Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019PC0330

    Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) 2021-2027: Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren

    COM/2019/330 final

    Brussel, 11.7.2019

    COM(2019) 330 final

    2019/0152(COD)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor
    innovatie en technologie (EIT) 2021
    x001e
    2027:
    Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren

    (Voor de EER relevante tekst)

    {SEC(2019) 275 final} - {SWD(2019) 330 final} - {SWD(2019) 331 final}


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) is in 2008 opgericht bij Verordening (EG) nr. 294/2008 1 . Het doel van het EIT is belangrijke maatschappelijke uitdagingen aan te gaan door de innovatiecapaciteit en -prestaties van de EU te verbeteren via de integratie binnen de kennisdriehoek van onderwijs, onderzoek en innovatie. Het EIT verwezenlijkt deze doelstellingen voornamelijk via zijn kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s).

    Tijdens de periode 20212027 zal het EIT worden gefinancierd door het programma Horizon Europa van de Unie. Het EIT is een integrerend deel van het voorstel van de Commissie tot vaststelling van Horizon Europa 2 en het is een van de drie onderdelen van de pijler “Innovatief Europa”. In het voorstel voor Horizon Europa worden de begroting van het EIT voor het volgende MFK, evenals de grondgedachte, de toegevoegde waarde, de werkterreinen en de grote lijnen van de werkzaamheden van het EIT beschreven. Het voorstel voor Horizon Europa voorziet echter niet in de rechtsgrondslag om de werkzaamheden van het EIT vanaf 2021 voort te zetten. De rechtsgrondslag van het EIT blijft de EIT-verordening, waarin de opdracht, de voornaamste taken en het kader voor het functioneren van het EIT zijn vastgesteld.

    Bovendien moet de Commissie krachtens artikel 17 van de EIT-verordening om de zeven jaar een voorstel voor een strategische innovatieagenda (SIA) bij het Europees Parlement en de Raad voorleggen, waarin de prioritaire gebieden, de langetermijnstrategie en de financiële behoeften van het EIT zijn vastgesteld. De SIA moet daarom in overeenstemming zijn met het toepasselijke kaderprogramma voor onderzoek en innovatie 3 . Voor de periode 20212027 moet de SIA bijgevolg op de doelstellingen, de strategische meerjarenplanning, de monitoring en de andere vereisten van Horizon Europa zijn afgestemd en synergie met andere relevante programma’s bevorderen.

    Het onderhavige voorstel voor een nieuwe strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT voor de periode 20212027 wordt daarom samen met het voorstel voor een herschikking van de EIT-verordening ingediend.

    In de SIA van het EIT voor de periode 20212027 zijn de prioritaire gebieden, de strategie en de financiële behoeften van het EIT voor die periode vastgesteld en wordt uiteengezet hoe het EIT tot de verwezenlijking van de doelstellingen van Horizon Europa zal bijdragen. De SIA geeft ook een overzicht van de geplande activiteiten op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie en bevat de uitsplitsing van de begroting. De SIA beschrijft voorts het tijdschema voor de selectie en de aanwijzing van nieuwe KIG’s voor de volgende programmeringsperiode.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Het EIT is in Horizon Europa geïntegreerd als onderdeel van pijler III (“Innovatief Europa”). Er zal echter worden gezorgd voor synergie en complementariteit met de andere componenten van het programma. Het EIT zal via zijn KIG’s ook de wereldwijde uitdagingen helpen aangaan in het kader van pijler II (“Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen”) en pijler I (“Excellente wetenschap”).

    Dankzij de meerjarige strategische planning in het kader van Horizon Europa zullen alle activiteiten in het kader van Horizon Europa — met inbegrip van de KIG’s van het EIT (die geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen zijn) — op doeltreffende wijze worden gecoördineerd. In dit verband wordt in het voorstel voor Horizon Europa benadrukt dat “in de strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT voorstellen voor toekomstige kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s) die in overeenstemming zijn met de EITverordening, zullen worden opgenomen en rekening zal worden gehouden met de resultaten van het proces van strategische planning en met de prioriteiten van de pijler “Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen””.

    Er zal ook voor samenwerking tussen het EIT en de Europese Innovatieraad worden gezorgd om dubbel werk te voorkomen en synergie en een groter effect van hun acties te waarborgen. De Europese Innovatieraad zal baanbrekende innovaties opsporen, ontwikkelen en toepassen en steun verlenen voor de snelle opschaling van innovatieve ondernemingen die op Europees en internationaal niveau voor innovaties zorgen die nieuwe markten creëren. Het EIT zal van zijn kant bijdragen tot de ontwikkeling van de innovatiecapaciteit van Europa door middel van de integratie binnen de kennisdriehoek en steun voor innovatie-ecosystemen.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    De SIA zal voor meer synergie zorgen met het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie en met andere relevante EU-programma’s van het respectieve MFK. De SIA zal met name zorgen voor passende synergie en complementariteit tussen de EITactiviteiten en andere initiatieven, beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie. Er zal worden gestreefd naar samenwerking met programma’s en instrumenten zoals Erasmus, Digitaal Europa, de Europese structuur- en investeringsfondsen, het programma InvestEU en Creatief Europa. Voorts zal worden gezorgd voor synergie en complementariteit tussen de activiteiten van het EIT/de KIG’s en nationale programma’s en initiatieven door de rol van de groep vertegenwoordigers van de lidstaten te versterken.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De EU heeft een gedeelde bevoegdheid op het gebied van het industriebeleid op basis van artikel 173 VWEU (titel XVII). Overeenkomstig artikel 173, lid 1, dragen de Unie en de lidstaten er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Unie, aanwezig zijn. Hiertoe is hun optreden, overeenkomstig een systeem van open en concurrerende markten, er ook op gericht een betere benutting van het industriële potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling te stimuleren. Krachtens artikel 173, lid 3, kunnen het Europees Parlement en de Raad volgens de in artikel 294 bedoelde gewone wetgevingsprocedure specifieke maatregelen vaststellen ter ondersteuning van de activiteiten die in de lidstaten worden ondernomen om de bovenvermelde doelstelling te verwezenlijken met uitsluiting van enige harmonisering van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten. Deze bepaling vormt de rechtsgrondslag van de huidige EITverordening en van de SIA 20142020.

    De voorgestelde versterking van de activiteiten van het EIT, onder meer op het gebied van onderwijs en de regionale dimensie, wordt door innovatie gestuurd en is erop gericht de doelstelling van artikel 173 VWEU te verwezenlijken.

    Subsidiariteit en evenredigheid

    Het voorstel voor een strategische innovatieagenda voor 20212027 eerbiedigt de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Het gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van de Unie te verwezenlijken en biedt — in vergelijking met nationale en regionale initiatieven en oplossingen — een duidelijke Europese meerwaarde in termen van schaalvoordelen, bereik en snelheid van investeringen in onderzoek en innovatie. Bovendien zal het optreden van de EU zich niet mengen in zuiver binnenlandse scenario’s en geen harmonisatie van de wet- en regelgeving van de lidstaten vereisen.

    Het EIT ontwikkelt op unieke wijze EU-brede innovatie-ecosystemen van onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven en andere belanghebbenden 4 . De door het EIT ondersteunde samenwerkingsactiviteiten komen de kwaliteit van de acties, de innovatie en de internationalisering van KIGpartners en organisaties ten goede en leiden tot de oprichting van grensoverschrijdende en multidisciplinaire netwerken, meer samenwerking tussen sectoren en een ruimer geografisch bereik.

    Het EIT is ook het enige instrument binnen Horizon Europa met bijzondere aandacht voor onderwijs als drijvende kracht achter innovatie, groei en concurrentievermogen.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Externe evaluatie

    Het voorstel bouwt voort op de in 2017 uitgevoerde externe evaluatie van het EIT, waarin wordt bevestigd dat de grondgedachte achter de oprichting van het EIT geldig blijft en dat het EIT-model van een door innovatie gedreven integratie binnen de kennisdriehoek nog steeds relevant is. Het EIT-model richt zich vooral op structurele tekortkomingen van de innovatiecapaciteit in de EU (op belangrijke thematische gebieden), zoals de zwakke ondernemerscultuur, de geringe samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven en de ontoereikende ontwikkeling van menselijk potentieel, en wil de innovatiekloof tussen de EU en haar voornaamste concurrenten helpen dichten.

    Openbare raadpleging

    In het voorstel wordt rekening gehouden met de resultaten van de openbare raadpleging die werd uitgevoerd als onderdeel van de effectbeoordeling van de Europese Commissie ter ondersteuning van haar voorstellen voor de herziening van de verordening tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) (EG nr. 294/2008) en voor een nieuwe strategische innovatieagenda van het EIT voor 20212027. Het doel van de openbare raadpleging was informatie en standpunten van een grote verscheidenheid van belanghebbenden te verzamelen over 1) de uitdagingen en kansen in de Europese ruimte van onderzoek en innovatie, 2) de beleidsdoelstellingen van het EIT en 3) de beleidsopties om de uitdagingen aan te gaan.

    Effectbeoordeling

    Dit voorstel wordt ondersteund door een effectbeoordeling van zowel het voorstel voor de herziening van de EITverordening als het voorstel voor een SIA van het EIT voor de periode 20212027.

    De effectbeoordeling van het EIT bouwt voort op de effectbeoordeling die voor Horizon Europa is uitgevoerd. Het advies van de Raad voor regelgevingstoetsing was “positief” en beval aan om i) de standpunten van de belanghebbenden over de verschillende opties, ii) de uitvoeringsmechanismen van het nieuwe financieringsmodel, en iii) het regionale bereik verder toe te lichten.

    In de effectbeoordeling worden de volgende beleidsopties onderscheiden: een basisoptie en twee verschillende opties om de in de effectbeoordeling beschreven problemen en technische moeilijkheden aan te pakken.

    Basisoptie 1 houdt de voortzetting van de bestaande activiteiten van het EIT in met alleen de nodige aanpassingen om het voorstel in overeenstemming te brengen met het voorstel voor Horizon Europa. Optie 2 bouwt voort op de basisoptie. Daarnaast worden een aantal technische maatregelen genomen om de werking van het EIT te verbeteren. Verder wordt een nieuwe actie voorgesteld om het onderwijs in ondernemerschap in heel Europa te bevorderen. Optie 3 verschilt van optie 2 doordat bij deze optie wordt voorzien in de oprichting van een EIThub in elke lidstaat om het effect van de EITactiviteiten in heel Europa te vergroten.

    Optie 2 werd als de voorkeursoptie aangemerkt: het beste evenwicht bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het initiatief wordt bereikt, er wordt rekening gehouden met de beschikbare middelen en de grootste economische en maatschappelijke effecten worden gesorteerd. Optie 2 zal in de volgende programmeringsperiode ook tot aanzienlijke verbeteringen van het EIT leiden.

    Grondrechten

    Het voorstel van de Commissie eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen van het EU-Handvest van de grondrechten in acht.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De budgettaire gevolgen van het voorstel en de benodigde personele en administratieve middelen zijn gedetailleerd beschreven in het financieel memorandum.

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

    Monitoring en evaluatie zijn fundamentele instrumenten om het effect van het EIT te meten en ze zullen tijdens de volgende programmeringsperiode verder worden versterkt en voortdurend worden verbeterd. Gezien de aard van het model van de integratie binnen de kennisdriehoek zal het belangrijk zijn een monitoringkader te hanteren dat flexibiliteit op alle relevante niveaus mogelijk maakt en voor samenhang met de algemene doelstellingen van Horizon Europa en de beoogde effecten zorgt.

    Controle

    Alle in- en outputs, resultaten en effecten die in de effectbeoordeling bij dit voorstel zijn vermeld, zullen aan de hand van indicatoren worden gemonitord. Dergelijke indicatoren bestaan al voor het merendeel van de categorieën. Wanneer er geen indicatoren bestaan, zullen nieuwe indicatoren worden ontwikkeld om het EIT in staat te stellen de verwezenlijking van zijn doelstellingen te monitoren.

    Parallel aan en met volledige inachtneming van de bestaande monitoringinstrumenten zal worden gestreefd naar een nauwe afstemming van de EITregelingen inzake monitoring op die van Horizon Europa. Het EIT zal zijn monitoringinstrumenten bijvoorbeeld afstemmen op de effecttrajecten van Horizon Europa, die erop gericht zijn de behoefte aan wetenschappelijke, economische en maatschappelijke impactindicatoren grondiger aan te pakken. Het zal aan het EIT zijn om de operationele prestaties van de KIG’s regelmatig te monitoren en zijn controle- en rapportagesystemen voortdurend aan te passen. De resultaten van deze monitoring zullen worden gebruikt bij de business planning van de KIG’s, de besluitvorming van het EIT over de toewijzing van de begroting en de voorbereiding van de kaderpartnerschapsovereenkomsten met de KIG’s als begunstigden. De monitoringresultaten moeten ook continu worden gebruikt bij de beleidsvorming.

    Het EIT zal de toepassing van de Innovatieradar-methode in het kader van Horizon Europa op de voet volgen en nagaan hoe de KIG’s de monitoring met behulp van de Innovatieradar kunnen aanscherpen.

    Evaluatie

    De evaluatie van de prestaties van het EIT zal door de Commissie in overeenstemming met de vereisten van de gewijzigde EITverordening worden uitgevoerd en bij de algemene halftijdse en expostevaluatie van het Horizon Europa-programma worden gebruikt. Daarbij zal onder meer de synergie van het EIT met de andere instrumenten van het programma worden beoordeeld.

    Met betrekking tot de KIG’s zal een specifiek indicatorkader worden gebruikt om de prestaties van de KIG’s tijdens de volgende programmeringsperiode te beoordelen (details zijn te vinden in het voorstel voor een nieuwe SIA). Dat kader is gebaseerd op huidige en oude indicatoren en vult hiaten en tekortkomingen in het bestaande systeem voor de meting van prestaties. Het is ook afgestemd op het indicatorkader van Horizon Europa.

    Artikelsgewijze toelichting

    De strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT voor 20212027 benadrukt de bijdrage van het EIT tot de doelstellingen van Horizon Europa, het kaderprogramma van de Unie ter ondersteuning van onderzoek en innovatie in 2021-2027. In de SIA worden de belangrijkste troeven van het EIT in kaart gebracht, die als basis dienen voor de toekomstige strategie van het EIT en de benadering van de specifieke uitdagingen en problemen waarop het zich zal richten. Voorts verduidelijkt de SIA de rol van het EIT binnen het programma Horizon Europa en de complementariteit van het EIT met de verschillende onderdelen van Horizon Europa, en met name de Europese Innovatieraad.

    De SIA omvat een aantal verbeteringen van het bestaande EITmodel. Gestreefd wordt naar meer overeenstemming met de Europese partnerschappen in het kader van Horizon Europa en de regels ervan, de verbetering van het huidige financieringsmodel (naar aanleiding van een aanbeveling van de Europese Rekenkamer) en de mogelijkheid voor het EIT om memoranda van samenwerking met de KIG’s te sluiten met het oog op het behoud van voormalige KIG’s als actieve leden van de EITgemeenschap na de beëindiging van hun kaderpartnerschapsovereenkomst.

    De SIA bevat specifieke verduidelijkingen van in de EITverordening vastgestelde beginselen. De SIA geeft ook een overzicht van de financiële en menselijke middelen die nodig zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het EIT. Er worden duidelijke maatregelen inzake monitoring en evaluatie vastgesteld rekening houdend met het kader van Horizon Europa en de specifieke kenmerken van het EIT.

    Daarnaast formuleert de SIA duidelijke doelstellingen voor een nieuwe nog op te starten steun- en coördinatieactie. Deze nieuwe actie zal steun verlenen voor de ontwikkeling van de ondernemers- en innovatiecapaciteit van Europese instellingen voor hoger onderwijs die niet bij de KIG’s betrokken zijn, om hen in staat te stellen zich beter te integreren in lokale innovatie-ecosystemen. Het EIT-label zal deel uitmaken van de sterkere nadruk van het EIT op onderwijs.

    Het EIT zal sterk de nadruk leggen op transversale acties, zoals communicatie, identificatie, codificatie en verspreiding van goede praktijken, en op internationale samenwerking. Een ander belangrijk werkterrein van het EIT zal de uitbreiding en versterking van zijn regionale actieradius via de regionale innovatieregeling zijn. De regionale innovatieregeling zal met name lidstaten met geringe innovatieprestaties mogelijkheden bieden en hun toegang tot de KIG’s van het EIT verbeteren.

    In de SIA wordt de culturele en creatieve sector aangewezen als prioritair gebied voor een nieuwe KIG en in 2021 zal een oproep worden gepubliceerd. Een tweede oproep voor een nieuwe KIG is in 2024 gepland, mits bijlage I wordt gewijzigd om nieuwe prioritaire gebieden toe te voegen. Als naast het budget van het EIT extra middelen beschikbaar worden, kunnen nog andere prioritaire gebieden in de SIA worden opgenomen en bijgevolg nog meer oproepen voor nieuwe KIG’s worden gepubliceerd.

    2019/0152 (COD)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor
    innovatie en technologie (EIT) 2021
    2027:
    Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 173, lid 3,

    Gezien Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie, 5 en met name artikel 17,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Verordening (EG) nr. 294/2008 voorziet in de goedkeuring van een strategische innovatieagenda (SIA).

    (2)De SIA moet de prioritaire gebieden en de langetermijnstrategie van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) vaststellen en een evaluatie bevatten van de sociaaleconomische effecten van het EIT, alsook van zijn vermogen, vanuit innovatieoogpunt, de grootste meerwaarde te creëren. In de SIA moet rekening worden gehouden met de resultaten van de monitoring en de evaluatie van het EIT.

    (3)De SIA moet een analyse bevatten van potentiële en geschikte synergieën en complementariteit tussen EITactiviteiten en andere initiatieven, instrumenten en programma's van de Unie.

    HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in de bijlage opgenomen strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie voor de periode van 2021 tot en met 2027 wordt hierbij goedgekeurd.

    Artikel 2

    De SIA wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) [...] betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie 6 .

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

    De voorzitter    De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.    KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

    1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) (programmacluster)

    1.3.    Het voorstel/initiatief betreft:

    1.4.    Motivering van het voorstel/initiatief

    1.4.1.    Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

    1.4.2.    Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

    1.4.3.    Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    1.4.4.    Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten

    1.5.    Duur en financiële gevolgen

    1.6.    Beheersvorm(en)

    1.7.    Beheersvorm(en)

    2.    BEHEERSMAATREGELEN

       2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen

       2.2.    Beheers- en controlesyste(e)m(en)

       2.2.1.    Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

       2.2.2.    Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

       2.2.3.    Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

       2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

    3.    GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

       3.1.    Rubriek van het meerjarig financieel kader en voorgesteld(e) nieuw(e) begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

       3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven

       3.2.1.    Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

       3.2.2.    Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

       3.2.3.    Bijdragen van derden

       3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.    KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

    Wijziging van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT), en

    Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) 20212027

    1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) (programmacluster)

    Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (20212027)

    1.3.    Het voorstel/initiatief betreft:

     een nieuwe actie 

     een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 7  

    X de verlenging van een bestaande actie 

     de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

    1.4.    Motivering van het voorstel/initiatief

    1.4.1.    Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

    Het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) maakt een integrerend deel uit van het voorstel van de Commissie voor Horizon Europa (20212027) in het kader van de pijler “Innovatief Europa”, maar het EIT heeft een afzonderlijke rechtsgrondslag (de EITverordening).

    Het voorstel voor Horizon Europa 8 heeft het belang en de bijdrage van het EIT en de KIG’s bevestigd bij de verwezenlijking van de strategische prioriteiten van de EU op het gebied van innovatie. In het voorstel worden de begroting voor 20212027 9 , het bereik, de toegevoegde waarde en de belangrijkste werkterreinen van het EIT voorgesteld. Voorts wordt gewezen op de herziene rol van het EIT om de bijdrage ervan tot de doelstellingen van Horizon Europa te versterken.

    Het initiatief is erop gericht de EITverordening verenigbaar met Horizon Europa te maken en het functioneren van het EIT te verbeteren, rekening houdend met de lessen die de afgelopen jaren zijn getrokken. Het beoogt ook een nieuwe strategische innovatieagenda (SIA) voor te stellen, waarin de strategie en de prioriteiten van het EIT voor de periode 20212027 worden uiteengezet en waarin de doelstellingen, de belangrijkste acties, de verwachte resultaten en de benodigde middelen worden vastgesteld.

    De algemene opdracht van het EIT in de periode 20212027 bestaat erin de innovatiecapaciteit van de lidstaten en de Unie te versterken om zo duurzame Europese economische groei en concurrentievermogen te bevorderen. Het EIT zal daartoe onderwijs, onderzoek en innovatie van het allerhoogste niveau bevorderen en integreren.

    Het EIT zal hoofdzakelijk blijven opereren via zijn kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s): grootschalige Europese partnerschappen die specifieke maatschappelijke uitdagingen aangaan. Het EIT zal de innovatie-ecosystemen rond de KIG’s blijven versterken door de integratie van de drie zijden van de kennisdriehoek te bevorderen. Elke KIG zal haar organisatiestructuur behouden op basis van “colocatiecentra”: de geografische centra die de actoren van de kennisdriehoek samenbrengen en geografische nabijheid en nauwere samenwerking mogelijk maken.

    Het EIT zal activiteiten uitvoeren om:

    1)duurzame innovatie-ecosystemen in heel Europa te versterken;

    2) de ontwikkeling van ondernemers- en innovatievaardigheden in het perspectief van een leven lang leren te bevorderen en de ondernemersgerichte transformatie van instellingen voor hoger onderwijs in de EU te ondersteunen;

    3)nieuwe oplossingen voor wereldwijde uitdagingen op de markt te brengen.

    Het EIT zal bij de uitvoering van zijn activiteiten synergieën ontwikkelen en een meerwaarde bieden binnen Horizon Europa. De uitvoering vindt plaats via ondersteuning van de KIG’s en door middel van door het EIT gecoördineerde activiteiten.

    Ondersteuning van KIG’s:

    Het EIT zal de acht bestaande KIG’s consolideren, de groei en impact ervan bevorderen en de overgang naar financiële duurzaamheid begeleiden. Dit geldt met name voor de eerste groep van drie KIG’s, die in 2009 van start zijn gegaan (EIT Climate-KIC, EIT Digital en EIT InnoEnergy) en waarvan de kaderpartnerschapsovereenkomsten na 2024 zullen worden beëindigd.

    Het EIT zal ook twee nieuwe KIG’s op specifieke thematische gebieden opstarten om toekomstige wereldwijde maatschappelijke uitdagingen en behoeften aan te pakken (de oproepen zijn in 2021 en 2024 gepland).

    Het EIT zal steun verlenen aan KIG’s die portefeuilles van activiteiten op het gebied van de kennisdriehoek runnen, door middel van:

    1- onderwijs- en opleidingsactiviteiten met sterke ondernemerschapscomponenten om de volgende generatie talenten op te leiden, met inbegrip van het ontwerp en de uitvoering van programma’s met een EITlabel, met name op master- en doctoraalniveau (EITlabel);

    2- activiteiten ter ondersteuning van innovatie om producten en diensten te ontwikkelen die specifieke zakelijke kansen bieden;

    3- activiteiten om de oprichting van bedrijven en het bedrijfsleven te ondersteunen (bijvoorbeeld acceleratieprogramma’s) om ondernemers te helpen hun ideeën in succesvolle ondernemingen om te zetten en het groeiproces te versnellen.

    Door het EIT gecoördineerde activiteiten:

    Het EIT zal instellingen voor hoger onderwijs helpen zich beter te integreren in innovatiewaardeketens en ecosystemen. Het EIT zal via de KIG’s een ondersteuningsactie uitvoeren waarbij instellingen voor hoger onderwijs en andere belangrijke spelers op het gebied van innovatie, zoals bedrijven, in het kader van projecten worden samengebracht om activiteiten op te zetten op strategische gebieden voor capaciteitsopbouw. De partners zullen gemeenschappelijke doelstellingen hebben en samenwerken om voor alle partners nuttige resultaten te behalen. De actie zal zorgen voor een inclusieve benadering om, naast KIG-partners, instellingen voor hoger onderwijs aan te trekken, een interdisciplinaire en vakgebiedoverschrijdende benadering, en een link met de slimme specialisatiestrategie van de Europese Commissie, relevante thematische platforms en de regionale innovatieregeling van het EIT.

    Via de regionale innovatieregeling en de nieuwe door het EIT gecoördineerde activiteiten zal het EIT zijn regionale innovatiebereik en de bijbehorende effecten vergroten.

    1.4.2.    Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

    Redenen voor maatregelen op EU-niveau (ex ante)

    Door de aard en de omvang van de uitdagingen op het gebied van innovatie is het nodig spelers en middelen op Europese schaal te mobiliseren door grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen. De muren tussen vakgebieden en binnen waardeketens moeten worden geslecht en er moet voor een gunstig klimaat worden gezorgd waarin kennis en deskundigheid efficiënt kunnen worden uitgewisseld en ondernemingstalenten kunnen worden ontwikkeld en aangetrokken.

    Bij de effectbeoordeling in het kader van Horizon Europa zijn specifieke structurele zwakheden met betrekking tot de innovatiecapaciteit van de EU vastgesteld die op EUniveau moeten worden aangepakt en waarop de bijdragen van het EIT zich moeten focussen. Met name moeten de Europese instellingen voor hoger onderwijs ondernemerschap stimuleren, de muren tussen disciplines slechten en nauwe vakgebiedonafhankelijke samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven in de hele EU institutionaliseren. Toegang tot ondernemerstalent en tot professionele diensten, kapitaal en markten op EUniveau, evenals het samenbrengen van de belangrijkste partijen bij innovatie rond een gezamenlijk doel, vormen essentiële elementen voor de bevordering van een innovatie-ecosysteem. De inspanningen in de hele EU moeten worden gecoördineerd om een kritische massa van onderling verbonden ondernemingsclusters en ecosystemen in de hele EU te creëren. De omvang en het bereik van deze maatregelen gaat verder dan wat de lidstaten alleen kunnen doen en vraagt om een optreden op EUniveau.

    Verwachte toegevoegde waarde van de Unie (ex post)

    Naar verwachting zal het EIT zijn in het voorstel voor Horizon Europa vastgestelde doelstellingen voor de periode 20212027 verwezenlijken. De investeringen van de EU in het EIT zullen specifieke voordelen opleveren en resulteren in:

    - de creatie van nieuwe omgevingen die samenwerking en innovatie in de hand werken;

    - een groter innoverend vermogen van de academische wereld en de onderzoekssector;

    - een nieuwe generatie van ondernemers;

    - de oprichting en ontwikkeling van innovatieve ondernemingen;

    - een bredere regionale outreach van de innovatieactiviteiten van het EIT.

    1.4.3.    Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    Het EIT is in 2008 opgericht om belangrijke maatschappelijke uitdagingen aan te gaan door de innovatiecapaciteit en de innovatieprestaties van de EU te verbeteren. In de tussentijdse evaluatie van het EIT uit 2017 werd geconcludeerd dat het EIT zeer relevant blijft en een duidelijke Europese meerwaarde heeft. Er is geen ander instrument waarmee EUbrede innovatienetwerken van onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven en andere belanghebbenden worden opgezet.

    Het EIT heeft voor Europa een innovatie-ecosysteem met meer dan 1 200 partners uit het bedrijfsleven, onderzoek en onderwijs tot stand gebracht dat uit acht kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s) bestaat met meer dan 40 colocatiecentra. Het feit dat meer dan 50 % van de partners uit het bedrijfsleven (industrie, kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen) stamt, bewijst dat het instrument dicht bij de markt staat. De EIT-gemeenschap levert resultaten op: meer dan 600 nieuwe producten en diensten zijn op de markt gebracht, meer dan 1 250 startende en innovatieve ondernemingen hebben steun ontvangen, er is meer dan 890 miljoen EUR aan buitenlandse investeringen opgehaald en er zijn meer dan 6 000 banen gecreëerd. De eerste groep van ongeveer 1 700 personen die met succes een masteropleiding met een EIT-label hebben voltooid, komt nu op de arbeidsmarkt.

    Doordat het EIT een onafhankelijk orgaan is, kan het flexibel en autonoom functioneren, zich door het bedrijfsleven laten stimuleren en vlot besluiten nemen. De termijn om een subsidie toe te kennen bedraagt vier maanden vergeleken met gemiddeld zes maanden bij Horizon 2020. De regels ter bevordering van competitieve financiering, financiële duurzaamheid en vereenvoudiging bevorderen innovatie bij de KIG’s. De administratieve kosten van het EIT zijn zeer laag en bedragen minder dan 2 % van de totale begroting, vergeleken met gemiddeld 4,6 % voor Horizon 2020.

    Voor de periode 20212027 zullen de belangrijkste verbeteringen van het EIT vooral tot doel hebben:

    - de procedures voor een efficiënt beheer van de KIG’s (bijvoorbeeld door de invoering van een nieuw medefinancieringsmechanisme, meerjarige subsidies enz.) verder te vereenvoudigen;

    - een betere integratie van instellingen voor hoger onderwijs in de innovatiewaardeketens en -ecosystemen te ondersteunen;

    - meer wereldwijde uitdagingen aan te gaan door twee nieuwe KIG’s op te starten;

    - de openheid en de transparantie van de KIG’s te vergroten en de KIG’s beter af te stemmen op de voorgestelde aanpak voor Europese partnerschappen in het kader van Horizon Europa;

    - het effect van het EIT op regionaal en lokaal niveau te versterken, en met name in landen met lagere innovatieprestaties;

    - de zichtbaarheid van het EIT in de lidstaten en daarbuiten te vergroten;

    - de synergie en complementariteit met andere instrumenten van Horizon Europa en van de EU en de lidstaten te vergroten.

    1.4.4.    Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten

    Op basis van zijn brede werkingssfeer en specifieke rol heeft het EIT een goede positie om synergie te creëren en voor complementariteit met andere EUprogramma’s of instrumenten te zorgen, onder meer door de KIG’s meer ondersteuning te bieden bij hun plannings- en uitvoeringsactiviteiten. De onderstaande niet-exhaustieve lijst bevat concrete voorbeelden van gevallen waarin het EIT zal bijdragen tot synergie op middellange tot lange termijn binnen en buiten Horizon Europa.

    Horizon Europa: Er zal naar verwachting sprake zijn van sterke synergie tussen het EIT en het gehele programma Horizon Europa. Vooral de synergie met de Europese Innovatieraad zal van cruciaal belang zijn voor de impact van de pijler “Innovatief Europa” en voor de ondersteuning van ecosystemen.

    In het kader van de pijler [“Wereldwijde uitdagingen en industrieel concurrentievermogen”] kan het EIT via zijn KIG’s samenwerken met Europese partnerschappen, bijdragen tot missies, maatregelen aan de vraagzijde ondersteunen en exploitatiediensten verlenen om de overdracht van technologie te stimuleren en de commercialisering van resultaten van de thematische clusters of andere Europese partnerschappen te versnellen.

    Erasmus: Erasmus en het EIT zullen voor synergie zorgen tussen hun respectieve gemeenschappen. De samenwerking zal erop gericht zijn de toegang van Erasmus-studenten van onderwijs- en opleidingsinstellingen van KIGpartners, tot zomercursussen van KIG’s of andere relevante opleidingsactiviteiten (bijvoorbeeld op het gebied van ondernemerschap en innovatiebeheer) te waarborgen en contacten met het alumninetwerk van de KIG’s te leggen.

    Waar mogelijk zal voor synergie met het initiatief Europese Universiteiten worden gezorgd om de educatieve en opleidingsactiviteiten van het EIT te helpen integreren met de bedoeling een systemisch effect te sorteren.

    Het programma Digitaal Europa (DEP): De colocatiecentra van de KIG’s zullen met de Europese digitale-innovatiehubs samenwerken om de digitale transformatie van de industrie en organisaties uit de publieke sector te ondersteunen.

    Fondsen voor het cohesiebeleid (met name EFRO en ESIF+): De KIG’s van het EIT zullen via hun colocatiecentra de regionale en regio-overschrijdende samenwerking tussen de actoren van de kennisdriehoek (onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven) en de beheersautoriteiten bevorderen — in synergie met de werkzaamheden van de Europese Commissie op het gebied van interregionale samenwerking en investeringen op verwante prioritaire gebieden voor slimme specialisatie.

    InvestEU: De KIG’s van het EIT zullen streven naar samenwerking met de InvestEU-advieshub met het oog op technische steun en bijstand voor door de KIG’s gesteunde ondernemingen bij de voorbereiding, de ontwikkeling en de uitvoering van projecten.

    Creatief Europa: Het programma zal bijzonder relevant zijn voor de activiteiten van een toekomstige KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector. Er zal voor sterke synergie en complementariteit met het programma worden gezorgd op gebieden als creatieve vaardigheden, banen en bedrijfsmodellen.


    1.5.    Duur en financiële gevolgen

    X beperkte geldigheidsduur

    X    operationeel vanaf [1.1.]2021 tot en met [31.12.]2027

    X    financiële gevolgen vanaf 2021 tot en met 2027 voor vastleggingskredieten en vanaf 2021 tot en met 2029 voor betalingskredieten.

     onbeperkte geldigheidsduur

    Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

    gevolgd door een volledige uitvoering.

    1.6.    Beheersvorm(en) 10  

     Direct beheer door de Commissie

    ◻ door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

       door de uitvoerende agentschappen;

     Gedeeld beheer met lidstaten

    X Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

    ◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;

    ◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

    ◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

    X de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

    ◻ publiekrechtelijke organen;

    ◻ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

    ◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

    ◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

    Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

    2.    BEHEERSMAATREGELEN

    2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen 

    Vermeld frequentie en voorwaarden.

    Het EIT zal een evaluatie- en toezichtkader hanteren dat flexibiliteit op alle relevante niveaus mogelijk maakt en voor samenhang met de algemene doelstellingen van Horizon Europa en de beoogde effecten zorgt. Er zal met name voor feedback tussen de Commissie, het EIT en de KIG’s worden gezorgd om de doelstellingen op een consistente, coherente en efficiënte manier te kunnen verwezenlijken.

    TOEZICHT

    Het EIT-toezicht zal worden georganiseerd op basis van de volgende lagen:

    1. Het toezicht op de uitvoering van de operationele begroting, met name via de KIG’s, zal een primaire taak van het EIT zijn. De Commissie zal betrokken zijn bij de gezamenlijke ontwikkeling van alle relevante impact- en monitoringinstrumenten die door het EIT worden ontwikkeld of toegepast om voor compatibiliteit en consistentie met het algemene monitoringsysteem van Horizon Europa te zorgen, met inbegrip van de belangrijkste effecttrajecten, het kader van criteria voor Europese partnerschappen en de strategische planning.

    Het zal aan het EIT zijn om de operationele prestaties en de resultaten van de KIG’s regelmatig te controleren en zijn monitoringsystemen voortdurend aan te passen. De monitoringresultaten zullen worden gebruikt bij de business planning van de KIG’s, de besluitvorming van het EIT over de toewijzing van de begroting en de voorbereiding van de kaderpartnerschapsovereenkomsten en de specifieke subsidieovereenkomsten met de KIG’s als begunstigden.

    2. Bij het toezicht op de eigen activiteiten van het EIT (outputs, resultaten en effecten van de activiteiten) zullen kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren worden gecombineerd vanuit een middellangetermijnperspectief. Na de verlening van volledige financiële autonomie aan het EIT in januari 2018 is een memorandum van overeenstemming gesloten tussen het EIT en de Commissie (DG EAC). In dit memorandum van overeenstemming zijn de voorwaarden voor de samenwerking tussen het EIT en de Commissie en de gedetailleerde bepalingen betreffende de verstrekking van de financiële bijdrage uit de algemene begroting van de Europese Unie aan het EIT vastgesteld.

    Bij het toezicht op de activiteiten van het EIT zal — op basis van een analyse van de indicatoren — worden nagegaan in hoeverre de SIA en het enkelvoudig programmeringsdocument zijn verwezenlijkt. Ook zullen bijvoorbeeld de prestaties van het EIT bij het verlenen van ondersteuning aan de KIG’s en het beheer van projecten in verband met de door het EIT gecoördineerde activiteiten worden gemeten, evenals de intensiteit en het bereik van voorlichtings- en outreach-evenementen (het aantal workshops en evenementen inzake beste praktijken), verspreidings- en internationale activiteiten en de impact van het EIT in de bredere Europese beleidsagenda’s op het gebied van innovatie, onderzoek en onderwijs.

    3.

    De periodieke evaluaties van de EITactiviteiten, met inbegrip van de activiteiten die door de KIG’s worden beheerd, zullen in 2023 en 2026 door de Commissie worden uitgevoerd overeenkomstig de EIT-verordening en de Horizon Europa-verordening. Bij deze evaluaties zullen de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie, coherentie en Europese meerwaarde van de EIT-activiteiten worden beoordeeld. Ze zullen op onafhankelijke externe evaluaties worden gebaseerd en bij de halftijdse en ex-postevaluaties van het algemene programma Horizon Europa worden gebruikt om te zorgen voor synergie tussen het EIT en andere onderdelen van het programma. Bovendien kan de Commissie te allen tijde aanvullende evaluaties van thema’s of onderwerpen van strategisch belang uitvoeren. De synergie van de geplande activiteiten van het EIT met andere EU-programma’s moet worden gewaarborgd door middel van de beoordeling door de Commissie van het enkelvoudig programmeringsdocument van het EIT.

    RAPPORTAGE

    Het EIT is een orgaan van de Unie dat een subsidie uit de begroting van de Europese Unie ontvangt. Op het gebied van financieel beheer en controle zal het EIT worden behandeld als andere uit hoofde van het Verdrag opgerichte organen. Dit betekent dat het Interinstitutioneel Akkoord 11 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer van toepassing is op het EIT.

    . Wat de rapportage over de uitvoering van het monitoringsysteem betreft, geldt het volgende:

    • Het enkelvoudig programmeringsdocument (EPD) van het EIT, dat elk jaar wordt goedgekeurd, bevat een meerjarig werkprogramma (n+3) en een jaarlijks werkprogramma (n+1). In deze werkprogramma’s wordt de algemene strategische programmering voor de jaren n+1 tot en met n+3 uiteengezet, met inbegrip van de doelstellingen, de verwachte resultaten en de prestatie-indicatoren voor het toezicht op de verwezenlijking van de doelstellingen en de resultaten. Daarnaast zal in het EPD onder meer het volgende worden opgenomen: een raming van de ontvangsten en uitgaven; een programmeringsdocument van de middelen; informatie over het gebouwenbeleid; een strategie met het oog op meer efficiëntie en synergie; een strategie voor het organisatorische beheer en de interne controle, met inbegrip van de meest recente fraudebestrijdingsstrategie en een indicatie van de maatregelen om te voorkomen dat belangenconflicten, onregelmatigheden en fraude zich herhalen.

    • Het jaarlijkse activiteitenverslag (JAV) over het voorgaande jaar (n1) zal de resultaten van de monitoring voor n1 bevatten en beschrijven hoe en in welke mate de doelstellingen zijn verwezenlijkt. Het JAV moet rekening houden met de verslagen over de kosten en de prestaties van de KIG’s over het voorgaande jaar (n1) van hun activiteiten.

    De rapportagevereisten voor de KIG’s zijn vastgesteld in het kader van de kaderpartnerschapsovereenkomst en de subsidieovereenkomsten (rapportage over de prestaties en kosten). Met het oog op meer efficiëntie en kosteneffectiviteit en op basis van de ervaring die het EIT heeft opgedaan tijdens de uitvoering van de subsidieovereenkomsten door de KIG’s, zullen een aantal vereenvoudigingsmaatregelen worden uitgevoerd in het kader van het subsidiebeheer om vooral de administratieve werklast voor KIG’s te verminderen en de kwaliteit van de verzamelde gegevens te verbeteren.

    2.2.    Beheers- en controlesyste(e)m(en)

    2.2.1.    Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

    Als orgaan dat volledig in het programma Horizon Europa is geïntegreerd, worden de uitvoeringsmechanismen voor financiering, de betalingsvoorwaarden en de voorgestelde controlestrategie afgestemd op die van Horizon Europa om ervoor te zorgen dat voor de begunstigden en de belanghebbenden consistente regels gelden met betrekking tot subsidiabiliteit en een goed financieel beheer.

    Met een foutenpercentage dat constant onder de 2 % ligt, behoren de prestaties van het EIT in 20142020 tot de beste binnen de sector onderzoek. Dankzij de op maat gesneden structuur van het EIT combineren de prestaties lage foutenpercentages met een controlemethode die door een zorgvuldig gebruik van outsourcing de kosten voor controles laag houdt zonder dat de doeltreffendheid en de efficiëntie eronder lijden.

    2.2.2.    Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken 

    Gezien de duidelijke noodzaak om de Europese begroting op efficiënte en doeltreffende wijze te beheren en te zorgen voor een goed financieel beheer, beschikt het EIT over een systeem voor interne controle om redelijke zekerheid te verschaffen dat het foutenpercentage in de loop van de meerjarige uitgavenperiode niet groter is dan — en zelfs lager is dan — de in het kader van Horizon Europa voorgestelde grenswaarden. Het kader voor interne controle van het EIT zal ook gebaseerd zijn op: de interne controlenormen van de Commissie, de eigen procedures van het EIT, ex-antecontroles van 100 % van de door het EIT gefinancierde gedeclareerde uitgaven van de KIG’s, auditcertificaten, exantecertificering van de methoden voor kostendeclaraties, expostaudits van een steekproef van vorderingen, projectresultaten en externe evaluatie.

    Het EIT beschikt over de organisatorische structuur en de systemen en procedures voor intern beheer en interne controle die passen bij de uitvoering van de EITtaken. Deze zijn ingevoerd met inachtneming van de door de raad van bestuur vastgestelde normen op basis van door de Commissie vastgestelde equivalente normen en rekening houdend met de risico’s die verbonden zijn aan de managementomgeving en de aard van de gefinancierde actie.

    De Risk Management Exercise vindt jaarlijks plaats om eventuele risico’s in verband met de uitvoering van alle EIT-activiteiten te beperken. In dit verband moet het EIT — bij de vaststelling van het kader voor interne controle — rekening houden met de risico’s van de uitgevoerde activiteiten, de specifieke kenmerken van de populatie en de recurrentie van de begunstigden, de frequentie van de toegekende subsidies en de omvang van de transacties, evenals elkaar overlappende financieringen voorkomen.

    Een aantal vereenvoudigingsmaatregelen die vanaf 2014 zijn ingevoerd, hebben geleid tot een verlaging van de foutenpercentages. Het vastgestelde foutenpercentage bij de ex-postverificatie van de EITsubsidies ligt ruim onder de materialiteitsdrempel van 2 %.

    Het door het EIT opgezette controlesysteem biedt redelijke zekerheid dat de risico’s in verband met de doeltreffendheid en efficiëntie van de operaties op passende wijze worden beheerd, waarbij de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende transacties worden gewaarborgd en een evenwicht tussen vertrouwen en controle wordt bereikt. Als onderdeel van het door het EIT uitgevoerde controlesysteem is de auditstrategie gebaseerd op de financiële audit van een representatieve steekproef van uitgaven uit de gehele EIT-begroting, met name via de jaarlijkse subsidies die aan de KIG’s worden toegekend. Deze representatieve steekproef kan worden aangevuld met een selectie op basis van een beoordeling van de aan uitgaven verbonden risico’s tijdens de ex-antecontroles van 100 % van de vorderingen. De opgedane ervaring zal worden gebruikt bij de beoordeling van het controlekader van de risicobeoordeling voor de uitvoering van subsidies. Audits van de uitgaven zullen op coherente wijze worden uitgevoerd met inachtneming van de beginselen zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid.

    Wat het kader voor interne controle van het EIT betreft, heeft het EIT een algemene strategie ontwikkeld (met inbegrip van een toezichtstructuur) met betrekking tot de uitvoering van interne controles die de volledige uitgavencyclus ondersteunen. Het hoger management zorgt ervoor dat deze algemene strategie formeel door de raad van bestuur wordt aanvaard en wordt uitgevoerd. Belangrijke elementen van deze strategie zijn planning en rapportage volgens de normen van de Commissie en gekoppeld aan de methode voor risicobeheer. Bovendien heeft het EIT een aantal operationele standaardprocedures (Standard Operating Procedures, SOP) ontwikkeld. De SOP’s zijn gedetailleerde, schriftelijke instructies om uniformiteit te bereiken bij de uitvoering van een specifiek proces; de instructies betreffen gewoonlijk meer dan één taak of gebied van het EIT, de eenheid, de afdeling of de teams.

    Auditcertificaten betreffende de financiële staten worden verstrekt door de KIG’s en de verschillende partners, waarbij door het EIT gecontracteerde onafhankelijke auditeurs de wettigheid en conformiteit van de in de financiële verslagen gedeclareerde bedragen certificeren.

    2.2.3.    Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

    Op basis van de meest recente raming vertegenwoordigen de kosten van de controles van het EIT minder dan 3 % van de beheerde middelen, in combinatie met een foutenrisico van 1 %. Corrigerende maatregelen worden stelselmatig toegepast via ex-postaudits en certificaten betreffende de financiële staten. Het kleine formaat, in combinatie met een doeltreffende en efficiënte uitbestedingsmethode, maakt het mogelijk de kosten van de controles laag te houden en voldoende zekerheid te bieden, zoals blijkt uit de recente betrouwbaarheidsverklaringen van de Europese Rekenkamer.

    2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

    Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

    Het EIT neemt passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de financiële belangen van de Unie worden beschermd.

    Het EIT is vastbesloten fraude te bestrijden in alle fasen van het subsidiebeheerproces en van andere activiteiten die worden uitgevoerd. Alle door het EIT aangenomen besluiten en gesloten overeenkomsten bepalen expliciet dat het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de Rekenkamer ter plaatse, inclusief in de kantoren van de eindbegunstigden, inspecties mogen uitvoeren van de documenten van alle contractanten en subcontractanten die middelen van de Unie hebben ontvangen.

    Het EIT heeft sinds 2015 een fraudebestrijdingsstrategie in overeenstemming met die van de Commissie en verbetert voortdurend zijn maatregelen om fraude te voorkomen en op te sporen.

    3.    GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

    3.1.    Rubriek van het meerjarig financieel kader en voorgesteld(e) nieuw(e) begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

    Begrotingsonderdeel

    Soort
    uitgaven

    Bijdrage

    01.010101 Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    01.010102 Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    01.010103 Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    Rubriek I. Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

    NGK 12

    van EVA-landen 13

    van kandidaat-lidstaten 14

    van derde landen

    in de zin van artikel [21, lid 2, onder b),] van het Financieel Reglement

    01.02.03.XX Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

    GK

    JA

    JA

    JA

    NEEN

    3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

    3.2.1.    Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Rubriek van het meerjarige financiële
    kader

    I

    Rubriek I. Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    2026

    2027

    Na 2027

    TOTAAL

    Titel I Begroting van het EIT (Personele uitgaven) 15  

    Vastleggingen = betalingen

    (1)

    5,413

    5,588

    5,768

    5,954

    6,147

    6,346

    6,551

    41,767

    Titel II Begroting van het EIT (Infrastructurele en operationele uitgaven)

    Vastleggingen = betalingen

    (2)

    1,309

    1,335

    1,362

    1,389

    1,417

    1,445

    1,474

    9,732

    Titel III Begroting van het EIT (Beleidsuitgaven) Beleidskredieten (uitgesplitst naar de onder 3.1 vermelde begrotingsonderdelen)

    Vastleggingen

    (3)

    386,423

    394,190

    402,088

    410,155

    418,460

    426,790

    435,394

    2 873,500

    Betalingen

    (4)

    270,496

    391,860

    399,719

    407,735

    415,969

    424,291

    432,813

    130,618

    2 873,500

    01.02.03.XX Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) — Beleidskredieten

    Vastleggingen

    (5)=(1)+(2) +(3)

    393,145

    401,113

    409,218

    417,499

    426,024

    434,581

    443,419

    2 925,000

    Betalingen

    (6)=(1)+(2) +(4)

    277,218

    398,783

    406,849

    415,079

    423,533

    432,082

    440,838

    130,618

    2 925,000

    01.010101 Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    Vastleggingen = betalingen

    (7)

    0,527

    0,545

    0,565

    0,584

    0,605

    0,626

    0,648

    4,100

    01.010102 Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    Vastleggingen = betalingen

    (8)

    0,108

    0,110

    0,113

    0,115

    0,117

    0,119

    0,122

    0,804

    01.010103 Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    Vastleggingen = betalingen

    (9)

    9,445

    9,629

    9,816

    10,006

    10,202

    10,398

    10,600

    70,096

    Uit het budget van het programma gefinancierde administratieve kredieten 16  

    Vastleggingen = betalingen

    (10) = (7)+(8) +(9)

    10,081

    10,285

    10,493

    10,705

    10,924

    11,143

    11,370

     

    75,000

    TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 1 van het meerjarig financieel kader voor het EIT

    Vastleggingen

    (11) = (5)+(10)

    403,226

    411,398

    419,711

    428,204

    436,948

    445,724

    454,789

    3 000,000

    Betalingen

    (12) = (6)+(10)

    287,299

    409,068

    417,342

    425,784

    434,456

    443,225

    452,208

    130,618

    3 000,000



    Rubriek van het meerjarige financiële
    kader

    7

    “Administratieve uitgaven”

    Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum , te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.



    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Europese Commissie

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    2026

    2027

    Na 2027

    TOTAAL

    TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader voor het EIT

    (totaal vastleggingen = totaal betalingen)

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    2026

    2027

    Na 2027

    TOTAAL

    TOTAAL kredieten
    voor alle rubrieken
    van het meerjarig financieel kader voor het EIT

    Vastleggingen

    403,226

    411,398

    419,711

    428,204

    436,948

    445,724

    454,789

    3 000,000

    Betalingen

    287,299

    409,068

    417,342

    425,784

    434,456

    443,225

    452,208

    130,618

    3 000,000

    3.2.2.    Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

    X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaren

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    2026

    2027

    TOTAAL

    RUBRIEK 7
    van het meerjarige financiële kader

    Personele middelen

    Andere administratieve uitgaven

    Subtotaal RUBRIEK 7
    van het meerjarige financiële kader

    Buiten RUBRIEK 7
    van het meerjarige financiële kader

    Personele middelen. Onderdeel 01.010101 Ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    0,527

    0,545

    0,565

    0,584

    0,605

    0,626

    0,648

    4,100

    Personele middelen. Onderdeel 01.010102 Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    0,108

    0,110

    0,113

    0,115

    0,117

    0,119

    0,122

    0,804

    Onderdeel 01.010103 Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon Europa

    9,445

    9,629

    9,816

    10,006

    10,202

    10,398

    10,600

    70,096

    Subtotaal
    buiten RUBRIEK 7
    van het meerjarige financiële kader

    10,081

    10,285

    10,493

    10,705

    10,924

    11,143

    11,370

    75,000

    TOTAAL

    10,081

    10,285

    10,493

    10,705

    10,924

    11,143

    11,370

    75,000

    De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.



    3.2.2.1    Geraamde personeelsbehoeften 17

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

    X    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Raming in voltijdequivalenten

    Jaren

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    2026

    2027

    • Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

    Zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie

    4

    4

    4

    4

    4

    4

    4

    Delegaties

    Onderzoek

    Extern personeel (in voltijdequivalenten - VTE) — AC, AL, END, INT en JPD  18

    Rubriek 7

    Gefinancierd uit RUBRIEK 7 van het meerjarige financiële kader 

    - zetel

    - delegaties

    Gefinancierd uit het budget van het programma  19

    - zetel

    2

    2

    2

    2

    2

    2

    2

    - delegaties

    Onderzoek

    Overige (specificeer)

    TOTAAL

    6

    6

    6

    6

    6

    6

    6

    Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    Beschrijving van de uit te voeren taken:

    Ambtenaren en tijdelijk personeel

    - voorbereiding van het advies van de Commissie over het enkelvoudig programmeringsdocument (EPD);

    - voorbereiding van het standpunt van de waarnemer van de Commissie bij de vergaderingen van de raad van bestuur van het EIT;

    - voorbereiding van het besluit van de Commissie betreffende de benoeming van de leden van de raad van bestuur van het EIT;

    - algemene coördinatie met andere diensten van de Commissie en coördinatie met en afstemming op andere EU-initiatieven, met name Horizon Europa;

    - voorbereiding van het standpunt van de Commissie in het EITforum van belanghebbenden;

    - voorbereiding van het standpunt van de Commissie in de groep vertegenwoordigers van de lidstaten;

    - organisatie van de jaarlijkse vergaderingen van de EITKIG’s met de diensten van de Commissie;

    - follow-up van de oproepen voor nieuwe KIG’s;

    - monitoring en evaluatie van het EIT;

    - waarborgen dat de graden met een EITlabel aansluiten op de initiatieven in het kader van de ruimte voor hoger onderwijs;

    - taken in verband met de voorbereiding van de strategische plannings- en programmeringscyclus (JAV enz.) en het beheer van de begroting;

    - follow-up van de audits van de functie inzake interne audit (IAC) en de dienst Interne Audit (IAS) en van de Europese Rekenkamer.

    Extern personeel

    - bijdrage tot de voorbereiding van het advies van de Commissie over het EPD;

    - bijdrage tot de algemene coördinatie met andere diensten van de Commissie en de coördinatie met en afstemming op andere EU-initiatieven, met name Horizon Europa;

    - bijdrage tot het standpunt van de Commissie in het EIT-forum van belanghebbenden;

    - bijdrage tot het standpunt van de Commissie in de groep vertegenwoordigers van de lidstaten;

    - bijdrage tot de organisatie van de jaarlijkse vergaderingen tussen de KIG’s van het EIT en de diensten van de Commissie;

    - follow-up van de oproepen voor nieuwe KIG’s;

    - bijdrage tot het waarborgen dat de graden met een EITlabel aansluiten op de initiatieven in het kader van de ruimte voor hoger onderwijs;

    - bijdrage tot de voorbereiding van de strategische plannings- en programmeringscyclus (JAV enz.) en het beheer van de begroting;

    - bijdrage tot de follow-up van audits (IAC, IAS en Rekenkamer).

    3.2.2.2    Geraamde personeelsbehoeften in het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

    Raming in voltijdequivalenten

    EIT (in Boedapest)

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    2026

    2027

    Ambtenaren van de Commissie

    waarvan AD

    waarvan AST

    waarvan AST-SC

    Tijdelijke functionarissen

    waarvan AD

    40

    40

    40

    40

    40

    40

    40

    waarvan AST

    5

    5

    5

    5

    5

    5

    5

    waarvan AST-SC

    Arbeidscontractanten

    23

    23

    23

    23

    23

    23

    23

    Gedetacheerde nationale deskundigen

    2

    2

    2

    2

    2

    2

    2

    Totaal

    70

    70

    70

    70

    70

    70

    70

    Beschrijving van de uit te voeren taken:

    Ambtenaren en tijdelijk personeel

    - begroting, planning en verslaglegging van het EIT;

    - de vereenvoudigingsagenda van het EIT;

    - voorbereiding van de aanwijzing en selectie van nieuwe KIG’s;

    - coördinatie met en afstemming op andere EU-initiatieven, met name Horizon Europa;

    - het EITforum van belanghebbenden;

    - de groep vertegenwoordigers van de lidstaten;

    - voorbereiding van de vergaderingen van de raad van bestuur van het EIT en van het uitvoerend comité;

    - organisatie van vergaderingen en hoorzittingen tussen het EIT en de KIG’s;

    - consolidatie van bestaande KIG’s;

    - monitoring en evaluatie van de KIG’s en de door het EIT gecoördineerde activiteiten;

    - impact van het EIT via kennisdeling, verspreiding, outreach en internationale zichtbaarheid;

    - ontwerp en beheer van de door het EIT gecoördineerde activiteiten;

    - stimuleren van samenwerking en synergie tussen KIG’s;

    - ontwerp en coördinatie van door de KIG’s ondernomen onderwijsactiviteiten;

    - uitvoering van de communicatie van het EIT;

    - opstarten en follow-up van oproepen voor KIG’s;

    - beheer van de audits (dienst Interne Audit, functie inzake interne audit en Europese Rekenkamer).

    Extern personeel

    - bijdrage tot de voorbereiding van de aanwijzing en selectie van nieuwe KIG’s;

    - bijdrage tot de agenda voor ondernemerschap en onderwijs van het EIT;

    - bijdrage tot het EITforum van belanghebbenden;

    - bijdrage tot de groep vertegenwoordigers van de lidstaten

    - bijdrage tot de voorbereiding van de raad van bestuur en het uitvoerend comité van het EIT;

    - bijdrage tot het waarborgen dat de graden met een EITlabel aansluiten op de initiatieven in het kader van de ruimte voor hoger onderwijs;

    - bijdrage tot de uitvoering van de communicatie van het EIT; - Bijdrage tot het beheer van de door het EIT gecoördineerde activiteiten;

    - bijdrage tot de monitoring en follow-up van de KIG’s en de door het EIT gecoördineerde activiteiten.

    3.2.3.    Bijdragen van derden 

    Het voorstel/initiatief:

       voorziet niet in medefinanciering door derden

    X voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

    Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaren

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    2026

    2027

    TOTAAL

    Medefinancieringsbron 

    TOTAAL medegefinancierde kredieten 20  

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

       Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

    X    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

       voor de eigen middelen

    X    voor overige ontvangsten

    Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

    Gevolgen van het voorstel/initiatief

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    2026

    2027

    Item 6013

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

    01.02XX Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden

    Andere opmerkingen (bijv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

    Derde landen kunnen door middel van associatieovereenkomsten een bijdrage aan het programma leveren. De voorwaarden voor de vaststelling van de hoogte van de financiële bijdrage zullen worden vastgelegd in de met de afzonderlijke landen gesloten associatieovereenkomsten en waarborgen een automatische correctie van aanzienlijke onevenwichtigheden in vergelijking met het bedrag dat de in het geassocieerde land gevestigde entiteiten door deelname aan het programma ontvangen, waarbij rekening wordt gehouden met de kosten van het beheer van het programma.

    (1)    Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1). Gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 174).
    (2)    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding. COM(2018) 435 final.
    (3)    De huidige SIA bestrijkt de periode 20142020.
    (4)    ICF (2017), Evaluatie, blz. 36.
    (5)    PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1.
    (6)    Verwijzing naar de herschikte EITverordening. 
    (7)    In de zin van artikel 58, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
    (8)    COM(2018) 435 final.
    (9)    Artikel 9, lid 2, onder c), punt 2.
    (10)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
    (11)    COM(2018) 323 final van 2.5.2018.
    (12)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
    (13)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
    (14)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
    (15)    De kosten van het personeel van het EIT en titel II zijn berekend met toepassing van de aanpassingscoëfficiënt voor HU (71,9), zoals vermeld op blz. 16, tabel 5, van https://ec.europa.eu/eurostat/documents/6939681/7070380/Annualreport2018.pdf/97053a94-29eb-4e93-8883-e826426e3d55 . 
    (16)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. Dit is het maximum van het bedrag dat uit hoofde van het programma aan het EIT wordt toegewezen en bestemd is voor de administratieve uitgaven van de Commissie.
    (17)    Deze cijfers zijn afgestemd op het algemeen financieel memorandum van Horizon Europa — waarin alleen het gemachtigd personeel van de directoraten-generaal in 2020 is opgenomen — maar lopen niet vooruit op eventuele specifieke behoeften aan personeel die aan het EIT werken in de periode 20212027.
    (18)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
    (19)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
    (20)    Bilaterale associatieovereenkomsten zijn nog niet vastgesteld. De bijdragen van de geassocieerde landen komen bovenop de in dit financieel memorandum genoemde bedragen.
    Top

    Brussel, 11.7.2019

    COM(2019) 330 final

    BIJLAGE

    bij

    Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

    betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor
    innovatie en technologie (EIT) 2021-2027:
    Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren

    {SEC(2019) 275 final} - {SWD(2019) 330 final} - {SWD(2019) 331 final}


    BIJLAGE

    Inhoudsopgave

    1.Inleiding

    1.1.Het EIT: een fundamenteel innovatie-instrument van de EU

    1.2.Belangrijkste pluspunten

    1.3.Belangrijke uitdagingen

    2.De lat hoger leggen: het EIT in 2021-2027

    2.1.Doelstellingen

    2.2.Plaats van het EIT binnen Horizon Europa

    3.Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren

    3.1.Kennis- en innovatiegemeenschappen

    3.2.De innovatiecapaciteit van het hoger onderwijs ondersteunen

    3.3.Transversale activiteiten van het EIT

    3.4.Het EIT en de KIG's efficiënt doen functioneren

    3.5.Synergie en complementariteit met andere programma’s

    4.Middelen

    4.1.Benodigd budget

    4.2.Effect (toezicht en evaluatie)

    5.Bijlage 1A

    6.Bijlage 1B

    1.Inleiding

    In deze strategische innovatieagenda (SIA) worden de strategie en de prioriteiten van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) voor de periode 20212027 beschreven. De agenda vormt het belangrijkste beleidsdocument van het EIT voor de volgende programmeringsperiode en beschrijft de doelstellingen van het EIT, de belangrijkste acties, de verwachte resultaten en de benodigde middelen. De SIA zorgt voor de noodzakelijke samenhang tussen het EIT en het [voorstel voor Horizon Europa], het kaderprogramma van de Unie ter ondersteuning van onderzoek en innovatie in de periode 20212027. De agenda waarborgt ook geschikte synergieën en complementariteit tussen de activiteiten van het EIT en andere initiatieven, beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie.

    Bij het opstellen van de SIA voor 20212027 is rekening gehouden met de door de Europese Commissie uitgevoerde effectbeoordeling. Er is ook rekening gehouden met de ontwerp-SIA van de raad van bestuur van het EIT, die op 20 december 2017 overeenkomstig de EIT-verordening 1 bij de Europese Commissie is ingediend. De agenda weerspiegelt ook het nieuwe [voorstel voor Horizon Europa] van de Europese Commissie van juni 2018, en met name de essentiële rol van het EIT als onderdeel van pijler III [“Innovatief Europa”] en de bijdrage van het EIT ten aanzien van wereldwijde uitdagingen (onder meer de vastgestelde streefcijfers voor de klimaatdoelstellingen) en het Europees industrieel concurrentievermogen (pijler II) en tot excellente wetenschap (pijler I). De SIA is gebaseerd op de ervaringen met het functioneren van het EIT in de voorbije jaren en op de resultaten van een brede raadpleging van de belangrijkste belanghebbenden.

    De SIA houdt rekening met de strategische planning van Horizon Europa om voor samenhang met de activiteiten van het kaderprogramma, andere relevante programma’s van de Unie en prioriteiten en verbintenissen van de EU te zorgen en om de complementariteit en synergie met nationale en regionale financieringsprogramma’s en prioriteiten te vergroten.



    1.1.Het EIT: een fundamenteel innovatie-instrument van de EU

    Het EIT is in 2008 opgericht om bij te dragen tot duurzame economische groei en het concurrentievermogen door de innovatiecapaciteit van de lidstaten en de Europese Unie te versterken. Het heeft een voortrekkersrol bij de onderlinge integratie van onderwijs, bedrijfsleven en onderzoek (de kennisdriehoek) gespeeld en sterk de nadruk gelegd op ondernemerstalent en innovatievaardigheden. Uit de tussentijdse evaluatie van het EIT in 2018 is gebleken dat de overkoepelende grondgedachte van het EIT nog steeds geldig is en dat het model van een door innovatie gestimuleerde integratie binnen de kennisdriehoek relevant blijft.

    Tien jaar na de oprichting van het EIT is het innovatietempo dramatisch toegenomen. Als gevolg van innovatie ondergaan economische sectoren ingrijpende veranderingen, raken bestaande bedrijven ontwricht en worden ongekende mogelijkheden gecreëerd. Door de verschuivingen binnen de economische wereldorde en de toenemende internationale concurrentie wordt de EU steeds afhankelijker van talent en het vermogen te innoveren. Nooit eerder waren co-ontwerp, samenwerking en cocreatie tussen disciplines en tussen onderwijs, bedrijfsleven en onderzoek belangrijker om wereldwijde uitdagingen (klimaatverandering, niet-duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, digitale transformatie, demografische verschuivingen en de toekomst van gezondheidszorg en voedsel) aan te gaan.

    Met het [voorstel voor Horizon Europa] voor een nieuw kaderprogramma ter ondersteuning van onderzoek en innovatie in de periode 20212027 heeft de Europese Commissie zich er duidelijk toe verbonden het innovatiepotentieel van Europa verder uit te bouwen om de uitdagingen van de toekomst te kunnen aangaan. De bijzondere rol van het EIT — namelijk het bevorderen van innovatie door bedrijfsleven, onderwijs, onderzoek, overheden en maatschappelijk middenveld samen te brengen — wordt versterkt doordat het een plaats krijgt binnen de [pijler “Innovatief Europa”] van het [voorstel voor Horizon Europa]. Het [voorstel voor Horizon Europa] illustreert de groeiende ambitie van de EU op het gebied van innovatie en de noodzaak die ambitie concreet gestalte te geven.

    1.2.Belangrijkste pluspunten

    Het EIT is sinds de oprichting ervan geleidelijk uitgegroeid tot een succesvol instrument om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Het EIT is voornamelijk actief via kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s): grootschalige Europese partnerschappen tussen onderwijs/opleiding, het bedrijfsleven en onderzoeksorganisaties. Momenteel zijn er acht KIG’s, die actief zijn op de volgende gebieden: klimaatverandering, digitale transformatie, energie, voeding, gezondheid, grondstoffen, stedelijke mobiliteit en productie met toegevoegde waarde (zie figuur 2).

    Elke KIG is georganiseerd rond vijf à tien colocatiecentra (CLC's 2 ), die bedoeld zijn om als geografische knooppunten te fungeren voor de praktische integratie binnen de kennisdriehoek. De colocatiecentra zijn georganiseerd en gestructureerd op basis van hun respectieve nationale en regionale innovatiecontext en ze steunen op een pan-Europees netwerk van bestaande laboratoria, kantoren of campussen van de kernpartners van een KIG.

    De KIG’s beogen portefeuilles van activiteiten op het gebied van de kennisdriehoek te runnen door middel van:

    ·onderwijs- en opleidingsactiviteiten met sterke ondernemerschapscomponenten om de volgende generatie talenten op te leiden, met inbegrip van het ontwerp en de uitvoering van programma’s waaraan het EIT-label 3 is toegekend, met name op master- en doctorsniveau;

    ·activiteiten ter ondersteuning van innovatie om innovatieve producten, processen en diensten te ontwikkelen die specifieke zakelijke mogelijkheden openen;

    ·activiteiten om de oprichting van bedrijven en het bedrijfsleven te ondersteunen, zoals acceleratorprogramma's om ondernemers te helpen hun ideeën in succesvolle projecten om te zetten en het groeiproces te versnellen.

    De KIG’s zijn dynamische innovatie-ecosystemen die een grote verscheidenheid van resultaten opleveren (zie figuur 1).

    Figuur 1: Resultaten van het EIT tot dusver, bron: EIT

    Onderwijs/opleiding, talent en de ontwikkeling van vaardigheden vormen de kern van het EIT-model. Geen enkele andere EU-actie op het gebied van innovatie betrekt het hoger onderwijs sterker bij de innovatiewaardeketen dan het EIT. De onderwijsagenda van het EIT is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van hooggeschoolde innovatoren met veel zin voor ondernemerschap. In 2017 hadden meer dan 1 700 personen met succes een master- en/of doctorsprogramma met een EIT-label voltooid en duizenden mensen hebben deelgenomen aan onderwijsactiviteiten en formats op het gebied van ondernemerschap en innovatie.

    De nadruk op wereldwijde uitdagingen via de integratie binnen de kennisdriehoek onderscheidt het EIT van andere innovatie-instrumenten. Door KIG's maximaal 15 jaar te subsidiëren verwezenlijkt het EIT zijn langetermijndoelstelling: wereldwijde uitdagingen met behulp van innovatieve producten en diensten aangaan en onze samenleving en burgers concrete voordelen verschaffen. Het EIT heeft ook als doelstelling voor de KIG’s vastgesteld dat ze na 15 jaar financieel duurzaam moeten zijn: een uniek kenmerk dat een bedrijfs- en resultaatgericht innovatie-instrument oplevert. De KIG’s moeten in dit verband inkomstengenererende strategieën ontwikkelen en uitvoeren om hun innovatie-ecosysteem ook na afloop van de subsidieovereenkomsten in stand te kunnen houden.

    De EIT-aanpak draagt bij tot zowel incrementele als disruptieve innovaties om tekortkomingen van de markt doeltreffend aan te pakken en bedrijfstakken te helpen transformeren. Dankzij deze aanpak is het mogelijk niet alleen bedrijfsstrategieën voor de lange termijn te ontwikkelen om wereldwijde problemen aan te pakken, maar ook de kadervoorwaarden te creëren die essentieel zijn voor de groei van een goed functionerend innovatie-ecosysteem en de voorspoedige ontwikkeling van innovatie.

    Het EIT biedt een efficiënt en doeltreffend platform voor het opstarten, het opschalen en het beheren van KIG’s met sterke netwerkeffecten en positieve overloopeffecten (zie figuur 2). De in 2009 gelanceerde eerste generatie KIG’s (EIT Digital, EIT Climate-KIC en EIT InnoEnergy) is tot volle ontplooiing gekomen en na 2024 zullen de kaderpartnerschapsovereenkomsten worden beëindigd conform de maximale looptijd van de subsidie. De tweede en de derde generatie KIG’s (EIT Health en EIT Raw Materials (2014), EIT Food (2016)) zijn in volle ontwikkeling. EIT Urban Mobility en EIT Manufacturing, de twee in december 2018 aangewezen KIG’s, beginnen hun activiteiten in 2019.

    Figuur 2: EIT-kennis- en innovatiegemeenschappen, bron: Europese Commissie

    Via de acht KIG’s met meer dan 1 000 partners uit het bedrijfsleven, de onderzoekswereld en het onderwijs vormt het EIT het grootste door de EU ondersteunde innovatie-ecosysteem. Het EIT heeft steun aan meer dan 1 200 startende en innovatieve ondernemingen verleend, wat meer dan 890 miljoen EUR aan door deze ondernemingen aangetrokken externe financiering en meer dan 6 000 door de ondersteunde startende ondernemingen gecreëerde banen heeft opgeleverd. Meer dan 50 % van de KIG-partners is afkomstig uit het bedrijfsleven (industrie, kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen), wat een indicator van de marktgerichtheid is. De toename van het aantal partners van elke KIG bewijst de aantrekkelijkheid en het langetermijnpotentieel van het EIT-model. In 2019 zullen meer dan 600 bedrijven, 250 instellingen voor hoger onderwijs, 200 onderzoeksorganisaties en meer dan 50 maatschappelijke organisaties en autoriteiten bij de KIG’s van het EIT betrokken zijn.

    In het licht van de aanhoudende regionale verschillen in innovatieprestaties heeft het EIT in 2014 een regionale innovatieregeling (Regional Innovation Scheme (RIS)) opgezet om zijn regionale bereik uit te breiden tot bescheiden en gematigd innoverende landen. Via het RIS heeft het EIT zijn activiteiten in heel Europa uitgebreid en biedt het nu regio's met geringe innovatieprestaties de mogelijkheid deel te nemen aan activiteiten op het gebied van de kennisdriehoek als onderdeel van een KIG. Dit komt ook tot uiting in het aandeel van de EIT-financiering dat aan partners uit de EU-13 wordt toegewezen (8,3 % vergeleken met 4,8 % in het kader van Horizon 2020 vanaf 2018).

     

    Figuur 3: Het EIT in Europa, bron: EIT, 2018

    Conform de EIT-verordening is het EIT erin geslaagd flexibel te blijven en de governancebeginselen en -regels te ontwikkelen voor een succesvol beheer van de KIG’s binnen het overkoepelende kader van Horizon 2020. Dankzij zijn operationele onafhankelijkheid heeft het EIT een aantal nieuwigheden bij het beheer van zijn begunstigden kunnen testen en effectief uitvoeren, zoals een concurrerend financieringsmechanisme, streefcijfers op het gebied van financiële duurzaamheid en specifieke kernprestatie-indicatoren.

    1.3.Belangrijke uitdagingen

    Het EIT maakt deel uit van het algemene kader van Horizon Europa dat onder meer tot doel heeft wetenschappelijke, economische, technologische en maatschappelijke effecten te sorteren om de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de Unie te versterken; de strategische beleidsprioriteiten van de Unie uit te voeren, het concurrentievermogen in alle lidstaten te verbeteren (onder meer in de industrie) en bij te dragen tot het aangaan van wereldwijde uitdagingen (waaronder de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling). Deze doelstellingen kunnen alleen worden verwezenlijkt als wordt tegemoetgekomen aan de aanhoudende behoefte om de innovatiecapaciteit in de hele Unie te vergroten. Er zijn met name drie uitdagingen voor de EU die de activiteiten van het EIT in 20212027 zullen sturen, zoals ook blijkt uit de algemene doelstellingen van het EIT.

    Ten eerste worden de huidige economieën steeds meer aangedreven door de vaardigheden en capaciteiten van mensen en organisaties om ideeën in producten en diensten om te zetten. Vaardigheden op het gebied van innovatie en een ondernemingscultuur maken momenteel het verschil, vooral op technologisch en wetenschappelijk gebied, maar in toenemende mate ook in andere disciplines. Er is een grote behoefte om de innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in Europa verder te versterken. Het EIT is uniek geplaatst om deze doelstelling in het kader van Horizon Europa te verwezenlijken.

    Ten tweede is fysieke nabijheid een belangrijke faciliterende factor voor innovatie. Initiatieven om innovatienetwerken te ontwikkelen en diensten te verlenen die de creatie, de uitwisseling en de overdracht van kennis ondersteunen, spelen een sleutelrol bij het bevorderen van de interactie tussen bedrijven, de academische wereld, onderzoeksorganisaties, overheden en individuele personen. Uit het jaarlijkse Europese innovatiescorebord blijkt echter dat de prestaties op het gebied van onderzoek en innovatie in de hele EU sterk uiteenlopen. Het is van cruciaal belang dat innovatie inclusief is en lokale wortels heeft. Dankzij hun “plaatsgebonden” benadering zijn EIT-activiteiten zeer geschikt om lokale innovatie-ecosystemen te helpen versterken.

    Ten slotte vergen solide innovatie-ecosystemen een mix van kennis, infrastructuur en talent. Er moet voorzien worden in randvoorwaarden voor samenwerking tussen onderzoek, onderwijs en innovatie in Europa en er moet voor sterke synergie worden gezorgd om te waarborgen dat de schaarse middelen zinvol en efficiënt in onderzoek en innovatie worden geïnvesteerd. Het verdiepen van de integratie binnen de kennisdriehoek door bestaande en nieuwe KIG’s is een leidend beginsel voor het EIT en een doeltreffend gebleken manier om een gunstig klimaat voor innovatie te bevorderen.

    2.De lat hoger leggen: het EIT in 2021-2027

    Het EIT zal als integraal onderdeel van het programma Horizon Europa bijdragen aan de verwezenlijking van de overkoepelende doelstellingen en prioriteiten van het programma. De KIG’s zullen deel uitmaken van de geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen, d.w.z. dat ze zich zullen laten leiden door een reeks beginselen en levenscycluscriteria om een meer samenhangende, open en effectgerichte aanpak te waarborgen. De algemene doelstellingen van het EIT weerspiegelen daarom de algemene rol van het EIT binnen Horizon Europa en de plaats van het EIT in de [pijler “Innovatief Europa”].

    2.1.Doelstellingen

    De overkoepelende werkterreinen van het EIT zijn vastgesteld in het [voorstel voor Horizon Europa]. Het EIT zal zijn kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s) blijven ondersteunen om de innovatie-ecosystemen te versterken die de wereldwijde uitdagingen helpen aangaan. Het zal dit doen door zowel de onderlinge integratie van onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven te bevorderen — waardoor gunstige omgevingen voor innovatie worden gecreëerd — als een nieuwe generatie ondernemers te steunen en de oprichting van innovatieve bedrijven in nauwe synergie en complementariteit met de Europese Innovatieraad te stimuleren. Daarbij zal het EIT met name:

    1)duurzame innovatie-ecosystemen in heel Europa versterken;

    2)innovatie en ondernemerschap via beter onderwijs bevorderen;

    3)nieuwe oplossingen voor wereldwijde uitdagingen op de markt brengen.

    Gezien de uitdagingen waarmee het EIT wordt geconfronteerd (zie punt 1.3.), en met het oog op de verwezenlijking van de bovengenoemde overkoepelende doelstellingen van het EIT in het kader van het [voorstel voor Horizon Europa], streeft het EIT tijdens de periode 20212027 de volgende specifieke doelstellingen na:

    a)het effect van de KIG’s en de integratie binnen de kennisdriehoek vergroten;

    b)de innovatiecapaciteit van het hoger onderwijs vergroten door institutionele veranderingen binnen instellingen voor hoger onderwijs te bevorderen;

    c)het regionale bereik van het EIT vergroten om de regionale ongelijkheden op het gebied van innovatiecapaciteit in de hele EU aan te pakken.

    2.2.Plaats van het EIT binnen Horizon Europa

    Door deze doelstellingen te verwezenlijken, zal het EIT bijdragen aan de algehele verwezenlijking van de wetenschappelijke, economisch-technologische en maatschappelijke effecten van Horizon Europa. Het EIT zal de innovatie-ecosystemen die de wereldwijde uitdagingen helpen aangaan, blijven versterken door de integratie van de kennisdriehoek in de activiteiten van de KIG’s te bevorderen. Het proces van strategische planning in het kader van Horizon Europa zal voor een betere coördinatie tussen de EIT-activiteiten en de rest van Horizon Europa zorgen. Gezien zijn uitstekende staat van dienst zal het EIT een belangrijke rol spelen binnen de pijler “Innovatief Europa”.

    Sterke synergie tussen het EIT en de Europese Innovatieraad zal cruciaal zijn voor de impact van de pijler [“Innovatief Europa”]. Het EIT en de Europese Innovatieraad zullen complementaire activiteiten ontplooien om de steun voor innovatieve ondernemingen te stroomlijnen. Op basis van de deskundigheid van de KIG’s zal het EIT voor diensten en opleidingen voor bedrijfsacceleratie zorgen voor begunstigden die financiering van de Europese Innovatieraad ontvangen.

    Het EIT zal voorts de toegang van begunstigden van de Europese Innovatieraad tot innovatie-ecosystemen van de KIG’s en tot relevante actoren van de kennisdriehoek bevorderen. Zo kunnen de begunstigden van de Europese Innovatieraad actief bij de activiteiten van de KIG’s worden betrokken en van de diensten van de KIG’s profiteren. Tegelijkertijd zullen EIT-begunstigden van de instrumenten van de Europese Innovatieraad gebruik kunnen maken, wanneer steun van KIG's van het EIT mogelijk niet beschikbaar is. De Europese Innovatieraad kan door KIG's ondersteunde startende ondernemingen met een hoog groeipotentieel bijstand verlenen om snel op te schalen. Met name kunnen de meest innovatieve door KIG’s gesteunde ondernemingen — indien zij in het kader van de Europese Innovatieraad worden geselecteerd — profiteren van de door de Accelerator van de Europese Innovatieraad verleende gemengde financiering en/of van de door de InvestEU-instrumenten geboden financiële steun.

    Het EIT zal ook zorgen voor meer synergie met programma’s en initiatieven in het kader van de pijler [“Excellente wetenschap”] om de overdracht van kennis uit fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar concrete voor de samenleving nuttige toepassingen te versnellen. Wat de Marie Skłodowska-Curie-acties (MSCA) betreft, zal het EIT met name meewerken aan de ontwikkeling van de vaardigheden op het gebied van innovatie en ondernemerschap van MSCA-bursalen.

    Het EIT zal bijdragen tot de pijler [“Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen”] en relevante activiteiten aanvullen om wereldwijde uitdagingen aan te gaan en het concurrentievermogen van de EU wereldwijd te versterken. Het EIT zal met name via de KIG’s bijdragen tot relevante missies, thematische clusters en andere Europese partnerschappen door vooral maatregelen aan de vraagzijde te ondersteunen en exploitatiediensten te verlenen om de overdracht van technologie te stimuleren en de commercialisering van resultaten te versnellen.

    Het EIT zal zorgen voor samenhang met het onderdeel Europese innovatie-ecosystemen van Horizon Europa. Het EIT zal met name actief deelnemen aan de activiteiten van het forum van de Europese Innovatieraad en links leggen tussen de EIT-gemeenschap en relevante activiteiten ter ondersteuning van innovatie-ecosystemen om dubbel werk te voorkomen en voor samenhang en complementariteit van de activiteiten te zorgen.

    Er zal ook worden nagegaan of synergie mogelijk is tussen het onderdeel “Delen van excellentie” van Horizon Europa en de door het EIT ondersteunde outreach-activiteiten. Net als doelgroep voor de outreach-activiteiten van het EIT, zullen de doellanden van het onderdeel “Delen van excellentie” van Horizon Europa met name de deskundigheid en steun van het EIT kunnen gebruiken om downstream-activiteiten (d.w.z. activiteiten dichtbij de markt) te ontwikkelen.

    3.Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren

    De versterking van de rol van het EIT — door de nadruk te leggen op acties waarbij het EIT een meerwaarde op EU-niveau oplevert en tot de verwezenlijking van de doelstellingen van Horizon Europa bijdraagt — zal als leidraad dienen voor de EIT-strategie voor 20212027. Ten eerste zal het EIT de innovatiecapaciteit en -ecosystemen blijven steunen door de KIG's verder te ontwikkelen en uit te breiden en door nieuwe KIG’s op te zetten. Ten tweede zal het EIT — op basis van de ervaringen met de integratie binnen de kennisdriehoek — rechtstreeks steun verlenen aan de ontwikkeling van de ondernemers- en innovatiecapaciteit in het hoger onderwijs. Ten slotte zal het EIT doeltreffender transversale maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het op EU-niveau meer effect sorteert. Bovendien zal het EIT zijn activiteiten op een aantal gebieden verbeteren met het oog op meer doeltreffendheid, efficiëntie en effect.

    3.1.Kennis- en innovatiegemeenschappen

    1)Steun voor bestaande KIG’s

    De integratie binnen de kennisdriehoek door het EIT en de KIG’s op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau zal van cruciaal belang blijven om innovatie-ecosystemen te versterken en duurzaam te maken en om nieuwe oplossingen voor wereldwijde uitdagingen te vinden. Het EIT zal een portefeuille van KIG’s blijven ondersteunen (zie figuur 2) en het succesvolle platform voor het opstarten, uitbreiden en beheren van KIG's verder versterken. De KIG’s zullen blijven opereren via colocatiecentra (CLC). De KIG’s zullen naar financiële duurzaamheid blijven streven om op lange termijn (uiterlijk na 15 jaar) financieel onafhankelijk van de EIT-subsidie te worden door publieke en particuliere investeringen ten volle te benutten.

    Het EIT zal een groot deel van zijn begroting besteden aan steun voor de KIG’s. Het zal hun prestaties monitoren en analyseren en ervoor zorgen dat zij de doelstellingen van het EIT en van het programma Horizon Europa verwezenlijken. Naast financiële steun zal het EIT — op basis van de opgedane ervaringen — voor strategisch toezicht ten behoeve van de KIG’s en voor richtsnoeren over horizontale en specifieke kwesties zorgen, onder meer over de ontwikkeling van synergie binnen Horizon Europa en met andere EU-initiatieven. Het EIT zal met name KIG’s ondersteunen bij het ontwikkelen van interfaces en het bevorderen van gezamenlijke activiteiten met relevante Europese partnerschappen en andere relevante initiatieven en programma’s van de Unie.

    Het EIT zal ook toezien op de toekenning van het EIT-label aan onderwijs- en opleidingsprogramma’s van de KIG’s en nagaan of een doeltreffender mechanisme voor kwaliteitsborging kan worden ontwikkeld, met inbegrip van externe erkenning en accreditatie voor het EIT-label.

    Het EIT zal het delen van diensten en de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken tussen KIG’s vergemakkelijken en de samenwerking tussen KIG's (bij activiteiten waarbij verschillende KIG’s betrokken zijn) rond thematische en horizontale thema’s bevorderen. Activiteiten waarbij verschillende KIG’s betrokken zijn, hebben vooral veel potentieel wanneer tal van KIG’s al rond gemeenschappelijke beleidsprioriteiten van de EU werken waarvoor geen specifieke KIG’s bestaan. Het samenbrengen van de verschillende KIG’s in het kader van specifieke gezamenlijke acties met voordeel voor alle deelnemers biedt een groot synergiepotentieel. Het EIT zal dergelijke activiteiten stimuleren en een actieve rol spelen bij het bepalen van de inhoud en de structuur van de activiteiten waarbij verschillende KIG’s betrokken zijn. Het EIT zal op de uitvoering van dergelijke activiteiten en op de resultaten toezien om die activiteiten tot een integraal onderdeel van de strategieën van de KIG’s te maken.

    2)De regionale impact van de KIG’s vergroten

    Het EIT zal zijn regionale impact verder vergroten door meer openheid ten aanzien van potentiële partners en belanghebbenden en een beter geformuleerde regionale strategie voor de KIG’s, met inbegrip van links naar de relevante strategieën voor slimme specialisatie.

    De regionale innovatieregeling van het EIT (EIT Regional Innovation Scheme, EIT RIS), die door het EIT wordt aangestuurd en door de KIG’s wordt uitgevoerd, is tot op heden op vrijwillige basis gerund. Vanaf 2021 zal het EIT RIS een integraal onderdeel worden van de meerjarige strategie van de KIG’s. Het EIT zal advies en steun aan de KIG’s blijven verlenen bij de voorbereiding en de uitvoering van meerjarige EIT RIS-strategieën. De EIT RIS-activiteiten zullen worden voortgezet met verbeterde steun voor de innovatiecapaciteit van landen en regio’s die op het gebied van innovatie onderpresteren. Het EIT-budget voor de uitvoering van EIT RIS-activiteiten zal ten minste 10 % van de totale financiële steun van het EIT voor de KIG’s bedragen, waardoor het aantal KIG-partners uit de beoogde regio’s zal toenemen. De via de EIT RIS gesteunde activiteiten hebben tot doel:

    de innovatiecapaciteit van het plaatselijke ecosysteem te verbeteren door middel van activiteiten ter bevordering van de capaciteitsopbouw en een nauwere interactie tussen de lokale innovatieactoren (clusters, netwerken, regionale autoriteiten, instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties en instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding);

    lokale innovatie-ecosystemen te koppelen aan pan-Europese innovatie-ecosystemen via de samenwerking met EIT-KIG’s en hun colocatiecentra.

    Om de KIG’s beter te integreren in de lokale innovatie-ecosystemen zal elke KIG bovendien een strategie moeten ontwikkelen en uitvoeren om de betrekkingen met regionale en lokale innovatieactoren aan te halen. Het EIT zal actief toezicht houden op de uitvoering van die strategie. Er moet een “plaatsgebonden” benadering van innovatie die voortbouwt op de colocatiecentra (en EIT RIS) van de KIG's, worden geïntegreerd in de meerjarige strategie en het businessplan van de KIG's, zodat hun rol als toegangspoort voor toegang tot een KIG en interactie met partners op dezelfde locatie ten volle kan worden benut. De KIG’s moeten links leggen met lokale strategieën voor slimme specialisatie en met de activiteiten van relevante thematische platforms en interregionale initiatieven, met inbegrip van de beheersautoriteiten van de ESI-fondsen. Het EIT zal ook nagaan hoe de colocatiecentra functioneren en hoe ze zich in de lokale innovatie-ecosystemen integreren.

    3)Nieuwe KIG’s opstarten

    Om nieuwe wereldwijde uitdagingen te helpen aangaan, zal het EIT op prioritaire gebieden nieuwe KIG’s opstarten die zijn geselecteerd op basis van criteria die — naast andere aspecten — de relevantie ervan voor de beleidsprioriteiten van Horizon Europa beoordelen, evenals het potentieel en de toegevoegde waarde ervan via het EIT-model. Bij het opstarten van nieuwe KIG’s zal rekening worden gehouden met de strategische planning van Horizon Europa en het budget dat voor de periode 20212027 aan het EIT is toegewezen. De in bijlage III bij de [verordening betreffende Horizon Europa] vastgestelde selectiecriteria voor Europese partnerschappen zullen in de KIG-oproep tot het indienen van voorstellen worden opgenomen en tijdens de evaluatie worden beoordeeld.

    De lijst van prioritaire gebieden voor toekomstige KIG’s is opgenomen in bijlage 1A bij deze SIA.

    Op basis van een voorstel van de raad van bestuur van het EIT en een analyse van dat voorstel wordt voorgesteld in 2022 een eerste KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector op te starten met een in 2021 te publiceren oproep tot het indienen van voorstellen. Dit prioritaire gebied heeft de sterkste complementariteit met de acht reeds door het EIT opgestarte KIG’s en met de potentiële prioritaire gebieden voor andere in het kader van Horizon Europa op te starten Europese partnerschappen. De culturele en creatieve sector is een sector met een groot groeipotentieel, veel initiatieven aan de basis en een grote aantrekkingskracht voor de burgers. De sector is sterk verweven met de lokale en regionale ecosystemen. De sector is echter nog steeds erg gefragmenteerd en het ontbreekt innovatoren en oprichters van bedrijven aan de nodige vaardigheden op het gebied van ondernemerschap en innovatie. Deze knelpunten kunnen het best door een KIG worden verholpen, omdat KIG's naar integratie binnen de kennisdriehoek streven, over een langetermijnperspectief beschikken en voor een plaatsgebonden benadering kiezen. Een factsheet met een samenvatting van de uitdagingen voor de culturele en creatieve sector en het verwachte effect van de toekomstige KIG is opgenomen in bijlage 1B bij deze SIA.

    Op basis van de voorgestelde begroting voor het EIT zou in 2025 een tweede nieuwe KIG kunnen worden opgestart met een in 2024 te publiceren oproep tot het indienen van voorstellen, nadat bijlage 1A is gewijzigd om een nieuw prioritair gebied/nieuwe prioritaire gebieden toe te voegen. Het prioritaire gebied zal/de prioritaire gebieden zullen worden geselecteerd in het licht van de voorstellen van de raad van bestuur van het EIT. Bij deze voorstellen zal rekening worden gehouden met de in het strategische onderzoeks- en innovatieplan van Horizon Europa vast te stellen prioritaire gebieden en met de criteria voor de selectie van Europese partnerschappen, met name openheid, transparantie, Europese meerwaarde, samenhang en synergie. De criteria voor de selectie van nieuwe KIG’s zullen in overeenstemming worden gebracht met die van Horizon Europa. Ze zullen ook de verwezenlijking van beleidsprioriteiten van de EU ondersteunen, zoals missies en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. Er kunnen nog andere nieuwe KIG’s worden geselecteerd, als er extra begrotingsmiddelen — naast die van het EIT — beschikbaar komen.

    Het EIT zal:

    ·de innovatie-ecosystemen versterken door steun aan bestaande KIG’s te blijven verlenen om via de integratie binnen de kennisdriehoe wereldwijde uitdagingen aan te gaan;

    ·nauwere samenwerking tussen de KIG’s bevorderen rond thema's die van strategisch en beleidsmatig belang zijn, en de gebieden voor deze samenwerking vaststellen;

    ·ervoor zorgen dat de KIG’s een strategie ontwikkelen en uitvoeren met het oog op samenwerking en synergie met relevante Europese partnerschappen en andere relevante initiatieven en -programma’s van de Unie;

    ·ervoor zorgen dat de KIG’s een inclusieve aanpak hanteren om hun betrekkingen met nationale, regionale en lokale actoren op het gebied van innovatie aan te halen;

    ·ervoor zorgen dat de EIT RIS-activiteiten meer regionaal effect sorteren en volledig in de meerjarige strategieën van de KIG’s worden geïntegreerd;

    ·nieuwe KIG’s opstarten met betrekking tot geselecteerde thematische gebieden van strategisch belang, te beginnen met een KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector in 2022.

    3.2.De innovatiecapaciteit van het hoger onderwijs ondersteunen

    Door de integratie binnen de kennisdriehoek heeft het EIT de aanhoudende kloof tussen hoger onderwijs, onderzoek en innovatie helpen overbruggen. Het EIT is met name een belangrijk instrument voor de ontwikkeling van menselijk kapitaal doordat het zich specifiek richt op onderwijs in ondernemerschap. Het effect van het EIT blijft echter beperkt tot de partners van de KIG’s.

    Om innovatie op grotere schaal te ondersteunen moeten de instellingen voor hoger onderwijs in Europa innovatief en ondernemingsgezind zijn in hun benadering van onderwijs en onderzoek en in hun samenwerking met het bedrijfsleven en het ruimere lokale innovatie-ecosysteem, met inbegrip van het maatschappelijk middenveld.

    De ontwikkeling van instellingen voor hoger onderwijs tot meer innovatieve en ondernemingsgezinde organisaties vergt een duidelijke strategie, een methodologisch kader en toezegging van middelen. Op basis van zijn ervaringen is het EIT bij uitstek geschikt om de ontwikkeling van de ondernemers- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in het kader van Horizon Europa te ondersteunen.De activiteiten zullen door het EIT via de KIG’s op een open en doelgerichte manier worden uitgevoerd om de innovatiecapaciteit in het hoger onderwijs te vergroten en zo een groter aantal instellingen voor hoger onderwijs in de innovatiewaardeketens en ecosystemen te integreren. Deze activiteiten vormen een aanvulling op de activiteiten van het EIT op het gebied van onderwijs als kernonderdeel van de KIG-activiteiten ter bevordering van de integratie binnen de kennisdriehoek, met name door deze meer open en toegankelijk te maken voor niet-partners van de KIG’s. De impact van het EIT zou verder reiken dan de KIG’s en bijdragen tot de kerntaak van het EIT, namelijk duurzame economische groei en concurrentievermogen stimuleren door de innovatiecapaciteit van de lidstaten te versterken conform de doelstellingen van Horizon Europa om de ondernemers- en innovatievaardigheden in het kader van een leven lang leren te bevorderen, met inbegrip van het vergroten van de capaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in heel Europa.

    De EIT-steun zal voortbouwen op beleidsinitiatieven zoals het HEInnovate-kader 4 en het RIIA-kader 5 , die in een aantal lidstaten en instellingen voor hoger onderwijs in de hele EU hun waarde hebben bewezen. Het EIT zal de ondersteunende activiteiten in nauwe samenwerking met de Commissie ontwerpen en voor samenhang en complementariteit zorgen met relevante activiteiten in het kader van Horizon Europa, Erasmus en andere programma’s. De specifieke details van het uitvoeringsmechanisme zullen tijdens de eerste drie jaar verder worden ontwikkeld en verfijnd en tijdens deze proeffase worden gemonitord en geëvalueerd, voordat ze verder worden opgeschaald.

    Het EIT zal een aansturende en coördinerende rol spelen bij de uitvoering van en het toezicht op de activiteiten van de KIG’s. Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan: een inclusieve benadering om andere instellingen voor hoger onderwijs dan de partners van de KIG’s aan te trekken; een interdisciplinaire en intersectorale benadering; en een link met de strategie voor slimme specialisatie van de Europese Commissie, relevante thematische platforms en het EIT RIS.

    Het EIT zal zijn steun voor de ontwikkeling van de innovatiecapaciteit in het hoger onderwijs koppelen aan het EIT-label, dat momenteel wordt toegekend aan de onderwijsprogramma’s van de KIG’s. Deelnemende instellingen voor hoger onderwijs kunnen met name worden betrokken bij het gebruik van het EIT-label. Het EIT zal het EIT-label ook uitbreiden tot activiteiten op het gebied van een leven lang leren waarbij een bredere doelgroep van studenten, lerende volwassenen en instellingen (met inbegrip van instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding) buiten de KIG’s wordt betrokken en bereikt Het gebruik van het label buiten de EIT-gemeenschap zal op alle niveaus (individueel, programma en instelling) een meer structurerend effect hebben.

    Het EIT zal zich met name richten op instellingen voor hoger onderwijs uit landen die gematigde en bescheiden innovatoren zijn, en uit andere zwak presterende regio's die hun innovatie-voetafdruk en hun strategieën voor slimme specialisatie willen versterken. Het EIT zal aan deze maatregel ten minste 25 % van het totale aan deze activiteiten toegewezen budget toewijzen.

    Het EIT zal:

    ·in samenwerking met de Commissie activiteiten ontwerpen en opstarten om de ontwikkeling van de innovatiecapaciteit in het hoger onderwijs te bevorderen. Deze activiteiten zullen vanaf 2021 via de KIG’s worden uitgevoerd;

    ·een outreachprogramma introduceren om instellingen voor hoger onderwijs uit landen die gematigde en bescheiden innovatoren zijn, te stimuleren hun innovatiecapaciteit te ontwikkelen;

    ·specifieke begeleiding, deskundigheid en coaching bieden aan deelnemende instellingen voor hoger onderwijs;

    ·het bereik van het EIT-label versterken en uitbreiden buiten de KIG's tot de instellingen voor hoger onderwijs die aan de actie deelnemen.

    3.3.Transversale activiteiten van het EIT

    1)Communicatie

    Het EIT zal zijn communicatie en zichtbaarheid versterken. Met een toenemend aantal KIG’s en een nieuwe actie ter ondersteuning van de ondernemerszin van instellingen voor hoger onderwijs zal het EIT meer inspanningen leveren om zijn erkenning als kwaliteitsmerk voor innovatie te vergroten. Dit merkbeheer en deze verbeterde communicatie zijn vooral ten aanzien van de burgers van cruciaal belang, aangezien de door het EIT gegenereerde innovaties ertoe bijdragen de concrete impact van EU-investeringen via het Europees kaderprogramma voor onderzoek en innovatie aan te tonen. Het EIT zal een verbeterde brandingstrategie toepassen ten aanzien van zijn belangrijkste belanghebbenden (instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, bedrijven enz.) in alle lidstaten en daarbuiten, in overeenstemming met de benadering van communicatie in het kader van Horizon Europa.

    Om een ruimere verspreiding en een beter begrip van de door het EIT geboden mogelijkheden te waarborgen, zal het EIT nagaan of het mogelijk is de begeleiding en bijstand met betrekking tot de deelname aan EIT-KIG’s in heel Europa te versterken door voort te bouwen op bestaande informatienetwerken in heel Europa.

    Om ervoor te zorgen dat een grote groep belanghebbenden in de hele kennisdriehoek op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau op de hoogte is van alle oproepen en gefinancierde projecten van het EIT (en de KIG’s) zullen deze oproepen en projecten ook op het European Funding and Tender Opportunities Portal verschijnen (onder Horizon Europa).

    Het EIT zal op gezette tijden — en ten minste twee kaar per jaar — bijeenkomsten organiseren van de groep vertegenwoordigers van de lidstaten en de betrokken diensten van de Commissie om voor een passende informatiestroom en communicatie met de lidstaten en op EU-niveau te zorgen en om de betrokkenen op de hoogte te houden van de prestaties en de resultaten van de door het EIT gefinancierde activiteiten. De groep vertegenwoordigers van de lidstaten zal ook voor passende ondersteuning zorgen om contacten te leggen tussen door het EIT gesteunde activiteiten en nationale programma’s en initiatieven, met inbegrip van de mogelijke nationale medefinanciering van die activiteiten.

    Het EIT zal het EIT-forum van belanghebbenden en de EIT Awards blijven beheren om de interactie met Europese actoren van de kennisdriehoek te bevorderen en de meest veelbelovende ondernemers en innovatoren in Europa te erkennen.

    Het EIT zal de alumnigemeenschap van het EIT 6 (in samenwerking met de raad van bestuur van de alumnigemeenschap van het EIT) blijven aansturen en in strategisch opzicht adviseren om het effect op het ondernemerschap, de maatschappelijke impact en de permanente betrokkenheid van de leden bij door het EIT ondersteunde activiteiten te maximaliseren. In de periode 20212027 zal de alumnigemeenschap blijven groeien en ook de alumni omvatten die deelnemen aan de acties ter ondersteuning van de innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs.

    2)Goede praktijken met belanghebbenden opsporen en delen

    Het EIT speelt een sleutelrol bij de verspreiding van goede praktijken en ervaringen. De KIG’s en de projecten ter ondersteuning van de innovatie- en ondernemingscapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs vormen een waardevolle bron van informatie en experimenteel leren voor beleidsmakers, omdat ze voorbeelden van goede praktijken en steun bieden bij de ontwikkeling en de uitvoering van EU-beleid op hun thematische gebieden.

    Tot dusver zijn de goede praktijken en de lessen van de KIG’s onvoldoende gecodificeerd en niet doeltreffend verspreid. In zijn ondersteunende functie als kennispartner voor beleidsmakers en de hele innovatiegemeenschap zal het EIT zijn rol als instituut voor innovatie verder ontwikkelen, een instituut dat in staat is innovatieve praktijken, ervaringen en resultaten van door het EIT gefinancierde activiteiten (onderwijs & opleiding, ondersteuning van innovatie en ondernemerschap) op te sporen, te analyseren, te codificeren, te delen en op grotere schaal ingang te doen vinden. Deze activiteit zal voortbouwen op de verbanden en synergie met de andere initiatieven in het kader van de [pijler “Innovatief Europa”] van het [voorstel voor Horizon Europa].

    3)Internationale samenwerking

    Binnen het toepassingsgebied van de EIT-verordening zal het EIT streven naar een groter effect van zijn activiteiten door middel van internationale samenwerking en het zal internationale, door het EIT gefinancierde activiteiten van de KIG’s coördineren. De belangrijkste activiteiten van het EIT zullen nauw worden afgestemd op relevante doelstellingen van het industriebeleid van de Europese Unie en op de prioriteiten van de Unie op het gebied van onderzoek en innovatie. Bovendien zal voor een Europese meerwaarde worden gezorgd.

    Bij de internationale samenwerking zal het EIT — in overleg met de Commissie — er vooral naar streven wereldwijde maatschappelijke uitdagingen doeltreffend aan te gaan, een bijdrage tot relevante internationale initiatieven en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te leveren en de toegang tot talent en een grotere vraag naar en een groter aanbod aan innovatieve oplossingen te waarborgen. Het EIT en de KIG’s zullen hun internationale activiteiten plannen en uitvoeren in nauwe samenwerking met de Commissie, conform Horizon Europa en andere relevante EU-beleidsmaatregelen en onder toezicht van de raad van bestuur van het EIT.

    Het EIT zal:

    ·zijn zichtbaarheid verbeteren door middel van een sterkere brandingstrategie ten aanzien van de belangrijkste belanghebbenden in de lidstaten;

    ·zorgen voor de zichtbaarheid van de steun van de Europese Unie;

    ·nagaan of het haalbaar is bestaande EU-informatienetwerken te gebruiken en hun activiteiten te coördineren met het oog op beter advies aan en een betere begeleiding van potentiële EIT-KIG-partners:

    ·regelmatige bijeenkomsten van de groep vertegenwoordigers van de lidstaten organiseren om te zorgen voor een doeltreffende communicatie en informatiestroom met de lidstaten;

    ·de zichtbaarheid van zijn activiteiten ten aanzien van de burgers en de gemeenschap van belanghebbenden vergroten via het forum van belanghebbenden, de EIT Awards en de EIT-alumni;

    ·lessen en goede praktijken die voortvloeien uit door het EIT gefinancierde activiteiten, opsporen, codificeren en doeltreffend uitwisselen; met de autoriteiten van de EU-lidstaten op nationaal en regionaal niveau samenwerken om een gestructureerde dialoog tot stand te brengen en de inspanningen te coördineren om goede praktijken en lessen op te sporen, te delen en te verspreiden;

    ·de grote lijnen van de internationale samenwerking van het EIT en de KIG’s uitzetten onder toezicht van de raad van bestuur van het EIT, conform de strategie van de Commissie voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie en in overleg met de respectieve diensten van de Commissie.

    3.4.Het EIT en de KIG's efficiënt doen functioneren

    Dit deel bevat een aantal maatregelen om het huidige functioneren van het EIT en de KIG’s aan te passen en te verbeteren. Een doeltreffende en strategische raad van bestuur van het EIT zal toezicht op de uitvoering van die maatregelen op EIT-niveau houden en voor de nodige stimulansen en controle zorgen — onder meer via het proces voor de toewijzing van financiering — om ervoor te zorgen dat de KIG’s de betrokken maatregelen uitvoeren.

    4)Operationeel model van de KIG's

    Om de prestaties en de impact van de KIG's te maximaliseren, zal het EIT operationele richtsnoeren verstrekken aan en toezicht houden op de KIG’s met het oog op de naleving van de beginselen van goed beheer, de beginselen en criteria voor Europese partnerschappen in het kader van de verordening betreffende Horizon Europa en de coördinatie met de prioriteiten van Horizon Europa.

    De maatregelen die tijdens de uitvoering voortdurende openheid van de KIG’s en transparantie waarborgen, zullen worden verbeterd, met name door gemeenschappelijke bepalingen voor nieuwe leden op te nemen die de partnerschappen een meerwaarde verlenen. De KIG's zullen hun activiteiten ook volledig transparant uitvoeren. De KIG’s zullen dynamische partnerschappen blijven waarbij nieuwe partners — waaronder een groeiend aandeel kmo's — zich kunnen aansluiten op basis van excellentie en strategische geschiktheid. Om de concentratie van financiering te beperken en ervoor te zorgen dat de activiteiten van de KIG’s kunnen profiteren van een breed netwerk van partners, zal de procedure voor het opstellen van het businessplan (met inbegrip van de vaststelling van prioriteiten, de selectie van activiteiten en de toewijzing van financiële middelen) transparanter en inclusiever worden gemaakt. Ten slotte zullen de KIG’s het aandeel oproepen verhogen, met name voor innovatieprojecten die openstaan voor derden. Al deze maatregelen zullen leiden tot een toename van het aantal deelnemende entiteiten die bij de activiteiten van de KIG’s betrokken zijn. Ten slotte zouden de KIG’s in hun regelmatige rapportage verslag moeten uitbrengen over de betrokkenheid van nieuwe partners.

    Aangezien KIG’s in de hele innovatiewaardeketen actief zijn, zullen ze in hun businessplan zorgen voor een passend evenwicht tussen activiteiten op het gebied van onderwijs, ondernemerschap en innovatie. De activiteiten van de KIG’s zullen worden uitgevoerd door middel van een slanke, efficiënte en kosteneffectieve structuur die de administratieve en algemene kosten tot een minimum beperkt. Het EIT zal ervoor zorgen dat de KIG’s hun verwachte effecten zullen sorteren via een grote verscheidenheid van in de businessplannen van de KIG's vastgestelde activiteiten, die de verwezenlijking van hun doelstellingen op doeltreffende wijze ondersteunen.

    De verbintenissen van elke KIG-partner tijdens de contractuele duur van het initiatief zullen worden gegarandeerd door de feitelijke bijdragen van de partners regelmatig te vergelijken met de oorspronkelijke verbintenissen. Het EIT zal ervoor zorgen dat de KIG’s beschikken over een risicobeheerssysteem voor gevallen waarin sommige partners niet in staat zijn hun oorspronkelijke verbintenissen na te komen.

    Het EIT zal:

    ·ervoor zorgen dat de KIG’s strikte beginselen van openheid en transparantie toepassen, met name wat betreft de selectie van nieuwe partners en de procedure voor het opstellen van de businessplannen;

    ·ervoor zorgen dat de uitvoering van de KIG’s volledig in overeenstemming is met de respectieve eisen die uit de verordening betreffende Horizon Europa voortvloeien;

    ·zorgen voor een passend evenwicht in de businessplannen tussen de activiteiten van de kennisdriehoek;

    ·ervoor zorgen dat de KIG’s hun administratieve kosten tot een minimum beperken;

    ·ervoor zorgen dat de acht bestaande KIG’s de overgang maken naar de uitvoering van de nieuwe uitvoeringscriteria van Horizon Europa voor Europese partnerschappen.

    5)Financieringsmodel van de KIG's

    Door middel van een slank en vereenvoudigd financieringsmodel zal het EIT het effect en de bijdrage van de KIG’s vergroten bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Horizon Europa. Om de toegevoegde waarde van zijn steun te verhogen, zal het EIT zijn financieringsmodel aanpassen. Er zijn vier belangrijke gebieden waarop het EIT verbeteringen zal doorvoeren.

    Ten eerste zal het EIT een medefinancieringspercentage invoeren om het niveau van de particuliere en publieke investeringen te verhogen. De aanpassing van het financieringsmodel zal de overgang van de KIG's naar financiële duurzaamheid vergemakkelijken. De aanpassing zal de KIG's stimuleren om tijdens de looptijd van de kaderpartnerschapsovereenkomsten het aandeel van de EIT-financiering in hun businessplan geleidelijk te verlagen en tegelijkertijd het niveau van mede-investeringen uit andere bronnen dan het EIT te verhogen. Vaste dalende medefinancieringspercentages zullen van toepassing zijn in alle fasen van de levenscyclus van de KIG’s (opstartfase, aanloopfase, maturiteitsfase, stopzetting van de EIT-subsidie), zoals hieronder uiteengezet.

    Opstartfase

    Aanloopfase

    Maturiteitsfase

    Stopzetting van de EIT-subsidie

    Jaren

    1 – 4

    5 – 7

    8 – 11

    12 – 15

    Medefinancieringspercentage van het EIT

    tot 100 %

    tot 80 %

    tot 70 %

    50 % in jaar 12, met een daling van 10 % per jaar

    Figuur 4: medefinancieringspercentages van het EIT 20212027

    Ten tweede zal het huidige proces voor de toewijzing van subsidies sterker worden afgestemd op competitieve prestaties en resultaten en op het gebruik van meerjarige subsidies. De raad van bestuur van het EIT zal de KIG’s sterkere stimulansen bieden — met name op basis van hun individuele prestaties — om te zorgen voor een zo groot mogelijk effect. Het EIT zal daarom zijn bepalingen inzake competitieve financiering wijzigen om het effect ervan als onderdeel van Horizon Europa te versterken.

    Ten derde zal het EIT strenge regels ter versterking van het evaluatiemechanisme toepassen, voordat de eerste initiële zevenjarige periode van de KIG-activiteiten verstrijkt. Deze tussentijdse evaluatie, die moet worden uitgevoerd met de hulp van externe deskundigen, moet — overeenkomstig de criteria van Horizon Europa voor het toezicht op en de evaluatie van Europese partnerschappen — beantwoorden aan de beste internationale praktijken en vóór het verstrijken van de initiële zevenjarige periode worden uitgevoerd. Op basis van de evaluatie zal de raad van bestuur besluiten de financiële bijdrage aan een KIG voort te zetten of de financiële bijdrage stop te zetten (en dus de kaderpartnerschapsovereenkomst met die KIG niet te verlengen) en de middelen toe te wijzen aan activiteiten die betere resultaten opleveren.

    Ten slotte zal het EIT blijven streven naar vereenvoudiging om onnodige administratieve lasten 7 voor de KIG’s te verminderen, zodat hun jaarlijkse businessplan en meerjarige strategie flexibel en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Er zal onder meer van vaste bedragen of eenheidskosten voor relevante KIG-activiteiten worden gebruikgemaakt. Bovendien zal het EIT — waar nodig — meerjarige subsidieovereenkomsten met de KIG’s sluiten in het kader van de respectieve kaderpartnerschapsovereenkomsten om de middelen, met name van innovatieactiviteiten, beter te plannen en een sterker engagement en langetermijninvesteringen van de deelnemende partners in de activiteiten van de KIG’s te bevorderen. Deze meerjarige subsidieovereenkomsten mogen hoogstens een periode van drie jaar bestrijken.

    Het EIT zal:

    ·een nieuw financieringsmodel toepassen om de partners van de KIG’s tot meer engagement te stimuleren;

    ·het financieringsmodel continu verbeteren door de rapportagevereisten van de KIG’s te vereenvoudigen en — wanneer dit nuttig wordt geacht — meerjarige subsidieovereenkomsten met de KIG’s te sluiten in het kader van de respectieve kaderpartnerschapsovereenkomsten;

    ·het proces voor de toewijzing van competitieve subsidies aanpassen om prestaties en resultaten te belonen;

    ·de prestaties van elke KIG vóór het verstrijken van het zevende jaar van activiteit grondiger evalueren ter ondersteuning van een besluit van de raad van bestuur over de voortzetting of de beëindiging van financiële steun, overeenkomstig het kader van Horizon Europa voor Europese partnerschappen.

    6)De betrekkingen tussen het EIT en de KIG's na de beëindiging van de kaderpartnerschapsovereenkomst

    Na een grondige en onafhankelijke studie in nauwe samenwerking met de Commissie zal het EIT uiterlijk eind 2023 zijn betrekkingen bepalen met KIG’s waaraan de steunsubsidies in de loop van de programmeringsperiode 20212027 worden stopgezet. Als de eindevaluatie positief is, kan het EIT een “memorandum van samenwerking” met elke KIG sluiten met het oog op de voortzetting van de samenwerking na de beëindiging van de kaderpartnerschapsovereenkomst. Dit memorandum moet onder meer de rechten en verplichtingen omvatten met betrekking tot:

    het gebruik van het EIT-merk, de deelname aan de EIT Awards en aan andere door het EIT georganiseerde initiatieven;

    het gebruik van het EIT-label voor onderwijs- en opleidingsprogramma’s;

    de deelname aan competitieve oproepen van het EIT voor activiteiten waarbij verschillende KIG's betrokken zijn, en voor gezamenlijke diensten;

    de betrekkingen met de alumnigemeenschap van het EIT.

    Het EIT zal:

    ·de algemene beginselen ontwikkelen voor de betrekkingen met KIG’s na beëindiging van de kaderpartnerschapsovereenkomst, in overeenstemming met het kader van Horizon Europa voor Europese partnerschappen;

    ·— onder voorbehoud van een positieve eindevaluatie en een besluit van de raad van bestuur — memoranda van samenwerking met de KIG's sluiten om ze als actieve leden van de EIT-gemeenschap te behouden.

    3.5.Synergie en complementariteit met andere programma’s

    Op basis van zijn brede werkingssfeer en specifieke rol is het EIT goed geplaatst om synergie te creëren en voor complementariteit met andere EU-programma’s of -instrumenten te zorgen, onder meer door meer ondersteuning aan de KIG’s te bieden bij hun plannings- en uitvoeringsactiviteiten. De onderstaande lijst bevat concrete voorbeelden van gevallen waarin het EIT op middellange tot lange termijn zal bijdragen tot synergie buiten het kader van Horizon Europa.

    Erasmus

    Erasmus en het EIT zullen voor synergie zorgen tussen hun respectieve gemeenschappen. De samenwerking zal erop gericht zijn de toegang van Erasmus-studenten van instellingen voor hoger onderwijs van KIG-partners, tot zomercursussen van KIG’s of andere relevante opleidingsactiviteiten (bijvoorbeeld op het gebied van ondernemerschap en innovatiebeheer) te waarborgen. Daarnaast zal ernaar gestreefd worden contacten te leggen met het alumninetwerk van de KIG’s.

    De samenwerking kan ook bestaan uit het organiseren van opleidingen door het EIT/KIG’s voor academisch personeel (van alle instellingen voor hoger onderwijs zonder banden met de KIG’s) rond ondernemerschap en innovatie, alsook uit het testen, goedkeuren en opschalen van in het kader van Erasmus-netwerken (zoals de kennisallianties tussen instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven) ontwikkelde innovatieve praktijken door KIG’s en vice versa.

    Waar mogelijk zal voor synergie met het initiatief Europese Universiteiten worden gezorgd om de educatieve activiteiten van het EIT te helpen integreren met de bedoeling een systemisch effect te sorteren.

    Het programma Digitaal Europa (DEP)

    De colocatiecentra van de KIG’s zullen met de Europese digitale-innovatiehubs samenwerken om de digitale transformatie van de industrie en organisaties uit de publieke sector te ondersteunen.

    Nagegaan zal worden of het haalbaar is dat de KIG's in het kader van het DEP ontwikkelde infrastructuur en capaciteit (bijvoorbeeld gegevensbronnen en bibliotheken van algoritmen voor kunstmatige intelligentie; high-performance computing-kenniscentra in de lidstaten) kunnen gebruiken in onderwijs & opleiding en voor test- en demonstratiedoeleinden in het kader van innovatieprojecten.

    Fondsen voor het cohesiebeleid (met name het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds)

    De KIG’s van het EIT zullen via hun colocatiecentra en RIS-entiteiten de regionale en regio-overschrijdende samenwerking tussen de actoren van de kennisdriehoek (onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven) en de beheersautoriteiten promoten in synergie met interregionale samenwerking en investeringen door waardeketens heen op verwante prioritaire gebieden voor slimme specialisatie en in synergie met de werkzaamheden van de thematische platforms voor slimme specialisatie. Het EIT zal ook nagaan of het via de uitwisseling van beste praktijken tot de initiatieven voor de ontwikkeling van vaardigheden in het kader van de fondsen voor het cohesiebeleid kan bijdragen.

    De KIG’s van het EIT zullen de samenwerking met de platforms voor slimme specialisatie bevorderen — met name met de projecten waarin ervaring is opgedaan met de beheersautoriteiten van de fondsen voor het cohesiebeleid — om synergie tussen EIT-middelen, de fondsen voor het cohesiebeleid en andere Europese, nationale en/of regionale programma’s te vergemakkelijken.

    InvestEU

    De KIG’s van het EIT zullen streven naar samenwerking met de InvestEU-advieshub met het oog op technische steun en bijstand voor door de KIG’s gesteunde ondernemingen bij de voorbereiding, de ontwikkeling en de uitvoering van projecten.

    De KIG’s van het EIT zullen — in nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie — bijdragen tot het InvestEU-portaal om investeerders in nauwer contact met door de KIG’s gesteunde ondernemingen te brengen.

    Creatief Europa

    Het nieuwe programma Creatief Europa zal bijzonder relevant zijn voor de activiteiten van een toekomstige KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector. Er zal voor sterke synergie en complementariteit met het programma worden gezorgd op gebieden als creatieve vaardigheden, banen en bedrijfsmodellen.

    Programma voor de eengemaakte markt (Cosme)

    De KIG’s zullen streven naar samenwerking met het Enterprise Europe Network (EEN) en de sectorgroepen ervan om de samenwerking tussen bedrijven, de technologieoverdracht en innovatiepartnerschappen voor ondernemers die hun activiteiten in de hele EU en daarbuiten willen ontwikkelen, te vergemakkelijken. De organisaties van het EEN zullen de activiteiten van de KIG's van het EIT onder hun klanten-kmo's promoten. Het EIT zal nagaan of met de mobiliteitsprogramma’s voor nieuwe ondernemers kan worden samengewerkt om hun ondernemersvaardigheden te verbeteren.

    4.Middelen

    4.1.Benodigd budget

    Het voor de periode 20212027 benodigde budget voor het EIT bedraagt [3 000] miljoen EUR en is gebaseerd op drie hoofdonderdelen: 1) de uitgaven voor de bestaande acht KIG’s (rekening houdend met het feit dat voor drie van deze KIG’s de kaderpartnerschapsovereenkomsten eind 2024 zullen aflopen) en voor het opstarten van twee nieuwe KIG’s (in 2022 en 2025); 2) het opstarten van een nieuwe steun- en coördinatieactie van het EIT; en 3) administratieve uitgaven.

    Ongeveer [2 500] miljoen EUR (83,3 % van de totale EIT-begroting) is bestemd voor de financiering van bestaande en nieuwe KIG’s en omvat [200] miljoen EUR voor de regionale innovatieregeling. Door de invoering van een medefinancieringspercentage zullen de KIG’s naar verwachting nog eens [1 500] miljoen EUR aan andere publieke en particuliere financiering mobiliseren. Het budget voor het opstarten van twee nieuwe KIG’s (respectievelijk in 2022 en 2025) zal ongeveer [300] miljoen EUR bedragen. Als naast het budget van het EIT nog andere aanvullende middelen beschikbaar worden, kan het EIT nog meer KIG’s opstarten.

    Het EIT zal een nieuwe ondersteunende actie opstarten om de ondernemers- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs te helpen ontwikkelen. Deze actie zal horizontale diensten voor projectbeheer en toezicht vereisen. Ongeveer [400] miljoen EUR van het EIT-budget (maximaal 14 %) is nodig voor de uitvoering van deze activiteiten: [120] miljoen EUR voor de opstartfase (de eerste drie jaar) en de rest voor de opschalingsfase (de laatste vier jaar).

    Het EIT zal een slanke en dynamische organisatie blijven. De administratieve uitgaven, die de nodige personele, administratieve, infrastructurele en operationele kosten dekken, zullen stijgen, maar gemiddeld niet meer dan 3 % van het EIT-budget bedragen. Een deel van de administratieve uitgaven wordt gedekt door Hongarije doordat het land tot eind 2029 gratis kantoorruimte ter beschikking stelt. De administratieve uitgaven voor de periode 20212027 zullen daarom ongeveer 73 miljoen EUR bedragen. Het budget kan als volgt worden uitgesplitst:

    4.2.Effect (toezicht en evaluatie)

    De meting van het effect van het EIT zal tijdens de volgende programmeringsperiode voortdurend worden verbeterd, rekening houdend met de tot dusver geleerde lessen en opgedane ervaring. Het EIT zal zich van een kader voor evaluatie, rapportage en toezicht bedienen dat voor samenhang met de algemene aanpak in het kader van Horizon Europa zorgt en tegelijkertijd flexibiliteit biedt. Met name zal de feedback tussen de Commissie, het EIT en de KIG’s worden verbeterd om de doelstellingen op een consistente, coherente en efficiënte manier te kunnen verwezenlijken.

    Evaluatie

    De periodieke evaluaties van de EIT-activiteiten, met inbegrip van de door de KIG’s beheerde activiteiten, zullen door de Commissie worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de EIT-verordening en de Horizon Europa-verordening. Bij deze evaluaties zullen de doeltreffendheid, de efficiëntie, de relevantie, de samenhang en de EU-meerwaarde van de activiteiten van het EIT, met inbegrip van de KIG’s, worden beoordeeld. De evaluaties zullen worden gebaseerd op onafhankelijke externe evaluaties en worden gebruikt bij de algemene halftijdse en ex post-evaluaties van Horizon Europa. Bovendien zal het EIT een grondige evaluatie van elke KIG uitvoeren vóór het einde van het 7e en het 14e operationele jaar in het kader van de kaderpartnerschapsovereenkomsten.

    Rapportage en toezicht

    De rapportage over en het toezicht op de operationele prestaties en de resultaten van de KIG’s zullen een primaire taak van het EIT zijn en worden uitgevoerd in samenwerking met de gemeenschappelijke diensten van Horizon Europa. Het rapportage- en toezichtsysteem voor KIG’s zal in het algemene toezichtsysteem van Horizon Europa worden ingebouwd, met name door gemeenschappelijke gegevensmodellen toe te passen (inclusief gegevensverzameling). De Commissie zal aan het medeontwerp van alle relevante, door het EIT ontwikkelde of toegepaste impact- en toezichtindicatoren en -instrumenten deelnemen om te zorgen voor compatibiliteit en samenhang met het algemene toezichtsysteem van Horizon Europa, met inbegrip van de belangrijkste effecttrajecten, het kader van criteria voor Europese partnerschappen en het strategische planningsproces. Voorts zal het EIT rekening houden met de toepassing van de Innovation Radar-methode in het kader van Horizon Europa en nagaan hoe de KIG’s Innovation Radar kunnen gebruiken om hun monitoringactiviteiten te versterken.

    In het algemeen is het de taak van het EIT om de operationele prestaties van de KIG’s regelmatig te monitoren en zijn monitoringsystemen voortdurend aan te passen overeenkomstig het monitoring- en rapportagekader voor Europese partnerschappen in het kader van Horizon Europa en in samenwerking met de gemeenschappelijke diensten van Horizon Europa. De resultaten van dit toezicht zullen worden gebruikt bij de business planning van de KIG’s en bij de besluitvorming van het EIT over de toewijzing van de begroting en de voorbereiding van de kaderpartnerschapsovereenkomsten met de KIG’s als begunstigden.

    De activiteiten van het EIT, met inbegrip van de door de KIG’s beheerde activiteiten, zullen naar verwachting

    1)economische/innovatie-effecten sorteren door de oprichting en de groei van ondernemingen evenals nieuwe innovatieve oplossingen voor wereldwijde uitdagingen te beïnvloeden, directe en indirecte werkgelegenheid te scheppen en andere publieke en particuliere investeringen te mobiliseren;

    2)wetenschappelijke en educatieve effecten sorteren door het menselijk kapitaal in onderzoek en innovatie te versterken, de innovatieve en ondernemersvaardigheden van individuele personen en organisaties te vergroten en de verspreiding van kennis en innovatie openlijk in de samenleving te bevorderen;

    3)maatschappelijke effecten sorteren door de beleidsprioriteiten van de EU op het gebied van klimaatverandering, energie, grondstoffen, gezondheid of voedsel met behulp van innovatieve oplossingen aan te pakken, in contact met burgers en eindgebruikers te treden en de toepassing van innovatieve oplossingen op deze gebieden in de samenleving te versterken.

    De onderstaande tabel bevat een niet-exhaustieve lijst van managementindicatoren en de streefcijfers ervan, die het EIT in 20212027 zal monitoren. Deze indicatoren verschaffen de belangrijkste input- en outputrichtsnoeren voor het toezicht op de verwezenlijking van de belangrijkste doelstellingen van het EIT voor de periode 20212027, zoals het stimuleren van innovatie en ondernemerschap door middel van beter onderwijs, het vergroten van de regionale impact en de openheid van het EIT ten aanzien van potentiële partners en belanghebbenden, en het op de markt brengen van nieuwe innovatieve oplossingen voor wereldwijde uitdagingen.

    Het EIT zal samen met de Commissie aanvullende indicatoren ontwikkelen — met inbegrip van indicatoren van het maatschappelijk effect op de werkterreinen van de KIG's — in overeenstemming met de ontwikkeling van het kader van indicatoren voor het programma Horizon Europa. Deze indicatoren zullen de algemene aanpak voor Europese partnerschappen weerspiegelen om bij te dragen tot wetenschappelijke, economische en maatschappelijke effecten. In het algemeen zal de afstemming van de effectindicatoren op Horizon Europa erop gericht zijn de voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen in de loop van de tijd te monitoren. Dit zal zorgen voor een vergelijkend corpus gegevens over de resultaten en effecten van de KIG’s ten opzichte van de rest van het programma. Daarnaast zal het EIT ervoor zorgen dat het monitoringsysteem de vooruitgang weergeeft met betrekking tot activiteiten die specifiek zijn voor het KIG-model, zoals de integratie binnen de kennisdriehoek en ondernemersvaardigheden. Deze aanvullende indicatoren zullen erop gericht zijn de voortgang en het effect in de loop van de tijd te monitoren. De indicatoren met betrekking tot de onderwijsgerelateerde activiteiten van het EIT (met inbegrip van de activiteiten om de capaciteit van instellingen voor hoger onderwijs te ondersteunen) zullen bijvoorbeeld voor de monitoring zorgen van de verwerving van vaardigheden op het gebied van menselijk kapitaal (korte termijn), de loopbaan (middellange termijn) en de arbeidsomstandigheden (lange termijn), het engagement van instellingen voor hoger onderwijs en de verbetering van hun capaciteit (korte termijn) of de rol en de prestaties van instellingen voor hoger onderwijs in het kader van plaatselijke innovatie-ecosystemen (middellange en lange termijn).

    EIT-managementindicatoren

    Streefcijfer 2023

    (basisscenario 2020)

    Streefcijfer 2027

    (basisscenario 2020)

    Aantal entiteiten/organisaties dat deelneemt aan activiteiten van het EIT en de KIG’s

    een stijging met 20 %

    een stijging met 50 %

    Aantal innovaties (producten en diensten) dat op de markt is gebracht

    1 500

    4 000

    Instellingen voor hoger onderwijs die betrokken zijn bij activiteiten van het EIT en de KIG’s

    300, waarvan 100 als gevolg van de nieuwe actie op het gebied van onderwijs

    750, waarvan 450 als gevolg van de nieuwe actie op het gebied van onderwijs

    Aantal studenten dat betrokken is bij onderwijsactiviteiten van het EIT en de KIG’s

    10 000

    30 000

    Aantal ondersteunde startende ondernemingen

    300

    700

    Medefinanciering van de KIG’s

    700 miljoen EUR

    1 500 miljoen EUR

    Aantal entiteiten/organisaties dat deelneemt aan activiteiten van het EIT en de KIG’s uit regio’s buiten de regio’s van de colocatiecentra van de KIG’s

    een stijging met 50 %

    een stijging met 100 %

    Het EIT zal ervoor zorgen dat de via zijn systeem voor interne monitoring verzamelde gegevens, met inbegrip van de resultaten van de KIG’s, volledig geïntegreerd zijn in het algemene systeem voor gegevensbeheer van het programma Horizon Europa. Het EIT zal ervoor zorgen dat de gedetailleerde gegevens die aan zijn monitoring- en evaluatieproces zijn ontleend, tijdig beschikbaar worden gesteld en toegankelijk zijn in een gemeenschappelijke e-databank over de uitvoering van Horizon Europa. Daarnaast zal het EIT zorgen voor specifieke rapportage over kwantitatieve en kwalitatieve effecten, onder meer over vastgelegde en daadwerkelijk verstrekte financiële bijdragen.

    Het EIT zal:

    ·zijn huidige monitoringsystemen verbeteren en een rapportage- en monitoringkader met onder meer effectindicatoren introduceren dat op de belangrijkste effecttrajecten van het [programma Horizon Europa] is afgestemd;

    ·de operationele prestaties van de KIG’s en hun output, resultaten en vooruitgang bij het sorteren van effect op gezette tijden monitoren overeenkomstig het [kader van Horizon Europa];

    ·zorgen voor de ontwikkeling van specifieke maatschappelijke indicatoren met betrekking tot de werkterreinen van de KIG's en die ontwikkeling op gezette tijden monitoren overeenkomstig het kader van Horizon Europa om het maatschappelijk effect vast te stellen;

    ·zorgen voor rapportage over kwantitatieve en kwalitatieve effecten, onder meer over financiële bijdragen;

    ·zorgen voor toegang tot de resultaten en de projectgegevens van KIG's en deze in het algemene systeem voor databeheer en rapportage van het programma Horizon Europa integreren.



    5.Bijlage 1A

    Prioritaire gebieden voor het opstarten van nieuwe kennis- en innovatiegemeenschappen.

    1. Culturele en creatieve sector

    6.Bijlage 1B

    Factsheet over de kennis- en innovatiegemeenschap “Culturele en creatieve sector”

    7)De uitdaging

    De culturele en creatieve sector (CCS) kan een horizontale oplossing bieden voor een reeks nieuwe uitdagingen van permanente aard die via onderzoeks- en innovatieactiviteiten kunnen worden aangegaan. Deze uitdagingen kunnen in vier pijlers worden gegroepeerd: 1) de creativiteit, culturele diversiteit en waarden van de Europeanen; 2) de Europese identiteit en samenhang; 3) de Europese werkgelegenheid, economische veerkracht en slimme groei; en 4) Europa als wereldwijde speler.

    De creativiteit en de culturele diversiteit van de Europeanen zijn afhankelijk van een veerkrachtige en robuuste culturele en creatieve sector. Die sector — en met name de audiovisuele sector of de muzieksector — wordt echter met een aantal uitdagingen geconfronteerd als gevolg van de toegenomen concurrentie van wereldwijde spelers en de digitale omwenteling.

    Producenten, distributeurs, omroepen, bioscopen en alle soorten culturele organisaties moeten innoveren om nieuwe generaties aan te trekken.

    Het gebrek aan ondernemerschap en transversale vaardigheden in de CCS 8 treft zowel nieuwe subsectoren als zeer rijpe subsectoren die een diepgaande digitale transformatie ondergaan. Deze vaardigheden zijn nodig voor innovatie en van cruciaal belang in het licht van de veranderingen op de arbeidsmarkt waarmee de sector wordt geconfronteerd.

    Maatschappelijke uitdagingen in verband met de Europese identiteit en cohesie kunnen in het algemeen worden beschreven in termen van een gebrek aan “bruggen” die verschillende delen van de samenleving en verschillende territoria met elkaar verbinden. De problemen houden onder meer verband met sociale uitsluiting, de noodzaak om nauwere interculturele banden tot stand te brengen en een gevoel van samenhorigheid te ontwikkelen op basis van onze culturele diversiteit en ons gemeenschappelijk erfgoed via meer gemeenschapsparticipatie, innovaties op het gebied van design, architectuur en het gebruik van openbare ruimten en door cultuur gestimuleerde sociale innovatie. Vooral de volgende problemen doen zich voor:

    Er is maar weinig samenwerking tussen onderzoekers onderling en tussen onderzoek en bedrijfsleven, er is onvoldoende coördinatie op het gebied van O&O en er worden te weinig methoden, resultaten en beste praktijken uitgewisseld. Bovendien is het meeste onderzoek in de CCS niet vertaald, waardoor hetzelfde onderzoek wordt overgedaan omdat onderzoekers vaak niet op de hoogte zijn van elkaars projecten.

    Er is onvoldoende integratie van creatieve clusters en innovatiehubs.

    Een aanzienlijk deel van de regionale prioriteiten voor slimme specialisatie in Europa verwijzen naar cultuur vanuit verschillende oogpunten (bijvoorbeeld cultureel erfgoed, creatieve industrieën enz.). Gezien de belangrijke rol van cultuur en creativiteit voor de economische en sociale ontwikkeling van steden en regio’s en het vermogen daarvan te helpen om de ongelijkheid in Europa verder aan te pakken, is het potentieel van de KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector hoog.

    Uitdagingen met betrekking tot de Europese werkgelegenheid, economische veerkracht en slimme groei houden onder meer verband met economische kwesties zoals werkloosheid (met name jeugdwerkloosheid) en wereldwijde concurrentie.

    Er is een hoge marktconcentratie: ongeveer 50 % van de totale omzet en toegevoegde waarde wordt gegenereerd in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

    De Europese bedrijfstakken worden geconfronteerd met digitalisering en globalisering en de sterke invloed daarvan op de manier waarop kunstenaars hun werken produceren en distribueren en in contact met hun publiek treden. De ineenstorting van de dvd-markt, de nieuwe verwachtingen van de consument en de voortdurende machtspositie van de studio’s in de VS hebben in combinatie met de opkomst van wereldwijde digitale giganten zoals Amazon, ITunes, Google en Netflix gevolgen gehad voor de traditionele waardeketen.

    Tot slot impliceert de rol van Europa als wereldwijde speler dat de in Europa gecreëerde culturele inhoud op grotere schaal moet worden verspreid. Europa moet concurrerend blijven in de wereldwijde digitale wedloop om nieuwe technologieën (bijvoorbeeld AI, IoT en blockchain) te creëren, waarvoor de CCS een belangrijke generator van inhoud, producten en diensten wereldwijd is. Bovendien draagt de CCS (bijvoorbeeld design en architectuur) wereldwijd actief bij tot duurzame ontwikkeling en groene innovatie, terwijl culturele inhoud (literatuur, film en beeldende kunst) de aandacht op ecologische problemen kan vestigen en het publiek kan informeren.

    8)Relevantie en effect

    Een EIT-KIG voor de CCS zal met zijn holistische en geïntegreerde benadering alle bovenvermelde uitdagingen helpen aangaan. Door bijna alle sectoren van ons leven, onze samenleving en onze economie te bestrijken, zal deze KIG zeer relevant zijn in termen van economische en maatschappelijke effecten en strategische mogelijkheden voor zowel economische, technologische en sociale innovatie ontsluiten.

    Op cultuur gebaseerde en door creativiteit gestuurde innovaties stimuleren het Europese concurrentievermogen, hetzij rechtstreeks door nieuwe ondernemingen en banen te creëren, hetzij onrechtstreeks door sectoroverschrijdende voordelen voor de economie in het algemeen te creëren, de levenskwaliteit te verbeteren en Europa aantrekkelijker te maken. De CCS — die reeds meer dan 12 miljoen mensen in de EU werk verschaft, oftewel 7,5 % van alle mensen met een baan in de EU — wordt steeds meer gezien als een nieuwe bron van werkgelegenheid en slimme, duurzame en inclusieve groei.

    De bijdrage van cultuur en creativiteit tot innovatie is niet beperkt tot de directe impact van de CCS, aangezien innovatie over de hele linie steeds meer wordt gestuurd door niet-technologische factoren zoals creativiteit, design en nieuwe organisatorische processen of bedrijfsmodellen. Met name subsectoren van de CCS met afzonderlijke waardeketens (d.w.z. muziek, design, mode, de audio-visuele sector, videogames, architectuur enz.) beschikken over een sterke economische innovatiecapaciteit en zijn in staat innovatie in andere sectoren van de economie te stimuleren.

    Cultuur en de deelname aan culturele activiteiten hebben een rechtstreeks effect op het welzijn van de burgers. De CCS versterkt de maatschappelijke waarden van identiteit, democratie en participatie aan het gemeenschapsleven. Cultuur heeft een groot potentieel om het Europese samenhorigheidsgevoel te versterken, waarbij diversiteit een troef is. Dit is van fundamenteel belang om de weerbaarheid, de sociale toegang, de maatschappelijke cohesie, de bestrijding van radicalisering en de gendergelijkheid mogelijk te maken, Europa’s politieke onzekerheden aan te pakken en de eenheid in Europa te bevorderen.

    Een EIT-KIG voor de CCS zal de netwerkmogelijkheden, de samenwerking, de gezamenlijke creatie en de kennisoverdracht tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven versterken binnen de culturele en creatieve sector en ten aanzien van andere sectoren van de samenleving en de economie. Deze KIG zal als katalysator fungeren voor bottom-up- en top-downinitiatieven op regionaal, nationaal en EU-niveau. Ze zal de noodzakelijke kadervoorwaarden ontwikkelen voor de creatie en opschaling van nieuwe ondernemingen in het kader van innovatieve ecosystemen. Ze zal onderzoekers en studenten in tal van disciplines (waaronder beeldende kunsten, geesteswetenschappen, bedrijfswetenschappen, sociale wetenschappen en toegepaste exacte wetenschappen) en ondernemers uit de CCS en andere sectoren uitrusten met de vereiste kennis en vaardigheden om innovatieve oplossingen te ontwikkelen en in nieuwe zakelijke kansen om te zetten. Ze zal verdere kruisbestuiving met andere economische en industriële sectoren mogelijk maken en als accelerator voor innovatie fungeren.

    9)Synergie en complementariteit met bestaande initiatieven

    Een KIG voor de CCS zou een aanvulling vormen op een aantal andere initiatieven van de Unie en de lidstaten. Op EU-niveau wordt vooral synergie verwacht op de volgende gebieden.

    Verwacht wordt dat een KIG voor de CCS voor sterke synergie zal zorgen met relevante beleidsinitiatieven in het kader van het programma Horizon Europa — en met name in het kader van pijler II met de cluster [Inclusieve en veilige samenleving] en actieterreinen op het gebied van cultureel erfgoed en democratie. Een toekomstige KIG kan ook waardevolle horizontale input opleveren voor verschillende activiteiten in het kader van de cluster [Digitaal en industrie], met name met betrekking tot de productietechnologieën waarbij de noodzaak om nieuwe producten te ontwikkelen sterk afhankelijk is van de CCS. Bovendien kan een nieuwe KIG een efficiënte aanvulling vormen op andere onderdelen van het programma Horizon Europa, de activiteiten van de bestaande EIT Digital en de geplande acties in het kader van andere EU-programma’s, zoals InvestEU, Digitaal Europa of de fondsen voor het cohesiebeleid.

    Het nieuwe programma Creatief Europa zal bijzonder relevant zijn voor de activiteiten van de toekomstige KIG voor de CCS. Het programma kiest onderdelen en speciale oproepen met betrekking tot een aantal van de reeds genoemde uitdagingen voor de sector (bijvoorbeeld vaardigheden en werkgelegenheid van creatievelingen, bedrijfsmodellen enz.) en er moet voor sterke synergie en complementariteit worden gezorgd. Nog in het kader van het programma Creatief Europa — en gezien de beperkte toegang tot financiering voor de culturele en creatieve sector — kan synergie worden verwacht met de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector, een financieel mechanisme om culturele en creatieve projecten te helpen opschalen door financiële intermediairs zekerheid te bieden.

    Het platform voor slimme specialisatie (S3) op het gebied van industriële modernisering heeft een aantal O&I-strategieën vastgesteld die op de CCS gericht zijn en de mogelijkheid van nieuwe samenwerkingsverbanden tussen lokale activa, potentiële markten en maatschappelijke uitdagingen onderzoeken via de betrokkenheid van een grote groep actoren uit het bedrijfsleven. Vooral de bevordering van nieuwe partnerschappen tussen onderzoeksorganisaties, ondernemingen en overheidsinstanties krijgt bijzondere aandacht in de S3-strategieën, waarin wordt opgeroepen nieuwe samenwerkingsplatforms op te zetten.

    Conclusie

    Een KIG van het EIT voor de CCS is het meest geschikt om de bovenvermelde belangrijke economische en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan. Creativiteit is een belangrijke motor voor innovatie en een KIG voor de CCS kan het potentieel van op cultuur gebaseerde creativiteit aanboren en het concurrentievermogen en de slimme groei in Europa helpen versterken.

    Een KIG van het EIT voor de CCS zal:

    ·de versnippering van het innovatielandschap binnen de culturele en creatieve sector verminderen door de ontwikkeling van innovatie-ecosystemen te bevorderen die actoren en netwerken uit tal van sectoren en disciplines op lokaal, regionaal, nationaal en EU-niveau met elkaar verbinden;

    ·de volgende generatie innovatoren in de CCS opleiden door hen met de nodige technische en ondernemersvaardigheden uit te rusten om in een snel veranderende omgeving succesvol te zijn;

    ·bijdragen tot de ontwikkeling van de juiste kadervoorwaarden om ideeën in nieuwe technologische ontwikkelingen en sociale innovatie om te zetten die de levenskwaliteit en de EU-burgers ten goede zullen komen;

    ·de oprichting en de ontwikkeling van nieuwe ondernemingen in de culturele en creatieve sector bevorderen door investeringen en het engagement op lange termijn van het bedrijfsleven te mobiliseren;

    ·synergie met de bestaande KIG’s en met andere Europese partnerschappen, programma’s en initiatieven ontwikkelen om innovatie buiten de culturele en creatieve sector in andere sectoren van de economie te stimuleren;

    ·de positie van de EU als wereldwijde speler op het gebied van de CCS versterken door de creativiteit en de culturele diversiteit van de Europeanen te benutten.

    (1)    Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1). Gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 174).
    (2)    Een colocatiecentrum is een geografisch gebied waar de belangrijkste KIG-partners van de kennisdriehoek zijn gevestigd en gemakkelijk met elkaar kunnen interageren, en dat een centrale rol speelt voor de activiteit van de KIG’s in het desbetreffende gebied.
    (3)    Het EIT-label is een kwaliteitskeurmerk dat door het EIT wordt toegekend aan een educatief programma van de KIG dat voldoet aan specifieke kwaliteitscriteria met betrekking tot onder meer onderwijs in ondernemerschap en innovatief “al doende leren”.
    (4)    HEInnovate is een door de Europese Commissie en de OESO ontwikkeld beleidskader. HEInnovate biedt instellingen voor hoger onderwijs een methodologie om gebieden met ruimte voor de verdere ontwikkeling van innovatiecapaciteit op te sporen en om relevante strategieën en acties te ontwikkelen met het oog op het gewenste effect. HEInnovate is gebaseerd op deugdelijke methodologische gegevens met acht gebieden voor capaciteitsontwikkeling: leiderschap en bestuur; digitale transformatie; organisatiecapaciteit; onderwijs en leren op het gebied van ondernemerschap; het voorbereiden en ondersteunen van ondernemers; uitwisseling van kennis; internationalisering; en het meten van effecten. De OESO heeft een aantal op HEInnovate gebaseerde landenverslagen gepubliceerd, zie OECD Skills Studies series op https://www.oecd-ilibrary.org/education/
    (5)    Het Regional Innovation Impact Assessment Framework (RIIA) is door de Europese Commissie ontwikkeld als een eerste stap om het innovatie-effect van universiteiten te beoordelen via de uitwerking van op meeteenheden gebaseerde casestudy’s. De beoordeling van het innovatie-effect (bijvoorbeeld via het RIIA-kader) kan potentieel worden gekoppeld aan op innovatieprestaties gebaseerde financieringsinstrumenten op regionaal, nationaal of EU-niveau.
    (6)    De alumnigemeenschap van het EIT brengt ondernemers en innovatoren samen die hebben deelgenomen aan een door een KIG georganiseerd onderwijsprogramma of programma ter bevordering van ondernemerschap. De gemeenschap vertegenwoordigt een netwerk van meer dan 5 000 leden.
    (7)    Met name zal de jaarlijkse rapportage over aanvullende activiteiten van de KIG’s worden stopgezet, zoals aanbevolen door de Rekenkamer in haar speciaal verslag van 2016 (aanbeveling 1, blz. 51).
    (8)    De culturele en creatieve studies zijn aan Europese universiteiten vooral gericht op het “creatieve deel” en de afgestudeerden zijn niet altijd klaar voor de moderne arbeidsmarkt, omdat zij niet over sectoroverschrijdende vaardigheden beschikken (vaardigheden op het gebied van ondernemerschap, digitalisering en financieel beheer). Wat instellingen voor hoger onderwijs betreft, heeft de EU een achterstand ten opzichte van de VS op het gebied van communicatie- en mediastudies (de universiteiten in de EU presteren dan weer beter voor meer traditionele disciplines, zoals kunst en design of podiumkunsten).
    Top