Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0341

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen (herschikking)

COM/2018/341 final

Brussel, 25.5.2018

COM(2018) 341 final

2018/0187(COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen (herschikking)


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel vergezelt het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van een algemene regeling inzake accijns wat betreft de automatisering van de procedure voor de overbrenging van accijnsgoederen die tot verbruik zijn uitgeslagen op het grondgebied van een lidstaat en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden vervoerd om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd.

Beschikking nr. 1152/2003/EG is het oprichtingsbesluit voor het geautomatiseerde systeem (systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen – EMCS). Op dit moment heeft de beschikking uitsluitend betrekking op de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns. De beschikking moet worden gewijzigd met het oog op de automatisering van de procedure voor de overbrenging van accijnsgoederen die tot verbruik zijn uitgeslagen op het grondgebied van een lidstaat en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden vervoerd om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd. Aangezien de wijziging betrekking heeft op de meeste bepalingen van de beschikking, moet deze omwille van de duidelijkheid worden herschikt.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel houdt verband met de herschikking van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Niet van toepassing.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Volgens dit artikel stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen onvoldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt.

Evenredigheid

De voorgestelde herschikking gaat niet verder dan wat nodig is om de problemen in kwestie aan te pakken en aldus de verdragsdoelstellingen van een goede en doeltreffende werking van de interne markt te verwezenlijken.

Dit voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Het voorstel heeft ten doel het EMCS uit te breiden tot overbrengingen van tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen binnen de EU, teneinde de procedure te vereenvoudigen, voor een behoorlijke controle van dergelijke de overbrengingen te zorgen, en een basis te bieden voor de governance van de verdere automatisering van de in de accijnswetgeving van de Unie gedefinieerde processen, indien een dergelijke automatisering als positief wordt beschouwd. Zonder dit voorstel zal het niet mogelijk zijn de automatisering van overbrengingen van tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen binnen de EU op een gecoördineerde manier te plannen.

Keuze van het instrument

De keuze van het instrument is volledig in overeenstemming met de rechtshandeling die thans van kracht is. Aangezien het voorstel een herschikking van Beschikking nr. 1152/2003/EG inhoudt, moet het een voorstel voor een besluit zijn.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Richtlijn 2008/118/EG is geëvalueerd en het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van een algemene regeling inzake accijns bouwt verder op deze evaluatie, alsook op het verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "over de tenuitvoerlegging en evaluatie van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns" van 21 april 2017 (COM(2017) 184 final). In het verslag wordt de behoefte aan verdere automatisering benadrukt en dit voorstel betreft slechts een aanpassing als gevolg van deze beleidsoptie.

Raadpleging van belanghebbenden

Belanghebbenden zijn geraadpleegd in het kader van de herziening van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad.

Effectbeoordeling

Er was geen aparte effectbeoordeling nodig omdat de beleidskeuze om verder te automatiseren, wordt ondersteund door de effectbeoordeling voor de herschikking van Richtlijn 2008/118/EG.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Richtlijn 2008/118/EG is geëvalueerd in het kader van het Refit-programma van de Commissie. In april 2017 heeft de Commissie een verslag ingediend bij de Raad en het Europees Parlement over de tenuitvoerlegging en evaluatie van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het centrale project zal worden gefinancierd uit het Fiscalis-budget met de begrotingskredieten waarin al is voorzien in de officiële financiële programmering. Er zullen geen extra middelen uit de EU-begroting nodig zijn. Bovendien is het niet de bedoeling om met dit Commissievoorstel vooruit te lopen op het volgende meerjarig financieel kader.

De raming van de kosten voor overheidsdiensten en marktdeelnemers is opgenomen in de effectbeoordeling bij de herschikking van Richtlijn 2008/118/EG.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Er worden geen toelichtende stukken over de omzetting van de bepalingen van dit voorstel nodig geacht.

Artikelsgewijze toelichting

Beschikking nr. 1152/2003/EG is het oprichtingsbesluit voor het geautomatiseerde systeem (systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen – EMCS). Op dit moment heeft de beschikking uitsluitend betrekking op de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns. De beschikking moet worden gewijzigd met het oog op de automatisering van de procedure voor de overbrenging van accijnsgoederen die tot verbruik zijn uitgeslagen op het grondgebied van een lidstaat en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden vervoerd om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd.

De wijzigingen hebben gevolgen voor de meeste bepalingen van de beschikking aangezien de formulering algemener wordt zodat het mogelijk is om elke procedure voor de overbrenging van en het toezicht op de accijnsgoederen te automatiseren. Delen van de tekst moeten worden geschrapt omdat ze naar verouderde wetgeving verwijzen of niet langer zinvol zijn (aangezien het geautomatiseerde systeem voor de schorsingsregeling sinds 2010 in werking is). Daarom worden de artikelen 1 tot en met 14 gewijzigd zoals voorgesteld in de herschikking van de beschikking.

ê 1152/2003/EG (aangepast)

2018/0187 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen (herschikking)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap Ö betreffende de werking van de Europese Unie Õ, en met name artikel 95 Ö 114, lid 1 Õ,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

ò nieuw

(1)Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad 1 moet op een aantal punten worden gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid is een herschikking geboden.

ê 1152/2003/EG overweging 1 (aangepast)

(2)[Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop 2  XXX/EG 3 ] bepaalt dat producten Ö goederen Õ die zich onder schorsing van accijns in het verkeer tussen de grondgebieden van verschillende lidstaten bevinden, vergezeld dienen te gaan van een door de afzender opgesteld document.

ê 1152/2003/EG overweging 2 (aangepast)

(3)Bij Verordening (EEG) nr. 2719/92 van de Commissie van 11 september 1992 betreffende het (EG) nr. 684/2009 4 zijn de structuur en de inhoud van het in [Richtlijn XXX/EC] bedoelde geleidedocument voor het verkeer onder schorsing van rechten van accijnsproducten 5 is het door Richtlijn 92/12/EEG voorgeschreven administratieve document bepaald Ö , alsook de procedure voor het gebruik ervan Õ.

ò nieuw

(4)Om de controles te verbeteren en ervoor te zorgen dat de overbrenging van accijnsgoederen binnen de Unie kan worden vereenvoudigd, is bij Beschikking nr. 1152/2003/EG een geautomatiseerd systeem ingesteld.

ê 1152/2003/EG overweging 3 (aangepast)

ð nieuw

(5)Er dient een geautomatiseerdDat systeem voor de uitoefening van toezicht ingevoerd te worden voor op het verkeer de overbrenging van accijnsgoederen Ö moet worden gehandhaafd en verder worden ontwikkeld Õ, waardoor Ö zodat Õ de lidstaten in werkelijke tijd real time kennis kunnen nemen van deze goederenbewegingen en de noodzakelijke Ö manuele en automatische Õ controles kunnen verrichten, onder meer wat betreft het verkeer de overbrenging Ö van accijnsgoederen Õ in de zin van hoofdstukken III, IV en V artikel 15 van [Richtlijn 92/12/EEG XXX/EC] ð en hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad 6  ï betreft.

ê 1152/2003/EG overweging 4 (aangepast)

ð nieuw

(6)Door de invoering Ö De aanpassing, uitbreiding en werking Õvan een Ö het Õ geautomatiseerde systeem moet het intracommunautaire verkeer de overbrenging Ö binnen de Unie Õ van Ö accijns Õgoederen onder schorsing van accijns kunnen worden vereenvoudigd ð mogelijk maken, alsmede de overbrenging van accijnsgoederen die al op het grondgebied van één lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden vervoerd om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd ï.

ê 1152/2003/EG overweging 12 (aangepast)

ð nieuw

(7)Ö De aanpassing en uitbreiding van Õ Hhet geautomatiseerde systeem zal het verkeer de overbrenging van accijnsgoederen binnen de interne markt stimuleren. De fiscale aspecten van het verkeer de overbrenging van accijnsgoederen dienen te worden geregeld door een wijziging van [Richtlijn 92/12/EEG XXX/EG] ð of Verordening (EU) nr. 389/2012 ï. Deze beschikkingDit besluit laat de rechtsgrond voor toekomstige wijzigingen van [Richtlijn 92/12/EEG XXX/EG] ð of Verordening (EU) nr. 389/2012 ï onverlet.

ê 1152/2003/EG overweging 9 (aangepast)

(8)Ö Er Õ Tevens dient te worden vastgesteld welke de communautaire componenten Ö Uniecomponenten Õ en de niet-communautaire componenten Ö niet-Uniecomponenten Õ van het geautomatiseerde systeem zijn, en welke taken in het kader van de ontwikkeling en de invoering van het geautomatiseerde systeem door de Commissie en door de lidstaten moeten worden uitgevoerd. In dit verband dient de Commissie, bijgestaan door het betrokken comité, op het gebied van coördinatie, organisatie en beheer een belangrijke rol te vervullen.

ê 1152/2003/EG overweging 5

Een geautomatiseerd systeem voor het intracommunautaire verkeer van en de controle op accijnsgoederen (EMCS) dient compatibel te zijn en, indien technisch mogelijk, te worden samengevoegd met het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) teneinde de procedures voor het beheer en de handel te vergemakkelijken.

ê 1152/2003/EG overweging 6

Voor de uitvoering van deze beschikking dient de Commissie de werkzaamheden van de lidstaten te coördineren, teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen.

ò nieuw

(9)Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen die nodig zijn voor de aanpassing, uitbreiding en werking van het geautomatiseerde systeem, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 7 .

ê 1152/2003/EG overweging 10

(10)Er dienen procedures te worden opgesteld voor de evaluatie van de uitvoering van het geautomatiseerde systeem voor de uitoefening van toezicht op accijnsgoederen.

ê 1152/2003/EG overweging 13 (aangepast)

ð nieuw

(11)Voordat het geautomatiseerde systeem voor het intracommunautaire verkeer van en de controle op accijnsgoederen Ö een nieuwe uitbreiding van het geautomatiseerde systeem Õ in werking treedt, en gezien de problemen die zich hebben voorgedaan, dient de Commissie, in samenwerking met de lidstaten en rekening houdend met de opvattingen van de betrokken bedrijfstakken, na te gaan hoe het ð te onderzoeken of de ï huidige, op papier gebaseerde systeem kan worden verbeterd Ö systemen Õ ð nog steeds geschikt zijn ï.

ê 1152/2003/EG overweging 11 (aangepast)

(12)De financiering Ö kosten Õ van het Ö geautomatiseerde Õ systeem dient dienen te worden verdeeld tussen de Gemeenschap Ö Unie Õ en de lidstaten, en de financiële bijdrage van de Gemeenschap moet als zodanig in de algemene begroting van de Europese Unie worden opgenomen.

ê 1152/2003/EG overwegingen 7 en 8 (aangepast)

(13)Gezien de complexiteit en de omvang van een dergelijk Ö het Õ geautomatiseerde systeem Ö dienen zowel de Unie als de lidstaten Õ zijn aanzienlijk meer investeringen in menselijke en financiële middelen vereist, zowel op communautair vlak als in de lidstaten. Ö te verstrekken Õ Daarom dient te worden bepaald dat de Commissie en de lidstaten voor de ontwikkeling en invoering uitrol van het systeem alle noodzakelijke middelen ter beschikking moeten stellen. Bij de ontwikkeling van de nationale componenten dienen de lidstaten de beginselen voor elektronische overheidssystemen toe te passen en ondernemers marktdeelnemers op dezelfde manier te behandelen als in de andere sectoren waarin geautomatiseerde systemen worden ingevoerd. De lidstaten dienen ondernemers, met name de kleine en middelgrote ondernemingen die in deze sector actief zijn, in de gelegenheid te stellen deze nationale componenten tegen zo laag mogelijke kosten te gebruiken en alle maatregelen gericht op het behoud van hun concurrentievermogen te bevorderen.

ò nieuw

(14)Aangezien de doelstelling van dit besluit, namelijk een basis bieden voor de governance van de verdere automatisering van door de accijnswetgeving van de Unie gedefinieerde processen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve ter wille van de goede werking van de interne markt beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,

ê 1152/2003/EG overweging 14

Deze beschikking stelt voor de gehele duur van de ontwikkeling en de invoering van het systeem de financiële middelen vast die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure.

ê 1152/2003/EG overweging 15

De voor de uitvoering van deze beschikking vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.

ê 1152/2003/EG (aangepast)

ð nieuw

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.    Ö Dit besluit voorziet in bepalingen voor het beheer van de aanpassing, uitbreiding en werking van het Õ Er wordt een geautomatiseerde systeem ingesteld Ö dat wordt gebruikt Õ voor Ö het toezicht op Õ de verwerking van gegevens over het verkeer de overbrenging van en de controle op de accijnsproducten Ö accijnsgoederen Õ bedoeld in artikel 31, lid 1, van Richtlijn 92/12/EEG,XXX/EG (hierna "het geautomatiseerde systeem" genoemd).

2.    Dit geautomatiseerde systeem heeft ten doel:

a)elektronische doorgifte van het administratief geleidedocument Ö administratieve documenten Õ bedoeld in ð Richtlijn XXX/EG en ï Verordening (EEG) nr. 2719/92(EU) nr. 389/2012 en verbetering van de controle mogelijk te maken;

b)het functioneren van de interne markt te verbeteren door het intracommunautaire verkeer de overbrenging van Ö accijnsgoederen binnen de Unie Õ goederen onder schorsing van accijns te vereenvoudigen en door de lidstaten in staat te stellen in werkelijke tijd real time het verkeer van accijnsgoederen te volgen en, indien nodig, de noodzakelijke controles te verrichten.

Artikel 2

De lidstaten en de Commissie voeren het geautomatiseerde systeem binnen zes jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking in.

De werkzaamheden in verband met de ingebruikneming Ö uitbreiding Õ van het geautomatiseerde systeem vangen uiterlijk twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze beschikking dit besluit aan.

Artikel 3

1.    Het geautomatiseerde systeem omvat communautaire en niet-communautaire componenten Ö Uniecomponenten en niet-Uniecomponenten Õ.

2.    De Commissie ziet erop toe dat bij de werkzaamheden betreffende de communautaire componenten Ö Uniecomponenten Õ van het geautomatiseerde systeem al het nodige wordt gedaan om Ö bestaande systemen Õ zoveel mogelijk Ö opnieuw te gebruiken Õ gebruik te blijven maken van het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) en te waarborgen dat het Ö geautomatiseerde systeem Õ EMCS-systeem met het NCTS compatibel is Ö met andere relevante geautomatiseerde systemen van de Commissie en de lidstaten, en Õ en, indien technisch mogelijk, ermee wordt samengevoegd, teneinde één Ö om te zorgen voor een Õ geïntegreerde ð reeks ï computersysteemen te vormen voor de controle op zowel het intracommunautair verkeer overbrengingen van accijnsgoederen Ö binnen de Unie Õ als op het verkeer overbrengingen van accijns- accijnsgoederen en belastbare aan andere rechten en heffingen onderworpen goederen die afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor derde landen.

3.    De communautaire componenten Ö Uniecomponenten Õ zijn de gemeenschappelijke specificaties, de technische producten, de CCN/CSI-netwerkdiensten (Common Communication Network/Common Systems Interface) en de voor alle lidstaten gemeenschappelijke coördinatiediensten, met uitzondering van varianten of aanpassingen hiervan om in nationale behoeften te voorzien.

4.    De niet-communautaire componenten Ö niet-Uniecomponenten Õ van het geautomatiseerde systeem zijn de nationale specificaties, de nationale gegevensbanken die onderdeel zijn van het systeem, de netwerkverbindingen tussen de communautaire en niet-communautaire componenten Ö Uniecomponenten en niet-Uniecomponenten Õ, alsmede de apparatuur en de programmatuur die elke lidstaat nuttig acht voor het gebruik van het systeem in zijn gehele bestuursorganisatie.

Artikel 4

1.    In overeenstemming met de in artikel 7, lid 2, genoemde procedure coördineert dDe Commissie coördineert de invoering en het functioneren Ö aanpassing, uitbreiding en werking Õ van de communautaire en niet-communautaire componenten Ö Uniecomponenten en niet-Uniecomponenten Õ van het geautomatiseerde systeem, met name wat betreft:

a)de infrastructuur en de noodzakelijke hulpmiddelen voor de algemene interconnectie en interoperabiliteit van het systeem;

b)de ontwikkeling van een zeer streng veiligheidsbeleid, teneinde ongeoorloofde toegang tot gegevens te voorkomen en de integriteit van het systeem te waarborgen;

c)de instrumenten voor het gebruik van gegevens ten behoeve van fraudebestrijding.

2.    Voor de toepassing van lid 1 Ö Om de in lid 1 vastgestelde doelen te bereiken, Õ sluit de Commissie de nodige contracten voor de invoering Ö aanpassing en uitbreiding Õ van de communautaire componenten Ö Uniecomponenten Õ van het systeem en werkt zij in samenwerking met de lidstaten in het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité een richtplan en de voor de invoering en het functioneren Ö aanpassing, uitbreiding en werking Õ van het systeem noodzakelijke beheersplannen uit.

Het richtplan en de beheersplannen geven aan welke initiële en terugkerende taken de Commissie en de lidstaten dienen uit te voeren. De beheersplannen geven ook de termijnen aan waarbinnen de taken moeten worden uitgevoerd die nodig zijn voor de voltooiing van elke in het richtplan vermelde werkopdracht.

Artikel 5

1.    De lidstaten zien erop toe dat Ö voeren Õ de initiële en de terugkerende taken die hun zijn opgedragen worden uitgevoerd binnen de termijn die is vastgesteld Ö waarnaar wordt verwezen Õ in de in artikel 4, lid 2, bedoelde beheersplannen.

Zij brengen de Commissie verslag uit over de resultaten van die taken, onder vermelding van de datum waarop de taken zijn voltooid. De Commissie brengt daarover op haar beurt verslag uit aan het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité.

2.    De lidstaten onthouden zich van maatregelen in verband met de invoering of het functioneren Ö aanpassing, uitbreiding en werking Õ van het geautomatiseerde systeem, wanneer dergelijke maatregelen ongunstige gevolgen kunnen hebben voor de algemene interconnectie of interoperabiliteit van het systeem, dan wel voor het algehele functioneren ervan.

Maatregelen die een lidstaat wenst te nemen en die ongunstige gevolgen kunnen hebben voor de algemene interconnectie of interoperabiliteit van het systeem, dan wel voor het algehele functioneren ervan, mogen slechts worden genomen na voorafgaande toestemming van de Commissie die handelt in overeenstemming met de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedure.

3.    De lidstaten stellen de Commissie regelmatig op de hoogte van alle maatregelen die zij hebben genomen om de volledige exploitatie van het geautomatiseerde systeem door hun gehele bestuursorganisatie mogelijk te maken. De Commissie brengt daarover op haar beurt verslag uit aan het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité.

Artikel 6

ð De Commissie stelt in uitvoeringshandelingen ï dDe voor de uitvoering van deze beschikking noodzakelijke maatregelen ð vast ï Ö die nodig zijn voor de aanpassing, uitbreiding en werking Õ in verband met de invoering of het functioneren van het geautomatiseerde systeem Ö met betrekking tot Õ en met de in artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 2, tweede alinea, bedoelde aangelegenhedenð . Deze uitvoeringshandelingen ï worden vastgesteld volgens de beheersprocedure ð onderzoeksprocedure ï Ö als bedoeld Õ in artikel 7, lid 2. Die uitvoeringsbepalingen doen geen afbreuk aan de communautaire bepalingen Ö van de Unie Õ inzake inning en controle van indirecte belastingen of administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand op het gebied van indirecte belastingen.

Artikel 7

1.    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 24 van Richtlijn 92/12/EEG ingestelde Accijnscomité. Ö Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. Õ

2.    Wanneer naar dit lid wordt verwezen zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG ð is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 ïvan toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 8

1.    De Commissie neemt alle maatregelen die noodzakelijk zijn om te verifiëren gaat na of de uit de algemene begroting van de Europese Unie gefinancierde maatregelen correct en overeenkomstig deze beschikking zijn uitgevoerd.

Zij volgt regelmatig, in samenwerking met de lidstaten, in het kader van het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité, de voortgang van de ontwikkeling en de invoering van het geautomatiseerde systeem om vast te stellen of de daarvoor gestelde doelstellingen zijn bereikt en om richtsnoeren op te stellen voor de verbetering van de doeltreffendheid van de maatregelen ter uitvoering van het systeem.

2.    De Commissie legt 30 maanden na de inwerkingtreding van deze beschikking het in artikel 7, lid 1, bedoelde comité een tussentijds verslag over de door haar gevolgde activiteiten voor. Indien nodig, stelt dit rapport de procedures en de criteria voor de latere evaluatie van het functioneren van het geautomatiseerde systeem vast.

23.    ð Vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit en vervolgens om de vijf jaar, ïNa afloop van de periode van zes jaar bedoeld in artikel 2, eerste alinea, dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de uitvoering Ö en werking Õvan het geautomatiseerde systeem.

Dit verslag stelt onder meer de procedures en de criteria voor de latere evaluatie van het functioneren van het geautomatiseerde systeem vast.

Artikel 9

De kandidaat-lidstaten van de Europese Unie worden door de Commissie op de hoogte gesteld van de ontwikkeling en de invoering van het geautomatiseerde systeem en kunnen, als zij dat wensen, aan de daarmee genomen proeven deelnemen.

Artikel 10

1.    De kosten in verband met de Ö aanpassing en uitbreiding Õ invoering van het geautomatiseerde systeem worden gedeeld door de Gemeenschap Ö Unie Õ en de lidstaten, overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 en 3.

2.    De kosten in verband met het ontwerp, de aanschaf, de installatie en het onderhoud van de communautaire componenten Ö Uniecomponenten Õ van het geautomatiseerde systeem, alsmede de kosten in verband met de lopende exploitatie van de communautaire componenten Ö Uniecomponenten Õ die in de gebouwen van de Commissie of van een door de Commissie aangewezen subcontractant zijn geïnstalleerd, komen ten laste van de Gemeenschap Ö Unie Õ.

3.    De kosten in verband met de invoering en het functioneren Ö aanpassing, uitbreiding en werking Õ van de niet-communautaire componenten Ö niet-Uniecomponenten Õ van het geautomatiseerde systeem, alsmede de kosten in verband met de lopende exploitatie van de communautaire componenten Ö Uniecomponenten Õ die in de gebouwen van de lidstaten of van een door de betrokken lidstaat aangewezen subcontractant zijn geïnstalleerd, komen ten laste van de lidstaten.

Artikel 11

1.    De financiële middelen voor de invoering van het geautomatiseerde systeem in de in artikel 2, eerste alinea, bedoelde periode worden vastgesteld op 35 miljoen EUR voor de algemene begroting van de Europese Unie.

1. De jaarlijkse kredieten, met inbegrip van de kredieten die worden toegewezen voor de exploitatie en de werking het functioneren van het systeem na de voornoemde invoeringsperiode, worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten Ö die zijn opgenomen in Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad 8  Õ.

2.    De lidstaten begroten de financiële en menselijke middelen die voor de vervulling van de in artikel 5 omschreven verplichtingen benodigd zijn en stellen deze ter beschikking. De Commissie en de lidstaten stellen de voor de invoering en de exploitatie Ö aanpassing, uitbreiding, werking en verdere ontwikkeling Õ van het geautomatiseerde systeem vereiste menselijke, budgettaire en technische middelen ter beschikking.

ê 

Artikel 12

Beschikking nr. 1152/2003/EG wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar het onderhavige besluit en worden gelezen volgens de concordantietabel in de bijlage.

ê 1152/2003/EG (aangepast)

Artikel 13

Deze beschikking Dit besluit treedt in werking op de Ö twintigste Õ dag Ö na die Õ van haar de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 14

Deze beschikking Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement            Voor de Raad

De voorzitter            De voorzitter

(1)    Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (PB L 162 van 1.7.2003, blz. 5).
(2)    (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 1.
(3)    Richtlijn XXX/EG van de Raad van (PB L  van, blz. ).
(4)    Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns (PB L 197 van 29.7.2009, blz. 24).
(5)    PB L 276 van 19.9.1992, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2225/93 (PB L 198 van 7.8.1993, blz. 5).
(6)    Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 1).
(7)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(8)    Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25).
Top

Brussel,25.5.2018

COM(2018) 341 final

BIJLAGE

bij het

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen
(herschikking)


BIJLAGE 1 Concordantietabel

Beschikking nr. 1152/2003/EG

Dit besluit

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, eerste alinea

_

Artikel 2, tweede alinea

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 2

Artikel 7, lid 2

Artikel 7, lid 3

-

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 2

-

Artikel 8, lid 3

Artikel 8, lid 2

Artikel 9

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 11, lid 1, eerste alinea

_

Artikel 11, lid 1, tweede alinea

Artikel 11, lid 1

Artikel 11, lid 2

Artikel 11, lid 2

-

Artikel 12

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 13

Artikel 14

_

Bijlage

Top