EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020PC0375

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de toepassing van de tariefcontingenten van de Unie en andere invoerquota

COM/2020/375 final

Brussel, 14.8.2020

COM(2020) 375 final

2020/0176(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de toepassing van de tariefcontingenten van de Unie en andere invoerquota


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (“Verenigd Koninkrijk”) heeft zich per 1 februari 2020 uit de Unie teruggetrokken. Het aan het terugtrekkingsakkoord gehechte Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland (“het protocol”) is van toepassing vanaf het einde van de overgangsperiode, d.w.z. met ingang van 1 januari 2021.

Het protocol bepaalt dat Noord-Ierland deel uitmaakt van het douanegebied van het Verenigd Koninkrijk, en dat het Verenigd Koninkrijk Noord-Ierland kan opnemen in de territoriale werkingssfeer van zijn lijsten van concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Tegelijkertijd bepaalt het protocol dat elke verwijzing naar het douanegebied van de Unie in de toepasselijke bepalingen van het protocol en in de bepalingen van het recht van de Unie die krachtens het protocol op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland van toepassing zijn geworden, zodanig wordt gelezen dat het grondgebied van Noord-Ierland daaronder valt. Dit betekent dat hoewel Noord-Ierland formeel deel uitmaakt van het douanegebied van het Verenigd Koninkrijk, het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland de douanewetgeving van de Unie moet toepassen alsof Noord-Ierland zich nog steeds in het douanegebied van de Unie bevond.

De bilaterale regelingen tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk in het kader van het protocol creëren geen rechten of verplichtingen voor derde landen.

Bijgevolg kunnen goederen die overeenkomstig invoertariefcontingenten van de Unie of andere quota voor de invoer van goederen van oorsprong uit een derde land in Noord-Ierland worden ingevoerd, niet worden meegeteld in de rechten van dat derde land ten opzichte van de Unie, tenzij het derde land daarmee instemt. Dit levert een risico op voor de goede werking van de eengemaakte markt van de Unie en voor de integriteit van het gemeenschappelijk handelsbeleid, doordat tariefcontingenten van de Unie of andere invoerquota kunnen worden ontweken. Bovendien vereist elke overeenkomst met een derde land die voorziet in uitvoertariefcontingenten, dat de goederen in de Unie worden ingevoerd. Dat derde land zou derhalve kunnen weigeren uitvoervergunningen af te geven voor rechtstreekse invoer in Noord-Ierland.

Om dat risico te bezweren, mogen de tariefcontingenten van de Unie en andere invoerquota alleen beschikbaar zijn voor goederen die in de Unie worden ingevoerd en in het vrije verkeer worden gebracht, en niet in Noord-Ierland.

Krachtens het protocol zou deze verordening ook van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit initiatief strookt met de lopende acties van de Unie om de gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie aan te pakken en het einde van de overgangsperiode op ordelijke wijze voor te bereiden, en met name de toepassing van het terugtrekkingsakkoord en het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland voor te bereiden.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het initiatief strookt ook met het gemeenschappelijk handelsbeleid van de Unie.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

De beoogde maatregel is de enige manier om het gewenste resultaat te bereiken.

Keuze van het instrument

Een wetgevingshandeling, namelijk een verordening van het Europees Parlement en de Raad, is vereist, aangezien de bestaande wetgeving de Commissie niet de bevoegdheid verleent om de voorgestelde maatregelen vast te stellen.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 bepaalt dat de tariefcontingenten van de Unie en andere invoerquota uitsluitend beschikbaar mogen zijn voor goederen die van buiten de Unie worden ingevoerd en in de Unie in het vrije verkeer worden gebracht. Artikel 1 bevat een lijst van de douanegebieden die het douanegebied van de Unie vormen. Noord-Ierland staat niet in die lijst, zodat de tariefcontingenten van de Unie en andere invoerquota niet beschikbaar zijn voor invoer in Noord-Ierland. Artikel 2 voorziet in de toepassing van de verordening, die van start moet gaan op 1 januari 2021, de dag na het einde van de overgangsperiode.

2020/0176 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de toepassing van de tariefcontingenten van de Unie en andere invoerquota

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het “terugtrekkingsakkoord”) is namens de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2020/135 van de Raad 1 van 30 januari 2020 en is op 1 februari 2020 in werking getreden.

(2)In artikel 4 van het aan het terugtrekkingsakkoord gehechte Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland (“het protocol”) wordt bevestigd dat Noord-Ierland deel uitmaakt van het douanegebied van het Verenigd Koninkrijk, en dat niets in het protocol het Verenigd Koninkrijk ervan weerhoudt Noord-Ierland op te nemen in de territoriale werkingssfeer van zijn aan de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 (“GATT 1994”) gehechte lijsten van concessies.

(3)Tegelijkertijd bepaalt artikel 13, lid 1, van het protocol dat in afwijking van andere bepalingen van het protocol elke verwijzing naar het douanegebied van de Unie in de toepasselijke bepalingen van het protocol en in de bepalingen van het recht van de Unie die krachtens het protocol op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland van toepassing zijn geworden, zodanig wordt gelezen dat het grondgebied van Noord-Ierland daaronder valt.

(4)Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het protocol is de douanewetgeving van de Unie, zoals gedefinieerd in artikel 5, punt 2, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad 2 van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland. Deze bepalingen houden in samenhang met artikel 5, lid 1, eerste en tweede alinea, van het protocol voor goederen die van buiten de Unie in Noord-Ierland worden binnengebracht in, dat de tariefmaatregelen van de Unie, met inbegrip van tariefcontingenten in het kader van het gemeenschappelijk douanetarief of internationale overeenkomsten, van toepassing zouden zijn op goederen waarvan wordt aangenomen dat zij het risico lopen naar de Unie te worden gebracht. Die tariefcontingenten omvatten met name invoertariefcontingenten in de lijsten van verbintenissen van de Unie uit hoofde van de GATT 1994, die zijn overeengekomen in bilaterale internationale overeenkomsten van de Unie, met inbegrip van contingenten die afwijken van de oorsprongsregels, invoertariefcontingenten in het kader van de handelsbeschermingsregelingen van de Unie en andere autonome invoertariefcontingenten, alsmede uitvoertariefcontingenten waarin is voorzien in overeenkomsten met derde landen.

(5)Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het protocol zijn de in bijlage 2 bij het protocol vermelde bepalingen van het recht van de Unie, onder de in die bijlage vermelde voorwaarden, ook van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland. Het gaat onder meer om de wetgeving van de Unie die voorziet in bepaalde invoerquota.

(6)De bilaterale regelingen tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk in het kader van het protocol creëren geen rechten of verplichtingen voor derde landen.

(7)Bijgevolg kunnen goederen die overeenkomstig invoertariefcontingenten van de Unie of andere quota voor de invoer van goederen van oorsprong uit een derde land in Noord-Ierland worden ingevoerd, niet worden meegeteld in de rechten van dat derde land ten opzichte van de Unie, tenzij het derde land daarmee instemt. Dit levert een risico op voor de goede werking van de eengemaakte markt van de Unie en voor de integriteit van het gemeenschappelijk handelsbeleid, doordat tariefcontingenten van de Unie of andere invoerquota kunnen worden ontweken.

(8)Om dat risico te bezweren, mogen de invoertariefcontingenten van de Unie en andere invoerquota alleen beschikbaar zijn voor goederen die in de Unie worden ingevoerd en in het vrije verkeer worden gebracht, en niet in Noord-Ierland.

(9)Overeenkomsten van de Unie met een derde land die voorzien in uitvoertariefcontingenten zijn enkel van toepassing op goederen die in de Unie worden ingevoerd. Dat derde land zou derhalve kunnen weigeren uitvoervergunningen af te geven voor rechtstreekse invoer in Noord-Ierland.

(10)Krachtens artikel 5, leden 3 en 4, juncto artikel 13, lid 3, van het protocol is deze verordening ook van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goederen die van buiten de Unie worden ingevoerd, komen slechts in aanmerking voor behandeling overeenkomstig de invoertariefcontingenten van de Unie of andere invoerquota of overeenkomstig de uitvoertariefcontingenten die door derde landen worden toegepast indien zij in het vrije verkeer zijn gebracht op de volgende grondgebieden:

het grondgebied van het Koninkrijk België;

het grondgebied van de Republiek Bulgarije;

het grondgebied van de Tsjechische Republiek;

het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, met uitzondering van de Faeröer en Groenland;

het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland, met uitzondering van het eiland Helgoland en het grondgebied van Büsingen (Verdrag van 23 november 1964 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Zwitserse Bondsstaat);

het grondgebied van de Republiek Estland;

het grondgebied van Ierland;

het grondgebied van de Helleense Republiek;

het grondgebied van het Koninkrijk Spanje, met uitzondering van Ceuta en Melilla;

het grondgebied van de Franse Republiek, met uitzondering van de Franse landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het VWEU van toepassing zijn, maar met inbegrip van het grondgebied van Monaco zoals omschreven in de op 18 mei 1963 in Parijs ondertekende Douaneovereenkomst (Journal officiel de la République française van 27 september 1963, blz. 8679);

het grondgebied van de Republiek Kroatië;

het grondgebied van de Italiaanse Republiek, met uitzondering van de gemeente Livigno;

het grondgebied van de Republiek Cyprus overeenkomstig de bepalingen van de Toetredingsakte van 2003;

het grondgebied van de Republiek Letland;

het grondgebied van de Republiek Litouwen;

het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg;

het grondgebied van Hongarije;

het grondgebied van Malta;

het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa;

het grondgebied van de Republiek Oostenrijk;

het grondgebied van de Republiek Polen;

het grondgebied van de Portugese Republiek;

het grondgebied van Roemenië;

het grondgebied van de Republiek Slovenië;

het grondgebied van de Slowaakse Republiek;

het grondgebied van de Republiek Finland;

het grondgebied van het Koninkrijk Zweden; en

het grondgebied van Akrotiri en Dhekelia, zijnde de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen als omschreven in het Verdrag betreffende de oprichting van de Republiek Cyprus, ondertekend te Nicosia op 16 augustus 1960.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1)    Besluit (EU) 2020/135 van de Raad van 30 januari 2020 betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 1).
(2)    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
Top