EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 15.6.2017
COM(2017) 318 final
2017/0131(NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd met de Republiek Oekraïne een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van het onderhoud van bruggen voor het wegverkeer aan de Pools-Oekraïense grens
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
Overeenkomstig artikel 396 van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna "de btw-richtlijn" genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen met een derde land of een internationale organisatie een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen kunnen voorkomen die afwijken van de btw-richtlijn.
Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 7 oktober 2016, heeft Polen verzocht om met Oekraïne een internationale overeenkomst te mogen sluiten wat de territoriale toepassing van het btw-stelsel op het onderhoud van bruggen voor het wegverkeer aan de Pools-Oekraïense grens betreft. Overeenkomstig artikel 396, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 24 januari 2017 hiervan in kennis gesteld. Bij brief van 25 januari 2017 heeft de Commissie Polen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.
Om het verkeer tussen beide landen te verbeteren, hebben Polen en Oekraïne een ontwerpovereenkomst inzake het onderhoud van bruggen voor het wegverkeer aan de Pools-Oekraïense grens (hierna "de overeenkomst" genoemd) opgesteld.
Deze overeenkomst ziet op het onderhoud van drie wegbruggen aan de Pools-Oekraïense grens, die elk deels op het grondgebied van de Republiek Polen en deels op het grondgebied van de Republiek Oekraïne liggen. Deze bruggen maken deel uit van het openbare wegennet langs de grens tussen beide landen. De twee wegbruggen over de rivier de Bug langs de Pools-Oekraïense grens zijn gebouwd op kosten van Polen en zijn eigendom van Polen: het gaat met name om een brug van staal tussen Dorohusk en Jagodzin die door Oekraïne zal worden onderhouden, en een brug van gewapend beton en staal tussen Zosin en Ustyluh die door Polen zal worden onderhouden.
De derde brug over de Bug, die stalen draagbalken en een wegdek van gewapend beton heeft en zich ook tussen Dorohusk en Jagodzin bevindt, is gebouwd op kosten van beide landen en is voor gelijke delen eigendom van beide. Beide landen zijn overeengekomen om samen in het onderhoud te voorzien, in die zin dat elk land wordt belast met het onderhoud van zijn eigen gedeelte van de brug, met uitzondering van het winteronderhoud.
Wat het winteronderhoud betreft, zullen de twee landen elk om de beurt het onderhoud van de wegbrug over haar volledige lengte voor hun rekening nemen: Polen van 1 oktober van alle oneven jaren tot 30 september van alle even jaren en Oekraïne van 1 oktober van alle even jaren tot 30 september van alle oneven jaren.
Met betrekking tot de toepassing van de Poolse en de Oekraïense btw-wetgeving is in de overeenkomst bepaald dat ten aanzien van de levering van goederen en diensten die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het onderhoud van de grensbruggen voor het wegverkeer of delen daarvan, de brug of het deel daarvan in kwestie wordt geacht deel uit te maken van het Poolse grondgebied voor zover Polen belast is met het onderhoud overeenkomstig de bijlage bij de overeenkomst. In de overeenkomst is ook bepaald dat ten aanzien van de levering van goederen en diensten die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het onderhoud van de grensbruggen voor het wegverkeer of delen daarvan, de brug of het deel daarvan in kwestie wordt geacht deel uit te maken van het Oekraïense grondgebied voor zover Oekraïne belast is met het onderhoud overeenkomstig de bijlage bij de overeenkomst.
Tot slot is ook bepaald dat goederen die worden ingevoerd uit de ene overeenkomstsluitende partij in de andere overeenkomstsluitende partij, niet zijn onderworpen aan de Poolse noch aan de Oekraïense btw bij invoer indien deze goederen worden gebruikt voor werkzaamheden in het kader van de overeenkomst.
In overeenstemming met het in de btw-richtlijn vastgelegde beginsel van territoriale toepassing zou de levering van goederen en diensten in het kader van onderhoudswerkzaamheden aan de wegbruggen die op Pools soeverein grondgebied worden verricht, onderworpen zijn aan de btw in Polen, terwijl de levering van goederen en diensten voor dergelijke werkzaamheden op Oekraïens soeverein grondgebied buiten het territoriale toepassingsgebied van de btw-richtlijn zou vallen. Bij toepassing van deze bepalingen zou er een opsplitsing van de werkzaamheden moeten worden verricht naargelang het grondgebied waar zij worden uitgevoerd. Voorts zouden alle goederen die vanuit Oekraïne in Polen worden ingevoerd voor het onderhoud van een grensbrug, in Polen aan de btw zijn onderworpen.
Volgens Polen zou de toepassing van deze regels tot fiscale complicaties leiden voor de aannemers die worden belast met het onderhoud van deze bruggen. Daarom is het land van oordeel dat de in de overeenkomst neergelegde fiscale bepalingen te rechtvaardigen zijn als een maatregel die de belastingverplichtingen van de aannemers vereenvoudigt.
Gelet op het bovenstaande vraagt Polen dat in afwijking van artikel 5 van de btw-richtlijn grensbruggen voor het wegverkeer of delen daarvan worden erkend als deel uitmakend van het Poolse (respectievelijk het Oekraïense) grondgebied voor alle leveringen van goederen en diensten alsmede de invoer van goederen die bestemd zijn voor het onderhoud van deze bruggen of delen daarvan door ofwel Polen ofwel Oekraïne.
Bij verschillende vorige gelegenheden heeft de Raad lidstaten gemachtigd om met aangrenzende derde landen overeenkomsten te sluiten waarin onder meer ook fiscale bepalingen waren opgenomen die vergelijkbaar zijn met die welke hier worden voorgesteld. Duitsland werd gemachtigd een aantal overeenkomsten te sluiten met Polen, Tsjechië en Zwitserland, en Oostenrijk ook met Zwitserland.
De Commissie is het ermee eens dat het uniform belasten van de onderhoudswerkzaamheden aan de grensbruggen voor het wegverkeer of delen daarvan, en het niet-innen van de btw bij invoer ter zake van goederen die voor dergelijke werkzaamheden bestemd zijn, een en ander zal vereenvoudigen voor de aannemers in vergelijking met de situatie waarin de normale belastingregels toepassing vinden.
De Commissie meent dat de betrokken overeenkomst een positief of negatief effect, hoe beperkt ook, op de eigen middelen van de Unie uit de btw zou kunnen hebben. Gelet evenwel op de in de overeenkomst vastgelegde fiscale regeling waarbij naar een algemeen evenwicht wordt gestreefd, op eerdere overeenkomsten waarbij naar een evenwichtig geheel van maatregelen werd gestreefd, en op de te verwaarlozen bedragen waarom het gaat, is de Commissie van oordeel dat zulks geen beletsel mag vormen om Polen de gevraagde machtiging te verlenen.
De Commissie is derhalve van oordeel dat Polen dient te worden gemachtigd de voorgestelde overeenkomst te sluiten.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
Artikel 396 van de btw-richtlijn.
•Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)
Gelet op de bepaling in de btw-richtlijn die de grondslag voor het voorstel vormt, is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.
•Evenredigheid
Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.
Gezien de zeer beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.
•Keuze van het instrument
Voorgesteld instrument: uitvoeringsbesluit van de Raad.
Overeenkomstig artikel 396 van de btw-richtlijn kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken als de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een uitvoeringsbesluit van de Raad is het aangewezen instrument, omdat het tot een individuele lidstaat kan worden gericht.
3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN
•Raadpleging van belanghebbenden
Dit voorstel is gebaseerd op een verzoek van Polen en heeft uitsluitend betrekking op deze lidstaat.
•Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.
•Effectbeoordeling
Het voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad heeft betrekking op het onderhoud van bruggen voor het wegverkeer aan de Pools-Oekraïense grens. Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie zal het effect in ieder geval beperkt zijn.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw aangezien de importeurs of leveranciers/dienstverleners uit derde landen hoe dan ook een volledig recht op aftrek zouden hebben van de btw bij invoer of op de prestaties verricht in het kader van het normale btw-stelsel.
2017/0131 (NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd met de Republiek Oekraïne een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van het onderhoud van bruggen voor het wegverkeer aan de Pools-Oekraïense grens
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, en met name artikel 396, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 7 oktober 2016, heeft Polen verzocht met Oekraïne een overeenkomst te mogen sluiten voor het onderhoud van drie bruggen voor het wegverkeer over de rivier de Bug aan de Pools-Oekraïense grens (twee bruggen tussen Dorohusk en Jagodzin en een derde tussen Zosin en Ustyluh).
(2)Overeenkomstig artikel 396, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 24 januari 2017 van het verzoek van Polen in kennis gesteld. Bij brief van 25 januari 2017 heeft de Commissie Polen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.
(3)De op Pools grondgebied verrichte onderhoudswerkzaamheden zijn in Polen aan de btw onderworpen, terwijl de op Oekraïens grondgebied verrichte onderhoudswerkzaamheden buiten het toepassingsgebied van Richtlijn 2006/112/EG vallen. Voorts zijn alle goederen die vanuit Oekraïne in Polen worden ingevoerd voor het onderhoud van de grensbruggen, in Polen aan de btw onderworpen.
(4)Teneinde de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst te garanderen, en met name het verkeer tussen Polen en Oekraïne te verbeteren, is het passend de btw-voorschriften die van toepassing zijn op de onderhoudswerkzaamheden van deze bruggen en de invoer van de daarbij gebruikte goederen, te vereenvoudigen.
(5)De derogatie zal geen gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Polen wordt gemachtigd met Oekraïne een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het territoriale toepassingsgebied van het btw-stelsel en de btw-behandeling van transacties wat het onderhoud van bruggen voor het wegverkeer aan de Pools-Oekraïense grens betreft.
Deze overeenkomst betreft het onderhoud van de drie in de bijlage vermelde grensbruggen.
Artikel 2
In afwijking van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG worden de in de bijlage vermelde grensbruggen waarvan Polen met het onderhoud is belast, voor zover deze bruggen zich uitstrekken op het soevereine grondgebied van Oekraïne, aangemerkt als deel uitmakend van het soevereine grondgebied van Polen voor alle leveringen van goederen en diensten die bestemd zijn voor het onderhoud ervan.
Artikel 3
In afwijking van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG worden de grensbruggen waarvan Oekraïne met het onderhoud is belast, voor zover deze bruggen zich uitstrekken op het soevereine grondgebied van Polen, aangemerkt als deel uitmakend van het soevereine grondgebied van Oekraïne voor alle leveringen van goederen en diensten die bestemd zijn voor het onderhoud ervan.
Artikel 4
In afwijking van artikel 2, lid 1, onder d), van Richtlijn 2006/112/EG zijn goederen die vanuit Oekraïne in Polen worden ingevoerd door belastingplichtigen met een volledig recht op aftrek, niet aan de btw onderworpen voor zover deze goederen voor het onderhoud van de in de bijlage vermelde bruggen worden gebruikt.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter