EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 25.10.2017
COM(2017) 625 final
2017/0274(NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2019, het jaarlijkse bedrag voor 2018, de eerste tranche voor 2018 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2020 en 2021
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
Het voorstel heeft betrekking op:
–
het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2019;
–
het jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2018;
–
het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2018;
–
niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bijdragen voor de jaren 2020 en 2021.
Voor het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna "EOF" genoemd) en de andere EOF's die nog lopen (het 8e, 9e en 10e EOF), geldt de volgende regelgeving:
- de huidige partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna de "ACS-EU-partnerschapsovereenkomst" genoemd), zoals laatstelijk gewijzigd;
- het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (hierna "het Intern Akkoord van het 11e EOF" genoemd);
- Verordening (EU) 2015/323 van de Raad inzake het Financieel Reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna "Financieel Reglement van het 11e EOF" genoemd).
Deze documenten bevatten meerjarige verbintenissen van de lidstaten om de kasmiddelen van het EOF financieel te ondersteunen. Het Financieel Reglement van het 11e EOF zorgt ervoor dat de lidstaten op regelmatige basis bijdragen aan de thesaurie van het EOF overeenkomstig vooraf vastgestelde financiële verbintenissen. Regelmatige bijdragen komen er op basis van technische raadsbesluiten waarin de tenuitvoerlegging van eerder besloten financiële vastleggingen wordt vastgesteld.
Een aantal onderdelen van de toelichting zijn daarom niet van toepassing op oproepen voor regelmatige bijdragen zoals deze.
•Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Zie punt 1. Motivering en doel van het voorstel.
•Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Zie punt 1. Motivering en doel van het voorstel.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
Overeenkomstig artikel 21, lid 7, van het Financieel Reglement van het 11e EOF wordt bij elk bedrag vermeld welk deel door de Commissie wordt beheerd en welk deel door de Europese Investeringsbank (hierna "de EIB" genoemd).
Overeenkomstig artikel 52 van het Financieel Reglement van het 11e EOF heeft de EIB de Commissie haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten toegezonden.
Artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement van het 11e EOF bepaalt dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige EOF’s worden opgebruikt. De verzoeken om bijdragen in dit voorstel hebben dus betrekking op bedragen in het kader van het 10e EOF voor de EIB en bedragen in het kader van het 11e EOF voor de Europese Commissie.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement van het 11e EOF neemt de Raad uiterlijk op 15 november een besluit over dit voorstel.
Overeenkomstig artikel 2 van Besluit (EU) 2017/1206 van de Raad worden de in artikel 1, lid 2, onder a), van de interne akkoorden van het 8e en 9e EOF vastgestelde bijdragen van de lidstaten verminderd. Deze vermindering zal worden uitgevoerd bij de derde tranche van 2017 en/of de eerste tranche van 2018 van de bijdragen van de lidstaten overeenkomstig de door elke lidstaat gekozen aanpassingsoptie.
Overeenkomstig artikel 23, lid 1, van het Financieel Reglement van het 11e EOF is een lidstaat die de tranche van de verschuldigde bijdrage niet binnen de vastgestelde termijn betaalt, rente over het niet-betaalde bedrag verschuldigd. De regelingen voor de rentebetaling worden in datzelfde artikel vastgesteld.
•Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Zie punt 1. Motivering en doel van het voorstel.
•Evenredigheid
Zie punt 1. Motivering en doel van het voorstel.
•Keuze van het instrument
Zie punt 1. Motivering en doel van het voorstel.
3.RESULTATEN VAN DE EVALUATIES ACHTERAF, DE RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN DE EFFECTBEOORDELINGEN
•Evaluaties achteraf van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
•Raadplegingen van belanghebbenden
•Bijeenbrengen en gebruik van expertise
•Effectbeoordeling
•Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
•Grondrechten
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
5.OVERIGE ELEMENTEN
•Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
•Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
•Artikelsgewijze toelichting van de specifieke bepalingen van het voorstel
2017/0274 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2019, het jaarlijkse bedrag voor 2018, de eerste tranche voor 2018 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2020 en 2021
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2015/323 van de Raad van 2 maart 2015 inzake het Financieel Reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna "Financieel Reglement van het 11e EOF" genoemd), en met name artikel 21, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Overeenkomstig de procedure van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement van het 11e EOF dient de Commissie per 15 oktober 2017 een voorstel in dat de volgende elementen omvat: a) het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2019; b) het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2018; c) het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2018; en d) een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2020 en 2021.
(2)Overeenkomstig artikel 52 van het Financieel Reglement van het 11e EOF heeft de Europese Investeringsbank op 4 september 2017 de Commissie haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen.
(3)Artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement van het 11e EOF bepaalt dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige EOF's worden opgebruikt. Daarom dient een verzoek om bijdragen in het kader van het 10e EOF voor de EIB en in het kader van het 11e EOF voor de Commissie te worden gedaan.
(4)Bij Besluit (EU) 2016/2026 van de Raad van 15 november 2016 tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2018, het jaarlijkse bedrag voor 2017, de eerste tranche voor 2017 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen voor de jaren 2019 en 2020 werd het maximum van het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds voor 2018 vastgesteld op EUR 4 550 000 000 voor de Commissie, en EUR 250 000 000 voor de EIB.
(5)Bij Besluit (EU) 2017/1206 van de Raad van 4 juli 2017 tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds en van de tweede tranche voor 2017 werd een vermindering vastgesteld van de bijdrage met EUR 200 000 000 voor geannuleerde bedragen van het 8e en 9e EOF,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2019 wordt vastgesteld op EUR 4 900 000 000. Het bedrag wordt gesplitst in EUR 4 600 000 000 voor de Commissie en EUR 300 000 000 voor de EIB.
Artikel 2
Het jaarlijkse bedrag voor de EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2018 wordt vastgesteld op EUR 4 800 000 000. Het bedrag wordt gesplitst in EUR 4 550 000 000 voor de Commissie en EUR 250 000 000 voor de EIB.
Artikel 3
De individuele bijdragen aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die de lidstaten voor de eerste tranche van 2018 aan de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank moeten betalen, zijn in de tabel in de bijlage bij dit besluit weergegeven.
Betalingen van deze bijdragen kunnen worden gecombineerd met aanpassingen in het kader van de vermindering van de bijdragen met een bedrag van 200 000 000 EUR voor geannuleerde bedragen van het 8e en 9e EOF, volgens een aanpassingsplan dat door elke lidstaat werd medegedeeld.
Artikel 4
De indicatieve en niet-bindende prognose voor het verwachte jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2020 wordt vastgesteld op EUR 4 600 000 000 voor de Commissie en op EUR 300 000 000 voor de EIB, en voor 2021 op EUR 4 700 000 000 voor de Commissie en op EUR 300 000 000 voor de EIB.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter