Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019PC0636

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Administratief Comité voor de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR ten aanzien van het voorstel tot wijziging van de Overeenkomst

    COM/2019/636 final

    Brussel, 17.12.2019

    COM(2019) 636 final

    BIJLAGE

    bij het

    Voorstel voor een besluit van de Raad

    betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Administratief Comité voor de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR ten aanzien van het voorstel tot wijziging van de Overeenkomst


    AANHANGSEL

    Wijzigingen op de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst van 1975)

    A. Wijzigingen op de TIR-Overeenkomst

    1.Artikel 1, nieuw punt s)

    s)    “eTIR-regeling”: de TIR-regeling die ten uitvoer wordt gelegd met behulp van elektronische gegevensuitwisseling als functioneel equivalent van het TIR-carnet. De bepalingen van de TIR-Overeenkomst zijn van toepassing, maar de specifieke kenmerken van de eTIR-regeling zijn in bijlage 11 omschreven.

    1 bis.Artikel 3, onder b)

       b)    het vervoer plaatsvindt onder de dekking van aansprakelijke organisaties die zijn gemachtigd overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, en onder dekking van een TIR-carnet dat overeenstemt met het model in bijlage 1 bij deze Overeenkomst, dan wel volgens de eTIR-regeling.

    2.Artikel 43

    In de toelichtingen in bijlage 6, in deel III van bijlage 7 en in deel II van bijlage 11 wordt uitlegging gegeven van enkele bepalingen van deze Overeenkomst en van de daarbij behorende bijlagen; zij bevatten tevens enkele aanbevelingen.

    3.Nieuw artikel 58 quater

    Er wordt een Technische Uitvoeringsinstantie opgericht. De samenstelling, functies en het reglement van orde van de Technische Uitvoeringsinstantie zijn opgenomen in bijlage 11.

    4.Artikel 59

    1.    Deze Overeenkomst, met inbegrip van de bijlagen, kan worden gewijzigd op voorstel van een Overeenkomstsluitende Partij overeenkomstig de procedure waarin dit artikel voorziet.

    2.    Behoudens het bepaalde in artikel 60 bis wordt iedere op deze Overeenkomst voorgestelde wijziging onderzocht door het Administratief Comité dat is samengesteld uit alle Overeenkomstsluitende Partijen overeenkomstig het in bijlage 8 opgenomen reglement van orde. Iedere wijziging van die aard, die is onderzocht of voorbereid tijdens de bijeenkomst van het Administratief Comité en door dit comité is aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen, wordt door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties aan de Overeenkomstsluitende Partijen voor aanvaarding meegedeeld.

    3.    Behoudens het bepaalde in de artikelen 60 en 60 bis treedt iedere voorgestelde wijziging die overeenkomstig het voorgaande lid is meegedeeld, voor alle Overeenkomstsluitende Partijen in werking drie maanden na de periode van twaalf maanden volgende op de datum waarop de mededeling is gedaan, tenzij een Staat die Overeenkomstsluitende Partij is, in die periode bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties bezwaar tegen de voorgestelde wijziging heeft gemaakt.

    4.    Indien overeenkomstig lid 3 van dit artikel bezwaar is gemaakt tegen de voorgestelde wijziging, wordt de wijziging geacht niet te zijn aanvaard en wordt deze niet van kracht.

    5.Nieuw artikel 60 bis

    Bijzondere procedure voor de inwerkingtreding van bijlage 11 en wijzigingen daarop

    1.    Bijlage 11 treedt, na te zijn onderzocht overeenkomstig artikel 59, leden 1 en 2, voor alle Overeenkomstsluitende Partijen in werking drie maanden na een periode van twaalf maanden volgende op de datum waarop de mededeling door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties aan de Overeenkomstsluitende Partijen is gedaan, behalve voor de Overeenkomstsluitende Partijen die de Secretaris-generaal er binnen de bovengenoemde periode van drie maanden schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat zij bijlage 11 niet aanvaarden. Voor Overeenkomstsluitende Partijen die hun kennisgeving van niet-aanvaarding intrekken, treedt bijlage 11 in werking zes maanden na de datum waarop de intrekking van die kennisgeving door de depositaris is ontvangen.

    2.    Ieder voorstel tot wijziging van bijlage 11 wordt door het Administratief Comité onderzocht . Iedere wijziging van die aard wordt aangenomen met een meerderheid van door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen.

    3.    Wijzigingen van bijlage 11 die overeenkomstig lid 2 van dit artikel zijn onderzocht en aangenomen, worden door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties aan alle Overeenkomstsluitende Partijen ter kennisneming dan wel, in het geval van de door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen, ter aanvaarding meegedeeld.

    4.    De datum van inwerkingtreding van dergelijke wijzigingen wordt bepaald bij het aannemen van de wijziging door een meerderheid van de door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen.

    5.    Wijzigingen treden in werking overeenkomstig lid 4 van dit artikel, tenzij een vijfde van de Staten die een door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partij zijn dan wel vijf dergelijke Staten, naargelang welk aantal het laagst is, de Secretaris-generaal op een eerdere datum die bij het aannemen van de wijziging werd vastgesteld, ervan in kennis hebben gesteld dat zij bezwaar maken tegen de wijziging.

    6.    Zodra een wijziging die overeenkomstig de in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel beschreven procedure is aangenomen, in werking is getreden, komt zij voor alle door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen in de plaats van en heeft zij voorrang op alle vroegere bepalingen waarop ze betrekking heeft.

    6.Artikel 61

       De Secretaris-generaal van de Verenigde Naties geeft alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle Staten bedoeld in artikel 52, lid 1, van deze Overeenkomst kennis van ieder verzoek, mededeling of bezwaar overeenkomstig de artikelen 59, 60 en 60 bis alsook van het tijdstip waarop een wijziging in werking treedt.

    7.Bijlage 9, deel I, punt 3, nieuw punt xi)

    xi)    voor Overeenkomstsluitende Partijen die door bijlage 11 zijn gebonden, op verzoek van de bevoegde autoriteiten, te bevestigen, in het geval van een noodprocedure als bedoeld in artikel 10, lid 2, van bijlage 11, dat de garantie geldig is en dat een TIR-vervoer in het kader van de eTIR-regeling plaatsvindt, alsook andere voor het TIR-vervoer relevante informatie te verstrekken.

    B.Bijlage 11 - De eTIR-regeling

    1.Deel 1

    Artikel 1
    Toepassingsgebied

    1.    De bepalingen in deze bijlage regelen de tenuitvoerlegging van de eTIR-regeling zoals omschreven in artikel 1, onder s), van de Overeenkomst en zijn van toepassing in de betrekkingen tussen Overeenkomstsluitende Partijen die door deze bijlage zijn gebonden als bepaald in artikel 60 bis, lid 1.

    2. De eTIR-regeling mag niet worden gebruikt voor vervoer dat ten dele plaatsvindt op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij die niet door bijlage 11 is gebonden en die lid is van een douane- of economische unie met één enkel douanegebied.

    Artikel 2
    Begripsomschrijvingen

    In deze bijlage wordt verstaan onder:

    a)    “internationaal eTIR-systeem”: het informatie- en communicatietechnologiesysteem dat is opgezet ten behoeve van de uitwisseling van elektronische informatie tussen de partijen die bij de eTIR-regeling betrokken zijn;

    b)    “eTIR-specificaties”: de conceptuele, functionele en technische specificaties van de eTIR-regeling, vastgesteld en gewijzigd in overeenstemming met de bepalingen van artikel 5 van deze bijlage;

    c)    “voorafgaande TIR-gegevens”: de gegevens betreffende het voornemen van de houder om goederen onder de eTIR-regeling te plaatsen, ingediend bij de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek, in overeenstemming met de eTIR-specificaties;

    d)    “voorafgaande wijzigingsgegevens”: de gegevens betreffende het voornemen van de houder om de aangiftegegevens te wijzigen, ingediend bij de bevoegde autoriteiten van het land waar een wijziging van de aangiftegegevens wordt gevraagd, in overeenstemming met de eTIR-specificaties;

    e)    “aangiftegegevens”: de voorafgaande TIR-gegevens en de voorafgaande wijzigingsgegevens die door de bevoegde autoriteiten zijn aanvaard;

    f)    “aangifte”: de handeling waarbij de houder of zijn vertegenwoordiger, in overeenstemming met de eTIR-specificaties, het voornemen kenbaar maakt om goederen onder de eTIR-regeling te plaatsen. Vanaf het tijdstip waarop de aangifte door de bevoegde autoriteiten, op basis van de voorafgaande TIR-gegevens of de voorafgaande wijzigingsgegevens, is aanvaard en de aangiftegegevens naar het internationale eTIR-systeem zijn doorgezonden, vormt de aangifte het wettelijk equivalent van een aanvaard TIR-carnet;

    g)    “begeleidingsdocument”: het afgedrukte document dat na de aanvaarding van de aangifte elektronisch door het douanesysteem wordt gegenereerd, in overeenstemming met de richtsnoeren in de technische eTIR-specificaties. Het begeleidingsdocument kan worden gebruikt voor de registratie van voorvallen onderweg, vervangt het proces-verbaal van bevinding overeenkomstig artikel 25 van deze Overeenkomst en dient ook voor de noodprocedure.

    h)    “authenticatie”: een elektronisch proces dat de bevestiging van de elektronische identificatie van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, of van de oorsprong en integriteit van gegevens in elektronische vorm, mogelijk maakt.

    Toelichting bij artikel 2, onder h)

    11.2 (h)-1    Totdat een geharmoniseerde aanpak in de eTIR-specificaties is vastgesteld en beschreven, mogen de Overeenkomstsluitende Partijen die door bijlage 11 zijn gebonden, de houder authenticeren met ieder proces waarin hun nationale recht voorziet, met inbegrip van - maar niet beperkt tot - gebruikersnaam/wachtwoord of elektronische handtekeningen.

    11.2. (h)-2    De integriteit van de gegevens die worden uitgewisseld tussen het internationale eTIR-systeem en de bevoegde autoriteiten, en de authenticatie van de informatie- en communicatietechnologiesystemen zullen worden gegarandeerd door middel van beveiligde verbindingen, zoals omschreven in de technische eTIR-specificaties.

    Artikel 3
    Tenuitvoerlegging van de eTIR-regeling

    1.    De door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen verbinden hun douanesystemen met het internationale eTIR-systeem in overeenstemming met de eTIR-specificaties.

    2.    Iedere Overeenkomstsluitende Partij bepaalt zelf tegen welke datum zij haar douanesystemen met het internationale eTIR-systeem verbindt. De datum waarop de verbinding tot stand wordt gebracht, wordt ten minste zes maanden vóór de daadwerkelijke verbindingsdatum aan alle andere door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen meegedeeld.

    Toelichting bij artikel 3, lid 2

    11.3.2    Het verdient aanbeveling dat de door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen hun nationale douanesystemen hebben geactualiseerd en de nodige maatregelen hebben getroffen voor de verbinding ervan met het internationale eTIR-systeem tegen het tijdstip dat bijlage 11 voor hen in werking treedt. Douane- of economische unies kunnen een later tijdstip vastleggen, zodat zij de tijd hebben om de nationale douanesystemen van al hun lidstaten met het internationale eTIR-systeem te verbinden.

    Artikel 4
    Samenstelling, functies en reglement van orde van de Technische Uitvoeringsinstantie

    1.    De Overeenkomstsluitende Partijen die door bijlage 11 zijn gebonden, zijn lid van de Technische Uitvoeringsinstantie. Deze instantie wordt bijeengeroepen op geregelde tijdstippen of op verzoek van het Administratief Comité, naargelang dat nodig is om de eTIR-specificaties bij te houden. Het Administratief Comité wordt regelmatig geïnformeerd over de activiteiten en onderzoeken van de Technische Uitvoeringsinstantie.

    2.    De Overeenkomstsluitende Partijen die bijlage 11 niet hebben aanvaard zoals bepaald in artikel 60 bis, lid 1, en vertegenwoordigers van internationale organisaties mogen als waarnemer bijeenkomsten van de Technische Uitvoeringsinstantie bijwonen.

    3.    De Technische Uitvoeringsinstantie ziet toe op de technische en functionele aspecten van de tenuitvoerlegging van de eTIR-regeling en coördineert en bevordert de uitwisseling van informatie over aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen.

    4.    De Technische Uitvoeringsinstantie stelt op haar eerste zitting haar reglement van orde vast en legt dit aan het Administratief Comité voor met het oog op de goedkeuring ervan door de Overeenkomstsluitende Partijen die door bijlage 11 zijn gebonden.

    Artikel 5
    Procedures voor de vaststelling en de wijziging van de eTIR-specificaties

    De Technische Uitvoeringsinstantie:

    a)    stelt de technische specificaties van de eTIR-regeling alsook wijzigingen daarvan vast om te garanderen dat deze in overeenstemming zijn met de functionele specificaties van de eTIR-regeling. Bij de vaststelling legt zij ook een passende overgangsperiode voor de uitvoering ervan vast;

    b)    bereidt de functionele specificaties van de eTIR-regeling alsook wijzigingen daarvan voor om te garanderen dat deze in overeenstemming zijn met de conceptuele specificaties van de eTIR-regeling. Zij worden overgemaakt aan het Administratief Comité met het oog op de vaststelling ervan door een meerderheid van door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen, en worden ten uitvoer gelegd en zo nodig uitgewerkt tot technische specificaties op een bij de vaststelling te bepalen tijdstip;

    c)    onderzoekt wijzigingen van de conceptuele specificaties van de eTIR-regeling indien het Administratief Comité haar daarom heeft verzocht. De conceptuele specificaties van de eTIR-regeling en wijzigingen daarvan worden vastgesteld door een meerderheid van door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen, en worden ten uitvoer gelegd en zo nodig uitgewerkt tot functionele specificaties op een bij de vaststelling te bepalen tijdstip.

    Artikel 6
    Indiening van voorafgaande TIR-gegevens en voorafgaande wijzigingsgegevens

    1.    Voorafgaande TIR-gegevens en voorafgaande wijzigingsgegevens worden ingediend door de houder of zijn vertegenwoordiger bij de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek en van het land waar een wijziging van de aangiftegegevens wordt gevraagd. Zodra de aangifte of de wijziging is aanvaard in overeenstemming met het nationale recht, zenden de bevoegde autoriteiten de aangiftegegevens of de wijziging daarvan door naar het internationale eTIR-systeem.

    2.    Voorafgaande TIR-gegevens en voorafgaande wijzigingsgegevens als bedoeld in lid 1 mogen rechtstreeks bij de bevoegde autoriteiten worden ingediend dan wel via het internationale eTIR-systeem.

    3.    De door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen aanvaarden dat voorafgaande TIR-gegevens en voorafgaande wijzigingsgegevens worden ingediend via het internationale eTIR-systeem.

    Toelichting bij artikel 6, lid 3

    11.6.3    Het verdient aanbeveling dat de door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen toestaan, voor zover mogelijk, dat voorafgaande TIR-gegevens en voorafgaande wijzigingsgegevens met behulp van de in de functionele en technische specificaties vermelde methoden worden ingediend.

    4.    De bevoegde autoriteiten publiceren een lijst van alle elektronische middelen waarmee voorafgaande TIR-gegevens en voorafgaande wijzigingsgegevens mogen worden ingediend.

    Artikel 7
    Authenticatie van de houder

    1.    Bij de aanvaarding van de aangifte in het land van vertrek of van een wijziging van de aangiftegegevens in een land dat op de route ligt, authenticeren de bevoegde autoriteiten de voorafgaande TIR-gegevens of de voorafgaande wijzigingsgegevens en de houder in overeenstemming met het nationale recht.

    2.    De door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen aanvaarden de door het internationale eTIR-systeem verrichte authenticatie van de houder.

    Toelichting bij artikel 7, lid 2

    11.7.2    Het internationale eTIR-systeem waarborgt, met behulp van in de eTIR-specificaties beschreven middelen, de integriteit van de voorafgaande TIR-gegevens of de voorafgaande wijzigingsgegevens en garandeert dat die gegevens door de houder zijn verzonden.

    3.    De bevoegde autoriteiten publiceren een lijst van andere authenticatiemechanismen dan het in lid 2 van dit artikel genoemde mechanisme die voor authenticatie mogen worden gebruikt.

    4.    De door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen aanvaarden de aangiftegegevens die worden ontvangen van de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek en van het land waar een wijziging van de aangiftegegevens is gevraagd via het internationale eTIR-systeem, als het wettelijk equivalent van een aanvaard TIR-carnet.

    Toelichting bij artikel 7, lid 4

    11.7.4    Het internationale eTIR-systeem waarborgt, met behulp van in de eTIR-specificaties beschreven middelen, de integriteit van de aangiftegegevens en garandeert dat die gegevens door de bevoegde autoriteiten van de bij het vervoer betrokken landen zijn verzonden.

    Artikel 8
    Wederzijdse erkenning van de authenticatie van de houder

    De authenticatie van de houder door de bevoegde autoriteiten van de door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen die de aangifte of wijzigingen van de aangiftegegevens aanvaarden, wordt erkend door de bevoegde autoriteiten van alle daaropvolgende door bijlage 11 gebonden Overeenkomstsluitende Partijen gedurende het volledige TIR-vervoer.

    Toelichting bij artikel 8

    11.8    Het internationale eTIR-systeem waarborgt, met behulp van in de eTIR-specificaties beschreven middelen, de integriteit van de aangiftegegevens die zijn ontvangen van en doorgezonden aan bevoegde autoriteiten, met inbegrip van de vermelding van de houder, die door de bevoegde autoriteiten die de aangifte aanvaarden, is geauthenticeerd.

    Artikel 9
    Aanvullende gegevensvereisten

    1.    Behalve de in de functionele en technische specificaties vermelde gegevens mogen de bevoegde autoriteiten aanvullende gegevens verlangen die in de nationale wetgeving zijn voorgeschreven.

    2.    De bevoegde autoriteiten dienen de gegevensvereisten zoveel mogelijk te beperken tot de vereisten die in de functionele en technische specificaties zijn vermeld, en ernaar te streven de indiening van aanvullende gegevens te vergemakkelijken om het TIR-vervoer in overeenstemming met deze bijlage niet te belemmeren.

    Article 10
    Noodprocedure

    1.    Wanneer de eTIR-regeling om technische redenen niet van start kan gaan bij het douanekantoor van vertrek, mag de houder van het TIR-carnet terugvallen op de TIR-regeling.

    2.    Wanneer een eTIR-regeling van start is gegaan maar niet kan worden voortgezet om technische redenen, aanvaarden de bevoegde autoriteiten het begeleidingsdocument en verwerken zij dit in overeenstemming met de in de eTIR-specificaties beschreven procedure, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van aanvullende informatie uit alternatieve elektronische systemen zoals beschreven in de functionele en technische specificaties.

    3.    De bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen hebben ook het recht om van nationale aansprakelijke organisaties te verlangen dat zij bevestigen dat de garantie geldig is en dat een TIR-vervoer in het kader van de eTIR-regeling plaatsvindt, alsook dat zij andere voor het TIR-vervoer relevante informatie verstrekken.

    4.    De in lid 3 beschreven procedure wordt vastgesteld in de overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten en de nationale aansprakelijke organisatie, zoals bepaald in bijlage 9, deel I, punt 1, onder d).

    Artikel 11
    Hosting van het internationale eTIR-systeem

    1.    Het internationale eTIR-systeem wordt gehost en beheerd onder auspiciën van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (ECE).

    2.    De ECE helpt landen om hun douanesystemen met het internationale eTIR-systeem te verbinden, onder meer door middel van conformiteitstests om na te gaan of deze systemen naar behoren functioneren voordat de operationele verbinding tot stand wordt gebracht.

    3.    Aan de ECE worden de nodige middelen ter beschikking gesteld om te voldoen aan de in de leden 1 en 2 van dit artikel vastgestelde verplichtingen. Tenzij het internationale eTIR-systeem wordt gefinancierd met middelen uit de gewone begroting van de Verenigde Naties, zijn de vereiste middelen onderworpen aan de financiële regels en voorschriften voor extrabudgettaire fondsen en projecten van de Verenigde Naties. Het financieringsmechanisme voor de werking van het internationale eTIR-systeem wordt vastgesteld en goedgekeurd door het Administratief Comité.

    Toelichting bij artikel 11, lid 3

    11.11.3    Indien nodig kunnen de Overeenkomstsluitende Partijen besluiten om de operationele kosten van het internationale eTIR-systeem te financieren door middel van een bedrag per TIR-vervoer. In dergelijke gevallen bepalen de Overeenkomstsluitende Partijen wanneer het aangewezen is om alternatieve financieringsmechanismen in te voeren en welke de voorwaarden daarvan zijn. Het vereiste budget wordt opgesteld door de ECE, geëvalueerd door de Technische Uitvoeringsinstantie en goedgekeurd door het Administratief Comité.

    Artikel 12
    Beheer van het internationale eTIR-systeem

    1.    De ECE treft de nodige regelingen om de gegevens in het internationale eTIR-systeem gedurende minimaal tien jaar te bewaren en te archiveren.

    2.    Alle gegevens die in het internationale eTIR-systeem zijn opgeslagen, mogen door de ECE voor rekening van de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomst worden gebruikt om geaggregeerde statistieken te verzamelen.

    3.    De bevoegde autoriteiten van Overeenkomstsluitende Partijen op wier grondgebied een TIR-vervoer in het kader van de eTIR-regeling plaatsvindt dat voorwerp wordt van een administratieve of gerechtelijke procedure in verband met de betalingsverplichting van de rechtstreeks aansprakelijke persoon of personen of van de nationale aansprakelijke organisatie, kunnen een verzoek richten tot de ECE en informatie die in het internationale eTIR-systeem is opgeslagen en betrekking heeft op de betwiste vordering, voor controledoeleinden ontvangen. Deze informatie kan in nationale administratieve of gerechtelijke procedures als bewijs worden aangevoerd.

    4.    In andere dan de in dit artikel genoemde gevallen is de verspreiding of openbaarmaking van in het internationale eTIR-systeem opgeslagen informatie aan niet-gemachtigde personen of entiteiten verboden.

    Artikel 13
    Bekendmaking van de douanekantoren die eTIR kunnen afhandelen

       De bevoegde autoriteiten dragen er zorg voor dat de lijst van douanekantoren van vertrek, van doorgang en van bestemming die voor de afhandeling van TIR-operaties in het kader van de eTIR-regeling zijn aangewezen, te allen tijde nauwkeurig is en wordt bijgewerkt in de elektronische databank voor aangewezen douanekantoren, die is opgezet en wordt onderhouden door het TIR-Uitvoerend Orgaan.

    Artikel 14
    Wettelijke vereisten voor de indiening van gegevens in het kader van bijlage 10 bij de TIR-Overeenkomst

    Door de tenuitvoerlegging van de eTIR-regeling wordt geacht aan de wettelijke vereisten voor de indiening van gegevens zoals uiteengezet in punten 1, 3 en 4 van bijlage 10 bij deze Overeenkomst te zijn voldaan.

    Top

    Brussel, 17.12.2019

    COM(2019) 636 final

    2019/0279(NLE)

    eTIR-pakket

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Administratief Comité voor de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR ten aanzien van het voorstel tot wijziging van de Overeenkomst


    TOELICHTING

    1.Onderwerp van het voorstel

    Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Administratief Comité dat is opgericht bij de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR 1 (hierna “de TIR-overeenkomst” genoemd) met betrekking tot de voorgenomen vaststelling van wijzigingen voor de invoering van de rechtsgrondslag voor de elektronische TIR-regeling (eTIR).

    2.Achtergrond van het voorstel

    2.1.De Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR

    De Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR van 14 november 1975 (hierna “de TIR-overeenkomst” genoemd) strekt ertoe het internationale vervoer van goederen van de douanekantoren van vertrek naar de douanekantoren van bestemming, via zoveel landen als nodig is, te vergemakkelijken.

    De TIR-overeenkomst is in 1978 in werking getreden. In januari 2019 telde de overeenkomst 76 partijen, waaronder 75 staten en de Europese Unie. De Europese Unie is sinds 20 juni 1983 partij bij de TIR-overeenkomst 2 . Ook alle lidstaten zijn partij bij de TIR-overeenkomst.

    2.2.Het Administratief Comité

    Het Administratief Comité handelt in het kader van de TIR-overeenkomst en heeft als taak wijzigingen van die overeenkomst te onderzoeken en aan te nemen. De voorstellen worden in stemming gebracht en elke staat die partij bij de overeenkomst is en op de zitting van het Administratief Comité vertegenwoordigd is, heeft één stem. De Unie heeft exclusieve bevoegdheid op het gebied van douane, waarop de TIR-overeenkomst betrekking heeft. Als internationale organisatie heeft de Unie echter geen stemrecht. De lidstaten van de Unie zijn overeenkomstsluitende partijen met stemrecht.

    Wijzigingen van de TIR-overeenkomst worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen. Om een besluit te kunnen nemen, is een quorum vereist van ten minste een derde van de staten die partij zijn bij de overeenkomst.

    2.3.De beoogde handeling van het Administratief Comité

    Op zijn zitting van februari 2020 zal het Administratief Comité normaliter een besluit nemen over de goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen van de TIR-overeenkomst (“de beoogde handeling”).

    De beoogde handeling strekt ertoe de noodzakelijke rechtsgrondslag voor de eTIR-regeling te verschaffen. Deze rechtsgrondslag zal worden gevormd door een nieuwe bijlage 11 bij de TIR-overeenkomst en een aantal daarmee samenhangende wijzigingen in de tekst zelf van de overeenkomst en in bijlage 9.

    De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 59 van de TIR-overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: “Behoudens het bepaalde in artikel 60, treedt iedere voorgestelde wijziging, die overeenkomstig het voorgaande lid is medegedeeld, voor alle Overeenkomstsluitende Partijen in werking drie maanden na de periode van twaalf maanden volgende op de datum waarop de mededeling is gedaan, tenzij een Staat die in die periode Overeenkomstsluitende Partij is, bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties bezwaar tegen de voorgestelde wijziging heeft gemaakt. Indien overeenkomstig lid 3 bezwaar is gemaakt tegen de voorgestelde wijziging, wordt de wijziging geacht niet te zijn aanvaard en wordt deze niet van kracht.”

    3.Namens de Unie in te nemen standpunt

    3.1 Beschrijving van de voorgestelde wijzigingen van de TIR-overeenkomst

    Aangezien de TIR-overeenkomst onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt, moet de Unie voor alle voorgestelde wijzigingen van de TIR-overeenkomst een gemeenschappelijk standpunt vaststellen voor al haar lidstaten, die partij zijn bij die overeenkomst. In onderhavig geval moet worden besloten of de Unie al dan niet gebonden wil zijn door de voorgestelde nieuwe bijlage 11, die de rechtsgrondslag moet creëren voor de mogelijkheid om het papieren TIR-carnet te vervangen door een elektronische TIR-regeling. Er moet evenwel op worden gewezen dat, ook al zou de Unie besluiten om door de voorgestelde nieuwe bijlage 11 gebonden te zijn, de Unie en haar lidstaten nog altijd zelf zouden kunnen bepalen wanneer zij hun IT-systemen verbinden met het eTIR-systeem, dat door de Verenigde Naties zal worden gehost.

    Onderstaand volgt een nadere toelichting van de inhoud van de voorgestelde nieuwe bijlage 11 en van de voorgestelde wijzigingen van de tekst zelf van de TIR-overeenkomst, die voortvloeien uit de invoering van de voorgestelde nieuwe bijlage 11.

    Artikelen van de overeenkomst die samenhangen met bijlage 11

    De nieuwe bijlage 11 kan niet ten uitvoer worden gelegd zonder de tekst zelf van de TIR-overeenkomst en bijlage 9 te wijzigen.

    In het voorgestelde nieuwe punt s) in artikel 1 van de TIR-overeenkomst wordt een omschrijving gegeven van het begrip “eTIR-regeling”: het is een TIR-regeling die ten uitvoer wordt gelegd met behulp van elektronische gegevensuitwisseling en het functionele equivalent van het TIR-carnet vormt. In dit artikel wordt ook bepaald dat de “eTIR-regeling” wettelijk is omschreven in de nieuwe bijlage 11 bij de TIR-overeenkomst.

    De voorgestelde wijziging van artikel 3, onder b), van de TIR-overeenkomst is noodzakelijk om duidelijk te maken dat TIR-vervoer in het kader van de eTIR-regeling door een daartoe gemachtigde aansprakelijke organisatie gedekt moet zijn.

    De voorgestelde wijziging van artikel 43 van de TIR-overeenkomst moet ervoor zorgen dat rekening wordt gehouden met de nieuwe toelichting in bijlage 11, waarin uitlegging wordt gegeven van enkele bepalingen van de overeenkomst en de bijlagen erbij. Deze wijziging is van redactionele aard.

    In het voorgestelde nieuwe artikel 58 quater van de TIR-overeenkomst wordt de oprichting van de Technische Uitvoeringsinstantie geregeld. Deze instantie wordt belast met de vaststelling en de wijziging van de technische eTIR-specificaties in overeenstemming met de conceptuele en functionele specificaties die door het Administratief Comité worden vastgesteld.

    In het voorstel voor de wijziging van artikel 59, de invoering van een nieuw artikel 60 bis en de wijziging van artikel 61 van de TIR-overeenkomst is de procedure voor de inwerkingtreding van bijlage 11 en toekomstige wijzigingen opgenomen. Bijlage 11 zal in werking treden voor alle overeenkomstsluitende partijen, behalve die welke de secretaris-generaal van de Verenigde Naties ervan in kennis stellen dat zij deze bijlage niet aanvaarden. Er zal dus een situatie ontstaan waarin sommige overeenkomstsluitende partijen wel door deze nieuwe bijlage bij de TIR-overeenkomst gebonden zijn en andere niet.

    In het voorgestelde nieuwe punt xi) in lid 3 van deel I van bijlage 9 krijgen gemachtigde organisaties een nieuwe verplichting in het geval dat tijdens een eTIR-vervoer de noodprocedure van toepassing wordt. Op verzoek van de bevoegde autoriteiten zullen deze organisaties moeten bevestigen dat het vervoer onder de eTIR-regeling plaatsvindt en dat de garantie geldig is, en zullen zij alle andere voor het TIR-vervoer relevante informatie moeten verstrekken.

    Nieuwe bijlage 11

    Deel I van bijlage 11 bestaat uit veertien artikelen waarin de werking van de toekomstige eTIR-regeling nauwkeurig is beschreven.

    In artikel 1 wordt benadrukt dat de bepalingen van deze bijlage alleen toepassing vinden op overeenkomstsluitende partijen die door bijlage 11 zijn gebonden, zoals bepaald in het nieuwe artikel 60 bis, lid 1, van de TIR-overeenkomst, en dat de eTIR-regeling niet kan worden gebruikt voor vervoer dat ten dele plaatsvindt op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij die niet door bijlage 11 is gebonden en die lid is van een douane- of economische unie met één enkel douanegebied.

    Artikel 2 bevat de nodige begripsomschrijvingen om de contouren van het nieuwe eTIR-systeem af te bakenen. In dit artikel worden de volgende begrippen omschreven: “internationaal eTIR-systeem”, “eTIR-specificaties”, “voorafgaande TIR-gegevens”, “voorafgaande wijzigingsgegevens”, “aangiftegegevens”, “aangifte”, “begeleidingsdocument” en “authenticatie”.

    In de toelichting bij artikel 2, onder h), wordt benadrukt dat de overeenkomstsluitende partijen, totdat een geharmoniseerde aanpak in de eTIR-specificaties is vastgesteld en beschreven, over een zekere flexibiliteit beschikken om de houder van de eTIR-regeling te authenticeren in overeenstemming met hun nationale recht. Ook wordt verduidelijkt dat de beveiliging van de gegevens die worden uitgewisseld tussen het internationale eTIR-systeem en de bevoegde autoriteiten, wordt gegarandeerd zoals omschreven in de technische eTIR-specificaties.

    Artikel 3 ziet op de concrete tenuitvoerlegging van het eTIR-systeem, waarbij de overeenkomstsluitende partijen hun IT-systemen met het internationale eTIR-systeem moeten verbinden. Op grond van dit artikel mogen de door bijlage 11 gebonden overeenkomstsluitende partijen evenwel, in overeenstemming met de door de Unie voorgestelde formulering, zelf bepalen tegen welke datum hun douanesystemen met het internationale eTIR-systeem verbonden zullen zijn. Dit punt is voor de Unie van cruciaal belang omdat het gevolgen zal hebben voor de IT-douanesystemen van alle lidstaten en voor de centrale componenten die door de Europese Commissie worden gehost (en ook voor de specificaties van het gemeenschappelijke systeem van de EU). Ook al zouden de Unie en haar lidstaten gebonden zijn door bijlage 11 en mede over toekomstige wijzigingen ervan kunnen beslissen, zij zouden nog altijd zelf kunnen bepalen wanneer hun systemen met het nieuwe internationale eTIR-systeem worden verbonden.

    In de toelichting bij artikel 3, lid 2, wordt aanbevolen dat de door bijlage 11 gebonden overeenkomstsluitende partijen hun nationale douanesysteem hebben geactualiseerd en de nodige maatregelen hebben getroffen voor de verbinding ervan met het internationale eTIR-systeem tegen het tijdstip dat bijlage 11 in werking treedt. In overeenstemming met het verzoek van de Unie staat het douane- of economische unies evenwel vrij een later tijdstip vast te leggen, zodat zij de tijd hebben om de nationale douanesystemen van al hun lidstaten met het internationale eTIR-systeem te verbinden.

    Artikel 4 heeft betrekking op de samenstelling, de functies en het reglement van orde van de nieuwe Technische Uitvoeringsinstantie die wordt opgericht bij het nieuwe artikel 58 quater van de TIR-overeenkomst. Er moet worden benadrukt dat alleen de door bijlage 11 gebonden overeenkomstsluitende partijen deel zullen uitmaken van deze instantie. De overeenkomstsluitende partijen die bijlage 11 niet hebben aanvaard, zullen uitsluitend als waarnemer vergaderingen van de Technische Uitvoeringsinstantie mogen bijwonen.

    In artikel 5 wordt uitgelegd hoe de nieuwe Technische Uitvoeringsinstantie de vaststelling en wijziging van de conceptuele en functionele specificaties van het internationale eTIR-systeem door het Administratief Comité zal voorbereiden. In dit artikel wordt ook gespecificeerd hoe de Technische Uitvoeringsinstantie de technische specificaties van de eTIR-regeling zal voorbereiden en vaststellen of wijzigen in overeenstemming met de conceptuele en functionele specificaties.

    Artikel 6 ziet op de indiening van voorafgaande TIR-gegevens. Marktdeelnemers zullen deze gegevens vooraf langs elektronische weg indienen. De bevoegde autoriteiten zullen een lijst moeten publiceren van alle elektronische middelen waarmee voorafgaande TIR-gegevens en wijzigingsgegevens mogen worden ingediend. Dit artikel moet worden gelezen in samenhang met ontwerpartikel 9 van bijlage 11, waarin is bepaald hoe aanvullende gegevensvereisten die bij wet zijn verplicht, aan de voorafgaande TIR-gegevens kunnen worden toegevoegd. In dit artikel is ook bepaald dat de overeenkomstsluitende partijen de indiening van dergelijke aanvullende gegevens samen met de voorafgaande TIR-gegevens dienen te vergemakkelijken.

    In de toelichting bij artikel 6, lid 3, wordt aanbevolen dat de door bijlage 11 gebonden overeenkomstsluitende partijen de in de eTIR-specificaties vermelde methoden voor de indiening van voorafgaande TIR-gegevens erkennen.

    Artikel 7 omschrijft de noodzakelijke mechanismen voor de authenticatie van de houder, of van zijn vertegenwoordiger, die voorafgaande TIR-gegevens indient bij de bevoegde autoriteiten. Er moet worden benadrukt dat de door bijlage 11 gebonden overeenkomstsluitende partijen de aangiftegegevens zullen moeten aanvaarden die worden ontvangen van de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek en van het land waar een wijziging van de aangiftegegevens is gevraagd via het internationale eTIR-systeem.

    In de toelichting bij artikel 7, lid 2, wordt uitgelegd dat het internationale eTIR-systeem de integriteit van de voorafgaande TIR-gegevens of de voorafgaande wijzigingsgegevens die door de houder zijn verzonden, waarborgt.

    In de toelichting bij artikel 7, lid 4, wordt uitgelegd dat het internationale eTIR-systeem de integriteit van de aangiftegegevens die door de bevoegde autoriteiten zijn verzonden, waarborgt.

    In artikel 8 wordt een grondbeginsel van de TIR-overeenkomst in herinnering gebracht, namelijk de wederzijdse erkenning van de authenticatie van de houder die is verricht door de bevoegde autoriteiten van de door bijlage 11 gebonden overeenkomstsluitende partijen.

    In de toelichting bij artikel 8 wordt uitgelegd dat het internationale eTIR-systeem de integriteit van de vermelding van de houder, die is ontvangen van de bevoegde autoriteiten die de aangifte hebben aanvaard, waarborgt.

    Artikel 10 introduceert een noodprocedure voor het geval dat een eTIR-regeling om technische redenen niet mogelijk is en herinnert aan de verplichtingen van de nationale aansprakelijke organisaties in die situatie.

    De artikelen 11 en 12 beschrijven hoe het internationale eTIR-systeem zal worden gehost, gefinancierd en beheerd. Van bij het begin van de werkzaamheden over deze kwestie is de Commissie voorstander geweest van de voorgestelde oplossing, namelijk dat het eTIR-systeem rechtstreeks onder auspiciën van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties wordt gehost en beheerd; dit moet garanderen dat het internationale eTIR-systeem onafhankelijk is van de internationale organisatie (thans de IRU).

    In de toelichting bij artikel 11, lid 3, worden de regels voor de financiering van de operationele kosten van het internationale eTIR-systeem verduidelijkt indien de kosten door middel van een bedrag per TIR-vervoer moeten worden gedekt. In dat geval moeten de overeenkomstsluitende partijen een besluit nemen over passende financieringsmechanismen en de daaraan verbonden voorwaarden. Het budget zal worden goedgekeurd door het Administratief Comité.

    Artikel 13 bevat de regels voor de bekendmaking van de douanekantoren die eTIR-operaties kunnen afhandelen. De bevoegde autoriteiten dragen er zorg voor dat de lijst van douanekantoren die voor de afhandeling van TIR-operaties in het kader van de eTIR-regeling zijn aangewezen, nauwkeurig is en wordt bijgewerkt in de elektronische databank voor aangewezen douanekantoren, die is opgezet en wordt onderhouden door het TIR-Uitvoerend Orgaan.

    In artikel 14 is bepaald dat door de toepassing van de eTIR-regeling wordt geacht te zijn voldaan aan de vereisten inzake de indiening van gegevens om een TIR-vervoer te beëindigen.

    3.2 Voorgesteld standpunt

    De Unie onderschrijft de doelstelling van de voorgestelde nieuwe bijlage 11 bij de TIR-overeenkomst: na meer dan vijftien jaar voorbereidende werkzaamheden is de tijd rijp om een stap te zetten naar een elektronische TIR-omgeving. Dit is volledig in overeenstemming met het beleid en de wetgeving van de EU betreffende elektronische douane, het proces waarbij de douane overschakelt naar een papierloze en volledig elektronische en interoperabele omgeving met eenvoud, service en snelheid als kernwaarden.

    De lidstaten zijn over de voorgestelde wijzigingen geraadpleegd in het kader van de Groep douanedeskundigen voor TIR (coördinatie Genève) en er is ook overleg gepleegd tijdens vergaderingen van de werkgroep douanevraagstukken in verband met het vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE). De Europese Commissie heeft namens de Unie en een aantal lidstaten ook deelgenomen aan deskundigengroepen onder auspiciën van de VN/ECE die waren opgericht om de wettelijke en technische bepalingen van eTIR op te stellen.

    Uit de interne coördinatie en de gezamenlijke besprekingen met de lidstaten is duidelijk gebleken dat de voorgestelde nieuwe bijlage 11 op brede steun kan rekenen.

    Daarom wordt voorgesteld dat de Unie haar steun uitspreekt voor de goedkeuring van de wijzigingen met het oog op de invoering van de rechtsgrondslag voor de elektronische TIR-regeling (eTIR).

    4.4. Rechtsgrondslag

    4.1.Procedurele rechtsgrondslag

    4.1.1.Beginselen

    Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

    Artikel 218, lid 9, VWEU is van toepassing ongeacht of de Unie lid is van het betrokken lichaam dan wel partij is bij de betrokken overeenkomst 3 .

    Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 4 .

    4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

    Het Administratief Comité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, te weten de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR.

    De door het Administratief Comité vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig de artikelen 59 en 60 van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR uit hoofde van het volkenrecht bindend zijn.

    De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 218, lid 9, VWEU.

    4.2.Materiële rechtsgrondslag

    4.2.1.Beginselen

    De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

    4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

    De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op douane.

    De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

    4.3.Conclusie

    De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

    5.Bekendmaking van de beoogde handeling

    Aangezien de handeling van het Administratief Comité de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR en de bijlagen daarbij zal wijzigen, moet deze na vaststelling ervan bekend worden gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2019/0279 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Administratief Comité voor de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR ten aanzien van het voorstel tot wijziging van de Overeenkomst

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)De Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR van 14 november 1975 (hierna “de TIR-Overeenkomst” genoemd) is door de Unie gesloten bij Verordening (EEG) nr. 2112/78 5 van de Raad en is op 20 juni 1983 6 in de Gemeenschap in werking getreden.

    (2)Overeenkomstig artikel 59 van de TIR-Overeenkomst kan het Administratief Comité wijzigingen aannemen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige Overeenkomstsluitende Partijen die hun stem uitbrengen.

    (3)Het Administratief Comité zal op zijn zitting van februari 2020 een nieuwe bijlage 11 en daarmee samenhangende wijzigingen van de TIR-Overeenkomst vaststellen.

    (4)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Administratief Comité, aangezien de wijzigingen van de TIR-Overeenkomst voor de Unie bindend zullen zijn.

    (5)De Unie onderschrijft de nieuwe bijlage 11 bij de TIR-Overeenkomst en de noodzakelijke wijzigingen in de tekst zelf van de TIR-Overeenkomst omdat deze in overeenstemming zijn met het bij Verordening (EU) nr. 952/2013 7 van het Europees Parlement en van de Raad vastgestelde beleid dat alle communicatie met de douaneautoriteiten in beginsel langs elektronische weg dient te geschieden.

    (6)In een nieuw punt s) in artikel 1 van de TIR-Overeenkomst wordt de “eTIR-regeling”, die van toepassing wordt op de elektronische uitwisseling van gegevens tussen de douaneautoriteiten, omschreven.

    (7)In een nieuw artikel 58 quater van de TIR-Overeenkomst wordt een technische uitvoeringsinstantie opgericht, die de technische specificaties van het internationale eTIR-systeem zal vaststellen.

    (8)In een nieuw artikel 60 bis wordt de bijzondere procedure voor de inwerkingtreding van de nieuwe bijlage 11 bij de TIR-Overeenkomst en de toekomstige wijzigingen daarvan vastgesteld.

    (9)Met wijzigingen van de artikelen 43, 59 en 61 worden de nodige aanpassingen voor de invoering van de nieuwe bijlage 11 aangebracht.

    (10)Op grond van de nieuwe bijlage 11 bij de TIR-Overeenkomst kunnen de door die bijlage gebonden Overeenkomstsluitende Partijen eTIR-operaties laten plaatsvinden. Deze bijlage moet de Unie en haar lidstaten in staat stellen op flexibele wijze te bepalen op welk tijdstip hun systemen met het internationale eTIR-systeem worden verbonden.

    (11)Het namens de Unie in te nemen standpunt in het Administratief Comité dient derhalve te worden gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpwijzigingen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het namens de Unie in te nemen standpunt op de tweeënzeventigste of daaropvolgende zitting van het Administratief Comité is gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpwijzigingen.

    Artikel 2

    Het in artikel 1 bedoelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de gezamenlijk optredende lidstaten van de Unie, die lid zijn van het Administratief Comité.

    Artikel 3

    Verdere wijzigingen van de in artikel 1 van dit besluit bedoelde ontwerpwijzigingen kunnen door de vertegenwoordiger van de Unie in het Administratief Comité worden goedgekeurd, indien de onderhandelingen zulks vereisen.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    TIR staat voor “Transports Internationaux Routiers” of “International Road Transports”.
    (2)    Verordening (EEG) nr. 2112/78 van de Raad van 25 juli 1978 houdende sluiting van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst) gedateerd te Genève, op 14 november 1975 (PB L 252 van 14.9.1978, blz. 1).
    (3)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punt 64.
    (4)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punt 61 tot en met 64.
    (5)    Verordening (EEG) nr. 2112/78 van de Raad van 25 juli 1978 houdende sluiting van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst) gedateerd te Genève, op 14 november 1975 (PB L 252 van 14.9.1978, blz. 1).
    (6)    PB L 31 van 2.2.1983, blz. 13.
    (7)    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
    Top