Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017DC0749

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Negende verslag over de stand van de uitvoering en de uitvoeringsprogramma's (zoals voorgeschreven in artikel 17) van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad inzake de behandeling van stedelijk afvalwater

    COM/2017/0749 final

    Brussel, 14.12.2017

    COM(2017) 749 final

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    Negende verslag over de stand van de uitvoering en de uitvoeringsprogramma's (zoals voorgeschreven in artikel 17) van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad inzake de behandeling van stedelijk afvalwater

    {SWD(2017) 445 final}


    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    Negende verslag over de stand van de uitvoering en de uitvoeringsprogramma's (zoals voorgeschreven in artikel 17) van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad inzake de behandeling van stedelijk afvalwater

    Inhoudsopgave

    1. Beleidscontext

    2. Beoordeling van de naleving

    2.1. Opvangsystemen en/of andere passende systemen

    2.2. Secundaire of biologische behandeling

    2.3. Ingrijpendere of tertiaire behandeling en kwetsbare gebieden

    2.4. De niet-nalevingskloof

    2.5. Tendensen in de naleving

    2.6. Grote steden/grote lozers

    2.7. Productie en hergebruik van zuiveringsslib

    2.8. Hergebruik van afvalwater

    3. De uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater en de toestand van de wateren

    4. Naleving bevorderen

    4.1. Financieringsprogramma’s

    4.2. Rechtshandhaving

    4.3. Strategie ter bevordering van de naleving

    4.4. Onderzoek en innovatie

    5. Verbetering van de verslagleggingsprocedure

    6. Banen, groei en investeringen

    7. Evaluatie van de richtlijn stedelijk afvalwater

    8. Conclusies


    1. Beleidscontext

    De richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (hierna de "richtlijn stedelijk afvalwater" genoemd) is een cruciaal beleidsinstrument van het EU-acquis op watergebied om het milieu en de gezondheid van de mens te beschermen. De vooruitgang die in de voorbije 25 jaar is geboekt met de uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater heeft sterk bijgedragen aan de verbetering van de waterkwaliteit van rivieren, meren en zeeën in de EU (zie figuur 1). Mede door de uitvoering van deze richtlijn is ook sterke vooruitgang geboekt bij het bereiken van de doelstellingen van andere EU-richtlijnen, zoals de drinkwaterrichtlijn, de zwemwaterrichtlijn, de kaderrichtlijn water en de kaderrichtlijn mariene strategie 1 . Samen met de zwemwaterrichtlijn en de drinkwaterrichtlijn draagt deze richtlijn ook bij aan groei en werkgelegenheid. Bijvoorbeeld:

    ·elk jaar wordt 19 tot 25 miljard EUR geïnvesteerd in waterinfrastructuur;

    ·de sector waterbeheer is goed voor 600 000 banen (voltijdequivalenten).

    Figuur 1 — Ontwikkeling van het biochemische zuurstofverbruik (BZV5) in de Europese rivieren — de verlaging van BZV5 geeft aan dat de kwaliteit van de Europese wateren verbetert (bron: Europese Economische Ruimte (EER 2 ))

    De richtlijn stedelijk afvalwater moet bovendien worden meegenomen in de uitvoering van duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 6 (SDG 6): "Verzeker toegang tot water en sanitaire voorzieningen voor iedereen" 3 . Wereldwijd hebben 2,4 miljard mensen geen toegang tot betere sanitaire voorzieningen en daarvan wonen nog steeds ongeveer 10 miljoen mensen in de EU. SDG 6 biedt opnieuw hoop op een betere gezondheid en een gezonder milieu voor iedereen. Deze doelstelling reikt bovendien kansen aan voor investeringen en werk in de watersector.

    Dit verslag is gebaseerd op gegevens die van januari tot en met december 2014 zijn verzameld in overeenstemming met de vereisten van de artikelen 15 en 17 van de richtlijn stedelijk afvalwater. Het gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie waarin een meer gedetailleerde analyse wordt verstrekt. De Commissie heeft voor dit verslag de situatie in alle lidstaten 4 beoordeeld op basis van nauwkeurige gegevens over de uitvoering. Dit werd mogelijk gemaakt via een diepgaande dialoog met de lidstaten en de verbetering van de IT-instrumenten die de Commissie en het Europees Milieuagentschap gebruiken 5   6 . Uit het verslag blijkt dat de landen die in 2004 tot de EU zijn toegetreden (de EU-13 7 ) aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt bij het bereiken van de doelstellingen.

    2. Beoordeling van de naleving

    In 2014 had de EU ongeveer 23 500 "agglomeraties", zoals gedefinieerd in de richtlijn stedelijk afvalwater, met ten minste 2 000 inwonerequivalenten (i.e.). Deze agglomeraties brachten een verontreiniging voort die overeenkomt met een totale belasting van 604 miljoen inwonerequivalenten (i.e.), waarbij het voornamelijk ging over huishoudelijk afvalwater, maar ook om industrieel en afvloeiend hemelwater. Het verschil in belasting vergeleken met het vorige verslag (500 miljoen i.e.) is voornamelijk te wijten aan de opname van PL en IT in dit verslag.

    580 "grote steden" — die meer dan 150 000 inwoners tellen — hebben een totale belasting van 256 miljoen i.e., of 42 % van het totaal, gegenereerd. Figuur 2 geeft weer dat 89 % van de totale belasting in agglomeraties van meer dan 10 000 i.e. wordt gegenereerd. Daarom worden deze agglomeraties als een prioriteit beschouwd om de eisen na te leven.

    Figuur 2 — Totale belasting van EU-afvalwater per agglomeratiegrootte, vergeleken met de capaciteit van de zuiveringsinstallaties

    In het algemeen heeft de EU een hoog nalevingspercentage in 2014, bijvoorbeeld:

    ·94,7 % voor opvang (ofwel door opvangsystemen ofwel door afzonderlijke systemen of andere passende systemen) 8 ;

    ·88,7 % voor secundaire behandeling;

    ·84,5 % voor behandelingen die verder gaan dan secundaire behandeling, waarbij stikstof (N) en/of fosfor (P) worden verwijderd wanneer dit vereist is.

    Er zijn echter nog aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten, met name wat de naleving van de eisen voor ingrijpendere behandeling betreft (zie hieronder).

    Figuur 3 — Nalevingspercentages voor de richtlijn stedelijk afvalwater (gewogen gemiddelde voor 2014) op het niveau van de EU-28, de EU-15 en de EU-13 (artikel 3 – opvang, artikel 4 – secundaire behandeling, artikel 5 – ingrijpendere behandelingen). Het percentage voor secundaire behandeling ligt hoger in de EU-13 door andere voorwaarden en uiterste termijnen in de toetredingsverdragen.

    De algemene nalevingspercentages van de EU zijn licht teruggelopen ten opzichte van die van het vorige verslag (98,4 % voor opvang, 91,9 % voor secundaire behandeling en 87,9 % voor ingrijpendere behandelingen), maar de gegevens in dit verslag geven de huidige stand van de uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater nauwkeuriger weer dan de gegevens in het vorige verslag. De oorzaak is een combinatie van factoren, zoals:

    ·nieuwe uiterste nalevingstermijnen voor de EU-13;

    ·de opname in het verslag van IT, PL en RO die lagere uitvoeringspercentages hebben;

    ·de verbeterde verzameling en controle van gegevens.

    De totale geïnstalleerde zuiveringscapaciteit in de EU stemt overeen met ongeveer 780 miljoen i.e. (figuur 2), wat hoger is dan de belasting die op EU-niveau wordt gegenereerd. In beginsel komt dit erop neer dat de vraag naar zuivering in de toekomst al gedekt is, maar er moet rekening worden gehouden met het feit dat de situatie niet voor elke locatie gelijk is. Sommige zuiveringsinstallaties zijn te omvangrijk en in andere gevallen is er sprake van onvoldoende opvang en/of verbinding met bestaande installaties.

    2.1. Opvangsystemen en/of andere passende systemen 9

    De EU kent een hoog nalevingspercentage voor de opvang van afvalwater, met een gemiddelde waarde van 94,7 %. De daling met 3,7 procentpunten ten opzichte van het vorige verslag is voornamelijk te wijten aan de opname van IT en PL, en nauwkeurigere gegevens voor RO 10 . Voor de meeste lidstaten zijn de nalevingspercentages gelijk gebleven of verbeterd, met uitzondering van RO, CY en in mindere mate ES 11 . De nalevingspercentages zijn erg hoog in 19 lidstaten (tussen 98 en 100 %), terwijl vier lidstaten (RO, BG, SI en CY) nog steeds lage percentages hebben (minder dan 70 %).

    De toepassing van afzonderlijke systemen of andere passende systemen als alternatief voor gecentraliseerde opvang is ten opzichte van het achtste verslag gemiddeld afgenomen. In SK, EL, HU, PL en CZ worden wel hogere waarden voor deze systemen opgetekend. De Commissie onderzoekt momenteel of de voorwaarden voor de toepassing van deze systemen (register, vergunningen, controle en inspectie, soorten en bijbehorende milieubescherming) overeenstemmen met de vereisten van de richtlijn stedelijk afvalwater.

    Figuur 4 — Ontwikkeling van de nalevingspercentages voor artikel 3 van de richtlijn stedelijk afvalwater in de laatste drie verslagen, uitgedrukt in % van de te behandelen belasting — gegevens van 2010, 2012 en 2014

    2.2. Secundaire of biologische behandeling 12

    88,7 % van het afvalwater in de EU wordt grondig gezuiverd met een secundaire behandeling; dit is een daling van 3,2 % ten opzichte van het vorige verslag. De verklaring hiervoor is te vinden in deel 2.1. 17 lidstaten hadden een nalevingspercentage tussen 90 en 100 %, terwijl vier lidstaten (MT, RO, BG en SI) nog zware inspanningen moeten leveren, aangezien hun percentages minder dan 20 % bedragen. IE, dat een nalevingspercentage van minder dan 70 % heeft, is een bijzonder geval 13 en IT boekt slechts langzaam vooruitgang. Hoewel het gemiddelde nalevingspercentage van de EU-13 lager is dan het EU-gemiddelde, is het gestegen van 68 % in het achtste verslag tot 75 %. De vooruitgang in landen zoals EE, LV, LT en SK is opmerkelijk. Door de opname van PL in het verslag is het gemiddelde percentage van de EU-28 gedaald, maar is het percentage van de EU-13 gestegen.

    Figuur 5 — Ontwikkeling van de nalevingspercentages voor artikel 4 van de richtlijn stedelijk afvalwater in de laatste drie verslagen, uitgedrukt in % van de te behandelen belasting — gegevens van 2010, 2012 en 2014

    2.3. Ingrijpendere of tertiaire behandeling en kwetsbare gebieden 14

    Behandeling die verder gaat (dan secundaire behandeling 15 ) wordt toegepast op afvalwater dat wordt geloosd in gebieden die 76 % van het grondgebied van de EU bestrijken. Er zijn 15 lidstaten die deze methode op hun hele grondgebied toepassen en de 13 andere hebben bepaalde gebieden als "kwetsbaar" aangewezen overeenkomstig de richtlijn stedelijk afvalwater. Het totale gebied dat als "kwetsbaar" is aangewezen in die lidstaten is uitgebreid, waardoor het percentage van "kwetsbare" EU-gebieden met 4 % is toegenomen, wat de bescherming van de wateren ten goede komt.

    Het nalevingspercentage voor ingrijpendere behandeling (van toepassing op agglomeraties die afvalwater in "kwetsbare" gebieden lozen) bedraagt 84,5 % en is dus met 3,4 % gedaald ten opzichte van het vorige verslag. Dit is voornamelijk het gevolg van nauwkeurigere gegevens die beschikbaar zijn gekomen, maar ook van nieuwe gegevens waaruit is gebleken dat IT, PL en RO onder het EU-gemiddelde blijven. In mindere mate heeft ook een lichte daling in de resultaten van acht lidstaten meegespeeld doordat nieuwe uiterste termijnen voor de naleving waren verstreken. 15 lidstaten hebben nalevingspercentages tussen 85 en 100 % behaald (waaronder CY, EE, HU, LV en LT). Over het geheel liggen de resultaten van de lidstaten nog ver uit elkaar met percentages lager dan 70 % tot volledige naleving. Dit moet voldoende worden aangepakt. Er zijn nog aanzienlijke inspanningen nodig in verschillende lidstaten met percentages lager dan 20 % (BG, MT, IE en RO).

    Figuur 6 — Ontwikkeling van de nalevingspercentages voor artikel 5 van de richtlijn stedelijk afvalwater in de laatste drie verslagen, uitgedrukt in % van de te behandelen belasting — gegevens van 2010, 2012 en 2014

    2.4. De niet-nalevingskloof

    De "niet-nalevingskloof" kan worden gedefinieerd als de berekening van de belasting in i.e. van afvalwater dat niet correct wordt opgevangen of behandeld. Dit getal geeft weer in welke mate inspanningen nog nodig zijn, maar geeft ook een realistisch beeld van de geboekte vooruitgang. Het wordt berekend op basis van de resterende i.e. die moeten worden opgevangen of, indien ze zijn opgevangen, die nog een passende behandeling moeten ondergaan om volledig aan de eisen van de richtlijn stedelijk afvalwater te voldoen. Het hieruit resulterende beeld vult de nalevingsbeoordeling aan, die enkel rekening houdt met de agglomeraties die volledig aan de nalevingseisen van de richtlijn stedelijk afvalwater 16 voldoen.

    De onderstaande grafiek (figuur 7) toont de tendensen van de "niet-nalevingskloof": tussen 2012 en 2014 zijn ongeveer een miljoen meer i.e. opgevangen, zijn 10 miljoen meer i.e. onderworpen aan een secundaire behandeling volgens de eisen en zijn 5 miljoen meer i.e. onderworpen aan een ingrijpendere behandeling volgens de eisen 17 .

    Figuur 7 — Niet-nalevingskloof EU-27. Ontwikkeling van 2012 tot 2014 (zonder HR), uitgedrukt in % en miljoen i.e.

    De "niet-nalevingskloof" die met de gegevens van 2014 is berekend, geeft duidelijker de aard en omvang van de resterende uitdagingen weer:

    ·11 miljoen i.e. zijn niet correct opgevangen (1,8 % van de totale EU-belasting). Deze i.e. zijn ook niet correct behandeld.

    ·41 miljoen i.e. voldoen niet aan de prestatie-eisen voor secundaire behandeling (7,2 % van de totale EU-belasting waarvoor deze behandeling vereist is).

    ·45 miljoen i.e. voldoen niet aan de prestatie-eisen voor ingrijpendere behandeling (11,9 % van de totale EU-belasting waarvoor deze behandeling vereist is).

    Er zijn grote verschillen tussen de lidstaten. Negen landen hebben een "niet-nalevingskloof" van meer dan 20 % voor opvang, secundaire of ingrijpendere behandeling. De lage percentages voor de "niet-nalevingskloof" die sommige landen behalen voor opvang en behandeling zijn gebaseerd op de toepassing van aanzienlijke percentages van afzonderlijke systemen of andere passende systemen.

    Figuur 8 — Niet-nalevingskloof (opvang) in de EU-lidstaten (gegevens van 2014). Sommige lidstaten zijn niet in deze figuur opgenomen omdat hun niet-nalevingskloof 0 % bedraagt.

    Figuur 9 — Niet-nalevingskloof (secundaire behandeling) in de EU-lidstaten (gegevens van 2014)

    Figuur 10 — Niet-nalevingskloof (ingrijpendere behandeling) in de EU-lidstaten (gegevens van 2014)

    2.5. Tendensen in de naleving

    In het algemeen zijn de tendensen in de uitvoering positief, met name voor de EU-13: de nalevingspercentages voor deze landen zijn sinds 2009/2010 (d.w.z. over drie verslagen genomen) aanzienlijk toegenomen met betrekking tot opvang, secundaire en ingrijpendere behandeling. De afname van het nalevingspercentage voor opvang in de EU-13 in dit verslag is voornamelijk te wijten aan het systematische gebruik van de correcte beoordelingsmethode voor wettelijke naleving.

    Figuur 11 — Historische ontwikkeling van het nalevingspercentage (1998-2014)

    Sommige landen hebben echter nog een lange weg af te leggen voordat ze volledig voldoen aan de eisen van de richtlijn stedelijk afvalwater. Malta bevindt zich in een bijzondere situatie: de infrastructuur is gedeeltelijk aangelegd, maar er zijn operationele problemen die moeten worden opgelost 18 . Hoewel ze de richtlijn stedelijk afvalwater al meer dan 25 jaar toepassen, ondervinden sommige lidstaten nog steeds moeilijkheden om volledige naleving te bereiken. Het gaat onder meer om IE, IT, ES en PT.

    2.6. Grote steden/grote lozers

    Zoals hierboven vermeld genereren 580 grote steden in de EU 42 % van de totale afvalwaterbelasting van de EU. 86 % van deze belasting krijgt een behandeling die verder gaat dan secundaire behandeling. Het percentage van de belasting afkomstig uit niet-opgevangen en niet-behandeld afvalwater is niet gewijzigd sinds het vorige verslag en blijft rond 2,3 % liggen. De mate van naleving varieert: 18 van de 27 hoofdsteden 19 leefden de eisen in 2014 volledig na, dus vier steden meer dan in het vorige verslag. Er zijn dus nog aanvullende inspanningen nodig voor de hoofdsteden die de eisen nog niet naleven 20 .

    2.7. Productie en hergebruik van zuiveringsslib

    Op basis van de gegevens van 2014 wordt de aandacht gevestigd op enkele relevante feiten en cijfers over slibbeheer:

    ·er is 8,7 miljoen ton slib (droge vaste stof) geproduceerd in de EU, wat overeenstemt met 17 kg per inwoner;

    ·de hoeveelheden in BG, CY, IT, PT en RO waren lager dan 10 kg per inwoner, wat wijst op onvoldoende opvang en behandeling;

    ·58 % van het geproduceerde slib is hergebruikt, voornamelijk in de landbouw (figuur 12).

    Figuur 12 — Bestemming van het aangegeven slib uit stedelijk afvalwater

    Het potentieel van de sector om bij te dragen aan de circulaire economie is aanzienlijk:

    ·meer dan de helft van de fosfor uit het afvalwater dat is behandeld in zuiveringsinstallaties is hergebruikt of gerecycled;

    ·de hoeveelheid gerecyclede stikstof en fosfor in de bodem loopt op tot respectievelijk 250 000 ton 21 . Met een waarde van 1 300 EUR per ton voor stikstof en 900 EUR per ton voor fosforpentoxide (P2O5) 22 zou de totale waarde van gerecycled zuiveringsslib 550 miljoen EUR bedragen voor 2014 23 ;

    ·27 % van het slib wordt verbrand (voornamelijk slib dat wordt gegenereerd in stedelijke gebieden). Dit komt het vaakst voor in AT, DE en NL.

    De ontwikkeling van vergistingtechnologie draagt tegelijk bij aan de vermindering van de slibproductie terwijl er hernieuwbare energie mee wordt opgewekt (biogas).

    2.8. Hergebruik van afvalwater

    De informatie uit het laatste verslag bevestigt dat het hergebruik van afvalwater beperkt blijft: slechts acht lidstaten hebben aangegeven dat ze een deel van het behandelde afvalwater hergebruiken (EL, UK, FR, IT, MT, CY, ES, BE). De desbetreffende gegevens worden niet regelmatig verzameld en zijn dus niet volledig beschikbaar. Het percentage behandeld afvalwater dat wordt hergebruikt, varieert van 0,08 % in het Verenigd Koninkrijk tot 97 % in Cyprus. Het EU-gemiddelde bedraagt 2 %. Hergebruik wordt voornamelijk toegepast in de landbouw, maar soms ook in de industrie en voor de aanvulling van watervoerende lagen. HR, HU, SK en RO hebben gemeld van plan te zijn afvalwater in de toekomst te hergebruiken. Letland en Oostenrijk hebben verklaard dat hergebruik niet nodig is, omdat er veel zoet water beschikbaar is. De andere 14 lidstaten hebben gemeld dat ze afvalwater niet hergebruiken.

    In het kader van haar mededeling "Maak de cirkel rond — Een EU-actieplan voor de circulaire economie" 24 stelt de Commissie momenteel een wetgevingsinitiatief op om het hergebruik van afvalwater te bevorderen. Deze EU-maatregel zou tot doel hebben afvalwater op een kosteneffectieve manier te hergebruiken voor irrigatie in de landbouw, waarbij een hoge bescherming van de gezondheid en het milieu wordt gewaarborgd.

    3. De uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater en de toestand van de wateren

    Dat de waterkwaliteit van tal van rivieren in de EU door de uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater 25 is verbeterd, kan worden aangetoond door parameters zoals BZV5 26 (zie figuur 1), ammonium of orthofosfaat te beoordelen. Het is moeilijker om vergelijkbare conclusies te trekken over de goede ecologische toestand, omdat daar ook het biologische leven onder valt. De analyse van het aantal vissoorten in bepaalde rivieren (zoals de Seine 27 ) heeft echter duidelijk aangetoond dat hun aantal is toegenomen, terwijl hun aantal is afgenomen in rivieren waarin onbehandeld afvalwater wordt geloosd. De zware verontreiniging van slib veroorzaakt namelijk een zuurstoftekort, wat de ontwikkeling van kwetsbare biologische soorten verhindert.

    De Commissie onderzoekt momenteel de tweede stroomgebiedbeheerplannen (2009-2015) die in het kader van de kaderrichtlijn water zijn ingediend, en zal het beoordelingsverslag in 2018 bekendmaken.

    4. Naleving bevorderen

    De Commissie heeft verschillende initiatieven ontwikkeld om de volledige uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater te ondersteunen, aan te moedigen en te garanderen.

    4.1. Financieringsprogramma’s

    De Europese fondsen, met name het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds, hebben een beslissende rol gespeeld bij de uitvoering van het waterbeleid van de EU 28 . De steun bestaat al 20 jaar en omvat zowel de financiering als de bevordering van een gunstig beleidskader: in 2000-2006 is 20,7 miljard EUR toegewezen aan investeringen op het gebied van water en in 2007-2013 was dat 21,9 miljard EUR.

    Voor de periode 2014-2020 zijn de investeringen toegespitst op de lidstaten die minder ontwikkelde regio's hebben. Met toewijzingen ter waarde van 14,8 miljard EUR is water het belangrijkste milieugebied van het cohesiebeleid. Het beleid is gericht op de behandeling van afvalwater en de drinkwatervoorziening, maar er wordt ook geïnvesteerd in waterbehoud, overstromingspreventie en andere thema's in verband met water. Deze steun heeft aanleiding gegeven tot bijkomende particuliere financiering en wordt aangevuld met andere Europese financieringsbronnen, zoals het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, LIFE en Horizon 2020.

    Het grootste deel van de beschikbare begroting (ongeveer 10 miljard EUR) gaat naar infrastructuur voor afvalwaterbehandeling, zoals de bouw of modernisering van installaties en riolering. Ook aan slibbeheer wordt een deel van de financiering besteed. In de periode 2014-2020 wordt van de lidstaten verwacht dat ze 17 miljoen mensen van een aansluiting op nieuwe of gemoderniseerde afvalwaterzuiveringsinstallaties voorzien. Tussen 2007 en 2013 bedroeg dit aantal 7 miljoen mensen.

    Het cohesiebeleid biedt ook een beleidskader voor geïntegreerde regionale ontwikkeling, waarbij met belanghebbenden ter plaatse wordt samengewerkt. Hieraan zijn voorwaarden voor financiering verbonden. Om te waarborgen dat de middelen zo goed mogelijk worden ingezet, moeten de investeringen gebaseerd zijn op de stroomgebiedbeheerplannen van de lidstaten die in de kaderrichtlijn water zijn vastgelegd. Voor de financiële duurzaamheid van projecten is bovendien een waterprijsbeleid vereist dat geschikte prikkels geeft om water efficiënt te gebruiken. Volgens het beginsel "de vervuiler betaalt" omvat dit een passende bijdrage van de verschillende types watergebruik aan de kostenterugwinning van de verlening van waterdiensten. Deze "ex-antevoorwaarden" hebben de uitvoering van de kaderrichtlijn water ook sterk bevorderd.

    4.2. Rechtshandhaving

    In 2014 heeft de Commissie onderzoeken geopend naar de meeste landen die in 2004 of later zijn toegetreden en in 2016 en 2017 heeft zij inbreukprocedures ingesteld tegen de lidstaten die de eisen niet naleven.

    Voor de landen die vóór 2004 al een EU-lidstaat waren, zijn er voor de vastgestelde schendingen verschillende inbreukprocedures ingesteld, waarvan de meeste inmiddels tot ten minste één arrest van het Hof van Justitie van de EU hebben geleid. Sinds de bekendmaking van het achtste uitvoeringsverslag van de Commissie 29 heeft het Hof in vier zaken een uitspraak gedaan en er zijn nog twee zaken in behandeling.

    In een van die arresten werd PT veroordeeld op grond van artikel 260 VWEU (tweede arrest). Tot dusver heeft het Hof vier lidstaten veroordeeld tot boetes en/of dwangsommen in het kader van de richtlijn stedelijk afvalwater (BE, LU, PT en EL). De lidstaten krijgen een boete en/of een dwangsom opgelegd wanneer ze een voorgaand arrest van het Hof over hetzelfde onderwerp niet naleven.

    4.3. Strategie ter bevordering van de naleving

    De Commissie heeft verschillende maatregelen genomen om de richtlijn stedelijk afvalwater beter te doen naleven, zoals:

    ·organisatie van workshops, seminars en vergaderingen in kandidaat-lidstaten/toetredingslanden of in lidstaten in de eerste jaren na hun toetreding tot de EU om de noodzakelijke steun te verlenen om in de toekomst een hoog uitvoeringsniveau te bereiken;

    ·coördinatie en samenwerking tussen DG ENV en DG REGIO om een zo goed mogelijk resultaat van de operationele programma's te waarborgen;

    ·verbetering van de verslagleggingsmodaliteiten uit artikel 17 en van het gegevensbeheer aan de hand van het nieuwe IT-instrument;

    ·instelling van inbreukprocedures voor aanhoudende schendingen.

    Ondanks deze inspanningen en de vooruitgang die in veel gevallen is geboekt, moet de uitvoering in bepaalde lidstaten nog verder worden verbeterd. Daarom overweegt de Commissie meer initiatieven en ad-hocdialogen met de lidstaten die de meeste moeilijkheden ondervinden bij de uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater.

    4.4. Onderzoek en innovatie

    Onderzoek en innovatie spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater. Nieuwe technologieën en innovatieve bedrijfs- en bestuursmodellen zijn noodzakelijk om stedelijk afvalwater doeltreffender te behandelen en de nalevingskosten terug te dringen. Om onderzoek en innovatie te ondersteunen, heeft het zevende EU-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie meer dan 140 onderzoeks- en innovatieprojecten in verband met afvalwater gefinancierd, wat voor de periode 2007-2013 neerkomt op een totale waarde van 330 miljoen EUR. In de lopende periode 2014-2020 worden nog andere projecten gefinancierd door Horizon 2020.

    5. Verbetering van de verslagleggingsprocedure

    Er wordt een enorme hoeveelheid gegevens gemeld aan de gecentraliseerde gegevensbank van het EEA. Het is een uitdaging om hieruit de beschikbare gegevens te distilleren, te gebruiken en weer te geven, en om deze gegevens te verbinden met andere relevante gegevensbanken en informatiebronnen, zoals de verslaglegging in het kader van de kaderrichtlijn water, Natura 2000, de zwemwaterrichtlijn of de rapportage over de toestand van het milieu. De bijgewerkte Data Viewer van het EEA heeft de toegang tot EU-brede informatie verbeterd 30 . De verslagleggingsprocedure en de openbare toegang tot milieu-informatie is verbeterd door de ontwikkeling op nationaal niveau van een gebruiksvriendelijk digitaal platform 31 binnen de gestructureerde tenuitvoerleggings- en informatiekaders (hierna "SIIF's" genoemd). Dit heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de negende verslaglegging. Deze SIIF's zijn een opensource-instrument dat geautomatiseerde en gestandaardiseerde verwerking en verspreiding van gegevens mogelijk maakt.

    Figuur 13 — Voorbeeld van de afbeelding van het nationale platform van IE

    Via deze SIIF's verspreiden 28 nationale platforms gegevens aan de hand van grafieken, kaarten, tabellen en statistieken, waarbij de nadruk op het geospatiale perspectief ligt en automatische berekeningen kunnen worden uitgevoerd. Er wordt ook informatie weergegeven over geplande projecten die de naleving van de richtlijn stedelijk afvalwater moeten verhogen. Bovendien is informatie over het zwemwater, Natura 2000 en de waterkwaliteit van rivieren volledig geïntegreerd in dit instrument.

    6. Banen, groei en investeringen

    De richtlijn stedelijk afvalwater is samen met de drinkwaterrichtlijn en de afvalstoffenrichtlijn een deel van de milieuwetgeving van de EU met de grootste economische gevolgen. De richtlijn stedelijk afvalwater draagt sterk bij aan de investeringen in onderhoud en verbetering van afvalwaterzuiveringsinstallaties in Europa en verleent ondernemingen die buiten Europa actief zijn een concurrentievoordeel.

    De EU-28 hebben gedetailleerde informatie over 11 500 lopende en geplande projecten gemeld die gericht zijn op de naleving van de eisen van de richtlijn stedelijk afvalwater. Het gaat onder meer om ten minste 6 000 zuiveringsinstallaties die worden gebouwd of gerenoveerd, wat neerkomt op een totale capaciteit van 94 miljoen i.e. of 12 % van het totaal in de EU.

    Volgens de verslagen van de lidstaten zijn de investeringen in stedelijk afvalwater toegenomen tot een stabiele 19 tot 25 miljard EUR per jaar (ondanks het feit dat sommige lidstaten slechts gedeeltelijke informatie hebben verstrekt, waarbij ze de vernieuwing en uitbreiding van infrastructuur hebben weggelaten). De investeringen in deze sector stemmen gemiddeld overeen met 38-50 EUR per inwoner per jaar.

    Figuur 14 — Investeringen in nieuwe en vernieuwde opvangsystemen en zuiveringsinstallaties in de EU (miljard EUR/jaar)

    In vergelijking met de vorige verslagperiode is er een daling in de investeringen in de EU-13 opgetekend volgens de cijfers die in het verslag in het kader van artikel 17 zijn verstrekt. Dit is het gevolg van de hogere uitvoeringspercentages.

    Op basis van de ramingen van de lidstaten zijn de komende tien jaar investeringen ter waarde van ongeveer 49 miljard EUR nodig om de naleving van de richtlijn stedelijk afvalwater te waarborgen. Het gaat onder meer om een toenemend aantal projecten om overstorting van hemelwater terug te dringen en gedeeltelijk om infrastructuur te vernieuwen/verbeteren (bv. vervanging van afzonderlijke systemen of andere passende systemen door opvangsystemen). Naar verwachting zullen de EU-fondsen een deel van deze investeringen voor hun rekening nemen.

    Er wordt van uitgegaan dat de investeringen in de andere 15 lidstaten zullen toenemen, voornamelijk om infrastructuur te vernieuwen en regenval (overstorting van hemelwater) beter onder controle te brengen. Sommige landen zoals IT en ES moeten hun investeringen sterk uitbreiden om volledig aan de belangrijkste eisen van de richtlijn stedelijk afvalwater te voldoen.

    Er wordt op gewezen dat de afvalwatersector 32 als geheel, met inbegrip van uitvoer, in belangrijke mate bijdraagt aan de Europese economie. Deze sector heeft een productiewaarde van ongeveer 96 miljard EUR per jaar en een toegevoegde waarde van ongeveer 41 miljard EUR per jaar. De sector is goed voor ongeveer 600 000 banen (voltijdequivalenten).

    De Commissie onderzoekt momenteel de beoordeling van de algemene investeringsbehoeften voor onderhoud en nieuwe installaties in de hele EU.

    7. Evaluatie van de richtlijn stedelijk afvalwater

    De Commissie werkt aan een evaluatie van de richtlijn. Het toepassingsbereik en de doelstellingen van de evaluatie zijn beschreven in het stappenplan dat voor feedback is bekendgemaakt 33 .

    8. Conclusies

    In 2014 is duidelijk geworden dat in de loop van de meer dan 25 jaar sinds de vaststelling van de richtlijn stedelijk afvalwater aanzienlijke vooruitgang is geboekt met de volledige uitvoering van de richtlijn. Dit heeft geleid tot een geleidelijke maar essentiële verbetering van de kwaliteit van de Europese wateren. Ondanks de algemeen hoge uitvoeringspercentages van de richtlijn stedelijk afvalwater, zijn er echter nog steeds een aantal uitdagingen.

    ·Meer investeren in de afvalwatersector om het uitvoeringsniveau te handhaven of te verbeteren. In sommige lidstaten moet hier specifiek aan worden gewerkt, omdat ze nog steeds lage uitvoeringspercentages hebben, en in het algemeen moet er meer aandacht zijn voor ingrijpendere behandeling in combinatie met de noodzaak een goede werking en een goed onderhoud van de infrastructuur te garanderen.

    ·Aanvullend bewijs verzamelen over hoe afzonderlijke systemen of andere passende systemen werken.

    ·De kwaliteit en terugwinning van slib verbeteren.

    ·De gevolgen terugdringen van overstorting van hemelwater waardoor waterlichamen met onbehandeld afvalwater worden verontreinigd . Dit kan worden bereikt door:

    ·de bevordering van systemen voor natuurlijke wateropname;

    ·de verbetering van het beheer van de netwerken in verbinding met de zuiveringsinstallaties;

    ·aanvullende investeringen (wanneer nodig 34 ).

    ·Het verband tussen de basisvereisten van de richtlijn stedelijk afvalwater en de kaderrichtlijn water verbeteren, zeker wanneer deze vereisten niet volstaan om de doelstellingen voor de waterkwaliteit uit de kaderrichtlijn water te bereiken.

    ·Het hergebruik van behandeld afvalwater verhogen (bij waterschaarste), waarbij de passende waterkwaliteit wordt gegarandeerd.

    ·Het energieverbruik van sanitaire systemen optimaliseren door waar mogelijk hernieuwbare energie in de zuiveringsinstallatie te produceren (bv. biogas).

    ·De betaalbaarheid van de afvalwaterdiensten garanderen, wetende dat de investeringsbehoeften in de watersector ruimer zijn dan enkel opvang en behandeling, maar dat ze in sommige regio's ook drinkwater, bescherming tegen overstromingen en beschikbaarheid van water omvatten.

    De Commissie zal rekening houden met deze uitdagingen en met de bevindingen van de komende evaluatie wanneer zij mogelijke verdere acties overweegt. Ondertussen zal speciale aandacht worden besteed aan de lidstaten die moeilijkheden ondervinden met de uitvoering van de richtlijn en zal de verslaglegging worden verbeterd om een passende en tijdige verzameling en beoordeling van de gegevens te garanderen.

    (1)   http://ec.europa.eu/environment/water/water-drink/index_en.html ; http://ec.europa.eu/environment/water/water-bathing/index_en.html ; kaderrichtlijn water, http://ec.europa.eu/environment/water/water-framework/index_en.html ; en kaderrichtlijn mariene strategie: http://ec.europa.eu/environment/marine/eu-coast-and-marine-policy/index_en.htm
    (2)   http://www.eea.europa.eu/data-and-maps/explore-interactive-maps/wise-soe-bod-in-rivers
    (3)   http://www.un.org/sustainabledevelopment/water-and-sanitation/  
    (4) IT en PL waren niet in het achtste verslag opgenomen omdat zij hun informatie ofwel niet op tijd ofwel niet correct hadden ingediend. HR was niet verplicht aan de eisen te voldoen voor het jaar waarover verslag wordt uitgebracht (2014). De eerste uiterste termijn wanneer HR aan de eisen moet voldoen, valt eind 2018.
    (5)

    Websites over het beheer van stedelijk afvalwater in 28 Europese landen   https://www.geospatialworld.net/news-posts/geospatial-media-communications-announces-winners-geospatial-excellence-award/

    (6) Reportnet-Eionet: https://www.eionet.europa.eu/reportnet
    (7) BG, CY, CZ, EE, HR, HU, LT, LV, MT, PL, RO, SI, SK.
    (8)  Afzonderlijke systemen of andere passende systemen moeten volgens de richtlijn stedelijk afvalwater "dezelfde graad van milieubescherming" bieden.
    (9)  Krachtens artikel 3 van de richtlijn stedelijk afvalwater moeten de lidstaten ervoor zorgen dat alle agglomeraties voorzien zijn van een opvangsysteem.
    (10) In RO was het nalevingspercentage voor artikel 3 in het achtste verslag (over het jaar 2012) hoger dan verwacht, omdat het was berekend op basis van de totale conforme belasting (los van de agglomeraties waarmee deze was verbonden en hun verplichtingen in het kader van het toetredingsverdrag). Dit percentage had moeten worden berekend op basis van de belasting in verband met de lijst van agglomeraties die de eisen volledig en binnen de verstreken termijnen uit het toetredingsverdrag naleven, maar dat was toen niet mogelijk omdat de lijst bij die verslaglegging nog niet beschikbaar was.
    (11)  CY: -35 % door de nieuwe nalevingseisen in 2012; RO: -96% door de veranderde berekeningsmethode; en ES: -3 % door een nauwkeurigere gegevensreeks.
    (12) Krachtens artikel 4 van de richtlijn stedelijk afvalwater moet stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing aan een secundaire behandeling of een gelijkwaardig proces worden onderworpen.
    (13) Voornamelijk omdat de zuiveringsinstallatie in Dublin in 2014 niet aan de eisen voldeed.
    (14) Krachtens artikel 5 van de richtlijn stedelijk afvalwater moeten de lidstaten kwetsbare gebieden aanwijzen en ervoor zorgen dat afvalwater vóór lozing in deze gebieden aan een behandeling wordt onderworpen die verder gaat dan secundaire behandeling.
    (15) In het algemeen de verwijdering van stikstof en/of fosfor.
    (16) Een agglomeratie die 98 % van het afvalwater opvangt in overeenstemming met de eisen van de richtlijn stedelijk afvalwater "voldoet niet" aan de richtlijn, hoewel de niet-nalevingskloof slechts 2 % bedraagt.
    (17) PL was niet opgenomen in de berekeningen voor 2012 en Italië slechts gedeeltelijk.
    (18)  Te grote lozing van mest in de zuiveringsinstallaties en de aanwezigheid van zout in de riolering, in combinatie met installaties die waarschijnlijk een te lage capaciteit hebben.
    (19) Zagreb werd niet beoordeeld (heeft nog geen nalevingsverplichtingen).
    (20) Luxemburg, Bratislava en Praag (ingrijpendere behandeling), Ljubljana, Valletta en Rome (secundaire behandeling), Boekarest (opvang), Dublin (secundaire en ingrijpendere behandeling) en Sofia (opvang, secundaire en ingrijpendere behandeling).
    (21) Een ton slib bevat 5 % stikstof en 5 % P2O5 of fosforanhydride: http://www.eau-loire-bretagne.fr/les_rendez-vous_de_leau/les_rencontres/Rencontres_2012/Boues-2_Syprea.pdf
    (22)   http://www.sede.be/nl/producten-en-diensten/landbouwkundige-recyclage/slib/
    (23) Er moet worden opgemerkt dat een fractie van deze voedingsstoffen uit de bodem kan wegvloeien.
    (24) Met uitzondering van bepaalde rivieren, bv. in Zuid- en Oost-Europese landen.
    (25) De richtlijn stedelijk afvalwater pakt verontreiniging met organisch materiaal en voedingsstoffen aan.
    (26)   http://www.siaap.fr/fileadmin/user_upload/Siaap_Ecole_OLD/Education/Mediation_p%C3%A9dagogique/Livret_bio.pdf
    (27) Europese Rekenkamer, Speciaal verslag nr. 02/2015, "EUfinanciering van stedelijke afvalwaterzuiveringsinstallaties in het Donaubekken: verdere inspanningen zijn nodig om de lidstaten te helpen bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het EU-afvalwaterbeleid".
    (28) Het recentste verslag van de Commissie over de uitvoering van de richtlijn stedelijk afvalwater (COM(2016) 105) bevatte informatie over de arresten van het Hof uit de periode 2013-2016. De informatie is het laatst bijgewerkt op 10 april 2017.
    (29) https://tableau.discomap.eea.europa.eu/t/Wateronline/views/UWWTP/Menu?:embed=y&:showShareOptions=true&:display_count=no&:showVizHome=no
    (30)   Websites over het beheer van stedelijk afvalwater in 28 Europese landen ( http://ec.europa.eu/environment/water/water-urbanwaste/index_en.html ) 
    (31)   http://ec.europa.eu/eurostat/web/environment/environmental-goods-and-services-sector/database
    (32)   https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/initiatives/ares-2017-4989291_nl  
    (33) Onderzoek naar overstorting van hemelwater: https://circabc.europa.eu/faces/jsp/extension/wai/navigation/container.jsp
    Top