EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 28.8.2017

COM(2017) 456 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

TIENDE FINANCIEEL VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over het EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS

BEGROTINGSJAAR 2016

{SWD(2017) 285 final}

INHOUDSOPGAVE

1. 1. BEGROTINGSPROCEDURE

2. 2. KASPOSITIE EN BEHEER VAN DE KREDIETEN

3. 3. UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2016

4. 4. BESTEDING VAN DE ELGF-BESTEMMINGSONTVANGSTEN

1.BEGROTINGSPROCEDURE 1

1.1.Ontwerpbegroting 2016 en nota van wijzigingen 2/2016

De ontwerpbegroting 2016 is op 24 juni 2015 door de Commissie vastgesteld en aan de begrotingsautoriteit voorgelegd. Voor het ELGF werd in totaal 42 867,6 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voorgesteld.

Op 4 september 2015 heeft de Raad zijn standpunt over de ontwerpbegroting 2016 ingenomen en gesteld dat de ELGF-vastleggingskredieten met 198,9 miljoen EUR moesten worden verlaagd. Op 28 oktober 2015 heeft het Europees Parlement zijn standpunt bepaald, waarin juist een verhoging van de ELGF-vastleggingskredieten ten opzichte van de ontwerpbegroting met 499,8 miljoen EUR noodzakelijk werd geacht.

Op 14 oktober 2015 kwam de Commissie met nota van wijzigingen nr. 2 bij de ontwerpbegroting 2016. Daarin was het bedrag aan gevraagde vastleggingskredieten voor het ELGF met 507,3 miljoen EUR verlaagd ten opzichte van de ontwerpbegroting.

1.2.Vaststelling van de begroting 2016

Op 14 november 2015 bereikte het bemiddelingscomité, bestaande uit leden van het Europees Parlement en de Raad, overeenstemming over een gezamenlijke tekst. Uiteindelijk is de begroting 2016 op 25 november 2015 goedgekeurd door het Europees Parlement. De ELGF-begroting bevatte in totaal 42 220,3 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 42 212,1 miljoen EUR aan betalingskredieten.

Het verschil tussen de vastleggings- en de betalingskredieten houdt verband met het feit dat voor bepaalde maatregelen die rechtstreeks door de Commissie worden uitgevoerd, gesplitste kredieten worden gebruikt. Deze maatregelen hebben hoofdzakelijk betrekking op de bevordering van de afzet van landbouwproducten en op beleidsstrategie en coördinatiemaatregelen voor de landbouw.

Van de goedgekeurde ELGF-vastleggingskredieten voor beleidsterrein 05 (42 220,3 miljoen EUR) was 2 673,0 miljoen EUR bestemd voor interventies op de landbouwmarkten (hoofdstuk 05 02), 39 445,7 miljoen EUR voor rechtstreekse betalingen (hoofdstuk 05 03), 58,6 miljoen EUR voor de audit van de landbouwuitgaven (hoofdstuk 05 07) en 33,4 miljoen EUR voor beleidsstrategie en coördinatie (hoofdstuk 05 08).

Verdere gegevens zijn te vinden in bijlage 1.

Vervolgens zijn de ELGF-kredieten voor artikel 05 08 03 (herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes) in de loop van begrotingsjaar 2017 bij gewijzigde begroting nr. 4 verlaagd met 1,25 miljoen EUR.

1.3.Bestemmingsontvangsten voor het ELGF 2

Op grond van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 3 gelden de ontvangsten die voortvloeien uit financiële correcties die worden opgelegd bij de boekhoudkundige en de conformiteitsgoedkeuringsbesluiten, uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden ten nadele van het ELGF en uit de melkheffing, als ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig deze voorschriften kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt om welke ELGF-uitgaven dan ook te financieren. Blijven deze ontvangsten gedeeltelijk ongebruikt, dan worden de ongebruikte bedragen ambtshalve overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.

Bij de opstelling van de begroting 2016 is een raming gemaakt van zowel het in de loop van begrotingsjaar 2016 te innen bedrag als het van begrotingsjaar 2015 naar begrotingsjaar 2016 over te dragen bedrag. Dit geraamde bedrag (2 980 miljoen EUR) is in aanmerking genomen in de door de begrotingsautoriteit vastgestelde begroting 2016. Meer bepaald:

–werden de ontvangsten uit de correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden geraamd op respectievelijk 1 125 miljoen EUR en 155 miljoen EUR, terwijl de opbrengsten uit de melkheffing werden geraamd op 810 miljoen EUR. Verwacht werd derhalve dat in de loop van begrotingsjaar 2016 bestemmingsontvangsten van in totaal 2 090 miljoen EUR zouden worden geïnd;

–werden de van het begrotingsjaar 2015 naar het begrotingsjaar 2016 over te dragen bestemmingsontvangsten op 890 miljoen EUR geraamd.

In de begroting 2016 zijn deze oorspronkelijk geraamde ontvangsten van 2 980 miljoen EUR toegewezen aan twee regelingen:

–600 miljoen EUR aan de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

–2 380 miljoen EUR aan de basisbetalingsregeling (rechtstreekse betalingen).

Voor de bovengenoemde regelingen is de som van de door de begrotingsautoriteit goedgekeurde kredieten en de bestemmingsontvangsten gelijk aan de (geraamde) som van de volgende beschikbare kredieten:

–898 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

–18 307 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling (rechtstreekse betalingen).

2.KASPOSITIE EN BEHEER VAN DE KREDIETEN 

2.1.Beheer van de kredieten 

2.1.1.Voor begrotingsjaar 2016 beschikbare kredieten 

2.1.2.Begrotingsuitvoering van de beschikbare kredieten voor begrotingsjaar 2016

(1) Vastgelegde bedragen. Vastleggingen en betalingen minus bestemmingsontvangsten van 2 527 141 771,95 EUR (zie punt 4 en bijlage 3-I) die voor gedeeld beheer zijn ontvangen: 41 694 060 549,65 EUR.

Voor begrotingsjaar 2016 zijn dus uiteindelijk 44 285 109 709,36 EUR aan vastleggingskredieten en 44 269 255 047,01 EUR aan betalingskredieten gebruikt.

Het uitbetaalde bedrag (44 084 495 379,84 EUR) was lager omdat bij Frankrijk en Polen bepaalde bedragen zijn opgeschort.

2.1.3.Begrotingsuitvoering van de goedgekeurde kredieten – uitgaven van de Commissie onder rechtstreeks beheer 

In de begroting 2016 was 69,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar voor uitgaven onder rechtstreeks beheer. Daarvan is 63,9 miljoen EUR in 2016 vastgelegd. De resterende kredieten (5,5 miljoen EUR) zijn geannuleerd.

De meeste ELGF-vastleggingskredieten voor rechtstreeks beheerde uitgaven van de Commissie zijn gesplitste kredieten.

De automatische overdracht naar 2017, die alleen betrekking heeft op niet-gesplitste kredieten, bedraagt 12,9 miljoen EUR.

2.2.Maandelijkse betalingen 

2.2.1.Maandelijkse betalingen aan lidstaten onder gedeeld beheer

2.2.1.1.Maandelijkse betalingen ter financiering van de uitgaven

Overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten maandelijkse betalingen door de Commissie worden uitgekeerd voor de uitgaven die de geaccrediteerde betaalorganen van de lidstaten in de referentiemaand hebben verricht. De maandelijkse betalingen moeten aan elke lidstaat worden uitgekeerd uiterlijk op de derde werkdag van de tweede maand na de maand waarin de uitgaven zijn gedaan.

Het gaat bij de maandelijkse betalingen dus om de vergoeding van reeds gedane uitgaven, en wel op nettobasis (na aftrek van de ontvangsten). De betrokken bedragen worden beschikbaar gesteld op basis van de maandelijkse declaraties van de lidstaten. De maandboekingen van de uitgaven en ontvangsten worden vervolgens gecontroleerd en gecorrigeerd op basis van deze declaraties. Bovendien krijgen deze betalingen pas een definitief karakter nadat de Commissie ze heeft geverifieerd in het kader van de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen.

De betalingen die de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2015 tot en met 15 oktober 2016 vallen onder de regeling voor maandelijkse betalingen.

Voor begrotingsjaar 2016 bedroeg het totale nettobedrag aan vastgestelde maandelijkse betalingen, na aftrek van correcties in het kader van onder meer de goedkeuring van de rekeningen, 41 694 060 549,65 EUR. Wordt rekening gehouden met de opgeschorte bedragen, dan valt het uitbetaalde bedrag lager uit: 41 509 300 882,48 EUR.

2.2.1.2.Besluiten inzake de maandelijkse betalingen voor 2016

Voor begrotingsjaar 2016 heeft de Commissie twaalf besluiten inzake de maandelijkse betalingen vastgesteld. Daarnaast is in december 2016 nog een aanvullende maandelijkse betaling vastgesteld om de reeds betaalde bedragen in overeenstemming te brengen met het totaal van de ten laste van het begrotingsjaar te brengen uitgaven.

3.UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2016

3.1.Besteding van de ELGF-begrotingskredieten

Met de uitvoering van de begroting was een bedrag van 44 285,1 miljoen EUR gemoeid. Deze uitgaven zijn gefinancierd met de initiële begrotingskredieten en met de bestemmingsontvangsten voor beleidsterrein 05 (Landbouw en plattelandsontwikkeling). Deze bestemmingsontvangsten bestonden uit het gehele uit 2015 overgedragen bedrag (896,4 miljoen EUR) en een deel van de in 2016 geïnde bestemmingsontvangsten (1 223,1 miljoen EUR van in totaal 2 527,1 miljoen EUR).

Binnen beleidsterrein 05 (Landbouw en plattelandsontwikkeling) is 3 154,3 miljoen EUR aan marktmaatregelen en 40 984,1 miljoen EUR aan rechtstreekse betalingen uitgegeven.

Voor nadere informatie over de uitvoering van de begroting per beleidsterrein wordt verwezen naar bijlage 2.

Bijlage 4 bevat een uitsplitsing, per artikel en per lidstaat, van de uitgaven voor marktmaatregelen, rechtstreekse betalingen en de audit van de landbouwuitgaven.

3.2.Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2016

Hieronder volgt, op basis van de informatie in de bijlagen 2, 3-I en 3-II, voor de meest significante sectoren een korte toelichting op de besteding van de kredieten van de ELGF-begroting voor 2016 en op de besteding van de in 2016 beschikbare bestemmingsontvangsten.

3.2.1.Hoofdstuk 05 02: interventies op de landbouwmarkten

3.2.1.1.Inleiding

Met de betalingen voor dit hoofdstuk was in 2016 in totaal 3 154,3 miljoen EUR gemoeid. Deze zijn gefinancierd uit de goedgekeurde kredieten van 2 673,0 miljoen EUR en uit bestemmingsontvangsten van 481,3 miljoen EUR. Dit laatste bedrag is gebruikt voor de financiering van de uitgaven in de sector groenten en fruit (zie punt 3.2.1.2 voor nadere informatie). De resterende in 2016 geïnde bestemmingsontvangsten (118,7 miljoen EUR) zijn overgedragen naar 2017. Bij rubrieken waarin meer kredieten nodig waren dan begroot, zijn de extra uitgaven gefinancierd met overschrijvingen uit andere begrotingsrubrieken. In gevallen waarin de begrotingskredieten voor marktmaatregelen niet volledig waren besteed, zijn de nog beschikbare kredieten overgeschreven naar andere begrotingsonderdelen waar vanwege hoger dan geplande uitgaven juist extra financiering nodig was.

3.2.1.2.Artikel 05 02 08: groenten en fruit 

De begroting 2016 bevatte in totaal 1 211,8 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen in deze sector. De begrotingsautoriteit heeft 611,8 miljoen EUR aan kredieten goedgekeurd omdat daarnaast 600 miljoen EUR van de verwachte bestemmingsontvangsten aan deze sector was toegewezen. Voorts is 79,6 miljoen EUR uit andere begrotingsonderdelen overgeschreven. De uitgaven van de lidstaten kwamen in 2016 uit op 1 172,7 miljoen EUR. Het saldo van de niet-gebruikte bestemmingsontvangsten ten bedrage van 118,7 miljoen EUR is overgedragen naar begrotingsjaar 2017 ter dekking van de behoeften voor dat jaar.

3.2.1.3.Artikel 05 02 09: producten van de wijnbouwsector 

De begroting 2016 bevatte in totaal 1 076 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen in deze sector. De uitgaven zijn 48,9 miljoen EUR achtergebleven bij hetgeen in de begroting 2016 was uitgetrokken voor de nationale steunprogramma's, omdat een aantal lidstaten minder voor de afzetbevorderings-, de herstructurerings- en de investeringscomponent van hun nationale wijnprogramma hebben uitgegeven dan verwacht.

3.2.1.4.Artikel 05 02 10: afzetbevordering

Wat de betalingen van de lidstaten in het kader van de afzetbevorderingsmaatregelen betreft, is 14,4 miljoen EUR minder uitgegeven dan waarop in de begroting 2016 was gerekend, omdat de uitgaven van een aantal lidstaten voor hun door de Commissie goedgekeurde afzetbevorderingsprogramma lager zijn uitgevallen dan hetgeen in de begroting 2016 was uitgetrokken voor deze programma's.

Voor de rechtstreekse betalingen van de Europese Unie heeft de Commissie kredieten vastgelegd in de orde van grootte van circa 18,5 miljoen EUR, hetgeen 2,5 miljoen EUR meer was dan het bedrag dat in de begroting 2016 voor deze betalingen was uitgetrokken.

3.2.1.5.Artikel 05 02 11: overige plantaardige producten/overige maatregelen

In dit begrotingsartikel is 2,6 miljoen EUR meer uitgegeven dan voor 2016 was begroot (239,4 miljoen EUR). Dit kwam doordat in een lidstaat tijdens het begrotingsjaar een geringe verschuiving heeft plaatsgevonden van Posei-programma's voor rechtstreekse betalingen naar Posei-programma's voor marktmaatregelen.

3.2.1.6.Artikel 05 02 12: melk en zuivelproducten

De begroting 2016 bevatte in totaal 537,1 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen in deze sector. De uitgaven van de lidstaten kwamen in 2016 uit op 406,6 miljoen EUR. Bij alle onder dit artikel gefinancierde regelingen is minder uitgegeven dan het in de begroting 2016 opgenomen bedrag.

3.2.1.7.Artikel 05 02 15: varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

De begroting 2016 bevatte in totaal 64,0 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen in deze sector. De uitgaven van de lidstaten in 2016 bedroegen echter 140,6 miljoen EUR en zijn gefinancierd uit de goedgekeurde kredieten plus overschrijvingen van kredieten (76,6 miljoen EUR) uit andere onderdelen van de begroting 2016.

3.2.2.Hoofdstuk 05 03: rechtstreekse betalingen

Het begrotingsjaar 2016 was het eerste jaar van uitvoering van de regelingen in de aangepaste structuur van rechtstreekse betalingen waartoe in het kader van de GLB-hervorming van 2013 was besloten. De betalingen in dit hoofdstuk van de begroting 2016 bedroegen in totaal 40 984,1 miljoen EUR, inclusief een bedrag van 395,4 miljoen EUR voor terugbetalingen aan landbouwers in verband met de financiële discipline, die is gefinancierd met een overdracht van 409,8 miljoen EUR uit 2015 (voor nadere informatie wordt verwezen naar punt 3.2.2.3). De resterende betalingen van 40 588,8 miljoen EUR zijn gefinancierd uit de goedgekeurde kredieten van 38 950,6 miljoen EUR en uit bestemmingsontvangsten ten bedrage van 1 638,2 miljoen EUR. Dit laatste bedrag is gebruikt voor de financiering van de uitgaven voor de basisbetalingsregeling. Blijkens het verschil tussen enerzijds de aan de lidstaten uitgekeerde goedgekeurde kredieten van 38 950,6 miljoen EUR en anderzijds de initiële goedgekeurde kredieten van 39 445,7 miljoen EUR in de begroting 2016 is 495,1 miljoen EUR aan goedgekeurde kredieten ongebruikt gebleven. Van deze ongebruikte goedgekeurde kredieten is 52,8 miljoen EUR overgeschreven naar andere delen van de ELGF-begroting. Bovendien is het ongebruikte bedrag van de crisisreserve (441,6 miljoen EUR), die was gevormd met de voorgestelde financiële discipline van 2016, overgeschreven naar begrotingsartikel 05 03 09 zodat het bedrag van de daadwerkelijk toegepaste financiële discipline (433,1 miljoen EUR) kon worden overgedragen naar 2017 om te worden gebruikt voor terugbetalingen aan de lidstaten in kwestie (zie punt 3.2.2.3). De resterende in 2016 geïnde bestemmingsontvangsten (1 185,3 miljoen EUR) zijn overgedragen naar 2017. Bij rubrieken waarin meer geld nodig bleek dan de begrote goedgekeurde kredieten, zijn de extra uitgaven gefinancierd met overschrijvingen van goedgekeurde kredieten uit andere begrotingsrubrieken of van bestemmingsontvangsten. Omgekeerd gold hetzelfde: wanneer de begrotingskredieten voor bepaalde rechtstreekse betalingen niet volledig waren besteed, werden de nog beschikbare kredieten overgeschreven naar andere begrotingsrubrieken waar vanwege hoger dan geplande uitgaven juist extra financiering nodig was. Met name zijn kredieten overgeschreven naar de regeling voor kleine landbouwers, die in 2016 was gebudgetteerd met een p.m. omdat op dat moment nog niet bekend was hoeveel middelen voor die regeling nodig waren.

3.2.2.1.Artikel 05 03 01: ontkoppelde rechtstreekse betalingen

De voornaamste regelingen die met de kredieten van dit artikel zijn gefinancierd, zijn de regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB), de basisbetalingsregeling (BBR), de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken, de herverdelingsbetaling en de betaling voor jonge landbouwers. De betalingen voor alle steunregelingen van dit artikel hangen niet af van de productie, maar van de naleving van bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld de randvoorwaarden. In 2016 was budgettair 36 649,2 miljoen EUR nodig voor de ontkoppelde rechtstreekse betalingen. De begrotingsautoriteit heeft 34 269,2 miljoen EUR aan kredieten goedgekeurd, rekening houdend met een bedrag van 2 380 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten. De lidstaten hebben in het kader van alle regelingen van dit artikel tezamen 35 204,1 miljoen EUR uitgegeven, waarmee het bedrag aan goedgekeurde kredieten met 934,9 miljoen EUR werd overschreden. Dit laatste bedrag aan gedeclareerde uitgaven is gefinancierd met bestemmingsontvangsten. De uitgaven van de lidstaten aan ontkoppelde rechtstreekse betalingen bedroegen 96,1 % van de middelen die in de begroting 2016 waren uitgetrokken voor deze regelingen. Deze onderbesteding was deels een logisch gevolg van het feit dat een deel van de uitgaven voor de diverse regelingen is neergeslagen bij de regeling voor kleine landbouwers (05 03 02), die via de bovengenoemde kredietoverschrijvingen zou worden gefinancierd. Bij diverse regelingen hield de onderbesteding ook verband met het feit dat in een aantal lidstaten vertraging was opgelopen en daar na afloop van het begrotingsjaar 2016 nog bepaalde uitgaven werden gedaan.

3.2.2.2.Artikel 05 03 02: andere rechtstreekse betalingen

Met de kredieten van dit artikel zijn "andere rechtstreekse betalingen" gefinancierd. Daaronder vallen regelingen waarbij de betaling nog aan de productie is gekoppeld, zij het onder welbepaalde voorwaarden en binnen duidelijke grenzen. Bij de hervorming van 2013 zijn nieuwe regelingen aan dit artikel toegevoegd: de vrijwillige gekoppelde steun en de regeling voor kleine landbouwers. Andere onderdelen hadden in 2016 alleen betrekking op betrekkelijk geringe restbetalingen in het kader van regelingen die waren afgelopen.

De Commissie had de kredieten die in 2016 voor dit artikel nodig waren, geraamd op 4 734,8 miljoen EUR. De lidstaten hebben echter 5 384,7 miljoen EUR uitgegeven, meer dus dan de kredieten die in de begroting waren opgenomen.

3.2.2.3.Artikel 05 03 09: terugbetaling van rechtstreekse betalingen in verband met financiële discipline

De begrotingsautoriteit heeft geen kredieten aan dit artikel toegewezen. Dit artikel is bedoeld voor de verzameling van de niet-vastgelegde goedgekeurde kredieten, waaronder met name de kredieten van de ongebruikte crisisreserve. Deze worden overgedragen naar begrotingsjaar N+1 om de terugbetaling van het bedrag van de financiële discipline te financieren die is toegepast op rechtstreekse betalingen van kalenderjaar N 4 .

Van het bedrag van 409,8 miljoen EUR dat de financiële discipline in begrotingsjaar 2015 heeft opgeleverd en dat is overgedragen naar de begroting 2016, hebben de lidstaten 395,4 miljoen EUR terugbetaald aan de betrokkenen. Het verschil van 14,4 miljoen EUR is teruggevloeid naar de begroting 2016 om via een gewijzigde begroting weer bij de lidstaten terecht te komen in het volgende begrotingsjaar.

3.2.2.4.Artikel 05 03 10: reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

De kredieten van dit artikel dienen ter dekking van uitgaven voor maatregelen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan grote crises die de landbouwproductie of distributie treffen. De crisisreserve wordt aangelegd door aan het begin van elk jaar een verlaging op de rechtstreekse betalingen toe te passen aan de hand van het mechanisme voor financiële discipline overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 5 . Deze reserve moet jaarlijks 400 miljoen EUR bedragen (in prijzen van 2011). Voor begrotingsjaar 2016 beliep het equivalente bedrag van de crisisreserve in lopende prijzen 441,6 miljoen EUR. De reserve is in begrotingsjaar 2016 niet aangesproken.

Voor aanvraagjaar 2015 is de financiële discipline uitsluitend toegepast voor de vorming van de crisisreserve van 441,6 miljoen EUR. Aan het eind van het begrotingsjaar zijn evenwel niet-vastgelegde goedgekeurde kredieten ten bedrage van de financiële discipline die daadwerkelijk was toegepast voor aanvraagjaar 2015 (rekening houdend met het ongebruikte bedrag van de crisisreserve) overgeschreven naar begrotingsartikel 05 03 09 om naar het volgende begrotingsjaar te worden overgedragen en aldus de terugbetaling van het bedrag van de financiële discipline te financieren die in kalenderjaar 2016 aan de landbouwers is opgelegd.

3.2.3.Hoofdstuk 05 07: audit van de landbouwuitgaven

3.2.3.1.Artikel 05 07 01: controle van de landbouwuitgaven

Dit artikel omvat de maatregelen die ter versterking van de controles ter plaatse en ter verbetering van de verificatiesystemen zijn genomen om het risico van fraude en onregelmatigheden ten nadele van de Uniebegroting te beperken. Het omvat ook de uitgaven aan mogelijke boekhoudkundige en conformiteitscorrecties ten gunste van de lidstaten.

3.2.3.2.Artikel 05 07 02: beslechting van geschillen

De kredieten in dit artikel dienen ter dekking van de kosten waarvoor de Commissie bij vonnis van een rechtbank aansprakelijk kan worden gesteld, zoals schadevergoeding en rente. Op 27 september 2012 heeft het Europees Hof van Justitie arrest gewezen in gevoegde zaken C-113/10, C-147/10 en C-234/10 (het Jüllich-II-arrest). In de begroting 2016 waren kredieten opgenomen ten bedrage van 29,5 miljoen EUR voor de betaling van compenserende rente aan marktdeelnemers in het kader van dit arrest. De uitgaven die de lidstaten in het kader daarvan hebben gedaan en gedeclareerd, bleven echter beperkt tot rond de 52,4 miljoen EUR. Derhalve is een bedrag van 22,9 miljoen EUR aan kredieten overgeschreven naar andere rubrieken van de begroting 2016.

4.BESTEDING VAN DE ELGF-BESTEMMINGSONTVANGSTEN 

De daadwerkelijk van 2015 naar 2016 overgedragen bestemmingsontvangsten bedroegen 896,4 miljoen EUR en zijn overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement volledig gebruikt voor de financiering van uitgaven over begrotingsjaar 2016. Zoals in bijlage 3-II is weergegeven, is van dit bedrag 199,8 miljoen EUR naar de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit gegaan en 696,6 miljoen EUR naar de basisbetalingsregeling.

In bijlage 3-I is te zien dat in 2016 een bedrag van 2 527,1 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten is geïnd in verband met:

–de correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuringsprocedure ten bedrage van 1 593,7 miljoen EUR;

–onregelmatigheden ten bedrage van 118,4 miljoen EUR;

–de melkheffing ten bedrage van 815,1 miljoen EUR.

De bestemmingsontvangsten die in 2016 zijn geïnd, zijn gebruikt ter dekking van uitgaven in het kader van de volgende maatregelen:

–281,5 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

–941,6 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling (rechtstreekse betalingen).

De rest van de in 2016 geïnde bestemmingsontvangsten (1 304 miljoen EUR) is ambtshalve overgedragen naar de begroting 2017 om begrotingsuitgaven van dat jaar te financieren.

Voor nadere informatie wordt verwezen naar de bijlagen 3-I en 3-II.

(1)  Zie bijlage 1 voor een overzicht.

(2) Deze bedragen worden niet opgenomen in de inkomstenposten van de begroting (artikel 670 voor de bestemmingsontvangsten voor het ELGF), waar alleen "p.m." (pro memorie) staat. Het verwachte bedrag wordt vermeld in de toelichting bij het artikel in kwestie.

(3) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(4)  Overeenkomstig artikel 169, lid 3, van het Financieel Reglement (Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012) mogen deze kredieten worden overgedragen en overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten de lidstaten de bedragen terugbetalen aan de eindontvangers op wie de financiële discipline overeenkomstig artikel 26, leden 1 tot en met 4, van die verordening wordt toegepast in het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen.

(5) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 28.8.2017

COM(2017) 456 final

BIJLAGEN

bij

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

TIENDE FINANCIEEL VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over het EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS

BEGROTINGSJAAR 2016

{SWD(2017) 285 final}