EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017PC0436

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld

COM/2017/0436 final - 2017/0202 (NLE)

Brussel, 11.8.2017

COM(2017) 436 final

2017/0202(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Naar aanleiding van een voorstel van de Commissie voor een Prima-initiatief op basis van artikel 185 VWEU 1 hebben het Europees Parlement en de Raad Besluit (EU) 2017/1324 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) 2 vastgesteld.

Met het Prima-initiatief wordt beoogd een gezamenlijk programma op te zetten om onderzoeks- en innovatiecapaciteiten te versterken en kennis en gemeenschappelijke innovatieve oplossingen te ontwikkelen ter verbetering van de doelmatigheid, veiligheid, zekerheid en duurzaamheid van agrovoedingssystemen en van geïntegreerde watervoorziening en geïntegreerd waterbeheer in het Middellandse Zeegebied. Aan het Prima-initiatief wordt onder dezelfde voorwaarden gezamenlijk deelgenomen door een aantal lidstaten en derde landen ("aan het PRIMA-initiatief deelnemende landen") die zich krachtig inzetten voor wetenschappelijke, beheersmatige en financiële integratie.

Het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië ("Jordanië") heeft bij brieven van 7 november 2016 en 30 februari 2017 de wens geuit om zich als deelnemend land bij het Prima-initiatief aan te sluiten, onder toezegging van een financiële bijdrage van 30 miljoen euro aan het initiatief.

Om te waarborgen dat Jordanië op voet van gelijkheid met de lidstaten en de met Horizon 2020 geassocieerde derde landen aan het Prima-initiatief kan deelnemen, moeten de Unie en Jordanië door middel van het sluiten van een internationale overeenkomst de bij Besluit (EU) 2017/1324 ingestelde juridische regeling tot Jordanië uitbreiden.

Op 30 mei 2017 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Unie onderhandelingen met Jordanië te openen over een internationale overeenkomst tussen de Unie en Jordanië waarin de voorwaarden voor de deelname van Jordanië aan het Prima-initiatief worden vastgesteld, onder voorbehoud van de vaststelling van Besluit (EU) 2017/1324.

De onderhandelingen begonnen op 26 juni 2017 en werden met succes afgerond op 10 juli 2017, toen de tekst van de ontwerpovereenkomst werd geparafeerd door vertegenwoordigers van elk van de toekomstige partijen. De aan dit voorstel gehechte ontwerpovereenkomst is in overeenstemming met de door de Raad opgestelde onderhandelingsrichtsnoeren. Met name is daarin bepaald dat de voorwaarden voor de deelname van Jordanië aan het Prima-initiatief zijn vastgesteld in Besluit (EU) 2017/1324, door rechtstreekse verwijzing naar de wetgevingshandeling van de Unie.

Met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de Unie, met name de bevoegdheden van de Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding, de Rekenkamer en de Prima-uitvoeringsstructuur in dat kader om audits en onderzoeken te verrichten in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving van de Unie, verwijst de overeenkomst specifiek naar de desbetreffende bepalingen van Besluit (EU) 2017/1324 en verplicht zij de partijen alle nodige bijstand te verlenen om de uitvoering ervan te waarborgen. Bovendien bepaalt de toekomstige overeenkomst dat de partijen overeenstemming moeten bereiken over gedetailleerde regelingen inzake bijstand, aangezien die van essentieel belang zijn voor hun samenwerking in het kader van deze overeenkomst.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Zoals ook in het effectbeoordelingsverslag voor het Prima-initiatief 3 wordt aangegeven, is de openstelling van het Prima-initiatief voor de deelname van derde landen als Jordanië in overeenstemming met de doelstellingen van internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie als beschreven in de mededeling van de Commissie van 2012, "Intensivering en betere concentratie van internationale samenwerking van de EU op het gebied van onderzoek en innovatie: een strategische benadering" 4 en in het kaderprogramma Horizon 2020, dat samenwerking met derde landen op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie bevordert om mondiale maatschappelijke vraagstukken aan te pakken en het externe beleid van de Unie te ondersteunen. Deze overeenkomst is tevens in overeenstemming met de bestaande Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds 5 , en met de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking 6 , die in samenwerking van de Unie en Jordanië op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voorzien alsmede onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten op gebieden van gemeenschappelijk belang aanmoedigen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De uitvoering van het Prima-initiatief in nauwe samenwerking met derde landen als Jordanië past eveneens binnen en is van belang voor andere beleidsterreinen van de Unie, zoals het migratiebeleid, het ontwikkelingsbeleid en het nabuurschapsbeleid.

2.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Het voorstel voor een besluit van de Raad is gebaseerd op artikel 186 en artikel 218, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Gezien het bovenstaande stelt de Commissie voor dat de Raad:

- een besluit vaststelt over de ondertekening van de overeenkomst namens de Europese Unie;

- de onderhandelaar over de overeenkomst machtigt tot ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld.

2017/0202 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 186 in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad 7 voorziet in de deelname van de Unie aan het door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezette partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief).

(2)Met het Prima-initiatief wordt beoogd een gezamenlijk programma op te zetten om onderzoeks- en innovatiecapaciteiten te versterken en kennis en gemeenschappelijke innovatieve oplossingen te ontwikkelen ter verbetering van de doelmatigheid, veiligheid, zekerheid en duurzaamheid van agrovoedingssystemen en van geïntegreerde watervoorziening en geïntegreerd waterbeheer in het Middellandse Zeegebied.

(3)Aan het Prima-initiatief wordt onder dezelfde voorwaarden gezamenlijk deelgenomen door een aantal lidstaten en derde landen ("aan het Prima-initiatief deelnemende landen") die zich krachtig inzetten voor wetenschappelijke, beheersmatige en financiële integratie.

(4)Het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië ("Jordanië") heeft de wens geuit om zich als deelnemend land en op voet van gelijkheid met de lidstaten en de met Horizon 2020 geassocieerde landen die aan het Prima-initiatief deelnemen, bij het Prima-initiatief aan te sluiten.

(5)Overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Besluit (EU) 2017/1324 wordt Jordanië een aan het Prima-initiatief deelnemend land onder voorbehoud van de sluiting van een internationale overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met de Unie, waarin de voorwaarden voor de deelname van Jordanië aan het Prima-initiatief worden vastgesteld.

(6)Op 30 mei 2017 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Unie onderhandelingen met Jordanië te openen over een internationale overeenkomst waarin de voorwaarden voor de deelname van Jordanië aan het Prima-initiatief worden vastgesteld, onder voorbehoud van de vaststelling van Besluit (EU) 2017/1324. Deze onderhandelingen zijn met de parafering van de overeenkomst met succes afgerond.

(7)De overeenkomst moet derhalve namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld, wordt namens de Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Het secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar over de overeenkomst is (zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op [de dag waarop het wordt vastgesteld].

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1) COM(2016) 662 final van 18.10.2016.
(2) Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (PB L 185 van 18.7.2017, blz. 1).
(3) SWD(2016) 332 final van 18.10.2016.
(4) COM(2012) 497 final.
(5) PB L 129 van 15.5.2002, blz. 3.
(6) PB L 159 van 17.6.2011, blz. 108.
(7) Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (PB L 185 van 18.7.2017, blz. 1).
Top

Brussel, 11.8.2017

COM(2017) 436 final

BIJLAGE

bij het

voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld


Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld

De Europese Unie (hierna "de Unie" genoemd),

enerzijds,

en

het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (hierna "Jordanië" genoemd),

anderzijds,

(hierna "de Partijen" genoemd),

Overwegende dat de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, die op 1 mei 2002 in werking is getreden, voorziet in wetenschappelijke en technologische samenwerking.

Overwegende dat de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, die op 29 maart 2011 in werking is getreden, een formeel kader schept voor samenwerking van de Partijen op het gebied van wetenschappelijk en technologisch onderzoek.

Overwegende dat Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) de voorwaarden regelt voor de deelname van de lidstaten van de EU en de met Horizon 2020 geassocieerde landen die aan het initiatief deelnemende landen zijn, in het bijzonder hun financiële verplichtingen en hun deelname aan de bestuursstructuren van het initiatief.

Overwegende dat overeenkomstig Besluit (EU) 2017/1324 Jordanië een aan het Prima-initiatief deelnemend land wordt onder voorbehoud van de sluiting van een internationale overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met de Unie, waarin de voorwaarden voor de deelname van Jordanië aan het Prima-initiatief worden vastgesteld.

 

Overwegende dat Jordanië de wens heeft geuit om zich als deelnemend land en op voet van gelijkheid met de lidstaten van de EU en de met Horizon 2020 geassocieerde landen die aan het Prima-initiatief deelnemen, bij het Prima-initiatief aan te sluiten.

Overwegende dat een internationale overeenkomst tussen de Unie en Jordanië nodig is om de rechten en verplichtingen van Jordanië als aan het Prima-initiatief deelnemend land te regelen,

ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

Doel

Het doel van deze overeenkomst is de voorwaarden voor de deelname van Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) vast te stellen.

Artikel 2

Voorwaarden voor de deelname van Jordanië aan het Prima-initiatief

De voorwaarden voor de deelname van Jordanië aan het Prima-initiatief zijn vastgesteld in Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief). De Partijen voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van dat besluit en nemen passende maatregelen, in het bijzonder door alle nodige bijstand te verlenen teneinde de toepassing van artikel 10, lid 2, en artikel 11, leden 3 en 4, ervan te waarborgen. De Partijen komen gedetailleerde regelingen inzake bijstand overeen, aangezien dergelijke regelingen van essentieel belang zijn voor hun samenwerking in het kader van deze overeenkomst.

Artikel 3

Territoriale toepassing

Deze overeenkomst is van toepassing op enerzijds de grondgebieden waar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing zijn, en anderzijds het grondgebied van Jordanië.

Artikel 4

Inwerkingtreding en duur

1. Deze overeenkomst wordt door de Partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

2. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop beide Partijen elkaar via diplomatieke kanalen ervan in kennis hebben gesteld dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn voltooid.

3. Deze overeenkomst blijft van kracht zolang Besluit (EU) 2017/1324 van kracht is, behoudens opzegging door één van de Partijen overeenkomstig artikel 5.

Artikel 5

Opzegging

1. Elk van beide Partijen kan deze overeenkomst te allen tijde opzeggen door de andere Partij schriftelijk in kennis te stellen van zijn voornemen daartoe.

De opzegging wordt zes maanden na de datum waarop de schriftelijke kennisgeving de geadresseerde bereikt, van kracht.

2. Projecten en activiteiten die lopen op het tijdstip waarop deze overeenkomst wordt opgezegd, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid.

3. De Partijen regelen in onderlinge overeenstemming de eventuele andere gevolgen van de opzegging.

Artikel 6

Geschillenbeslechting

De geschillenbeslechtingsprocedure van artikel 97 van de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, is van toepassing op alle geschillen in verband met de uitvoering of uitlegging van de onderhavige overeenkomst.

Deze overeenkomst wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Top