EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017PC0416

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992

COM/2017/0416 final - 2017/0187 (NLE)

Brussel, 7.8.2017

COM(2017) 416 final

2017/0187(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992


TOELICHTING

1.Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de beoogde vaststelling van een besluit inzake de verlenging met nog eens twee jaar van de Internationale Suikerovereenkomst 1992.

2.Achtergrond van het voorstel

2.1.De Internationale Suikerovereenkomst 1992

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (hierna "de overeenkomst" genoemd) heeft tot doel te zorgen voor sterkere internationale samenwerking in verband met suiker en daarmee samenhangende aangelegenheden, een forum te bieden voor intergouvernementeel overleg inzake suiker en inzake maatregelen ter verbetering van de wereldsuikereconomie, de handel te vergemakkelijken via het verzamelen en verstrekken van informatie over de wereldmarkt voor suiker en andere zoetstoffen, en de vraag naar suiker aan te wakkeren, met name voor andere dan traditionele doeleinden. De overeenkomst is op 1 januari 1993 in werking getreden.

De Europese Unie is partij bij de overeenkomst 1 .

2.2.De Internationale Suikerraad

De Internationale Suikerraad is de instantie die belast is met het vervullen van alle functies die nodig zijn voor de uitvoering van de overeenkomst. Hij stelt regels en voorschriften vast, waaronder een reglement van orde voor de Raad en zijn commissies, alsmede het financieel reglement en het personeelsstatuut van de organisatie. De Raad houdt de nodige documentatie bij en publiceert een jaarverslag en andere door hem nodig geachte gegevens. 

De leden van de overeenkomst hebben in totaal 2 000 stemmen. Elk lid van de overeenkomst heeft een bepaald aantal stemmen dat jaarlijks wordt aangepast volgens criteria die vooraf zijn vastgesteld in de overeenkomst. Alle besluiten van de Raad worden in beginsel bij consensus genomen, tenzij in de overeenkomst anders is bepaald. Als er geen consensus is, worden de besluiten bij gewone meerderheid van stemmen genomen, tenzij de overeenkomst in een bijzondere meerderheid van stemmen voorziet.

2.3.De beoogde handeling van de Internationale Suikerraad

In aansluiting op zijn 51e vergadering van 22 juni 2017 dient de Internationale Suikerraad een besluit te nemen over de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 met nog eens twee jaar (hierna "de beoogde handeling" genoemd). Het besluit zal worden genomen volgens de schriftelijke procedure.

De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 45, lid 2, van de overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: "Voor de periode na 31 december 1995 kan de Raad deze overeenkomst met bijzondere meerderheid van stemmen verlengen, telkens met een maximum van twee jaar. Een lid dat niet instemt met een dergelijke verlenging van deze overeenkomst, stelt de Raad daarvan schriftelijk in kennis en houdt op partij bij deze overeenkomst te zijn met ingang van de periode van verlenging".

3.Namens de Unie in te nemen standpunt

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (hierna "de overeenkomst" genoemd) is door de Gemeenschap gesloten bij Besluit 92/580/EEG en is op 1 januari 1993 in werking getreden voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995. Sindsdien is de overeenkomst regelmatig verlengd, telkens met een periode van twee jaar. De geldigheidsduur is bij besluit van de Internationale Suikerraad in juni 2015 voor het laatst verlengd, waardoor de overeenkomst tot en met 31 december 2017 van kracht blijft. Een verlenging van de overeenkomst met nogmaals maximaal twee jaar is in het belang van de Europese Unie.

De verlenging van de overeenkomst houdt in dat de bijdrage van de EU in de huishoudelijke uitgaven van de overeenkomst wordt verlengd en brengt rechtsgevolgen met zich. De bijdrage is opgenomen in onderdeel 05 06 01 van de EU-begroting (internationale landbouwovereenkomsten).

Het doel van dit voorstel is om de Raad te verzoeken de Commissie te machtigen om namens de Unie de Internationale Suikerraad schriftelijk ervan in kennis te stellen dat de Unie voorstander is van de verlenging van de overeenkomst tot uiterlijk 31 december 2019.

Aangezien de verlenging van de overeenkomst rechtsgevolgen voor de Unie heeft, is een standpunt van de Unie nodig.

4.Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van "de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst".

Het begrip "handelingen met rechtsgevolgen" omvat handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die "beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt" 2 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

De Internationale Suikerraad is een instantie die is opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk de Internationale Suikerovereenkomst 1992.

De handeling die de Internationale Suikerraad dient vast te stellen, is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 45, lid 2, van de overeenkomst uit hoofde van het volkenrecht bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of hoofdcomponent.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het gemeenschappelijk handelsbeleid.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

2017/0187 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (hierna "de overeenkomst" genoemd) is bij Besluit 92/580/EEG van de Raad 3 gesloten en is op 1 januari 1993 in werking getreden voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995. Sindsdien is de overeenkomst regelmatig verlengd, telkens met een periode van twee jaar. De geldigheidsduur is bij besluit van de Internationale Suikerraad in juni 2015 voor het laatst verlengd 4 , waardoor de overeenkomst tot en met 31 december 2017 van kracht blijft.

(2)Ingevolge artikel 45, lid 2, van de overeenkomst kan de Internationale Suikerraad "voor de periode na 31 december 1995 [...] deze overeenkomst met bijzondere meerderheid van stemmen verlengen, telkens met een maximum van twee jaar. Een lid dat niet instemt met een dergelijke verlenging van deze overeenkomst, stelt de Raad daarvan schriftelijk in kennis en houdt op partij bij deze overeenkomst te zijn met ingang van de periode van verlenging".

(3)In aansluiting op zijn 51e vergadering van 22 juni 2017 dient de Internationale Suikerraad een besluit te nemen over de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 met nog eens twee jaar (hierna "de beoogde handeling" genoemd). Het besluit zal worden genomen volgens de schriftelijke procedure.

(4)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Internationale Suikerraad, aangezien de verlenging van de overeenkomst voor de Unie bindend zal zijn.

(5)Een verlenging van de overeenkomst met nogmaals maximaal twee jaar is in het belang van de Europese Unie.

(6)De Unie wordt overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) in de Internationale Suikerraad vertegenwoordigd door de Commissie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het schriftelijke standpunt dat in aansluiting op de 51e vergadering van de Internationale Suikerraad namens de Unie moet worden ingenomen, luidt als volgt:

de Commissie machtigen om zich uit te spreken voor de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 met nogmaals maximaal twee jaar.

Artikel 2

De handeling van de Internationale Suikerraad wordt na de vaststelling ervan bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

Fin Stat/17/MK/ig/

rev1_3163147

agri.ddg3.g.4(2017)3127013

6.221.2017.1

DATUM: 11.7.2017

1.

BEGROTINGSONDERDEEL:

Hoofdstuk 05 06 INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN "LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING"

05 06 01 Internationale landbouwovereenkomsten

KREDIETEN:

B2017: 8 105 849 EUR

OB2018: 7 228 000 EUR

2.

TITEL:
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992

3.

RECHTSGRONDSLAG: artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

4.

DOELSTELLINGEN:

Verlenging van de bestaande Internationale Suikerovereenkomst met nog eens twee jaar (1.1.2018 tot en met 31.12.2019). (Geen impact in 2017).

5.

FINANCIËLE GEVOLGEN

PERIODE VAN 12 MAANDEN


(miljoen EUR)

LOPEND BEGROTINGSJAAR

2017

(miljoen EUR)

VOLGEND BEGROTINGSJAAR

2018 (miljoen EUR)

5.0

UITGAVEN

-    UIT DE EU-BEGROTING
(RESTITUTIES/INTERVENTIES)

-    NATIONALE INSTANTIES

-    OVERIGE

   0,49

5.1

ONTVANGSTEN

-    EIGEN MIDDELEN EU
(HEFFINGEN/DOUANERECHTEN)

-    NATIONAAL

2019

(miljoen EUR)

5.0.1

RAMING VAN DE UITGAVEN

0,57

5.1.1

RAMING VAN DE ONTVANGSTEN

5.2

BEREKENINGSMETHODE: er is uitgegaan van een schatting van het aantal stemmen van de EU (varieert per jaar) en van een raming van het te betalen bedrag per stem in GBP.

6.0

IS FINANCIERING MOGELIJK UIT KREDIETEN DIE IN HET BETROKKEN HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING ZIJN OPGEVOERD?

JA NEEN

6.1

IS FINANCIERING MOGELIJK DOOR OVERSCHRIJVING VAN EEN HOOFDSTUK NAAR EEN ANDER HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING?

6.2

IS EEN AANVULLENDE BEGROTING NODIG?

6.3

MOETEN OP DE VOLGENDE BEGROTING KREDIETEN WORDEN OPGEVOERD?

JA NEEN

Het daadwerkelijk te betalen bedrag kan variëren naargelang van het uiteindelijke aantal aan de EU toegewezen stemmen, het te betalen bedrag per stem in GBP en de wisselkoers EUR/GBP.

(1) Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992, PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15.
(2) Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad (OIV), C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61-64.
(3) PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15.
(4) PB L 234 van 8.9.2015, blz. 6.
Top