EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016PC0071

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

COM/2016/071 final - 2016/043 (NLE)

Brussel, 15.2.2016

COM(2016) 71 final

2016/0043(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Volgens het Verdrag betreffende de werking van de EU dienen de lidstaten hun economisch beleid en de bevordering van de werkgelegenheid te beschouwen als aangelegenheden van gemeenschappelijk belang en deze in het kader van de Raad te coördineren. In twee afzonderlijke artikelen van het Verdrag is bepaald dat de Raad globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel 121) en richtsnoeren inzake werkgelegenheid (artikel 148) moet opstellen. Hierbij wordt erop gewezen dat de richtsnoeren inzake werkgelegenheid verenigbaar moeten zijn met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid. Gelet op deze rechtsgrondslag worden de richtsnoeren voor de werkgelegenheid en het economisch beleid gepresenteerd als twee afzonderlijke — maar intrinsiek met elkaar verbonden — rechtsinstrumenten:

een aanbeveling van de Raad betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie — Deel I van de geïntegreerde richtsnoeren van Europa 2020;

een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten — Deel II van de geïntegreerde richtsnoeren van Europa 2020.

De door deze rechtsinstrumenten uitgevoerde richtsnoeren vormen de geïntegreerde richtsnoeren voor de uitvoering van de Europa 2020-strategie. De werkgelegenheidsrichtsnoeren zijn op 5 oktober 2015 goedgekeurd en moeten, zoals vastgesteld in het goedkeuringsbesluit, alle aandacht richten op de uitvoering van het beleid.

De algemene doelstellingen en prioriteiten van de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid blijven geldig. Krachtens artikel 148, lid 2, dient de geldigheid daarvan voor 2016 na raadpleging van het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en het Comité voor de werkgelegenheid bij een besluit van de Raad te worden bevestigd.

2.RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

n.v.t.

3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

PB L 268 van 15.10.2015, blz. 28.

2016/0043 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 148, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement 1 ,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 2 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's 3 ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)In artikel 145 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bepaald dat de lidstaten en de Unie streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen teneinde de doelstellingen van artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) te bereiken.

(2)De door de Commissie voorgestelde "Europa 2020"-strategie stelt de Unie in staat haar economie te richten op een slimme, duurzame en inclusieve groei, die gepaard gaat met een hoog niveau van werkgelegenheid, productiviteit en sociale samenhang. Vijf kerndoelen, die in de relevante richtsnoeren worden vermeld, vormen gedeelde doelstellingen die de actie van de lidstaten sturen en rekening houden met hun uiteenlopende uitgangsposities en nationale omstandigheden, alsook met de posities en de omstandigheden van de Unie. De Europese werkgelegenheidsstrategie speelt de hoofdrol bij de uitvoering van de werkgelegenheids- en arbeidsmarktdoelstellingen van de nieuwe strategie.

(3)De geïntegreerde richtsnoeren stroken met de conclusies van de Europese Raad. Aan de hand van deze richtsnoeren kunnen de lidstaten hun nationale hervormingsprogramma's opstellen en hervormingen doorvoeren, als afspiegeling van hun onderlinge afhankelijkheid en in overeenstemming met het groei- en stabiliteitspact. De werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten de basis vormen voor eventuele landenspecifieke aanbevelingen die de Raad krachtens artikel 148, lid 4, VWEU tot de lidstaten kan richten, in combinatie met de krachtens artikel 121, lid 2, van dat Verdrag tot de lidstaten gerichte landenspecifieke aanbevelingen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten ook worden gebruikt als basis voor het opstellen van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid dat de Raad en de Europese Commissie jaarlijks toezenden aan de Europese Raad.

(4)Uit het onderzoek van de nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid blijkt dat de lidstaten alle mogelijke inspanningen moeten blijven richten op de volgende prioritaire gebieden: vergroting van de arbeidsmarktparticipatie en verlaging van de structurele werkloosheid, ontwikkeling van geschoolde arbeidskrachten die aan de behoeften van de arbeidsmarkt voldoen en bevordering van de arbeidskwaliteit en een leven lang leren, verbetering van de prestaties van de onderwijs- en opleidingsstelsels op alle niveaus en vergroting van de participatie in het tertiaire onderwijs, bevordering van de sociale inclusie en bestrijding van de armoede.

(5)De lidstaten moeten bij de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren nagaan in hoeverre van het Europees Sociaal Fonds gebruik kan worden gemaakt,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, als vastgesteld in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 oktober 2015 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten 4 , worden gehandhaafd voor 2016 en worden bij het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten in aanmerking genomen.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1) PB C […] van […], blz. […].
(2) PB C […] van […], blz. […].
(3) PB C […] van […], blz. […].
(4) Besluit (EU) 2015/1848 van de Raad van 5 oktober 2015 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2015 (PB L 268 van 15.10.2015, blz. 28).
Top