Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0121

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de ACS-EU-Raad van Ministers in te nemen standpunt over de herziening van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst

    COM/2018/0121 final - 2018/055 (NLE)

    Brussel, 9.3.2018

    COM(2018) 121 final

    2018/0055(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het namens de Europese Unie in de ACS-EU-Raad van Ministers in te nemen standpunt over de herziening van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst


    TOELICHTING

    1.Onderwerp van het voorstel

    Dit voorstel heeft betrekking op het besluit tot vaststelling van het namens de Unie in de ACS-EU-Raad van Ministers in te nemen standpunt over de geplande vaststelling van een besluit van de ACS-EU-Raad van Ministers betreffende de herverdeling van de middelen met het oog op de toewijzing voor de financiering van de intra-ACS-samenwerking en de interregionale samenwerking tussen vele of alle ACS-staten.

    2.Achtergrond van het voorstel

    2.1.De ACS-EU-partnerschapsovereenkomst

    De ACS-EU-partnerschapsovereenkomst 1 heeft tot doel een associatie op te zetten tussen de Europese Unie en de ACS-staten. De ACS-EU-partnerschapsovereenkomst is op 1 april 2003 in werking getreden en werd in 2005 en 2010 herzien overeenkomstig de herzieningsclausule die bepaalt dat de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst om de vijf jaar opnieuw moet worden bekeken.

    Krachtens artikel 95, lid 2, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst worden financiële protocollen vastgesteld voor een bepaalde periode. Dergelijke financiële protocollen stellen het totale bedrag van de financiële steun van de EU vast.

    Voor de periode 2014-2020 werd het financiële protocol vastgesteld bij Besluit nr. 1/2013 van de ACS-EU-Raad van Ministers van 7 juni 2013 2 , in de vorm van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.

    Op grond van artikel 100 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst kunnen de bijlagen ervan door de ACS-EU-Raad van Ministers opnieuw worden bekeken, herzien en/of gewijzigd op basis van een aanbeveling van het ACS-EU-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.

    In artikel 15, lid 2, onder b), van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst is bepaald dat de ACS-EU-Raad van Ministers tot taak heeft de noodzakelijke besluiten te treffen voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.

    2.2.De ACS-EU-Raad van Ministers

    De ACS-EU-Raad van Ministers kan besluiten nemen die voor de partijen rechtsgevolgen hebben. De Raad van Ministers omvat enerzijds de leden van de Raad van de Europese Unie en anderzijds een regeringslid van elke ACS-staat. Het voorzitterschap van de Raad van Ministers wordt bij toerbeurt bekleed door een lid van de Raad van de Europese Unie en een lid van de regering van een ACS-staat. De Raad komt, op initiatief van de voorzitter, in de regel eenmaal per jaar bijeen, alsmede in alle gevallen wanneer zulks noodzakelijk wordt geacht, in een vorm en een geografische samenstelling die passend zijn voor de te bespreken vraagstukken.

    2.3.De beoogde handeling van de ACS-EU-Raad van Ministers

    De ACS-EU-Raad van Ministers dient een besluit vast te stellen betreffende de wijziging van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst (hierna "de beoogde handeling" genoemd).

    Het besluit is van toepassing op bijlage I quater, punt 2, onder a), en b), en betreft de herverdeling van de middelen met het oog op de toewijzing voor de financiering van de intra-ACS-samenwerking en de interregionale samenwerking tussen vele of alle ACS-staten.

    Enerzijds zal 425 miljoen euro worden afgetrokken van de toewijzing voor de financiering van de nationale en regionale indicatieve programma's, als bedoeld in punt 2, onder a), van bijlage I quater.

    Anderzijds zal de toewijzing voor de financiering van de intra-ACS-samenwerking en de interregionale samenwerking, als bedoeld in punt 2, onder b), van bijlage I quater, worden vermeerderd met 425 miljoen euro om bij te dragen aan de financiering van twee initiatieven, het Spotlight-initiatief en het wereldwijde partnerschap voor onderwijs (GPE).

    Het Spotlight-initiatief is een gezamenlijke wereldwijde actie van de VN en de EU, om in bepaalde landen geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen en tegen te gaan.

    Het algemene doel van het wereldwijde partnerschap voor onderwijs is de mondiale en nationale inspanningen te mobiliseren om te komen tot kwaliteitsonderwijs en -opleiding voor iedereen, door een inclusief partnerschap, de nadruk op doeltreffende onderwijssystemen en financiering voor fundamenteel onderwijs.

    De financiering zal worden verstrekt via het EOF, uit de algemene reserve voor nationale en regionale indicatieve programma's, ten behoeve van de intra-ACS-samenwerking, als volgt:

    - een bedrag van 350 miljoen euro voor het Spotlight-initiatief;

    - een bedrag van 75 miljoen euro voor het wereldwijde partnerschap voor onderwijs.

    De beoogde handeling zal voor de partijen rechtsgevolgen hebben overeenkomstig artikel 15, lid 3, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst waarin is bepaald dat de ACS-EU-Raad van Ministers besluiten kan nemen die voor de partijen rechtsgevolgen hebben.

    3.Namens de Unie in te nemen standpunt

    Op grond van artikel 100 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst kan de overeenkomst door de ACS-EU-Raad van Ministers opnieuw worden bekeken, herzien en/of gewijzigd op basis van een aanbeveling van het ACS-EU-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.

    De Europese Unie bepleit sterk gendergelijkheid, de eigen verantwoordelijkheid van vrouwen van alle leeftijden en de uitbanning van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes in de wereld.

    Het Spotlight-initiatief is een gezamenlijke wereldwijde actie van de VN en de EU, om in bepaalde landen geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen en tegen te gaan. Het initiatief werd officieel gelanceerd op de 72ste zitting van de Algemene Vergadering van de VN op 20 september 2017.

    Op basis van bewijsmateriaal zal het Spotlight-initiatief zich bijzonder richten op specifieke vormen van seksueel geweld en geweld op basis van sekse die vaak in specifieke regio's voorkomen of voornamelijk daar opduiken, en aldus een bijdrage leveren voor duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 5 inzake gendergelijkheid.

    Er zal een multidonor-financieringsmechanisme worden opgezet voor het genderinitiatief dat door het bureau van de secretaris-generaal van de VN wordt beheerd. De financiering zal worden toegewezen via het EU-instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) voor Latijns-Amerika en Azië en het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor de ACS-staten.

    Het initiatief wereldwijd partnerschap voor onderwijs ondersteunt drie ambitieuze doelstellingen. De eerste twee doelen zijn rechtvaardigheid (hetgeen gendergelijkheid en inclusie inhoudt), en kwaliteitsonderwijs en -opleiding. Het derde doel is het opzetten van weerbaarder onderwijssystemen die in staat zijn rechtvaardig en kwaliteitsvol onderwijs te bieden. Het initiatief werd in 2012 opgezet om de verbintenissen inzake onderwijs van de wereldconferentie van Dakar en de Millenniumtop gestand te doen.

    Het wereldwijd partnerschap voor onderwijs is een partnerschap met meerdere belanghebbenden en een financieringsplatform dat tot doel heeft de onderwijssystemen te ondersteunen in laaginkomens- en lagermiddeninkomenslanden, door betere onderwijssectorplannen en betere tenuitvoerlegging ervan.

    De EU ondersteunt het wereldwijd partnerschap voor onderwijs tezamen met de ACS-staten sinds 2005. Een voortzetting van de financiering van dit partnerschap stemt goed overeen met het beleidskader van de EU en de ACS.

    Beide initiatieven stemmen overeen en zullen overeenstemmen met de Europese consensus inzake ontwikkeling die een meer omvattende aanpak van de menselijke ontwikkeling nastreeft. Wat onderwijs betreft, betekent deze aanpak meer steun voor inclusief en kansengelijk kwaliteitsonderwijs voor allen en een leven lang leren (duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 4), met grote nadruk op de bevordering van gendergelijkheid (duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 5).

    De Commissie stelt bijgevolg voor dat de Raad het onderhavige besluit vaststelt.

    4.Rechtsgrondslag

    4.1.Procedurele rechtsgrondslag

    4.1.1.Beginselen

    Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in besluiten tot bepaling van "de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst".

    Het begrip "handelingen met rechtsgevolgen" omvat handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die "beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt" 3 .

    4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

    De ACS-EU-Raad van Ministers is een orgaan dat is opgericht bij een overeenkomst, namelijk de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.

    De handeling die de ACS-EU-Raad van Ministers dient vast te stellen, is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 100 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst uit hoofde van het volkenrecht bindend zijn.

    De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.

    De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

    4.2.Materiële rechtsgrondslag

    4.2.1.Beginselen

    De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

    4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

    De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op ontwikkelingssamenwerking. De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 209, lid 2, VWEU.

    4.3.Conclusie

    De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 209, lid 2, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

    5.Bekendmaking van de beoogde handeling

    Aangezien het besluit van de ACS-EU-Raad van Ministers van toepassing is op bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, is het passend dat besluit na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2018/0055 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het namens de Europese Unie in de ACS-EU-Raad van Ministers in te nemen standpunt over de herziening van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 209, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna "de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst" genoemd) 4 ,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)De Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, is ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000. De ACS-EU-partnerschapsovereenkomst is op 1 april 2003 in werking getreden en werd in 2005 en 2010 herzien overeenkomstig de herzieningsclausule die bepaalt dat de overeenkomst om de vijf jaar opnieuw moet worden bekeken.

    (2)Krachtens artikel 95, lid 2, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst worden financiële protocollen vastgesteld voor een bepaalde periode. Dergelijke financiële protocollen stellen het totale bedrag van de financiële steun van de EU vast. Voor de periode 2014-2020 werd het financiële protocol vastgesteld bij Besluit nr. 1/2013 van de ACS-EU-Raad van Ministers van 7 juni 2013 5 , in de vorm van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.

    (3)Op grond van artikel 100 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst kan de overeenkomst door de ACS-EU-Raad van Ministers opnieuw worden bekeken, herzien en/of gewijzigd op basis van een aanbeveling van het ACS-EU-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.

    (4)De Unie moet de herverdeling van de middelen in het kader van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, uit de toewijzing voor de financiering van de nationale en regionale indicatieve programma's naar de toewijzing voor de financiering van de intra-ACS-samenwerking en de interregionale samenwerking tussen vele of alle ACS-staten, ondersteunen.

    (5)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie dient te worden ingenomen in de ACS-EU-Raad van Ministers, aangezien het besluit voor de Unie bindend zal zijn,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.Het namens de Unie in de ACS-EU-Raad van Ministers in te nemen standpunt over de herziening van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerp-besluit van de ACS-EU-Raad van Ministers.

    2. Kleine wijzigingen van het ontwerp-besluit kunnen worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in de ACS-EU-Raad van Ministers zonder dat daartoe een besluit van de Raad vereist is.

    Artikel 2

    Na vaststelling wordt het besluit van de ACS-EU-Raad van Ministers bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de Commissie.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    Overeenkomst (PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3), gewijzigd bij de overeenkomst ondertekend te Luxemburg op 25 juni 2005 (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27) en bij de overeenkomst ondertekend te Ouagadougou op 22 juni 2010 (PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3).
    (2)    Besluit nr. 1/2013 van de ACS-EU-Raad van Ministers van 7 juni 2013 tot vaststelling van een protocol over het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 in het kader van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, PB L 173 van 26.6.2013.
    (3)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, in Zaak C-399/12, Duitsland tegen de Raad, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 tot en met 64.
    (4)    Overeenkomst (PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3), gewijzigd bij de overeenkomst ondertekend te Luxemburg op 25 juni 2005 (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27) en bij de overeenkomst ondertekend te Ouagadougou op 22 juni 2010 (PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3).
    (5)    Besluit nr. 1/2013 van de ACS-EU-Raad van Ministers van 7 juni 2013 tot vaststelling van een protocol over het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 in het kader van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, PB L 173 van 26.6.2013;
    Top

    Brussel,9.3.2018

    COM(2018) 121 final

    BIJLAGE

    bij het

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het namens de Europese Unie in de ACS-EU-Raad van Ministers in te nemen standpunt over de herziening van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst


    BIJLAGE

    BESLUIT NR. … /2018

    VAN DE ACS-EU-RAAD VAN MINISTERS

    van ../../2018

    betreffende de herziening van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst

    DE ACS-EU-RAAD VAN MINISTERS,

    Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds 1 (hierna de "ACS-EU-partnerschapsovereenkomst" genoemd), en met name artikel 15, lid 2, in samenhang met artikel 100,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Overeenkomstig artikel 15, lid 2, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst heeft de ACS-EU-Raad van Ministers onder meer tot taak de noodzakelijke besluiten te treffen voor de doeltreffende en doelmatige tenuitvoerlegging van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.

    (2)Op grond van artikel 100 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst kunnen de bijlagen ervan door de ACS-EU-Raad van Ministers opnieuw worden bekeken, herzien en/of gewijzigd op basis van een aanbeveling van het ACS-EU-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.

    (3)Bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst dient te worden gewijzigd met het oog op de herverdeling van de middelen tussen de diverse samenwerkingsinstrumenten in het kader van het Europees Ontwikkelingsfonds ten behoeve van het instrument voor intra-ACS-samenwerking en interregionale samenwerking.

    De opnieuw toegewezen middelen moeten bijdragen aan de financiering van het Spotlight-initiatief en het wereldwijde partnerschap voor onderwijs.

    Het Spotlight-initiatief is een gezamenlijke wereldwijde actie van de VN en de EU, om in bepaalde landen geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen en tegen te gaan. Op basis van bewijsmateriaal zal het Spotlight-initiatief zich bijzonder richten op specifieke vormen van seksueel geweld en geweld op basis van sekse die vaak in specifieke regio's voorkomen of voornamelijk daar opduiken, en aldus een bijdrage leveren voor duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 5 inzake gendergelijkheid.

    Het algemene doel van het wereldwijde partnerschap voor onderwijs is de mondiale en nationale inspanningen te mobiliseren om te komen tot kwaliteitsonderwijs en -opleiding voor iedereen, door een inclusief partnerschap, de nadruk op doeltreffende onderwijssystemen en financiering voor fundamenteel onderwijs. Beide initiatieven zijn in overeenstemming met de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, waarmee een meer omvattende aanpak van de menselijke ontwikkeling wordt bepleit. Wat onderwijs betreft, betekent deze aanpak meer steun voor inclusief en kansengelijk kwaliteitsonderwijs voor allen en een leven lang leren (duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 4), met grote nadruk op de bevordering van gendergelijkheid (duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 5),

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.Om aan de programmeringsvereisten te voldoen wordt de financiering in het kader van het Europees Ontwikkelingsfonds herverdeeld tussen de toewijzingen voor samenwerkingsinstrumenten als bedoeld in bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.

    2.Uit de algemene reserve voor nationale en regionale indicatieve programma's, als bedoeld in punt 2, onder a), van bijlage I quater, wordt een bedrag van 425 miljoen euro opnieuw toegewezen voor intra-ACS-samenwerking en interregionale samenwerking, als bedoeld in punt 2, onder b), van bijlage I quater, als volgt:

    een bedrag van 350 miljoen euro voor het Spotlight-initiatief;

    een bedrag van 75 miljoen euro voor het wereldwijde partnerschap voor onderwijs.

    Artikel 2

    Ten gevolge van de herverdeling van de toewijzingen volgens artikel 1 wordt de tekst van bijlage I quater bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst als volgt gewijzigd:

    1.Punt 2, onder a), van bijlage I quater bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst wordt vervangen door de volgende tekst:

    "a)    23 940 miljoen euro voor de financiering van de nationale en regionale indicatieve programma's. Deze toewijzing wordt gebruikt voor de financiering van:

    i)    de nationale indicatieve programma’s van de individuele ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 5 van bijlage IV bij deze Overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer;

    ii)    de regionale indicatieve programma’s ter ondersteuning van de regionale en interregionale samenwerking en regionale integratie van de ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 6 tot en met 11 van bijlage IV bij deze Overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer;".

    2.Punt 2, onder b), van bijlage I quater bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst wordt vervangen door de volgende tekst:

    "b)    4 015 miljoen euro voor de financiering van intra-ACS-samenwerking en interregionale samenwerking tussen vele of alle ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 14 van bijlage IV bij deze Overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer. Dit bedrag omvat steun aan gezamenlijke instellingen en lichamen die zijn ingesteld krachtens deze Overeenkomst. Dit bedrag bestrijkt ook steun aan de huishoudelijke uitgaven van het ACS-secretariaat als bedoeld in de punten 1 en 2 van protocol nr. 1 betreffende de huishoudelijke uitgaven van de gezamenlijke instellingen;".

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te [...], [...]

       Voor de ACS-EU-Raad van Ministers

       De voorzitter

    (1)    Overeenkomst (PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3), gewijzigd bij de overeenkomst ondertekend te Luxemburg op 25 juni 2005 (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27) en bij de overeenkomst ondertekend te Ouagadougou op 22 juni 2010 (PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3).
    Top