EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0724

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gezamenlijke Raad, die is opgericht krachtens de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds, met betrekking tot de goedkeuring van het reglement van orde voor de Gezamenlijke Raad en het reglement van orde voor het Handels- en ontwikkelingscomité

COM/2018/724 final

Brussel, 5.11.2018

COM(2018) 724 final

2018/0374(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gezamenlijke Raad, die is opgericht krachtens de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds, met betrekking tot de goedkeuring van het reglement van orde voor de Gezamenlijke Raad en het reglement van orde voor het Handels- en ontwikkelingscomité


TOELICHTING

1.Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gezamenlijke Raad, die is opgericht krachtens de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de EPO-staten van de Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika ("SADC"), anderzijds, met betrekking tot de voorgenomen aanneming van het reglement van orde van de Gezamenlijke Raad en het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité.

2.Achtergrond van het voorstel

2.1.De economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds

De economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds, ("de overeenkomst") heeft tot doel:

a)bij te dragen tot het terugdringen en uitroeien van armoede door de instelling van een handelspartnerschap dat in overeenstemming is met het doel van duurzame ontwikkeling, de MDG's en de Overeenkomst van Cotonou;

b)regionale integratie, economische samenwerking en goed bestuur te bevorderen met het oog op de totstandbrenging en uitvoering van een doeltreffend, voorspelbaar en transparant regionaal regelgevingskader voor handel en investeringen tussen de partijen en tussen de SADC-EPO-staten onderling;

c)de geleidelijke integratie van de SADC-EPO-staten in de wereldeconomie te bevorderen, in overeenstemming met hun politieke keuzes en ontwikkelingsprioriteiten;

d)de capaciteit van de SADC-EPO-staten op het gebied van handelsbeleid en handelsgerelateerde vraagstukken te verbeteren;

e)de voorwaarden voor meer investeringen en initiatieven van de particuliere sector te ondersteunen en de leveringscapaciteit, het concurrentievermogen en de economische groei in de SADC-EPO-staten te verbeteren; en

f)de bestaande relaties tussen de partijen op basis van solidariteit en wederzijdse belangen te versterken.

De overeenkomst wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Botswana, Lesotho, Namibië, Eswatini en Zuid-Afrika, anderzijds, en sinds 4 februari 2018 tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mozambique, anderzijds.

2.2.De Gezamenlijke Raad

Bij artikel 100 van de overeenkomst is de Gezamenlijke Raad opgericht en is bepaald dat deze "toezicht houdt op de uitvoering van deze overeenkomst en deze beheert".

Bij artikel 101 van de overeenkomst is bepaald dat de Gezamenlijke Raad bestaat uit de betrokken leden van de Raad van de EU en de betrokken leden van de Europese Commissie of hun vertegenwoordigers, enerzijds, en de betrokken ministers van de SADC-EPO-staten of hun vertegenwoordigers, anderzijds. De taken van de Gezamenlijke Raad omvatten onder meer de vaststelling van het eigen reglement van orde van de Gezamenlijke Raad en van het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité.

Bij artikel 102 van de overeenkomst is bepaald dat de Gezamenlijke Raad besluiten bij consensus neemt en dat deze besluiten bindend zijn voor de partijen.

2.3.De beoogde handeling van de Gezamenlijke Raad

Tijdens de eerste vergadering van de Gezamenlijke Raad wordt een besluit vastgesteld met betrekking tot het reglement van orde van de Gezamenlijke Raad en het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité ("de beoogde handeling").

Het doel van de beoogde handeling is regels vast te stellen betreffende de organisatie en de werking van de Gezamenlijke Raad en van het Handels- en ontwikkelingscomité.

3.Namens de Unie in te nemen standpunt

In dit voorstel voor een besluit van de Raad wordt het standpunt vastgesteld dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Gezamenlijke Raad, opgericht krachtens de EU-SADC-EPO, met betrekking tot het reglement van orde van de Gezamenlijke Raad en het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité.

De partijen bij de overeenkomst hebben deze reglementen van orde besproken en hebben er overeenstemming over bereikt dat deze, behoudens de besluitvormingsprocedures van de EU, worden aangenomen tijdens de eerste vergadering van de Gezamenlijke Raad, die voor de eerste helft van 2019 is gepland.

De inhoud van het aangehechte reglement van orde is zeer vergelijkbaar met die van de reglementen van andere economische partnerschapsovereenkomsten of andere handelsovereenkomsten.

Reglementen van orde zijn essentieel voor de voltooiing van het institutionele kader van de overeenkomst, en dus voor een vlotte uitvoering van de overeenkomst.

4.Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van "de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst".

Het begrip "handelingen met rechtsgevolgen" omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die "beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt" 1 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

De Gezamenlijke Raad is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, te weten de EU-SADC-EPO.

De door de Gezamenlijke Raad vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 102, lid 2, van de overeenkomst uit hoofde van het volkenrecht bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor de voorgestelde besluiten is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het gemeenschappelijke handelsbeleid.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

2018/0374 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gezamenlijke Raad, die is opgericht krachtens de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds, met betrekking tot de goedkeuring van het reglement van orde voor de Gezamenlijke Raad en het reglement van orde voor het Handels- en ontwikkelingscomité

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de EPO-staten van de Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika ("SADC"), anderzijds, is op 10 juni 2016 door de Europese Unie en haar lidstaten ondertekend 2 ("de overeenkomst"). De overeenkomst wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Botswana, Lesotho, Namibië, Eswatini en Zuid-Afrika, anderzijds, en sinds 4 februari 2018 tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mozambique, anderzijds.

(2)Overeenkomstig artikel 102, lid 1, van de overeenkomst heeft de Gezamenlijke Raad beslissingsbevoegdheid ten aanzien van alle onder deze overeenkomst vallende aangelegenheden. Overeenkomstig artikel 101, lid 3, onder h) en i), stelt de Gezamenlijke Raad zijn eigen reglement van orde en het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité vast.

(3)Tijdens de eerste vergadering van de Gezamenlijke Raad moeten besluiten worden vastgesteld met betrekking tot het eigen reglement van orde van de Gezamenlijke Raad alsook het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité.

(4)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Gezamenlijke Raad, aangezien het beoogde besluit van de Gezamenlijke Raad voor de Unie bindend zal zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie op de eerste vergadering van de Gezamenlijke Raad in te nemen standpunt is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Gezamenlijke Raad met betrekking tot het reglement van orde van de Gezamenlijke Raad en het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 tot en met 64.
(2)    Economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds (PB L 250 van 16.9.2016, blz. 3).
Top

Brussel, 5.11.2018

COM(2018) 724 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een besluit van de Raad

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gezamenlijke Raad, die is opgericht krachtens de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds, met betrekking tot de goedkeuring van het reglement van orde voor de Gezamenlijke Raad en het reglement van orde voor het Handels- en ontwikkelingscomité


AANHANGSEL

BESLUIT NR. 1 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD

van

betreffende de vaststelling van het reglement van orde van de Gezamenlijke Raad en van het Handels- en ontwikkelingscomité

DE GEZAMENLIJKE RAAD,

Gezien de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds, ("de overeenkomst"), ondertekend op 10 juni 2016 in Kasane, en met name de artikelen 100, 101 en 102,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

1.Het reglement van orde van de Gezamenlijke Raad wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage I.

2.Het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage II.

3.Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te ................ op…………………

   

Voor de Gezamenlijke Raad

Minister van Handel van

Vertegenwoordiger van de EU

BIJLAGE I

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD

HOOFDSTUK I

ORGANISATIE

Artikel 1

Samenstelling en voorzitterschap

1.De Gezamenlijke Raad, die is opgericht krachtens artikel 100 van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds, ("de overeenkomst"), voert zijn taken uit overeenkomstig de artikelen 100 en 101 van de overeenkomst.

2.De verwijzing naar "de partijen" in dit reglement van orde komt overeen met de definitie in artikel 104 van de overeenkomst.

3.Zoals bepaald in artikel 101, lid 1, van de overeenkomst bestaat de Gezamenlijke Raad uit, enerzijds, de betrokken leden van de Raad van de EU en de betrokken leden van de Europese Commissie of hun vertegenwoordigers, en, anderzijds, de betrokken ministers van de SADC-EPO-staten of hun vertegenwoordigers.

4.De Gezamenlijke Raad wordt op ministerieel niveau beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Raad van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van de Europese Commissie namens de EU, en door een vertegenwoordiger van de SADC-EPO-staten. De eerste vergadering van de Gezamenlijke Raad wordt gezamenlijk voorgezeten door de partijen.

5.De eerste voorzitterschapsperiode vangt aan op de datum van de eerste vergadering van de Gezamenlijke Raad en loopt af op 31 december van hetzelfde jaar.

Artikel 2

Vergaderingen

1.Overeenkomstig artikel 102, lid 4, komt de Gezamenlijke Raad met regelmatige tussenpozen van niet meer dan twee (2) jaar bijeen, en wanneer de omstandigheden zulks vereisen in buitengewone vergadering, indien de partijen daartoe gezamenlijk besluiten.

2.De vergaderingen worden beurtelings gehouden in Brussel of in een van de SADC-EPO-staten, tenzij de partijen anders overeenkomen.

3.Tenzij de partijen anders overeenkomen, worden vergaderingen van de Gezamenlijke Raad bijeengeroepen door de partij die het voorzitterschap bekleedt, na overleg met de andere partij.

4.De partijen kunnen overeenkomen om de vergaderingen van de Gezamenlijke Raad via elektronische middelen te houden.

Artikel 3

Waarnemers

De Gezamenlijke Raad kan besluiten om op ad-hocbasis waarnemers uit te nodigen, en bepalen welke agendapunten voor deze waarnemers zullen openstaan.

Artikel 4

Secretariaat

1.De partij die als gastheer voor de vergadering van de Gezamenlijke Raad optreedt, treedt op als secretariaat.

2.Wanneer de vergadering via elektronische middelen plaatsvindt, treedt de partij die het voorzitterschap bekleedt op als secretariaat.

HOOFDSTUK II

WERKING

Artikel 5

Documenten

Wanneer de besprekingen van de Gezamenlijke Raad gebaseerd zijn op schriftelijke ondersteunende documenten, worden deze documenten door het secretariaat van de Gezamenlijke Raad genummerd en als document van de Gezamenlijke Raad verspreid.

Artikel 6

Kennisgeving en agenda voor de vergaderingen

1.Uiterlijk dertig (30) dagen vóór een vergadering stelt het secretariaat de partijen van de bijeenroeping ervan op de hoogte en vraagt om input voor de agenda. Als een dringende aangelegenheid en/of onvoorziene omstandigheden moeten worden besproken, kan de vergadering op korte termijn worden bijeengeroepen.

2.Het secretariaat van de Gezamenlijke Raad stelt voor elke vergadering een voorlopige agenda op. Deze wordt uiterlijk veertien (14) dagen voor de vergadering door het secretariaat aan de voorzitter en de leden van de Gezamenlijke Raad toegezonden.

3.De voorlopige agenda bevat punten waarvoor het secretariaat van de Gezamenlijke Raad van een partij een verzoek tot plaatsing op de agenda heeft ontvangen.

4.De agenda wordt bij het begin van elke vergadering door de Gezamenlijke Raad vastgesteld. Indien de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan als agendapunt worden opgenomen.

5.De voorzitter van de Gezamenlijke Raad kan met instemming van alle partijen deskundigen uitnodigen de vergaderingen bij te wonen om informatie over specifieke onderwerpen te verstrekken.

Artikel 7

Verslag van de vergadering

Tenzij de partijen anders overeenkomen, wordt het verslag van elke vergadering opgesteld door het secretariaat van de Gezamenlijke Raad en aangenomen aan het eind van iedere vergadering.

Artikel 8

Besluiten en aanbevelingen

1.Overeenkomstig artikel 102 van de overeenkomst stelt de Gezamenlijke Raad besluiten of aanbevelingen bij consensus vast in de in de overeenkomst genoemde gevallen.

2.In de gevallen waarin de Gezamenlijke Raad krachtens de overeenkomst gemachtigd is besluiten of aanbevelingen vast te stellen, worden de desbetreffende documenten in het verslag van de vergaderingen voorzien van het opschrift "Besluit" dan wel "Aanbeveling". Het secretariaat van de Gezamenlijke Raad voorziet de vastgestelde besluiten of aanbevelingen van een volgnummer, vermeldt de datum van vaststelling en geeft een beschrijving van het onderwerp. In elk besluit en in elke aanbeveling wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.

3.In gevallen waarin een SADC-EPO-staat niet aanwezig is, worden de besluiten en/of aanbevelingen van de vergadering door het secretariaat meegedeeld aan het lid dat de vergadering niet kon bijwonen. Die SADC-EPO-staat verstrekt binnen tien (10) kalenderdagen na verzending van de besluiten en/of aanbevelingen een schriftelijk antwoord, waarin hij de besluiten en/of aanbevelingen aangeeft waarmee hij niet akkoord is, vergezeld van de redenen daarvoor. Als een dergelijk schriftelijk antwoord niet binnen tien (10) kalenderdagen is verstrekt, worden de besluiten en/of aanbevelingen geacht te zijn vastgesteld. Wanneer de SADC-EPO-staat die de vergadering niet heeft bijgewoond niet akkoord gaat met bepaalde besluiten en/of aanbevelingen, is de procedure van lid 4 van toepassing.

4.In de perioden tussen de vergaderingen kan de Gezamenlijke Raad, indien beide partijen daarmee instemmen, besluiten en aanbevelingen volgens de schriftelijke procedure of via elektronische middelen vaststellen. De schriftelijke procedure bestaat in een uitwisseling van nota's tussen vertegenwoordigers van de partijen.

5.Besluiten en aanbevelingen die door de Gezamenlijke Raad zijn goedgekeurd, worden geauthenticeerd door een authentieke kopie te maken, die door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en door een vertegenwoordiger van de SADC-EPO-staten wordt ondertekend.

Artikel 9

Openbaarheid

1.De vergaderingen van de Gezamenlijke Raad zijn niet openbaar, tenzij anders wordt besloten.

2.De partijen kunnen besluiten tot bekendmaking van de besluiten en aanbevelingen van de Gezamenlijke Raad.

HOOFDSTUK III

SLOTBEPALINGEN

Artikel 10

Uitgaven

1.Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfkosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan de vergaderingen van de Gezamenlijke Raad.

2.Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen, het verstrekken van tolkdiensten en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt.

Artikel 11

Handels- en ontwikkelingscomité

Zoals bepaald in artikel 103, lid 5, van de overeenkomst brengt het Handels- en ontwikkelingscomité verslag uit aan de Gezamenlijke Raad.

Artikel 12

Wijziging van het reglement van orde

Dit reglement van orde kan schriftelijk worden gewijzigd bij besluit van de Gezamenlijke Raad overeenkomstig artikel 8.

BIJLAGE II

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET HANDELS- EN ONTWIKKELINGSCOMITÉ

HOOFDSTUK I

ORGANISATIE

Artikel 1

Samenstelling en voorzitterschap

1.Het Handels- en ontwikkelingscomité, dat is opgericht krachtens artikel 103 van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds, ("de overeenkomst"), voert zijn taken uit overeenkomstig artikel 103 van de overeenkomst.

2.De verwijzing naar "de partijen" in dit reglement van orde komt overeen met de definitie in artikel 104 van de overeenkomst.

3.Zoals bepaald in artikel 103, lid 1, van de overeenkomst bestaat het Handels- en ontwikkelingscomité uit vertegenwoordigers van de partijen, gewoonlijk hoge ambtenaren.

4.Overeenkomstig artikel 103, lid 2, van de overeenkomst wordt het Handels- en ontwikkelingscomité beurtelings voorgezeten door een hoge ambtenaar van de Europese Commissie en door een hoge ambtenaar van de SADC-EPO-staten. De eerste vergadering van het Handels- en ontwikkelingscomité wordt gezamenlijk voorgezeten door een hoge ambtenaar van de Europese Commissie en een hoge ambtenaar van de SADC-EPO-staten.

5.De eerste voorzitterschapsperiode vangt aan op de datum van de eerste vergadering van het Handels- en ontwikkelingscomité en loopt af op 31 december van hetzelfde jaar.

Artikel 2

Vergaderingen

1.Het Handels- en ontwikkelingscomité vergadert minstens eenmaal per jaar of op verzoek van een van de partijen. De vergaderingen worden beurtelings gehouden in Brussel of in een van de SADC-EPO-staten, tenzij de partijen anders overeenkomen.

2.Tenzij de partijen anders overeenkomen, worden vergaderingen van het Handels- en ontwikkelingscomité bijeengeroepen door de partij die het voorzitterschap bekleedt, na overleg met de andere partij.

3.De partijen kunnen overeenkomen om de vergaderingen van het Handels- en ontwikkelingscomité via elektronische middelen te houden.

Artikel 3

Waarnemers

Het Handels- en ontwikkelingscomité kan besluiten om op ad-hocbasis waarnemers uit te nodigen, en bepalen welke agendapunten voor deze waarnemers zullen openstaan.

Artikel 4

Secretariaat

1.De partij die als gastheer voor de vergadering van het Handels- en ontwikkelingscomité optreedt, treedt op als secretariaat.

2.Wanneer de vergadering via elektronische middelen plaatsvindt, treedt de partij die het voorzitterschap bekleedt op als secretariaat.

HOOFDSTUK II

WERKING

Artikel 5

Documenten

Wanneer de besprekingen van het Handels- en ontwikkelingscomité gebaseerd zijn op schriftelijke ondersteunende documenten, worden deze door het secretariaat van het Handels- en ontwikkelingscomité genummerd en als document van het Handels- en ontwikkelingscomité verspreid.

Artikel 6

Kennisgeving en agenda voor de vergaderingen

1.Uiterlijk 30 dagen vóór een vergadering stelt het secretariaat de partijen van de bijeenroeping ervan op de hoogte en vraagt om input voor de agenda. Als een dringende aangelegenheid en/of onvoorziene omstandigheden moeten worden besproken, kan de vergadering op korte termijn worden bijeengeroepen.

2.Het secretariaat van het Handels- en ontwikkelingscomité stelt voor elke vergadering een voorlopige agenda op. Deze wordt uiterlijk 14 dagen voor de vergadering door het secretariaat aan de voorzitter en de leden van het Handels- en ontwikkelingscomité toegezonden.

3.De voorlopige agenda bevat punten waarvoor het secretariaat van het Handels- en ontwikkelingscomité van een partij een verzoek tot plaatsing op de agenda heeft ontvangen.

4.De agenda wordt bij het begin van elke vergadering door het Handels- en ontwikkelingscomité vastgesteld. Indien de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan als agendapunt worden opgenomen.

5.De voorzitter van het Handels- en ontwikkelingscomité kan met instemming van alle partijen deskundigen uitnodigen de vergaderingen bij te wonen om informatie over specifieke onderwerpen te verstrekken.

Artikel 7

Verslag van de vergadering

Tenzij de partijen anders overeenkomen, wordt het verslag van elke vergadering opgesteld door het secretariaat van het Handels- en ontwikkelingscomité en aangenomen aan het eind van iedere vergadering.

Artikel 8

Besluiten en aanbevelingen

1.Overeenkomstig artikel 103, lid 6, van de overeenkomst stelt het Handels- en ontwikkelingscomité besluiten of aanbevelingen bij consensus vast in de in de overeenkomst genoemde gevallen of wanneer die bevoegdheid door de Gezamenlijke Raad aan dat comité is verleend.

2.Wanneer het Handels- en ontwikkelingscomité krachtens de overeenkomst gemachtigd is besluiten of aanbevelingen vast te stellen, of wanneer deze bevoegdheid door de Gezamenlijke Raad aan dat comité is verleend, worden de desbetreffende documenten in het verslag van de vergaderingen voorzien van het opschrift "Besluit" dan wel "Aanbeveling". Het secretariaat van het Handels- en ontwikkelingscomité voorziet de vastgestelde besluiten of aanbevelingen van een volgnummer, vermeldt de datum van vaststelling en geeft een beschrijving van het onderwerp. In elk besluit en in elke aanbeveling wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.

3.In gevallen waarin een SADC-EPO-staat niet aanwezig is, worden de besluiten en/of aanbevelingen van de vergadering door het secretariaat meegedeeld aan het lid dat de vergadering niet kon bijwonen. Die SADC-EPO-staat verstrekt binnen 10 kalenderdagen na verzending van de besluiten en/of aanbevelingen een schriftelijk antwoord, waarin hij de besluiten en/of aanbevelingen aangeeft waarmee hij niet akkoord is, vergezeld van de redenen daarvoor. Als een dergelijk schriftelijk antwoord niet binnen 10 kalenderdagen is verstrekt, worden de besluiten en/of aanbevelingen geacht te zijn vastgesteld. Wanneer de SADC-EPO-staat die de vergadering niet heeft bijgewoond niet akkoord gaat met bepaalde besluiten en/of aanbevelingen, is de procedure van lid 4 van toepassing.

4.In de perioden tussen de vergaderingen kan het Handels- en ontwikkelingscomité, indien beide partijen daarmee instemmen, besluiten en aanbevelingen volgens de schriftelijke procedure of via elektronische middelen vaststellen. De schriftelijke procedure bestaat in een uitwisseling van nota's tussen vertegenwoordigers van de partijen.

5.Besluiten en aanbevelingen van het Handels- en ontwikkelingscomité worden geauthenticeerd door een authentieke kopie te maken, die door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en door een vertegenwoordiger van de SADC-EPO-staten wordt ondertekend.

Artikel 9

Openbaarheid

1.De vergaderingen van het Handels- en ontwikkelingscomité zijn niet openbaar, tenzij anders wordt besloten.

2.De partijen kunnen besluiten tot bekendmaking van de besluiten en aanbevelingen van het Handels- en ontwikkelingscomité.

HOOFDSTUK III

SLOTBEPALINGEN

Artikel 10

Uitgaven

1.Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfkosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan de vergaderingen van het Handels- en ontwikkelingscomité.

2.Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen, het verstrekken van tolkdiensten en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt.

Artikel 11

Speciale comités en andere organen

1.Het Speciaal Comité voor douane en handelsbevordering, dat is opgericht uit hoofde van artikel 50 van de overeenkomst, het landbouwpartnerschap, opgericht uit hoofde van artikel 68 van de overeenkomst, en het Speciaal Comité voor geografische aanduidingen en handel in wijn en gedistilleerde dranken, dat is opgericht uit hoofde van artikel 13 van protocol 3 bij de overeenkomst, brengen verslag uit aan het Handels- en ontwikkelingscomité.

2.Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder f), van de overeenkomst en artikel 13, lid 5, van protocol 3 van de overeenkomst stellen het Speciaal Comité voor douane en handelsbevordering en het Speciaal Comité voor geografische aanduidingen en handel in wijn en gedistilleerde dranken respectievelijk hun eigen reglement van orde vast.

3.Overeenkomstig artikel 68, lid 3, van de overeenkomst worden de voorschriften voor de werking van het landbouwpartnerschap in onderlinge overeenstemming door de partijen in het Handels- en ontwikkelingscomité vastgesteld.

4.Overeenkomstig artikel 103, lid 3, van de overeenkomst kan het Handels- en ontwikkelingscomité speciale technische werkgroepen oprichten voor de behandeling van specifieke aangelegenheden waarvoor zij deskundigheid bezitten.

5.Het Handels- en ontwikkelingscomité stelt het reglement van orde voor de speciale technische werkgroepen vast. Het Handels- en ontwikkelingscomité kan besluiten speciale technische werkgroepen op te heffen of hun mandaat vast te leggen of te wijzigen.

6.De speciale technische werkgroepen brengen na elke vergadering verslag uit aan het Handels- en ontwikkelingscomité.

Artikel 12

Wijziging van het reglement van orde

Dit reglement van orde kan worden gewijzigd bij schriftelijk besluit van het Handels- en ontwikkelingscomité in overeenstemming met artikel 8.

Top