EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0626

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

COM/2018/626 final

Brussel, 14.9.2018

COM(2018) 626 final

2018/0327(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)


TOELICHTING

1.Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de algemene vergadering van de OIV op 23 oktober 2018 met betrekking tot de voorgenomen goedkeuring van de OIV-resoluties die gevolgen kunnen hebben voor het recht van de Unie.

2.Achtergrond van het voorstel

2.1.Bijzondere status van de EU binnen de OIV

Momenteel zijn 46 landen lid van de OIV, waaronder 20 lidstaten van de Unie. De Unie is geen lid van de OIV. Sinds 20 oktober 2017 heeft de OIV de Unie echter de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet, die haar in staat stelt te interveniëren in de werkzaamheden van de commissies, subcommissies en deskundigengroepen, en de bijeenkomsten van de algemene vergadering en van het uitvoerend comité bij te wonen.

2.2.De OIV

De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV – Organisation internationale de la vigne et du vin) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. De doelstellingen van de OIV zijn (i) voorlichting geven over maatregelen waarbij rekening kan worden gehouden met de bezorgdheid van producenten, consumenten en andere spelers in de sector wijnbouwproducten, (ii) andere internationale organisaties die bij standaardiseringsactiviteiten betrokken zijn, bijstaan en (iii) bijdragen aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen.

2.3.De beoogde handeling van de OIV

De volgende algemene vergadering van de OIV vindt plaats op 23 november 2018 in Uruguay. In die context en in het licht van de besprekingen die zijn gevoerd in de groep van deskundigen die in april 2018 is bijeengekomen in Parijs, kan worden verwacht dat de onderstaande resoluties, die gevolgen hebben voor het recht van de Unie, ter goedkeuring op de agenda van de algemene vergadering zullen staan.

Ontwerpresoluties OENO-TECHNO 14-567B en 14-567C voor de classificatie van voor de wijnproductie gebruikte stoffen als additieven of technische hulpstoffen. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het recht van de Unie.

Ontwerpresoluties OENO-SPECIF 15-573, 15-579, 16-603 en 16-604 voor de vaststelling van specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van bij oenologische procedés gebruikte stoffen. Deze oenologische procedés zijn door de OIV gepubliceerd en aanbevolen op voorwaarde dat de specificaties van de gebruikte stoffen worden vastgesteld (Internationale Code van oenologische procedés van de OIV, § 2.1.20 en § 3.4.14). Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het recht van de Unie.

Ontwerpresoluties OENO-SCMA 15-591A, 15-591B, 16-595, 16-597, 16-598, 16-599, 16-600, 16-606 en 17-623 voor de vaststelling van analysemethoden. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het recht van de Unie.

Net als in het verleden kan worden verwacht dat de agenda van de algemene vergadering van de OIV nog zal worden aangepast en dat daaraan nog andere resoluties zullen worden toegevoegd die gevolgen hebben voor het recht van de Unie. Om de efficiëntie van de werkzaamheden van de algemene vergadering te garanderen en tegelijk de bepalingen van de Verdragen na te leven, zal de Commissie dit voorstel tijdig aanvullen of wijzigen om de Raad in staat te stellen ook ten aanzien van die resoluties te bepalen welk standpunt moet worden ingenomen.

3.Namens de Unie in te nemen standpunt

De ontwerpresoluties die ter stemming worden voorgelegd op de volgende algemene vergadering van de OIV zijn uitvoerig besproken door wetenschappelijke en technische deskundigen van de wijnsector. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten zij worden gesteund.

4.Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van "de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst".

Artikel 218, lid 9, VWEU is van toepassing ongeacht of de Unie lid is van het betrokken lichaam of partij is bij de betrokken overeenkomst 1 .

Het begrip "handelingen met rechtsgevolgen" omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen eveneens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die "beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt" 2 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV – Organisation internationale de la vigne et du vin) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. De doelstellingen van de OIV zijn (i) voorlichting geven over maatregelen waarbij rekening kan worden gehouden met de bezorgdheid van producenten, consumenten en andere spelers in de sector wijnbouwproducten, (ii) andere internationale organisaties die bij standaardiseringsactiviteiten betrokken zijn, bijstaan en (iii) bijdragen aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen. Momenteel zijn 46 landen lid van de OIV, waaronder 20 lidstaten van de Unie. De Unie is geen lid van de OIV. Sinds 20 oktober 2017 verleent de OIV de Unie echter de bijzondere status waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet, die haar in staat stelt te interveniëren in de werkzaamheden van de commissies, subcommissies en deskundigengroepen, en de bijeenkomsten van de algemene vergadering en van het uitvoerend comité bij te wonen.

Op EU-niveau hebben bepaalde door de OIV vastgestelde en gepubliceerde resoluties krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten 3 (GMOverordening) gevolgen voor het EU-recht.

In de GMOverordening wordt in de volgende bepalingen naar de OIV verwezen:

-de door de OIV vastgestelde en gepubliceerde oenologische procedés waarmee de Commissie rekening moet houden wanneer zij dergelijke procedés toestaat (artikel 80, lid 3, onder a), van de GMO-verordening);

- diezelfde oenologische procedés wanneer deze, voorafgaand aan de toestemming ervan uit hoofde van artikel 80, lid 3, van de GMO-verordening, voor de productie van wijnen in derde landen worden gebruikt (artikel 90, lid 2, van de GMOverordening);

-bepaalde specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van de bij oenologische procedés gebruikte stoffen, waardoor de door de OIV vastgestelde en gepubliceerde regels ipso facto ter zake bindend worden in de Unie (artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad 4 , wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen);

-bepaalde door de OIV vastgestelde en gepubliceerde analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten, waarop de Commissie zich moet baseren tenzij zij ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken (artikel 80, lid 5, van de GMOverordening).

Daarnaast hebben bepaalde door de OIV vastgestelde en gepubliceerde resoluties krachtens Verordening (EG) nr. 2870/2000 van de Commissie van 19 december 2000 tot vaststelling van communautaire referentiemethoden voor de analyse van gedistilleerde dranken 5 gevolgen voor het EU-recht. In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2870/2000 wordt verwezen naar resoluties van de OIV wanneer voor de detectie en kwantificering van stoffen in een bepaalde gedistilleerde drank geen communautaire referentieanalysemethoden zijn vastgesteld.

Tot slot wordt in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten 6 ook naar de OIV verwezen. Overeenkomstig die bepaling moet de Commissie, om geautoriseerde productieprocessen vast te stellen, rekening houden met de productieprocessen die zijn aanbevolen en gepubliceerd door de OIV en moet zij analysemethoden vaststellen op basis van relevante methoden die zijn aanbevolen en gepubliceerd door de OIV, tenzij ze ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De beoogde handeling heeft doelstellingen en componenten op het gebied van landbouw. Deze elementen van de beoogde handeling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zonder dat het ene ondergeschikt is aan het andere.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 43 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 43 VWEU in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5.Bekendmaking van de beoogde handeling

Niet van toepassing.

2018/0327 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, juncto artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) zal tijdens haar volgende algemene vergadering van 23 november 2018 resoluties die gevolgen hebben voor het recht van de Unie, onderzoeken en mogelijk goedkeuren. De Unie is geen lid van de OIV. De OIV heeft de Unie op 20 oktober 2017 echter de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet.

(2)Twintig EU-lidstaten zijn lid van de OIV. Die lidstaten hebben de mogelijkheid wijzigingen van de ontwerpresoluties van de OIV voor te stellen en hun zal tijdens de volgende algemene vergadering van de OIV op 23 november 2018 worden gevraagd enkele ontwerpresoluties van de OIV vast te stellen.

(3)Het standpunt van de Unie met betrekking tot die resoluties ten aanzien van aangelegenheden die tot haar bevoegdheid behoren, moet derhalve door de Raad worden vastgesteld en tijdens de vergaderingen van de OIV door de lidstaten die lid zijn van de OIV, worden uitgedragen, waarbij zij gezamenlijk in het belang van de Unie handelen.

(4)Bepaalde door de OIV vastgestelde en gepubliceerde resoluties hebben krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad 7 en Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie 8 gevolgen voor het recht van de Unie.

(5)Artikel 80, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bepaalt dat de Commissie, wanneer zij oenologische procedés toestaat, rekening moet houden met de door de OIV aanbevolen en gepubliceerde oenologische procedés en analysemethoden.

(6)Artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bepaalt dat de Commissie, wanneer zij analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten vastlegt, die methoden moet baseren op relevante methoden die zijn aanbevolen en gepubliceerd door de OIV, tenzij ze ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken.

(7)Artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bepaalt dat in de Unie ingevoerde wijnbouwproducten moeten worden geproduceerd overeenkomstig oenologische procedés die zijn toegestaan door de Unie op grond van die verordening, of, voorafgaand aan die toestemming, moeten worden geproduceerd overeenkomstig oenologische procedés die worden aanbevolen en gepubliceerd door de OIV.

(8)Artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 bepaalt dat de specificaties met betrekking tot zuiverheid en identiteit van de bij de oenologische procedés gebruikte stoffen, voor zover zij niet zijn vastgelegd door de Commissie, die moeten zijn welke zijn vastgesteld en bekendgemaakt door de OIV.

(9)Bij de ontwerpresoluties OENO-TECHNO 14-567B1, 14-567B2 en 14-567C worden voor de wijnproductie gebruikte stoffen geclassificeerd als technische hulpstoffen en additieven. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het recht van de Unie.

(10)Bij de ontwerpresoluties OENO-SPECIF 15-573, 15-579, 16-603 en 16-604 worden specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van bij oenologische procedés gebruikte stoffen vastgesteld. Deze oenologische procedés zijn door de OIV gepubliceerd en aanbevolen op voorwaarde dat de specificaties van de gebruikte stoffen worden vastgesteld (Internationale Code van oenologische procedés van de OIV, § 2.1.20 en § 3.4.14). Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het recht van de Unie.

(11)Bij de ontwerpresoluties OENO-SCMA 15-591A, 15-591B, 16-595, 16-597, 16-598, 16-599, 16-600, 16-606 en 17-623 worden analysemethoden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het recht van de Unie.

(12)Wetenschappelijke en technische deskundigen van de wijnsector hebben deze ontwerpresoluties uitvoerig besproken. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten zij worden gesteund.

(13)Om tijdens de onderhandelingen in de aanloop naar de bijeenkomst van de algemene vergadering van de OIV over de nodige flexibiliteit te beschikken, moeten de lidstaten die lid van de OIV zijn, worden gemachtigd om met wijzigingen in deze resoluties in te stemmen voor zover die wijzigingen die resoluties inhoudelijk niet veranderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in de algemene vergadering van de OIV van 23 november 2018 in te nemen standpunt is vastgesteld in de bijlage en wordt uitgedragen door de lidstaten die lid van de OIV zijn, en die daarbij gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

Artikel 2

1.Als het in artikel 1 bedoelde standpunt waarschijnlijk nog zal worden beïnvloed door nieuwe wetenschappelijke of technische informatie die vóór of tijdens de vergaderingen van de OIV wordt gepresenteerd, verzoeken de lidstaten die lid van de OIV zijn, om uitstel van de stemming in de algemene vergadering van de OIV totdat de Unie haar standpunt heeft bepaald op basis van de nieuwe elementen.

2.De lidstaten die lid van de OIV zijn en gezamenlijk in het belang van de Unie optreden, kunnen, na coördinatie, met name ter plaatse, en zonder verder besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt van de Unie, instemmen met wijzigingen in de ontwerpresoluties die in de bijlage zijn vermeld, voor zover die wijzigingen die resoluties inhoudelijk niet veranderen.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punt 64.
(2)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 en 64.
(3)    PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(4)    PB L 193 van 24.7.2009, blz. 1.
(5)    PB L 333 van 29.12.2000, blz. 20.
(6)    PB L 84 van 20.3.2014, blz. 14.
(7)    Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
(8)    Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (PB L 193 van 24.7.2009, blz. 1).
Top

Brussel, 14.9.2018

COM(2018) 626 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)


BIJLAGE

De lidstaten, die gezamenlijk in het belang van de Unie handelen, verlenen, onder voorbehoud van eventuele toekomstige herzieningen in het licht van nieuwe ontwikkelingen, uitsluitend steun aan de volgende ontwerpresoluties in stap 7 die betrekking hebben op oenologische procedés, op specificaties betreffende de zuiverheid en de identiteit van de bij de oenologische procedés gebruikte stoffen en op analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van wijnbouwproducten:

Nr.

Ref. resolutie

Titel

1

OENO-TECHNO 14-567B

Onderscheid tussen additieven en technische hulpstoffen – deel 2 (glutathion, CO2)

2

OENO-TECHNO 14-567C

Onderscheid tussen additieven en technische hulpstoffen – deel 3 (tannines)

3

OENO-SPECIF 15-573

Bepaling van hemicellulase-activiteit in enzympreparaten

4

OENO-SPECIF 16-603

Monografie over geïnactiveerde gist met een gewaarborgd glutathiongehalte

5

OENO-SPECIF 16-604

Herziening van resolutie OENO 7/2007 over actieve kool voor oenologische doeleinden

6

OENO-SPECIF 15-579

Monografie over kaliumcarbonaat

7

OENO-SCMA 15-591A

Gehalte vrij zwaveldioxide – actualisering van de methode OIV-MA-AS323-04A

8

OENO-SCMA 15-591B

Totaalgehalte zwaveldioxide – actualisering van de methode OIV-MA-AS323-04A

9

OENO-SCMA 16-595

Bepaling van het totale ethanolgehalte in wijn door hogedrukvloeistofchromatografie

10

OENO-SCMA 16-597

Wijziging van de methode voor de bepaling van het totale zuurgehalte in azijn

11

OENO-SCMA 16-598

Bepaling van L-melkzuurgehalte in wijn en most

12

OENO-SCMA 16-599

Bepaling van L-appelzuurgehalte in wijn en most

13

OENO-SCMA 16-600

Bepaling van D-glucose en D-fructose in wijn en most

14

OENO-SCMA 16-606

Validering van de analyse van vluchtige verbindingen in wijn door middel van gaschromatografie (resolutie OENO-SCMA 14-553)

15

OENO-SCMA 16-623

Bepaling van het gehalte 2,4,6-trichlooranisol dat via de kurk kan vrijkomen in de wijn

Top