EUROPESE COMMISSIE
Brussel,20.12.2017
COM(2017) 830 final
BIJLAGE
bij
Aanbeveling voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland over een akkoord betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie
BIJLAGE
Aanvullende richtsnoeren voor de onderhandelingen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie
1.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 en de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad van 22 mei 2017 spitste de eerste fase van de onderhandelingen zich toe op de rechten van burgers, de financiële regeling, de vraagstukken met betrekking tot het eiland Ierland, andere met het uiteengaan verband houdende kwesties en de governance van het terugtrekkingsakkoord.
2.Gelet op de tot dan gemaakte vorderingen, heeft de Europese Raad op 20 oktober 2017 gevraagd de werkzaamheden voort te zetten, teneinde de bereikte convergentie te consolideren en de onderhandelingen te kunnen voortzetten om zo spoedig mogelijk te kunnen overgegaan tot de tweede fase van de onderhandelingen. Tegen deze achtergrond heeft de Europese Raad de Raad verzocht samen met de Commissie als onderhandelaar van de Unie interne voorbereidende besprekingen te beginnen over mogelijke overgangsregelingen.
3.Op basis van:
–de aanbeveling gedaan in de mededeling van de Commissie van 8 december 2017 inzake de stand van de vorderingen met de onderhandelingen die met het Verenigd Koninkrijk worden gevoerd uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,
–het gezamenlijk verslag van 8 december 2017 van de onderhandelaars van de Europese Unie en de regering van het Verenigd Koninkrijk over de vooruitgang tijdens fase 1 van de onderhandelingen uit hoofde van artikel 50 VEU inzake de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, waarop de aanbeveling van de Commissie gebaseerd is,
heeft de Europese Raad zich op 15 december 2017 verheugd getoond over de in de eerste fase van de onderhandelingen geboekte vooruitgang en besloten dat die vooruitgang voldoende is om over te gaan tot de tweede fase, die gewijd zal zijn aan de overgangsregeling en het kader voor de toekomstige betrekkingen.
4.De Europese Raad heeft tevens onderstreept dat de onderhandelingen in de tweede fase enkel kunnen vorderen zolang alle tijdens de eerste fase gedane toezeggingen integraal worden nagekomen en deze zo snel mogelijk getrouw in een juridische vorm worden gegoten. Tijdens de tweede fase van de onderhandelingen dient eveneens een algeheel begrip van het kader voor de toekomstige betrekkingen van de Unie met het Verenigd Koninkrijk te worden overeengekomen. Dit vereist aanvullende richtsnoeren van de Europese Raad.
5.Deze onderhandelingsrichtsnoeren zijn bedoeld voor de tweede fase van de onderhandelingen; zij vormen bijgevolg een aanvulling op de eerste reeks onderhandelingsrichtsnoeren van 22 mei 2017. De richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 en de in de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad van 22 mei 2017 vastgestelde algemene beginselen en procedurele regelingen voor het voeren van de onderhandelingen blijven volledig van toepassing op deze fase van de onderhandelingen, ook wat betreft het territoriale toepassingsgebied van het terugtrekkingsakkoord, met inbegrip van de bepalingen over overgangsregelingen, en van het toekomstige kader; deze onderhandelingsrichtsnoeren moeten derhalve, zoals de eerste reeks onderhandelingsrichtsnoeren, geheel in overeenstemming zijn met de punten 4 en 24 van de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017, met name wat Gibraltar betreft.
6.Tijdens de tweede fase van de onderhandelingen dienen de werkzaamheden voor gedetailleerde regelingen ter uitvoering van de beginselen en toezeggingen die met betrekking tot het eiland Ierland zijn neergelegd in het gezamenlijk verslag, gelet op de specifieke aard van de vraagstukken, te worden voortgezet als afzonderlijk deel, waarbij sommige beginselen en toezeggingen moeten worden vertaald in het terugtrekkingsakkoord en andere in het kader voor de toekomstige betrekkingen.
I.Kwesties in verband met de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
7.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 en de in de bijlage bij het besluit van de Raad van 22 mei 2017 vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren, aangevuld door deze onderhandelingsrichtsnoeren, moeten de werkzaamheden met betrekking tot alle aspecten van de terugtrekking, ook die welke tijdens de eerste fase niet aan de orde zijn gekomen, worden voltooid.
8.In de tweede fase van de onderhandelingen moeten voorts de resultaten van de onderhandelingen in een juridische vorm worden gegoten, met inbegrip van de in de eerste fase bereikte resultaten, die waar nodig aan de hieronder bedoelde overgangsregelingen moeten worden aangepast. Overeenkomstig de eerste reeks onderhandelingsrichtsnoeren dient in het terugtrekkingsakkoord te worden vermeld dat vanaf de datum van de terugtrekking het recht van de Unie niet meer van toepassing is op de landen en gebieden overzee die bijzondere betrekkingen onderhouden met het Verenigd Koninkrijk, en op de Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door het Verenigd Koninkrijk worden behartigd en waarop de Verdragen van toepassing zijn krachtens artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
II.Overgangsregelingen
9.De richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 bepalen algemene grondbeginselen die van toepassing zijn op ieder met het Verenigd Koninkrijk gesloten akkoord en op eventuele overgangsregelingen:
–ieder akkoord moet gebaseerd zijn op een evenwicht tussen rechten en verplichtingen en een gelijk speelveld garanderen;
–het behouden van de integriteit van de eengemaakte markt sluit uit dat per sector voor al dan niet deelnemen kan worden gekozen;
–een niet-lid van de Unie, dat niet dezelfde verplichtingen naleeft als een lid, kan niet dezelfde rechten en dezelfde voordelen genieten als een lid;
–de vier vrijheden van de interne markt zijn ondeelbaar en er kan geen sprake van zijn “de krenten uit de pap te halen”;
–de Unie zal haar autonomie met betrekking tot haar besluitvormingsprocedures en de rol van het Hof van Justitie van de Europese Unie beschermen. Volgens de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 geldt dit met name voor de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
10.Naast deze grondbeginselen worden in de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 specifieke voorwaarden gesteld die van toepassing zijn op alle eventuele overgangsregelingen. Voor zover nodig en juridisch mogelijk, kan er bij de onderhandelingen naar worden gestreefd overgangsregelingen die de belangen van de Unie dienen, te bepalen en, waar passend, bruggen naar het te verwachten kader voor de toekomstige betrekkingen tot stand te brengen in het licht van de geboekte vooruitgang. Dergelijke overgangsregelingen moeten steeds duidelijk omschreven zijn, een welbepaald tijdelijk karakter hebben en gepaard gaan met doeltreffende handhavingsmechanismes.
11.De onderhavige aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren stoelen op de beginselen en voorwaarden die zijn vastgesteld in de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 en bouwen erop voort.
12.Overeenkomstig die richtsnoeren moeten eventuele overgangsregelingen waarin het terugtrekkingsakkoord voorziet het volledige acquis van de Unie, met inbegrip van Euratomaangelegenheden, omvatten. Niettegenstaande punt 17 van de onderhavige onderhandelingsrichtsnoeren moet het acquis van de Unie van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk als ware het een lidstaat. Alle vastgestelde wijzigingen van het acquis moeten automatisch op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn gedurende de overgangsperiode. Voor maatregelen die zijn genomen krachtens Titel V van Deel III van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en waardoor het Verenigd Koninkrijk gebonden is vóór zijn terugtrekking, moet artikel 4 bis van Protocol (Nr. 21) bij de Verdragen van toepassing blijven gedurende de overgangsperiode. Het Verenigd Koninkrijk mag echter niet langer worden toegestaan gebruik te maken van zijn recht uit hoofde van Protocol (Nr. 21) om deel te nemen aan andere maatregelen dan die bedoeld in artikel 4 bis van dit protocol.
13.Tijdens de overgangsperiode moet het recht van de Unie waarop deze overgangsregelingen betrekking hebben, in het Verenigd Koninkrijk dezelfde rechtsgevolgen hebben als in de Unie.
14.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 wordt er voorts aan herinnerd dat de overeenkomsten die zijn gesloten door de Unie, door de lidstaten handelend namens de Unie of door de Unie en de lidstaten samen, niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk vanaf de datum van zijn terugtrekking uit de Unie. Waar zulks in het belang van de Unie is, kan de Unie bekijken of en hoe regelingen kunnen worden overeengekomen waardoor die overeenkomsten tijdens de overgangsperiode hun gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk behouden; het Verenigd Koninkrijk mag evenwel niet langer deelnemen aan organen die zijn opgericht bij die overeenkomsten.
15.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 vereist iedere overgangsregeling dat het Verenigd Koninkrijk tijdens de overgang blijft deelnemen aan de douane-unie en de eengemaakte markt (met alle vier vrijheden). Het Verenigd Koninkrijk moet alle noodzakelijke maatregelen nemen om de integriteit van de eengemaakte markt en de douane-unie te beschermen. Het Verenigd Koninkrijk zal zich moeten blijven voegen naar het handelsbeleid van de Unie. In het bijzonder moet het Verenigd Koninkrijk ook verzekeren dat zijn douaneautoriteiten de taken blijven vervullen die douaneautoriteiten in de EU toekomen, onder andere moeten zij de EU-douanerechten blijven innen en alle bij de EU-wetgeving voorgeschreven EU-controles aan de grens ten aanzien van andere derde landen blijven uitvoeren.
16.Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 29 april 2017 en de eerste reeks onderhandelingsrichtsnoeren van 22 mei 2017 vereist een in de tijd beperkte verlenging van het acquis van de Unie dat alle bestaande instrumenten en structuren van de Unie op het vlak van regelgeving, begroting, toezicht, justitie en handhaving van toepassing zijn, met inbegrip van de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
17.Wat de toepassing van het acquis van de Unie op het Verenigd Koninkrijk betreft, moet het terugtrekkingsakkoord daarom bepalen dat tijdens de overgangsperiode de bevoegdheden van de instellingen (in het bijzonder de volledige rechtsmacht van het Hof van Justitie van de Europese Unie), organen en instanties van de Unie ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk en natuurlijke of rechtspersonen in het Verenigd Koninkrijk onverminderd gelden. Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 15 december 2017 mag het Verenigd Koninkrijk echter niet langer deelnemen aan de EU-instellingen, geen leden van die instellingen meer benoemen of verkiezen en ook niet langer deelnemen aan de besluitvorming of het bestuur van de organen en instanties van de Unie.
18.Onverminderd punt 17 kan het Verenigd Koninkrijk tijdens de overgangsperiode worden uitgenodigd om, zonder stemrecht, deel te nemen aan de vergaderingen van vaste commissies of deskundigengroepen van de Commissie en andere soortgelijke entiteiten of van de agentschappen, organen en instanties, waarin de lidstaten vertegenwoordigd zijn en:
–de besprekingen betrekking hebben op individuele maatregelen die gericht zijn tot het Verenigd Koninkrijk of tot natuurlijke personen of rechtspersonen in het Verenigd Koninkrijk; of
–de aanwezigheid van het Verenigd Koninkrijk noodzakelijk is vanuit het oogpunt van de Unie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het acquis tijdens de overgangsperiode.
19.De precieze voorwaarden waaronder en het kader waarbinnen dergelijke uitzonderlijke deelname dient te worden toegestaan, moeten worden bepaald in het terugtrekkingsakkoord.
20.Specifieke procedurele regelingen die in overeenstemming zijn met de punten 17 en 18 moeten eveneens worden uitgewerkt voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden (totaal toegestane vangsten) tijdens de overgangsperiode.
21.De overgangsregelingen moeten van toepassing zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord en mogen uiterlijk tot 31 december 2020 lopen.