EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 12.10.2018
COM(2018) 683 final
BIJLAGE
bij het
Voorstel voor een besluit van de Raad
betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst
BIJLAGE 2
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr.
van
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER-overeenkomst" genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.
(2)Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.
(3)De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie worden bij Richtlijn (EU) 2015/849 ingetrokken en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.
(4)Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1.De tekst van punt 23b (Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vervangen door de volgende tekst:
"32015 L 0849: Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).
De bepalingen van de richtlijn worden, voor de toepassing van deze overeenkomst, als volgt gelezen:
a)
Artikel 3, lid 4, onder d), wordt vervangen door:
"fraude die van invloed is op de financiële belangen van de Unie, althans wanneer het ernstige fraude betreft, als volgt omschreven:
i)wat de uitgaven betreft, elke opzettelijke handeling of elk opzettelijk nalaten waarbij:
–valse, onjuiste of onvolledige verklaringen of documenten worden gebruikt of overgelegd, met als gevolg dat middelen afkomstig van de algemene begroting van de Europese Unie of van de door of voor de Europese Unie beheerde begrotingen, wederrechtelijk worden ontvangen of achtergehouden,
–met hetzelfde gevolg, in strijd met een specifieke verplichting informatie wordt achtergehouden,
–deze middelen worden misbruikt doordat zij voor andere doelen worden aangewend dan die waarvoor zij oorspronkelijk zijn toegekend;
ii)wat de ontvangsten betreft, zoals gedefinieerd in Besluit van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, elke opzettelijke handeling of elk opzettelijk nalaten waarbij:
–valse, onjuiste of onvolledige verklaringen of documenten worden gebruikt of overgelegd, met als gevolg dat de middelen van de algemene begroting van de Europese Unie of van de door of voor de Europese Unie beheerde begrotingen wederrechtelijk worden verminderd,
–met hetzelfde gevolg, in strijd met een specifieke verplichting informatie wordt achtergehouden,
–met hetzelfde gevolg, van een rechtmatig verkregen voordeel misbruik wordt gemaakt.
Als ernstige fraude wordt aangemerkt fraude waarmee een minimumbedrag is gemoeid dat niet op meer dan 50 000 EUR kan worden vastgesteld."."
2.De tekst van punt 23ba (Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie) wordt vervangen door:
"32016 R 1675: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1)."
3.In punt 31bc (Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
"-32015 L 0849: Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73)."
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Richtlijn (EU) 2015/849 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op [...], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
De secretarissen
van het Gemengd Comité van de EER
Verklaring van de EVA-staten
bij Besluit nr. […] waarbij Richtlijn (EU) 2015/849 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen
[ter goedkeuring met het besluit en voor publicatie in het PB]
Richtlijn (EU) 2015/849 bevat bepalingen met verwijzingen naar rechtshandelingen die zijn vastgesteld in het kader van Titel V, VWEU. Er wordt aan herinnerd dat de opneming van rechtshandelingen met dergelijke bepalingen in de EER-overeenkomst geen afbreuk doet aan het feit dat EU-wetgeving die is vastgesteld uit hoofde van Titel V, VWEU, buiten het bestek van de EER-overeenkomst valt.
Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen
bij Besluit nr. […] waarbij Richtlijn (EU) 2015/849 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen
[ter goedkeuring met het besluit en voor publicatie in het PB]
De overeenkomstsluitende partijen hebben besloten ernstige fraude waardoor de financiële belangen van de Europese Unie worden geschaad, op te nemen in de lijst van delicten die verband houden met witwassen. Om praktische redenen is de vierde antiwitwasrichtlijn (Richtlijn (EU) 2015/849) in de EER-overeenkomst opgenomen zonder wederkerige overeenkomst om eveneens de financiële belangen van de EER-EVA-Staten te beschermen. De in de EER-overeenkomst, met name in de vierde overweging en artikel 1, vastgelegde wederkerigheids- en homogeniteitsbeginselen blijven niettemin volledig toepasselijk ook met betrekking tot de wederzijdse bescherming van de financiële belangen van de overeenkomstsluitende partijen tegen criminele activiteiten in de zin van [dit besluit].