EUROPESE COMMISSIE
Brussel,2.5.2018
JOIN(2018) 9 final
Gezamenlijk voorstel voor een
BIJLAGE
bij
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, over de goedkeuring van het document: "Consolidatie van het geprivilegieerde partnerschap EU - Tunesië: strategische prioriteiten voor de periode 2018-2020"
BIJLAGE
Consolidatie van het geprivilegieerde partnerschap EU - Tunesië:
strategische prioriteiten voor de periode 2018-2020
1.Inleiding
Tunesië heeft van zijn verankering in de Europese ruimte een strategische keuze gemaakt. De ontwikkeling van een welvarende en stabiele Tunesische democratie in het nabuurschap van de Europese Unie is een gezamenlijk strategisch belang.
Het geprivilegieerde partnerschap EU-Tunesië bewijst hoe bijzonder en dynamisch de bilaterale banden zijn, maar ook hoe ambitieus beide partners zijn om de banden te doen evolueren in de richting van een steeds nauwere samenwerking tussen Tunesië en de Europese ruimte. Het doel op lange termijn is om een ambitieus toekomstmodel te ontwikkelen voor de relaties na 2020, waarbij wordt voortgebouwd op de behaalde vooruitgang en ten volle gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden voor toenadering die het Europese nabuurschapsbeleid biedt in de periode 2018-2020.
In het kader van het geprivilegieerde partnerschap heeft Tunesië zich er ten volle toe verbonden de hervormingen uit te voeren die noodzakelijk zijn voor duurzame sociaal-economische ontwikkeling van het land en de democratische overgang te bestendigen. De Europese Unie is zich bewust van de omvang van de uitdagingen en de moeilijkheden waar Tunesië mee wordt geconfronteerd, en hernieuwt haar verbintenis om steun te bieden om deze hervormingen zo snel mogelijk uit te voeren.
De strategische prioriteiten die in dit document zijn vastgelegd, vertalen het geprivilegieerde partnerschap in concrete termen voor de jaren 2018-2020. Het creëren van perspectieven voor jongeren zal centraal staan in de acties van beide partijen. De nadruk zal liggen op versnelde sociaal-economische hervormingen, met inbegrip van de verbetering van het ondernemingsklimaat, maar ook op het sluiten van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA). De consolidatie van de democratie, in het bijzonder de daadwerkelijke toepassing van de grondwet van 2014 en goed bestuur, blijven eveneens cruciaal. Beide partijen zullen hun samenwerking op het vlak van veiligheid en terrorismebestrijding, alsook op het vlak van migratie en mobiliteit, versterken door de afsluiting van de onderhandelingen over visumversoepeling en overname en de steeds actievere deelname van Tunesië aan de Europese programma's. Deze inspanningen gaan gepaard met een versterking van de politieke dialoog op hoog niveau, van de dialoog met het maatschappelijk middenveld, alsook van de zichtbaarheid van het partnerschap.
Deze prioriteiten zijn gebaseerd op het Tunesische vijfjarige ontwikkelingsplan 2016-2020 en op de gezamenlijke mededeling "Meer EU-steun aan Tunesië".
2.Strategische prioriteiten van het geprivilegieerde partnerschap EU-Tunesië voor de periode 2018-2020
Partnerschap voor jongeren
De EU en Tunesië beschouwen de toekomstperspectieven voor jongeren als een hoofddoelstelling, zoals blijkt uit het Partnerschap "EU-Tunesië voor jongeren", dat op 1 december 2016 door de Tunesische president en de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter werd gelanceerd. Om beter aan de behoeften van jonge Tunesiërs te kunnen voldoen, moet de samenhang tussen de verschillende huidige en toekomstige acties worden verbeterd. Op basis van de dialoog die voor de uitvoering van dit partnerschap werd aangegaan, hebben de EU en Tunesië zich ertoe verbonden ondersteuning te bieden aan de acties ter bevordering van werkgelegenheid en inzetbaarheid van jongeren, mobiliteit, en meer betrokkenheid van jongeren bij het openbare en politieke leven, in het bijzonder lokale initiatieven. De inzetbaarheid zal worden verbeterd via de hervorming van het onderwijs en de beroepsopleiding en het creëren van een sterkere band tussen de privésector en de onderwijs- en opleidingsstelsels, alsook dankzij de bevordering en begeleiding van innoverende initiatieven die jongeren zelf lanceren, in het bijzonder op het vlak van nieuwe technologieën en cultuur. De ondersteuning van de ontwikkeling van een nationale Tunesische strategie voor jongeren zal, net als de versterking van de instellingen en organisaties voor jongeren, een sleutelelement zijn binnen het partnerschap.
Ter aanvulling van deze verbintenis voor jongeren zullen beide partijen aan de volgende strategische prioriteiten werken:
2.1.Inclusieve en duurzame sociaal-economische ontwikkeling
Politieke vooruitgang kan pas duurzaam zijn indien deze vergezeld gaat van navenante economische vooruitgang. Rekening houdend met de kwetsbare sociaal-economische situatie van Tunesië, de hoge werkloosheidsgraad onder de jongeren (in het bijzonder jongeren met een diploma) en aanzienlijke regionale en sociale verschillen, is een van de hoofddoelstellingen bij te dragen aan de heropleving van de Tunesische economie, haar competitiever en gediversifieerder te maken en op een inclusieve en duurzame manier te transformeren, waarbij de internationale verbintenissen op het vlak van milieu en klimaatverandering in acht worden genomen. De EU zal de structurele hervormingen blijven ondersteunen en aanmoedigen.
In het bijzonder zullen de acties op het vlak van sociaal-economische ontwikkeling de volgende verbintenissen omvatten:
–de verbetering van het ondernemingsklimaat en de ondersteuning van de ontwikkeling van de particuliere sector en private investeringen, meer bepaald door middel van: i) vereenvoudiging en verlichting van administratieve procedures waaraan ondernemingen zijn onderworpen, ii) betere toegang tot financiering, en iii) stimulering van publieke en private investeringen – in het bijzonder de daadwerkelijke toepassing van de investeringswet van 2016 en de wet op de herziening van de fiscale voordelen van 2017, teneinde schadelijke belastingregelingen te schrappen;
–actieve bevordering van ondernemerschap en van de ontwikkeling van micro-, kleine, en middelgrote ondernemingen;
–definiëring en uitvoering van ontbrekende sectorale strategieën, bijvoorbeeld op het gebied van toerisme;
–betere bescherming van het milieu en beter beheer van natuurlijke bronnen (met inbegrip van water), meer bepaald door middel van de uitvoering van een nationale groene-economiestrategie en de uitvoering van internationale verbintenissen die Tunesië op het vlak van klimaatverandering (vastgestelde nationale bijdrage), blauwe economie en visbestanden is aangegaan;
–verbetering van het concurrentievermogen van traditionele en groeiende industriële en landbouwsectoren – meer bepaald door meer gebruik te maken van informatie- en communicatietechnologie en door duurzaam beheer van grondstoffen – alsook de diversificatie van de exportmarkten;
–ontwikkeling van de energiesector, inclusief door de interconnectie van het elektriciteitsnet tussen de EU en Tunesië, en de bevordering van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie;
–ontwikkeling van een veilig, beveiligd, duurzaam en efficiënt transportsysteem door middel van geharmoniseerde transportnormen en een geïntegreerd multimodaal netwerk dat beter zuid-zuid- en noord-zuidverbindingen mogelijk maakt;
–consolidatie van het systeem voor het beheer van de overheidsfinanciën, door de goedkeuring en uitvoering van een nieuwe organieke begrotingswet, de hervorming van het auditsysteem van de overheidsrekeningen en beter bestuur van overheidsbedrijven. De hervorming van de fiscaliteit (eenvoudiger fiscaal systeem, fiscale rechtvaardigheid, decentralisatie, modernisering van de administratie, strijd tegen belastingontwijking en uitvoering van relevante internationale verbintenissen) is een cruciale stap in de richting van inclusievere ontwikkeling van het land. De ondersteuning van de huidige bankhervormingen en de nationale strategie voor financiële inclusie 2017-2021 betreffende toegang tot en gebruik en kwaliteit van de diensten zijn eveneens belangrijk;
–uitvoering van het decentralisatieproces, teneinde overheidsdiensten en sociale infrastructuur te ontwikkelen (meer bepaald op het vlak van onderwijs, cultuur, gezondheidszorg, watervoorziening en riolering) die aan de behoeften van de lokale gemeenschappen beantwoorden; en versnelling van het proces voor de ontwikkeling van de binnenlandse regio's – een gemeenschappelijke verbintenis van de partijen om de sociaal-economische verschillen geleidelijk te verminderen.
Ter bevordering van de sociale vooruitgang verbinden de partijen zich ertoe om het volgende te blijven bevorderen:
–werkgelegenheid, in het bijzonder door verdere hervormingen voor gelijke toegang tot goed onderwijs en goede beroepsopleiding die aansluiten bij de arbeidsmarkt, en actief arbeidsmarktintegratiebeleid;
–een geïntegreerd en performant Tunesisch beleid op het vlak van sociale inclusie en een doeltreffende sociale bescherming, meer bepaald via de versterking van de capaciteit van de desbetreffende overheidsinstellingen, ter ondersteuning van de hervormingen die Tunesië heeft doorgevoerd op het vlak van sociale cohesie en de uitvoering van artikel 67 van de associatieovereenkomst tussen de EU en Tunesië betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en de garantie van de toepassing van de gelijkebehandelingsprincipes op het vlak van sociale wetgeving; en
–een inclusieve sociale dialoog, ter versterking van de capaciteit om sociaal-economische onevenwichtigheden weg te werken, sociale spanningen te beperken en echte sociale vrede te bevorderen – en eveneens de aantrekkingskracht van het land voor buitenlandse investeerders verhogen.
Beide partijen blijven zich ten volle inzetten voor het onderhandelingsproces over een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) en zijn het eens over een concreet actieplan voor 2018 om de onderhandelingen in 2019 te kunnen afronden. De EU en Tunesië zullen in ieders belang blijven werken aan de modernisering van de Tunesische economie, met inbegrip van de meest achtergestelde regio's en gemeenschappen, en zullen het scheppen van werkgelegenheid blijven stimuleren, in het bijzonder voor jongeren. De partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van Tunesië in de Europese markt en in de Maghreb te vergroten.
Om de rol van innovatie en onderzoek ten dienste van de economische, sociale en regionale ontwikkeling te versterken, streven de EU en Tunesië naar de integratie van Tunesië in de Europese ruimte voor onderzoek, meer bepaald via de bevordering van hoger onderwijs, versterking van het bestuur, mechanismen ter bevordering van publiek onderzoek en de overdracht van technologieën tussen de academische wereld en de industrie.
2.2.Democratie, goed bestuur en mensenrechten
De EU en Tunesië blijven veel belang hechten aan het democratische hervormingsproces en aan de bevordering van goed bestuur en de rechtsstaat, met eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsook aan de versterking van de rol en de deelname van het maatschappelijk middenveld. De partijen blijven het politieke hervormingsproces steunen via de daadwerkelijke toepassing van de grondwet en de internationale verbintenissen die Tunesië is aangegaan.
De prioriteiten op het vlak van goed bestuur en eerbiediging van de rechtsstaat omvatten in het bijzonder:
–versterking van het parlement en de oprichting en daadwerkelijke instelling van onafhankelijke instellingen;
–instelling van het Grondwettelijk Hof;
–consolidatie van een democratisch, transparant en onafhankelijk verkiezingsproces;
–bestrijding van corruptie en fraude, ook via steun aan de nationale instantie voor corruptiebestrijding;
–hervorming van het justitiële stelsel, met inbegrip van aanpassing aan internationale normen, waaronder die van de Raad van Europa;
–uitvoering van een strategie voor de hervorming en modernisering van het openbaar bestuur, waaronder de verbetering van de prestaties van de diensten op centraal en lokaal niveau, de instelling van op feiten gebaseerde besluitvormingsprocedures, de vereenvoudiging van administratieve procedures en de ontwikkeling van de digitale administratie;
–ondersteuning van het decentralisatieproces, waaronder de versterking van de capaciteit en de begroting van de lokale overheden, in het bijzonder in de context van de gemeenteraadsverkiezingen van mei 2018; en de ondersteuning van het maatschappelijk middenveld, zijn rol in en bijdrage tot de besluitvorming, evenals de ondersteuning van burgerparticipatie, van jongeren in het bijzonder, in de politiek en de besluitvorming.
De prioriteiten met betrekking tot de eerbiediging en de bevordering van mensenrechten omvatten:
–afronding van de afstemming van de wetgeving op de grondwet en internationale normen, samenwerking van Tunesië in multilaterale fora en uitvoering van de verbintenissen in het kader van de universele periodieke doorlichting;
–ondersteuning van de inspanningen in de strijd tegen alle vormen van discriminatie, foltering (waaronder de uitvoering van de verbintenissen in het kader van het Comité tegen foltering) en voor de bescherming en bevordering van de rechten van minderheden, vrouwen, kinderen en migranten;
–steun voor de voortrekkersrol die Tunesië vervult in de strijd tegen geweld tegen vrouwen, voor de volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de versterking van de positie van vrouwen op alle gebieden, met name in de economie en de politiek;
–bescherming van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging;
–recht op de bescherming van persoonsgegevens; en
–eerbiediging van de mensenrechten op het vlak van veiligheid.
2.3.Toenadering tussen de volkeren, mobiliteit en migratie
De toenadering tussen de Tunesische en Europese samenlevingen is een essentiële pijler van het geprivilegieerde partnerschap, via de versterking van de uitwisselingen tussen volkeren, samenlevingen en culturen. Deze dimensie van mobiliteit is uitermate belangrijk bij de uitvoering van het partnerschap voor jongeren. De daadwerkelijke uitvoering van de associatie van Tunesië in het kader van Horizon 2020 en de deelname aan Creatief Europa en Erasmus+ vormen de hoekstenen van deze inspanningen.
Gecoördineerd migratiebeheer is zowel voor Tunesië als voor de EU een politieke prioriteit. De partijen verbinden zich ertoe de dialoog en de samenwerking te versterken, meer bepaald door de uitvoering van het mobiliteitspartnerschap, het opvoeren van de strijd tegen de dieperliggende oorzaken van irreguliere migratie, alsook de bereidheid van Europa om de opzet van een Tunesisch asielsysteem te ondersteunen. Deze samenwerking, waarin ook de regionale dimensie van deze vraagstukken tot uiting komt, omvat:
–uitvoering van de Tunesische nationale strategie op het vlak van migratie; asiel en internationale bescherming, met inbegrip van de uitvoering van een gepast wetgevend kader;
–afsluiting van de onderhandelingen over visumversoepelings- en overnameovereenkomsten;
–goed beheer van legale migratie, door betere coördinatie met de EU-lidstaten in overeenstemming met hun bevoegdheden, ook door proefprojecten op het gebied van mobiliteit en betere integratie van migranten in gastlanden;
–ondersteuning van de mobilisatie van Tunesiërs in het buitenland om in innovatieve sectoren in Tunesië te investeren;
–ondersteuning van preventie van irreguliere migratie, in het bijzonder door migratievraagstukken beter te integreren in ontwikkelingsstrategieën; beter grensbeheer en voorlichtingscampagnes over de risico's van irreguliere migratie;
–ondersteuning van preventie bestrijding van mensenhandel en migrantensmokkel, onder andere via opsporing en vervolging van criminele netwerken; en
–betere samenwerking inzake terugkeer en overname, inclusief via steun voor duurzame re-integratie van terugkerende Tunesiërs.
2.4.Veiligheid en terrorismebestrijding
De EU en Tunesië worden geconfronteerd met gemeenschappelijke veiligheidsuitdagingen die een gecoördineerd optreden vergen, met eerbied voor de gedeelde waarden inzake democratie en de eerbiediging van de mensenrechten.
Tunesië is van plan om zijn globale en multisectorale strategie in de strijd tegen terrorisme en gewelddadig extremisme uit te voeren. De prioritaire samenwerkingsdomeinen omvatten:
uitvoering van de nationale antiterrorismestrategie, onder meer via de versterking en de modernisering van de wetgeving en justitie- en veiligheidsinstellingen, met inachtneming van de democratische waarden van de grondwet;
–versnelde uitvoering van het steunprogramma voor de hervorming en de modernisering van de veiligheidssector, met inbegrip van de verantwoordelijkheid van de veiligheidsdiensten, en uitbreiding van deze samenwerking op basis van de geboekte vooruitgang;
–bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering, met inbegrip van de daadwerkelijke uitvoering van het actieplan dat met de Financiële Actiegroep is overeengekomen;
–ontwikkeling van algemeen beleid voor de preventie van radicalisering;
–het probleem van de buitenlandse strijders;
–ontwikkeling van beleid inzake begeleiding en bescherming voor slachtoffers van terrorisme;
–bestrijding van georganiseerde misdaad, in het bijzonder wapen- en drugshandel;
–steun voor de uitvoering van de nationale strategie voor de beveiliging van de grenzen;
–versterking van de samenwerking met de bevoegde agentschappen van de Europese Unie; en
–samenwerking op het vlak van rampenbeheer en -preventie.
De Europese Unie zal bovendien ten volle blijven deelnemen aan de G7+6-groep, die de coördinatie tussen de belangrijkste partners van Tunesië waarborgt.
Er kunnen ook nog andere aspecten van het partnerschap op het gebied van veiligheid/defensie worden ontwikkeld.
3.Volgende stappen in de consolidatie van het geprivilegieerde partnerschap EU-Tunesië
Het belang dat beide partijen aan hun betrekkingen hechten, zal zich blijven weerspiegelen in intensieve politieke contacten en regelmatige bezoeken, als onderdeel van een bredere politieke dialoog over een reeks onderwerpen van gezamenlijk belang, met inbegrip van regionale en mondiale kwesties. De regionale dimensie van deze gesprekken zou moeten worden versterkt. Beide partijen herinneren daarom aan het belang van hun samenwerking in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied. Naast de bestaande gesprekken zullen de partijen vergaderingen op hoog niveau organiseren tussen de EU en Tunesië en zullen Tunesische ministers deelnemen aan bepaalde thematische discussies in de Raad van de Europese Unie. De parlementaire samenwerking tussen het Europees Parlement en de Kamer van Volksvertegenwoordigers wordt aangemoedigd.
De organen van de associatieovereenkomst (Associatieraad, Associatiecomité en technische subcomités) blijven bij uitstek de fora om de daadwerkelijke uitvoering van het partnerschap aan te sturen. De EU en Tunesië verbinden zich ertoe de doeltreffendheid en meerwaarde van hun inspanningen te verhogen en deze zo veel mogelijk te clusteren in prioritaire thema's, overeenkomstig de strategische prioriteiten.
Om de hierboven opgesomde prioriteiten tastbaarder te maken, heeft Tunesië een stappenplan voorgesteld, dat door de EU is aanvaard. Dit openbare document bevat de dringendste maatregelen (wetgevende, strategische en operationele) die nodig zijn voor de sociaal-economische heropleving van het land. Dit stappenplan is een flexibel en operationeel mechanisme dat ieder half jaar wordt getoetst.
In het kader van de gezamenlijke mededeling verbindt de EU zich ertoe haar financiële steun aan Tunesië significant te verhogen via het nabuurschapsinstrument. De EU en Tunesië zullen streven naar maximaal gebruik van de bestaande financieringsmogelijkheden, met inbegrip van de nieuwe instrumenten, zoals het EU-plan voor externe investeringen, door de complementariteit en hefboomeffecten tussen enerzijds de subsidies van de EU en anderzijds leningen van financiële instellingen te versterken. Beide partijen verbinden zich ertoe de synergie tussen de politieke en sectorale dialogen en de uitvoering van de financiële samenwerking te versterken. Ze streven eveneens naar versterking van de coördinatie- en dialoogmechanismen met de financiële partners en de internationale donoren, waarbij Tunesië verantwoordelijk is voor de vaststelling van de prioriteiten en voor de uitvoering ervan.
Tot slot verbinden beide partijen zich ertoe meer zichtbaarheid te geven aan de strategische relatie tussen de EU en Tunesië en de voordelen van hun samenwerking voor de burgers aan weerszijden van de Middellandse Zee duidelijker te maken.
-----------