EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 11.7.2019
COM(2019) 330 final
BIJLAGE
bij
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor
innovatie en technologie (EIT) 2021-2027:
Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren
{SEC(2019) 275 final} - {SWD(2019) 330 final} - {SWD(2019) 331 final}
BIJLAGE
Inhoudsopgave
1.Inleiding
1.1.Het EIT: een fundamenteel innovatie-instrument van de EU
1.2.Belangrijkste pluspunten
1.3.Belangrijke uitdagingen
2.De lat hoger leggen: het EIT in 2021-2027
2.1.Doelstellingen
2.2.Plaats van het EIT binnen Horizon Europa
3.Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren
3.1.Kennis- en innovatiegemeenschappen
3.2.De innovatiecapaciteit van het hoger onderwijs ondersteunen
3.3.Transversale activiteiten van het EIT
3.4.Het EIT en de KIG's efficiënt doen functioneren
3.5.Synergie en complementariteit met andere programma’s
4.Middelen
4.1.Benodigd budget
4.2.Effect (toezicht en evaluatie)
5.Bijlage 1A
6.Bijlage 1B
1.Inleiding
In deze strategische innovatieagenda (SIA) worden de strategie en de prioriteiten van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) voor de periode 20212027 beschreven. De agenda vormt het belangrijkste beleidsdocument van het EIT voor de volgende programmeringsperiode en beschrijft de doelstellingen van het EIT, de belangrijkste acties, de verwachte resultaten en de benodigde middelen. De SIA zorgt voor de noodzakelijke samenhang tussen het EIT en het [voorstel voor Horizon Europa], het kaderprogramma van de Unie ter ondersteuning van onderzoek en innovatie in de periode 20212027. De agenda waarborgt ook geschikte synergieën en complementariteit tussen de activiteiten van het EIT en andere initiatieven, beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie.
Bij het opstellen van de SIA voor 20212027 is rekening gehouden met de door de Europese Commissie uitgevoerde effectbeoordeling. Er is ook rekening gehouden met de ontwerp-SIA van de raad van bestuur van het EIT, die op 20 december 2017 overeenkomstig de EIT-verordening bij de Europese Commissie is ingediend. De agenda weerspiegelt ook het nieuwe [voorstel voor Horizon Europa] van de Europese Commissie van juni 2018, en met name de essentiële rol van het EIT als onderdeel van pijler III [“Innovatief Europa”] en de bijdrage van het EIT ten aanzien van wereldwijde uitdagingen (onder meer de vastgestelde streefcijfers voor de klimaatdoelstellingen) en het Europees industrieel concurrentievermogen (pijler II) en tot excellente wetenschap (pijler I). De SIA is gebaseerd op de ervaringen met het functioneren van het EIT in de voorbije jaren en op de resultaten van een brede raadpleging van de belangrijkste belanghebbenden.
De SIA houdt rekening met de strategische planning van Horizon Europa om voor samenhang met de activiteiten van het kaderprogramma, andere relevante programma’s van de Unie en prioriteiten en verbintenissen van de EU te zorgen en om de complementariteit en synergie met nationale en regionale financieringsprogramma’s en prioriteiten te vergroten.
1.1.Het EIT: een fundamenteel innovatie-instrument van de EU
Het EIT is in 2008 opgericht om bij te dragen tot duurzame economische groei en het concurrentievermogen door de innovatiecapaciteit van de lidstaten en de Europese Unie te versterken. Het heeft een voortrekkersrol bij de onderlinge integratie van onderwijs, bedrijfsleven en onderzoek (de kennisdriehoek) gespeeld en sterk de nadruk gelegd op ondernemerstalent en innovatievaardigheden. Uit de tussentijdse evaluatie van het EIT in 2018 is gebleken dat de overkoepelende grondgedachte van het EIT nog steeds geldig is en dat het model van een door innovatie gestimuleerde integratie binnen de kennisdriehoek relevant blijft.
Tien jaar na de oprichting van het EIT is het innovatietempo dramatisch toegenomen. Als gevolg van innovatie ondergaan economische sectoren ingrijpende veranderingen, raken bestaande bedrijven ontwricht en worden ongekende mogelijkheden gecreëerd. Door de verschuivingen binnen de economische wereldorde en de toenemende internationale concurrentie wordt de EU steeds afhankelijker van talent en het vermogen te innoveren. Nooit eerder waren co-ontwerp, samenwerking en cocreatie tussen disciplines en tussen onderwijs, bedrijfsleven en onderzoek belangrijker om wereldwijde uitdagingen (klimaatverandering, niet-duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, digitale transformatie, demografische verschuivingen en de toekomst van gezondheidszorg en voedsel) aan te gaan.
Met het [voorstel voor Horizon Europa] voor een nieuw kaderprogramma ter ondersteuning van onderzoek en innovatie in de periode 20212027 heeft de Europese Commissie zich er duidelijk toe verbonden het innovatiepotentieel van Europa verder uit te bouwen om de uitdagingen van de toekomst te kunnen aangaan. De bijzondere rol van het EIT — namelijk het bevorderen van innovatie door bedrijfsleven, onderwijs, onderzoek, overheden en maatschappelijk middenveld samen te brengen — wordt versterkt doordat het een plaats krijgt binnen de [pijler “Innovatief Europa”] van het [voorstel voor Horizon Europa]. Het [voorstel voor Horizon Europa] illustreert de groeiende ambitie van de EU op het gebied van innovatie en de noodzaak die ambitie concreet gestalte te geven.
1.2.Belangrijkste pluspunten
Het EIT is sinds de oprichting ervan geleidelijk uitgegroeid tot een succesvol instrument om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Het EIT is voornamelijk actief via kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s): grootschalige Europese partnerschappen tussen onderwijs/opleiding, het bedrijfsleven en onderzoeksorganisaties. Momenteel zijn er acht KIG’s, die actief zijn op de volgende gebieden: klimaatverandering, digitale transformatie, energie, voeding, gezondheid, grondstoffen, stedelijke mobiliteit en productie met toegevoegde waarde (zie figuur 2).
Elke KIG is georganiseerd rond vijf à tien colocatiecentra (CLC's), die bedoeld zijn om als geografische knooppunten te fungeren voor de praktische integratie binnen de kennisdriehoek. De colocatiecentra zijn georganiseerd en gestructureerd op basis van hun respectieve nationale en regionale innovatiecontext en ze steunen op een pan-Europees netwerk van bestaande laboratoria, kantoren of campussen van de kernpartners van een KIG.
De KIG’s beogen portefeuilles van activiteiten op het gebied van de kennisdriehoek te runnen door middel van:
·onderwijs- en opleidingsactiviteiten met sterke ondernemerschapscomponenten om de volgende generatie talenten op te leiden, met inbegrip van het ontwerp en de uitvoering van programma’s waaraan het EIT-label is toegekend, met name op master- en doctorsniveau;
·activiteiten ter ondersteuning van innovatie om innovatieve producten, processen en diensten te ontwikkelen die specifieke zakelijke mogelijkheden openen;
·activiteiten om de oprichting van bedrijven en het bedrijfsleven te ondersteunen, zoals acceleratorprogramma's om ondernemers te helpen hun ideeën in succesvolle projecten om te zetten en het groeiproces te versnellen.
De KIG’s zijn dynamische innovatie-ecosystemen die een grote verscheidenheid van resultaten opleveren (zie figuur 1).
Figuur 1: Resultaten van het EIT tot dusver, bron: EIT
Onderwijs/opleiding, talent en de ontwikkeling van vaardigheden vormen de kern van het EIT-model. Geen enkele andere EU-actie op het gebied van innovatie betrekt het hoger onderwijs sterker bij de innovatiewaardeketen dan het EIT. De onderwijsagenda van het EIT is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van hooggeschoolde innovatoren met veel zin voor ondernemerschap. In 2017 hadden meer dan 1 700 personen met succes een master- en/of doctorsprogramma met een EIT-label voltooid en duizenden mensen hebben deelgenomen aan onderwijsactiviteiten en formats op het gebied van ondernemerschap en innovatie.
De nadruk op wereldwijde uitdagingen via de integratie binnen de kennisdriehoek onderscheidt het EIT van andere innovatie-instrumenten. Door KIG's maximaal 15 jaar te subsidiëren verwezenlijkt het EIT zijn langetermijndoelstelling: wereldwijde uitdagingen met behulp van innovatieve producten en diensten aangaan en onze samenleving en burgers concrete voordelen verschaffen. Het EIT heeft ook als doelstelling voor de KIG’s vastgesteld dat ze na 15 jaar financieel duurzaam moeten zijn: een uniek kenmerk dat een bedrijfs- en resultaatgericht innovatie-instrument oplevert. De KIG’s moeten in dit verband inkomstengenererende strategieën ontwikkelen en uitvoeren om hun innovatie-ecosysteem ook na afloop van de subsidieovereenkomsten in stand te kunnen houden.
De EIT-aanpak draagt bij tot zowel incrementele als disruptieve innovaties om tekortkomingen van de markt doeltreffend aan te pakken en bedrijfstakken te helpen transformeren. Dankzij deze aanpak is het mogelijk niet alleen bedrijfsstrategieën voor de lange termijn te ontwikkelen om wereldwijde problemen aan te pakken, maar ook de kadervoorwaarden te creëren die essentieel zijn voor de groei van een goed functionerend innovatie-ecosysteem en de voorspoedige ontwikkeling van innovatie.
Het EIT biedt een efficiënt en doeltreffend platform voor het opstarten, het opschalen en het beheren van KIG’s met sterke netwerkeffecten en positieve overloopeffecten (zie figuur 2). De in 2009 gelanceerde eerste generatie KIG’s (EIT Digital, EIT Climate-KIC en EIT InnoEnergy) is tot volle ontplooiing gekomen en na 2024 zullen de kaderpartnerschapsovereenkomsten worden beëindigd conform de maximale looptijd van de subsidie. De tweede en de derde generatie KIG’s (EIT Health en EIT Raw Materials (2014), EIT Food (2016)) zijn in volle ontwikkeling. EIT Urban Mobility en EIT Manufacturing, de twee in december 2018 aangewezen KIG’s, beginnen hun activiteiten in 2019.
Figuur 2: EIT-kennis- en innovatiegemeenschappen, bron: Europese Commissie
Via de acht KIG’s met meer dan 1 000 partners uit het bedrijfsleven, de onderzoekswereld en het onderwijs vormt het EIT het grootste door de EU ondersteunde innovatie-ecosysteem. Het EIT heeft steun aan meer dan 1 200 startende en innovatieve ondernemingen verleend, wat meer dan 890 miljoen EUR aan door deze ondernemingen aangetrokken externe financiering en meer dan 6 000 door de ondersteunde startende ondernemingen gecreëerde banen heeft opgeleverd. Meer dan 50 % van de KIG-partners is afkomstig uit het bedrijfsleven (industrie, kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen), wat een indicator van de marktgerichtheid is. De toename van het aantal partners van elke KIG bewijst de aantrekkelijkheid en het langetermijnpotentieel van het EIT-model. In 2019 zullen meer dan 600 bedrijven, 250 instellingen voor hoger onderwijs, 200 onderzoeksorganisaties en meer dan 50 maatschappelijke organisaties en autoriteiten bij de KIG’s van het EIT betrokken zijn.
In het licht van de aanhoudende regionale verschillen in innovatieprestaties heeft het EIT in 2014 een regionale innovatieregeling (Regional Innovation Scheme (RIS)) opgezet om zijn regionale bereik uit te breiden tot bescheiden en gematigd innoverende landen. Via het RIS heeft het EIT zijn activiteiten in heel Europa uitgebreid en biedt het nu regio's met geringe innovatieprestaties de mogelijkheid deel te nemen aan activiteiten op het gebied van de kennisdriehoek als onderdeel van een KIG. Dit komt ook tot uiting in het aandeel van de EIT-financiering dat aan partners uit de EU-13 wordt toegewezen (8,3 % vergeleken met 4,8 % in het kader van Horizon 2020 vanaf 2018).
Figuur 3: Het EIT in Europa, bron: EIT, 2018
Conform de EIT-verordening is het EIT erin geslaagd flexibel te blijven en de governancebeginselen en -regels te ontwikkelen voor een succesvol beheer van de KIG’s binnen het overkoepelende kader van Horizon 2020. Dankzij zijn operationele onafhankelijkheid heeft het EIT een aantal nieuwigheden bij het beheer van zijn begunstigden kunnen testen en effectief uitvoeren, zoals een concurrerend financieringsmechanisme, streefcijfers op het gebied van financiële duurzaamheid en specifieke kernprestatie-indicatoren.
1.3.Belangrijke uitdagingen
Het EIT maakt deel uit van het algemene kader van Horizon Europa dat onder meer tot doel heeft wetenschappelijke, economische, technologische en maatschappelijke effecten te sorteren om de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de Unie te versterken; de strategische beleidsprioriteiten van de Unie uit te voeren, het concurrentievermogen in alle lidstaten te verbeteren (onder meer in de industrie) en bij te dragen tot het aangaan van wereldwijde uitdagingen (waaronder de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling). Deze doelstellingen kunnen alleen worden verwezenlijkt als wordt tegemoetgekomen aan de aanhoudende behoefte om de innovatiecapaciteit in de hele Unie te vergroten. Er zijn met name drie uitdagingen voor de EU die de activiteiten van het EIT in 20212027 zullen sturen, zoals ook blijkt uit de algemene doelstellingen van het EIT.
Ten eerste worden de huidige economieën steeds meer aangedreven door de vaardigheden en capaciteiten van mensen en organisaties om ideeën in producten en diensten om te zetten. Vaardigheden op het gebied van innovatie en een ondernemingscultuur maken momenteel het verschil, vooral op technologisch en wetenschappelijk gebied, maar in toenemende mate ook in andere disciplines. Er is een grote behoefte om de innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in Europa verder te versterken. Het EIT is uniek geplaatst om deze doelstelling in het kader van Horizon Europa te verwezenlijken.
Ten tweede is fysieke nabijheid een belangrijke faciliterende factor voor innovatie. Initiatieven om innovatienetwerken te ontwikkelen en diensten te verlenen die de creatie, de uitwisseling en de overdracht van kennis ondersteunen, spelen een sleutelrol bij het bevorderen van de interactie tussen bedrijven, de academische wereld, onderzoeksorganisaties, overheden en individuele personen. Uit het jaarlijkse Europese innovatiescorebord blijkt echter dat de prestaties op het gebied van onderzoek en innovatie in de hele EU sterk uiteenlopen. Het is van cruciaal belang dat innovatie inclusief is en lokale wortels heeft. Dankzij hun “plaatsgebonden” benadering zijn EIT-activiteiten zeer geschikt om lokale innovatie-ecosystemen te helpen versterken.
Ten slotte vergen solide innovatie-ecosystemen een mix van kennis, infrastructuur en talent. Er moet voorzien worden in randvoorwaarden voor samenwerking tussen onderzoek, onderwijs en innovatie in Europa en er moet voor sterke synergie worden gezorgd om te waarborgen dat de schaarse middelen zinvol en efficiënt in onderzoek en innovatie worden geïnvesteerd. Het verdiepen van de integratie binnen de kennisdriehoek door bestaande en nieuwe KIG’s is een leidend beginsel voor het EIT en een doeltreffend gebleken manier om een gunstig klimaat voor innovatie te bevorderen.
2.De lat hoger leggen: het EIT in 2021-2027
Het EIT zal als integraal onderdeel van het programma Horizon Europa bijdragen aan de verwezenlijking van de overkoepelende doelstellingen en prioriteiten van het programma. De KIG’s zullen deel uitmaken van de geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen, d.w.z. dat ze zich zullen laten leiden door een reeks beginselen en levenscycluscriteria om een meer samenhangende, open en effectgerichte aanpak te waarborgen. De algemene doelstellingen van het EIT weerspiegelen daarom de algemene rol van het EIT binnen Horizon Europa en de plaats van het EIT in de [pijler “Innovatief Europa”].
2.1.Doelstellingen
De overkoepelende werkterreinen van het EIT zijn vastgesteld in het [voorstel voor Horizon Europa]. Het EIT zal zijn kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s) blijven ondersteunen om de innovatie-ecosystemen te versterken die de wereldwijde uitdagingen helpen aangaan. Het zal dit doen door zowel de onderlinge integratie van onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven te bevorderen — waardoor gunstige omgevingen voor innovatie worden gecreëerd — als een nieuwe generatie ondernemers te steunen en de oprichting van innovatieve bedrijven in nauwe synergie en complementariteit met de Europese Innovatieraad te stimuleren. Daarbij zal het EIT met name:
1)duurzame innovatie-ecosystemen in heel Europa versterken;
2)innovatie en ondernemerschap via beter onderwijs bevorderen;
3)nieuwe oplossingen voor wereldwijde uitdagingen op de markt brengen.
Gezien de uitdagingen waarmee het EIT wordt geconfronteerd (zie punt 1.3.), en met het oog op de verwezenlijking van de bovengenoemde overkoepelende doelstellingen van het EIT in het kader van het [voorstel voor Horizon Europa], streeft het EIT tijdens de periode 20212027 de volgende specifieke doelstellingen na:
a)het effect van de KIG’s en de integratie binnen de kennisdriehoek vergroten;
b)de innovatiecapaciteit van het hoger onderwijs vergroten door institutionele veranderingen binnen instellingen voor hoger onderwijs te bevorderen;
c)het regionale bereik van het EIT vergroten om de regionale ongelijkheden op het gebied van innovatiecapaciteit in de hele EU aan te pakken.
2.2.Plaats van het EIT binnen Horizon Europa
Door deze doelstellingen te verwezenlijken, zal het EIT bijdragen aan de algehele verwezenlijking van de wetenschappelijke, economisch-technologische en maatschappelijke effecten van Horizon Europa. Het EIT zal de innovatie-ecosystemen die de wereldwijde uitdagingen helpen aangaan, blijven versterken door de integratie van de kennisdriehoek in de activiteiten van de KIG’s te bevorderen. Het proces van strategische planning in het kader van Horizon Europa zal voor een betere coördinatie tussen de EIT-activiteiten en de rest van Horizon Europa zorgen. Gezien zijn uitstekende staat van dienst zal het EIT een belangrijke rol spelen binnen de pijler “Innovatief Europa”.
Sterke synergie tussen het EIT en de Europese Innovatieraad zal cruciaal zijn voor de impact van de pijler [“Innovatief Europa”]. Het EIT en de Europese Innovatieraad zullen complementaire activiteiten ontplooien om de steun voor innovatieve ondernemingen te stroomlijnen. Op basis van de deskundigheid van de KIG’s zal het EIT voor diensten en opleidingen voor bedrijfsacceleratie zorgen voor begunstigden die financiering van de Europese Innovatieraad ontvangen.
Het EIT zal voorts de toegang van begunstigden van de Europese Innovatieraad tot innovatie-ecosystemen van de KIG’s en tot relevante actoren van de kennisdriehoek bevorderen. Zo kunnen de begunstigden van de Europese Innovatieraad actief bij de activiteiten van de KIG’s worden betrokken en van de diensten van de KIG’s profiteren. Tegelijkertijd zullen EIT-begunstigden van de instrumenten van de Europese Innovatieraad gebruik kunnen maken, wanneer steun van KIG's van het EIT mogelijk niet beschikbaar is. De Europese Innovatieraad kan door KIG's ondersteunde startende ondernemingen met een hoog groeipotentieel bijstand verlenen om snel op te schalen. Met name kunnen de meest innovatieve door KIG’s gesteunde ondernemingen — indien zij in het kader van de Europese Innovatieraad worden geselecteerd — profiteren van de door de Accelerator van de Europese Innovatieraad verleende gemengde financiering en/of van de door de InvestEU-instrumenten geboden financiële steun.
Het EIT zal ook zorgen voor meer synergie met programma’s en initiatieven in het kader van de pijler [“Excellente wetenschap”] om de overdracht van kennis uit fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar concrete voor de samenleving nuttige toepassingen te versnellen. Wat de Marie Skłodowska-Curie-acties (MSCA) betreft, zal het EIT met name meewerken aan de ontwikkeling van de vaardigheden op het gebied van innovatie en ondernemerschap van MSCA-bursalen.
Het EIT zal bijdragen tot de pijler [“Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen”] en relevante activiteiten aanvullen om wereldwijde uitdagingen aan te gaan en het concurrentievermogen van de EU wereldwijd te versterken. Het EIT zal met name via de KIG’s bijdragen tot relevante missies, thematische clusters en andere Europese partnerschappen door vooral maatregelen aan de vraagzijde te ondersteunen en exploitatiediensten te verlenen om de overdracht van technologie te stimuleren en de commercialisering van resultaten te versnellen.
Het EIT zal zorgen voor samenhang met het onderdeel Europese innovatie-ecosystemen van Horizon Europa. Het EIT zal met name actief deelnemen aan de activiteiten van het forum van de Europese Innovatieraad en links leggen tussen de EIT-gemeenschap en relevante activiteiten ter ondersteuning van innovatie-ecosystemen om dubbel werk te voorkomen en voor samenhang en complementariteit van de activiteiten te zorgen.
Er zal ook worden nagegaan of synergie mogelijk is tussen het onderdeel “Delen van excellentie” van Horizon Europa en de door het EIT ondersteunde outreach-activiteiten. Net als doelgroep voor de outreach-activiteiten van het EIT, zullen de doellanden van het onderdeel “Delen van excellentie” van Horizon Europa met name de deskundigheid en steun van het EIT kunnen gebruiken om downstream-activiteiten (d.w.z. activiteiten dichtbij de markt) te ontwikkelen.
3.Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren
De versterking van de rol van het EIT — door de nadruk te leggen op acties waarbij het EIT een meerwaarde op EU-niveau oplevert en tot de verwezenlijking van de doelstellingen van Horizon Europa bijdraagt — zal als leidraad dienen voor de EIT-strategie voor 20212027. Ten eerste zal het EIT de innovatiecapaciteit en -ecosystemen blijven steunen door de KIG's verder te ontwikkelen en uit te breiden en door nieuwe KIG’s op te zetten. Ten tweede zal het EIT — op basis van de ervaringen met de integratie binnen de kennisdriehoek — rechtstreeks steun verlenen aan de ontwikkeling van de ondernemers- en innovatiecapaciteit in het hoger onderwijs. Ten slotte zal het EIT doeltreffender transversale maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het op EU-niveau meer effect sorteert. Bovendien zal het EIT zijn activiteiten op een aantal gebieden verbeteren met het oog op meer doeltreffendheid, efficiëntie en effect.
3.1.Kennis- en innovatiegemeenschappen
1)Steun voor bestaande KIG’s
De integratie binnen de kennisdriehoek door het EIT en de KIG’s op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau zal van cruciaal belang blijven om innovatie-ecosystemen te versterken en duurzaam te maken en om nieuwe oplossingen voor wereldwijde uitdagingen te vinden. Het EIT zal een portefeuille van KIG’s blijven ondersteunen (zie figuur 2) en het succesvolle platform voor het opstarten, uitbreiden en beheren van KIG's verder versterken. De KIG’s zullen blijven opereren via colocatiecentra (CLC). De KIG’s zullen naar financiële duurzaamheid blijven streven om op lange termijn (uiterlijk na 15 jaar) financieel onafhankelijk van de EIT-subsidie te worden door publieke en particuliere investeringen ten volle te benutten.
Het EIT zal een groot deel van zijn begroting besteden aan steun voor de KIG’s. Het zal hun prestaties monitoren en analyseren en ervoor zorgen dat zij de doelstellingen van het EIT en van het programma Horizon Europa verwezenlijken. Naast financiële steun zal het EIT — op basis van de opgedane ervaringen — voor strategisch toezicht ten behoeve van de KIG’s en voor richtsnoeren over horizontale en specifieke kwesties zorgen, onder meer over de ontwikkeling van synergie binnen Horizon Europa en met andere EU-initiatieven. Het EIT zal met name KIG’s ondersteunen bij het ontwikkelen van interfaces en het bevorderen van gezamenlijke activiteiten met relevante Europese partnerschappen en andere relevante initiatieven en programma’s van de Unie.
Het EIT zal ook toezien op de toekenning van het EIT-label aan onderwijs- en opleidingsprogramma’s van de KIG’s en nagaan of een doeltreffender mechanisme voor kwaliteitsborging kan worden ontwikkeld, met inbegrip van externe erkenning en accreditatie voor het EIT-label.
Het EIT zal het delen van diensten en de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken tussen KIG’s vergemakkelijken en de samenwerking tussen KIG's (bij activiteiten waarbij verschillende KIG’s betrokken zijn) rond thematische en horizontale thema’s bevorderen. Activiteiten waarbij verschillende KIG’s betrokken zijn, hebben vooral veel potentieel wanneer tal van KIG’s al rond gemeenschappelijke beleidsprioriteiten van de EU werken waarvoor geen specifieke KIG’s bestaan. Het samenbrengen van de verschillende KIG’s in het kader van specifieke gezamenlijke acties met voordeel voor alle deelnemers biedt een groot synergiepotentieel. Het EIT zal dergelijke activiteiten stimuleren en een actieve rol spelen bij het bepalen van de inhoud en de structuur van de activiteiten waarbij verschillende KIG’s betrokken zijn. Het EIT zal op de uitvoering van dergelijke activiteiten en op de resultaten toezien om die activiteiten tot een integraal onderdeel van de strategieën van de KIG’s te maken.
2)De regionale impact van de KIG’s vergroten
Het EIT zal zijn regionale impact verder vergroten door meer openheid ten aanzien van potentiële partners en belanghebbenden en een beter geformuleerde regionale strategie voor de KIG’s, met inbegrip van links naar de relevante strategieën voor slimme specialisatie.
De regionale innovatieregeling van het EIT (EIT Regional Innovation Scheme, EIT RIS), die door het EIT wordt aangestuurd en door de KIG’s wordt uitgevoerd, is tot op heden op vrijwillige basis gerund. Vanaf 2021 zal het EIT RIS een integraal onderdeel worden van de meerjarige strategie van de KIG’s. Het EIT zal advies en steun aan de KIG’s blijven verlenen bij de voorbereiding en de uitvoering van meerjarige EIT RIS-strategieën. De EIT RIS-activiteiten zullen worden voortgezet met verbeterde steun voor de innovatiecapaciteit van landen en regio’s die op het gebied van innovatie onderpresteren. Het EIT-budget voor de uitvoering van EIT RIS-activiteiten zal ten minste 10 % van de totale financiële steun van het EIT voor de KIG’s bedragen, waardoor het aantal KIG-partners uit de beoogde regio’s zal toenemen. De via de EIT RIS gesteunde activiteiten hebben tot doel:
de innovatiecapaciteit van het plaatselijke ecosysteem te verbeteren door middel van activiteiten ter bevordering van de capaciteitsopbouw en een nauwere interactie tussen de lokale innovatieactoren (clusters, netwerken, regionale autoriteiten, instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties en instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding);
lokale innovatie-ecosystemen te koppelen aan pan-Europese innovatie-ecosystemen via de samenwerking met EIT-KIG’s en hun colocatiecentra.
Om de KIG’s beter te integreren in de lokale innovatie-ecosystemen zal elke KIG bovendien een strategie moeten ontwikkelen en uitvoeren om de betrekkingen met regionale en lokale innovatieactoren aan te halen. Het EIT zal actief toezicht houden op de uitvoering van die strategie. Er moet een “plaatsgebonden” benadering van innovatie die voortbouwt op de colocatiecentra (en EIT RIS) van de KIG's, worden geïntegreerd in de meerjarige strategie en het businessplan van de KIG's, zodat hun rol als toegangspoort voor toegang tot een KIG en interactie met partners op dezelfde locatie ten volle kan worden benut. De KIG’s moeten links leggen met lokale strategieën voor slimme specialisatie en met de activiteiten van relevante thematische platforms en interregionale initiatieven, met inbegrip van de beheersautoriteiten van de ESI-fondsen. Het EIT zal ook nagaan hoe de colocatiecentra functioneren en hoe ze zich in de lokale innovatie-ecosystemen integreren.
3)Nieuwe KIG’s opstarten
Om nieuwe wereldwijde uitdagingen te helpen aangaan, zal het EIT op prioritaire gebieden nieuwe KIG’s opstarten die zijn geselecteerd op basis van criteria die — naast andere aspecten — de relevantie ervan voor de beleidsprioriteiten van Horizon Europa beoordelen, evenals het potentieel en de toegevoegde waarde ervan via het EIT-model. Bij het opstarten van nieuwe KIG’s zal rekening worden gehouden met de strategische planning van Horizon Europa en het budget dat voor de periode 20212027 aan het EIT is toegewezen. De in bijlage III bij de [verordening betreffende Horizon Europa] vastgestelde selectiecriteria voor Europese partnerschappen zullen in de KIG-oproep tot het indienen van voorstellen worden opgenomen en tijdens de evaluatie worden beoordeeld.
De lijst van prioritaire gebieden voor toekomstige KIG’s is opgenomen in bijlage 1A bij deze SIA.
Op basis van een voorstel van de raad van bestuur van het EIT en een analyse van dat voorstel wordt voorgesteld in 2022 een eerste KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector op te starten met een in 2021 te publiceren oproep tot het indienen van voorstellen. Dit prioritaire gebied heeft de sterkste complementariteit met de acht reeds door het EIT opgestarte KIG’s en met de potentiële prioritaire gebieden voor andere in het kader van Horizon Europa op te starten Europese partnerschappen. De culturele en creatieve sector is een sector met een groot groeipotentieel, veel initiatieven aan de basis en een grote aantrekkingskracht voor de burgers. De sector is sterk verweven met de lokale en regionale ecosystemen. De sector is echter nog steeds erg gefragmenteerd en het ontbreekt innovatoren en oprichters van bedrijven aan de nodige vaardigheden op het gebied van ondernemerschap en innovatie. Deze knelpunten kunnen het best door een KIG worden verholpen, omdat KIG's naar integratie binnen de kennisdriehoek streven, over een langetermijnperspectief beschikken en voor een plaatsgebonden benadering kiezen. Een factsheet met een samenvatting van de uitdagingen voor de culturele en creatieve sector en het verwachte effect van de toekomstige KIG is opgenomen in bijlage 1B bij deze SIA.
Op basis van de voorgestelde begroting voor het EIT zou in 2025 een tweede nieuwe KIG kunnen worden opgestart met een in 2024 te publiceren oproep tot het indienen van voorstellen, nadat bijlage 1A is gewijzigd om een nieuw prioritair gebied/nieuwe prioritaire gebieden toe te voegen. Het prioritaire gebied zal/de prioritaire gebieden zullen worden geselecteerd in het licht van de voorstellen van de raad van bestuur van het EIT. Bij deze voorstellen zal rekening worden gehouden met de in het strategische onderzoeks- en innovatieplan van Horizon Europa vast te stellen prioritaire gebieden en met de criteria voor de selectie van Europese partnerschappen, met name openheid, transparantie, Europese meerwaarde, samenhang en synergie. De criteria voor de selectie van nieuwe KIG’s zullen in overeenstemming worden gebracht met die van Horizon Europa. Ze zullen ook de verwezenlijking van beleidsprioriteiten van de EU ondersteunen, zoals missies en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. Er kunnen nog andere nieuwe KIG’s worden geselecteerd, als er extra begrotingsmiddelen — naast die van het EIT — beschikbaar komen.
Het EIT zal:
·de innovatie-ecosystemen versterken door steun aan bestaande KIG’s te blijven verlenen om via de integratie binnen de kennisdriehoe wereldwijde uitdagingen aan te gaan;
·nauwere samenwerking tussen de KIG’s bevorderen rond thema's die van strategisch en beleidsmatig belang zijn, en de gebieden voor deze samenwerking vaststellen;
·ervoor zorgen dat de KIG’s een strategie ontwikkelen en uitvoeren met het oog op samenwerking en synergie met relevante Europese partnerschappen en andere relevante initiatieven en -programma’s van de Unie;
·ervoor zorgen dat de KIG’s een inclusieve aanpak hanteren om hun betrekkingen met nationale, regionale en lokale actoren op het gebied van innovatie aan te halen;
·ervoor zorgen dat de EIT RIS-activiteiten meer regionaal effect sorteren en volledig in de meerjarige strategieën van de KIG’s worden geïntegreerd;
·nieuwe KIG’s opstarten met betrekking tot geselecteerde thematische gebieden van strategisch belang, te beginnen met een KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector in 2022.
|
3.2.De innovatiecapaciteit van het hoger onderwijs ondersteunen
Door de integratie binnen de kennisdriehoek heeft het EIT de aanhoudende kloof tussen hoger onderwijs, onderzoek en innovatie helpen overbruggen. Het EIT is met name een belangrijk instrument voor de ontwikkeling van menselijk kapitaal doordat het zich specifiek richt op onderwijs in ondernemerschap. Het effect van het EIT blijft echter beperkt tot de partners van de KIG’s.
Om innovatie op grotere schaal te ondersteunen moeten de instellingen voor hoger onderwijs in Europa innovatief en ondernemingsgezind zijn in hun benadering van onderwijs en onderzoek en in hun samenwerking met het bedrijfsleven en het ruimere lokale innovatie-ecosysteem, met inbegrip van het maatschappelijk middenveld.
De ontwikkeling van instellingen voor hoger onderwijs tot meer innovatieve en ondernemingsgezinde organisaties vergt een duidelijke strategie, een methodologisch kader en toezegging van middelen. Op basis van zijn ervaringen is het EIT bij uitstek geschikt om de ontwikkeling van de ondernemers- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in het kader van Horizon Europa te ondersteunen.De activiteiten zullen door het EIT via de KIG’s op een open en doelgerichte manier worden uitgevoerd om de innovatiecapaciteit in het hoger onderwijs te vergroten en zo een groter aantal instellingen voor hoger onderwijs in de innovatiewaardeketens en ecosystemen te integreren. Deze activiteiten vormen een aanvulling op de activiteiten van het EIT op het gebied van onderwijs als kernonderdeel van de KIG-activiteiten ter bevordering van de integratie binnen de kennisdriehoek, met name door deze meer open en toegankelijk te maken voor niet-partners van de KIG’s. De impact van het EIT zou verder reiken dan de KIG’s en bijdragen tot de kerntaak van het EIT, namelijk duurzame economische groei en concurrentievermogen stimuleren door de innovatiecapaciteit van de lidstaten te versterken conform de doelstellingen van Horizon Europa om de ondernemers- en innovatievaardigheden in het kader van een leven lang leren te bevorderen, met inbegrip van het vergroten van de capaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in heel Europa.
De EIT-steun zal voortbouwen op beleidsinitiatieven zoals het HEInnovate-kader en het RIIA-kader, die in een aantal lidstaten en instellingen voor hoger onderwijs in de hele EU hun waarde hebben bewezen. Het EIT zal de ondersteunende activiteiten in nauwe samenwerking met de Commissie ontwerpen en voor samenhang en complementariteit zorgen met relevante activiteiten in het kader van Horizon Europa, Erasmus en andere programma’s. De specifieke details van het uitvoeringsmechanisme zullen tijdens de eerste drie jaar verder worden ontwikkeld en verfijnd en tijdens deze proeffase worden gemonitord en geëvalueerd, voordat ze verder worden opgeschaald.
Het EIT zal een aansturende en coördinerende rol spelen bij de uitvoering van en het toezicht op de activiteiten van de KIG’s. Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan: een inclusieve benadering om andere instellingen voor hoger onderwijs dan de partners van de KIG’s aan te trekken; een interdisciplinaire en intersectorale benadering; en een link met de strategie voor slimme specialisatie van de Europese Commissie, relevante thematische platforms en het EIT RIS.
Het EIT zal zijn steun voor de ontwikkeling van de innovatiecapaciteit in het hoger onderwijs koppelen aan het EIT-label, dat momenteel wordt toegekend aan de onderwijsprogramma’s van de KIG’s. Deelnemende instellingen voor hoger onderwijs kunnen met name worden betrokken bij het gebruik van het EIT-label. Het EIT zal het EIT-label ook uitbreiden tot activiteiten op het gebied van een leven lang leren waarbij een bredere doelgroep van studenten, lerende volwassenen en instellingen (met inbegrip van instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding) buiten de KIG’s wordt betrokken en bereikt Het gebruik van het label buiten de EIT-gemeenschap zal op alle niveaus (individueel, programma en instelling) een meer structurerend effect hebben.
Het EIT zal zich met name richten op instellingen voor hoger onderwijs uit landen die gematigde en bescheiden innovatoren zijn, en uit andere zwak presterende regio's die hun innovatie-voetafdruk en hun strategieën voor slimme specialisatie willen versterken. Het EIT zal aan deze maatregel ten minste 25 % van het totale aan deze activiteiten toegewezen budget toewijzen.
Het EIT zal:
·in samenwerking met de Commissie activiteiten ontwerpen en opstarten om de ontwikkeling van de innovatiecapaciteit in het hoger onderwijs te bevorderen. Deze activiteiten zullen vanaf 2021 via de KIG’s worden uitgevoerd;
·een outreachprogramma introduceren om instellingen voor hoger onderwijs uit landen die gematigde en bescheiden innovatoren zijn, te stimuleren hun innovatiecapaciteit te ontwikkelen;
·specifieke begeleiding, deskundigheid en coaching bieden aan deelnemende instellingen voor hoger onderwijs;
·het bereik van het EIT-label versterken en uitbreiden buiten de KIG's tot de instellingen voor hoger onderwijs die aan de actie deelnemen.
|
3.3.Transversale activiteiten van het EIT
1)Communicatie
Het EIT zal zijn communicatie en zichtbaarheid versterken. Met een toenemend aantal KIG’s en een nieuwe actie ter ondersteuning van de ondernemerszin van instellingen voor hoger onderwijs zal het EIT meer inspanningen leveren om zijn erkenning als kwaliteitsmerk voor innovatie te vergroten. Dit merkbeheer en deze verbeterde communicatie zijn vooral ten aanzien van de burgers van cruciaal belang, aangezien de door het EIT gegenereerde innovaties ertoe bijdragen de concrete impact van EU-investeringen via het Europees kaderprogramma voor onderzoek en innovatie aan te tonen. Het EIT zal een verbeterde brandingstrategie toepassen ten aanzien van zijn belangrijkste belanghebbenden (instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, bedrijven enz.) in alle lidstaten en daarbuiten, in overeenstemming met de benadering van communicatie in het kader van Horizon Europa.
Om een ruimere verspreiding en een beter begrip van de door het EIT geboden mogelijkheden te waarborgen, zal het EIT nagaan of het mogelijk is de begeleiding en bijstand met betrekking tot de deelname aan EIT-KIG’s in heel Europa te versterken door voort te bouwen op bestaande informatienetwerken in heel Europa.
Om ervoor te zorgen dat een grote groep belanghebbenden in de hele kennisdriehoek op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau op de hoogte is van alle oproepen en gefinancierde projecten van het EIT (en de KIG’s) zullen deze oproepen en projecten ook op het European Funding and Tender Opportunities Portal verschijnen (onder Horizon Europa).
Het EIT zal op gezette tijden — en ten minste twee kaar per jaar — bijeenkomsten organiseren van de groep vertegenwoordigers van de lidstaten en de betrokken diensten van de Commissie om voor een passende informatiestroom en communicatie met de lidstaten en op EU-niveau te zorgen en om de betrokkenen op de hoogte te houden van de prestaties en de resultaten van de door het EIT gefinancierde activiteiten. De groep vertegenwoordigers van de lidstaten zal ook voor passende ondersteuning zorgen om contacten te leggen tussen door het EIT gesteunde activiteiten en nationale programma’s en initiatieven, met inbegrip van de mogelijke nationale medefinanciering van die activiteiten.
Het EIT zal het EIT-forum van belanghebbenden en de EIT Awards blijven beheren om de interactie met Europese actoren van de kennisdriehoek te bevorderen en de meest veelbelovende ondernemers en innovatoren in Europa te erkennen.
Het EIT zal de alumnigemeenschap van het EIT (in samenwerking met de raad van bestuur van de alumnigemeenschap van het EIT) blijven aansturen en in strategisch opzicht adviseren om het effect op het ondernemerschap, de maatschappelijke impact en de permanente betrokkenheid van de leden bij door het EIT ondersteunde activiteiten te maximaliseren. In de periode 20212027 zal de alumnigemeenschap blijven groeien en ook de alumni omvatten die deelnemen aan de acties ter ondersteuning van de innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs.
2)Goede praktijken met belanghebbenden opsporen en delen
Het EIT speelt een sleutelrol bij de verspreiding van goede praktijken en ervaringen. De KIG’s en de projecten ter ondersteuning van de innovatie- en ondernemingscapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs vormen een waardevolle bron van informatie en experimenteel leren voor beleidsmakers, omdat ze voorbeelden van goede praktijken en steun bieden bij de ontwikkeling en de uitvoering van EU-beleid op hun thematische gebieden.
Tot dusver zijn de goede praktijken en de lessen van de KIG’s onvoldoende gecodificeerd en niet doeltreffend verspreid. In zijn ondersteunende functie als kennispartner voor beleidsmakers en de hele innovatiegemeenschap zal het EIT zijn rol als instituut voor innovatie verder ontwikkelen, een instituut dat in staat is innovatieve praktijken, ervaringen en resultaten van door het EIT gefinancierde activiteiten (onderwijs & opleiding, ondersteuning van innovatie en ondernemerschap) op te sporen, te analyseren, te codificeren, te delen en op grotere schaal ingang te doen vinden. Deze activiteit zal voortbouwen op de verbanden en synergie met de andere initiatieven in het kader van de [pijler “Innovatief Europa”] van het [voorstel voor Horizon Europa].
3)Internationale samenwerking
Binnen het toepassingsgebied van de EIT-verordening zal het EIT streven naar een groter effect van zijn activiteiten door middel van internationale samenwerking en het zal internationale, door het EIT gefinancierde activiteiten van de KIG’s coördineren. De belangrijkste activiteiten van het EIT zullen nauw worden afgestemd op relevante doelstellingen van het industriebeleid van de Europese Unie en op de prioriteiten van de Unie op het gebied van onderzoek en innovatie. Bovendien zal voor een Europese meerwaarde worden gezorgd.
Bij de internationale samenwerking zal het EIT — in overleg met de Commissie — er vooral naar streven wereldwijde maatschappelijke uitdagingen doeltreffend aan te gaan, een bijdrage tot relevante internationale initiatieven en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te leveren en de toegang tot talent en een grotere vraag naar en een groter aanbod aan innovatieve oplossingen te waarborgen. Het EIT en de KIG’s zullen hun internationale activiteiten plannen en uitvoeren in nauwe samenwerking met de Commissie, conform Horizon Europa en andere relevante EU-beleidsmaatregelen en onder toezicht van de raad van bestuur van het EIT.
Het EIT zal:
·zijn zichtbaarheid verbeteren door middel van een sterkere brandingstrategie ten aanzien van de belangrijkste belanghebbenden in de lidstaten;
·zorgen voor de zichtbaarheid van de steun van de Europese Unie;
·nagaan of het haalbaar is bestaande EU-informatienetwerken te gebruiken en hun activiteiten te coördineren met het oog op beter advies aan en een betere begeleiding van potentiële EIT-KIG-partners:
·regelmatige bijeenkomsten van de groep vertegenwoordigers van de lidstaten organiseren om te zorgen voor een doeltreffende communicatie en informatiestroom met de lidstaten;
·de zichtbaarheid van zijn activiteiten ten aanzien van de burgers en de gemeenschap van belanghebbenden vergroten via het forum van belanghebbenden, de EIT Awards en de EIT-alumni;
·lessen en goede praktijken die voortvloeien uit door het EIT gefinancierde activiteiten, opsporen, codificeren en doeltreffend uitwisselen; met de autoriteiten van de EU-lidstaten op nationaal en regionaal niveau samenwerken om een gestructureerde dialoog tot stand te brengen en de inspanningen te coördineren om goede praktijken en lessen op te sporen, te delen en te verspreiden;
·de grote lijnen van de internationale samenwerking van het EIT en de KIG’s uitzetten onder toezicht van de raad van bestuur van het EIT, conform de strategie van de Commissie voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie en in overleg met de respectieve diensten van de Commissie.
|
3.4.Het EIT en de KIG's efficiënt doen functioneren
Dit deel bevat een aantal maatregelen om het huidige functioneren van het EIT en de KIG’s aan te passen en te verbeteren. Een doeltreffende en strategische raad van bestuur van het EIT zal toezicht op de uitvoering van die maatregelen op EIT-niveau houden en voor de nodige stimulansen en controle zorgen — onder meer via het proces voor de toewijzing van financiering — om ervoor te zorgen dat de KIG’s de betrokken maatregelen uitvoeren.
4)Operationeel model van de KIG's
Om de prestaties en de impact van de KIG's te maximaliseren, zal het EIT operationele richtsnoeren verstrekken aan en toezicht houden op de KIG’s met het oog op de naleving van de beginselen van goed beheer, de beginselen en criteria voor Europese partnerschappen in het kader van de verordening betreffende Horizon Europa en de coördinatie met de prioriteiten van Horizon Europa.
De maatregelen die tijdens de uitvoering voortdurende openheid van de KIG’s en transparantie waarborgen, zullen worden verbeterd, met name door gemeenschappelijke bepalingen voor nieuwe leden op te nemen die de partnerschappen een meerwaarde verlenen. De KIG's zullen hun activiteiten ook volledig transparant uitvoeren. De KIG’s zullen dynamische partnerschappen blijven waarbij nieuwe partners — waaronder een groeiend aandeel kmo's — zich kunnen aansluiten op basis van excellentie en strategische geschiktheid. Om de concentratie van financiering te beperken en ervoor te zorgen dat de activiteiten van de KIG’s kunnen profiteren van een breed netwerk van partners, zal de procedure voor het opstellen van het businessplan (met inbegrip van de vaststelling van prioriteiten, de selectie van activiteiten en de toewijzing van financiële middelen) transparanter en inclusiever worden gemaakt. Ten slotte zullen de KIG’s het aandeel oproepen verhogen, met name voor innovatieprojecten die openstaan voor derden. Al deze maatregelen zullen leiden tot een toename van het aantal deelnemende entiteiten die bij de activiteiten van de KIG’s betrokken zijn. Ten slotte zouden de KIG’s in hun regelmatige rapportage verslag moeten uitbrengen over de betrokkenheid van nieuwe partners.
Aangezien KIG’s in de hele innovatiewaardeketen actief zijn, zullen ze in hun businessplan zorgen voor een passend evenwicht tussen activiteiten op het gebied van onderwijs, ondernemerschap en innovatie. De activiteiten van de KIG’s zullen worden uitgevoerd door middel van een slanke, efficiënte en kosteneffectieve structuur die de administratieve en algemene kosten tot een minimum beperkt. Het EIT zal ervoor zorgen dat de KIG’s hun verwachte effecten zullen sorteren via een grote verscheidenheid van in de businessplannen van de KIG's vastgestelde activiteiten, die de verwezenlijking van hun doelstellingen op doeltreffende wijze ondersteunen.
De verbintenissen van elke KIG-partner tijdens de contractuele duur van het initiatief zullen worden gegarandeerd door de feitelijke bijdragen van de partners regelmatig te vergelijken met de oorspronkelijke verbintenissen. Het EIT zal ervoor zorgen dat de KIG’s beschikken over een risicobeheerssysteem voor gevallen waarin sommige partners niet in staat zijn hun oorspronkelijke verbintenissen na te komen.
Het EIT zal:
·ervoor zorgen dat de KIG’s strikte beginselen van openheid en transparantie toepassen, met name wat betreft de selectie van nieuwe partners en de procedure voor het opstellen van de businessplannen;
·ervoor zorgen dat de uitvoering van de KIG’s volledig in overeenstemming is met de respectieve eisen die uit de verordening betreffende Horizon Europa voortvloeien;
·zorgen voor een passend evenwicht in de businessplannen tussen de activiteiten van de kennisdriehoek;
·ervoor zorgen dat de KIG’s hun administratieve kosten tot een minimum beperken;
·ervoor zorgen dat de acht bestaande KIG’s de overgang maken naar de uitvoering van de nieuwe uitvoeringscriteria van Horizon Europa voor Europese partnerschappen.
|
5)Financieringsmodel van de KIG's
Door middel van een slank en vereenvoudigd financieringsmodel zal het EIT het effect en de bijdrage van de KIG’s vergroten bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Horizon Europa. Om de toegevoegde waarde van zijn steun te verhogen, zal het EIT zijn financieringsmodel aanpassen. Er zijn vier belangrijke gebieden waarop het EIT verbeteringen zal doorvoeren.
Ten eerste zal het EIT een medefinancieringspercentage invoeren om het niveau van de particuliere en publieke investeringen te verhogen. De aanpassing van het financieringsmodel zal de overgang van de KIG's naar financiële duurzaamheid vergemakkelijken. De aanpassing zal de KIG's stimuleren om tijdens de looptijd van de kaderpartnerschapsovereenkomsten het aandeel van de EIT-financiering in hun businessplan geleidelijk te verlagen en tegelijkertijd het niveau van mede-investeringen uit andere bronnen dan het EIT te verhogen. Vaste dalende medefinancieringspercentages zullen van toepassing zijn in alle fasen van de levenscyclus van de KIG’s (opstartfase, aanloopfase, maturiteitsfase, stopzetting van de EIT-subsidie), zoals hieronder uiteengezet.
|
Opstartfase
|
Aanloopfase
|
Maturiteitsfase
|
Stopzetting van de EIT-subsidie
|
Jaren
|
1 – 4
|
5 – 7
|
8 – 11
|
12 – 15
|
Medefinancieringspercentage van het EIT
|
tot 100 %
|
tot 80 %
|
tot 70 %
|
50 % in jaar 12, met een daling van 10 % per jaar
|
Figuur 4: medefinancieringspercentages van het EIT 20212027
Ten tweede zal het huidige proces voor de toewijzing van subsidies sterker worden afgestemd op competitieve prestaties en resultaten en op het gebruik van meerjarige subsidies. De raad van bestuur van het EIT zal de KIG’s sterkere stimulansen bieden — met name op basis van hun individuele prestaties — om te zorgen voor een zo groot mogelijk effect. Het EIT zal daarom zijn bepalingen inzake competitieve financiering wijzigen om het effect ervan als onderdeel van Horizon Europa te versterken.
Ten derde zal het EIT strenge regels ter versterking van het evaluatiemechanisme toepassen, voordat de eerste initiële zevenjarige periode van de KIG-activiteiten verstrijkt. Deze tussentijdse evaluatie, die moet worden uitgevoerd met de hulp van externe deskundigen, moet — overeenkomstig de criteria van Horizon Europa voor het toezicht op en de evaluatie van Europese partnerschappen — beantwoorden aan de beste internationale praktijken en vóór het verstrijken van de initiële zevenjarige periode worden uitgevoerd. Op basis van de evaluatie zal de raad van bestuur besluiten de financiële bijdrage aan een KIG voort te zetten of de financiële bijdrage stop te zetten (en dus de kaderpartnerschapsovereenkomst met die KIG niet te verlengen) en de middelen toe te wijzen aan activiteiten die betere resultaten opleveren.
Ten slotte zal het EIT blijven streven naar vereenvoudiging om onnodige administratieve lasten voor de KIG’s te verminderen, zodat hun jaarlijkse businessplan en meerjarige strategie flexibel en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Er zal onder meer van vaste bedragen of eenheidskosten voor relevante KIG-activiteiten worden gebruikgemaakt. Bovendien zal het EIT — waar nodig — meerjarige subsidieovereenkomsten met de KIG’s sluiten in het kader van de respectieve kaderpartnerschapsovereenkomsten om de middelen, met name van innovatieactiviteiten, beter te plannen en een sterker engagement en langetermijninvesteringen van de deelnemende partners in de activiteiten van de KIG’s te bevorderen. Deze meerjarige subsidieovereenkomsten mogen hoogstens een periode van drie jaar bestrijken.
Het EIT zal:
·een nieuw financieringsmodel toepassen om de partners van de KIG’s tot meer engagement te stimuleren;
·het financieringsmodel continu verbeteren door de rapportagevereisten van de KIG’s te vereenvoudigen en — wanneer dit nuttig wordt geacht — meerjarige subsidieovereenkomsten met de KIG’s te sluiten in het kader van de respectieve kaderpartnerschapsovereenkomsten;
·het proces voor de toewijzing van competitieve subsidies aanpassen om prestaties en resultaten te belonen;
·de prestaties van elke KIG vóór het verstrijken van het zevende jaar van activiteit grondiger evalueren ter ondersteuning van een besluit van de raad van bestuur over de voortzetting of de beëindiging van financiële steun, overeenkomstig het kader van Horizon Europa voor Europese partnerschappen.
|
6)De betrekkingen tussen het EIT en de KIG's na de beëindiging van de kaderpartnerschapsovereenkomst
Na een grondige en onafhankelijke studie in nauwe samenwerking met de Commissie zal het EIT uiterlijk eind 2023 zijn betrekkingen bepalen met KIG’s waaraan de steunsubsidies in de loop van de programmeringsperiode 20212027 worden stopgezet. Als de eindevaluatie positief is, kan het EIT een “memorandum van samenwerking” met elke KIG sluiten met het oog op de voortzetting van de samenwerking na de beëindiging van de kaderpartnerschapsovereenkomst. Dit memorandum moet onder meer de rechten en verplichtingen omvatten met betrekking tot:
het gebruik van het EIT-merk, de deelname aan de EIT Awards en aan andere door het EIT georganiseerde initiatieven;
het gebruik van het EIT-label voor onderwijs- en opleidingsprogramma’s;
de deelname aan competitieve oproepen van het EIT voor activiteiten waarbij verschillende KIG's betrokken zijn, en voor gezamenlijke diensten;
de betrekkingen met de alumnigemeenschap van het EIT.
Het EIT zal:
·de algemene beginselen ontwikkelen voor de betrekkingen met KIG’s na beëindiging van de kaderpartnerschapsovereenkomst, in overeenstemming met het kader van Horizon Europa voor Europese partnerschappen;
·— onder voorbehoud van een positieve eindevaluatie en een besluit van de raad van bestuur — memoranda van samenwerking met de KIG's sluiten om ze als actieve leden van de EIT-gemeenschap te behouden.
|
3.5.Synergie en complementariteit met andere programma’s
Op basis van zijn brede werkingssfeer en specifieke rol is het EIT goed geplaatst om synergie te creëren en voor complementariteit met andere EU-programma’s of -instrumenten te zorgen, onder meer door meer ondersteuning aan de KIG’s te bieden bij hun plannings- en uitvoeringsactiviteiten. De onderstaande lijst bevat concrete voorbeelden van gevallen waarin het EIT op middellange tot lange termijn zal bijdragen tot synergie buiten het kader van Horizon Europa.
Erasmus
Erasmus en het EIT zullen voor synergie zorgen tussen hun respectieve gemeenschappen. De samenwerking zal erop gericht zijn de toegang van Erasmus-studenten van instellingen voor hoger onderwijs van KIG-partners, tot zomercursussen van KIG’s of andere relevante opleidingsactiviteiten (bijvoorbeeld op het gebied van ondernemerschap en innovatiebeheer) te waarborgen. Daarnaast zal ernaar gestreefd worden contacten te leggen met het alumninetwerk van de KIG’s.
De samenwerking kan ook bestaan uit het organiseren van opleidingen door het EIT/KIG’s voor academisch personeel (van alle instellingen voor hoger onderwijs zonder banden met de KIG’s) rond ondernemerschap en innovatie, alsook uit het testen, goedkeuren en opschalen van in het kader van Erasmus-netwerken (zoals de kennisallianties tussen instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven) ontwikkelde innovatieve praktijken door KIG’s en vice versa.
Waar mogelijk zal voor synergie met het initiatief Europese Universiteiten worden gezorgd om de educatieve activiteiten van het EIT te helpen integreren met de bedoeling een systemisch effect te sorteren.
Het programma Digitaal Europa (DEP)
De colocatiecentra van de KIG’s zullen met de Europese digitale-innovatiehubs samenwerken om de digitale transformatie van de industrie en organisaties uit de publieke sector te ondersteunen.
Nagegaan zal worden of het haalbaar is dat de KIG's in het kader van het DEP ontwikkelde infrastructuur en capaciteit (bijvoorbeeld gegevensbronnen en bibliotheken van algoritmen voor kunstmatige intelligentie; high-performance computing-kenniscentra in de lidstaten) kunnen gebruiken in onderwijs & opleiding en voor test- en demonstratiedoeleinden in het kader van innovatieprojecten.
Fondsen voor het cohesiebeleid (met name het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds)
De KIG’s van het EIT zullen via hun colocatiecentra en RIS-entiteiten de regionale en regio-overschrijdende samenwerking tussen de actoren van de kennisdriehoek (onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven) en de beheersautoriteiten promoten in synergie met interregionale samenwerking en investeringen door waardeketens heen op verwante prioritaire gebieden voor slimme specialisatie en in synergie met de werkzaamheden van de thematische platforms voor slimme specialisatie. Het EIT zal ook nagaan of het via de uitwisseling van beste praktijken tot de initiatieven voor de ontwikkeling van vaardigheden in het kader van de fondsen voor het cohesiebeleid kan bijdragen.
De KIG’s van het EIT zullen de samenwerking met de platforms voor slimme specialisatie bevorderen — met name met de projecten waarin ervaring is opgedaan met de beheersautoriteiten van de fondsen voor het cohesiebeleid — om synergie tussen EIT-middelen, de fondsen voor het cohesiebeleid en andere Europese, nationale en/of regionale programma’s te vergemakkelijken.
InvestEU
De KIG’s van het EIT zullen streven naar samenwerking met de InvestEU-advieshub met het oog op technische steun en bijstand voor door de KIG’s gesteunde ondernemingen bij de voorbereiding, de ontwikkeling en de uitvoering van projecten.
De KIG’s van het EIT zullen — in nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie — bijdragen tot het InvestEU-portaal om investeerders in nauwer contact met door de KIG’s gesteunde ondernemingen te brengen.
Creatief Europa
Het nieuwe programma Creatief Europa zal bijzonder relevant zijn voor de activiteiten van een toekomstige KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector. Er zal voor sterke synergie en complementariteit met het programma worden gezorgd op gebieden als creatieve vaardigheden, banen en bedrijfsmodellen.
Programma voor de eengemaakte markt (Cosme)
De KIG’s zullen streven naar samenwerking met het Enterprise Europe Network (EEN) en de sectorgroepen ervan om de samenwerking tussen bedrijven, de technologieoverdracht en innovatiepartnerschappen voor ondernemers die hun activiteiten in de hele EU en daarbuiten willen ontwikkelen, te vergemakkelijken. De organisaties van het EEN zullen de activiteiten van de KIG's van het EIT onder hun klanten-kmo's promoten. Het EIT zal nagaan of met de mobiliteitsprogramma’s voor nieuwe ondernemers kan worden samengewerkt om hun ondernemersvaardigheden te verbeteren.
4.Middelen
4.1.Benodigd budget
Het voor de periode 20212027 benodigde budget voor het EIT bedraagt [3 000] miljoen EUR en is gebaseerd op drie hoofdonderdelen: 1) de uitgaven voor de bestaande acht KIG’s (rekening houdend met het feit dat voor drie van deze KIG’s de kaderpartnerschapsovereenkomsten eind 2024 zullen aflopen) en voor het opstarten van twee nieuwe KIG’s (in 2022 en 2025); 2) het opstarten van een nieuwe steun- en coördinatieactie van het EIT; en 3) administratieve uitgaven.
Ongeveer [2 500] miljoen EUR (83,3 % van de totale EIT-begroting) is bestemd voor de financiering van bestaande en nieuwe KIG’s en omvat [200] miljoen EUR voor de regionale innovatieregeling. Door de invoering van een medefinancieringspercentage zullen de KIG’s naar verwachting nog eens [1 500] miljoen EUR aan andere publieke en particuliere financiering mobiliseren. Het budget voor het opstarten van twee nieuwe KIG’s (respectievelijk in 2022 en 2025) zal ongeveer [300] miljoen EUR bedragen. Als naast het budget van het EIT nog andere aanvullende middelen beschikbaar worden, kan het EIT nog meer KIG’s opstarten.
Het EIT zal een nieuwe ondersteunende actie opstarten om de ondernemers- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs te helpen ontwikkelen. Deze actie zal horizontale diensten voor projectbeheer en toezicht vereisen. Ongeveer [400] miljoen EUR van het EIT-budget (maximaal 14 %) is nodig voor de uitvoering van deze activiteiten: [120] miljoen EUR voor de opstartfase (de eerste drie jaar) en de rest voor de opschalingsfase (de laatste vier jaar).
Het EIT zal een slanke en dynamische organisatie blijven. De administratieve uitgaven, die de nodige personele, administratieve, infrastructurele en operationele kosten dekken, zullen stijgen, maar gemiddeld niet meer dan 3 % van het EIT-budget bedragen. Een deel van de administratieve uitgaven wordt gedekt door Hongarije doordat het land tot eind 2029 gratis kantoorruimte ter beschikking stelt. De administratieve uitgaven voor de periode 20212027 zullen daarom ongeveer 73 miljoen EUR bedragen. Het budget kan als volgt worden uitgesplitst:
4.2.Effect (toezicht en evaluatie)
De meting van het effect van het EIT zal tijdens de volgende programmeringsperiode voortdurend worden verbeterd, rekening houdend met de tot dusver geleerde lessen en opgedane ervaring. Het EIT zal zich van een kader voor evaluatie, rapportage en toezicht bedienen dat voor samenhang met de algemene aanpak in het kader van Horizon Europa zorgt en tegelijkertijd flexibiliteit biedt. Met name zal de feedback tussen de Commissie, het EIT en de KIG’s worden verbeterd om de doelstellingen op een consistente, coherente en efficiënte manier te kunnen verwezenlijken.
Evaluatie
De periodieke evaluaties van de EIT-activiteiten, met inbegrip van de door de KIG’s beheerde activiteiten, zullen door de Commissie worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de EIT-verordening en de Horizon Europa-verordening. Bij deze evaluaties zullen de doeltreffendheid, de efficiëntie, de relevantie, de samenhang en de EU-meerwaarde van de activiteiten van het EIT, met inbegrip van de KIG’s, worden beoordeeld. De evaluaties zullen worden gebaseerd op onafhankelijke externe evaluaties en worden gebruikt bij de algemene halftijdse en ex post-evaluaties van Horizon Europa. Bovendien zal het EIT een grondige evaluatie van elke KIG uitvoeren vóór het einde van het 7e en het 14e operationele jaar in het kader van de kaderpartnerschapsovereenkomsten.
Rapportage en toezicht
De rapportage over en het toezicht op de operationele prestaties en de resultaten van de KIG’s zullen een primaire taak van het EIT zijn en worden uitgevoerd in samenwerking met de gemeenschappelijke diensten van Horizon Europa. Het rapportage- en toezichtsysteem voor KIG’s zal in het algemene toezichtsysteem van Horizon Europa worden ingebouwd, met name door gemeenschappelijke gegevensmodellen toe te passen (inclusief gegevensverzameling). De Commissie zal aan het medeontwerp van alle relevante, door het EIT ontwikkelde of toegepaste impact- en toezichtindicatoren en -instrumenten deelnemen om te zorgen voor compatibiliteit en samenhang met het algemene toezichtsysteem van Horizon Europa, met inbegrip van de belangrijkste effecttrajecten, het kader van criteria voor Europese partnerschappen en het strategische planningsproces. Voorts zal het EIT rekening houden met de toepassing van de Innovation Radar-methode in het kader van Horizon Europa en nagaan hoe de KIG’s Innovation Radar kunnen gebruiken om hun monitoringactiviteiten te versterken.
In het algemeen is het de taak van het EIT om de operationele prestaties van de KIG’s regelmatig te monitoren en zijn monitoringsystemen voortdurend aan te passen overeenkomstig het monitoring- en rapportagekader voor Europese partnerschappen in het kader van Horizon Europa en in samenwerking met de gemeenschappelijke diensten van Horizon Europa. De resultaten van dit toezicht zullen worden gebruikt bij de business planning van de KIG’s en bij de besluitvorming van het EIT over de toewijzing van de begroting en de voorbereiding van de kaderpartnerschapsovereenkomsten met de KIG’s als begunstigden.
De activiteiten van het EIT, met inbegrip van de door de KIG’s beheerde activiteiten, zullen naar verwachting
1)economische/innovatie-effecten sorteren door de oprichting en de groei van ondernemingen evenals nieuwe innovatieve oplossingen voor wereldwijde uitdagingen te beïnvloeden, directe en indirecte werkgelegenheid te scheppen en andere publieke en particuliere investeringen te mobiliseren;
2)wetenschappelijke en educatieve effecten sorteren door het menselijk kapitaal in onderzoek en innovatie te versterken, de innovatieve en ondernemersvaardigheden van individuele personen en organisaties te vergroten en de verspreiding van kennis en innovatie openlijk in de samenleving te bevorderen;
3)maatschappelijke effecten sorteren door de beleidsprioriteiten van de EU op het gebied van klimaatverandering, energie, grondstoffen, gezondheid of voedsel met behulp van innovatieve oplossingen aan te pakken, in contact met burgers en eindgebruikers te treden en de toepassing van innovatieve oplossingen op deze gebieden in de samenleving te versterken.
De onderstaande tabel bevat een niet-exhaustieve lijst van managementindicatoren en de streefcijfers ervan, die het EIT in 20212027 zal monitoren. Deze indicatoren verschaffen de belangrijkste input- en outputrichtsnoeren voor het toezicht op de verwezenlijking van de belangrijkste doelstellingen van het EIT voor de periode 20212027, zoals het stimuleren van innovatie en ondernemerschap door middel van beter onderwijs, het vergroten van de regionale impact en de openheid van het EIT ten aanzien van potentiële partners en belanghebbenden, en het op de markt brengen van nieuwe innovatieve oplossingen voor wereldwijde uitdagingen.
Het EIT zal samen met de Commissie aanvullende indicatoren ontwikkelen — met inbegrip van indicatoren van het maatschappelijk effect op de werkterreinen van de KIG's — in overeenstemming met de ontwikkeling van het kader van indicatoren voor het programma Horizon Europa. Deze indicatoren zullen de algemene aanpak voor Europese partnerschappen weerspiegelen om bij te dragen tot wetenschappelijke, economische en maatschappelijke effecten. In het algemeen zal de afstemming van de effectindicatoren op Horizon Europa erop gericht zijn de voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen in de loop van de tijd te monitoren. Dit zal zorgen voor een vergelijkend corpus gegevens over de resultaten en effecten van de KIG’s ten opzichte van de rest van het programma. Daarnaast zal het EIT ervoor zorgen dat het monitoringsysteem de vooruitgang weergeeft met betrekking tot activiteiten die specifiek zijn voor het KIG-model, zoals de integratie binnen de kennisdriehoek en ondernemersvaardigheden. Deze aanvullende indicatoren zullen erop gericht zijn de voortgang en het effect in de loop van de tijd te monitoren. De indicatoren met betrekking tot de onderwijsgerelateerde activiteiten van het EIT (met inbegrip van de activiteiten om de capaciteit van instellingen voor hoger onderwijs te ondersteunen) zullen bijvoorbeeld voor de monitoring zorgen van de verwerving van vaardigheden op het gebied van menselijk kapitaal (korte termijn), de loopbaan (middellange termijn) en de arbeidsomstandigheden (lange termijn), het engagement van instellingen voor hoger onderwijs en de verbetering van hun capaciteit (korte termijn) of de rol en de prestaties van instellingen voor hoger onderwijs in het kader van plaatselijke innovatie-ecosystemen (middellange en lange termijn).
EIT-managementindicatoren
|
Streefcijfer 2023
(basisscenario 2020)
|
Streefcijfer 2027
(basisscenario 2020)
|
Aantal entiteiten/organisaties dat deelneemt aan activiteiten van het EIT en de KIG’s
|
een stijging met 20 %
|
een stijging met 50 %
|
Aantal innovaties (producten en diensten) dat op de markt is gebracht
|
1 500
|
4 000
|
Instellingen voor hoger onderwijs die betrokken zijn bij activiteiten van het EIT en de KIG’s
|
300, waarvan 100 als gevolg van de nieuwe actie op het gebied van onderwijs
|
750, waarvan 450 als gevolg van de nieuwe actie op het gebied van onderwijs
|
Aantal studenten dat betrokken is bij onderwijsactiviteiten van het EIT en de KIG’s
|
10 000
|
30 000
|
Aantal ondersteunde startende ondernemingen
|
300
|
700
|
Medefinanciering van de KIG’s
|
700 miljoen EUR
|
1 500 miljoen EUR
|
Aantal entiteiten/organisaties dat deelneemt aan activiteiten van het EIT en de KIG’s uit regio’s buiten de regio’s van de colocatiecentra van de KIG’s
|
een stijging met 50 %
|
een stijging met 100 %
|
Het EIT zal ervoor zorgen dat de via zijn systeem voor interne monitoring verzamelde gegevens, met inbegrip van de resultaten van de KIG’s, volledig geïntegreerd zijn in het algemene systeem voor gegevensbeheer van het programma Horizon Europa. Het EIT zal ervoor zorgen dat de gedetailleerde gegevens die aan zijn monitoring- en evaluatieproces zijn ontleend, tijdig beschikbaar worden gesteld en toegankelijk zijn in een gemeenschappelijke e-databank over de uitvoering van Horizon Europa. Daarnaast zal het EIT zorgen voor specifieke rapportage over kwantitatieve en kwalitatieve effecten, onder meer over vastgelegde en daadwerkelijk verstrekte financiële bijdragen.
Het EIT zal:
·zijn huidige monitoringsystemen verbeteren en een rapportage- en monitoringkader met onder meer effectindicatoren introduceren dat op de belangrijkste effecttrajecten van het [programma Horizon Europa] is afgestemd;
·de operationele prestaties van de KIG’s en hun output, resultaten en vooruitgang bij het sorteren van effect op gezette tijden monitoren overeenkomstig het [kader van Horizon Europa];
·zorgen voor de ontwikkeling van specifieke maatschappelijke indicatoren met betrekking tot de werkterreinen van de KIG's en die ontwikkeling op gezette tijden monitoren overeenkomstig het kader van Horizon Europa om het maatschappelijk effect vast te stellen;
·zorgen voor rapportage over kwantitatieve en kwalitatieve effecten, onder meer over financiële bijdragen;
·zorgen voor toegang tot de resultaten en de projectgegevens van KIG's en deze in het algemene systeem voor databeheer en rapportage van het programma Horizon Europa integreren.
|
5.Bijlage 1A
Prioritaire gebieden voor het opstarten van nieuwe kennis- en innovatiegemeenschappen.
1. Culturele en creatieve sector
6.Bijlage 1B
Factsheet over de kennis- en innovatiegemeenschap “Culturele en creatieve sector”
7)De uitdaging
De culturele en creatieve sector (CCS) kan een horizontale oplossing bieden voor een reeks nieuwe uitdagingen van permanente aard die via onderzoeks- en innovatieactiviteiten kunnen worden aangegaan. Deze uitdagingen kunnen in vier pijlers worden gegroepeerd: 1) de creativiteit, culturele diversiteit en waarden van de Europeanen; 2) de Europese identiteit en samenhang; 3) de Europese werkgelegenheid, economische veerkracht en slimme groei; en 4) Europa als wereldwijde speler.
De creativiteit en de culturele diversiteit van de Europeanen zijn afhankelijk van een veerkrachtige en robuuste culturele en creatieve sector. Die sector — en met name de audiovisuele sector of de muzieksector — wordt echter met een aantal uitdagingen geconfronteerd als gevolg van de toegenomen concurrentie van wereldwijde spelers en de digitale omwenteling.
Producenten, distributeurs, omroepen, bioscopen en alle soorten culturele organisaties moeten innoveren om nieuwe generaties aan te trekken.
Het gebrek aan ondernemerschap en transversale vaardigheden in de CCS treft zowel nieuwe subsectoren als zeer rijpe subsectoren die een diepgaande digitale transformatie ondergaan. Deze vaardigheden zijn nodig voor innovatie en van cruciaal belang in het licht van de veranderingen op de arbeidsmarkt waarmee de sector wordt geconfronteerd.
Maatschappelijke uitdagingen in verband met de Europese identiteit en cohesie kunnen in het algemeen worden beschreven in termen van een gebrek aan “bruggen” die verschillende delen van de samenleving en verschillende territoria met elkaar verbinden. De problemen houden onder meer verband met sociale uitsluiting, de noodzaak om nauwere interculturele banden tot stand te brengen en een gevoel van samenhorigheid te ontwikkelen op basis van onze culturele diversiteit en ons gemeenschappelijk erfgoed via meer gemeenschapsparticipatie, innovaties op het gebied van design, architectuur en het gebruik van openbare ruimten en door cultuur gestimuleerde sociale innovatie. Vooral de volgende problemen doen zich voor:
Er is maar weinig samenwerking tussen onderzoekers onderling en tussen onderzoek en bedrijfsleven, er is onvoldoende coördinatie op het gebied van O&O en er worden te weinig methoden, resultaten en beste praktijken uitgewisseld. Bovendien is het meeste onderzoek in de CCS niet vertaald, waardoor hetzelfde onderzoek wordt overgedaan omdat onderzoekers vaak niet op de hoogte zijn van elkaars projecten.
Er is onvoldoende integratie van creatieve clusters en innovatiehubs.
Een aanzienlijk deel van de regionale prioriteiten voor slimme specialisatie in Europa verwijzen naar cultuur vanuit verschillende oogpunten (bijvoorbeeld cultureel erfgoed, creatieve industrieën enz.). Gezien de belangrijke rol van cultuur en creativiteit voor de economische en sociale ontwikkeling van steden en regio’s en het vermogen daarvan te helpen om de ongelijkheid in Europa verder aan te pakken, is het potentieel van de KIG op het gebied van de culturele en creatieve sector hoog.
Uitdagingen met betrekking tot de Europese werkgelegenheid, economische veerkracht en slimme groei houden onder meer verband met economische kwesties zoals werkloosheid (met name jeugdwerkloosheid) en wereldwijde concurrentie.
Er is een hoge marktconcentratie: ongeveer 50 % van de totale omzet en toegevoegde waarde wordt gegenereerd in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
De Europese bedrijfstakken worden geconfronteerd met digitalisering en globalisering en de sterke invloed daarvan op de manier waarop kunstenaars hun werken produceren en distribueren en in contact met hun publiek treden. De ineenstorting van de dvd-markt, de nieuwe verwachtingen van de consument en de voortdurende machtspositie van de studio’s in de VS hebben in combinatie met de opkomst van wereldwijde digitale giganten zoals Amazon, ITunes, Google en Netflix gevolgen gehad voor de traditionele waardeketen.
Tot slot impliceert de rol van Europa als wereldwijde speler dat de in Europa gecreëerde culturele inhoud op grotere schaal moet worden verspreid. Europa moet concurrerend blijven in de wereldwijde digitale wedloop om nieuwe technologieën (bijvoorbeeld AI, IoT en blockchain) te creëren, waarvoor de CCS een belangrijke generator van inhoud, producten en diensten wereldwijd is. Bovendien draagt de CCS (bijvoorbeeld design en architectuur) wereldwijd actief bij tot duurzame ontwikkeling en groene innovatie, terwijl culturele inhoud (literatuur, film en beeldende kunst) de aandacht op ecologische problemen kan vestigen en het publiek kan informeren.
8)Relevantie en effect
Een EIT-KIG voor de CCS zal met zijn holistische en geïntegreerde benadering alle bovenvermelde uitdagingen helpen aangaan. Door bijna alle sectoren van ons leven, onze samenleving en onze economie te bestrijken, zal deze KIG zeer relevant zijn in termen van economische en maatschappelijke effecten en strategische mogelijkheden voor zowel economische, technologische en sociale innovatie ontsluiten.
Op cultuur gebaseerde en door creativiteit gestuurde innovaties stimuleren het Europese concurrentievermogen, hetzij rechtstreeks door nieuwe ondernemingen en banen te creëren, hetzij onrechtstreeks door sectoroverschrijdende voordelen voor de economie in het algemeen te creëren, de levenskwaliteit te verbeteren en Europa aantrekkelijker te maken. De CCS — die reeds meer dan 12 miljoen mensen in de EU werk verschaft, oftewel 7,5 % van alle mensen met een baan in de EU — wordt steeds meer gezien als een nieuwe bron van werkgelegenheid en slimme, duurzame en inclusieve groei.
De bijdrage van cultuur en creativiteit tot innovatie is niet beperkt tot de directe impact van de CCS, aangezien innovatie over de hele linie steeds meer wordt gestuurd door niet-technologische factoren zoals creativiteit, design en nieuwe organisatorische processen of bedrijfsmodellen. Met name subsectoren van de CCS met afzonderlijke waardeketens (d.w.z. muziek, design, mode, de audio-visuele sector, videogames, architectuur enz.) beschikken over een sterke economische innovatiecapaciteit en zijn in staat innovatie in andere sectoren van de economie te stimuleren.
Cultuur en de deelname aan culturele activiteiten hebben een rechtstreeks effect op het welzijn van de burgers. De CCS versterkt de maatschappelijke waarden van identiteit, democratie en participatie aan het gemeenschapsleven. Cultuur heeft een groot potentieel om het Europese samenhorigheidsgevoel te versterken, waarbij diversiteit een troef is. Dit is van fundamenteel belang om de weerbaarheid, de sociale toegang, de maatschappelijke cohesie, de bestrijding van radicalisering en de gendergelijkheid mogelijk te maken, Europa’s politieke onzekerheden aan te pakken en de eenheid in Europa te bevorderen.
Een EIT-KIG voor de CCS zal de netwerkmogelijkheden, de samenwerking, de gezamenlijke creatie en de kennisoverdracht tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven versterken binnen de culturele en creatieve sector en ten aanzien van andere sectoren van de samenleving en de economie. Deze KIG zal als katalysator fungeren voor bottom-up- en top-downinitiatieven op regionaal, nationaal en EU-niveau. Ze zal de noodzakelijke kadervoorwaarden ontwikkelen voor de creatie en opschaling van nieuwe ondernemingen in het kader van innovatieve ecosystemen. Ze zal onderzoekers en studenten in tal van disciplines (waaronder beeldende kunsten, geesteswetenschappen, bedrijfswetenschappen, sociale wetenschappen en toegepaste exacte wetenschappen) en ondernemers uit de CCS en andere sectoren uitrusten met de vereiste kennis en vaardigheden om innovatieve oplossingen te ontwikkelen en in nieuwe zakelijke kansen om te zetten. Ze zal verdere kruisbestuiving met andere economische en industriële sectoren mogelijk maken en als accelerator voor innovatie fungeren.
9)Synergie en complementariteit met bestaande initiatieven
Een KIG voor de CCS zou een aanvulling vormen op een aantal andere initiatieven van de Unie en de lidstaten. Op EU-niveau wordt vooral synergie verwacht op de volgende gebieden.
Verwacht wordt dat een KIG voor de CCS voor sterke synergie zal zorgen met relevante beleidsinitiatieven in het kader van het programma Horizon Europa — en met name in het kader van pijler II met de cluster [Inclusieve en veilige samenleving] en actieterreinen op het gebied van cultureel erfgoed en democratie. Een toekomstige KIG kan ook waardevolle horizontale input opleveren voor verschillende activiteiten in het kader van de cluster [Digitaal en industrie], met name met betrekking tot de productietechnologieën waarbij de noodzaak om nieuwe producten te ontwikkelen sterk afhankelijk is van de CCS. Bovendien kan een nieuwe KIG een efficiënte aanvulling vormen op andere onderdelen van het programma Horizon Europa, de activiteiten van de bestaande EIT Digital en de geplande acties in het kader van andere EU-programma’s, zoals InvestEU, Digitaal Europa of de fondsen voor het cohesiebeleid.
Het nieuwe programma Creatief Europa zal bijzonder relevant zijn voor de activiteiten van de toekomstige KIG voor de CCS. Het programma kiest onderdelen en speciale oproepen met betrekking tot een aantal van de reeds genoemde uitdagingen voor de sector (bijvoorbeeld vaardigheden en werkgelegenheid van creatievelingen, bedrijfsmodellen enz.) en er moet voor sterke synergie en complementariteit worden gezorgd. Nog in het kader van het programma Creatief Europa — en gezien de beperkte toegang tot financiering voor de culturele en creatieve sector — kan synergie worden verwacht met de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector, een financieel mechanisme om culturele en creatieve projecten te helpen opschalen door financiële intermediairs zekerheid te bieden.
Het platform voor slimme specialisatie (S3) op het gebied van industriële modernisering heeft een aantal O&I-strategieën vastgesteld die op de CCS gericht zijn en de mogelijkheid van nieuwe samenwerkingsverbanden tussen lokale activa, potentiële markten en maatschappelijke uitdagingen onderzoeken via de betrokkenheid van een grote groep actoren uit het bedrijfsleven. Vooral de bevordering van nieuwe partnerschappen tussen onderzoeksorganisaties, ondernemingen en overheidsinstanties krijgt bijzondere aandacht in de S3-strategieën, waarin wordt opgeroepen nieuwe samenwerkingsplatforms op te zetten.
Conclusie
Een KIG van het EIT voor de CCS is het meest geschikt om de bovenvermelde belangrijke economische en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan. Creativiteit is een belangrijke motor voor innovatie en een KIG voor de CCS kan het potentieel van op cultuur gebaseerde creativiteit aanboren en het concurrentievermogen en de slimme groei in Europa helpen versterken.
Een KIG van het EIT voor de CCS zal:
·de versnippering van het innovatielandschap binnen de culturele en creatieve sector verminderen door de ontwikkeling van innovatie-ecosystemen te bevorderen die actoren en netwerken uit tal van sectoren en disciplines op lokaal, regionaal, nationaal en EU-niveau met elkaar verbinden;
·de volgende generatie innovatoren in de CCS opleiden door hen met de nodige technische en ondernemersvaardigheden uit te rusten om in een snel veranderende omgeving succesvol te zijn;
·bijdragen tot de ontwikkeling van de juiste kadervoorwaarden om ideeën in nieuwe technologische ontwikkelingen en sociale innovatie om te zetten die de levenskwaliteit en de EU-burgers ten goede zullen komen;
·de oprichting en de ontwikkeling van nieuwe ondernemingen in de culturele en creatieve sector bevorderen door investeringen en het engagement op lange termijn van het bedrijfsleven te mobiliseren;
·synergie met de bestaande KIG’s en met andere Europese partnerschappen, programma’s en initiatieven ontwikkelen om innovatie buiten de culturele en creatieve sector in andere sectoren van de economie te stimuleren;
·de positie van de EU als wereldwijde speler op het gebied van de CCS versterken door de creativiteit en de culturele diversiteit van de Europeanen te benutten.
|