EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015PC0669

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole (Voor de EER relevante tekst)

COM/2015/0669 final - 2015/0308 (COD)

Straatsburg, 15.12.2015

COM(2015) 669 final

2015/0308(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole

(Voor de EER relevante tekst)


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Momenteel zijn er in de lidstaten meer dan 300 civiele en militaire autoriteiten die belast zijn met de uitvoering van kustwachtfuncties in zeer uiteenlopende domeinen, zoals maritieme veiligheid, beveiliging, opsporing en redding, grenscontrole, visserijcontrole, douanecontrole, algemene rechtshandhaving en milieubescherming. De nationale autoriteiten worden bij de uitoefening van die functies bijgestaan door een aantal EU-agentschappen, met name het Europees grens- en kustwachtagentschap, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en het Europees Bureau voor visserijcontrole.

In 2014 heeft de Commissie een haalbaarheidsstudie afgerond waarbij werd onderzocht of er behoefte is aan meer samenwerking en coördinatie tussen de nationale organen en agentschappen die kustwachtfuncties uitoefenen. Uit deze studie zijn een aantal domeinen naar voren gekomen waar nauwere samenwerking gewenst is, met name op het gebied van operationele bewaking en gegevensuitwisseling, die al deze functies ondersteunen.

Vervolgens is de behoefte aan nauwere samenwerking en coördinatie tussen met kustwachtfuncties belaste autoriteiten erkend in de wetgeving van de Unie inzake maritiem vervoer, de maritieme veiligheidsstrategie van de Europese Unie met een door de Raad in 2014 goedgekeurd actieplan en in de door de Commissie in 2015 goedgekeurde Europese migratieagenda.

Doel van dit wetsvoorstel ter versterking van de Europese samenwerking inzake kustwachtfuncties is een betere samenwerking en coördinatie tussen de betrokken EU-agentschappen met het oog op meer synergieën tussen hun respectieve diensten zodat zij doeltreffendere en meer kostenefficiënte multifunctionele diensten kunnen aanbieden aan de met kustwachtfuncties belaste nationale autoriteiten.

Dit wetsvoorstel maakt deel uit van een reeks door de Commissie voorgestelde maatregelen voor een betere bescherming van de buitengrenzen van Europa, waaronder Europese samenwerking inzake kustwachtfuncties, met onder meer een voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) en een voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van een Europees grens- en kustwachtagentschap. De belangrijkste wijzigingen in dit voorstel komen overeen met de voorgestelde wijzigingen van de verordening tot oprichting van EMSA en met de voorgestelde bepalingen betreffende Europese samenwerking inzake kustwacht in het voorstel voor een verordening tot oprichting van een Europees grens- en kustwachtagentschap.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Dit voorstel is in overeenstemming met het beleid inzake visserijcontrole, dat de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet bevorderen door de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) op te voeren en door te zorgen voor een doeltreffend visserijcontrolesysteem van de Unie. Ook is het in overeenstemming met de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie op een manier die complementair is aan het gemeenschappelijk visserijbeleid. Tot slot is het in overeenstemming met de bevoegdheden van het EBVC, die de tenuitvoerlegging van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie en de strijd tegen IOO-visserij omvatten.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De doelstelling van dit initiatief is een nauwere samenwerking en coördinatie tussen de betrokken autoriteiten van de lidstaten, EU-agentschappen en andere met kustwachtfuncties belaste organen om zo tot een Europe(e)s(e) kustwachtcapaciteit/-systeem te komen. Het probleem is dat kustwachtfuncties, zoals grenscontrole, opsporings- en reddingsacties, visserijcontrole, bestrijding van vervuiling enz., momenteel door meer dan 300 autoriteiten in de lidstaten worden uitgevoerd en dat deze niet altijd goed op elkaar zijn afgestemd, zelfs niet op nationaal niveau. Aangezien dit voorstel samenwerking en coördinatie tussen met kustwachtfuncties belaste autoriteiten bevordert, is het volledig in overeenstemming met het beleid van de Unie inzake migratie en inzake vervoer en mobiliteit.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, van het VWEU inzake de vaststelling van de bepalingen die nodig zijn om de doelstellingen van het GVB na te streven.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De inzet van het voorstel is steun aan de nationale autoriteiten die kustwachtfuncties uitoefenen op nationaal en EU-niveau en waar passend op internationaal niveau. Het voorstel kadert in het controlebeleid dat erop gericht is een doeltreffend controlesysteem toe te passen om ervoor te zorgen dat alle GVB-voorschriften worden nageleefd, wat een exclusieve bevoegdheid van de Unie is. Het subsidiariteitsbeginsel is in deze context dus niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel is gericht op een versterking van de capaciteit van de EU-kustwacht om een antwoord te bieden op bedreigingen en risico's op maritiem gebied, onder meer door een betere samenwerking tussen alle betrokken civiele en militaire actoren. Op die manier kan dubbel werk worden vermeden en kan tegelijk worden gewaarborgd dat de voornaamste actoren (met name EU-agentschappen) op coherente en doeltreffende wijze handelen en samen synergieën ontwikkelen. Er wordt rekening gehouden met de behoefte aan meer controle op maritiem gebied en tegelijkertijd wordt de werklast voor nationale en EU-administraties verlaagd.

Keuze van het instrument

Aangezien het doel van het voorstel erin bestaat de verordening tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole te wijzigen, moet een verordening worden voorgesteld.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

N.v.t. (dit initiatief kadert in de uitvoering van verbintenissen die zijn vervat in de Europese migratieagenda betreffende kustwachtactiviteiten).

Raadplegingen van belanghebbenden

N.v.t.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

N.v.t.

Effectbeoordeling

N.v.t.: er werd nog geen eerdere specifieke actie inzake kustwachtcapaciteit op EU-niveau ondernomen. Bijgevolg is er geen bestaand te beoordelen beleid.

Wel werd in 2014 in opdracht van DG MOVE een haalbaarheidsstudie 1 uitgevoerd. Bij deze studie werden zo'n 316 civiele en militaire autoriteiten van de lidstaten in kaart gebracht die belast zijn met kustwachtfuncties en die samenwerken via 70 verschillende structuren. Uit de studie bleken belangrijke tekortkomingen in de bestaande samenwerking, zoals het gebrek aan informatie over de opdracht, de bevoegdheden en capaciteiten van andere autoriteiten; het beperkte aantal operationele middelen; het gebrek aan interoperabiliteit tussen systemen, processen en middelen; de beperkte gezamenlijke planning en beperkt aantal gezamenlijke acties.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Dit initiatief maakt geen deel uit van de REFIT-agenda, maar de voornaamste beginselen ervan dienen te worden toegepast.

Grondrechten

N.v.t.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit initiatief zal leiden tot een toename van de EU-bijdrage in het EBVC van ongeveer 7,5 miljoen per jaar (wat neerkomt op 30,148 miljoen euro voor de periode 2017-2020) en tot de aanwerving van 13 tijdelijke personeelsleden (zie het financieel memorandum in bijlage).

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplannen en regelingen voor monitoring, evaluatie en verslaglegging

Aangezien deze maatregel door het EBVC zal worden uitgevoerd, zal de evaluatie ervan worden opgenomen in de vijfjaarlijkse evaluatie van het bureau, waarna de bevindingen en aanbevelingen door de Commissie zullen worden doorgezonden aan het Europees Parlement en de Raad en openbaar zullen worden gemaakt.

Toelichtende stukken (voor richtlijnen)

N.v.t.

Gedetailleerde toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Het EBVC strijdt momenteel mee tegen IOO-visserij. De ervaring van het EBCV in de strijd tegen IOO-visserij op internationaal niveau is van groot belang voor de Europese kustwachtcapaciteit en grenscontrole omdat IOO-visserij vaak hand in hand gaat met andere criminele maritieme activiteiten. Het EBVC heeft deskundigheid opgebouwd, ook op internationaal niveau, op het gebied van strategieën voor risicobeheer, identificatie van mogelijke IOO-belangen door middel van de analyse van duizenden vangstcertificaten, operationele coördinatie en inspectie. In dit opzicht biedt het bureau derde landen actieve bijstand aan de hand van opleiding en activiteiten op het vlak van capaciteitsopbouw. Dankzij zijn internationale mandaat heeft het EBVC reeds een beduidende deskundigheid opgebouwd in de uitvoering van gemeenschappelijke inspectieplatforms en beschikt het over een geprivilegieerd netwerk met EU- en derde landen. Recentelijk heeft het EBCV in de Middellandse Zee inspecteurs uitgewisseld met Turkije en het biedt regelmatig cursussen aan voor zowel inspecteurs uit de EU als uit Albanië, Turkije, Libanon, Israël, Egypte, Tunesië, Algerije en Marokko.

1.De verordening heeft betrekking op uitwisseling van informatie die is ontstaan uit het samenbrengen en analyseren van gegevens uit scheepsrapporteringssystemen en andere informatiesystemen die worden gehost door de agentschappen of waartoe zij toegang hebben. Ze zal kennisuitwisseling tussen de agentschappen bevorderen. Zo zal het voor het EBCV mogelijk worden systemen voor uitwisseling tussen de agentschappen op te zetten, alle desbetreffende haalbaarheidsstudies uit te voeren en een permanente gegevensdienst en een EU-gegevensknooppunt op te richten. Op basis van zijn ervaring met monitoring-, controle- en toezichtsmaatregelen voor de visserij via gezamenlijke inzetplannen en Unie-inspecteurs en door het actieterrein uit te breiden en gezamenlijke acties te organiseren met inspecteurs die bevoegd zijn in verschillende beleidsdomeinen (mensenhandel, migrantensmokkel, visserij, grenswacht, milieu, drugshandel, wapensmokkel, scheepsveiligheid enz.) zal het EBCV een betere ondersteuning kunnen bieden voor de uitwisseling van gegevens die zijn verzameld bij zijn controle- en inspectieactiviteiten, onder meer via satellietvolgsystemen voor vissersvaartuigen (VMS) en elektronische meldingssystemen (ERS). VMS zijn satellietvolgsystemen. Ze bieden informatie over de realtime-positie alsook over de geschiedenis van de bewegingen op zee van elk vaartuig op elk moment. Deze gegevens zijn erg nuttig in de context van migratiecontrole, meer bepaald bij grenscontroles en opsporings- en reddingsacties. Op basis van deze gegevens kan een vissersvaartuig worden opgespoord dat een haven aandoet om immigranten aan boord te nemen. Aangezien deze gegevens ook betrekking hebben op de snelheid van het vaartuig, kan bijvoorbeeld aan het licht worden gebracht dat een vaartuig trager vaart omdat het te zwaar geladen is met migranten of omdat het een ander vaartuig voorttrekt. ERS-systemen worden door vissers gebruikt om hun visserijactiviteiten elektronisch te registreren en te melden. Ze kunnen dus abnormale of illegale activiteiten aan het licht brengen door een vergelijking te maken met soortgelijke gegevens over soortgelijke activiteiten in een bepaald gebied. Aangezien deze gegevens ook een aanlandingsaangifte bevatten, maken ze het mogelijk te achterhalen waar een vaartuig is aangeland en eventueel illegale migranten aan boord heeft genomen.

2.Deze verordening heeft betrekking op het aanbieden van bewakings- en communicatiediensten op basis van geavanceerde technologie, waaronder in de ruimte gestationeerde infrastructuur en infrastructuur op het vasteland en op een platform bevestigde sensoren. Op die manier kan het bureau de samenwerking tussen nationale, Europese en internationale partners institutionaliseren. Zo kan het een risicokader voor monitoring, controle en toezicht op hoog niveau ontwikkelen dat de reeds bestaande nationale en regionale kaders omvat. Met name zullen in coördinatie met de andere agentschappen activiteiten kunnen worden uitgevoerd die gericht zijn op het opsporen van onregelmatige activiteiten. De voorbije jaren heeft het EBCV aanzienlijk wat ervaring opgedaan met de correlatie, analyse en interpretatie van maritieme informatie dankzij zijn deelname aan FP7-projecten en zijn samenwerking met EMSA voor de ontwikkeling van EFCA MARSURV IMDatE. Tegenwoordig beschikt het EBCV over een vermaarde capaciteit om een grondige monitoring van gedrag te verrichten, wat tot een doeltreffendere inzet van de beschikbare patrouillemiddelen leidt. Het bureau behoort tot de toekomstige eindgebruikers van de Copernicus-veiligheidsdiensten en wil deze capaciteit en de resultaten ervan dan ook verder ontwikkelen en delen met andere agentschappen.

3.De verordening heeft betrekking op capaciteitsopbouw op nationaal en EU-niveau door middel van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken en door de ondersteuning van opleiding en uitwisseling van personeel, met het oog op een betere informatie-uitwisseling en een intensievere samenwerking op het gebied van kustwachtfuncties. Dit zal het EBCV helpen bij de bewustmaking inzake maritieme veiligheid, beveiliging, opsporings- en reddingsacties en grens- en visserijcontrole. Dankzij de verordening zal het agentschap ook de deskundigheid kunnen verhogen door middel van de opstelling en verspreiding van opleidingsmateriaal en handleidingen. Het EBCV kan tevens zorgen voor aanbevelingen van deskundigen inzake doeltreffende handhavingsmethoden met betrekking tot de controle-, toezichts- en monitoringregelgeving.

4.De verordening heeft betrekking op capaciteitsverdeling, met inbegrip van de planning en uitvoering van multifunctionele acties en de uitwisseling van middelen en andere capaciteiten tussen sectoren en over grenzen heen. Het EBCV zal zijn controle- en inspectieactiviteiten kunnen opdrijven en nieuwe soorten acties kunnen uitvoeren die erop gericht zijn criminele activiteiten op te sporen, smokkelroutes te doorbreken en de handhaving van EU- en nationale wetgeving te waarborgen. De huur van een patrouillevaartuig maakt een doeltreffende multifunctionele benadering mogelijk, niet enkel voor de opsporing van illegale visserijactiviteiten en andere criminele activiteiten, maar ook voor de ondersteuning van een doeltreffender beheer van de buitengrenzen van de EU in het algemeen.

2015/0308 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Nationale autoriteiten die kustwachtfuncties uitvoeren, zijn belast met een hele waaier aan taken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot maritieme veiligheid, beveiliging, opsporing en redding, grenscontrole, visserijcontrole, douanecontrole, algemene rechtshandhaving en milieubescherming.

(2)Bij de uitoefening van de meeste van deze functies worden de nationale autoriteiten bijgestaan door het bij Verordening XX/XX 2 opgerichte Europees grens- en kustwachtagentschap, het Europees Bureau voor visserijcontrole en het bij Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad 3 opgerichte Europees Agentschap voor maritieme veiligheid.

(3)Zij dienen derhalve nauwer samen te werken met elkaar en met die nationale autoriteiten die kustwachtfuncties uitvoeren, met het oog op een betere maritieme situatiekennis en op de ondersteuning van coherente en kostenefficiënte actie.

(4)Verordening (EG) nr. 768/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Verordening (EG) nr. 768/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 3 wordt het volgende punt ingevoegd:

"j) samen te werken met het Europees grens- en kustwachtagentschap en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid om de met kustwachtfuncties belaste nationale autoriteiten te ondersteunen door hen diensten, informatie, uitrusting en opleiding te bieden en door multifunctionele actie te coördineren.".

2) Het volgende artikel 7 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 7 bis

Europese samenwerking inzake kustwachtfuncties

1.Het agentschap, in samenwerking met het Europees grens- en kustwachtagentschap en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid, ondersteunt de nationale autoriteiten die kustwachtfuncties uitoefenen op nationaal en Unieniveau en waar passend op internationaal niveau door middel van:

a)uitwisseling van informatie die is ontstaan uit het samenbrengen en analyseren van gegevens uit scheepsrapporteringssystemen en andere informatiesystemen die worden gehost door de agentschappen of waartoe zij toegang hebben, overeenkomstig hun respectieve rechtsgrondslagen en onverminderd het eigendomsrecht van de lidstaten op gegevens;

b)het aanbieden van bewakings- en communicatiediensten op basis van geavanceerde technologie, waaronder in de ruimte gestationeerde infrastructuur en infrastructuur op het vasteland en op een platform bevestigde sensoren, zoals systemen van op afstand bestuurde luchtvaartuigen;

c)capaciteitsopbouw door middel van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken en door de ondersteuning van opleiding en uitwisseling van personeel, met het oog op een betere informatie-uitwisseling en een intensievere samenwerking op het gebied van kustwachtfuncties;

d)capaciteitsverdeling, met inbegrip van de planning en uitvoering van multifunctionele acties en de uitwisseling van middelen en andere capaciteiten tussen sectoren en over grenzen heen.

2.    De modaliteiten voor de samenwerking inzake kustwachtfuncties tussen het Europees Bureau voor visserijcontrole en het Europees grens- en kustwachtagentschap en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid worden vastgesteld in een werkovereenkomst overeenkomstig de voor de agentschappen geldende financiële regelgeving.

3.    De Commissie kan, in de vorm van een aanbeveling, een praktische handleiding over Europese samenwerking inzake kustwachtfuncties aannemen, die richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken voor de informatie-uitwisseling en de samenwerking op nationaal, Unie- en internationaal niveau omvat.".

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdrage van derden aan de financiering

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 4  

ABB-activiteit 06 van DG MARE: Waarborging van duurzame visserij en van een stabiele aanvoer van vis en schaal- en schelpdieren, ontwikkeling van de maritieme economie en waarborging van welvarende kustgemeenschappen.

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 5  

Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie 

Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

De Commissie breidt de operationele capaciteit van de Unie voor de bescherming van de Europese grenzen uit om de nieuwe gemeenschappelijke Europese regels voor het straffen van mensensmokkelaars toe te passen en streng toe te zien op de naleving ervan.

De Commissie geeft de aanzet tot een gemeenschappelijke benadering op EU-niveau voor toekomstige actie ter verbetering van de samenwerking en de coördinatie tussen de betrokken autoriteiten van de lidstaten, EU-agentschappen en andere met kustwachtfuncties belaste organen om zo tot een Europe(e)s(e) kustwachtcapaciteit/-systeem te komen.

Het Europees Bureau voor visserijcontrole wordt aangemaand tot de ondersteuning, in samenwerking met het Europees grens- en kustwachtagentschap en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid, van de nationale autoriteiten die kustwachtfuncties uitoefenen op nationaal en Unieniveau en waar passend op internationaal niveau.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke doelstelling nr.

Benutting van de ervaring en vaardigheden van het Europees Bureau voor visserijcontrole op het gebied van operationele coördinatie van het controlebeleid en capaciteitsopbouw, onder meer binnen de internationale dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid, ter ondersteuning van de nationale autoriteiten die kustwachtfuncties uitoefenen op nationaal en Unieniveau en waar passend op internationaal niveau.

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

11.06

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen

Bereiken van een doeltreffende situatiekennis door de ontwikkeling van een door de EU-agentschappen en de lidstaten gedeeld gemeenschappelijk erkend operationele situatiebeeld;

bereiken van een hoge kans op opsporing, identificatie, classificatie en volgen van vaartuigen en boten die zich verplaatsen in de richting van en binnen de EU-wateren en van de activiteiten van deze vaartuigen en boten;

bereiken van ruime toepasbaarheid, responsiviteit, doeltreffendheid en doelmatigheid van de inzet van operationele capaciteit, waaronder systemen van op afstand bestuurde luchtvaartuigen, binnen een sectoroverschrijdende benadering;

creëren van een gelijk speelveld door ervoor te zorgen dat het operationeel personeel dat betrokken is bij kustwachtfuncties in de lidstaten, de EU-agentschappen en waar van toepassing in derde landen, de doelstellingen van het beleid nastreeft; samenwerkt; personeel, informatie en kennis uitwisselt en gemeenschappelijke methodologieën naleeft via de ontwikkeling van gemeenschappelijke richtsnoeren, beste praktijken, opleiding over de rechtsbeginselen en andere activiteiten voor capaciteitsopbouw.

1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

Doeltreffende situatiekennis: % met kustwachtfuncties belaste EU-agentschappen en organen van de lidstaten die toegang hebben tot en input leveren voor het gemeenschappelijke erkende operationele situatiebeeld;

Hoge kans op opsporing: % door middel van coöperatieve systemen opgespoorde bewegingen, steekproefsgewijs vergeleken met niet-coöperatieve systemen;

Hoge kans op opsporing, identificatie, classificatie en volgen van vaartuigen: % van elk, in vergelijking met het aantal opgespoorde bewegingen;

Inzet van operationele capaciteit: % operationele capaciteit die daadwerkelijk is ingezet ten opzichte van de planning;

Gelijk speelveld: % sectoroverschrijdende opleiding van operationeel personeel dat betrokken is bij kustwachtfuncties in de lidstaten, de EU-agentschappen en waar van toepassing in derde landen.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

De modaliteiten voor de samenwerking inzake kustwachtfuncties tussen het Europees Bureau voor visserijcontrole en het Europees grens- en kustwachtagentschap en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid worden vastgesteld in een werkovereenkomst overeenkomstig de voor de agentschappen geldende financiële regelgeving.

De Commissie kan uitvoeringsbepalingen goedkeuren overeenkomstig artikel 110 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

De betrokkenheid van de EU speelt een belangrijke rol omdat de actie van de lidstaten alleen niet zal volstaan om de doelstellingen van het beleid te verwezenlijken:

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van kustwachtfuncties is verdeeld over 316 overheidsinstanties in de kustlidstaten van de EU.

Ondanks bestaande vormen van samenwerking en synergieën is er nog steeds een bepaalde mate van hokjesdenken aanwezig in de EU-agentschappen.

Een betere capaciteitsverdeling tussen de kustwachtautoriteiten en de EU-agentschappen zal bijdragen tot een ruime toepasbaarheid, responsiviteit, doeltreffendheid en doelmatigheid.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De coördinatie, via gezamenlijke inzetplannen, tussen lidstaten die betrokken zijn bij de controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, bleek zinvol, doeltreffend en doelmatig voor de verbetering van de duurzaamheid van bepaalde visbestanden, zoals blauwvintonijn en kabeljauw.

1.5.4.Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

De lidstaten kunnen gebruikmaken van de kredieten van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

1.6.Duur en financiële gevolgen

   Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

   Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

   Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

   Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf 2016 tot en met 2017,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 6  

   Direct beheer door de Commissie

   door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen.

   Gedeeld beheer met de lidstaten

   Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;

◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

☑ de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

◻ publiekrechtelijke organen;

◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Deze actie is onderworpen aan de regels inzake het toezicht en de verslagen van het EBCV (ze zal met name worden opgenomen in het werkprogramma en het jaarrapport van het EBCV, die worden besproken in de raad van bestuur).

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.2.1.Mogelijke risico’s

Terughoudendheid bij de lidstaten en andere EU-agentschappen om samen te werken en gegevens uit te wisselen.

2.2.2.Informatie over het opgezette interne controlesysteem

Op deze actie zal toezicht worden gehouden in het kader van het interne controlesysteem van het EBCV.

2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico

De materialiteitsdrempel van het EBCV bedraagt 4 500 EUR en het verwachte foutenrisico ligt lager;

de uitvoeringskosten van de externe ex-post-controles en van het interne controlesysteem bedragen minder dan 1 % van de lopende EBCV-begroting (zonder rekening te houden met de investeringen voor bedrijfscontinuïteit en de salarissen van het betrokken personeel);

de baten op het gebied van imago en vertrouwen zijn zeer groot.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

Op deze activiteit zullen de EBCV-maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden van toepassing zijn. Het EBCV kan worden onderworpen aan audits door de Europese Rekenkamer en door de dienst Interne Audit.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgaven

Bijdrage

Nummer
[Rubriek………………………...……………]

GK/ NGK 7

van EVA-landen 8

van kandidaat-lidstaten 9

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

Artikel 11 06 64 – Europees Bureau voor visserijcontrole

NGK

NEE

NEE

NEE

NEE

Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen: n.v.t.

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgaven

Bijdrage

Nummer
[Rubriek………………………...……………]

GK/ NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

[XX.YY.YY.YY]

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële
kader

Nummer 2

Artikel 11 06 64 – Europees Bureau voor visserijcontrole

Europees Bureau voor visserijcontrole

Jaar

Jaar

Jaar

Jaar

TOTAAL 

2017

2018

2019

2020

Titel 1: Personeelsuitgaven

Vastleggingen

-1

1,800

1,550

1,450

1,464

6,264

Betalingen

-2

1,800

1,550

1,450

1,464

6,264

Titel 2: Gebouwen en andere administratieve uitgaven

Vastleggingen

(1a)

0,166

0,166

0,166

0,166

0,664

Betalingen

(2a)

0,166

0,166

0,166

0,166

0,664

Titel 3: Operationele uitgaven

Vastleggingen

(3 a)

5,930

5,880

5,730

5,680

23,220

Betalingen

(3b)

5,930

5,880

5,730

5,680

23,220

TOTAAL kredieten voor EBCV

Vastleggingen

=1+1a +3a

7,896

7,596

7,346

7,310

30,148

Betalingen

=2+2a

7,896

7,596

7,346

7,310

30,148

+3b








Rubriek van het meerjarige financiële
kader

5

"Administratieve uitgaven"

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

DG: MARE

• Personele middelen

0

0

0

0

0

• Andere administratieve uitgaven

0

0

0

0

0

TOTAAL DG MARE

Kredieten

0

0

0

0

0

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

0

0

0

0

0

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarige financiële kader
 

Vastleggingen

7,896

7,596

7,346

7,310

30,148

Betalingen

7,896

7,596

7,346

7,310

30,148

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten (TITEL III)

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

 

 

Jaar

Jaar

Jaar

Jaar

TOTAAL

 

 

 

2017

2018

2019

2020

OUTPUTS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Type [1]

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 3
Bevordering van de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid door de strijd tegen IOO-visserij op te voeren en door middel van een doeltreffend viserijcontrolesysteem van de Unie en een passend gegevensuitwisselingsknooppunt

Aanbieden van bewakings- en communicatiediensten (met inbegrip van personeels- en admin. kosten)
*Haalbaarheidsonderzoek
*Oprichting van centraal gegevensuitwisselingsknooppunt

Systeem voor gegevensuitwisseling tss agentschappen (aantal projecten)

0,025

2

0,050

2

0,050

2

0,050

2

0,050

8

0,200

Haalbaarheidsstudie

0,100

1

0,100

 

 

 

 

 

 

1

0,100

EU-gegevensuitwisselingsknooppunt (aantal projecten)

0,040

1

0,050

3

0,200

3

0,100

3

0,050

10

0,400

EU-gegevensknooppunt (met inbegrip van personeels- en admin. kosten)
*Verzameling, uitwisseling en analyse van gegevens (CISE, MARSURV, ...)

Beschikbaarheid van aardobservatie- en satellietgegevens (aantal gegevensreeksen)

0,100

5

0,500

5

0,500

5

0,500

5

0,500

20

2,000

Leveren van permanente dienst voor gegevensuitwisseling en analyse aan de betrokken belanghebbenden

0,488

1

0,550

1

0,500

1

0,450

1

0,450

4

1,950

Gezamenlijke inzet van middelen en andere capaciteiten (met inbegrip van personeels- en admin. kosten)
*Huur van inspectieplatformen
*Uitwisseling van andere capaciteiten
*Dienstreizen en vergaderingen

Beschikbaarheid van extra inspectiemiddelen (dagen huur)

0,015

275

4,000

275

4,000

275

4,000

275

4,000

1100

16,000

Verhoogde inspectiecapaciteit (aantal inspectiebezoeken)

0,008

15

0,120

15

0,120

15

0,120

15

0,120

60

0,480

Aanmaken van databanken (hardware, software, gedeelde capaciteit, ...)

0,063

1

0,100

1

0,050

1

0,050

1

0,050

4

0,250

Activiteiten voor capaciteitsopbouw (met inbegrip van personeels- en admin. kosten)
*Handleiding en opleidingsmateriaal
*Uitwisseling van personeel met andere agentschappen en derde landen

Opstellen van richtsnoeren, een handleiding en aanbevelingen voor belanghebbenden in kustwachtfuncties

0,100

1

0,100

1

0,100

1

0,100

1

0,100

4

0,400

Uitwisseling van personeel tussen EBCV, lidstaten en derde landen (aantal dienstreizen)

0,012

30

0,360

30

0,360

30

0,360

30

0,360

120

1,440

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

 

 

332

5,930

333

5,880

333

5,730

333

5,680

1331

23,220

TOTALE KOSTEN

 

 

332

5,930

333

5,880

333

5,730

333

5,680

1331

23,220

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de personele middelen van EBCV

3.2.3.1.Samenvatting

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

 

Jaar

Jaar

Jaar

Jaar

TOTAAL

2017

2018

2019

2020

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)

1,260 

1,085 

1,015 

1,025 

4,385

Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)

0,540 

0,465 

0,435 

0,439 

1,879

Arbeidscontractanten

 

 

 

 

0

Tijdelijk personeel

1,800

1,550

1,450

1,464

6,264

Gedetacheerde nationale deskundigen

 

 

 

 

-

TOTAAL

1,800

1,550

1,450

1,464

6,264

Vermeld de geplande datum van indiensttreding en pas het aantal dienovereenkomstig aan (als de indiensttreding in juli plaatsvindt, wordt slechts rekening gehouden met 50 % van de gemiddelde kosten). Vermeld nadere informatie in een bijlage.

Op basis van de reserve-aanwervingslijsten die momenteel beschikbaar zijn voor gebruik door het agentschap en van de geraamde tijd die nodig is om nieuwe aanwervingsprocedures te organiseren, raamt het EBCV de volgende startdata:

   12 tijdelijke personeelsleden (9 AD en 3 AST) gaan aan de slag in januari 2017.

1 tijdelijk personeelslid (AST) gaat aan de slag in januari 2018.

De personeelskosten voor 2017 zijn aangepast aan de hand van de geraamde inrichtingskosten (verhuizing, inrichtingsvergoeding enz.).

In onderstaande tabel zijn de gevolgen van het huidige voorstel voor het totale aantal in de lijst van het aantal ambten van het agentschap opgenomen posten weergegeven.

2016

2017

2018

2019

2020

Basis – COM(2013)519

51

49

48

48

48

Extra posten

-

12

13

13

13

Totaal

51

61

61

61

61

3.2.3.2.Geraamde behoefte aan personele middelen voor het verantwoordelijke DG

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdsequivalenten

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar N+2

Jaar N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

0

0

0

0

XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

XX 01 01 02 (delegaties)

XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

10 01 05 01 (eigen onderzoek)

Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 10

0

0

0

0

XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")

XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)

XX 01 04 jj 11

- zetel 12

- delegaties

XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)

10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (geef aan welk)

TOTAAL

0

0

0

0



XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Extern personeel

De beschrijving van de berekening van de kosten per voltijdsequivalent dient in het derde onderdeel van bijlage V te worden opgenomen.

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

X    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader 13 .

   Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader.

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

   Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5.Bijdrage van derden aan de financiering: n.v.t.

Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder geraamd:

Kredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten



3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

   voor de diverse ontvangsten

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 14

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel …

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen": vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

(1) http://ec.europa.eu/transport/modes/maritime/studies/doc/2014-06-icf-coastguard.pdf
(2) Verordening XX/XX van het Europees Parlement en de Raad van XX enz.
(3) Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).
(4) ABM: activity-based management (activiteitsgestuurd management); ABB: activity-based budgeting (activiteitsgestuurde begroting).
(5) In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(6) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html
(7) GK = gesplitste kredieten, NGK = niet-gesplitste kredieten.
(8) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(9) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(10) AC (agent contractuel) = arbeidscontractant; AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END (expert national détaché) = gedetacheerd nationaal deskundige; INT (intérimaire) = uitzendkracht; JED (jeune expert en délégation) = jonge deskundige in delegaties.
(11) Subplafond voor extern personeel betaald uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
(12) Voornamelijk voor de structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Visserijfonds (EVF).
(13) De huidige financiële programmering voor artikel 11 06 64 – Europees Bureau voor visserijcontrole zal over de periode 2017-2020 echter worden verhoogd met in totaal 30,148 miljoen EUR.
(14) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.
Top