EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 10.7.2020
COM(2020) 307 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE
Jaarlijks syntheseverslag voor het jaar 2018 betreffende de uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem zoals voorzien in Verordening (EG) nr. 2173/2005 van 20 december 2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap
VERSLAG VAN DE COMMISSIE
Jaarlijks syntheseverslag voor het jaar 2018 betreffende de uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem zoals voorzien in Verordening (EG) nr. 2173/2005 van 20 december 2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap
1.
Inleiding
In dit jaarlijks syntheseverslag wordt de stand van zaken van de uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem voor het jaar 2018 gepresenteerd. Het verslag is opgesteld overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van 20 december 2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (hierna “de Flegt-verordening” genoemd) en is gebaseerd op de door de lidstaten in hun jaarverslagen verstrekte informatie overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de Flegt-verordening.
Dit is het derde verslag
; hierin wordt een analyse gemaakt van het tweede volledige jaar van uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem (2018) in de hele EU en worden de conclusies en volgende stappen uiteengezet. In 2018 was Indonesië nog steeds het enige land waar de regeling in gebruik was.
Het UNEP-WCMC heeft in opdracht van de Commissie een meer gedetailleerde analyse van de nationale verslagen opgesteld, die beschikbaar is op de website van de Commissie. Deze bevat de methodologie voor gegevensanalyse, nadere informatie over de door de lidstaten ingediende gegevenssets en de daarmee verband houdende voorbehouden die voortkomen uit de wisselende volledigheid en kwaliteit van de nationale gegevenssets.
De jaarverslagen van alle 28 lidstaten zijn geanalyseerd. Deze zijn ingediend via een online rapportagemodel – vastgesteld door de Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de Flegt-verordening – waarin sommige rubrieken al waren ingevuld met de in voorgaande jaarverslagen verstrekte informatie.
2.Stand van zaken van de uitvoering
Volgens de Flegt-verordening moeten de lidstaten een of meerdere bevoegde autoriteiten aanwijzen en doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties vaststellen om de verordening te handhaven.
De nationale verslagen vormen een middel om de stand van zaken van de uitvoering in kaart te brengen en te beoordelen in welke mate de lidstaten daarbij gelijke tred houden.
2.1Aanwijzing van bevoegde autoriteiten
Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de Flegt-verordening hebben alle lidstaten een of meerdere bevoegde autoriteiten aangewezen
en hebben op één land (Portugal) na alle lidstaten die een verslag hebben ingediend, informatie verstrekt over de wetgeving volgens welke de bevoegde autoriteiten zijn aangewezen.
In 11 lidstaten is de douaneautoriteit aangewezen als (onderdeel van) de bevoegde autoriteit voor Flegt-vergunningen. In 17 lidstaten zijn de douane en de bevoegde autoriteit afzonderlijke autoriteiten. In deze 17 lidstaten is het belangrijk dat er regelingen worden getroffen om ervoor te zorgen dat de autoriteiten effectief kunnen samenwerken bij de verwerking van Flegt-vergunningen, waarbij de bevoegde autoriteit relevante taken aan de douane kan delegeren en over de informatie kan beschikken die nodig is om te controleren of een Flegt-vergunning overeenkomt met een bepaalde zending. Deze delegatie van taken heeft in al deze lidstaten vorm gekregen via een overeenkomst of een memorandum van overeenstemming. Het verschilde van lidstaat tot lidstaat hoe (vaak) er gegevens werden uitgewisseld.
2.2Hoeveelheden ingevoerd hout en aantal daarop betrekking hebbende Flegt-vergunningen
Aantal door de lidstaten ontvangen vergunningen en aantal door de douane ingeklaarde vergunningen
In 2018 meldden alle lidstaten behalve Luxemburg Flegt-vergunningen te hebben ontvangen. In totaal zijn er 31 785 vergunningen ontvangen en meer dan 99 % (31 605) hiervan werd door de bevoegde autoriteiten geldig verklaard/goedgekeurd voor invoer. Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en België ontvingen het hoogste aantal (figuur 1a). Twaalf lidstaten hebben aangegeven in totaal 66 Flegt-vergunningen te hebben afgewezen, waarvan het grootste aantal (20) door Frankrijk.
De lidstaten hebben aangegeven dat in 2018 23 238 vergunningen voor invoer zijn ingeklaard door de douane. Van de 25 lidstaten die verslag hebben uitgebracht over douanegegevens op het Flegt-vergunningenniveau, zijn in Nederland, Duitsland en Frankrijk de meeste vergunningen ingeklaard (figuur 1b).
Verklaringen voor de waargenomen verschillen tussen het aantal door de bevoegde autoriteiten ontvangen Flegt-vergunningen en het aantal door de douane ingeklaarde vergunningen in 2018 (figuren 1a en 1b) zijn onder meer: onvolledigheid van de douanegegevenssets (zie voetnoot 10); “handel aan het einde van het jaar”; goederen worden niet vrijgegeven door de douane (bv. vanwege fytosanitaire controles); de importeur besluit de goederen niet vrij te geven; of voor de goederen is op het punt van invoer in de EU geen Flegt-vergunning vereist vanwege een herclassificatie van GS-codes door de douane.
Figuur 1:
Aantal Flegt-vergunningen a) ontvangen door de bevoegde autoriteit voor geldigverklaring en b) ingeklaard door de douane in 2018. * Gegevens over vergunningen van Roemenië konden niet worden opgenomen omdat deze niet in een passend format zijn verstrekt. Italië en Roemenië hebben geen douanegegevens verstrekt en het Verenigd Koninkrijk heeft de douanegegevens niet in verband gebracht met het aantal vergunningen; de douanegegevens van Griekenland waren onvolledig. ** Het geschatte totaalaantal van Spanje, dat geen douanegegevens in verband met het aantal vergunningen verstrekte. *** Dit omvat niet de vergunningen die zijn ingeklaard door met terugwerkende kracht ingediende douaneaangiften door specifieke goedgekeurde importeurs, waarvoor de gegevens niet in verband zijn gebracht met het aantal vergunningen.
Ingevoerde hoeveelheden
De lidstaten hebben verslag uitgebracht over de daadwerkelijk in 2018 ingevoerde hoeveelheden hout en houtproducten (d.w.z. de door de douane ingeklaarde hoeveelheden), evenals de overeenkomstige hoeveelheden volgens de door de bevoegde autoriteiten ontvangen en geldig verklaarde Flegt-vergunningen. In 2018 is meer dan 694 miljoen kg aan hout en houtproducten goedgekeurd in het kader van geldig verklaarde Flegt-vergunningen en is meer dan 2 993 miljoen kg aan hout en houtproducten met een Flegt-vergunning door de douane van de EU gemeld als ingeklaard voor invoer, (figuur 2), waarvan 2 470 miljoen kg aan meubelen van de soort gebruikt in slaapkamers (GS 9403.50) door de douane van het Verenigd Koninkrijk gemeld is. Dit was twee orden van grootte meer dan de hoeveelheid voor dezelfde GS-code die op door de bevoegde autoriteit gevalideerde Flegt-vergunningen was vermeld. Over deze cijfers is navraag gedaan bij het Verenigd Koninkrijk, maar er is geen verduidelijking verschaft. Naar gewicht waren de belangrijkste in de EU ingevoerde soorten product met een Flegt-vergunning volgens de douanegegevens meubelen van de soort gebruikt in slaapkamers (GS 9403.50), goed voor bijna 2 472 miljoen kg en neerkomend op 83 % van de invoer; schrijfpapier (GS 4802); andere meubelen (GS 9403.60 en 9401); schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken (GS 4418); triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout (GS 4412); en hout dat over de gehele lengte is geprofileerd (GS 4409) (de GS-codes van in 2018 geïmporteerde Flegt-producten zijn opgenomen in bijlage A). De belangrijkste lidstaten die deze producten invoerden, waren het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland.
Sommige lidstaten meldden ook invoer waarvan de GS-code geen Flegt-vergunning vereiste (waaronder een aantal codes die een V-Legal-vergunning vereisen), goed voor 2 099 douaneregistraties en in totaal 1,35 miljoen kg aan houtproducten. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard door de herclassificatie van goederen door de douane van de EU.
Mogelijke verklaringen voor de discrepanties tussen de vermelde hoeveelheden in geldig verklaarde Flegt-vergunningen en de vermelde hoeveelheden door de douane (figuur 2) zijn: specifiek ontbrekende douanegegevens en de wisselende kwaliteit van ingediende nationale gegevenssets; herclassificatie van goederen naar andere GS-codes door de douane; ontvangen maar nog niet door de douane ingeklaarde vergunningen; GS-codes vermeld bij een ander aantal cijfers; of hoeveelheden vermeld in andere meeteenheden.
Ingevoerde taxa
Informatie over de verhandelde taxa is verstrekt voor 84,6 % van het hout met geldig verklaarde Flegt-vergunningen. Nederland, dat 107 miljoen kg aan hout met geldig verklaarde Flegt-vergunningen invoerde, heeft hierover niet zulke gedetailleerde informatie overgelegd. Daarnaast werd door Frankrijk, Italië, Tsjechië en Zweden ruim 32 000 kg aan houtproducten met geldig verklaarde Flegt-vergunningen vermeld zonder informatie over de taxa.
In 2018 zijn met geldig verklaarde Flegt-vergunningen in totaal 204 verschillende soorten en 80 hogere taxa (bv. genera) ingevoerd, bestaande uit 235,5 miljoen kg aan zendingen met afzonderlijke taxa en 351,7 miljoen kg aan zendingen met gemengde taxa. Van de afzonderlijk vermelde taxa waren de naar gewicht meest verhandelde taxa Acacia mangium (mangium), Shorea spp. (meranti) en Tectona grandis (teak).
Verwerking van Flegt-vergunningen
In 21 lidstaten werd voor de verwerking van Flegt-vergunningen gebruikgemaakt van het Flegit/Traces-systeem, terwijl 7 lidstaten hun eigen nationale systeem gebruikten. Van de 21 lidstaten die gebruikmaken van Flegit/Traces, meldden 14 lidstaten het gebruik ervan door zowel de bevoegde autoriteit als de douane, 5 lidstaten het gebruik door alleen de bevoegde autoriteit en 2 lidstaten het gebruik door alleen de douane. De lidstaten hebben ook aangegeven in welk format de Flegt-vergunningen zijn ingediend; 14 lidstaten hebben gemeld dat zij de Flegt-vergunningen in meer dan één format hebben ontvangen. In 18 lidstaten zijn de vergunningen op papier ingediend, in 18 lidstaten via Flegit/Traces, in 5 lidstaten via e-mail en in 2 lidstaten via nationale elektronische systemen.
Het aantal dagen dat de lidstaten nodig hadden voor de verwerking van vergunningen kon worden geanalyseerd voor 24 lidstaten; 53 % van de vergunningen werd op de dag van of de dag na ontvangst geldig verklaard door de bevoegde autoriteiten, in meer dan 66 % van de gevallen werden vergunningen binnen 3 dagen geldig verklaard en in 97 % van de gevallen werden ze binnen 21 dagen geldig verklaard.
Figuur 2: Hoeveelheden van de belangrijkste soorten product met een Flegt-vergunning weergegeven naar GS-code* en gewicht (kg)*** in 2018 in de EU ingevoerd met geldig verklaarde Flegt-vergunningen en ingeklaard door de douane (met uitzondering van HS 9403.50**). (Gegevens over vergunningen van Roemenië konden niet worden opgenomen. Italië en Roemenië hebben geen douanegegevens verstrekt en de door Griekenland ingediende douanegegevens waren onvolledig.) *Waar mogelijk zijn de GS-codes samengevoegd tot zes cijfers; viercijferige GS-codes betreffen enkel de handel die door de lidstaten op dat cijferniveau is gerapporteerd. **Om visualisatie van de gegevens te bevorderen, is de 2 472 miljoen kg van GS 9403.50 in de douanegegevens in dit figuur weggelaten omdat dit verschillende orden van grootte meer was dan de rest van de gegevens. Over de 2 470 miljoen kg die zijn gerapporteerd als door de douane van het Verenigd Koninkrijk ingeklaarde GS 9403.50 is navraag gedaan bij het Verenigd Koninkrijk aangezien dit niet in vergelijkbare mate was terug te zien in de vergunningen, maar er is geen verduidelijking verschaft. ***Hoeveelheid is vermeld naar gewicht op >99 % van de geldig verklaarde Flegt-vergunningen en bij 97 % van de douanegegevens, maar is mogelijk niet representatief voor alle handel. Omdat de douane minder producten heeft weergegeven naar gewicht, en meer producten naar volume (m3) of het aantal items, zijn de vermelde hoeveelheden op Flegt-vergunningen en door de douane niet helemaal vergelijkbaar.
2.3Verdere controle van Flegt-vergunningen en van de lading
Volgens artikel 5, lid 4, van de Flegt-verordening beslissen de bevoegde autoriteiten op grond van een risicoanalyse over de eventuele noodzaak tot verdere controle van de lading. In 21 lidstaten zijn regelingen getroffen voor verdere controles van Flegt-vergunningen en in 22 lidstaten zijn regelingen getroffen voor verdere controles van Flegt-zendingen (bijlage B, tabellen 1 en 2). In 2018 zijn door 19 lidstaten aanvullende controles verricht op 1 782 Flegt-vergunningen (bijvoorbeeld door voor deze controles contact op te nemen met LIU, het Indonesische informatiepunt inzake vergunningen). Voorts meldde Nederland dat het dagelijks aanvullende controles verricht, zonder evenwel het exacte aantal ervan te registreren om de administratieve rompslomp te beperken.
De lidstaten gaven aan dat zij een aantal risicocriteria hanteren om vast te stellen of een aanvullende controle van een Flegt-vergunning of zending nodig is, onder meer wanneer de gegevens van de Flegt-vergunning niet in overeenstemming zijn met andere documenten (bijlage B, tabellen 1 en 2). Zeventien lidstaten, waaronder vier lidstaten die zeiden dit “soms” te doen, meldden dat zij gebruikmaakten van SILK, het Indonesische informatiesysteem betreffende de wettigheid van hout en houtproducten, om de van exploitanten ontvangen Flegt-vergunningen te controleren.
In 2018 zijn door 18 lidstaten in totaal 265 fysieke inspecties van zendingen met een Flegt-vergunning verricht, waarbij de gegevens van de vergunning in 94 % van de gevallen overeenkwamen met die van de zending.
2.4Regelingen betreffende sancties
In artikel 5, lid 8, van de Flegt-verordening is het volgende bepaald: “Iedere lidstaat bepaalt welke sancties van toepassing zijn bij overtreding van het bepaalde in deze verordening. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.” 17 lidstaten kennen regelingen voor administratieve boeten en 17 voor strafrechtelijke boeten, 20 lidstaten leggen gevangenisstraffen op, in 7 lidstaten wordt de handelsvergunning opgeschort en 9 lidstaten sommeren tot herstelmaatregelen of versturen aanmaningsbrieven. De maximale gevangenisstraffen lopen uiteen van 1 maand tot 15 jaar (in 15 lidstaten golden straffen van 1 tot 5 jaar).
Overeenkomstig artikel 5, lid 7, van de Flegt-verordening kan de douane het vrijgeven van houtproducten opschorten of deze producten vasthouden indien uit informatie blijkt dat de Flegt-vergunning mogelijk niet geldig is. Vierentwintig lidstaten gaven aan dat zij houtproducten in beslag kunnen nemen en dat hun wetgeving de mogelijkheid biedt in beslag genomen hout te verwijderen (figuur 3). In dit laatste geval lag de verantwoordelijkheid hiervoor in negen lidstaten bij de douane, in vier lidstaten bij de bevoegde autoriteit, in vijf lidstaten bij een ander orgaan naast de bevoegde autoriteit en/of de douane en in vijf lidstaten bij een ander orgaan dan de bevoegde autoriteit of de douane.
Figuur 3: Lidstaten met sancties die ook de mogelijkheid bieden zendingen hout in beslag te nemen.
2.5Toegepaste sancties
Twee lidstaten (Bulgarije en Spanje) hebben artikel 6, lid 1, toegepast op in totaal 29 130 kg aan producten. Bulgarije en Nederland hebben artikel 6, lid 2, toegepast, de eerstgenoemde bij een gescande Flegt-vergunning die ter validering werd voorgelegd (met een verstreken geldigheidsdatum) en de laatstgenoemde voor een zending met een Cites-soort zonder Cites-vergunning.
2.6Heffingen voor het verwerken van Flegt-vergunningen
Op grond van artikel 5, lid 6, van de Flegt-verordening kunnen de lidstaten heffingen instellen voor het verwerken van Flegt-vergunningen. Dit is ook gebeurd in zes lidstaten, waarbij het bedrag varieerde van zo’n 10 EUR (9,60 GBP) tot 105,90 EUR (bijlage B, tabel 3).
2.7
Andere maatregelen en uitdagingen op het vlak van de uitvoering
Door 26 lidstaten is informatie verstrekt over andere maatregelen en uitdagingen op het vlak van de uitvoering. Bij elf lidstaten ging het daarbij om de samenwerking met bevoegde autoriteiten van andere lidstaten, waarvan werd aangegeven dat dit gunstig was, met name wat betreft goederen die in de ene lidstaat arriveren maar bestemd zijn voor elders in de Europese Unie. Negen lidstaten wezen op de samenwerking met of ondersteuning door de Europese Commissie en verschillende lidstaten gaven aan dat de communicatie met de Europese Commissie inzake Flegit goed was. Er waren verschillende suggesties dat de lidstaten toegang moesten krijgen tot alle Flegt-vergunningen in SILK, ongeacht het land van bestemming binnen de EU, om de controle van vergunningen te vergemakkelijken.
De door een of meer lidstaten naar voren gebrachte uitdagingen op het vlak van de uitvoering waren: communicatie met de Indonesische informatiepunten inzake vergunningen (hoewel verschillende lidstaten aangaven dat de reactietijden verbeterd waren); gevallen waarin de gegevens van Flegt-vergunningen en douaneaangiften niet met elkaar overeenstemden, waaronder discrepanties is GS-codes of landcodes; en afgegeven Flegt-vergunningen voor GS-codes die buiten het toepassingsgebied van de Flegt-verordening en de vrijwillige partnerschapsovereenkomst met Indonesië vielen.
3. Conclusies
Uit het derde verslag betreffende de uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem blijkt dat er op dit vlak flinke vooruitgang is geboekt. In 2018, het tweede volledige jaar van de uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem, zijn er 31 785 vergunningen ontvangen, waarvan meer dan 99 % door de bevoegde autoriteiten was geldig werd verklaard/werd goedgekeurd voor invoer; meer dan 2 993 miljoen kg hout en houtproducten was ingeklaard door de douane en ingevoerd in de EU. De samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en met de Commissie wordt als positief beoordeeld. Door de vergelijking van door de lidstaten gerapporteerde gegevens op geldig verklaarde Flegt-vergunningen met door de douane ingeklaarde gegevens konden mogelijke verklaringen voor de waargenomen discrepanties worden gevonden. Aanvullend advies aan de lidstaten inzake standaardisering en vergelijking van nationale gegevens is opgenomen in het online rapportagemodel.
Wel zijn er nog steeds een aantal uitdagingen, waaronder niet met elkaar overeenstemmende gegevens op Flegt-vergunningen en douaneaangiften, en beperkte toegang van de lidstaten tot alle gegevens over SILK.
4. Volgende stappen
De Commissie zal in samenwerking met de lidstaten blijven werken aan een doeltreffende en consequente toepassing van de Flegt-verordening in de hele EU, onder meer door aanvullende richtsnoeren te ontwikkelen, en, waar nodig, aan de herziening van de Uitvoeringsrichtsnoeren Douane en Flegt op basis van de opgedane ervaring. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EG) nr. 1024/2008 blijft de Commissie waar nodig de namen en andere relevante gegevens van de door Indonesië aangewezen vergunningverlenende autoriteiten aan de lidstaten verstrekken, evenals gewaarmerkte voorbeelden van stempels en handtekeningen voor iedere vergunningverlenende autoriteit en voorbeelden van het model voor Flegt-vergunningen dat door Indonesië wordt gebruikt.
De Commissie zal ook samen met de lidstaten blijven werken aan de verbetering van de verslaglegging, waaronder de verplaatsing van de online verslaglegging naar Declare, het stimuleren van de consistente vermelding van gegevens op Flegt-vergunningen en douaneaangiften, het consistente gebruik van meeteenheden en de verdere verbetering van het rapportageformat op basis van de opgedane ervaringen. Voorts zal de Commissie de lidstaten die momenteel geen gebruikmaken van Flegit/Traces, blijven aanmoedigen dat wel te gaan doen, omdat een van de voordelen hiervan is dat het de verslaglegging vergemakkelijkt. Ook zal de Commissie blijven werken aan de verdere verbetering van het IT-systeem Flegit/Traces op basis van de ervaringen en suggesties van de lidstaten, en blijven samenwerken inzake gegevensuitwisseling met lidstaten die hun eigen elektronische systemen hebben ontwikkeld.
Tegelijkertijd zal de Commissie nauw blijven samenwerken met de Indonesische autoriteiten om de hierboven beschreven problemen en uitdagingen aan te pakken als onderdeel van de bredere besprekingen over de uitvoering van de vrijwillige Flegt-partnerschapsovereenkomsten tussen de EU en Indonesië en het toezicht op de effecten ervan. Met Indonesië wordt gewerkt aan de integratie van de respectieve IT-systemen, d.w.z. Flegit/Traces, met SILK, waarbij het streven is een volledig elektronisch vergunningensysteem tot stand te brengen.
Tot slot onderwerpt de Commissie de Flegt-verordening (samen met de EU-houtverordening) aan een geschiktheidscontrole om het functioneren en de doeltreffendheid van de verordening te beoordelen, overeenkomstig artikel 9 van de Flegt-verordening. De ervaring met de uitvoering van de Flegt-verordening kan een waardevolle bijdrage leveren aan de beoordeling van aanvullende maatregelen aan de vraagzijde voor andere grondstoffen en er wordt rekening gehouden met de voorlopige bevindingen van de geschiktheidscontrole voor de beoordeling van maatregelen aan de vraagzijde om de transparantie van de toeleveringsketen te vergroten en het risico op ontbossing en bosdegradatie, dat samenhangt met in de EU op de markt gebrachte producten, zoveel mogelijk te beperken.