Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0127

    Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

    COM/2018/0127 final - 2018/058 (COD)

    Brussel, 9.3.2018

    COM(2018) 127 final

    2018/0058(COD)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

    {SWD(2018) 66 final}


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    ·Motivering en doel van het voorstel

    De Europese Unie (EU) heeft haar partnerschap met Oekraïne aanzienlijk versterkt in de afgelopen jaren. Dit partnerschap gaat verder dan louter bilaterale samenwerking en evolueert naar geleidelijke politieke associatie en economische integratie. De associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, die in 2014 is ondertekend en een diepe en brede vrijhandelsruimte omvat, is het belangrijkste instrument waarmee Oekraïne en de EU dichter bij elkaar kunnen worden gebracht. De overeenkomst zorgt namelijk voor diepere politieke banden, sterkere economische betrekkingen en de eerbiediging van gemeenschappelijke waarden. Bepaalde delen van de associatieovereenkomst werden sinds 1 november 2014 voorlopig toegepast, en de diepe en brede vrijhandelsruimte sinds 1 januari 2016. De overeenkomst is in werking getreden op 1 september 2017 nadat deze werd geratificeerd door Oekraïne en alle EU-lidstaten en werd aangenomen door de Raad van de Europese Unie in juli 2017. 

    Hoewel de Oekraïense economie opnieuw groeide in 2016 en 2017 na een diepe recessie in 2014 en 2015, blijft ze kwetsbaar voor externe schokken. Dit blijkt uit het feit dat het land sterk afhankelijk is van grondstoffenuitvoer, de internationale reserves trager dan verwacht aanvult en een hoge externe schuldenlast heeft, met name zodra de betalingsverplichtingen met betrekking tot de geherstructureerde euro-obligaties opnieuw gelden in 2019. In deze context blijft het van essentieel belang dat de internationale partners van Oekraïne hun steun voortzetten.

    In maart 2015 heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) Oekraïne een programma voor een uitgebreide financieringsfaciliteit ten belope van circa 17,5 miljard USD toegestaan, dat afloopt in maart 2019. De financiële bijstand van het IMF werd aangevuld door aanzienlijke steun van de EU, haar lidstaten, een aantal bilaterale partners (zoals de VS, Japan, Canada en Zwitserland) en andere internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en de Europese Investeringsbank (EIB). Aangezien het economisch herstel nog steeds fragiel is en er nog een aantal zwakke punten bestaan, zal Oekraïne in 2018 en begin 2019 evenwel aanvullende externe financieringsbehoeften hebben, die door het IMF worden geraamd op 4,5 miljard USD (ongeveer 3,8 miljard EUR 1 ).

    De Oekraïense minister van Financiën Oleksandr Danyliuk heeft vicevoorzitter van de Europese Commissie Valdis Dombrovskis op 29 november 2017 officieel verzocht om aanvullende macrofinanciële bijstand van de EU. Deze bijstand zou bijdragen tot de dekking van de externe financieringsbehoeften van het land en de uitvoering van hervormingen ondersteunen.

    In het licht van dit verzoek en de economische situatie in Oekraïne, met name het feit dat er aanvullende externe financieringsbehoeften zijn ontstaan, dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad op grond van artikel 212 VWEU een voorstel in tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand (MFB) aan Oekraïne van ten hoogste 1 miljard EUR in de vorm van leningen op middellange tot lange termijn in twee tranches.

    De voorgestelde nieuwe MFB-operatie zou een aanvulling vormen op de voorgaande drie MFB-operaties, goed voor in totaal 3,4 miljard EUR, die aan Oekraïne zijn aangeboden sinds het begin van de crisis in 2014. In het kader van deze operaties is in totaal 2,8 miljard EUR uitbetaald, waarvan 1,6 miljard EUR in 2014 en 2015 (zogenoemde MFB I en II) en twee tranches van elk 600 miljoen EUR in juli 2015 en april 2017 (MFB III). Een derde en laatste tranche van 600 miljoen EUR in het kader van MFB III, die gekoppeld was aan de uitvoering van 21 met de Oekraïense autoriteiten overeengekomen beleidsmaatregelen, werd niet uitbetaald. Hoewel Oekraïne een groot aantal van de aan deze tranche gekoppelde beleidstoezeggingen heeft vervuld, zijn vier maatregelen, waaronder twee met betrekking tot corruptiebestrijding, niet uitgevoerd tegen het einde van de beschikbaarheidsperiode van de bijstand in januari 2018. Gezien deze omstandigheden kon de Commissie niet overgaan tot de uitbetaling van de laatste tranche in het kader van MFB III, die officieel is geannuleerd op 18 januari 2018.

    De voorgestelde macrofinanciële bijstand moet Oekraïne helpen om een deel van zijn aanvullende externe financieringsbehoeften in 2018 en 2019 te dekken, wat de economie op korte termijn minder kwetsbaar zou maken op het gebied van de betalingsbalans en de begroting. Daarnaast zou de bijstand van de EU stimulansen bieden om de hervormingsinspanningen van Oekraïne op te voeren door met de Oekraïense autoriteiten een memorandum van overeenstemming te sluiten, waarin een passend pakket maatregelen wordt uiteengezet ter ondersteuning van economische aanpassingen en structurele hervormingen. De Commissie zou streven naar een brede consensus met de Oekraïense autoriteiten om een draagvlak tot stand te brengen en derhalve de kans te vergroten dat vlot wordt voldaan aan de overeengekomen voorwaarden. De beleidsvoorwaarden zouden ervoor moeten zorgen dat de belangrijkste zwakke punten van de Oekraïense economie en het stelsel voor economische governance worden aangepakt, en ze moeten in overeenstemming zijn met het engagement van Oekraïne voor hervorming in het kader van de associatieovereenkomst, andere EU-instrumenten voor steunverlening en de aanpassingsprogramma’s in samenwerking met het IMF en de Wereldbank. Om de MFB-operatie met succes te voltooien, is het absoluut noodzakelijk dat de belangrijkste hervormingen op het gebied van corruptiebestrijding en governance worden gerealiseerd.

    Aangezien Oekraïne het aan MFB III gekoppelde beleidsprogramma niet volledig heeft uitgevoerd, waardoor de laatste tranche in januari 2018 werd geannuleerd door de Commissie, is het passend om specifieke voorwaarden te verbinden aan elk van de twee tranches van deze bijstand. Meer in het bijzonder is het de bedoeling om de maatregelen die niet werden uitgevoerd in het kader van het vorige programma op de volgende wijze te integreren:

    ·Wat de controle van vermogensaangiften van ambtenaren betreft, zou de Commissie erop aandringen dat een doeltreffend controlesysteem wordt ingevoerd, mede door gebruik te maken van software voor geautomatiseerde controle die rechtstreeks en automatisch toegang heeft tot officiële databanken en registers. Om het memorandum met Oekraïne overeen te komen in het kader van de voorgestelde nieuwe MFB-operatie, zou de Commissie daarom eisen dat het voornoemde systeem voor geautomatiseerde controle wordt ingevoerd en in gebruik wordt genomen, waarbij een aanzienlijk aantal aangiften worden gecontroleerd aan de hand van het geautomatiseerde systeem en voorrang wordt gegeven aan hooggeplaatste ambtenaren.

    ·Als het gaat om de controle van de gegevens die ondernemingen moeten verstrekken over hun uiteindelijke begunstigden en om de handhaving van de rapportageverplichting voor ondernemingen, moet worden erkend dat deze elementen nog in een beginfase zitten op internationaal niveau, ook in de EU. Op verzoek van Oekraïne zullen uitwisselingen van deskundigen worden georganiseerd tussen Oekraïne en de EU om haalbare maatregelen vast te stellen voor het land met het oog op de ingebruikname van een controlemechanisme. Op basis hiervan zou het memorandum concrete maatstaven voor een controlemechanisme kunnen omvatten als voorwaarde in het kader van het MFB-programma.

    ·Het uitvoerverbod op hout, dat niet verenigbaar is met het engagement om geen handelsbeperkende maatregelen vast te stellen, is nog steeds van kracht en de bevoegde parlementaire commissie in Oekraïne heeft zich nog niet over een wet tot intrekking van dit verbod gebogen. De Commissie zal de dialoog met de Oekraïense autoriteiten aangaan om een oplossing voor dit struikelblok te vinden via specifieke handelsinstrumenten, mogelijk met inbegrip van bilaterale geschillenbeslechting.

    ·De wet tot oprichting van een centraal kredietregister is op 6 februari 2018 door het Oekraïense parlement aangenomen en is op 4 maart 2018 in werking getreden. Deze maatregel kan bijgevolg als uitgevoerd worden beschouwd en moet niet worden opgenomen in het nieuwe memorandum.

    Daarnaast zal het memorandum voor het nieuwe programma ook andere maatregelen omvatten die Oekraïne moet uitvoeren om de eerste en tweede uitbetaling te ontvangen. Hierbij gaat het onder meer om maatregelen op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën, hetgeen deel uitmaakt van alle beleidsprogramma’s in het kader van macrofinanciële bijstand. Meer in het algemeen zullen de voorwaarden gericht zijn op een beperkt aantal belangrijke sectoren die relevant zijn voor de macro-economische stabilisatie van Oekraïne.

    Zoals nader uitgelegd in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, en op basis van de door de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) verrichte beoordeling van de politieke situatie, is de Commissie van mening dat aan de politieke en economische randvoorwaarden voor de voorgestelde MFB-operatie is voldaan.

    ·Algemene context

    In 2014 en 2015 werd Oekraïne getroffen door een bijzonder diepe recessie, waarbij het reële bbp met respectievelijk 6,6 % en 9,8 % is gekrompen. Hoewel de reeds lang bestaande macro-economische en structurele tekortkomingen van Oekraïne een rol hebben gespeeld, is de economische crisis grotendeels te wijten aan het verlies van vertrouwen en de schade aan de productiecapaciteit ten gevolge van het conflict dat is veroorzaakt door de destabiliserende acties van Rusland in het oosten van het land. Dankzij de combinatie van een krachtige beleidsaanpak en een grootschalig internationaal steunpakket is de economie in 2016 weer gegroeid (2,3 %). Het herstel heeft zich doorgezet in 2017 met een bbp-groei van naar schatting 2,2 %, ondanks de negatieve gevolgen van een in maart 2017 ingevoerde vrachtblokkade ten aanzien van de gebieden die niet worden bestuurd door de regering. De groei van de economische activiteiten in 2017 werd voornamelijk aangedreven door investeringen en particuliere consumptie als gevolg van het toegenomen vertrouwen en de loonstijging.

    Ondanks de economische crisis heeft Oekraïne in de afgelopen drie jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt met de consolidatie van de overheidsfinanciën. Het totale begrotingstekort, inclusief het tekort van het olie- en gasbedrijf Naftogaz, werd teruggedrongen van 10 % van het bbp in 2014 tot slechts 2,4 % in 2016 (ten opzichte van de voor 2016 overeengekomen tekortdoelstelling van 3,7 % in het kader van het IMF-programma). De begrotingsuitvoering werd doorgezet in 2017 dankzij een solide belastinginning, stijgende dividenduitkeringen van staatsbedrijven en een aantal eenmalige factoren zoals de inbeslagname van de bevroren activa van voormalig president Janoekovitsj (in totaal 1 % van het bbp). Als gevolg daarvan bedroeg het geconsolideerde tekort op de overheidsbegroting in 2017 ongeveer 1,5 % van het bbp. De tekorten buiten de begroting in verband met de herkapitalisatie van staatsbedrijven en -banken zijn sterk teruggedrongen, met name omdat het exploitatietekort van Naftogaz is weggewerkt. Een dergelijke begrotingsconsolidatie, in combinatie met de relatieve wisselkoersstabiliteit sinds 2016, heeft er ook toe bijgedragen dat de overheidsschuld is verlaagd tot naar schatting 76 % van het bbp per eind 2017 (ten opzichte van 81 % per eind 2016).

    De begroting voor 2018 voorziet in een begrotingstekort van 2,4 % van het bbp (in overeenstemming met het plafond van 2,5 % dat is vastgesteld in het IMF-programma) en gaat uit van een reële bbp-groei van 3 % en een inflatie van de consumentenprijzen van 9 %. De tendens van desinflatie die zich voordeed van het voorjaar van 2015 (60,9 % in april 2015) tot medio 2016 (6,9 % in juni 2016) is geleidelijk teruggedraaid. Sindsdien is de stijging van de inflatie (14,1 % in januari 2018) te wijten aan de toenemende productiekosten en consumentenvraag (met name als gevolg van loonstijgingen) en de stijgende prijzen van voedingsgrondstoffen (ten gevolge van de vorst begin 2017 die de gewassen heeft beschadigd) en de stijgende brandstofprijzen. Door de toenemende inflatiedruk heeft de centrale bank haar rentetarief sinds oktober 2017 met in totaal 4,5 procentpunten verhoogd tot 17 % per 2 maart 2018.

    Wat de externe sector betreft, is het tekort op de lopende rekening van Oekraïne geleidelijk toegenomen (3,5 % van het bbp in 2017) als gevolg van de drastische neerwaartse correctie door de economische crisis (van 9 % van het bbp in 2013 tot 0,3 % in 2015). Dit kwam voornamelijk door de opleving van de invoer van investeringsgoederen (in het licht van een verbeterend ondernemersvertrouwen) en door een robuuste binnenlandse consumptie. Door de sterke opleving van de uitvoer (17 % op jaarbasis in 2017) als gevolg van de groeiende wereldeconomie en de gunstige handelsvoorwaarden werd een verdere toename van het tekort op de lopende rekening beperkt. De particuliere kapitaalinstroom van andere dan buitenlandse directe investeringen is ook gestegen, met name dankzij een euro-obligatie van 3 miljard USD die in september 2017 werd uitgegeven door de regering. Door de steun van de multilaterale en bilaterale partners van Oekraïne, in combinatie met de aanpassing van de lopende rekening en een geleidelijk herstel van de particuliere financiële stromen, kon Oekraïne zijn internationale reserves aanvullen tot 18,6 miljard USD per eind januari 2018, ondanks een laag niveau van buitenlandse directe investeringen.

    Hoewel de economische situatie sinds 2015 is verbeterd, blijven er nog een aantal zwakke punten bestaan omdat het land sterk afhankelijk is van grondstoffenuitvoer, de internationale reserves trager dan verwacht aanvult en een hoge externe schuldenlast heeft. Het onstabiele binnenlandse politieke klimaat en de voortdurende bedreiging van toenemende spanningen in het oostelijke deel van het land vormen tevens neerwaartse risico’s die het nog steeds bescheiden herstel kunnen aantasten.

    Aangezien Oekraïne een exporteur van grondstoffen is (landbouwproducten en metalen vertegenwoordigen circa 70 % van de Oekraïense goederenuitvoer), blijft het land bijzonder kwetsbaar voor verslechterende handelsvoorwaarden en de maatregelen die Rusland heeft ingevoerd om het vervoer vanuit Oekraïne te beperken. De wereldwijde val van de grondstoffenprijzen was een belangrijke factor voor de betalingsbalanscrises in Oekraïne in 2009 en 2014-2015.

    De hoge externe schuldenlast van Oekraïne vormt een ander zwak punt. Ondanks de forse schuldafbouw door het bedrijfsleven en het bankwezen sinds de crisis in 2014 bedroeg de externe brutoschuld 117,3 miljard USD per 1 oktober 2017 (111 % van het bbp), waarvan 47,5 miljard USD aan korte looptijden (45 % van het bbp). Hoewel deze schuld voornamelijk de particuliere sector betreft en als zodanig geen directe verantwoordelijkheid van de staat inhoudt, heeft een deel ervan betrekking op staatsbedrijven (in sommige gevallen gegarandeerd door de staat) en dat houdt bijgevolg een voorwaardelijke verplichting voor de autoriteiten in. Het bedrag van de externe schuld die rechtstreeks wordt aangehouden door de staat en vervalt in het daaropvolgende jaar, is aanzienlijk gedaald vanwege de crisis, aangezien de autoriteiten zijn overgegaan tot het afsluiten van langetermijnleningen bij internationale financiële instellingen, en zij hebben ongeveer 15 miljard USD aan obligatieschulden (zowel rechtstreeks aangehouden als gegarandeerd) herschikt in het kader van de zogenoemde schuldoperatie in november 2015. Deze schuld blijft echter relatief hoog en de terugbetalingsverplichtingen in 2018 en 2019 zijn aanzienlijk.

    De reserves blijven onder het niveau dat het IMF toereikend acht, met name in het licht van de hoge externe schuldenlast. Hoewel Oekraïne erin geslaagd is zijn bruto internationale reserves aan te vullen in de afgelopen drie jaar, verloopt het proces langzamer dan aanvankelijk geprogrammeerd door het IMF. De reserves, die per eind januari 2018 18,6 miljard USD bedragen, blijven onder het niveau van voor de crisis en het niveau dat bij de aanvang van het IMF-programma werd voorzien voor eind 2017 (22,3 miljard USD). In 2018 en 2019 komen de reserves mogelijk opnieuw onder druk te staan, wanneer het land meer dan 12 miljard USD (rente en hoofdsom) aan directe en indirecte externe schuld moet betalen. Deze piek van schuldaflossingen doet zich voor tijdens de presidents- en parlementsverkiezingen in 2019. Om die reden lijkt het noodzakelijk om de internationale reserves van Oekraïne verder aan te vullen, en de aanvullende macrofinanciële bijstand van de EU zou een nuttige bijdrage kunnen leveren aan deze inspanning, zowel direct (via de uitbetalingen) als indirect (als een katalysator voor de instroom van particulier kapitaal en vertrouwen in de lokale valuta).

    In dit verband blijft het van essentieel belang dat het IMF en de internationale partners van Oekraïne, met inbegrip van de EU, hun steun blijven voortzetten. Sinds het begin van de crisis is het in maart 2015 goedgekeurde programma van het IMF voor een uitgebreide financieringsfaciliteit voor Oekraïne ten belope van 17,5 miljard USD aangevuld met aanzienlijke steun van de bilaterale partners van Oekraïne, waaronder de EU. Ook andere internationale financiële instellingen, zoals de Wereldbank, de EBWO en de EIB, hebben hun activiteit beduidend opgeschroefd om de economische transitie van het land te ondersteunen. Aangezien de economie van Oekraïne fragiel blijft en te kampen heeft met een aantal zwakke punten, zal het land in 2018 en begin 2019 evenwel aanvullende externe financieringsbehoeften hebben, die door het IMF worden geraamd op 4,5 miljard USD (ongeveer 3,8 miljard EUR 2 ). De voorgestelde macrofinanciële bijstand zou 26,5 % van het totale aanvullende financieringstekort dekken. Daarnaast werkt de Wereldbank aan een nieuwe lening voor ontwikkelingsbeleid ten belope van 800 miljoen USD om het financieringstekort terug te dringen. Zodra de mogelijke bijdrage van de Wereldbank in aanmerking is genomen, zal 32 % van het resterende tekort van 3,7 miljard USD worden gefinancierd met de macrofinanciële bijstand van de EU.

    ·Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

    Er is macrofinanciële bijstand aan Oekraïne toegekend bij vier afzonderlijke besluiten:

    Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne 3

    Besluit nr. 646/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne 4  

    Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne 5

    Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne 6  

    ·Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

    De voorgestelde macrofinanciële bijstand is in overeenstemming met de toezegging van de EU om de economische en politieke transitie in Oekraïne te ondersteunen. De voorgestelde macrofinanciële bijstand is in overeenstemming met de leidende beginselen voor het gebruik van dit instrument, zoals het uitzonderlijke karakter ervan, politieke randvoorwaarden, complementariteit, conditionaliteit en financiële discipline.

    De voorgestelde macrofinanciële bijstand sluit tevens aan bij de doelstellingen van het Europees nabuurschapsbeleid. Hij ondersteunt mee de doelstellingen van de Europese Unie van economische stabiliteit en ontwikkeling in Oekraïne en, meer in het algemeen, de weerbaarheid van de oostelijke Europese nabuurschap. Door de autoriteiten te ondersteunen bij hun inspanningen om een stabiel macro-economisch kader in te voeren en ambitieuze structurele hervormingen ten uitvoer te leggen, verhoogt de voorgestelde operatie de meerwaarde van de totale EU-inbreng in Oekraïne en draagt deze bij tot de doeltreffendheid van andere financiële bijstand van de EU aan het land, waaronder begrotingssteunmaatregelen en subsidies die beschikbaar worden gesteld via externe financiële instrumenten in het kader van het huidige meerjarig financieel kader voor 2014-2020. De voorgestelde macrofinanciële bijstand maakt ook integraal deel uit van de algemene internationale steun aan Oekraïne en zal een aanvulling blijven vormen op de bijstand van andere multilaterale en bilaterale donoren.

    Oekraïne heeft belangrijke economische banden met de EU. Op 1 september 2017 is de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne in werking getreden. De bepalingen inzake de diepe en brede vrijhandelsruimte werden voorlopig toegepast sinds 1 januari 2016, toen de EU en Oekraïne zijn begonnen met het wederzijds openstellen van hun markten voor goederen en diensten. De EU is de belangrijkste handelspartner van Oekraïne, met een aandeel van 40,6 % (uitgedrukt in waarde) in de totale handel van het land in 2016. In 2017 is de bilaterale handel verder toegenomen. De Oekraïense uitvoer naar de EU is gestegen met 27,3 % op jaarbasis, terwijl de invoer uit de EU is gestegen met 22,1 % (uitgedrukt in waarde).

    2.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

    ·Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

    De Europese Unie stelt Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar van ten hoogste 1 miljard EUR in de vorm van leningen op middellange tot lange termijn, hetgeen zal bijdragen aan de dekking van de resterende externe financieringsbehoeften van Oekraïne in 2018-2019. Het is de bedoeling dat de bijstand in twee leningtranches wordt uitbetaald. Op voorwaarde dat de aan elke tranche gekoppelde beleidsmaatregelen tijdig worden uitgevoerd, zal de eerste tranche naar verwachting worden uitbetaald in de tweede helft van 2018, en de tweede tranche in de eerste helft van 2019. De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.

    De Commissie en de Oekraïense overheid zullen een memorandum van overeenstemming overeenkomen, waarin de structurele hervormingsmaatregelen die met de voorgestelde macrofinanciëlebijstandsoperatie gepaard moeten gaan, onder meer qua timing en volgorde worden vastgelegd. Zoals doorgaans voor macrofinanciële bijstand zullen de uitbetalingen bovendien onder meer afhankelijk worden gesteld van bevredigende evaluaties in het kader van het IMF-programma en van de voorwaarde dat Oekraïne een beroep blijft doen op middelen van het IMF.

    ·Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 212 van het VWEU.

    ·Subsidiariteitsbeginsel

    Het subsidiariteitsbeginsel is nageleefd aangezien de doelstelling om de macro-economische stabiliteit op korte termijn in Oekraïne te herstellen, onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de Europese Unie kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de behoefte aan krachtige donorcoördinatie om de omvang en de doeltreffendheid van de bijstand zo groot mogelijk te maken.

    ·Evenredigheidsbeginsel

    Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het blijft beperkt tot hetgeen minimaal vereist is om de doelstellingen van macro-economische stabiliteit op korte termijn te verwezenlijken en gaat niet verder dan voor dat doel nodig is.

    Zoals de Commissie op basis van de ramingen van het IMF in het kader van de stand-byovereenkomst heeft vastgesteld, komt het bedrag van de bijstand neer op 26,5 % van het geraamde aanvullende financieringstekort voor de periode 2018-2019. Dit aanzienlijke engagement wordt gerechtvaardigd door: het politieke belang van Oekraïne voor de stabiliteit in de Europese nabuurschap; de politieke associatie en economische integratie van het land met de EU, zoals die tot uiting komt in de associatieovereenkomst tussen de twee partijen, die op 1 september 2017 in werking is getreden; en de moeilijke situatie waarmee Oekraïne blijft kampen, met name als gevolg van het conflict in het oostelijke deel van het land.

    ·Keuze van instrumenten

    Projectfinanciering of technische bijstand zou niet geschikt zijn voor de verwezenlijking van de macro-economische doelstellingen. De belangrijkste meerwaarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten is dat hij de externe financiële druk snel verlicht en de totstandkoming van een stabiel macro-economisch kader, onder meer door de bevordering van een houdbare betalingsbalans- en begrotingssituatie, en een geschikt kader voor structurele hervormingen faciliteert. Doordat de totstandkoming van een passend kader voor macro-economisch en structureel beleid wordt gefaciliteerd, kan macrofinanciële bijstand de maatregelen die in Oekraïne in het kader van andere financiële instrumenten van de EU met een nauwere focus worden gefinancierd, doeltreffender maken.

    3.RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

    ·Raadpleging van belanghebbende partijen

    Bij de voorbereiding van dit voorstel voor macrofinanciële bijstand hebben de diensten van de Commissie regelmatig contact gehad met de Oekraïense autoriteiten, zodat het land inbreng kon leveren over het programma. Aangezien de macrofinanciële bijstand wordt toegekend als een integrerend onderdeel van de internationale steun voor de economische stabilisatie van Oekraïne, heeft de Commissie tevens overleg gepleegd met internationale partners van Oekraïne, zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, die het landen ondersteunen door middel van omvangrijke financieringsprogramma's.

    ·Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    De diensten van de Commissie hebben met bijstand van externe deskundigen een operationele beoordeling van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de financiële en administratieve procedures van Oekraïne uitgevoerd, waarvan het eindverslag in augustus 2014 is opgesteld. Om rekening te houden met de recente ontwikkelingen is een nieuwe operationele beoordeling gepland in het tweede kwartaal van 2018.

    ·Effectbeoordeling

    De macrofinanciële bijstand van de EU is een uitzonderlijk noodinstrument om ernstige betalingsbalansmoeilijkheden in derde landen aan te pakken. Dit voorstel voor macrofinanciële bijstand is dus vrijgesteld van het vereiste dat een effectbeoordeling wordt verricht overeenkomstig de richtsnoeren inzake betere regelgeving van de Commissie (SWD(2015) 111 final), omdat het politiek noodzakelijk is dat in deze noodsituatie snel wordt gereageerd.

    Meer in het algemeen bouwen de voorstellen inzake macrofinanciële bijstand van de Commissie voort op lessen die zijn getrokken uit evaluaties achteraf van eerdere operaties in de buurlanden van de EU. De macrofinanciële bijstand en het bijbehorende economische aanpassings- en hervormingsprogramma zullen de financieringsbehoeften van Oekraïne op korte termijn helpen verlichten en tegelijkertijd de beleidsmaatregelen ondersteunen die erop gericht zijn de begrotingssituatie en de externe positie van het land op middellange termijn te versterken en de basis te leggen voor duurzame groei.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De geplande bijstand zou worden verstrekt in de vorm van leningen en worden gefinancierd met behulp van leningen die de Commissie namens de EU zal opnemen. De kosten van de bijstand voor de begroting zullen gelijk zijn aan het bedrag van de voorziening dat uit begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds") in het Garantiefonds moet worden gestort en dat overeenstemt met 9 % van de uitbetaalde bedragen. In de veronderstelling dat de eerste tranche van de lening ten belope van in totaal 500 miljoen EUR in 2018 zal worden uitbetaald en dat de tweede tranche van de lening ten belope van 500 miljoen EUR in 2019 zal worden uitbetaald, zal de voorziening van het Garantiefonds overeenkomstig de regels waaraan het Garantiefondsmechanisme onderworpen is, plaatsvinden in het kader van de begrotingen voor 2020 (45 miljoen EUR) en 2021 (45 miljoen EUR).

    Op basis van de huidige prognoses van het gebruik van begrotingsonderdeel 01 03 06 is de Commissie van oordeel dat de gevolgen voor de begroting van de voorgestelde MFB-operatie voor Oekraïne kunnen worden opgevangen.

    5.FACULTATIEVE ELEMENTEN

    ·Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling

    Het voorstel bevat een vervalbepaling. De voorgestelde macrofinanciële bijstand zou beschikbaar worden gesteld gedurende tweeënhalf jaar vanaf de eerste dag na de inwerkingtreding van het memorandum van overeenstemming.

    2018/0058 (COD)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)    De betrekkingen tussen de Europese Unie en Oekraïne blijven zich ontwikkelen in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en het Oostelijk Partnerschap. Op 1 september 2017 is een associatieovereenkomst tussen de Unie en Oekraïne in werking getreden, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte.

    (2)    In het voorjaar van 2014 is Oekraïne begonnen met de uitvoering van een ambitieus hervormingsprogramma waarmee wordt beoogd de economie te stabiliseren en de levensstandaard van de burgers te verhogen. Oekraïne en de Unie hebben gezamenlijk een hervormingsagenda opgesteld (de associatieagenda, die voor het laatst is geactualiseerd in maart 2015). Corruptiebestrijding en grondwettelijke, electorale en justitiële hervormingen behoren tot de topprioriteiten op de agenda.

    (3)    Naast haar politieke steun heeft de Unie in maart 2014 een financieel pakket ten belope van meer dan 11 miljard EUR toegezegd ter ondersteuning van de economische stabilisatie en de uitvoering van hervormingen in Oekraïne, waarvan 1,6 miljard EUR aan macrofinanciële bijstand uit hoofde van Besluit 2002/639/EG van de Raad 7 , Besluit nr. 646/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad 8 en Besluit 2014/215/EU van de Raad 9 . Gezien de aanzienlijke externe financieringsbehoeften van Oekraïne is in april 2015 nog eens 1,8 miljard EUR aan macrofinanciële bijstand beschikbaar gesteld aan het land bij Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad 10 .

    (4)    Sinds mei 2014 heeft Oekraïne 2,81 miljard EUR aan macrofinanciële bijstand van de Unie ontvangen, waarvan 1,2 miljard EUR afkomstig is van de 1,8 miljard EUR die beschikbaar is gesteld bij Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad. De derde en laatste tranche van 600 miljoen EUR aan macrofinanciële bijstand uit hoofde van Besluit (EU) 2015/601 is op 18 januari 2018 geannuleerd omdat Oekraïne het aan deze tranche gekoppelde programma van structurele hervormingen niet volledig heeft uitgevoerd.

    (5)    Op 11 maart 2015 heeft het Internationaal Monetair Fonds een vierjarenprogramma voor een uitgebreide financieringsfaciliteit voor Oekraïne ten belope van ongeveer 17,5 miljard USD goedgekeurd ter ondersteuning van het economische aanpassings- en hervormingsprogramma van het land, waarvan 8,5 miljard USD is uitbetaald in 2015-2017. De financiële bijstand van het IMF werd aangevuld door aanzienlijke steun van een aantal bilaterale partners (waaronder de Unie en haar lidstaten, de VS, Japan en Canada). Ook andere internationale financiële instellingen, zoals de Wereldbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en de Europese Investeringsbank (EIB), hebben hun activiteit beduidend opgeschroefd om de economische transitie van Oekraïne te ondersteunen.

    (6)    Naar aanleiding van de technische missie in november 2017 heeft het IMF zijn ramingen van de externe financieringsbehoeften van Oekraïne herzien, waarbij een bijkomend tekort van 4,5 miljard USD voor 2018 en 2019 is vastgesteld. Deze financieringsbehoeften liggen hoger dan de financiering die tot dusver is uitgetrokken door de internationale gemeenschap, met inbegrip van de macrofinanciële bijstand van de Unie uit hoofde van Besluit 2002/639/EG van de Raad, Besluit nr. 646/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad, Besluit 2014/215/EU van de Raad en Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad.

    (7)    In het licht van de moeilijke economische en financiële situatie waarmee Oekraïne blijft kampen, hebben de autoriteiten in november 2017 om bijkomende macrofinanciële bijstand van de Unie verzocht.

    (8)    Op de Associatieraad EU-Oekraïne van 8 december 2017 heeft de Unie nogmaals haar steun uitgesproken voor de aanzienlijke hervormingsinspanningen van Oekraïne, en ook voor financiële bijstand die wordt gekoppeld aan concrete vorderingen met het hervormingsproces.

    (9)    Omdat Oekraïne onder het Europees nabuurschapsbeleid valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de Unie in aanmerking komt.

    (10)    De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en moet dienen ter ondersteuning van de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de betalingsbalanspositie op korte termijn.

    (11)    Aangezien er nog steeds sprake is van een resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Oekraïne dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de door de Unie aan Oekraïne toe te kennen macrofinanciële bijstand, onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden, aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Oekraïne om in samenhang met het IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen. De macrofinanciële bijstand van de Unie zal de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van Oekraïne ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële regeling met het IMF beschikbaar worden gesteld.

    (12)    De macrofinanciële bijstand van de Unie moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financiële positie voor Oekraïne en aldus de economische en sociale ontwikkeling van het land ondersteunen.

    (13)    De vaststelling van het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie is gebaseerd op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Oekraïne, en bij de vaststelling ervan is rekening gehouden met het vermogen van het land zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële bijstand van de Unie moet complementair zijn aan de programma’s van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bijstandsbedrag wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van bilaterale en multilaterale donoren, met het gegeven dat de lasten billijk tussen de Unie en andere donoren moeten worden verdeeld, met de reeds bestaande inzet van andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Oekraïne, en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden.

    (14)    De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel verenigbaar is met de voornaamste beginselen, doelstellingen en maatregelen in het kader van de verschillende onderdelen van het extern optreden en met het relevante beleid van de Unie op andere terreinen.

    (15)    De macrofinanciële bijstand van de Unie moet het externe beleid van de Unie jegens Oekraïne ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele macrofinanciëlebijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de samenhang ervan te waarborgen.

    (16)    De macrofinanciële bijstand van de Unie moet Oekraïne ondersteunen in zijn engagement met betrekking tot waarden die het land met de Unie deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn engagement met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

    (17)    Eerbiediging door Oekraïne van doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen en de rechtsstaat, alsook de mensenrechten moet een randvoorwaarde zijn voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Oekraïne bevorderen en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van werkgelegenheid en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten er regelmatig op toezien dat aan de randvoorwaarden is voldaan en die doelstellingen worden verwezenlijkt.

    (18)    Om te verzekeren dat de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie op efficiënte wijze worden beschermd, moet Oekraïne passende maatregelen nemen in verband met de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot deze bijstand. Daarnaast moet erin worden voorzien dat de Commissie controles verricht en de Rekenkamer audits uitvoert.

    (19)    De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad als begrotingsautoriteit onverlet.

    (20)    De bedragen van de voorziening voor de macrofinanciële bijstand moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

    (21)    De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken.

    (22)    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 11 .

    (23)    De macrofinanciële bijstand van de Unie moet onderworpen zijn aan economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Ter wille van de efficiëntie en om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging te waarborgen, moet de Commissie bevoegd zijn om met de Oekraïense overheid onderhandelingen over die voorwaarden te voeren, onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens die verordening moet in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet, in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt. Gezien de mogelijk belangrijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Oekraïne moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, opschorten of annuleren van de bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast,

    HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.De Unie stelt Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar voor een maximumbedrag van 1 miljard EUR (hierna "de macrofinanciële bijstand van de Unie" genoemd) teneinde de economische stabilisatie van Oekraïne en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. De bijstand draagt bij aan het dekken van de betalingsbalansbehoeften van Oekraïne die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.

    2.Het volledige bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt aan Oekraïne verstrekt in de vorm van leningen. De Commissie is bevoegd om namens de Unie de nodige financiële middelen te lenen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen, en die middelen vervolgens aan Oekraïne door te lenen. De leningen hebben een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.

    3.De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beheerd op een wijze die strookt met de overeenkomsten of afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Oekraïne, en met de hoofdbeginselen en doelstellingen van de economische hervormingen zoals die in de in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) gesloten associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, met inbegrip van de diepe en brede vrijhandelsruimte, zijn uiteengezet.

    De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de Unie, onder meer de uitbetalingen daarvan, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten.

    4.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt voor een periode van tweeënhalf jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.

    5.Indien de financieringsbehoeften van Oekraïne tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, het bedrag van de bijstand of schorst of annuleert zij deze.

    Artikel 2

    1.Eerbiediging door Oekraïne van doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen en de rechtsstaat, alsook de mensenrechten moet een randvoorwaarde zijn voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie.

    2.De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zien tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie erop toe dat aan die randvoorwaarde is voldaan.

    3.De leden 1 en 2 van dit artikel worden toegepast overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad 12 .

    Artikel 3

    1.De Commissie bereikt, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, met de Oekraïense autoriteiten overeenstemming over duidelijke voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële bijstand van de Unie onderworpen is en die worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming (hierna "het memorandum van overeenstemming" genoemd), dat een tijdschema bevat voor het voldoen van die voorwaarden. De in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma's voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door Oekraïne met steun van het IMF worden uitgevoerd.

    2.De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Oekraïne te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Bij het vaststellen van de beleidsmaatregelen wordt ook naar behoren rekening gehouden met vooruitgang op het gebied van het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde en eerlijke handel, en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie. De Commissie controleert regelmatig de vooruitgang die bij het bereiken van die doelstellingen is geboekt.

    3.De financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en de Oekraïense autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst.

    4.De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, genoemde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van Oekraïne verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en de Raad.

    Artikel 4

    1.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beschikbaar gesteld in twee leningstranches, mits aan de in lid 3 bedoelde voorwaarden is voldaan. De omvang van elke tranche wordt in het in artikel 3 bedoelde memorandum van overeenstemming vastgelegd.

    2.Voor de bedragen van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden, indien nodig, voorzieningen aangelegd overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad 13 .

    3.De Commissie besluit tot uitbetaling van de tranches mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

    (a)de in artikel 2 vastgestelde randvoorwaarde;

    (b)een constante bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige maatregelen voor aanpassing en structurele hervorming, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF; en

    (c)de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden.

    De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitkering van de eerste tranche uitbetaald.

    4.Indien de Commissie vaststelt dat de in lid 3 genoemde voorwaarden niet zijn vervuld, schorst zij de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie tijdelijk op of annuleert zij die. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor die opschorting of annulering.

    5.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitbetaald aan de Nationale Bank van Oekraïne. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder meer betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de middelen van de Unie aan het Oekraïense ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden overgemaakt.

    Artikel 5

    1.De op de macrofinanciële bijstand van de Unie betrekking hebbende transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro, worden met dezelfde valutadatum afgesloten, en mogen de Unie niet betrekken bij enige looptijdtransformatie, of haar blootstellen aan enig valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico.

    2.Wanneer de omstandigheden dit mogelijk maken en indien Oekraïne daarom verzoekt, kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat in de leningsvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing is opgenomen en dat in de voorwaarden van de opgenomen leningen een overeenkomstige clausule voorkomt.

    3.De Commissie kan, wanneer de omstandigheden een gunstiger rente op de verstrekte lening mogelijk maken en indien Oekraïne daarom verzoekt, besluiten de oorspronkelijk door haar opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk te herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden te herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 en in lid 4 vastgestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de looptijd van de betrokken opgenomen leningen en evenmin tot een verhoging van het op de datum van deze herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande bedrag.

    4.Alle kosten die de Unie ter zake van de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Oekraïne.

    5.De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

    Artikel 6

    1.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad 14 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie 15 .

    2.De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt onder direct beheer uitgevoerd.

    3.De in artikel 3, lid 3, bedoelde leningsovereenkomst bevat bepalingen die het volgende verzekeren:

    (a)Oekraïne controleert regelmatig of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, neemt passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude, en onderneemt zo nodig gerechtelijke stappen om de uit hoofde van dit besluit verstrekte middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven, terug te vorderen;

    (b)de financiële belangen van de Unie worden beschermd, in het bijzonder met specifieke maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële bijstand van de Unie, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad 16 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 17 en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 18 ;

    (c)de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, en haar vertegenwoordigers worden uitdrukkelijk gemachtigd tot het uitvoeren van controles, waaronder controles en inspecties ter plaatse;

    (d)de Commissie en de Rekenkamer worden uitdrukkelijk gemachtigd om tijdens en na de periode waarin de macrofinanciële bijstand van de Unie beschikbaar is, audits uit te voeren, waaronder documentaudits en audits ter plaatse, zoals operationele beoordelingen;

    (e)de Unie heeft recht op vervroegde terugbetaling van de lening, indien is vastgesteld dat Oekraïne met betrekking tot het beheer van de macrofinanciële bijstand van de Unie fraude, corruptie of een andere onwettige activiteit heeft gepleegd die de financiële belangen van de Unie schaadt.

    4.Vóór de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie beoordeelt de Commissie, door middel van een operationele beoordeling, de deugdelijkheid van de voor deze bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Oekraïne.

    Artikel 7

    1.De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

    2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    Artikel 8

    1.De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dat verslag:

    (a)wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie onderzocht;

    (b)worden de economische situatie en de vooruitzichten van Oekraïne, alsook de bij de tenuitvoerlegging van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen gemaakte vorderingen beoordeeld;

    (c)wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid, de actuele economische en budgettaire prestaties van Oekraïne en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de Unie.

    2.Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële bijstand van de Unie en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

    Artikel 9

    Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement            Voor de Raad

    De voorzitter            De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.    KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

    Macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

    1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 19  

    Beleidsterrein:    Titel 01 – Economische en financiële zaken

    Activiteit:    03 – Internationale economische en financiële kwesties

    1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

    X Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

    1.4.    Doelstellingen

    1.4.1.    De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

    "Een nieuwe impuls voor banen, groei en investeringen: het bevorderen van welvaart buiten de EU"

    De voor DG ECFIN relevante activiteiten hebben betrekking op:

    (a)het ondersteunen van macrofinanciële stabiliteit en het stimuleren van groeibevorderende hervormingen buiten de EU, inclusief via regelmatige economische dialogen met sleutelpartners en door het verlenen van macrofinanciële bijstand (MFB); en

    (b)het ondersteunen van het uitbreidingsproces, van de tenuitvoerlegging van het EU-nabuurschapsbeleid en van de verwezenlijking van EU-prioriteiten in andere derde landen door het uitvoeren van economische analyses en door het verstrekken van beleidsbeoordelingen en -advies.

    1.4.2.    Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

    Specifieke doelstelling: "Het bevorderen van welvaart buiten de EU"

    Betrokken ABM/ABB-activiteit(en): internationale economische en financiële kwesties

    1.4.3.    Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)

    De voorgenomen bijstand bestaat uit een EU-lening tot 1 miljard EUR aan Oekraïne en moet bijdragen tot een houdbaarder betalingsbalanssituatie. De in twee tranches uit te keren bijstand moet het land helpen om uit zijn moeilijke economische en betalingsbalanssituatie te raken. Ook zal de bijstand structurele hervormingen bevorderen die zijn gericht op verhoging van de duurzame economische groei en verbetering van het beheer van de overheidsfinanciën.

    1.4.4.    Resultaat- en effectindicatoren

    De autoriteiten zullen op regelmatige basis aan de diensten van de Commissie verslag moeten uitbrengen over een aantal indicatoren en een uitgebreid verslag moeten verstrekken inzake de naleving van de overeengekomen beleidsvoorwaarden, voordat de tranches van de bijstand worden uitbetaald.

    De diensten van de Commissie zullen ook na de operationele beoordeling van de financiële en administratieve procedures in Oekraïne die in het tweede kwartaal van 2018 zou worden uitgevoerd, op het beheer van de overheidsfinanciën blijven toezien. De EU-delegatie in Oekraïne zal ook periodieke verslagen uitbrengen over aangelegenheden die relevant zijn voor het toezicht op de bijstand. De diensten van de Commissie zullen nauwe contacten met het IMF en de Wereldbank blijven onderhouden om te profiteren van hun inzichten naar aanleiding van hun lopende activiteiten in Oekraïne.

    Het voorstel voor een wetgevingsbesluit voorziet in een jaarlijks bij de Raad en het Europees Parlement in te dienen verslag waarin een evaluatie van de tenuitvoerlegging van deze maatregel is opgenomen. Een onafhankelijke evaluatie achteraf van de bijstand zal binnen twee jaar na afloop van de uitvoeringsperiode worden uitgevoerd.

    1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

    1.5.1.    Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

    De uitbetaling van de bijstand zal afhankelijk worden gesteld van de vervulling van de politieke randvoorwaarde en bevredigende vorderingen bij de tenuitvoerlegging van de toekomstige financieringsovereenkomst tussen Oekraïne en het IMF. Daarnaast komen de Commissie en de Oekraïense overheid specifieke beleidsvoorwaarden overeen die in een memorandum van overeenstemming worden vastgelegd.

    1.5.2.    Toegevoegde waarde van deelname van de EU

    Door het land te helpen zijn externe economische veerkracht op te bouwen, draagt de voorgestelde macrofinanciële bijstand bij tot de bevordering van de macro-economische stabiliteit en de economische hervormingen in het land. Doordat de macrofinanciële bijstand fungeert als aanvulling op de middelen die door andere EU-instrumenten, de internationale financiële instellingen en andere donoren beschikbaar zijn gesteld, zal hij bijdragen tot de algehele doeltreffendheid van het financiële steunpakket dat door de internationale donorengemeenschap in de nasleep van de crisis is overeengekomen.

    Het voorgestelde programma zal er ook toe bijdragen dat het engagement van de regering voor hervormingen wordt versterkt. Dit resultaat zal onder meer worden verwezenlijkt door de uitbetaling van de bijstand van passende voorwaarden afhankelijk te stellen. In een ruimere context zal het programma voor de andere landen in de regio een signaal zijn dat de EU bereid is steun te verlenen aan landen die ondanks moeilijke economische omstandigheden duidelijk hebben gekozen voor hervormingen.

    1.5.3.    Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    Sinds 2004 zijn in totaal vijftien evaluaties achteraf van macrofinanciëlebijstandsoperaties uitgevoerd. Volgens die evaluaties levert macrofinanciële bijstand een positieve, zij het soms bescheiden en indirecte bijdrage tot een betere houdbaarheid van de externe positie, de macro-economische stabiliteit en de totstandbrenging van structurele hervormingen in het begunstigde land. In de meeste gevallen hebben de macrofinanciëlebijstandsoperaties een positief effect gehad op de betalingsbalans van het begunstigde land en verlichting gebracht in de begrotingsmoeilijkheden. Ook hebben ze geleid tot een enigszins hogere economische groei.

    In 2017 is aan de hand van een onafhankelijke evaluatie gekeken naar de toegevoegde waarde, de impact, de opzet en de uitvoering van twee eerdere MFB-operaties in Oekraïne (MFB I en MFB II, goed voor een totaal uitgekeerd bedrag van 1,61 miljard EUR in 2014-2015), en daaruit is gebleken dat deze operaties relevant en doeltreffend waren en efficiënt zijn uitgevoerd. De voornaamste conclusies van de evaluatie zijn dat de macrofinanciële bijstand, deels vanwege de snelheid van invoering ervan, een positief effect op de Oekraïense economie heeft gesorteerd door de financiële situatie te helpen stabiliseren, en ervoor heeft gezorgd dat er geen maatregelen met ernstige negatieve sociale gevolgen (zoals verdere bezuinigingen op de overheidsuitgaven) nodig waren. De bijstand heeft ook bijgedragen tot de hervormingsinspanningen van het land.

    1.5.4.    Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

    De EU is een van de belangrijkste donoren van Oekraïne en biedt ondersteuning aan economische, structurele en institutionele hervormingen en aan het maatschappelijk middenveld. Het doel bestaat erin het huidige niveau van steun ten belope van maximaal 200 miljoen EUR per jaar aan subsidies op peil te houden in de periode 2018-2020, op voorwaarde dat de vorderingen met hervormingen worden aangehouden. Naast ondersteuning van economische en bestuurlijke hervormingen beoogt de EU-bijstand een betere toegang tot onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg voor de Oekraïense burgers, in het bijzonder voor de meest kwetsbaren onder hen, en ook de burgers die zijn getroffen door het conflict in het oosten.

    De grootste toegevoegde waarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten is dat hiermee de totstandkoming wordt gefaciliteerd van een stabiel macro-economisch kader, onder meer door een houdbare betalingsbalans- en begrotingssituatie te bevorderen, alsmede van een passend kader om structurele hervormingen te stimuleren. Macrofinanciële bijstand is niet bedoeld als periodieke financiële steun. De macrofinanciële bijstand moet worden beëindigd zodra het land weer een houdbare externe financiële situatie heeft.

    Voorts is macrofinanciële bijstand complementair aan interventies van de internationale financiële instellingen, in het bijzonder de door het IMF en de Wereldbank ondersteunde aanpassings- en hervormingsprogramma's.

    1.6.    Duur en financiële gevolgen

    X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

    X    Voorstel/initiatief is van kracht gedurende 2,5 jaar vanaf de inwerkingtreding van het memorandum van overeenstemming, zoals bepaald in artikel 1, lid 4, van het besluit

    X    Financiële gevolgen vanaf 2018 tot en met 2021

    1.7.    Beheersvorm(en) 20  

    X Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie

    2.    BEHEERSMAATREGELEN

    2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen

    De bijstand in kwestie is van macro-economische aard en sluit qua opzet aan bij het door het IMF ondersteunde economische programma. Het toezicht op de actie door de diensten van de Commissie zal plaatsvinden op basis van de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van de IMF-overeenkomst en de specifieke hervormingsmaatregelen die met de Oekraïense autoriteiten in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd (zie ook punt 1.4.4).

    2.2.    Beheers- en controlesysteem

    2.2.1.    Geconstateerde risico's

    Aan deze MFB-operatie zijn fiduciaire, beleidsmatige en politieke risico's verbonden.

    Er bestaat een risico dat de macrofinanciële bijstand op frauduleuze wijze zou kunnen worden aangewend. Aangezien macrofinanciële bijstand niet wordt toegewezen aan specifieke uitgaven door Oekraïne (wat bijvoorbeeld wel het geval is bij projectfinanciering), hangt dit risico samen met factoren zoals de algemene kwaliteit van beheerssystemen in de Nationale Bank van Oekraïne en het ministerie van Financiën, administratieve procedures, controle- en toezichtfuncties, beveiliging van IT-systemen en de geschiktheid van interne en externe controlemogelijkheden.

    Een tweede risico hangt samen met de kans dat Oekraïne niet in staat zou zijn de uit de voorgestelde MFB-leningen voortvloeiende financiële verplichtingen jegens de EU na te komen (wanbetalings- of kredietrisico). Een dergelijke situatie kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een aanzienlijke verdere verslechtering van de budgettaire en betalingsbalanspositie van het land.

    Een ander wezenlijk risico voor de operatie vloeit voort uit de regionale geopolitieke situatie, met name het sluimerende conflict in het oostelijke deel van het land, dat een belangrijk ontradend effect heeft op de instroom van particulier kapitaal. Van een verslechtering van deze regionale geopolitieke situatie kan een negatief effect uitgaan op de macro-economische stabiliteit van Oekraïne, met alle negatieve gevolgen van dien voor de verwezenlijking van het IMF-programma en voor de uitkering en/of terugbetaling van de voorgenomen macrofinanciële bijstand. De nog steeds moeizame relatie van Oekraïne met Rusland, één van zijn belangrijkste uitvoermarkten, heeft ook een negatieve invloed op het economisch herstel van het land.

    Op binnenlands vlak worden de voornaamste risico’s gevormd door het complexe politieke klimaat en de sterke gevestigde belangen tegen hervormingen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de hervormingen onvoldoende worden uitgevoerd, met name in de aanloop naar de nationale verkiezingen in 2019, waardoor de uitvoering van de voorgestelde macrofinanciële bijstand wordt belemmerd, ook door de impact op de vorderingen met het IMF-programma.

    2.2.2.    Controlemiddel(en)

    De macrofinanciële bijstand zal worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en van de Europese Rekenkamer.

    2.2.3.    Kosten en baten van controles en waarschijnlijk niveau van niet-naleving

    De basiskosten voor de Commissie die met de verificatie- en controlemethoden verband houden, alsmede de kosten van de vóór de operatie uitgevoerde operationele beoordeling van de financiële en administratieve procedures worden in tabel 3.2.1 beschreven. Daarnaast zijn er kosten voor de Europese Rekenkamer en voor eventuele interventies van OLAF. De operationele beoordeling helpt niet alleen de risico's van misbruik van de middelen in te schatten, maar biedt als bijkomend voordeel nuttige informatie over de noodzakelijke hervormingen op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën. Wat het waarschijnlijke niveau van niet-naleving betreft, wordt het risico van niet-naleving (in de vorm van niet-terugbetaling van de lening of misbruik van de middelen) op grond van de ervaringen die met het MFB-instrument sinds het bestaan ervan zijn opgedaan, laag ingeschat.

    2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

    Om de risico's van frauduleus gebruik van de middelen te voorkomen, zijn meerdere maatregelen getroffen en zullen nog andere maatregelen worden getroffen:

    Om te beginnen zal de leningsovereenkomst een aantal bepalingen bevatten met betrekking tot inspectie, fraudepreventie, controles en terugvordering van middelen in geval van fraude of corruptie. Het is voorts de bedoeling dat aan de bijstand een aantal specifieke beleidsvoorwaarden, met name op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën, zal worden verbonden ter bevordering van de efficiëntie, de transparantie en de toerekenbaarheid. Daarnaast zal de bijstand worden uitbetaald op een speciaal daarvoor bedoelde rekening van de Nationale Bank van Oekraïne.

    Overeenkomstig de vereisten van het Financieel Reglement zullen de diensten van de Commissie bovendien een operationele beoordeling van de financiële en administratieve procedures in Oekraïne uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat de bestaande procedures voor het beheer van de programmabijstand, met inbegrip van macrofinanciële bijstand, voldoende garanties bieden. Die beoordeling zal betrekking hebben op gebieden zoals de opstelling en uitvoering van de begroting, interne financiële controle bij de overheid, interne en externe controle, aanbestedingen, contanten en het beheer van de staatsschuld, alsook de onafhankelijkheid van de centrale bank. Het adviesbureau dat deze operationele beoordeling uitvoert, moet zijn voorlopige bevindingen in het tweede kwartaal van 2018 indienen. De EU-delegatie in Kiev zal nauw blijven toezien op de ontwikkelingen op dat gebied. De Commissie gebruikt ook begrotingssteunmaatregelen om de Oekraïense autoriteiten te helpen hun beheerssystemen voor de overheidsfinanciën te verbeteren, en die inspanningen worden ook door andere donoren ondersteund.

    Ten slotte zal de bijstand worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van OLAF, en van de Europese Rekenkamer.


    3.    GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    3.1.    Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

    Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven

    01 03 02 Macrofinanciële bijstand

    01 03 06 Voorziening van het Garantiefonds

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen

    Rubriek van het meerjarig financieel kader

    Begrotingsonderdeel

    Soort uitgave

    Bijdrage

    Nummer
    [Beschrijving………………...……….]

    GK/NGK
    ( 21 )

    van EVA-landen 22

    van kandidaat-lidstaten 23

    van derde landen

    in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

    4

    01 03 02

    Macrofinanciële bijstand

    GK

    NEE

    NEE

    NEE

    NEE

    4

    01 03 06

    Voorziening van het Garantiefonds

    NGK

    NEE

    NEE

    NEE

    NEE

    01 03 06 – Volgens het voorstel van de Commissie vindt de voorziening van het Garantiefonds plaats overeenkomstig de garantiefondsverordening 24 , uit de kredieten onder begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"). De desbetreffende stortingen moeten overeenstemmen met 9 % van de totale uitstaande verplichtingen. Aan het begin van het jaar "n" wordt het te storten bedrag berekend: dit is het verschil tussen het streefbedrag en de waarde van de nettoactiva van het Fonds aan het einde van het jaar "n–1". Dit voorzieningsbedrag wordt in het jaar "n" in het ontwerp van begroting van het jaar "n+1" opgenomen en aan het begin van het jaar "n+1" in één keer overgemaakt uit begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"). Voor de berekening van de storting in het Fonds wordt dus 9 % (dit is maximaal 90 miljoen EUR) van het daadwerkelijk uitgekeerde bedrag als streefbedrag aan het einde van het jaar "n-1" in aanmerking genomen.

    Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen: niet van toepassing

    .

    3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven

    3.2.1.    Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

    in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

    Rubriek van het meerjarig financieel kader



    4

    [Rubriek: De EU als mondiale partner]

    DG: <ECFIN>

    Jaar
    2018

    Jaar
    2019

    Jaar
    2020

    Jaar 2021

    TOTAAL

    • Beleidskredieten

    Begrotingsonderdeel 01 03 06 Voorziening van het Garantiefonds

    Vastleggingen

    (1a)

    45

    45

    90

    Betalingen

    (2a)

    45

    45

    90

    Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

    (operationele beoordeling en evaluatie achteraf)

    Begrotingsonderdeel 01 03 02 Macrofinanciële bijstand

    Vastleggingen

    (3)

    0,07

    0,15

    0,22

    Betalingen

    (3a)

    0,07

    0,15

    0,22

    TOTAAL kredieten
    voor DG ECFIN

    Vastleggingen

    =1+1a +3

    0,07

    45

    45,15

    90,22

    Betalingen

    =2+2a

    +3

    0,07

    45

    45,15

    90,22



    TOTAAL beleidskredieten

    Vastleggingen

    (4)

    45

    45

    90

    Betalingen

    (5)

    45

    45

    90

    TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

    (6)

    0,07

    0,15

    0,22

    TOTAAL kredieten
    voor RUBRIEK 4
    van het meerjarig financieel kader

    Vastleggingen

    =4+ 6

    0,07

    45

    45,15

    90,22

    Betalingen

    =5+ 6

    0,07

    45

    45,15

    90,22



    Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken:

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Rubriek van het meerjarig financieel kader


    5

    "Administratieve uitgaven"

    Jaar
    2017

    Jaar
    2018

    Jaar
    2019

    Jaar
    2020

    Jaar
    2021

    TOTAAL

    DG: ECFIN

    • Personele middelen

    0,043

    0,429

    0,215

    0,010

    0,010

    0,706

    • Andere administratieve uitgaven

    0,010

    0,040

    0,020

    0,070

    TOTAAL DG ECFIN

    Kredieten

    0,053

    0,469

    0,235

    0,010

    0,010

    0,776

    TOTAAL kredieten
    voor RUBRIEK 5

    van het meerjarig financieel kader 

    (Totaal vastleggingen = Totaal betalingen)

    0,053

    0,469

    0,235

    0,010

    0,010

    0,777

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Jaar
    2017

    Jaar
    2018

    Jaar
    2019

    Jaar
    2020

    Jaar
    2021

    TOTAAL

    TOTAAL kredieten
    voor de RUBRIEKEN 1 tot en met 5

    van het meerjarig financieel kader 

    Vastleggingen

    0,053

    0,539

    0,235

    45,01

    45,16

    90,997

    Betalingen

    0,053

    0,539

    0,235

    45,01

    45,16

    90,997



    3.2.2.    Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

    X Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Vermeld doelstellingen en outputs

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 25

    Jaar 2017

    Jaar 2018

    Jaar 2019

    Jaar 2020

    Jaar 2021

    Soort

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Totaal aantal

    Totale kosten

    - Output 1

    Evaluatie achteraf

    1

    0,150

    1

    0,150

    - Output 2

    Operationele beoordeling

    1

    0,070

    1

    0,070

    - Output 3

    Voorziening van het Garantiefonds

    1

    45

    1

    45

    2

    90,0

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

    1

    0,070

    1

    45

    2

    45,150

    4

    90,22

    TOTALE KOSTEN

    1

    0,070

    1

    45

    2

    45,150

    4

    90,22

    3.2.3.    Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

    3.2.3.1.    Samenvatting

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

    X Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    26

    Jaar
    2017

    Jaar
    2018

    Jaar
    2019

    Jaar
    2020

    Jaar
    2021

    TOTAAL

    RUBRIEK 5
    van het meerjarig financieel kader

    Personele middelen

    0,043

    0,429

    0,215

    0,010

    0,010

    0,707

    Overige administratieve uitgaven (dienstreizen)

    0,010

    0,040

    0.020

    0,070

    Subtotaal RUBRIEK 5
    van het meerjarig financieel kader

    0,053

    0,469

    0,235

    0,010

    0,010

    0,777

    Buiten RUBRIEK 5 27 van het meerjarig financieel kader

    Personele middelen

    Andere administratieve uitgaven

    Subtotaal
    buiten RUBRIEK 5
    van het meerjarig financieel kader

    TOTAAL

    0,053

    0,469

    0,235

    0,010

    0,010

    0,777

    In de benodigde administratieve kredieten zal worden voorzien door de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of in het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de bestaande budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    3.2.3.2.     Geraamde personeelsbehoeften

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

    X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Raming in voltijdequivalenten

    Jaar
    2017

    Jaar 2018

    Jaar 2019

    Jaar 2020

    Jaar
    2021

    • Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

    01 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

    0,3

    3,0

    1,5

    0,07

    0,07

    XX 01 01 02 (delegaties)

    XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

    10 01 05 01 (eigen onderzoek)

    Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 28  

    XX 01 02 01 (AC, INT, END van de "totale financiële middelen")

    XX 01 02 02 (AC, INT, JED, AL en END in de delegaties)

    XX 01 04 jj 29

    - zetel

    - delegaties

    XX 01 05 02 (CA, END, INT - onderzoek door derden)

    10 01 05 02 (AC, END, INT - eigen onderzoek)

    Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

    TOTAAL

    0,3

    3,0

    1,5

    0,07

    0,07

    XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

    Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    Beschrijving van de uit te voeren taken:

    Ambtenaren en tijdelijk personeel

    Directeur dir. D: toezicht houden op en beheren van de operatie, contacten onderhouden met de Raad en het Parlement voor de vaststelling van het besluit en de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming, met de Oekraïense overheid onderhandelen over het memorandum, verslagen beoordelen, inspectiebezoeken leiden en vorderingen bij het naleven van de voorwaarden beoordelen.

    Eenheidshoofd/adjunct-eenheidshoofd dir. D: de directeur bijstaan bij het beheren van de operatie, het onderhouden van contacten met de Raad en het Parlement voor de vaststelling van het besluit en de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming, met de Oekraïense overheid onderhandelen over het memorandum en de leningsfaciliteitovereenkomst (samen met dir. L), het beoordelen van verslagen en van de vorderingen bij het naleven van de voorwaarden.

    Deskeconomisten, sector macrofinanciële bijstand (dir. D): het besluit en het memorandum voorbereiden, contacten onderhouden met de overheid en de internationale financiële instellingen, evaluatiebezoeken verrichten, voorbereiden van verslagen van de diensten van de Commissie en procedures voor het beheer van de bijstand, contacten onderhouden met externe deskundigen voor de operationele evaluatie en de evaluatie achteraf.

    Directoraat L (eenheden L4, L5 en L6 onder toezicht van de directeur): de leningsfaciliteitovereenkomst voorbereiden, erover onderhandelen met de Oekraïense overheid en ervoor zorgen dat die wordt goedgekeurd door de bevoegde diensten van de Commissie en door beide partijen wordt ondertekend. Toezicht houden na de inwerkingtreding van de leningsfaciliteitovereenkomst. De besluiten van de Commissie inzake de leningtransactie(s) voorbereiden, de indiening van de verzoeken om middelen follow-up geven, de banken selecteren en de financieringstransactie(s) voorbereiden en uitvoeren, en de middelen aan Oekraïne uitbetalen. De administratieve activiteiten verrichten voor de follow-up van de terugbetaling van de lening(en). De bijbehorende verslagen opstellen.

    Extern personeel

    n.v.t.

    3.2.4.    Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

    X Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader.

    3.2.5.    Bijdragen van derden

    X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

    3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

    X Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

    (1)    Bij alle omrekeningen in dit document is een EUR/USD-wisselkoers van 1,19 gehanteerd.
    (2)    Bij alle omrekeningen in dit document is een EUR/USD-wisselkoers van 1,19 gehanteerd.
    (3)    PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22.
    (4)    PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1.
    (5)    PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85.
    (6)    PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1.
    (7)    Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2012 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).
    (8)    Besluit nr. 646/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).
    (9)    Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).
    (10)    Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).
    (11)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
    (12)    Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
    (13)    Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).
    (14)    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
    (15)    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
    (16)    Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
    (17)    Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
    (18)    Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
    (19)    ABM: activity-based management (activiteitsgestuurd management); ABB: activity-based budgeting (activiteitsgestuurde begroting).
    (20)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html .
    (21)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
    (22)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
    (23)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
    (24)    Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).
    (25)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)...".
    (26)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
    (27)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
    (28)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED = Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
    (29)    Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
    Top