Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020DC0590

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan

    COM/2020/590 final

    Brussel, 24.9.2020

    COM(2020) 590 final

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    Een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan


    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    Een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan

    INLEIDING

    Bij haar aantreden verklaarde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen in haar toespraak voor het Europees Parlement: “Laten we de kapitaalmarktenunie nu eindelijk voltooien”. Dit actieplan schetst de belangrijkste maatregelen die nodig zijn om die toezegging waar te maken.

    Het Europees Parlement en de lidstaten hebben vaak hun steun voor een kapitaalmarktenunie (“KMU”) uitgesproken en herhaald. In december 2019 zijn de lidstaten het eens geworden over Raadsconclusies 1 over de vraag hoe de KMU uit te diepen. In zijn initiatiefverslag (INI) van september 2020 2 heeft het Europees Parlement de Commissie en de lidstaten opgeroepen om beslissende stappen te zetten om de KMU waar te maken.

    In 2015 heeft de Commissie het eerste actieplan voor de KMU aangenomen 3 . Sindsdien heeft de EU opvallende vooruitgang geboekt zodat de bouwstenen nu klaar liggen. Het uitdiepen van de KMU is echter een complexe opdracht die niet met één pennentrek tot een goed einde kan worden gebracht. Daarom is de enige weg vooruit om stappen te blijven zetten in alle sectoren waar er nog hinderpalen voor het vrij verkeer van kapitaal zijn. Er ligt nog veel werk op de plank en nu is het moment om onze inspanningen naar een hoger ambitieniveau te tillen.

    Meer dan ooit is nu stevige politieke steun nodig. De KMU kan de EU helpen zich sneller te herstellen van de COVID-19-pandemie. Zij kan ook voor de nodige financiële middelen zorgen om de Europese Green Deal 4 waar te maken, om Europa toe te rusten voor het digitale tijdperk en om een antwoord te bieden op de maatschappelijke uitdagingen waar wij voor staan. Om dat te kunnen doen, is er politieke vastberadenheid nodig om de maatregelen te steunen die nodig zijn om de KMU tot stand te brengen. Toch kunnen de EU-instellingen niet alleen op eigen kracht de verwachte resultaten boeken: marktdeelnemers en iedereen in Europa moeten de kansen aangrijpen die de KMU biedt, zodat de KMU haar doelstellingen kan behalen.

    In november 2019 heeft de Commissie 28 topindustriëlen, deskundigen, consumentenvertegenwoordigers en academici samengebracht in een High-level Forum over de KMU. In juni 2020 heeft dit Forum zijn eindverslag gepubliceerd 5 , met 17 aanbevelingen aan de Commissie en de lidstaten om vooruitgang te boeken met de KMU. Na een oproep om feedback over dit eindverslag mocht de Commissie zienswijzen van uiteenlopende stakeholders ontvangen. De Commissie heeft deze input meegenomen bij de uitwerking van de matregelen die zij in dit actieplan presenteert.

    I.DE KAPITAALMARKTENUNIE: WAAROM EN WAAROM NU?

    Waarover gaat het bij de KMU?

    Met de KMU wil de EU een echte eengemaakte kapitaalmarkt in de EU tot stand brengen. Doel is beleggingen en spaargeld tussen alle lidstaten te laten circuleren, zodat burgers, beleggers en bedrijven daarvan kunnen profiteren, ongeacht waar zij zich bevinden. Met een volledig functionerende en geïntegreerde kapitaalmarkt kan de EU-economie duurzaam groeien en concurrerender worden. Een economisch sterker Europa zal meer voor de burgers kunnen betekenen en zal de EU helpen om op het wereldtoneel een grotere rol te spelen.

    De KMU is van essentieel belang om alle centrale beleidsdoelstellingen van de EU waar te maken: herstel na COVID-19, een inclusieve en veerkrachtige economie die voor iedereen werkt, de transitie naar een digitale en duurzame economie en een open strategische autonomie in een steeds complexere mondiale economische context. Om die doelstellingen te verwezenlijken, zijn massale investeringen nodig die met overheidsmiddelen en traditionele financiering via bancair krediet alleen niet kunnen worden uitgevoerd. Alleen goed functionerende, diepe en geïntegreerde kapitaalmarkten kunnen die steun de omvang geven die nodig is om van de crisis te herstellen en de transitie aan te jagen. De KMU is geen doel op zich, maar een fundamenteel beleid om progressie te maken met cruciale Europese prioriteiten.

    De KMU is alleen maar dringender geworden in het licht van de COVID-19-crisis. Overheidssteun en bankkredieten hebben huishoudens en bedrijven geholpen het hoofd boven water te houden doordat zij een oplossing boden voor de liquiditeitskrapte op korte termijn die door lockdowns was veroorzaakt. Om op middellange tot langere termijn solvabel te blijven hebben bedrijven echter een stabielere financieringsstructuur nodig. Het EU-bedrijfsleven, en met name het midden- en kleinbedrijf (mkb) dat de ruggengraat van onze economie vormt, heeft meer eigen vermogen nodig om van de economische schok te herstellen en veerkrachtiger te worden.

    De uitbouw van de KMU vergt tijd. Inspanningen om een eengemaakte kapitaalmarkt uit te bouwen gaan terug tot het Verdrag van Rome, maar deze doelstelling is nog niet verwezenlijkt. In het actieplan van 2015 wordt een aantal maatregelen beschreven die nodig zijn om een KMU uit te bouwen. Over vele daarvan is nu overeenstemming bereikt en die zijn nu in uitvoering. Er is echter meer nodig. Op een aantal omstreden punten wordt maar traag vooruitgang geboekt. In vele sectoren zijn de hinderpalen voor een goed functionerende KMU nog groot, onder meer wat betreft toezicht, belastingen en insolventiewetgeving. Geschiedenis, traditie en cultuur zijn daarbij bepalende factoren. Zij zijn diepgeworteld en het zal tijd kosten om deze hinderpalen op te ruimen.

    De KMU kan niet met één pennentrek worden voltooid. Daarom is de enige weg vooruit om stapsgewijs te werk te gaan in alle sectoren waar er nog hinderpalen voor het vrij verkeer van kapitaal zijn. Dit vergt inzet en volharding van alle partijen. Omdat het uitbouwen van de KMU een geleidelijk proces is, waarbij vele kleine, maar belangrijke aanpassingen gebeuren, is het belangrijk om het ruimere plaatje van de KMU niet uit het oog te verliezen.

    De KMU in perspectief

    Alle Europeanen moet iets hebben aan de KMU, waar zij ook leven of werken. De KMU moet ook mensen in de kleinere lidstaten de voordelen opleveren die nu al spelen in de grotere, bestaande financiële centra. Bedrijven, met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf, moeten toegang kunnen krijgen tot financiering en beleggers moeten overal in de EU in projecten kunnen investeren. Het kapitaal moet stromen naar waar dat het beste kan worden ingezet en kan helpen om maatschappelijke behoeften op langere termijn te vervullen, met name in het licht van de groene en digitale transitie. Marktpartijen moeten hun voordeel kunnen doen met concurrerende en transparante markten. Toegang tot informatie en marktinfrastructuur moet doeltreffend en niet-discriminerend zijn.

    De consumenten moeten meer keuze krijgen wat betreft hun spaargeld en beleggingen. Ook moeten zij beter worden geïnformeerd (onder meer over duurzaamheidsaspecten) en de nodige bescherming krijgen, waar zij zich ook bevinden. De keuze voor bepaalde financiële producten en diensten mag niet afhangen van tradities of marktmacht, maar moet de uitkomst zijn van een keuze op basis van concurrentie. Er mogen geen expliciete of impliciete hinderpalen zijn voor grensoverschrijdende beleggingen. Obstakels die voortvloeien uit verschillen tussen lidstaten wat betreft wetgeving en wetshandhaving, belastingheffing en toezicht, zouden moeten worden afgebouwd en zouden geen belemmering mogen vormen voor het vrije kapitaalverkeer. Beleggingsbeslissingen moeten worden genomen op basis van een single rulebook — hetzelfde stel regels dat direct en op dezelfde wijze geldt voor alle marktspelers, ongeacht waar zij zijn gevestigd. 

    Waarom is de KMU nu nog belangrijker?

    1.Herstel

    Vandaag is de topprioriteit voor de EU het herstel van de economische crisis zonder weerga die door de COVID-19-uitbraak wordt veroorzaakt. De Commissie is met NextGenerationEU 6 gekomen: een tijdelijk noodinstrument voor herstel, dat de door de COVID-19-pandemie veroorzaakte economische en sociale schade moet repareren, het herstel snel op gang moet brengen en de EU moet voorbereiden op een betere en groenere toekomst voor de volgende generatie. Daarnaast hebben de Europese instellingen en de lidstaten uitzonderlijke maatregelen genomen en op ongeziene schaal middelen in de economie geïnjecteerd om de volksgezondheidscrisis het hoofd te bieden, de banen en het inkomen van mensen te beschermen, en bedrijven in leven te houden. De banken zijn tot dusver grotendeels krediet blijven verstrekken aan bedrijven. Deze financiering mag dan beslist van essentieel belang zijn voor het Europees herstel op korte termijn, toch zal zij niet voldoende zijn, gezien de omvang en de verwachte duur van de financieringsbehoeften. Marktfinanciering zal de levenslijn zijn die het herstel en de toekomstige groei op lange termijn gaande houdt. 

    De KMU is ook van belang voor het EU-herstelplan. Diepe en liquide kapitaalmarkten zullen nodig zijn voor de middelen die de Commissie voor de EU moet ophalen. Tegelijkertijd biedt dit soort grote uitgifte een kans voor het financieel bestel in de EU: zij kan wereldwijd meer beleggers en emittenten aantrekken naar financiële instrumenten die in euro luiden — en zo bijdragen aan de internationale rol van de euro.

    Ook regeringen, regio’s en gemeenten zullen diepe en liquide markten nodig hebben om de middelen op te halen die zij nodig hebben om de economie te stutten, om te investeren in openbare infrastructuur en om een antwoord te bieden voor de sociale behoeften die door de crisis ontstaan.

    De KMU is ook van essentieel belang om particuliere beleggingen in ondernemingen aan te trekken en overheidssteun aan te vullen. Zo komt er een scala aan alternatieve financieringsvormen, wordt de afhankelijkheid van één bron of één verstrekker van financiering verminderd en wordt de financieringskloof verkleind. Ondernemingen van allerlei grootte — en met name het mkb — moeten op stevige, marktgebaseerde financieringsbronnen kunnen rekenen. Dit was al zo vóór COVID-19, maar zal nu nog aan belang winnen voor het herstel wanneer bancair krediet misschien niet langer voldoende zal zijn. COVID-19 zal waarschijnlijk bij vele ondernemingen tot een herstructurering leiden. Onvoldoende en onaangepaste financiering en het tekort aan eigen vermogen in de financieringsstructuur verzwakken ondernemingen en zullen het herstel doen sputteren, waardoor Europa op achterstand komt tegenover andere economieën met meer geschakeerde financieringsstructuren.

    Ten slotte is de KMU ook van vitaal belang om te werken aan veerkracht tegen toekomstige asymmetrische schokken die alleen een paar lidstaten treffen. Door stevige fundamenten te leggen om particulier risico beter en geografisch meer te spreiden, ondersteunt de KMU het functioneren van de bankenunie en de economische en monetaire unie. De voltooiing van de bankenunie zal ook helpen om de Europese kapitaalmarkten sneller te integreren.

    2.Groene transitie en digitale transformatie

    Om de noodsituaties op het gebied van klimaat en biodiversiteit aan te pakken en de ruimere milieu-uitdagingen aan te gaan, zijn enorme investeringen nodig die de KMU kan helpen aan te trekken en te kanaliseren. De Europese Green Deal is de nieuwe EU-groeistrategie en het stappenplan om de EU-economie duurzaam te maken. In vergelijking met het vorige decennium zal jaarlijks zo’n 350 miljard EUR extra aan energie-investeringen nodig zijn om de doelstelling te halen van 55 % minder broeikasgasemissies tegen 2030 7 . Het investeringsplan voor de Europese Green Deal wil duurzame investeringen stimuleren. Maar overheidsmiddelen zullen niet voldoende zijn om deze financieringsbehoeften te dekken. Een doeltreffende eengemaakte kapitaalmarkt is noodzakelijk om de nodige middelen aan te trekken en om ervoor te zorgen dat duurzaamheidsoverwegingen verankerd worden in financieringsbesluiten. De Commissie zal met een vernieuwde strategie voor duurzame financiering komen die voor meer particuliere beleggingen in duurzame projecten en activiteiten moet zorgen. Doordat een beroep kan worden gedaan op diepe kapitaalmarkten, zal deze strategie de initiatieven uit de Europese Green Deal ondersteunen om klimaat- en milieurisico’s te beheren en deze in het financiële bestel van de EU te integreren.

    Ook digitalisering zal aanzienlijke particuliere beleggingen blijven vergen, wil de EU-economie mondiaal kunnen blijven concurreren. Zoals reeds in de EU-strategie “De digitale toekomst van Europa vormgeven” werd aangegeven, hebben innovatieve ondernemingen financiering nodig die alleen de kapitaalmarkten kunnen bieden. Dit komt voor een deel doordat veel van deze ondernemingen niet de zakelijke zekerheden kunnen stellen die nodig zijn voor bankkrediet. Dit maak het uitdiepen van de KMU alleen maar dringender. Het beheersen van de technologische vooruitgang is ook van cruciaal belang om de financiële sector van de EU aan efficiëntie te laten winnen, om de toegang tot kapitaal te verbeteren en om de mensen in Europe beter te kunnen helpen, maar ook om mondiaal concurrerend te blijven. De Commissie komt met een Digital Finance-strategie 8 waarmee zij het potentieel van digitale financiële diensten in goede banen probeert te leiden in termen van innovatie en concurrentie, en tegelijk de risico’s ervan probeert te beperken.

    Het mkb moet worden gesteund in zijn inspanningen om de doelstellingen van de groene en digitale transitie te halen. De KMU zal het mkb betere kansen bieden om toegang tot financiering te krijgen en zal zo bijdragen tot het behalen van de doelstellingen die de EU in maart 2020 formuleerde in haar mkb-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa 9 .

    De strategieën voor de KMU, voor duurzame financiering, voor digitale financiering en voor het mkb versterken elkaar onderling. Samen vormen zij een pakket maatregelen om de Europese economie te versterken en concurrerender en duurzamer te maken, zodat zij beter ten dienste staat van mensen en ondernemingen.

    3.Een inclusievere economie

    De KMU is ook belangrijk om een economie en samenleving uit te bouwen die inclusiever en veerkrachtiger zijn. Om de economie te kunnen laten werken voor de mensen, zijn geïntegreerde kapitaalmarkten nodig, net als de juiste prikkels om investeringen in maatschappelijk en ecologisch duurzame activiteiten te stimuleren. Diepe en geïntegreerde markten helpen voor een doeltreffende allocatie van kapitaal te zorgen en spelen een nuttige rol in tijden van maatschappelijke verschuivingen. Zij ondersteunen groei en banen en dragen zo bij tot het financiële welbevinden van mensen.

    De KMU kan ook helpen de uitdagingen van de vergrijzing in Europa het hoofd te bieden. Sterke, marktgebaseerde pensioenstelsels kunnen een aanvulling zijn op overheidspensioenen en beter inspelen op de behoeften van een vergrijzende bevolking, op voorwaarde dat zij breed en inclusief zijn opgezet. Zo kunnen zij bijdragen aan een adequaat en houdbaar oudedaginkomen. Hoe beter de kapitaalmarkten zijn ontwikkeld, des te gemakkelijker hebben mensen toegang tot financiële producten en oplossingen die aansluiten bij hun behoeften en voorkeuren. De KMU wil kapitaalmarkten ten dienste stellen van de mensen, door hun zowel duurzame beleggingskansen als een stevige beleggersbescherming te bieden.

    In de strategie retailbeleggingen, die de Commissie in de eerste helft van 2022 zal presenteren, zou de klemtoon moeten liggen op de belangen van individuele beleggers. Deze strategie moet ervoor zorgen dat retailbeleggers ten volle hun voordeel kunnen doen met kapitaalmarkten en dat de regels coherent zijn tussen de verschillende wetgevingsinstrumenten. Een individuele belegger zou op de volgende punten moeten kunnen rekenen: i) afdoende bescherming; ii) neutraal advies en een eerlijke behandeling; iii) open markten met een breed scala concurrerende en kostenefficiënte financiële diensten en producten, en iv) transparante, vergelijkbare en begrijpelijke productinformatie. EU-wetgeving zou toekomstgericht moeten zijn en zou de lopende ontwikkelingen inzake digitalisering en duurzaamheid moeten vertolken, maar ook de toenemende behoefte aan pensioenvoorzieningen.

    4.Het internationale concurrentievermogen en de open strategische autonomie van de EU

    Dankzij een KMU kunnen kleinere kapitaalmarkten toch de grotere en beter uitgebouwde kapitaalmarkten bijbenen en kunnen lokale bedrijven uitgroeien tot mondiale spelers. De KMU draagt het potentieel in zich om de Europese economie innoverender en concurrerender te maken zodat zij opgewassen is tegen mondiale concurrentie. Grotere en beter geïntegreerde marken helpen om meer algemeen van de EU een grotere en diepere kapitaalmarkt te maken, hetgeen ten goede komt aan binnenlandse beleggers en de EU aantrekkelijker maakt voor buitenlandse beleggers. Hiervan profiteren niet alleen grote ondernemingen die al op wereldmarkten actief zijn. Het biedt ook aanzienlijke kansen voor kleinere lokale bedrijven met veelbelovende bedrijfsmodellen, die zo internationale beleggers kunnen aantrekken en het nodige kapitaal kunnen krijgen om op te schalen en te werken aan hun merkbekendheid. Een grote en daadwerkelijk geïntegreerde eengemaakte kapitaalmarkt, geschraagd door adequate belastingregels 10 , zal het substraat zijn waarop financiële ondernemingen in de EU kunnen groeien en sterker worden om ook echt internationaal concurrerend te worden.

    Een KMU is een noodzakelijke voorwaarde voor een sterkere internationale rol van de euro en voor de open strategische autonomie van Europa. Een breed gebruik van een valuta bij internationale transacties veronderstelt grote, liquide, diepe en dynamische nationale financiële markten, die berusten op geloofwaardig en houdbaar monetair, begrotings- en toezichtsbeleid. Een levendige, geïntegreerde en diepe kapitaalmarkt zal Europa aantrekkelijker maken voor internationale beleggers en zal bijdragen tot de instroom van buitenlands kapitaal. Hierdoor zal het gewicht van in euro luidende effecten in de internationale financiële wereld toenemen en zal de marktinfrastructuur in de EU veerkrachtiger worden.

    De Brexit heeft een stevige impact op de KMU. Dit maakt het voor de EU nog noodzakelijker om over goed functionerende en geïntegreerde kapitaalmarkten te beschikken. De EU-kapitaalmarkten bestaan uit meerdere financiële centra, die variëren in omvang en specialisatie. Een versterkt single rulebook en doeltreffend toezicht zullen van vitaal belang zijn om reguleringsarbitrage, forumshopping en een neerwaartse spiraal in het toezicht tegen te gaan.

    De invloed van de EU bij de vormgeving van internationale regels en normen wordt ook bepaald door de uitbouw van stevige binnenlandse markten. De EU moet haar eigen kritieke marktinfrastructuur en -diensten uitbouwen. Goed uitgebouwde markten zijn een noodzakelijke voorwaarde voor de financiële en economisch autonomie van de EU. Dit gaat hand in hand met de inzet op een sterkere internationale rol voor de euro. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de EU open blijft voor internationale financiële markten, om beleggers aan te trekken en het internationale concurrentievermogen van Europese bedrijven te versterken.

    II. ACTIES

    De Commissie heeft de acties die zij had aangekondigd in het KMU-actieplan van 2015 en in de tussentijdse evaluatie van het actieplan uit 2017, grotendeels uitgevoerd 11 . Het Europees Parlement en de lidstaten hebben overeenstemming bereikt over 12 van de 13 wetgevingsvoorstellen, ook al zijn die intussen niet allemaal even ambitieus meer als het voorstel van de Commissie.

    Tegelijkertijd blijft een aantal hinderpalen voor een eengemaakte markt bestaan, zelfs nadat de reeds voorgestelde wetgevingsmaatregelen van kracht zullen worden. Daarom moet de initiële reeks KMU-acties worden aangevuld met nieuwe maatregelen, onder meer ook om een antwoord te bieden voor de nieuwe uitdagingen die zich aandienen. De transitie naar een KMU blijft een EU-brede structurele hervorming voor de lange termijn, die tijd, inspanningen, middelen en vooral niet-aflatende politiek inzet vergt.

    In dit nieuwe actieplan geeft de Commissie een lijst maatregelen om beslissende vooruitgang te boeken in de richting van de voltooiing van de KMU. Deze maatregelen houden rekening met en bouwen voort op de maatregelen die de Commissie op 24 juli voorstelde om de kapitaalmarkten in te zetten voor het economisch herstel.

    De Commissie maakt zich hard voor 16 acties om drie sleuteldoelstellingen te behalen:

    (1)een groen, digitaal, inclusief en veerkrachtig economisch herstel ondersteunen door financiering toegankelijker te maken voor Europese ondernemingen;

    (2)de EU nog veiliger maken als locatie waar mensen kunnen sparen en beleggen op lange termijn;

    (3)de nationale kapitaalmarkten integreren tot een echte eengemaakte markt.

    In de bijlage bij dit document is verdere, meer technische informatie te vinden over de acties die hierna worden beschreven.

    1.Maatregelen om een groen, digitaal, inclusief en veerkrachtig economisch herstel te ondersteunen door financiering toegankelijker te maken voor ondernemingen

    De kracht van het economisch herstel van COVID-19 zal in de eerste plaats afhangen van de beschikbaarheid van voldoende financiering voor ondernemingen in de EU. Europese banken zijn nu beter gekapitaliseerd dan vóór de voorbije financiële crisis het geval was. Ook is de EU met maatregelen gekomen waardoor banken middelen beter tot bij ondernemingen en huishoudens kunnen krijgen. De ondernemingen zetten het herstel echter in met meer schulden en zullen meer investeringen in eigen vermogen nodig hebben. Het hoge niveau binnenlandse besparingen en de openheid van het financiële bestel in de EU voor internationale investeerders moeten voor deze financiering helpen te zorgen.

    De jongste jaren speelt financiering van ondernemingen via obligaties en private equity in toenemende mate een belangrijke aanvullende rol op bancaire kredietverlening. Dit komt mede door de maatregelen die in het kader van het eerste KMU-actieplan zijn genomen. Niettemin blijft toegang tot bepaalde vormen van financiering, zoals beurskapitaal, beperkt. De nieuwe maatregelen die in dit actieplan naar voren worden geschoven, moeten het gebruik van marktfinanciering helpen te bevorderen en moeten ondernemingen helpen gebruik te maken van alle beschikbare financieringsbronnen.

    Om ondernemingen zichtbaarder te maken voor grensoverschrijdende beleggers, meer de nationale kapitaalmarkten te laten opgaan en hen toegang tot marktfinanciering te helpen krijgen, moet het juridische kader het goede evenwicht zien te vinden tussen beleggers de nodige informatie geven over beleggingskansen, enerzijds, en de lasten van het rapporteren van deze informatie voor ondernemingen zo beperkt mogelijk houden, anderzijds.

    De Commissie zal iets doen aan het gebrek aan toegankelijke en vergelijkbare ondernemingsgegevens voor beleggers. Gefragmenteerde toegang tot versnipperde informatie over ondernemingen en het ontbreken van kredietratings van ondernemingen werken ontradend voor grensoverschrijdende en internationale beleggingen en zetten met name kleinere nationale kapitaalmarkten op achterstand. Naadloos daarbij aansluitend, EU-brede toegang tot ondernemingsgegevens in vergelijkbaar digitaal formaat zal voor grensoverschrijdende beleggers de kosten om informatie op te zoeken, doen dalen en zal de beleggersbasis voor ondernemingen verbreden. Tegelijkertijd zal een en ander ook helpen om kleinere lokale kapitaalmarkten te integreren en om het herstel te ondersteunen. Bij het beantwoorden van de vraag om welke informatie het moet gaan, moet rekening worden gehouden met de behoeften van beleggers en de belangen van een breed scala gebruikers. Dit zou dus ook de beschikbaarheid en toegankelijkheid van duurzaamheidsdata moeten verbeteren, meer beleggingen naar duurzame activiteiten moeten oriënteren en helpen de doelstellingen van de Europese Green Deal te bereiken.

    Actie 1: De Commissie zal met een voorstel komen voor een EU-breed platform (centraal Europees toegangspunt) dat beleggers probleemloos toegang geeft tot financiële en duurzaamheidsdata over ondernemingen.

    Beursnotering is te omslachtig en te duur, met name voor het mkb. Een gerichte vereenvoudiging van bestaande noteringsregels zal de compliancekosten voor het mkb doen dalen en zal een belangrijk obstakel opruimen dat het mkb belet om publieke markten aan te boren. Grote regeldruk en hoge kosten voor notering en naleving van noteringsregels weerhouden vele ondernemingen ervan om een beroep te doen op publieke markten. Dit beperkt de reeks beschikbare financieringsopties voor ondernemingen die willen opschalen en groeien. Een en ander geldt nog meer in een post-crisissituatie, waarin met name kleinere ondernemingen ongehinderd toegang moeten krijgen tot eigenvermogensfinanciering. Door voort te bouwen op de maatregelen die al in het kader van het eerste KMU-actieplan zijn genomen om kmo-groeimarkten verder te stimuleren, zullen mkb-bedrijven dankzij een goed gekalibreerde vereenvoudiging van bestaande regels een evenredigere behandeling krijgen zonder dat de integriteit van de markt en de beleggersbescherming in het gedrang komt.

    Actie 2: Om de toegang van kleine en innovatieve ondernemingen tot financiering te bevorderen en te diversifiëren, zal de Commissie de regels voor notering op publieke markten trachten te vereenvoudigen.

    Als aanvulling op de actie met betrekking tot noteringsregels, zal de Commissie haar werkzaamheden rond de oprichting van een fonds voor beursintroducties van mkb-bedrijven voortzetten, om het voor kleine en sterk groeiende ondernemingen, met name in sectoren die voor de EU van strategisch belang zijn, eenvoudiger te maken kapitaal aan te trekken en hun groei te financieren. De COVID-19-crisis heeft het economische landschap in de EU ingrijpend veranderd en daarom moet de ambitie opnieuw zijn om de financiering van kleinere onderneming en innovatieve scale-ups te ondersteunen. Dit is een nog sterker argument om dringend werk te maken van een ambitieus fonds voor beursintroducties van mkb-bedrijven.

    De Commissie zal ook haar werkzaamheden voortzetten wat betreft de ondersteuning van de ontwikkeling van lokale publieke markten, met name door te bezien hoe beursindexen kunnen helpen te zorgen voor meer liquiditeit van het eigen vermogen van het mkb.

    Er moet meer steun komen voor beleggingsvehikels die financiering naar beleggingsprojecten op lange termijn laten stromen. Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (ELTIF’s) zijn gespecialiseerde vehikels die dit soort langetermijnfinanciering verstrekken aan niet-beursgenoteerde ondernemingen, beursgenoteerde kmo’s en projecten voor duurzame energie, vervoer en sociale infrastructuur om groene groei te ondersteunen. Omdat er momenteel maar een zeer beperkt aantal van deze pan-Europese fondsen bestaat, zou het wetgevingskader het beste worden herzien om hen te helpen verder door te breken. Aanpassingen van het wetgevingskader en meer prikkels om de ELTIF-fondsstructuur te gebruiken zouden de introductie van pan-Europese langetermijnbeleggingsfondsen kunnen stimuleren en zouden uiteindelijk meer financiële middelen — ook van retailbeleggers — naar de reële economie van de EU kunnen laten stromen.

    Actie 3: De Commissie zal het wetgevingskader voor Europese langetermijnbeleggingsfondsen 12 herzien om meer langetermijnfinanciering bij ondernemingen en infrastructuurprojecten te krijgen, met name de projecten die bijdragen aan de doelstelling van slimme, duurzame en inclusieve groei.

    De ‘re-equitisation’ van financieringsstructuren moet bedrijven in de EU een structureel gezonde basis geven en helpen te voorkomen dat zij al te afhankelijk zijn van vreemd vermogen, omdat ondernemingen in de toekomst anders voor financieringsproblemen kunnen komen te staan. De schuldgraad van ondernemingen was al hoog vóór de crisis en de COVID-19-pandemie heeft nu een aanzienlijk deel van het inkomen doen wegsmelten — met een verdere toename van de schulden tot gevolg. Daarom moeten ondernemingen hun eigenvermogenspositie versterken. Eigen vermogen is uiterst belangrijk voor snel groeiende innovatieve ondernemingen in hun eerste fases en voor scale-ups die de internationale concurrentie willen aangaan. De rol van eigen vermogen zal ook sterker moeten worden om de duurzame transitie te kunnen stimuleren, omdat projecten met duurzame doelen financiering op langere termijn vergen. Daarnaast moet er een oplossing komen voor de bevoordeling van vreemd vermogen in belastingstelsels, om zo perverse fiscale prikkels voor schuldfinanciering uit de weg te ruimen.

    Institutionele beleggers prikkelen om meer op langere termijn te beleggen, zal van cruciaal belang zijn om re-equitisation in het bedrijfsleven te ondersteunen. Verzekeraars behoren tot de grootste institutionele beleggers. Zij hebben zich de afgelopen vijftien jaar teruggetrokken uit vaste activa, en het aandeel van hun beleggingen in de reële economie en in infrastructuur blijft beperkt. De deelname van verzekeraars aan beleggingen op langere termijn, met name eigen vermogen, kan worden ondersteund door ervoor te zorgen dat het prudentiële raamwerk het langetermijnkarakter van het verzekeringsbedrijf passend tot uiting brengt en door de impact van onrust op de markt op korte termijn voor de solvabiliteit van verzekeraars te mitigeren. Daarnaast kan de rol van banken als institutionele beleggers verder worden versterkt door hun beleggingen te bevorderen en door hun meer mogelijkheden te geven om ruimere cliëntenbases uit te bouwen. Banken en beleggingsondernemingen moeten kunnen investeren en zorgen voor “market-making” (of liquiditeit ondersteunen) in eigen vermogen van ondernemingen, terwijl zij onderworpen blijven aan een afdoende prudentiële behandeling.

    Actie 4: De Commissie zal in de regelgeving de hinderpalen voor verzekeringsondernemingen om op lange termijn te beleggen, proberen op te ruimen, zonder dat een en ander ten koste gaat van de financiële stabiliteit en de bescherming van polishouders. Ook zal zij trachten te voorzien in een passende prudentiële behandeling van langetermijnbeleggingen door banken in het eigen vermogen van het mkb. Voorts zal zij nagaan welke mogelijkheden er zijn om banken en andere financiële ondernemingen te stimuleren bij market-makingactiviteiten.

    Met hun brede cliëntenbasis hebben banken het potentieel om een nog grotere rol te spelen bij het verschaffen van financiering aan ondernemingen — naast traditionele kredietverschaffing of deelnemingen in eigen vermogen. Wanneer banken niet in staat of bereid zijn krediet te verstrekken, kunnen zij in plaats daarvan mkb-bedrijven naar verschaffers van alternatieve financiers doorleiden. Momenteel is het zo dat wanneer een bank een lening weigert aan een mkb-bedrijf, zij moet uitleggen waarom zij de lening weigert als dat mkb-bedrijf om uitleg vraagt. Indien de bank proactief afgewezen mkb-bedrijven naar alternatieve financiers kan doorverwijzen, zouden die ondernemingen daarmee kunnen besparen op de kosten van het zoeken naar alternatieven en zou marktgebaseerde financiering meer in beeld komen. Dergelijke doorverwijzingen zouden kunnen voortbouwen op de werkzaamheden die in het voorgaande KMU-actieplan al zijn uitgevoerd om de banken te helpen betere feedback te geven wanneer zij kredietaanvragen van mkb-bedrijven afwijzen.

    Actie 5: De Commissie zal de invoering van een vereiste voor banken om mkb-bedrijven, waarvan zij de kredietaanvraag hebben afgewezen, naar alternatieve financiers door te verwijzen, beoordelen op merites en haalbaarheid.

    De kapitaalmarkten kunnen banken ook helpen hun mogelijkheden uit te breiden om krediet te verlenen aan de economie. Banken kunnen een deel van hun kredieten doorschuiven naar institutionele beleggers door deze om te zetten in verhandelbare effecten. Met deze procedure — bekend als effectisering of securitisatie — kunnen banken kredietrisico overdragen en kapitaal vrijmaken om aan ondernemingen te lenen. Dit is bijzonder relevant in het kader van het herstel, wanneer banken onder druk komen te staan om krediet te verlenen aan met name het mkb — en dus om hun balans te verruimen. Ook kan hiermee financiering voor de groene transitie vrijkomen via groene securitisatie. Aangezien securitisatie betekent dat financiële instrumenten worden gecreëerd waarin individuele activa worden gebundeld, krijgen beleggers hiermee aanzienlijke diversificatievoordelen. Omdat oververhitte en al te complexe securitisatiemarkten tot de voorbije financiële crisis hebben bijgedragen, moet deze activiteit afdoende worden gereguleerd. Recentelijk heeft de Commissie gerichte aanpassingen van de securitisatieregels voorgesteld om banken in staat te stellen hun kredietverlening te verruimen en om niet-renderende blootstellingen van hun balans af te voeren. Hierop voortbouwend zouden verdere aanpassingen van de regels EU-securitisatiemarkten verder kunnen aanzetten tot kredietverlening, zonder dat dit ten koste gaat van de financiële stabiliteit van de EU.

    Actie 6: Om de securitisatiemarkt in de EU op te schalen, zal de Commissie het bestaande regelgevingskader voor securitisatie herzien om de bancaire kredietverlening aan ondernemingen, en met name het mkb, te verruimen. 13

    2.De EU nog veiliger maken als locatie waar mensen kunnen sparen en beleggen op lange termijn

    Mensen in Europa hebben een van de hoogste spaarquotes ter wereld. Toch blijft het aandeel van retailbeleggers op de kapitaalmarkten zeer laag vergeleken met andere economieën. Hiermee lopen ondernemingen in de EU, en de EU-economie meer algemeen, de beleggingen op lange termijn mis die zij zo hard nodig hebben. Evenmin worden de belangen gediend van mensen die een lage of zelfs negatieve reële rente op hun spaargeld ontvangen. De individuele beleggers die desondanks op de EU-kapitaalmarkten beleggen, zouden in vele gevallen een hoger rendement moeten kunnen krijgen dan thans het geval is. Momenteel kunnen retailbeleggers onvoldoende profiteren van de beleggingskansen die kapitaalmarkten bieden en kunnen zij onvoldoende voorzien in het pensioeninkomen dat zij nodig hebben.

    Het wetgevingskader moet de basis leggen voor een billijk beleggingsresultaat voor retailbeleggers, moet het vertrouwen in kapitaalmarkten helpen op te bouwen en moet aanzetten om in kapitaalmarkten te participeren. Wanneer retailbeleggers meer gaan participeren, zullen zij het mogelijk maken om langetermijnbesparingen naar ondernemingen te leiden, die daardoor betere toegang tot financiering krijgen, hetgeen het economische herstel en de groene en digitale transitie zal versnellen.

    De pandemie en de daardoor ontstane volatiliteit op de aandelenmarkt hebben het vertrouwen van individuele beleggers in kapitaalmarkten geschaad, hetgeen een effect op langetermijnbeleggingen heeft. Risicoaverse huishoudens zijn daardoor opnieuw in de richting van bancaire deposito’s gestuurd. Nu door de verdere druk op overheidsuitgaven de houdbaarheid van wettelijke pensioenen onder druk komt te staan, wordt het steeds belangrijker om een beroep te doen op particulier gefinancierde pensioenvoorzieningen.

    Er zijn meerdere redenen waarom de participatie van retailbeleggers aan kapitaalmarkten zo laag is. Beperkte vergelijkbaarheid van gelijksoortige beleggingsproducten waarvoor verschillende wetgeving geldt — en dus ook verschillende rapportagevereisten — belet dat individuele beleggers doordachte beleggingskeuzes kunnen maken. Tegelijkertijd zijn de huidige structuur en kenmerken van retaildistributiestelsels vaak onvoldoende concurrerend en kostenefficiënt.

    Financiële geletterdheid is een essentiële vaardigheid om goede beslissingen te treffen over persoonlijke financiën, maar vele mensen zijn nog niet zo ver. Goede financiële geletterdheid vormt de basis voor de mogelijkheden van mensen om goede financiële beslissingen te nemen en voor hun financiële welbevinden. De kans is ook groter dat mensen die financieel geletterd zijn, ook de mogelijkheden benutten die kapitaalmarkten bieden, zoals duurzame beleggingen.

    Actie 7: De Commissie zal een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren wat betreft de ontwikkeling van een Europees raamwerk voor financiële vaardigheden. Ook zal zij de mogelijkheid onderzoeken van de introductie van een eis voor lidstaten om educatieve maatregelen ten behoeve van financiële educatie te stimuleren, met name wat betreft verantwoord beleggen op lange termijn.

    Financiële geletterdheid mag dan van essentieel belang om de juiste beslissingen te nemen, retailbeleggers moeten ook voldoende beschermd worden tegen de complexiteit van het financiële bestel. Dankzij de EU-regels bestaan er al garanties om beleggers te beschermen, onder meer door informatieverschaffing over financiële producten. De documenten die in het kader van de verschillende regels worden opgesteld, worden vaak gezien als lang, complex, moeilijk begrijpbaar, misleidend en incoherent — en geven retailbeleggers dus geen goede basis voor hun beslissingen.

    Deze documenten kunnen ook resulteren in een overaanbod aan informatie voor meer ervaren beleggers, die misschien niet dezelfde informatie en garanties nodig hebben als minder ervaren beleggers. Voor financiële dienstverrichters is het opstellen van deze documenten nodeloos belastend. Daarnaast bestaat ook de vrees dat inducements die producenten van beleggingsproducten aan distributeurs betalen, belangenconflicten kunnen doen ontstaan die, ondanks de bestaande garanties, negatief uitwerken op de kwaliteit en de objectiviteit van financiële adviseurs.

    Financiële adviseurs spelen een cruciale rol als poortwachters van het financiële bestel. Desondanks blijf het niveau van opleiding, kennis en vaardigheden nog steeds van lidstaat tot lidstaat verschillen. Om het risico op ‘mis-selling’(ook wat duurzaamheid betreft) te verminderen, het vertrouwen van individuele beleggers in advies te vergroten en een gelijk speelveld tot stand te brengen voor marktspelers die advies in verschillende lidstaten geven, moeten bepaalde professionele normen voor adviseurs worden vastgesteld of verder verbeterd.

    Actie 8: De Commissie zal de toepasselijke regels op het gebied van inducements en informatieverstrekking doorlichten en zal, waar nodig, met voorstellen komen om het bestaande wetgevingskader voor retailbeleggers te wijzigen zodat zij eerlijk advies en heldere en vergelijkbare productinformatie ontvangen. Ook zal zij voorstellen doen om het overaanbod aan informatie voor ervaren retailbeleggers terug te brengen, met inachtneming evenwel van de nodige garanties. Ten slotte zal zij het niveau van de beroepskwalificaties voor adviseurs in de EU proberen te verbeteren en zal zij de haalbaarheid onderzoeken van de invoering van een pan-Europees label voor financiële adviseurs.

    De bevolking in de EU vergrijst 14 . Nu de levensverwachting stijgt, moeten mensen steeds meer op lange termijn beleggen om een hoger houdbaar rendement te krijgen en een afdoende aanvullend inkomen voor hun pensioen. Het pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) is, met zijn nieuwe pan-Europese optie voor pensioenbesparingen voor consumenten, al een belangrijke stap in die richting. Pensioendashboards zullen de bestaande monitoringinstrumenten aanvullen met gedetailleerdere informatie over bedrijfstakpensioenregelingen. Hiermee krijgen de lidstaten een beter zicht op de toereikendheid van hun pensioenstelsels, hetgeen hen kan aanzetten om tekortkomingen aan te pakken en goede praktijken te delen. Individuele pensioentrackingsystemen zullen burgers een overzicht geven van hun toekomstige pensioeninkomen, op basis van de rechten die zij hebben opgebouwd in alle pensioenregelingen waaraan zij deelnemen of het verwachte rendement van de langetermijnproducten waarin zij beleggen. Mensen moeten worden aangemoedigd om hun wettelijke pensioen aan te vullen met een leven lang sparen en beleggen, onder meer door actiever te participeren in bedrijfstakpensioenregelingen. Hierdoor zullen zij een adequater pensioeninkomen kunnen krijgen en zal het ook mogelijk zijn de langetermijngroei van de reële economie te financieren, alsmede de groene en digitale transitie.

    Actie 9: De Commissie zal de monitoring van de toereikendheid van de pensioenen in de lidstaten faciliteren door de ontwikkeling van pensioendashboards. Ook zal zij goede praktijken uitwerken om nationale trackingsystemen op te zetten voor individuele Europese burgers. Ten slotte zal zij een studie laten uitvoeren om de praktijken inzake automatische aansluiting te onderzoeken en kan zij ook nagaan welke andere praktijken kunnen ertoe aanzetten om bij bedrijfstakpensioenregelingen aan te sluiten. Zo kunnen dan voor dergelijke regelingen goede praktijken voor alle lidstaten worden uitgewerkt.

    3.De nationale kapitaalmarkten integreren tot een echte eengemaakte markt

    De schaal van de Europese kapitaalmarkten staat niet in verhouding tot het belang van de Europese economie, en er is nog meer dan voldoende ruimte om de rol van de euro als een internationale valuta te versterken. Bovendien zijn de Europese kapitaalmarkten nog steeds gecompartimenteerd volgens nationale lijnen. Daardoor worden spelers op kleinere lokale markten uitgesloten van de baten van integratie, met name de toegang tot een brede beleggersbasis. Aangezien de baten van grootschaligere markten onderbenut blijven, worden financiële spelers uit de EU benadeeld ten opzichte van hun internationale tegenhangers. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU betekent een verhuizing van delen van de financiële sector en doet een financiële architectuur met meerdere centra ontstaan. Daarom is het van essentieel belang om informatie- en kapitaalstromen binnen de EU optimaal te laten verlopen.

    Met de maatregelen die in dit onderdeel worden aangekondigd, wil de Commissie de belangrijkste resterende hinderpalen voor de integratie van de markt opruimen. Voortbouwend op de vooruitgang die in het kader van het vorige actieplan is geboekt, willen deze maatregelen een oplossing bieden voor hinderpalen die verband houden met het rechtskader of hinderpalen waar sinds lang bestaande nationale praktijken spelen. Dit is met name het geval op het gebied van belasting, insolventie van niet-bancaire partijen en vennootschapsrecht. Voor die sectoren zal de Commissie gerichte acties voorstellen, die zijn toegespitst op de belangrijkste hinderpalen die compartimentering van de markt veroorzaken en afschrikkend werken voor grensoverschrijdende beleggingen.

    Belastingen kunnen een ernstige hinderpaal zijn voor grensoverschrijdende beleggingen. Om de belastingdruk voor grensoverschrijdende beleggingen te verlichten, hoeven echter niet meteen de belastingwetgeving of belastingtarieven te worden geharmoniseerd. Op fiscaal gebied is een aanzienlijke last te wijten aan uiteenlopende, logge, lange en fraudegevoelige procedures voor de teruggaaf van bronbelastingen in het geval van grensoverschrijdende beleggingen. Die procedures zorgen voor aanzienlijke kosten die ontradend werken voor grensoverschrijdende beleggingen ingeval belasting op het rendement van beleggingen zowel in de lidstaat van de belegging als die van de belegger verschuldigd is en teruggaaf alleen na een lange en dure procedure mogelijk is. Het bestaande “Treaty Relief en Compliance Enhancement” (TRACE) systeem van de OESO 15 en andere EU-initiatieven op dit gebied, zoals de gedragscode inzake bronbelasting, geven al een idee van hoe een mechanisme voor een snellere teruggaaf van belastingen er zou kunnen uitzien.

    Actie 10: Om de kosten voor grensoverschrijdende beleggers te doen dalen en fiscale fraude tegen te gaan, zal de Commissie komen met een voorstel voor een gemeenschappelijk, gestandaardiseerd EU-breed stelsel voor een verlichting van de bronheffing.

    De sterk uiteenlopende nationale insolventieregelingen zijn sinds lang een structurele hinderpaal voor grensoverschrijdende beleggingen. Door uiteenlopende en soms ondoelmatige nationale regelingen is het voor grensoverschrijdende beleggers moeilijk een inschatting te maken van de duur en de uitkomst van procedures om waarde te recupereren, waardoor het lastig is om de risico’s correct te beprijzen, met name voor schuldinstrumenten. Harmonisering van bepaalde doelgerichte onderdelen van de nationale insolventieregels of de convergentie ervan zouden de rechtszekerheid kunnen verbeteren. Voorts zouden lidstaten met een regelmatige monitoring van de doeltreffendheid van nationale insolventieregelingen hun insolventieregelingen kunnen benchmarken met regelingen in andere lidstaten. Dit zou voor de lidstaten met zwak presterende regelingen een stimulus kunnen zijn om hun regelingen te hervormen. De uitkomsten van de monitoring zouden ook kunnen worden meegenomen in de cyclus van het Europees Semester.

    Actie 11: Om de uitkomsten van insolventieprocedures beter voorspelbaar te maken, zal de Commissie met een wetgevings- of niet-wetgevend initiatief komen voor een minimale harmonisatie of verhoogde convergentie wat betreft gerichte onderdelen van het recht inzake niet-bancaire insolventies. Daarnaast zal de Commissie, samen met de Europese Bankautoriteit, de mogelijkheden nagaan om datarapportage te versterken, zodat nationale regelingen voor het afdwingen van de naleving van leningcontracten op regelmatige basis op hun doeltreffendheid kunnen worden getoetst.

    Europeanen, en met name jongeren, willen steeds meer inspraak krijgen in de manier waarop ondernemingen worden gerund, met name waar het om duurzaamheidskwesties gaat. Aandeelhouders moeten dus nog nauwer worden betrokken door het voor alle beleggers eenvoudiger te maken om te stemmen, en door beheersdaden doelmatiger te maken, met name binnen een grensoverschrijdende context. Door de verschillen in het vennootschapsrecht van de lidstaten, zijn talrijke grensoverschrijdende beleggers — en met name kleinere beleggers — niet in staat hun stemrechten uit te oefenen. Het beheer van de procedures voor complexe en uiteenlopende beheersdaden, zoals het beleggen van algemene vergaderingen van ondernemingen of het toezenden van informatie tussen emittenten en beleggers, is nodeloos moeilijk en duur. Gerichte wetgevingswijzingen, in combinatie met het gebruik van nieuwe digitale technologie, zou in die situatie verbetering moeten brengen.

    Actie 12: Om de betrokkenheid van grensoverschrijdende beleggers te bevorderen, zal de Commissie de invoering onderzoeken van een EU-definitie van het begrip “aandeelhouder” en zal zij regels voor de interactie tussen beleggers, intermediairs en emittenten verder verduidelijken en harmoniseren. Ook zal zij onderzoek voeren naar eventuele nationale barrières voor het gebruik van nieuwe technologieën op dit gebied.

    Het Europese posttransactielandschap blijft gecompartimenteerd volgens nationale lijnen, hetgeen een hinderpaal is voor grensoverschrijdende beleggingen. Aanpassingen van de regels voor het aanbieden van grensoverschrijdende afwikkelingsdiensten door centrale effectenbewaarinstellingen (CSD’s) en voor het functioneren van het grensoverschrijdende CSD-paspoort kunnen bijdragen tot de uitbouw van een beter geïntegreerd posttransactielandschap in de EU. De daardoor ontstane scherpere concurrentie tussen aanbieders van afwikkelingsdiensten zou voor beleggers en ondernemingen de kosten van grensoverschrijdende transacties doen dalen en zou grensoverschrijdende beleggingen versterken.

    Actie 13: De Commissie zal een aanpassing onderzoeken van regels om het aanbod aan grensoverschrijdende afwikkelingsdiensten binnen de EU te verbeteren.

    Een waarlijk eengemaakte markt is niet mogelijk zonder een beter geïntegreerd beeld van de handel in de EU. Een consolidated tape zal voor geconsolideerde data zorgen over koersen en volumes van in de EU verhandelde effecten, waardoor er meer algemeen grotere prijstransparantie tussen handelsplatforms zal komen. Ook zou de concurrentie tussen handelsplatforms hierdoor verbeteren. Samen met het centrale toegangspunt voor ondernemingsinformatie (actie 1) zouden beleggers hiermee op pan-Europees niveau toegang krijgen tot sterk verbeterde informatie.

    Actie 14: De Commissie zal met een voorstel komen voor de creatie van een doeltreffende en omvattende post-trade consolidated tape voor aandelen en aan aandelen verwante financiële instrumenten.

    Om beleggers aan te moedigen in andere lidstaten in deze instrumenten te beleggen, is het van cruciaal belang dat zij vertrouwen hebben in de regels die hun grensoverschrijdende beleggingen beschermen, en dat die regels ook daadwerkelijk worden gehandhaafd. De discussie die is ontstaan door de beëindiging van de bilaterale investeringsovereenkomsten binnen de EU 16 , heeft laten zien hoe belangrijk een herziening is van het stelsel van de bescherming en bevordering van investeringen binnen de EU. Wanneer grensoverschrijdende beleggers een van de door het Verdrag gegarandeerde fundamentele vrijheden uitoefenen, genieten zij de bescherming van het EU-recht, waaronder het EU-Handvest van de grondrechten. Om grensoverschrijdende beleggingen binnen de EU verder aan te moedigen, verdient het aanbeveling de regels ter bescherming van grensoverschrijdende beleggingen zoveel mogelijk te verbeteren, te moderniseren en te harmoniseren. Een coherentere bescherming van beleggingen tegen de overheidsmaatregelen zal beleggingen vrij laten stromen in heel Europa en zal het herstel helpen te financieren, met name in landen die het hardst door de crisis zijn geraakt en waar de investeringsbehoeften dus het grootst zijn. Betere mechanismen voor geschillenbeslechting op nationaal niveau en op EU-niveau, maar ook andere maatregelen zoals het verzamelen van informatie over de juridische rechten van beleggers, zullen verder bijdragen tot grensoverschrijdende beleggingen.

    Actie 15: De Commissie zal voorstellen om de beleggersbescherming en het faciliterende raamwerk in de EU te versterken.

    Daadwerkelijk geïntegreerd en convergent toezicht is nodig om een waarlijk gelijk speelveld voor alle marktspelers te garanderen. Dit is een essentieel vereiste voor een goed functionerende KMU. Dit geldt zeker in een post-Brexit-wereld met meerdere financiële centra in de EU. Stapsgewijze progressie naar meer geïntegreerd toezicht op kapitaalmarkten is daarbij onmisbaar. In een eengemaakte markt heeft falend nationaal toezicht ook effecten buiten de grenzen van die ene lidstaat. Zowel nationale als Europese toezichthouders moeten de beschikking krijgen over de juiste instrumenten, vaardigheden en bevoegdheden om te kunnen toezien op complexe waardeketens en groepsstructuren, maar ook om eventuele gevallen van fraude of misbruik te kunnen onderzoeken, met name wanneer het gaat om beursgenoteerde ondernemingen en de aansprakelijkheid van accountants. De transitie naar een EU-toezicht met meer convergentie en betere integratie moet beginnen bij het werken aan een versterkt single rulebook voor kapitaalmarkten — één stel regels dat rechtstreeks van toepassing is in de hele EU — en daarna moet worden bezien hoe nationale instanties en de ESMA kunnen samenwerken om ervoor te zorgen dat het nationale toezicht ook de Europese dimensie van de markt laat meewegen.

    Actie 16: De Commissie zal werken aan een versterkt single rulebook voor kapitaalmarkten door te peilen naar de behoefte aan verdere harmonisatie van EU-regels en door de progressie in de richting van convergentie in het toezicht te monitoren. Ook zal zij in het vierde kwartaal van 2021 een stand van zaken opmaken van wat er is bereikt en nagaan of maatregelen moeten worden voorgesteld voor sterkere coördinatie van het toezicht of voor direct toezicht door de Europese toezichthouders. 

    De Commissie zal ook zorgvuldig onderzoeken wat de implicaties van de zaak-Wirecard zijn voor de regelgeving voor en het toezicht op kapitaalmarkten in de EU. Zij zal ook de nodige maatregelen treffen om tekortkomingen te verhelpen die in het EU-rechtskader zijn geconstateerd.

    CONCLUSIE 

    De kapitaalmarktenunie (KMU) tot stand brengen is van cruciaal belang om een veerkrachtig en inclusief economisch herstel en de groene en digitale transitie te schragen. Dit is een project voor de lange termijn, dat volgehouden en vastberaden inspanningen vergt. Om progressie te maken met de KMU, moeten hinderpalen die zijn te wijten aan nationale verschillen, vastgeroeste gewoonten en juridische tradities, worden overwonnen. De KMU kan niet met één pennentrek worden gebouwd. Daarom wordt in dit actieplan niet één prioriteit bepaald, maar wordt een aantal dringende kwesties en structurele uitdagingen gesignaleerd.

    De EU heeft opvallende progressie gemaakt bij de uitvoering van het eerste KMU-actieplan: over de meeste wetgevingsvoorstellen is overeenstemming bereikt, en de niet-wetgevingsmaatregelen zijn uitgevoerd. De concrete baten van deze maatregelen zijn nog niet volledig meetbaar, maar het terrein is nu geëffend. De maatregelen die in het voorliggende actieplan worden aangekondigd, betekenen een verdere transformatie van het financiële bestel van de EU en helpen een antwoord te bieden op de politieke en economische uitdagingen die zich aandienen. Elk op zich is iedere actie een nieuw stukje van de puzzel: een stap vooruit in sectoren waar de vooruitgang traag verliep of waar meer werkzaamheden nodig zijn om de KMU tot stand te brengen. Alle acties samen brengen de EU dichter bij het KMU-idee: een eengemaakte kapitaalmarkt in de EU die werkt voor alle Europeanen, waar zij ook wonen en werken.

    Hiervoor is de steun nodig van het Europees Parlement en van de lidstaten op het hoogste niveau en van technische deskundigen uit de overheidsdiensten. Ook moeten marktpartijen de maatregelen optimaal gebruiken. De EU kan instrumenten aanreiken en de nodige randvoorwaarden creëren, maar het is in de eerste plaats aan de autoriteiten in de lidstaten om deze in de praktijk om te zetten, en aan particuliere partijen om het initiatief te nemen, zakelijke kansen aan te grijpen en te innoveren.

    De Commissie zal de werkzaamheden rond de in dit actieplan aangekondigde acties binnenkort aanvatten met publieke consultaties over het rechtskader voor Europese fondsen voor langetermijnbeleggingen en de niet-bancaire insolventie.

    Bij haar toekomstige werkzaamheden rond deze acties zal de Commissie zich volledig houden aan de regels voor beter regelgeven en aan de vereenvoudigingsdoelstelling (de “one-in-one-out”-regel). Ook zal zij inclusief overleg voeren, waarbij iedereen de nodige ruimte krijgt om zijn stem te laten horen. Daarnaast is het haar bedoeling om wetgevingswijzigingen niet losstaand te onderzoeken, maar binnen de context van economische, politieke en maatschappelijke behoeften. Ten slotte zal de Commissie, nu de koers naar de KMU is uitgezet en het effect van het eerste actieplan in data zou moeten te merken zijn, haar regelmatige rapportage over de progressie bij wetgevingsinitiatieven aanvullen met monitoring van de vraag hoe kapitaalmarkten evolueren, op basis van een stel specifieke indicatoren.

    (1)

         Conclusies van de Raad over de verdieping van de kapitaalmarktunie (5 december 2019) – 14815/19.

    (2)

         Europees Parlement, Verslag over de “Verdere ontwikkeling van de kapitaalmarktenunie (KMU): de toegang tot kapitaalmarktfinanciering verbeteren, met name voor kmo’s, en de deelname van kleine beleggers bevorderen”, 2020/2036(INI).

    (3)

         Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Actieplan voor de opbouw van een kapitaalmarktenunie”, COM(2015) 468.

    (4)

         Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final.

    (5)

         A new Vision for Europe’s capital markets. Final Report of the High Level Forum on the Capital Markets Union, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/info/files/200610-cmu-high-level-forum-final-report_en

    (6)

         Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Het moment van Europa: herstel en voorbereiding voor de volgende generatie”, COM(2020) 456 final.

    (7)

         Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Een ambitieuzere klimaatdoelstelling voor Europa voor 2030: investeren in een klimaatneutrale toekomst voor ons allemaal”, COM(2020) 562 final.

    (8)

         Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Digital Finance-strategie voor Europa”, COM(2020) 591.

    (9)

         Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Een kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa”, COM(2020) 103 final.

    (10)

         De Commissie zal in 2021 met een wetgevingsvoorstel komen om de btw-regels voor financiële diensten te actualiseren.

    (11)

         Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de tussentijdse evaluatie van het actieplan voor de opbouw van de kapitaalmarktenunie, COM(2017) 292 final.

    (12)

         Verordening (EU) 2015/760 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen.

    (13)

         Naast het versterken van de securitisatiemarkt, zal de Commissie verder de mogelijkheid onderzoeken van de invoering van een instrument met dubbele zekerheidsrechten, de zgn. “European Secured Notes”. Zoals aangegeven in Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties, zal de Commissie tegen 8 juli 2024 een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad.

    (14)

         Zie het verslag van de Europese Commissie over de gevolgen van demografische veranderingen, 2020 .

    (15)

          https://www.oecd.org/ctp/exchange-of-tax-information/aboutthetracegroup.htm

    (16)

          https://ec.europa.eu/info/publication/200505-bilateral-investment-treaties-agreement_en

    Top

    Brussel, 24.9.2020

    COM(2020) 590 final

    BIJLAGE

    bij

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    Een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan


    Bijlage 1: Lijst van maatregelen en indicatief tijdschema

    I.Maatregelen om een groen, digitaal, inclusief en veerkrachtig economisch herstel te ondersteunen door financiering toegankelijker te maken voor ondernemingen

    Actie 1: Ondernemingen zichtbaarder maken voor grensoverschrijdende beleggers

    De Commissie zal in het derde kwartaal van 2021 met een wetgevingsvoorstel komen voor de invoering van een centraal Europees toegangspunt (ESAP). Dit platform moet probleemloze, EU-brede toegang bieden tot alle relevante informatie (zoals financiële en duurzaamheidsdata) die ondernemingen — zoals financiële vennootschappen — moeten rapporteren.

    3e kwartaal 2021

    Bij het beantwoorden van de vraag om welke informatie het moet gaan, moet rekening worden gehouden met de behoeften van beleggers en de belangen van een breed scala gebruikers, zoals financiële intermediairs en het maatschappelijke middenveld. Dit platform zou dus ook de beschikbaarheid en toegankelijkheid van duurzaamheidsdata moeten verbeteren, meer beleggingen naar duurzame activiteiten moeten oriënteren en helpen de doelstellingen van de Europese Green Deal te bereiken 1 .

    Het platform zal voortbouwen op de pilot van de European Financial Transparency Gateway 2 (EFTG) en zal een aanvulling zijn op het systeem van gekoppelde ondernemingsregisters 3 (BRIS), zonder de functies daarvan te veranderen. Voor dit wetgevingsvoorstel zal EU-wetgeving 4 over de openbaarmaking van vennootschapsgegevens moeten worden gestroomlijnd. Het platform zal — zoveel mogelijk — voortbouwen op bestaande EU- en nationale IT-infrastructuur (databases, registers), om te voorkomen dat de rapportageverplichtingen voor ondernemingen worden verzwaard. Alle informatie zal in vergelijkbaar digitaal formaat worden verschaft. Een beslissing over de vraag welke informatie precies op het platform moet komen, over de governance en het bedrijfsmodel is nog niet genomen.

    Actie 2: De toegang tot publieke markten ondersteunen

    Om de toegang van kleine en innovatieve ondernemingen tot financiering te bevorderen en te diversifiëren, zal de Commissie tegen het vierde kwartaal van 2021 nagaan of de noteringsregels voor publieke markten (zowel kmo-groeimarkten als gereguleerde markten) verder kunnen worden vereenvoudigd.

    4e kwartaal 2021

    In dat onderzoek zal vooral worden gekeken naar: i) de geschiktheid en coherentie van de kmo-definitie in de verschillende onderdelen van de financiële wetgeving; ii) de mogelijke vereenvoudiging van de regeling marktmisbruik, en iii) de eventuele voordelen van de invoering van overgangsbepalingen voor primaire emissies op gereguleerde markten en kmo-groeimarkten.

    Actie 3: Vehikels voor langetermijnbeleggingen ondersteunen

    De Commissie zal tegen het derde kwartaal van 2021 met een voorstel komen voor een herziening van de ELTIF-verordening 5 , waarin zij de uitkomsten meeneemt van een publieke consultatie die in 2020 van start zal gaan, en van een effectbeoordeling.

    3e kwartaal 2021

    Bij deze herziening zal onder meer worden gekeken naar: i) het terugbetalingsbeleid en de levensduur van ELTIF’s; ii) de mate waarin ELTIF’s in de EU in de markt worden gezet; iii) de geschiktheid van beleggingsrestricties voor retailbeleggers, en iv) de mate waarin de lijst van in aanmerking komende activa en beleggingen, de diversificatieregels, de portefeuillesamenstelling en de limieten ten aanzien van het lenen van geld moeten worden geactualiseerd.

    Actie 4: Meer langetermijn- en aandelenfinanciering door institutionele beleggers aanmoedigen

    A.In het kader van de herziening van Solvabiliteit II 6 zal de Commissie tegen het derde kwartaal van 2021 nagaan of het rechtskader kan worden aangepast om langetermijnbeleggingen door verzekeringsondernemingen te bevorderen, zonder dat een en ander ten koste gaat van de financiële stabiliteit en de bescherming van polishouders. 

    3e kwartaal 2021

    Bij de herziening van Solvabiliteit II zal met name worden gekeken naar de geschiktheid van voor de activaklasse langetermijnbeleggingen in eigen vermogen geldende criteria om in aanmerking te komen, de berekening van de risicomarge, en de waardering van verplichtingen van verzekeraars, om zowel ongewenst procyclisch gedrag te voorkomen als beter rekening te houden met het langetermijnkarakter van het verzekeringsbedrijf.

    B.Bij haar werkzaamheden rond de tenuitvoerlegging van Bazel III zal de Commissie, bij de herziening van de verordening 7 /richtlijn 8 kapitaalvereisten (VKV/RKV)(waarvan de goedkeuring gepland staat voor het eerste kwartaal van 2021), de in Bazel III ingebouwde flexibiliteit toepassen om ervoor te zorgen dat langetermijnbeleggingen van banken in eigen vermogen van mkb-bedrijven een passende prudentiële behandeling krijgen.

    1e kwartaal 2021

    Bij de herziening van de VKV/RKV wordt geprobeerd te voorkomen dat de tenuitvoerlegging van Bazel III een buitensporige impact heeft op langetermijnbeleggingen van banken in eigen vermogen van het mkb, alsmede op de market-makingactiviteiten van banken en beleggingsondernemingen.

    Actie 5: Het mkb doorverwijzen naar alternatieve aanbieders van financiering

    Om de toegang van het mkb tot financiering te bevorderen, zal de Commissie tegen het vierde kwartaal van 2021 het nut en de haalbaarheid onderzoeken van een regeling waarbij banken mkb-bedrijven waarvan zij de kredietaanvraag hebben afgewezen, doorverwijzen naar aanbieders van alternatieve financiering.

    4e kwartaal 2021

    In de haalbaarheidsanalyse zal worden gekeken naar de doeltreffendheid van bestaande doorverwijsregelingen bij banken. De Commissie zal ook nagaan of het nuttig is om van alternatieve financieringsplatforms op hun beurt te eisen dat zij afgewezen mkb-bedrijven naar banken doorverwijzen, en ook of de reikwijdte van een doorverwijsregeling moet worden uitgebreid tot aanbieders van eigenvermogensfinanciering, matchmakingplatforms en gespecialiseerde advieshubs.

    Actie 6: Banken helpen om meer krediet te verlenen aan de reële economie

    Om de securitisatiemarkt in de EU op te schalen, zal de Commissie tegen het vierde kwartaal van 2021 een brede doorlichting maken van het EU-securitisatieraamwerk 9 voor zowel eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde (STS) securitisaties als niet-STS-securitisaties. 10

    4e kwartaal 2021

    Doel van deze herziening is de rol van securitisaties te versterken als een instrument waarmee banken duurzame en stabiele financiering aan de reële economie in een post-COVID-19-omgeving kunnen geven, met bijzondere aandacht voor het mkb en de groene transitie. Bijzondere aandacht zal daarbij gaan naar de mogelijkheden van het bestaande raamwerk om de daadwerkelijke risico's van zowel STS- als niet-STS-securitisatie-instrumenten afdoende tot uiting brengen, onder meer de geschiktheid van rapportagevereisten, de procedure voor het herkennen van de overdracht van een aanzienlijk deel van het risico en de prudentiële behandeling van contanten en synthetische securitisaties, zonder dat een en ander ten koste gaat van de financiële stabiliteit van de EU.

    II.De EU nog veiliger maken als locatie waar mensen kunnen sparen en beleggen op lange termijn

    Actie 7: Burgers mondiger maken dankzij financiële geletterdheid

    A.Om eensgezindheid tussen overheidsinstanties en private partijen over financiële vaardigheden te stimuleren en om een basis te leggen voor de ontwikkeling van financiële vaardigheden in uiteenlopende toepassingen en contexten, zal de Commissie tegen het tweede kwartaal van 2021 een haalbaarheidsanalyse maken voor de ontwikkeling van een specifiek EU-raamwerk voor financiële vaardigheden, dat voortbouwt op de desbetreffende bestaande raamwerken.

    2e kwartaal 2021

    Deze maatregel wil overheidsinstanties en private partijen in de EU een gemeenschappelijk begrippenkader aanreiken voor het ontwikkelen van beleid en educatieve toepassingen en educatief materiaal dat de financiële vaardigheden van mensen moet versterken. Hierbij zal worden voortgebouwd op bestaande raamwerken, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

    B.De Commissie zal nagaan of het beginsel uit artikel 6 van de hypotheekrichtlijn 11 best kan worden uitgebreid naar de desbetreffende sectorale wetgeving — de richtlijn markten voor financiële instrumenten 12 (MiFID), de richtlijn verzekeringsdistributie 13 (IDD), de verordening pan-Europees product voor individuele pensioenen 14 (PEPP), de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten 15 (icbe’s), de verordening verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten 16 (PRIIP’s). Dat onderzoek moet dienen om, mocht een positieve effectbeoordeling dit staven, een voorstel in te dienen voor horizontale omnibus-wetgeving waarin van de lidstaten wordt verlangd dat zij formele, niet-formele en/of informele educatieve maatregelen bevorderen die de financiële educatie van consumenten ondersteunt, met name wat betreft verantwoord beleggen.

    1e kwartaal 2022

    Deze maatregel wil het juridische precedent dat in de hypotheekrichtlijn is gecreëerd door van lidstaten te verlangen dat zij educatieve maatregelen stimuleren die de financiële educatie van consumenten bevorderen ten aanzien van verantwoord beleggen, inbouwen in andere wetgevingshandelingen (MiFID II, IDD, PEPP, icbe’s, PRIIP’s), indien een en ander wordt geschraagd door een positieve effectbeoordeling en met volledige inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

     

    Actie 8: Vertrouwen van retailbeleggers in kapitaalmarkten opbouwen

     

    A.De Commissie zal de toepasselijke regels op het gebied van inducements en informatieverstrekking doorlichten en zal, waar nodig, met voorstellen komen om het bestaande wetgevingskader voor retailbeleggers te wijzigen zodat zij eerlijk advies en heldere en vergelijkbare productinformatie ontvangen.

    1e kwartaal 2022

    Wat betreft distributie zal in het onderzoek onder meer naar de volgende mogelijke maatregelen worden gekeken: i) de normen voor beleggersbescherming uit IDD afstemmen op die uit MiFID II; ii) vragen dat distributeurs hun cliënten informeren over het bestaan van producten van derden; iii) cliënten meer transparantie bieden over inducements, en iv) specifieke rapportageverplichtingen invoeren voor distributeurs van retailproducten, om ruimte te bieden voor onderzoek vanuit het toezicht. Wat rapportage betreft, zal bijzondere aandacht gaan naar het verbeteren van de rol van consumenten, digitale aanlevering en interactie met essentiële informatie, om ruimte te bieden voor vergelijking, interactie en personalisering. Deze actie moet verbeteringen omvatten voor de rapportage van duurzaamheidsdata, waardoor duurzame producten sneller ingang kunnen vinden bij retailbeleggers. De Commissie zal dit onderzoek tegen het eerste kwartaal van 2022 afronden.

    Nadien zal zij met de nodige wetgevingswijzingen komen om eventuele belangenconflicten op te lossen die voortvloeien uit de betaling van inducements aan distributeurs, maar ook om zwakke punten in het bestaande rapportagekader weg te werken, met name door IDD, MiFID II en PRIIP’s beter onderling af te stemmen. Wanneer een positieve effectbeoordeling een en ander ondersteunt, zullen deze wijzigingen in IDD, MiFID II en PRIIP’s worden opgenomen.

    B.Tegen het vierde kwartaal van 2021 of het eerste kwartaal van 2022 zal de Commissie met een wetgevingsvoorstel komen om MiFID II te wijzigen en zo de regeldruk en informatieverplichtingen voor een subset van retailbeleggers te verminderen. Dat zal inhouden dat de bestaande indeling in retailbeleggers en professionele beleggers tegen het licht wordt gehouden of dat er een nieuwe categorie van gekwalificeerde beleggers wordt ingevoerd.

    4e kwartaal 2021 / 1e kwartaal 2022

    Deze maatregel wil de indeling van beleggers binnen het MiFID II-raamwerk verbeteren om zo de regeldruk voor ondernemingen te verminderen, maar ook onnodige garanties en informatievereisten te verlichten voor een subset beleggers die momenteel als retailbeleggers worden aangemerkt, ook al hebben zij een goede kennis van financiële markten en producten. Voor deze maatregel zal een effectbeoordeling worden uitgevoerd.

    C.Op voorwaarde dat de effectbeoordeling in het kader van de herzieningen van de richtlijn verzekeringsdistributie tegen het eerste kwartaal van 2023 en van MiFID II tegen het vierde kwartaal van 2021 positief uitvallen, zal de Commissie voor adviseurs de voorwaarde invoeren dat zij een certificaat moeten behalen waaruit blijkt dat zij over voldoende kennis en kwalificaties beschikken om toegang tot het beroep te krijgen, en dat zij voldoende aan permanente educatie deelnemen. Doel van dit alles is dat adviseurs naar tevredenheid blijven functioneren.

    Daarnaast zal de Commissie tegen het eerste kwartaal van 2022 nagaan in hoeverre het haalbaar is om voor financiële adviseurs een pan-Europees label in te voeren dat kan worden gebruikt om te voldoen aan het vereiste dat een certificaat moet worden behaald.

    1e kwartaal 2023

    4e kwartaal 2021

    1e kwartaal 2022

    Deze maatregelen zullen zorgen voor een gelijk speelveld tussen adviseurs en zullen de kwaliteit van financiële adviesverlening in de EU verder verbeteren, onder meer wat betreft duurzaamheid.

    Actie 9: Mensen helpen zich financieel voor te bereiden op hun pensioen

    A.Om de stand van zaken van de adequaatheid van pensioen in lidstaten beter te kunnen monitoren, zal de Commissie proberen te bepalen welke data en methodieken relevant zijn om pensioendashboards met indicatoren te ontwikkelen.

    B.Om mensen gemakkelijker toegang te geven tot hun persoonlijke pensioeninformatie en hen beter bewust te maken van hun toekomstige pensioeninkomen, zal de Commissie goede praktijken trachten uit te werken voor het opzetten van nationale trackingsystemen.

    4e kwartaal 2021

    4e kwartaal 2021

    De Commissie zal tegen het vierde kwartaal van 2020 bij de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) om een advies vragen i) over de vraag welke data pensioenuitvoerders moeten rapporteren om pensioendashboards met indicatoren te kunnen ontwikkelen, en ii) om input te vragen voor de ontwikkeling van goede praktijken voor het opzetten van nationale trackingsystemen. De termijn waarin EIOPA haar technische advies zou moeten indienen, zal op het vierde kwartaal van 2021 worden vastgesteld.

    C.De Commissie zal een studie laten uitvoeren om de praktijken inzake automatische aansluiting te onderzoeken en kan nagaan welke andere praktijk kunnen aanzetten om bij bedrijfstakpensioenregelingen aan te sluiten. Zo kunnen dan voor dergelijke regelingen goede praktijken voor alle lidstaten worden uitgewerkt.

    3e kwartaal 2020

    In het derde kwartaal van 2020 zal de Commissie een externe studie laten uitvoeren om de bestaande praktijken inzake automatische aansluiting bij bedrijfstakpensioenregelingen te laten onderzoeken, zodat goede EU-praktijken kunnen worden uitgewerkt. Automatische aansluiting is een mechanisme waarbij spaarders automatisch worden aangesloten bij een pensioenregeling, tenzij zij bewust kiezen voor een opt-out.

    III.De nationale kapitaalmarkten integreren tot een echte eengemaakte markt

    Actie 10: De belastingdruk voor grensoverschrijdende beleggingen verlichten

    Om de fiscale kosten voor grensoverschrijdende beleggers te verlichten en fiscale fraude tegen te gaan, zal de Commissie tegen het vierde kwartaal van 2022 met een wetgevingsinitiatief komen, op voorwaarde dat de effectbeoordeling positief uitvalt, en in nauw overleg met de lidstaten. Ook zal zij andere wegen verkennen om een gemeenschappelijk, gestandaardiseerd, EU-breed stelsel voor de verlichting van bronbelastingen in te voeren.

    4e kwartaal 2022

    Bij deze werkzaamheden zal rekening worden gehouden met het “Treaty Relief en Compliance Enhancement” (TRACE) project van de OESO 17 en andere EU-initiatieven, zoals de gedragscode inzake bronbelasting.  18

    Actie 11: De uitkomsten van grensoverschrijdende beleggingen beter voorspelbaar maken wat betreft insolventieprocedures

    A.Om de uitkomsten van insolventieprocedures beter voorspelbaar te maken, zal de Commissie tegen medio 2022 met een wetgevings- of niet-wetgevend initiatief komen voor een minimale harmonisatie of verhoogde convergentie wat betreft gerichte onderdelen van cruciale wetgeving inzake niet-bancaire insolventies.

    2e kwartaal 2022

    Bij het initiatief voor een wetgevings- of niet-wetgevend instrument zou het kunnen gaan om een definitie van triggers voor insolventieprocedures, de rangorde van vorderingen (afweging van de belangen van verschillende soorten schuldeisers, zoals schuldeisers met of zonder onderpand in een insolventieprocedure) en andere kernbestanddelen zoals pauliaanse vorderingen of het opsporen van activa. Hierbij zullen de uitkomsten van de publieke consultatie worden meegenomen, maar ook het advies van een groep deskundigen en het overleg met de lidstaten. Ook zal dit initiatief worden geflankeerd door een effectbeoordeling.

    B.Om nationale stelsels van kredietinsolventie op gezette tijden op hun doeltreffendheid te beoordelen, zullen de Commissie en de EBA tegen het eerste kwartaal van 2021 de mogelijkheid onderzoeken van juridische aanpassingen aan het rapportageraamwerk. Dit kan dan tegen het vierde kwartaal van 2022 tot aanpassingen van wetgeving leiden.

    1e kwartaal 2021

    4e kwartaal 2022

    Voortbouwend op de ervaring met de benchmarking die in het kader van het eerste KMU-actieplan heeft plaatsgevonden van nationale kaders voor het afdwingen van de naleving van leningcontracten 19 (met inbegrip van insolventiekaders), zullen de Commissie en de EBA de mogelijkheid onderzoeken van juridische aanpassingen van rapportageraamwerken. Hierdoor zou de EBA de mogelijkheid krijgen om de Commissie een regelmatige update te geven van de doeltreffendheid van het afdwingen van de naleving van leningcontracten in de lidstaten, zonder dat de rapportagedruk onevenredig wordt verhoogd. In voorkomend geval zouden eventuele aanpassingen van wetgeving in het vierde kwartaal van 2022 worden voorgesteld.

    Actie 12: Aandeelhouders een grotere rol helpen te geven

    Om met name grensoverschrijdende beleggers nauwer te betrekken, zal de Commissie de volgende punten onderzoeken: i) de mogelijkheid om een EU-brede, geharmoniseerde definitie van “aandeelhouder” in te voeren, en ii) of en hoe de regels voor de interactie tussen beleggers, intermediairs en emittenten ten aanzien van de uitoefening van stemrechten en de verwerking van bestuursdaden verder kunnen worden verhelderd en geharmoniseerd. Ook zal de Commissie onderzoek voeren naar eventuele nationale barrières voor het gebruik van nieuwe technologieën op dit gebied.

    3e kwartaal 2023

    4e kwartaal 2021

    Dit onderzoek zal plaatsvinden in het kader van de evaluatie door de Commissie van de tenuitvoerlegging van de tweede richtlijn aandeelhoudersrechten 20 (SRD2), die tegen het derde kwartaal van 2023 zou worden bekendgemaakt. In dit stadium, en afdoende rekening houdende met marktontwikkelingen nu SRD2 en de daarbij behorende uitvoeringsverordening 21 in september 2020 van kracht worden, is de Commissie voornemens met name het volgende te onderzoeken:

    ·de toewijzing en het bewijs van rechten en de datum van vastlegging;

    ·de bevestiging van de rechten en de reconciliatieverplichting;

    ·de volgorde van data en termijnen;

    ·aanvullende nationale vereisten (met name voorwaarden voor volmachten om stemrecht uit te oefenen), en

    ·communicatie tussen emittenten en centrale effectenbewaarinstellingen (CSD’s) wat betreft tijdschema, inhoud en format.

    Bijzondere aandacht zal gaan naar doelmatigheids- en doeltreffendheidsoverwegingen, maar ook naar aspecten van rechtszekerheid.

    Ook zal de Commissie tegen het vierde kwartaal van 2021 nagaan of er nationale regelgevingsbarrières zijn voor het gebruik van nieuwe digitale technologieën die communicatie tussen emittenten en aandeelhouders efficiënter kunnen maken en de emittenten kunnen helpen bij het identificeren van aandeelhouders of bij de participatie van en het stemmen door aandeelhouders op algemene vergaderingen.

    Actie 13: Grensoverschrijdende afwikkelingsdiensten ontwikkelen

    Om het grensoverschrijdende aanbod van afwikkelingsdiensten in de EU te verbeteren zonder dat een en ander negatief uitwerkt op de financiële stabiliteit, zal de Commissie de regels voor een breed scala thema’s bezien, zoals: i) het grensoverschrijdende aanbod van diensten door CSD’s op grond van een CSD-paspoort, en ii) de procedures en voorwaarden op grond waarvan CSD’s zijn gemachtigd om kredietinstellingen aan te wijzen of om zelf bancaire nevendiensten aan te bieden.

    4e kwartaal 2021

    Dit zal gebeuren door middel van een gerichte evaluatie van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen 22 , uit te voeren tegen het vierde kwartaal van 2021. Deze evaluatie moet er komen op grond van de verordening en zal worden geflankeerd door een effectbeoordeling.

    Voordat het wetgevingsvoorstel wordt aangenomen (tegen het vierde kwartaal 2020), zal de Commissie een verslag over de verordening indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Dit verslag zal de neerslag zijn van een brede consultatie van alle stakeholders, waaronder de lidstaten en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA).

    Actie 14: Consolidated tape

    Om voor de hele EU een geïntegreerd beeld te geven van de handel en de concurrentie tussen handelsplatformen te verbeteren, zal de Commissie aanpassingen van wetgeving voorstellen voor de creatie van een doeltreffende en omvattende post-trade consolidated tape voor aandelen en aan aandelen verwante financiële instrumenten.

     

    4e kwartaal 2021

    De Commissie zal ervoor zorgen dat de tape breed gaat en dat de datakwaliteit afdoende is zodat de tape meerwaarde oplevert voor marktdeelnemers, zonder dat de kosten van de opzet en de use-case uit het oog worden verloren.

    Actie 15: Bescherming en facilitering van beleggingen

    De Commissie zal voorstellen om de beleggersbescherming en het faciliterende raamwerk in de EU te versterken.

    2e kwartaal 2021

    Deze actie zal gestructureerd zijn in drie pijlers:

    (I)materiële bepalingen die een coherente en voorspelbare bescherming van beleggingen binnen de EU moeten garanderen;

    (II)betere handhaving van deze regels, door mechanismen voor geschillenbeslechting op het nationale of het EU-niveau doeltreffender te maken en toch de toegang tot de nationale rechter te garanderen;

    (III)specifieke maatregelen om beleggingen te faciliteren, zoals het consolideren van informatie over rechten en kansen voor beleggers in een centraal toegangspunt (bv. het InvestEU-portal 23 ), en het stimuleren van mechanismen voor preventief probleem oplossen door stakeholders, alsmede minnelijke geschillenregeling.

    Actie 16: Toezicht

    De Commissie zal werken aan een versterkt single rulebook voor kapitaalmarkten door naar de behoefte aan verdere harmonisatie van EU-regels te peilen en door de progressie in de richting van convergentie in het toezicht te monitoren. Ook zal zij in het vierde kwartaal van 2021 een stand van zaken opmaken van wat er is bereikt en nagaan of maatregelen moeten worden voorgesteld voor sterkere coördinatie van het toezicht of voor direct toezicht door de Europese toezichthouders.

    De Commissie onderzoekt ook zorgvuldig wat de implicaties van de zaak-Wirecard zijn voor de regelgeving voor en het toezicht op EU-kapitaalmarkten. Zij zal ook snel en voortvarend handelen om tekortkomingen te verhelpen die in het EU-rechtskader worden geconstateerd.

    4e kwartaal 2021

    Met volledige inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel zal de Commissie stelselmatig nagaan of verdere harmonisering van EU-regels aanbeveling verdient. Een versterkt single rulebook en een doeltreffend toezicht zouden voor een gelijker speelveld zorgen voor marktspelers en zouden bijdragen tot eerlijke onderlinge concurrentie. 

    In de op stapel staande evaluaties van sectorale wetgeving zal de Commissie ook reflecteren over de doeltreffendheid van de convergentiebevoegdheden van de Europese toezichthouders om eventuele lacunes op te sporen of sectoren waar versterkte bevoegdheden de KMU zouden helpen te bevorderen. Ook zal zij nagaan of convergentiebevoegdheden daadwerkelijk worden gebruikt in het kader van de bestaande governance. Ten slotte zal de Commissie zorgvuldig monitoren of er bij de convergentie in het toezicht voldoende progressie is gemaakt om van de KMU een succes te maken. Mochten er aanwijzingen zijn dat het toezichtskader ontoereikend is voor het beoogde niveau van marktintegratie, zal de mogelijkheid van sterkere coördinatie van het toezicht of direct toezicht door de Europese toezichthouders in toekomstige evaluaties onderzocht worden. De eerstvolgende van die evaluaties staat voor eind 2021 gepland.

    Ook onderzoekt de Commissie zorgvuldig wat de gevolgen zijn van de zaak-Wirecard voor de regelgeving voor en het toezicht op de EU-kapitaalmarkt. Daarbij zal zij de conclusies van lopende onderzoeken meenemen. In het licht van de informatie die in dit stadium voor de Commissie beschikbaar is, doet het omvallen van Wirecard vragen rijzen over de doeltreffendheid van de corporate governance bij Wirecard, de verplichte accountantscontrole en het toezicht op financiële informatie.

    (1)

         Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final.

    (2)

          https://eftg.eu/

    (3)

         https://e-justice.europa.eu/content_business_registers_at_european_level-105-en.do

    (4)

         Met name de transparantierichtlijn (Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG) en de richtlijn niet-financiële rapportage (Richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen).

    (5)

         Verordening (EU) nr. 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen.

    (6)

         Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II).

    (7)

         Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012.

    (8)

         Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG.

    (9)

         Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012.

    (10)

         Naast het versterken van de securitisatiemarkt, zal de Commissie verder de mogelijkheid onderzoeken van de invoering van een instrument met dubbele zekerheidsrechten, European Secured Notes genaamd. Zoals aangegeven in Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties, zal de Commissie tegen 8 juli 2024 een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad.

    (11)

         Richtlijn 2014/17/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010.

    (12)

         Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (“MiFID II”).

    (13)

         Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie.

    (14)

         Verordening (EU) nr. 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (“PEPP”).

    (15)

         Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (“icbe’s”).

    (16)

         Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (“PRIIP’s”).

    (17)

         http://www.oecd.org/ctp/exchange-of-tax-information/treaty-relief-and-compliance-enhancement-trace.htm

    (18)

         https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/code_of_conduct_on_witholding_tax.pdf

    (19)

         https://ec.europa.eu/info/publications/191203-study-loan-enforcement-laws_en

    (20)

         Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft.

    (21)

         Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1212 van de Commissie van 3 september 2018.

    (22)

         Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012.

    (23)

         https://ec.europa.eu/eipp/desktop/en/index.html?2nd-language=en

    Top