EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016PC0460

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo*, anderzijds

COM/2016/0460 final - 2016/0218 (COD)

Brussel, 18.7.2016

COM(2016) 460 final

2016/0218(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo*, anderzijds


TOELICHTING

De Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo 1*, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd) werd op 27 oktober 2015 ondertekend en trad op 1 april 2016 in werking.

Er moeten nu regels worden vastgesteld voor de uitvoering van enkele bepalingen van de overeenkomst en procedures voor de goedkeuring van de gedetailleerde uitvoeringsregels.

Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren 2 . Aangezien de uitvoeringshandelingen deel uitmaken van het gemeenschappelijk handelsbeleid moet voor de goedkeuring ervan de onderzoeksprocedure worden gebruikt.

Als de overeenkomst de mogelijkheid biedt om in uitzonderlijke en kritieke omstandigheden dringende maatregelen te treffen om de situatie aan te pakken, dient de Commissie die uitvoeringshandelingen onmiddellijk vast te stellen. Voor maatregelen in verband met landbouw- en visserijproducten dient de Commissie, wanneer zij daar terdege gemotiveerde redenen van urgentie voor heeft, dergelijke uitvoeringshandelingen onmiddellijk vast te stellen.

Op grond van de overeenkomst kunnen bepaalde landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit Kosovo binnen de beperkingen van de tariefcontingenten tegen verlaagd recht in de Unie worden ingevoerd. Er moeten derhalve bepalingen worden vastgesteld om het beheer en de evaluatie van deze tariefcontingenten te regelen teneinde een grondige beoordeling ervan mogelijk te maken.

Deze verordening bevat uitvoeringsbepalingen voor de overeenkomst en is dus van toepassing vanaf de dag van inwerkingtreding van de overeenkomst, om de krachtens de overeenkomst toegekende tariefcontingenten doeltreffend toe te passen en te beheren, alsmede om rechtszekerheid en gelijke behandeling met betrekking tot de heffing van rechten te waarborgen.

2016/0218 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo 3*, anderzijds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd), is op 27 oktober 2015 ondertekend. De overeenkomst is op 1 april 2016 in werking getreden.

(2) 4 Er moeten regels worden vastgesteld voor de uitvoering van enkele bepalingen van de overeenkomst en procedures voor de goedkeuring van de gedetailleerde uitvoeringsregels.

(3)Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 5 . Aangezien de uitvoeringshandelingen deel uitmaken van het gemeenschappelijk handelsbeleid moet voor de goedkeuring ervan de onderzoeksprocedure worden gebruikt. Als de overeenkomst de mogelijkheid biedt om in uitzonderlijke en kritieke omstandigheden dringende maatregelen te treffen om de situatie aan te pakken, dient de Commissie die uitvoeringshandelingen onmiddellijk vast te stellen. Voor maatregelen in verband met landbouw- en visserijproducten dient de Commissie, wanneer zij daar terdege gemotiveerde redenen van urgentie voor heeft, dergelijke uitvoeringshandelingen onmiddellijk vast te stellen.

(4)Op grond van de overeenkomst kunnen bepaalde landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit Kosovo binnen de beperkingen van de tariefcontingenten tegen verlaagd recht in de Unie worden ingevoerd. Er moeten derhalve bepalingen worden vastgesteld om het beheer en de evaluatie van deze tariefcontingenten te regelen teneinde een grondige beoordeling ervan mogelijk te maken.

(5)Indien handelsbeschermende maatregelen noodzakelijk zijn, moeten deze worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad 6 , Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad 7 of, in voorkomend geval, Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad 8 .

(6)Wanneer een lidstaat de Commissie informatie verstrekt over eventuele fraude of niet-verlening van administratieve medewerking, is de desbetreffende Uniewetgeving van toepassing, met name Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad 9 .

(7)Deze verordening bevat uitvoeringsbepalingen voor de overeenkomst en is dus van toepassing vanaf de dag van inwerkingtreding van de overeenkomst.

(8)Om de krachtens de overeenkomst toegekende tariefcontingenten doeltreffend toe te passen en te beheren, alsmede om rechtszekerheid en gelijke behandeling met betrekking tot de heffing van rechten te waarborgen, moeten sommige bepalingen van deze verordening vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst van toepassing zijn,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden regels en procedures vastgelegd voor de vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van enkele bepalingen van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo 10*, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd).

Artikel 2

Concessies voor vis en visserijproducten

De Commissie stelt gedetailleerde voorschriften inzake de uitvoering van artikel 31 van de overeenkomst vast betreffende tariefcontingenten voor vis en visserijproducten, door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 3

Tariefverlagingen

1.De preferentiële rechten worden, met inachtneming van lid 2, naar beneden afgerond op één decimaal.

2.Het preferentiële recht wordt gelijkgesteld met volledige vrijstelling, indien de berekening van het preferentiële recht overeenkomstig lid 1 een van de volgende resultaten geeft:

(a)1 % of minder in het geval van rechten ad valorem, of

(b)1 EUR of minder per afzonderlijke hoeveelheid in het geval van specifieke rechten.

Artikel 4

Technische aanpassingen

De Commissie stelt wijzigingen en technische aanpassingen van krachtens deze verordening vastgestelde bepalingen vast wanneer die nodig zijn ten gevolge van wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of de Taric-codes (geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschappen), of vanwege de sluiting van nieuwe of gewijzigde overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen of andere handelingen tussen de Unie en Kosovo, door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 5

Algemene vrijwaringsclausule

Wanneer de Unie een maatregel moet nemen als bedoeld in artikel 43 van de overeenkomst, stelt de Commissie die maatregel vast door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, tenzij anders bepaald in artikel 43 van de overeenkomst.

Artikel 6

Tekortclausule

Wanneer de Unie een maatregel moet nemen als bedoeld in artikel 44 van de overeenkomst, stelt de Commissie die maatregel vast door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 7

Uitzonderlijke en kritieke omstandigheden

In uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 43, lid 5, onder b), en artikel 44, lid 4, van de overeenkomst kan de Commissie volgens de procedure van artikel 13, lid 4, van deze verordening onmiddellijk toepasselijke maatregelen als bedoeld in de artikelen 41 en 42 van de overeenkomst treffen.

Artikel 8

Vrijwaringsclausule voor landbouw- en visserijproducten

1.Wanneer de Unie een maatregel met betrekking tot landbouw- en visserijproducten moet nemen uit hoofde van artikel 34, lid 2, of artikel 43 van de overeenkomst, neemt de Commissie, onverminderd de artikelen 5 en 6 van deze verordening, op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, een besluit over de te nemen maatregelen na, in voorkomend geval, de bij artikel 41 van de overeenkomst vastgestelde voorleggingsprocedure te hebben gevolgd. Deze maatregelen worden door de Commissie vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Zijn er dwingende redenen van urgentie, mede in het in lid 2 bedoelde geval, dan stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 13, lid 4, van deze verordening onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

2.Indien de Commissie het in lid 1 bedoelde verzoek van een lidstaat ontvangt, neemt zij daarover een besluit:

(a)binnen 3 werkdagen na ontvangst van dat verzoek, indien de voorleggingsprocedure van artikel 43 van de overeenkomst niet van toepassing is, of

(b)binnen drie dagen na het einde van de in artikel 43, lid 5, onder a), van de overeenkomst bedoelde termijn van 30 dagen, indien de voorleggingsprocedure van artikel 43 van de overeenkomst van toepassing is.

De Commissie deelt de Raad mee welke maatregelen zij heeft genomen.

Artikel 9

Toezicht

Voor de toepassing van artikel 34 van de overeenkomst wordt toezicht van de Unie ingesteld op de invoer van in bijlage V bij Protocol nr. 3 bij de overeenkomst vermelde goederen. De procedure van artikel 308 quinquies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie 11 is van toepassing.

Artikel 10

Dumping en subsidiëring

Wanneer zich praktijken voordoen die de Unie aanleiding kunnen geven om de bij artikel 42, lid 2, van de overeenkomst vastgestelde maatregelen te nemen, wordt over de instelling van antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen of beide besloten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1225/2009, respectievelijk Verordening (EG) nr. 597/2009.

Artikel 11

Concurrentie

1.In geval van een praktijk die de Commissie onverenigbaar acht met artikel 75 van de overeenkomst, neemt de Commissie, na de aangelegenheid op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat te hebben onderzocht, een besluit over de gepaste maatregel als bedoeld in artikel 75 van de overeenkomst.

De in artikel 75, lid 9, van de overeenkomst bedoelde maatregelen worden in geval van steun genomen volgens de procedures van Verordening (EG) nr. 597/2009.

2.Praktijken die aanleiding kunnen geven tot het nemen van maatregelen door Kosovo ten aanzien van de Unie op grond van artikel 75 van de overeenkomst, worden door de Commissie onderzocht, waarna zij besluit of die praktijken verenigbaar zijn met de beginselen van de overeenkomst. Indien nodig neemt de Commissie passende besluiten op grond van criteria die voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 101, 102 en 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 12

Fraude of niet-verlening van administratieve medewerking

1.Indien de Commissie, op grond van gegevens van een lidstaat of op eigen initiatief, vaststelt dat de in artikel 48 van de overeenkomst bedoelde omstandigheden zich voordoen, doet zij onverwijld het volgende:

(a)zij verstrekt informatie aan het Europees Parlement en de Raad alsmede

(b)zij stelt het Stabilisatie- en associatiecomité in kennis van haar bevindingen, samen met de objectieve informatie waarop die zijn gebaseerd, en pleegt overleg binnen het Stabilisatie- en associatiecomité.

2.Alle bekendmakingen op grond van artikel 48, lid 5, van de overeenkomst worden door de Commissie gedaan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3.De Commissie kan, door middel van uitvoeringshandelingen die zijn vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure, de preferentiële behandeling van producten tijdelijk schorsen, in overeenstemming met artikel 48, lid 4, van de overeenkomst.

Artikel 13

Comitéprocedure

1.Voor de toepassing van de artikelen 2, 4 en 12 van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 ingestelde Comité douanewetboek. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.Voor de toepassing van de artikelen 5 tot en met 8 van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 4 van Verordening (EG) nr. 260/2009 ingestelde Comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

3.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de onderzoeksprocedure overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

4.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de leden 1 tot en met 4 van artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in combinatie met artikel 5 van die verordening, van toepassing.

Artikel 14

Kennisgeving

De krachtens de overeenkomst vereiste kennisgevingen aan respectievelijk de Stabilisatie- en associatieraad en het Stabilisatie- en associatiecomité worden namens de Unie gedaan door de Commissie.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1) * Deze verwijzing laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(2) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(3) *Deze verwijzing laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(4) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(5) Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
(6) Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
(7) Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).
(8) Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).
(9) *Deze verwijzing laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(10) Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).
Top