met E/13, E/15 tot en met E/18, E/20, E/23 en G/1 tot en met G/6, G/8, G/13 tot en met G/18, G/21, G/22, G/24, G/27 – Mogelijke wijziging van de toelichtingen bij afdelingen I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XI, XII, XIII, XIV, XV, XVI, XVII, XVIII, XX en XXI.

(e)Bijlagen E/23 en G/27 – Wijzigingen van de toelichting bij hoofdstuk 97 ten aanzien van bepaalde voorwerpen van culturele aard (GS-2022)

(f)Bijlagen E/24 en G/28 – Wijzigingen van de toelichting (indelingsregels)

De Unie stemt met alle voorgestelde wijzigingen in het stuk in, aangezien zij het huidige indelingsbeleid in de EU weergeven.

(2)Indeling onder GS-2022 van bepaalde wegwerp- of oplaadbare elektrische personal vaporisers (verzoek van het secretariaat), doc. NC2710Eb

De Unie zou product 1 onder onderverdeling 8543.70 in het GS-2017 en onder onderverdeling 8543.40 in het GS-2022 indelen. Product 2 moet worden ingedeeld onder post 24.04 in het GS-2022 volgens indelingsregel 3b, op basis van het wezenlijke karakter van de e-vloeistof.

(3)Indeling in het GS-2022 van bepaalde verzamelingen en voorwerpen van verzamelingen met een numismatisch belang (verzoek van het secretariaat), doc. NC2711Ea

De Unie geeft aan dat aanvullende informatie over de producten nodig is om de indeling vast te stellen.

De Unie is het niet eens met het voorstel tot wijziging van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem, in afwachting van de toelichting bij en richtsnoeren inzake het onderscheid tussen de nieuwe onderverdelingen onder post 97.05.

(4)Indeling onder GS-2022 van cartridges voor 3D-printers (verzoek van het secretariaat), doc. NC2712Ea

De Unie zou de producten onder hoofdstuk 39 indelen naar de stof waaruit het voorwerp is vervaardigd, overeenkomstig arrest van het Hof van Justitie C-276/00. Er is aanvullende informatie nodig voor de indeling van de producten op onderverdelingniveau. Het voorstel tot wijziging van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem moet niet worden gesteund, aangezien volgens de huidige praktijk in de EU printercartridges niet als onderdelen van printers worden ingedeeld.

(5)Indeling in het GS-2022 van een vellenlamineermachine voor additieve productie, doc. NC2744Ea

De Unie zou het product indelen onder post 84.85 (optie II).

VI. VERSLAG VAN DE WERKGROEP VOORAFGAAND AAN DE ZITTING, doc. NC2714Ea en bijlagen A t/m T

Behoudens enkele redactionele wijzigingen stelt de Unie de tekst van de bijlagen A tot en met T vast, met de volgende opmerkingen.

(1)Wijziging van de verzameling van tariferingen naar aanleiding van het besluit om een product, genaamd “Milka Oreo Sandwich” onder post 18.06 (onderverdeling 1806.32) in te delen.

De Unie stelt voor de lijst van ingrediënten te schrappen, aangezien die niet nodig is voor de indeling.

(2)Wijziging van de verzameling van tariferingen naar aanleiding van het besluit om twee soorten tabak (“gesneden, gerolde, geëxpandeerde tabaksstengels (CRES)” en “geëxpandeerde tabaksstengels (ETS)” onder post 24.03 (onderverdeling 2403.99) in te delen.

De Unie dringt erop aan dat de tekst “kan niet rechtstreeks worden gerookt” behouden blijft, aangezien die het beslissende criterium voor de tariefindeling vormde.

(3)Wijziging van de verzameling van tariferingen naar aanleiding van het besluit om vasteoxidebrandstofcel (SOFC), genaamd “Bloom Energy ES-5700” onder post 85.01 (onderverdeling 8501.62) in te delen.

De Unie stelt voor gebruik te maken van de productomschrijving in de omkaderde tekst van het eerste werkdocument (doc. NC2655E1b).

VII. VERZOEKEN OM HERZIENING (VOORBEHOUDEN)

(1)Herziening van bepaalde voedingssupplementen (producten 1 tot en met 5) (verzoek van de Verenigde Staten), doc. NC2715Ea

De Unie zou de producten als drank indelen onder post 22.02, overeenkomstig arrest van het Hof van Justitie C-114/80 en indelingsadviezen 2202.99/2-4.

(2)Herziening van de indeling van een voorwerp, genaamd ”Polar M430 GPS running watch with wrist-based heart rate monitor” (verzoek van de Verenigde Staten en Japan), doc. NC2716Ea

De Unie zou het product indelen onder onderverdeling 9102.12 als polshorloge, conform de toelichting bij de gecombineerde nomenclatuur voor post 91.02.

(3)Herziening van de indeling van een apparaat, genaamd “Sterilizer Formaldehyde Formomat PL 349-2” (verzoek van Oekraïne), doc. NC2717Ea

De Unie zou het product onder post 84.19 indelen, aangezien die post speciaal voor sterilisatoren is. De temperatuurverandering vindt plaats en heeft een belangrijk effect op het sterilisatieproces. Het apparaat vervult geen mechanische functies.

(4)Herziening van de indeling van twee producten, genaamd ”RF Generators and RF Matching Networks” (verzoek van Korea), doc. NC2718Ea, NC2745Eb, NC2747Ea

De Unie zou de producten onder post 84.86 indelen, aangezien het identificeerbare machines betreft die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt voor de vervaardiging van halfgeleidermateriaal.

VIII. AANVULLEND ONDERZOEK

(1)Indeling van eetbare insecten (voorstel van het secretariaat), doc. NC2719Ea

De Unie ondersteunt mogelijke overdrachten van posten 02.10 en 04.10 voor product 1. Product 2 kan worden overgeheveld van hetzij post 04.10, hetzij hoofdstuk 16. Product 3 kan worden overgeheveld van hoofdstuk 16. Product 4 kan worden overgeheveld van hetzij hoofdstuk 16, hetzij hoofdstuk 21.

(2)Mogelijke wijziging van de toelichting bij post 27.11 ter verduidelijking van de indeling van vloeibaar petroleumgas (LPG) (voorstel van het secretariaat), doc. NC2720Ea

De Unie ondersteunt de voorgestelde aanvullende toelichting bij onderverdeling 2711.19.

(3)Wijziging van de toelichting bij regel 3b ter verduidelijking van de indeling van samenstellingen, doc. NC2721Ea

De Unie ondersteunt de handhaving van de status quo en de huidige indelingspraktijken.

(4)Mogelijke wijziging van de toelichting bij post 91.02, doc. NC2722Ea

De Unie zou er de voorkeur aan geven te wachten op een definitief besluit over de indeling van “Polar watch” (cf. punt VII.2), alvorens over te gaan tot wijziging van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem.

(5)Mogelijke wijziging van de toelichting bij post 87.03 met betrekking tot microhybride voertuigen, doc. NC2723Ea

De Unie steunt de wijziging van de toelichting bij het geharmoniseerd systeem, aangezien daarin de indeling van het nieuwe type voertuigen wordt verduidelijkt.

(6)Indeling van half-hybride voertuigen, doc. NC2724Ea

De Unie zou het product indelen onder onderverdeling 8703.40, aangezien de elektromotor ontworpen is om bij te springen bij vermogenstekort.

(7)Indeling van een product, genaamd ”DIMODAN HP M” (verzoek van Ecuador), doc. NC2725Ea

De Unie zou het product onder post 34.04 indelen, aangezien bij de laboratoriumanalyse werd bevestigd dat het product een wasachtig karakter had.

(8)Mogelijke wijziging van de toelichting bij post 95.03 (voorstel van de EU), doc. NC2667Ea, NC2667Ea

De Unie blijft flexibel ten aanzien van aanvullende redactionele wijzigingen bij het oorspronkelijke voorstel van de EU.

(9)Mogelijke wijziging van de toelichting bij post 95.05 (voorstel van de EU), doc. NC2668Ea, NC2668Ea

De Unie blijft flexibel ten aanzien van aanvullende redactionele wijzigingen bij het oorspronkelijke voorstel van de EU.

(10)Indeling van bepaalde etherische oliën voor de verkoop in het klein (verzoek van Costa Rica), doc. NC2672Ea

De Unie zou het product indelen onder post 33.01. Dit product is een etherische lavendelolie met monoterpeenalcohol; de terpenen zijn dus niet afgesplitst en het valt onder post 33.01. Het wordt verkregen door middel van stoomdestillatie, en is dus conform de toelichting bij het geharmoniseerd systeem bij post 33.01.

(11)Indeling van twee vloerwrijvers (boenmachines), genaamd ”Galaxy Floor Machine 1500, 1.5 HP, NSS brand” en “Galaxy Floor Machine, 1 HP, NSS brand” (verzoek van Costa Rica), doc. NC2673Ea

De Unie zou de producten indelen onder post 84.79. Vanwege de technische kenmerken ervan zijn zij niet het soort dat gewoonlijk voor huishoudelijke doeleinden wordt gebruikt en gezien aantekening 4a bij hoofdstuk 85 moeten zij onder post 84.79 worden ingedeeld.

(12)Indeling van een ”autohoogwerker met knikarm” (verzoek van Korea), doc. NC2674Ea

De Unie zou het product indelen onder post 84.28, op basis van Verordening (EG) nr. 738/2000 voor een soortgelijk product.

(13)Indeling van bepaalde voor voeding bestemde bereidingen (verzoek van de Verenigde Staten), doc. NC2676Ea, NC2742Ea

De Unie verzoekt om aanvullende informatie over alle vier de producten om de indeling vast te stellen.

Product 1: eiwitten; indien zeer hoog (meer dan 85 %) kan post 35.04 worden genomen. Op basis van de huidige informatie kan het product worden ingedeeld onder onderverdeling 2106.10, conform indelingsadvies 2106.90/5.

Product 2: de Unie zou het onder post 22.02 indelen, indien het rechtstreeks kan worden gedronken, of onder post 21.06, als het eerst moet worden verdund.

Product 3: de Unie zou het onder onderverdeling 2101.20 indelen; aanvullende informatie over het cafeïnegehalte zou evenwel nuttig zijn.

Product 4: de productomschrijving is verwarrend, aangezien niet duidelijk is wat het belangrijkste ingrediënt is. Indien het cacao bevat, kan het onder post 18.06 worden ingedeeld, anders onder 19.05.

(14)Indeling van een “machine voor egaliseren en voor land-, tuin- of bosbouw” (verzoek van de Russische Federatie), doc. NC2677Ea

De Unie tekent aan dat de machine door zijn vele functies moeilijk is in te delen, en dat zij kan worden ingedeeld onder de posten 84.30 of 84.32, en dus onder post 84.32, volgens indelingsregel 3b.

(15)Indeling van bepaalde nieuwe luchtbanden van rubber, voor voertuigen voor goederenvervoer in de mijn-, weg- en waterbouw of de industrie (verzoek van de Russische Federatie), doc. NC2678Ea, NC2748Ea

De Unie deelt het advies van het WDO-secretariaat, en deelt beide producten in onder onderverdeling 4011.20.

(16)Indeling van bepaalde bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren (verzoek van Canada), doc. NC2679Ea, NC2743Ea

Overeenkomstig arrest van het Hof van Justitie C-144/15 zou de EU het product indelen onder post 23.09.

(17)Indeling van een product, genaamd ”Tracing Light Box” (verzoek van Japan), doc. NC2681Ea

De Unie zou het product indelen onder post 94.05, aangezien het verschillende functies heeft en niet van een tekeninstrument is voorzien.

(18)Indeling van een elektronische snelheidsregelaar, genaamd ”KEB COMBIVERT F5” (verzoek van Tunisia), doc. NC2682Ea

De Unie zou het product onder post 85.04 indelen, zoals het WDO-secretariaat heeft voorgesteld.

(19)Mogelijke wijziging van de toelichting bij post 27.10 (voorstel van Japan), doc. NC2641Ea, NC2739Ea

De Unie onthoudt zich van het debat, aangezien het indelingsadvies dat de grondslag voor deze wijziging vormde, wegens arrest van het Hof van Justitie C-330/13 niet in de EU kan worden toegepast. Het zou beter zijn na te denken over een wijziging van het GS in de toekomst, en om aantekening 2 bij hoofdstuk 27 te herschikken.

(20)Mogelijke discrepantie tussen de Engelse en Franse teksten in de toelichting bij post 85.01, doc. NC2688Ea

De Unie stemt in met de voorgestelde wijziging om de term “onduleur” te gebruiken, als in andere delen van de GS-nomenclatuur.

IX. NIEUWE VRAGEN

(1)Indeling van bepaalde afvalcontainers op straat (verzoek van Tunesië), doc. NC2726Ea

De Unie zou het product indelen onder post 39.26, vanwege de grotere omvang van de containers, niet voor huishoudelijk gebruik. De Unie merkt op dat de productbeschrijving de capaciteit van de containers in liters moet omvatten.

(2)Indeling van bepaalde voor voeding bestemde bereidingen in vloeibare vorm (verzoek van Tunesië), doc. NC2727Ea

De Unie verzoekt om meer informatie over de inhoud van de producten (water of sap, olieachtige stoffen, andere ingrediënten naast vitaminen, dosering).

(3)Indeling van twee producten die cannabidiol (CBD) bevatten, genaamd ”FREYHERR” en ”CANABIGAL” (verzoek van het secretariaat), doc. NC2728Ea

De Unie stelt voor de zaak naar het wetenschappelijk subcomité te verwijzen, met een verzoek om informatie over i) de vraag of de producten voldoende actieve bestanddelen hebben om een therapeutische of profylactische werking te hebben, en ii) het minimale gehalte van het werkzame bestanddeel CBD in enig product met het oog op een therapeutische of profylactische werking.

(4)Indeling van gedroogde vis die vervolgens met water is behandeld (gerehydrateerde gedroogde vis) (verzoek van Noorwegen), doc. NC2729Ea

De Unie kan het product onder hoofdstuk 3 indelen, maar er is meer informatie nodig over de vraag of de smaak en de textuur van het product van gedroogde of verse vis zijn.

(5)Indeling van bepaalde stoomgeneratoren voor stoomruimten (verzoek van Egypte), doc. NC2730Ea

De Unie zou de producten onder post 84.02 indelen, zoals voorgesteld door het WDO-secretariaat, conform de tekst van de post en de toelichting bij het geharmoniseerd systeem bij post 84.02.

(6)Indeling van een product, genaamd ”Soy bean flakes” (verzoek van Madagaskar), doc. NC2731Ea

De Unie zou het product onder post 23.04 indelen, vergelijkbaar met het product van indelingsadvies 2304.00/1.

(7)Indeling van een 2-pits ethanolkooktoestel (verzoek van Kenia), doc. NC2732Ea

De Unie zou het product indelen onder onderverdeling 7321.12, aangezien ethanol bij kamertemperatuur vloeibare brandstof is en daarom past bij de tekst van de onderverdeling.

(8)Indeling van een interactieve kiosk voor klachten (verzoek van Egypte), doc. NC2733Ea

De Unie verzoekt om aanvullende informatie:: of en hoe het product kan functioneren, met een USB-stick of alleen via touchscreen.

XI. AANVULLENDE LIJST

(1)Indeling van een product, genaamd ”baby corn cobs” (verzoek van de EU), doc. NC2736Ea

De Unie heeft om een indelingsadvies verzocht.

(2)Indeling van een dieselgeneratoraggregaat met dubbel vermogen (verzoek van Ghana), doc. NC2737Ea

De Unie zou het product onder onderverdeling 8502.13 indelen.

(3)Indeling van een TFT-LCD-module (verzoek van Korea), doc. NC2740Ea

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 957/2006 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1201/2011 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1202/2011 van de Commissie, en gezien aantekening 2b bij afdeling XVI zou de Unie het product onder onderverdeling 8529.90 indelen.

(4)Schrapping van de indelingsadviezen 8528.69/1 en 8528.69/2, doc. NC2741Ea

Aangezien de producten niet meer op de markt zijn, ondersteunt de Unie de schrapping van deze indelingsadviezen.

(5)Indeling van een product, genaamd ”partially defatted coconut powder” (verzoek van de EU), doc. NC2746Ea

De Unie heeft om een indelingsadvies verzocht.

Top