EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019PC0251

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen

COM/2019/251 final

Brussel, 5.6.2019

COM(2019) 251 final

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen


TOELICHTING

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 1 biedt de mogelijkheid het flexibiliteitsinstrument in te zetten om nauwkeurig bepaalde uitgaven te financieren die niet binnen de voor een of meer andere rubrieken van het meerjarig financieel kader beschikbare maxima kunnen worden gefinancierd.

In overeenstemming met artikel 11 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad en punt 12 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 2 , na alle mogelijkheden om kredieten te herschikken te hebben onderzocht en de niet toegewezen marge onder de uitgavenrubriek Veiligheid en burgerschap (rubriek 3) volledig te hebben benut, stelt de Commissie voor om het flexibiliteitsinstrument in 2020 aan te spreken. Het jaarlijks beschikbare bedrag is 600 miljoen EUR (prijzen 2011), oftewel 717 miljoen EUR in lopende prijzen. Bovendien is 202 miljoen EUR beschikbaar uit het deel voor 2019.

De terbeschikkingstelling betreft een bedrag van 778,1 miljoen EUR boven het maximum van rubriek 3 van het meerjarig financieel kader, en is bedoeld om de steun voor maatregelen voor de aanpak van de migratie-, vluchtelingen- en veiligheidscrisis te financieren.

De met het voorgestelde gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende indicatieve betalingskredieten zijn berekend op basis van de regels die van toepassing zijn op voorfinancieringen, de clearing van voorfinancieringen en eindbetalingen van de verschillende soorten te financieren maatregelen, en zijn samengevat in onderstaande tabel:

(in miljoen EUR, lopende prijzen)

Jaar

Betalingskredieten voor de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2020

2020

407,4

2021

312,2

2022

42,4

2023

16,1

Totaal

778,1

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 3 , en met name punt 12,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Met het flexibiliteitsinstrument kunnen nauwkeurig bepaalde uitgaven worden gefinancierd die niet binnen de voor een of meer andere rubrieken beschikbare maxima konden worden gefinancierd.

(2)Het jaarlijks voor het flexibiliteitsinstrument beschikbare maximumbedrag is 600 000 000 EUR (prijzen 2011), zoals vastgesteld in artikel 11 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 4 , te verhogen in voorkomend geval met vervallen bedragen die ter beschikking worden gesteld overeenkomstig lid 1, tweede alinea, van dat artikel.

(3)Het is noodzakelijk om met spoed aanzienlijke extra kredieten ter beschikking te stellen ter financiering van maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen.

(4)Nadat alle mogelijkheden tot herschikking van kredieten onder het uitgavenmaximum voor rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) zijn onderzocht, is het nodig middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen om de in de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2020 beschikbare middelen aan te vullen met 778 074 489 EUR boven het maximum van rubriek 3 ter financiering van maatregelen op het gebied van migratie, vluchtelingen en veiligheid.

(5)Op basis van het verwachte betalingsprofiel moeten de met het gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende betalingskredieten worden verdeeld over verschillende begrotingsjaren.

(6)Om de middelen snel te kunnen inzetten, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf het begin van het begrotingsjaar 2020,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

(1)Voor de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2020 wordt uit het flexibiliteitsinstrument 778 074 489 EUR aan vastleggingskredieten in rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) ter beschikking gesteld.

Het in de eerste alinea genoemde bedrag zal worden gebruikt ter financiering van maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen.

(2)Op basis van het verwachte betalingsprofiel worden de met het gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende betalingskredieten als volgt verdeeld:

(a)407 402 108 EUR in 2020;

(b)312 205 134 EUR in 2021;

(c)42 336 587 EUR in 2022;

(d)16 130 660 EUR in 2023.

De specifieke bedragen van de betalingskredieten worden voor elk begrotingsjaar goedgekeurd in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2020.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1)    PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
(2)    PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
(3)    PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
(4)    Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
Top