EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017PC0830

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland over een akkoord betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie

COM/2017/0830 final

Brussel, 20.12.2017

COM(2017) 830 final

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland over een akkoord betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie


TOELICHTING

1.    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt dat elke lidstaat overeenkomstig zijn grondwettelijke bepalingen kan besluiten zich uit de Unie terug te trekken en van dat besluit kennis geeft aan de Europese Raad. In het licht van de richtsnoeren van de Europese Raad sluit de Unie na onderhandelingen met deze staat een akkoord over de voorwaarden voor zijn terugtrekking, waarbij rekening wordt gehouden met het kader van de toekomstige betrekkingen van die staat met de Unie.

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Raad kennis gegeven van zijn voornemen zich terug te trekken uit de Europese Unie en uit de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Op 29 april 2017 heeft de Europese Raad richtsnoeren vastgesteld die het kader bepalen voor de onderhandelingen uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de algemene beginselen bevatten die de Unie tijdens de gehele onderhandelingscyclus zal volgen.

Op 5 april 2017 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk na de kennisgeving van het voornemen om zich uit de Europese Unie terug te trekken.

Op 22 mei 2017 heeft de Raad machtiging verleend tot het openen van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk over een akkoord betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie en richtsnoeren vastgesteld voor de onderhandelingen over een akkoord (“het Besluit van de Raad van 22 mei 2017”).

De onderhandelingen werden geopend op 19 juni 2017. De eerste fase van de onderhandelingen spitste zich in overeenstemming met de richtsnoeren van de Europese Raad en de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad toe op de rechten van burgers, de financiële regeling, de situatie op het eiland Ierland, andere kwesties in verband met het uiteengaan en de governance van het terugtrekkingsakkoord.

Op 3 oktober 2017 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over de stand van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk.

Gelet op de tot dan gemaakte vorderingen, heeft de Europese Raad op 20 oktober 2017 gevraagd de werkzaamheden voort te zetten, teneinde de bereikte convergentie te consolideren en de onderhandelingen te kunnen voortzetten om zo spoedig mogelijk te kunnen overgegaan tot de tweede fase van de onderhandelingen. Tegen deze achtergrond heeft de Europese Raad de Raad verzocht samen met de Commissie als onderhandelaar van de Unie interne voorbereidende besprekingen te beginnen over mogelijke overgangsregelingen.

Op 13 december 2017 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over de stand van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk.

Op basis van:

de aanbeveling gedaan in de mededeling van de Commissie van 8 december 2017 inzake de stand van de vorderingen met de onderhandelingen die met het Verenigd Koninkrijk worden gevoerd uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 1 ,

het gezamenlijk verslag van 8 december 2017 van de onderhandelaars van de Europese Unie en de regering van het Verenigd Koninkrijk over de vooruitgang tijdens fase 1 van de onderhandelingen uit hoofde van artikel 50 VEU inzake de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, waarop de aanbeveling van de Commissie gebaseerd is,

heeft de Europese Raad zich op 15 december 2017 verheugd getoond over de in de eerste fase van de onderhandelingen geboekte vooruitgang en besloten dat die vooruitgang voldoende is om over te gaan tot de tweede fase, die gewijd zal zijn aan de overgangsregeling en het kader voor de toekomstige betrekkingen. De Europese Raad heeft de Commissie als onderhandelaar van de Unie en het Verenigd Koninkrijk ertoe opgeroepen de werkzaamheden met betrekking tot alle aspecten van de terugtrekking, ook die welke tijdens de eerste fase niet aan de orde zijn gekomen, te voltooien conform de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017, de behaalde resultaten te consolideren en te beginnen met het opstellen van de desbetreffende delen van het terugtrekkingsakkoord. De Europese Raad heeft tevens onderstreept dat de onderhandelingen in de tweede fase enkel kunnen vorderen zolang alle tijdens de eerste fase gedane toezeggingen integraal worden nagekomen en deze zo snel mogelijk getrouw in een juridische vorm worden gegoten.

Tijdens de tweede fase van de onderhandelingen dienen de werkzaamheden voor gedetailleerde regelingen ter uitvoering van de beginselen en toezeggingen die met betrekking tot het eiland Ierland zijn neergelegd in het gezamenlijk verslag, gelet op de specifieke aard van de vraagstukken, te worden voortgezet als afzonderlijk deel, waarbij sommige beginselen en toezeggingen moeten worden vertaald in het terugtrekkingsakkoord en andere in het kader voor de toekomstige betrekkingen.

Grondrechten

Volgens artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie erkent de Unie de rechten, vrijheden en beginselen die zijn vastgesteld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat dezelfde juridische waarde heeft als de Verdragen. De grondrechten, zoals zij worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij voortvloeien uit de constitutionele tradities die de lidstaten gemeen hebben, maken bovendien als algemene beginselen deel uit van het recht van de Unie.

Deze rechten, vrijheden en beginselen blijven volledig behouden en beschermd in de Unie, zowel tijdens het onderhandelingsproces met het Verenigd Koninkrijk op grond van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van eventuele overgangsregelingen, als na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.

2.RECHTSGRONDSLAG

Rechtsgrondslag

Het Verenigd Koninkrijk heeft kennis gegeven van zijn voornemen zich terug te trekken uit de Europese Unie. Bijgevolg is artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie de rechtsgrondslag voor de onderhandelingen over en de sluiting van een terugtrekkingsakkoord. Overgangsregelingen kunnen alleen worden vastgesteld in het terugtrekkingsakkoord.

Er zij op gewezen dat volgens artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie eveneens van toepassing is op de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Overeenkomstig artikel 218, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarnaar in artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt verwezen, doet de Commissie aanbevelingen aan de Raad, die een besluit houdende machtiging tot het openen van de onderhandelingen vaststelt en de onderhandelaar van de Unie aanwijst. Het besluit van de Raad tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 wordt vastgesteld volgens dezelfde procedure.

Keuze van het instrument

Overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie dient met het Verenigd Koninkrijk te worden onderhandeld over een akkoord over de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie. Artikel 218, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de Commissie aanbevelingen moet doen aan de Raad, die een besluit dient vast te stellen waarbij de onderhandelaar van de Unie wordt aangewezen en waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen. Een besluit van de Raad is het passende instrument om het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 aan te vullen.

3.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Deze aanbeveling heeft naar verwachting geen onmiddellijke gevolgen voor de begroting, voor wat betreft het onderhandelingsproces. Er zij aan herinnerd dat de budgettaire gevolgen van het akkoord op grond van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie zullen worden verduidelijkt wanneer de passende voorstellen betreffende de ondertekening en de sluiting van het terugtrekkingsakkoord worden ingediend.

4.OVERIGE ELEMENTEN

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Artikel 1 van het aanbevolen besluit van de Raad vormt een aanvulling op het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 om de Commissie te machtigen in het kader van de onderhandelingen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk over de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie te onderhandelen over alle resterende vraagstukken met betrekking tot de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk en over eventueel noodzakelijke overgangsregelingen.

Publicatie van het besluit en de in de bijlage opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren

Zoals voor de eerdere onderhandelingsrichtsnoeren, stelt de Commissie aan de Raad voor het besluit tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland over de voorwaarden voor de terugtrekking uit de Europese Unie en tot aanstelling van de Commissie als onderhandelaar van de Unie, alsmede de in de bijlage opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren, openbaar te maken.

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland over een akkoord betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien de Verdragen, en met name artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, in samenhang met artikel 218, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de richtsnoeren van de Europese Raad,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Op 29 april 2017 heeft de Europese Raad richtsnoeren vastgesteld die het kader bepalen voor de onderhandelingen uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de algemene beginselen bevatten die de Unie tijdens de gehele onderhandelingscyclus zal volgen.

(2)Op 22 mei 2017 heeft de Raad machtiging verleend tot het openen van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland over een akkoord betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie en richtsnoeren vastgesteld voor de onderhandelingen over een akkoord.

(3)De onderhandelingen werden geopend op 19 juni 2017.

(4)Op 3 oktober 2017 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over de stand van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk.

(5)Gelet op de tot dan gemaakte vorderingen, heeft de Europese Raad op 20 oktober 2017 gevraagd de werkzaamheden voort te zetten, teneinde de bereikte convergentie te consolideren en de onderhandelingen te kunnen voortzetten om zo spoedig mogelijk te kunnen overgegaan tot de tweede fase van de onderhandelingen. Tegen deze achtergrond heeft de Europese Raad de Raad verzocht samen met de Commissie als onderhandelaar van de Unie interne voorbereidende besprekingen te beginnen over mogelijke overgangsregelingen.

(6)In haar mededeling van 8 december 2017 inzake de stand van de vorderingen met de onderhandelingen die met het Verenigd Koninkrijk worden gevoerd uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, heeft de Commissie de Europese Raad aanbevolen te concluderen dat voldoende vooruitgang was geboekt in de eerste fase van de onderhandelingen over de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, waarna de onderhandelingen de tweede fase zouden kunnen ingaan. De Commissie heeft ook verklaard dat zij bereid was om onmiddellijk te beginnen met de werkzaamheden inzake overgangsregelingen indien de Europese Raad daartoe zou besluiten.

(7)De aanbeveling van de Commissie was gebaseerd op het gezamenlijk verslag van 8 december 2017 van de onderhandelaars van de Europese Unie en de regering van het Verenigd Koninkrijk over de vooruitgang tijdens fase 1 van de onderhandelingen uit hoofde van artikel 50 VEU inzake de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

(8)Op 13 december 2017 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over de stand van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk.

(9)In zijn richtsnoeren van 15 december 2017 heeft de Europese Raad zich verheugd getoond over de in de eerste fase van de onderhandelingen geboekte vooruitgang en besloten dat die vooruitgang voldoende is om over te gaan tot de tweede fase, die gewijd zal zijn aan de overgangsregeling en het kader voor de toekomstige betrekkingen. De Europese Raad heeft de Commissie als onderhandelaar van de Unie en het Verenigd Koninkrijk ertoe opgeroepen de werkzaamheden met betrekking tot alle aspecten van de terugtrekking, ook die welke tijdens de eerste fase niet aan de orde zijn gekomen, te voltooien conform de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 en de behaalde resultaten te consolideren, in het bijzonder door de desbetreffende delen van het terugtrekkingsakkoord op te stellen. De Europese Raad verzocht de Commissie om passende aanbevelingen daartoe te doen en de Raad om aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren over de overgangsregelingen vast te stellen.

(10)Het is derhalve noodzakelijk de in de bijlage bij het besluit van de Raad van 22 mei 2017 vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren aan te vullen.

(11)Overeenkomstig artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie is artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing op de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie voert de onderhandelingen, namens de Unie, over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, waarbij rekening wordt gehouden met het kader van de toekomstige betrekkingen van die staat met de Unie, in het licht van de door de Europese Raad vastgestelde richtsnoeren en in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren in de bijlage bij het Besluit van de Raad van 22 mei 2017, aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren in de bijlage bij dit besluit.

   Artikel 2    

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    COM(2017) 784 final.
Top

Brussel,20.12.2017

COM(2017) 830 final

BIJLAGE

bij

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland over een akkoord betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie


BIJLAGE

Aanvullende richtsnoeren voor de onderhandelingen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie

1.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 en de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad van 22 mei 2017 spitste de eerste fase van de onderhandelingen zich toe op de rechten van burgers, de financiële regeling, de vraagstukken met betrekking tot het eiland Ierland, andere met het uiteengaan verband houdende kwesties en de governance van het terugtrekkingsakkoord.

2.Gelet op de tot dan gemaakte vorderingen, heeft de Europese Raad op 20 oktober 2017 gevraagd de werkzaamheden voort te zetten, teneinde de bereikte convergentie te consolideren en de onderhandelingen te kunnen voortzetten om zo spoedig mogelijk te kunnen overgegaan tot de tweede fase van de onderhandelingen. Tegen deze achtergrond heeft de Europese Raad de Raad verzocht samen met de Commissie als onderhandelaar van de Unie interne voorbereidende besprekingen te beginnen over mogelijke overgangsregelingen.

3.Op basis van:

de aanbeveling gedaan in de mededeling van de Commissie van 8 december 2017 inzake de stand van de vorderingen met de onderhandelingen die met het Verenigd Koninkrijk worden gevoerd uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 1 ,

het gezamenlijk verslag van 8 december 2017 van de onderhandelaars van de Europese Unie en de regering van het Verenigd Koninkrijk over de vooruitgang tijdens fase 1 van de onderhandelingen uit hoofde van artikel 50 VEU inzake de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, waarop de aanbeveling van de Commissie gebaseerd is,

heeft de Europese Raad zich op 15 december 2017 verheugd getoond over de in de eerste fase van de onderhandelingen geboekte vooruitgang en besloten dat die vooruitgang voldoende is om over te gaan tot de tweede fase, die gewijd zal zijn aan de overgangsregeling en het kader voor de toekomstige betrekkingen.

4.De Europese Raad heeft tevens onderstreept dat de onderhandelingen in de tweede fase enkel kunnen vorderen zolang alle tijdens de eerste fase gedane toezeggingen integraal worden nagekomen en deze zo snel mogelijk getrouw in een juridische vorm worden gegoten. Tijdens de tweede fase van de onderhandelingen dient eveneens een algeheel begrip van het kader voor de toekomstige betrekkingen van de Unie met het Verenigd Koninkrijk te worden overeengekomen. Dit vereist aanvullende richtsnoeren van de Europese Raad.

5.Deze onderhandelingsrichtsnoeren zijn bedoeld voor de tweede fase van de onderhandelingen; zij vormen bijgevolg een aanvulling op de eerste reeks onderhandelingsrichtsnoeren van 22 mei 2017. De richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 en de in de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad van 22 mei 2017 vastgestelde algemene beginselen en procedurele regelingen voor het voeren van de onderhandelingen blijven volledig van toepassing op deze fase van de onderhandelingen, ook wat betreft het territoriale toepassingsgebied van het terugtrekkingsakkoord, met inbegrip van de bepalingen over overgangsregelingen, en van het toekomstige kader; deze onderhandelingsrichtsnoeren moeten derhalve, zoals de eerste reeks onderhandelingsrichtsnoeren, geheel in overeenstemming zijn met de punten 4 en 24 van de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017, met name wat Gibraltar betreft.

6.Tijdens de tweede fase van de onderhandelingen dienen de werkzaamheden voor gedetailleerde regelingen ter uitvoering van de beginselen en toezeggingen die met betrekking tot het eiland Ierland zijn neergelegd in het gezamenlijk verslag, gelet op de specifieke aard van de vraagstukken, te worden voortgezet als afzonderlijk deel, waarbij sommige beginselen en toezeggingen moeten worden vertaald in het terugtrekkingsakkoord en andere in het kader voor de toekomstige betrekkingen.

I.Kwesties in verband met de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie

7.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 en de in de bijlage bij het besluit van de Raad van 22 mei 2017 vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren, aangevuld door deze onderhandelingsrichtsnoeren, moeten de werkzaamheden met betrekking tot alle aspecten van de terugtrekking, ook die welke tijdens de eerste fase niet aan de orde zijn gekomen, worden voltooid.

8.In de tweede fase van de onderhandelingen moeten voorts de resultaten van de onderhandelingen in een juridische vorm worden gegoten, met inbegrip van de in de eerste fase bereikte resultaten, die waar nodig aan de hieronder bedoelde overgangsregelingen moeten worden aangepast. Overeenkomstig de eerste reeks onderhandelingsrichtsnoeren dient in het terugtrekkingsakkoord te worden vermeld dat vanaf de datum van de terugtrekking het recht van de Unie niet meer van toepassing is op de landen en gebieden overzee die bijzondere betrekkingen onderhouden met het Verenigd Koninkrijk 2 , en op de Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door het Verenigd Koninkrijk worden behartigd en waarop de Verdragen van toepassing zijn krachtens artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 

II.Overgangsregelingen

9.De richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 bepalen algemene grondbeginselen die van toepassing zijn op ieder met het Verenigd Koninkrijk gesloten akkoord en op eventuele overgangsregelingen:

ieder akkoord moet gebaseerd zijn op een evenwicht tussen rechten en verplichtingen en een gelijk speelveld garanderen;

het behouden van de integriteit van de eengemaakte markt sluit uit dat per sector voor al dan niet deelnemen kan worden gekozen;

een niet-lid van de Unie, dat niet dezelfde verplichtingen naleeft als een lid, kan niet dezelfde rechten en dezelfde voordelen genieten als een lid;

de vier vrijheden van de interne markt zijn ondeelbaar en er kan geen sprake van zijn “de krenten uit de pap te halen”;

de Unie zal haar autonomie met betrekking tot haar besluitvormingsprocedures en de rol van het Hof van Justitie van de Europese Unie beschermen. Volgens de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 geldt dit met name voor de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

10.Naast deze grondbeginselen worden in de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 specifieke voorwaarden gesteld die van toepassing zijn op alle eventuele overgangsregelingen. Voor zover nodig en juridisch mogelijk, kan er bij de onderhandelingen naar worden gestreefd overgangsregelingen die de belangen van de Unie dienen, te bepalen en, waar passend, bruggen naar het te verwachten kader voor de toekomstige betrekkingen tot stand te brengen in het licht van de geboekte vooruitgang. Dergelijke overgangsregelingen moeten steeds duidelijk omschreven zijn, een welbepaald tijdelijk karakter hebben en gepaard gaan met doeltreffende handhavingsmechanismes.

11.De onderhavige aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren stoelen op de beginselen en voorwaarden die zijn vastgesteld in de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 en bouwen erop voort.

12.Overeenkomstig die richtsnoeren moeten eventuele overgangsregelingen waarin het terugtrekkingsakkoord voorziet het volledige acquis van de Unie, met inbegrip van Euratomaangelegenheden, omvatten. Niettegenstaande punt 17 van de onderhavige onderhandelingsrichtsnoeren moet het acquis van de Unie van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk als ware het een lidstaat. Alle vastgestelde wijzigingen van het acquis moeten automatisch op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn gedurende de overgangsperiode. Voor maatregelen die zijn genomen krachtens Titel V van Deel III van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en waardoor het Verenigd Koninkrijk gebonden is vóór zijn terugtrekking, moet artikel 4 bis van Protocol (Nr. 21) bij de Verdragen van toepassing blijven gedurende de overgangsperiode. Het Verenigd Koninkrijk mag echter niet langer worden toegestaan gebruik te maken van zijn recht uit hoofde van Protocol (Nr. 21) om deel te nemen aan andere maatregelen dan die bedoeld in artikel 4 bis van dit protocol.

13.Tijdens de overgangsperiode moet het recht van de Unie waarop deze overgangsregelingen betrekking hebben, in het Verenigd Koninkrijk dezelfde rechtsgevolgen hebben als in de Unie.

14.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 wordt er voorts aan herinnerd dat de overeenkomsten die zijn gesloten door de Unie, door de lidstaten handelend namens de Unie of door de Unie en de lidstaten samen, niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk vanaf de datum van zijn terugtrekking uit de Unie. Waar zulks in het belang van de Unie is, kan de Unie bekijken of en hoe regelingen kunnen worden overeengekomen waardoor die overeenkomsten tijdens de overgangsperiode hun gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk behouden; het Verenigd Koninkrijk mag evenwel niet langer deelnemen aan organen die zijn opgericht bij die overeenkomsten.

15.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 vereist iedere overgangsregeling dat het Verenigd Koninkrijk tijdens de overgang blijft deelnemen aan de douane-unie en de eengemaakte markt (met alle vier vrijheden). Het Verenigd Koninkrijk moet alle noodzakelijke maatregelen nemen om de integriteit van de eengemaakte markt en de douane-unie te beschermen. Het Verenigd Koninkrijk zal zich moeten blijven voegen naar het handelsbeleid van de Unie. In het bijzonder moet het Verenigd Koninkrijk ook verzekeren dat zijn douaneautoriteiten de taken blijven vervullen die douaneautoriteiten in de EU toekomen, onder andere moeten zij de EU-douanerechten blijven innen en alle bij de EU-wetgeving voorgeschreven EU-controles aan de grens ten aanzien van andere derde landen blijven uitvoeren.

16.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 en de eerste reeks onderhandelingsrichtsnoeren van 22 mei 2017 vereist een in de tijd beperkte verlenging van het acquis van de Unie dat alle bestaande instrumenten en structuren van de Unie op het vlak van regelgeving, begroting, toezicht, justitie en handhaving van toepassing zijn, met inbegrip van de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

17.Wat de toepassing van het acquis van de Unie op het Verenigd Koninkrijk betreft, moet het terugtrekkingsakkoord daarom bepalen dat tijdens de overgangsperiode de bevoegdheden van de instellingen (in het bijzonder de volledige rechtsmacht van het Hof van Justitie van de Europese Unie), organen en instanties van de Unie ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk en natuurlijke of rechtspersonen in het Verenigd Koninkrijk onverminderd gelden. Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 mag het Verenigd Koninkrijk echter niet langer deelnemen aan de EU-instellingen, geen leden van die instellingen meer benoemen of verkiezen en ook niet langer deelnemen aan de besluitvorming of het bestuur van de organen en instanties van de Unie. 

18.Onverminderd punt 17 kan het Verenigd Koninkrijk tijdens de overgangsperiode worden uitgenodigd om, zonder stemrecht, deel te nemen aan de vergaderingen van vaste commissies of deskundigengroepen van de Commissie en andere soortgelijke entiteiten of van de agentschappen, organen en instanties, waarin de lidstaten vertegenwoordigd zijn en:

de besprekingen betrekking hebben op individuele maatregelen die gericht zijn tot het Verenigd Koninkrijk of tot natuurlijke personen of rechtspersonen in het Verenigd Koninkrijk; of

de aanwezigheid van het Verenigd Koninkrijk noodzakelijk is vanuit het oogpunt van de Unie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het acquis tijdens de overgangsperiode.

19.De precieze voorwaarden waaronder en het kader waarbinnen dergelijke uitzonderlijke deelname dient te worden toegestaan, moeten worden bepaald in het terugtrekkingsakkoord.

20.Specifieke procedurele regelingen die in overeenstemming zijn met de punten 17 en 18 moeten eveneens worden uitgewerkt voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden (totaal toegestane vangsten) tijdens de overgangsperiode.

21.De overgangsregelingen moeten van toepassing zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord en mogen uiterlijk tot 31 december 2020 lopen.

(1)    COM(2017) 784 final.
(2)    Opgesomd in de laatste twaalf streepjes van bijlage II bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Top