Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015PC0467

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

    COM/2015/0467 final - 2015/0224 (NLE)

    Brussel, 30.9.2015

    COM(2015) 467 final

    2015/0224(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Op basis van de desbetreffende onderhandelingsrichtsnoeren 1 heeft de Commissie onderhandelingen gevoerd met de regering van Liberia met het oog op het sluiten van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van een protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan. Na afloop van deze onderhandelingen zijn op 5 juni 2015 een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol geparafeerd. Zij bestrijken een periode van vijf jaar vanaf de datum van voorlopige toepassing, d.w.z. vanaf de datum van de ondertekening ervan, als vastgesteld in artikel 15 van de overeenkomst en artikel 12 van het protocol.

    De nieuwe overeenkomst is bedoeld om een strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia tot stand te brengen binnen een kader waarin rekening wordt gehouden met de prioriteiten van het hervormd gemeenschappelijk visserijbeleid en de externe dimensie van dat beleid.

    Het nieuwe protocol is er in de eerste plaats op gericht om de Unievaartuigen vangstmogelijkheden in de visserijzone van Liberia te bieden op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, met inachtneming van de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT – International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas) en, indien van toepassing, binnen de grenzen van het beschikbare overschot. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een verkennende evaluatie waarin externe deskundigen zijn nagegaan in hoeverre het opportuun is om een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol te sluiten. Voorts wordt beoogd om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia te versterken met het oog op de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Liberiaanse visserijzone.

    Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende categorieën:

       28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

       6 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

    De Commissie stelt dan ook voor dat de Raad, met instemming van het Europees Parlement, de sluiting van deze nieuwe overeenkomst en dit nieuwe protocol bij besluit goedkeurt.

    2.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie vooraf van een mogelijke partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en het bijbehorende protocol tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen deskundigen uit de lidstaten en het bedrijfsleven geraadpleegd. Voorts zijn de Liberiaanse visserijautoriteiten en belanghebbenden geraadpleegd in een technische vergadering. Uit dit overleg is naar voren gekomen dat het voor de Unie en de Republiek Liberia gunstig zou zijn een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met bijbehorend protocol te sluiten.

    3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

    Parallel aan deze procedure lopen procedures met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan, en met betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden aan de lidstaten van de Unie.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De jaarlijkse financiële tegenprestatie bedraagt 715 000 EUR voor het eerste jaar, 650 000 EUR voor het tweede, het derde en het vierde jaar en 585 000 EUR voor het vijfde jaar, en is berekend op basis van:

    a) een referentietonnage van 6 500 ton waarvoor een bedrag voor de toegang tot de visserijzone wordt betaald van 357 500 EUR voor het eerste jaar, 325 000 EUR voor het tweede, het derde en het vierde jaar en 292 500 EUR voor het vijfde jaar, en

    b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Republiek Liberia ten belope van 357 500 EUR voor het eerste jaar, 325 000 EUR voor het tweede, het derde en het vierde jaar en 292 500 EUR voor het vijfde jaar. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer bepaald aan de behoeften van de Republiek Liberia met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek, de ambachtelijke visserij, de monitoring, controle en bewaking van de visserij en de bestrijding van illegale visserij.

    2015/0224 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 7,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement 2 ,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)De Europese Unie en de Republiek Liberia hebben onderhandeld over een vijfjarige, stilzwijgend verlengbare partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (hierna "de overeenkomst" genoemd) en een protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan, waarbij aan Unievaartuigen vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Liberia de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft.

    (2)De overeenkomst en het protocol zijn overeenkomstig Besluit (EU) 2015/... 3 op [...] ondertekend en worden met ingang van de datum van ondertekening voorlopig toegepast.

    (3)De overeenkomst en het protocol moeten worden goedgekeurd.

    (4)Bij artikel 8 van de overeenkomst wordt een gemengde commissie opgericht die wordt belast met het toezicht op de toepassing ervan. Voorts kan de gemengde commissie overeenkomstig het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken dient de Commissie, onder bepaalde voorwaarden, te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan worden namens de Unie goedgekeurd.

    De tekst van de overeenkomst en die van het protocol zijn als bijlage I en bijlage II bij dit besluit gevoegd.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die bevoegd is (zijn) om namens de Unie de in artikel 16 van de overeenkomst en in artikel 13 van het protocol bedoelde kennisgevingen te doen, waarmee de instemming van de Unie om door de overeenkomst en het protocol gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.

    Artikel 3

    De Europese Commissie wordt, met inachtneming van de bepalingen en voorwaarden van bijlage III bij dit besluit, gemachtigd om, namens de Unie, haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het protocol die worden vastgesteld door de krachtens artikel 8 van de overeenkomst opgerichte gemengde commissie.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

    1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

    1.3.Aard van het voorstel/initiatief

    1.4.Doelstelling(en)

    1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

    1.6.Duur en financiële gevolgen

    1.7.Beheersvorm(en)

    2.BEHEERSMAATREGELEN

    2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

    2.2.Beheers- en controlesysteem

    2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

    3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

    3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

    3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

    3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

    3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

    3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

    3.2.5.Bijdragen van derden

    3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

    1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 4  

    11. – Maritieme zaken en visserij

    11.03 – Verplichte bijdragen aan regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) en andere internationale organisaties en duurzamevisserijovereenkomsten (DVO’s)

    1.3.Aard van het voorstel/initiatief

    X Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

    Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 5  

    Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie 

    Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie 

    1.4.Doelstelling(en)

    1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

    Het onderhandelen over en sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij met derde landen sluit aan bij de algemene doelstelling, namelijk de Unievissersvaartuigen toegang verlenen tot de visserijzones van derde landen en met die derde landen een partnerschap ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de Uniewateren te stimuleren.

    De partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij zorgen eveneens voor coherentie tussen de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de verbintenissen in het kader van andere Europese beleidslijnen (duurzame exploitatie van de visbestanden van derde landen, bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO), integratie van de partnerlanden in de wereldeconomie en een beter politiek en financieel visserijbeheer).

    1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

    Specifieke doelstelling:

    Bijdragen tot de duurzame visserij buiten de Uniewateren, de Europese aanwezigheid in de verre visserij handhaven en de belangen van de Europese visserijsector en de consument beschermen door het onderhandelen over en het sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij met kuststaten, in overeenstemming met andere Europese beleidslijnen.

    Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

    Maritieme zaken en visserij, vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie verrichten in de wateren van derde landen (DVO's) (begrotingsonderdeel 11.0301).

    1.4.3.Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)

    Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

    Met de sluiting van de overeenkomst wordt een strategisch partnerschapskader voor de visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia vastgesteld. De sluiting van het protocol creëert vangstmogelijkheden voor de Unievaartuigen in de Liberiaanse visserijzone.

    Via financiële steun (sectorale steun) voor de tenuitvoerlegging van op nationaal niveau door het partnerland vastgestelde programma's, met name op het gebied van monitoring en bestrijding van illegale visserij, draagt het protocol voorts bij tot een beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden.

    1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren

    Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

    Gebruik van de vangstmogelijkheden (jaarlijkse benutting van de vismachtigingen, uitgedrukt als percentage van de door het protocol geboden vangstmogelijkheden);

    verzameling en analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst;

    bijdrage aan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de Unie en aan de stabilisering van de markt van de Unie (op geaggregeerd niveau met andere partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij);

    aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van de gemengde commissie.

    1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

    1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

    Tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia is nog nooit een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij of een protocol gesloten. Uit een verkennende evaluatie, uitgevoerd door externe deskundigen, is naar voren gekomen dat een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Unie en de Republiek Liberia en het bijbehorende protocol beide partijen ten goede zouden komen.

    Het is de bedoeling dat de nieuwe overeenkomst en het nieuwe protocol met ingang van de datum van ondertekening voorlopig van toepassing zullen zijn, opdat de visserijactiviteiten onverwijld van start kunnen gaan.

    Op grond van het nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de visserijactiviteiten van de Europese vloot in de Liberiaanse visserijzone en kunnen de Europese reders vergunningen aanvragen om in die zone te vissen. Bovendien versterkt het nieuwe protocol de samenwerking tussen de Unie en de Republiek Liberia, met de bedoeling de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid te bevorderen. Met name voorziet het protocol in VMS-monitoring van de vaartuigen en in elektronische transmissie van vangstgegevens. De sectorale steun die op grond van het protocol wordt verleend, zal de Republiek Liberia helpen bij haar nationale visserijstrategie, onder meer wat betreft de bestrijding van IOO-visserij.

    1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie

    Als de Unie geen nieuwe overeenkomst en geen nieuw protocol sluit, worden er particuliere overeenkomsten gesloten, die geen garantie zouden bieden op een duurzame visserij. De Unie hoopt tevens dat de Republiek Liberia op grond van dit protocol doeltreffend met de Unie zal blijven samenwerken, met name op het gebied van de bestrijding van illegale visserij.

    1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    Op basis van de analyse van de historische vangsten in de visserijzone van Liberia en de recente vangsten in de regio in het kader van soortgelijke protocollen, en op basis van de beschikbare evaluaties en wetenschappelijke adviezen hebben de partijen voor tonijn en daarmee geassocieerde soorten een referentietonnage van 6 500 ton per jaar vastgesteld, met vangstmogelijkheden voor 28 vaartuigen voor de ringzegenvisserij en voor 6 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug. De sectorale steun is op een vrij hoog niveau vastgesteld om rekening te houden met de behoeften van de Liberiaanse visserijautoriteiten inzake capaciteitsopbouw en met de prioriteiten van de nationale visserijstrategie.

    1.5.4.Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten

    De middelen die in het kader van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij worden overgemaakt, vormen vrij besteedbare inkomsten in de begroting van de derde partnerlanden. Voorwaarde voor de sluiting en de monitoring van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij is evenwel dat een deel van deze middelen wordt geoormerkt voor de uitvoering van maatregelen in het kader van het sectorale beleid van het land. Deze financiële middelen zijn verenigbaar met financieringsbronnen van andere internationale geldschieters voor de uitvoering van projecten en/of programma's in de visserijsector op nationaal niveau.

    1.6.Duur en financiële gevolgen

    X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

    X    Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 2015 tot en met 2020

       Financiële gevolgen vanaf 2015 tot en met 2019

    ◻Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

    Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

    gevolgd door een volledige uitvoering.

    1.7.Beheersvorm(en) 6  

    X Direct beheer door de Commissie

    X via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegaties van de Unie;

       door de uitvoerende agentschappen

       Gedeeld beheer met lidstaten

       Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

    ◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;

    ◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

    ◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

    ◻ de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

    ◻ publiekrechtelijke organen;

    ◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

    ◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

    ◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

    Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

    Opmerkingen

    2.BEHEERSMAATREGELEN

    2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

    Vermeld frequentie en voorwaarden.

    De Commissie (DG MARE, in samenwerking met zijn in de regio gevestigde visserijattaché) zal regelmatig toezicht houden op de uitvoering van het protocol, met name wat betreft het gebruik van de vangstmogelijkheden door de marktdeelnemers en de vangstgegevens.

    Voorts voorziet de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij in ten minste één jaarlijkse bijeenkomst van de gemengde commissie. Tijdens die bijeenkomst bespreken de Commissie en de Republiek Liberia de uitvoering van de overeenkomst en het protocol en passen zij zo nodig de programmering en, indien van toepassing, de financiële tegenprestatie aan.

    2.2.Beheers- en controlesysteem

    2.2.1.Mogelijke risico's

    Aan de invoering van een nieuwe visserijovereenkomst met bijbehorend protocol zijn risico's verbonden die met name betrekking hebben op de bedragen voor de financiering van het sectorale visserijbeleid (onderprogrammering).

    2.2.2.Informatie over het ingestelde systeem voor interne controle

    Er zal uitvoerig worden gedialogeerd over de programmering en de uitvoering van het sectorale beleid als bedoeld in de overeenkomst en het protocol. Ook de in artikel 4 van het protocol genoemde gezamenlijke analyse van de resultaten maakt deel uit van deze controlemiddelen.

    Voorts voorzien de overeenkomst en het protocol in specifieke bepalingen op grond waarvan zij onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden kunnen worden geschorst.

    2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en evaluatie van het verwachte foutenrisico

    2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

    Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

    De Commissie zal streven naar een politieke dialoog en geregeld overleg met de Republiek Liberia om het beheer van de overeenkomst en van het protocol te verbeteren en de bijdrage van de Unie aan het duurzame beheer van de visserijrijkdommen te vergroten. In elk geval gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij verricht, de normale begrotings- en financieringsvoorschriften en procedures van de Commissie. Op grond hiervan moeten met name de bankrekeningen van de derde landen waarop de bedragen van de financiële tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd. In het kader van het onderhavige protocol moet de volledige financiële tegenprestatie krachtens artikel 3, lid 8, worden overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij de centrale bank van Liberia.

    3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

    Bestaande begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het meerjarige financiële kader

    Begrotingsonderdeel

    Soortkrediet

    Bijdrage

    Nummer[Rubriek………………………...………]

    GK/ NGK 7

    van EVA-landen 8

    van kandidaat-lidstaten 9

    van derde landen

    in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

    2

    11.03.01

    Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten (DVO's)

    GK

    NEE

    NEE

    NEE

    NEE

    2

    11.010401

    Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

    NGK

    NEE

    NEE

    NEE

    NEE

    Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het meerjarige financiële kader

    Begrotingsonderdeel

    Soortkrediet

    Bijdrage

    Nummer[Rubriek………………………...………]

    GK/ NGK

    van EVA-landen

    van kandidaat-lidstaten

    van derde landen

    in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

    [XX.YY.YY.YY]

    JA/NEE

    JA/NEE

    JA/NEE

    JA/NEE

    3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

    3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

    in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

    Rubriek van het meerjarige financiële kader 

    Nummer 2

    Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

    DG: <…….>

    Jaar N 10

    2015

    Jaar N+1

    2016

    Jaar N+2

    2017

    Jaar N+3

    2018

    Jaar N+4

    2019

    TOTAAL

    Beleidskredieten

    Nummer begrotingsonderdeel: 11.0301

    Vastleggingen

    (1)

    0,715

    0,650

    0,650

    0,650

    0,585

    3,250

    Betalingen

    (2)

    0,715

    0,650

    0,650

    0,650

    0,585

    3,250

    Nummer begrotingsonderdeel

    Vastleggingen

    (1 a)

    Betalingen

    (2a)

    Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 11  

    Nummer begrotingsonderdeel: 11.010401

    (3)

    0,037

    0,037

    0,037

    0,037

    0,097

    0,245

    TOTAAL kredieten
    voor DG <…….>

    Vastleggingen

    =1+1a +3

    0,752

    0,687

    0,687

    0,687

    0,682

    3,495

    Betalingen

    =2+2a

    +3

    0,752

    0,687

    0,687

    0,687

    0,682

    3,495






    TOTAAL beleidskredieten

    Vastleggingen

    (4)

    0,715

    0,650

    0,650

    0,650

    0,585

    3,250

    Betalingen

    (5)

    0,715

    0,650

    0,650

    0,650

    0,585

    3,250

    TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

    (6)

    0,037

    0,037

    0,037

    0,037

    0,097

    0,245

    TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 2> van het meerjarige financiële kader

    Vastleggingen

    =4+ 6

    0,752

    0,687

    0,687

    0,687

    0,682

    3,495

    Betalingen

    =5+ 6

    0,752

    0,687

    0,687

    0,687

    0,682

    3,495

    Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken:

    TOTAAL beleidskredieten

    Vastleggingen

    (4)

    Betalingen

    (5)

    TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

    (6)

    TOTAAL kredieten onder RUBRIEKEN 1 tot en met 4
    van het meerjarige financiële kader
    (Referentiebedrag)

    Vastleggingen

    =4+ 6

    Betalingen

    =5+ 6





    Rubriek van het meerjarige financiële kader 

    5

    "Administratieve uitgaven"

    in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

    Jaar N

    2015

    Jaar N+1

    2016

    Jaar N+2

    2017

    Jaar N+3

    2018

    Jaar N+4

    2019

    TOTAAL

    DG: MARE

    Personele middelen

    0,113

    0,113

    0,113

    0,113

    0,113

    0,565

    Andere administratieve uitgaven

    0,009

    0,009

    0,009

    0,009

    0,009

    0,045

    TOTAAL DG MARE

    Kredieten

    0,122

    0,122

    0,122

    0,122

    0,122

    0,610

    TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5
    van het meerjarige financiële kader 

    (totaal vastleggingen = totaal betalingen)

    0,122

    0,122

    0,122

    0,122

    0,122

    0,610

    in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

    Jaar N 12

    2015

    Jaar N+1

    2016

    Jaar N+2

    2017

    Jaar N+3

    2018

    Jaar N+4

    2019

    TOTAAL

    TOTAAL kredieten onder RUBRIEKEN 1 tot en met 5
    van het meerjarige financiële kader 

    Vastleggingen

    0,874

    0,809

    0,809

    0,809

    0,804

    4,105

    Betalingen

    0,874

    0,809

    0,809

    0,809

    0,804

    4,105

    3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

    X    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader beschreven:

    Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

    Vermeld doelstellingen en outputs

    Jaar N

    2015

    Jaar N+1

    2016

    Jaar N+2

    2017

    Jaar N+3

    2018

    Jaar N+4

    2019

    TOTAAL

    OUTPUTS

    Soort 13

    Gem. kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Totaal aantal

    Totale kosten

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 14

    - vergunningen vaartuigen

    t/jaar

    15

    0,357

    0,325

    0,325

    0,325

    0,292

    1,625

    - sectoraal

    jaarlijks

    0,325

    0,357

    0,325

    0,325

    0,325

    0,292

    1,625

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

    0,715

    0,650

    0,650

    0,650

    0,585

    3,250

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

    - Output

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

    TOTALE KOSTEN

    0,715

    0,650

    0,650

    0,650

    0,585

    3,250

    3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

    3.2.3.1.Samenvatting

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

    X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hierna nader beschreven:

    in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

    Jaar N 16

    2015

    Jaar N+1

    2016

    Jaar N+2

    2017

    Jaar N+3

    2018

    Jaar N+4

    2019

    TOTAAL

    RUBRIEK 5van het meerjarige financiële kader

    Personele middelen

    0,113

    0,113

    0,113

    0,113

    0,113

    0,565

    Andere administratieve uitgaven

    0,009

    0,009

    0,009

    0,009

    0,009

    0,045

    Subtotaal RUBRIEK 5van het meerjarige financiële kader

    0,122

    0,122

    0,122

    0,122

    0,122

    0,610

    Buiten RUBRIEK 5 17 van het meerjarige financiële kader

    Personele middelen

    0,031

    0,031

    0,031

    0,031

    0,031

    0,155

    Andere administratieve uitgaven

    0,006

    0,006

    0,006

    0,006

    0,066

    0,090

    Subtotaalbuiten RUBRIEK 5van het meerjarige financiële kader

    0,037

    0,037

    0,037

    0,037

    0,097

    0,245

    TOTAAL

    0,159

    0,159

    0,159

    0,159

    0,219

    0,855

    De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

    X    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hierna nader beschreven:

    Raming in voltijdequivalenten

    JaarN

    2015

    JaarN+1

    2016

    Jaar N+2

    2017

    Jaar N+3

    2018

    Jaar N+4

    2019

    TOTAAL

       Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

    11 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

    0,099

    0,099

    0,099

    0,099

    0,099

    0,495

    11 01 01 02 (delegaties)

    XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

    10 01 05 01 (eigen onderzoek)

       Extern personeel (in voltijdsequivalenten - VTE) 18

    XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")

    0,014

    0,014

    0,014

    0,014

    0,014

    0,070

    XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)

    11 01 04 01  19

    - zetel

    - delegaties

    0,031

    0,031

    0,031

    0,031

    0,031

    0,155

    XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)

    10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek)

    Ander begrotingsonderdeel (geef aan welk)

    TOTAAL

    0,144

    0,144

    0,144

    0,144

    0,144

    0,720

    XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

    Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    Beschrijving van de uit te voeren taken

    Ambtenaren en tijdelijk personeel

    Monitoring en beheer van de (her)onderhandelingen over de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij, en van de goedkeuring van het resultaat van de onderhandelingen door de instellingen; beheer van de lopende partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij, inclusief permanente financiële en operationele monitoring; voortdurende monitoring van de uitvoering van de sectorale steun, beheer van de vergunningen.

    Desk officer DG MARE + eenheidshoofd of adjunct-eenheidshoofd + beheerder van vergunningen + secretariële ondersteuning:

    Totale raming: 0,75 VTE/jaar.

    Kosten per eenheid: 132 000 EUR/jaar

    Berekening van de kosten: 0,75 VTE x 132 000 EUR/jaar

    Totale kosten: 99 000 EUR => 0,099 mln. EUR

    Extern personeel

    1) financieel assistent DG MARE:

    Totale raming: 0,2 VTE/jaar.

    Kosten per eenheid: 70 000 euro

    Berekening van de kosten: 0,2 VTE x 70 000 EUR/jaar

    Totale kosten: 14 000 EUR => 0,014 mln. EUR

    2) arbeidscontractant in de delegatie van de Unie:

    Totale raming: 0,25 VTE/jaar.

    Kosten per eenheid: 125 000 euro

    Berekening van de kosten: 0,25 VTE x 125 000 EUR/jaar

    Totale kosten: 31 250 EUR => 0,031 mln. EUR

    3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

    X    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader

       Het voorstel/initiatief vereist herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader

    Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

       Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader

    Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

    3.2.5.Bijdragen van derden

    Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

    Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

    Kredieten in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

    Jaar N

    Jaar N+1

    Jaar N+2

    Jaar N+3

    invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    Totaal

    Medefinancieringsbron 

    TOTAAL medegefinancierde kredieten



    3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

    X    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

       Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

       voor de eigen middelen

       voor de diverse ontvangsten

    in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

    Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

    Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

    Gevolgen van het voorstel/initiatief 20

    Jaar N

    Jaar N+1

    Jaar N+2

    Jaar N+3

    invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    Artikel ………….

    Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen": vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

    Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

    (1) Aangenomen op 20 juni 2014 tijdens de 3324e zitting van de Raad (Ecofin).
    (2) PB C van , blz. .
    (3) PB L […] van […], blz. […].
    (4) ABM: Activity Based Management (activiteitsgestuurd management); ABB: Activity Based Budgeting (activiteitsgestuurde begroting).
    (5) In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
    (6) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html
    (7) GK = gesplitste kredieten, NGK = niet-gesplitste kredieten.
    (8) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
    (9) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
    (10) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
    (11) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de Unie (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
    (12) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
    (13) Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
    (14) Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…"
    (15) De prijs per ton op basis van de referentiehoeveelheid van 6 500 ton/jaar: 55 EUR in het eerste jaar (in totaal 357 500 EUR), 50 EUR in het tweede, het derde en het vierde jaar (in totaal 325 000 EUR per jaar) en 45 EUR in het vijfde jaar (in totaal 292 500 EUR).
    (16) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
    (17) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de Unie (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
    (18) AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
    (19) Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
    (20) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.
    Top

    Brussel, 30.9.2015

    COM(2015) 467 final

    BIJLAGEN

    bij het voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan


    BIJLAGEN

    bij het voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

    BIJLAGE I

    PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE DUURZAME VISSERIJ

    tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia

    DE EUROPESE UNIE, hierna "de Unie" genoemd, en

    DE REPUBLIEK LIBERIA, hierna "Liberia" genoemd,

    beide hierna "de partijen" genoemd,

    GEZIEN de nauwe werkrelatie tussen de Unie en Liberia, met name in het kader van de overeenkomst van Cotonou, en hun wederzijdse verlangen deze relatie te intensiveren,

    GEZIEN het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 10 december 1982 (UNCLOS) en de Overeenkomst betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden van 1995,

    VASTBESLOTEN de besluiten en aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en van andere relevante regionale organisaties waarvan de partijen lid zijn, toe te passen,

    ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) vastgestelde Gedragscode voor een verantwoorde visserij,

    VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen;

    ERVAN OVERTUIGD dat deze samenwerking de vorm moet aannemen van initiatieven en maatregelen die, ongeacht of zij door beide partijen samen of door een partij afzonderlijk worden genomen, elkaar aanvullen en van dien aard zijn dat de coherentie van de beleidslijnen en de synergie van de inspanningen worden gegarandeerd,

    VASTBESLOTEN daartoe een dialoog op gang te brengen over het sectorale visserijbeleid van de regering van Liberia en passende middelen te kiezen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,

    VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen voor de visserijactiviteiten van de Unievissersvaartuigen in de visserijzone van Liberia en voor de steun die de Unie verleent voor de ontwikkeling van een verantwoorde visserij in die zone,

    VERLANGENDE tot een overeenkomst te komen die zowel de Unie als Liberia ten goede komt en waarbij de plaatselijke inbreng van Liberia wordt gestimuleerd,

    VASTBERADEN een nauwere economische samenwerking tussen beide partijen in de visserijsector en de daarmee verwante sectoren te bevorderen,

    KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:

    Artikel 1 - Definities

    Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

    a)"Liberiaanse autoriteiten”: het ministerie van Landbouw van Liberia;

    b)"autoriteiten van de Unie": de Europese Commissie;

    c)"visserijactiviteit": het zoeken naar vis, het te water laten, uitzetten, slepen en ophalen van vistuig, het aan boord halen van de vangst, het verwerken aan boord, het overbrengen, het kooien, het vetmesten en het aanlanden van vis en visserijproducten;

    d)"vissersvaartuig": elk vaartuig dat is uitgerust voor de commerciële exploitatie van mariene biologische rijkdommen;

    e)"ondersteuningsvaartuig": elke Unievaartuig dat vissersvaartuigen bijstand verleent;

    f)"Unievaartuig": vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Unie voert en in de Unie is geregistreerd;

    g)"Liberiaanse visserijzone": het deel van de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Liberia vallende wateren waar Liberia Unievaartuigen toestaat visserijactiviteiten uit te oefenen;

    h)"overmacht": plotse, niet te voorziene en onvermijdelijke gebeurtenis die het normale verloop van de visserijactiviteiten in de Liberiaanse visserijzone in gevaar brengt of verhindert.

    Artikel 2 - Toepassingsgebied

    Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake:

    a)de voorwaarden waaronder Unievaartuigen visserijactiviteiten in de Liberiaanse visserijzone mogen uitoefenen;

    b)de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector die tot doel heeft de duurzame visserij in de Liberiaanse visserijzone en de ontwikkeling van de Liberiaanse visserijsector te bevorderen;

    c)de samenwerking wat de beheers, controle en bewakingsmaatregelen in de Liberiaanse visserijzone betreft, die tot doel heeft te garanderen dat de bovengenoemde regels en voorwaarden in acht worden genomen en dat de maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden en het beheer van de visserijactiviteiten, en met name de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, doeltreffend zijn;

    d)de partnerschappen tussen marktdeelnemers die bedoeld zijn om, in het belang van beide partijen, economische activiteiten te ontwikkelen in de visserijsector en de daarmee verwante sectoren.

    Artikel 3 - Beginselen

    1.De partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de Liberiaanse visserijzone overeenkomstig de FAO-gedragscode voor een verantwoorde visserij te bevorderen op basis van het non-discriminatiebeginsel.

    2.De Liberiaanse autoriteiten verbinden zich ertoe om aan andere buitenlandse vloten die in de Liberiaanse visserijzone actief zijn, dezelfde kenmerken hebben en op dezelfde soorten vissen als die waarop deze overeenkomst en het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan betrekking hebben, geen gunstiger voorwaarden toe te kennen dan in deze overeenkomst zijn vastgelegd. Deze voorwaarden hebben betrekking op de instandhouding, de ontwikkeling en het beheer van de visbestanden, financiële regelingen en met de afgifte van vismachtigingen samenhangende bijdragen en rechten.

    3.Met het oog op wederzijdse transparantie verbindt Liberia zich ertoe om elke overeenkomst waarbij aan buitenlandse vloten toestemming wordt verleend om in de onder Liberiaanse jurisdictie vallende wateren te vissen, publiek te maken.

    4.De partijen verbinden zich ertoe de overeenkomst volgens de procedure van de artikelen 8 en 96 van de overeenkomst van Cotonou ten uitvoer te leggen overeenkomstig artikel 9 van die overeenkomst betreffende de essentiële elementen van die overeenkomst, i.e. de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, en het fundamentele element van die overeenkomst, i.e. goed openbaar bestuur.

    5.De partijen werken samen met het oog op de uitvoering van een door de regering van Liberia ingesteld sectoraal visserijbeleid en gaan daartoe een politieke dialoog aan over de hervormingen die in dat verband vereist zijn. Zij overleggen met elkaar om eventuele maatregelen op dit gebied vast te stellen.

    6.De partijen verbinden zich ertoe erop toe te zien dat deze overeenkomst wordt uitgevoerd volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur, rekening houdend met de toestand van de visbestanden.

    7.De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is volledig van toepassing op zeelieden uit de ACS-landen die worden aangemonsterd op Unievaartuigen, met name wat betreft de vrijheid van vereniging, het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie in arbeid en beroep.

    8.De partijen raadplegen elkaar voordat zij een besluit nemen dat van invloed kan zijn op de activiteiten van Unievaartuigen in het kader van deze overeenkomst.

    Artikel 4 – Toegang tot de Liberiaanse visserijzone

    1.De Unievaartuigen mogen slechts in de Liberiaanse visserijzone vissen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die op grond van deze overeenkomst is afgegeven. Commerciële visserijactiviteiten buiten het kader van deze overeenkomst zijn verboden.

    2.De Liberiaanse autoriteiten geven, behalve de vismachtigingen op grond van deze overeenkomst, geen andere vismachtigingen aan Unievaartuigen af. De afgifte van vismachtigingen aan Unievaartuigen buiten het kader van deze overeenkomst, met name in de vorm van particuliere vergunningen, is verboden.

    Artikel 5 - Toepasselijk recht en uitvoering

    1.Op de activiteiten van Unievaartuigen die in de Liberiaanse visserijzone actief zijn, zijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Liberia van toepassing, tenzij in de overeenkomst, het protocol of de bijlage anders is bepaald. Liberia legt de autoriteiten van de Unie de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor.

    2.Liberia verbindt zich ertoe al het nodige te doen voor de doeltreffende toepassing van de in deze overeenkomst opgenomen bepalingen inzake monitoring, controle en bewaking van de visserij. De Unievaartuigen werken samen met de Liberiaanse autoriteiten die voor de uitvoering van deze monitoring, controle en bewaking bevoegd zijn.

    3.De Liberiaanse autoriteiten stellen de autoriteiten van de Unie in kennis van elke wijziging in de bestaande wetgeving of elke nieuwe wetgeving die van invloed kan zijn op de activiteiten van de Unievaartuigen. Dergelijke wetgeving is ten aanzien van de Unievaartuigen afdwingbaar met ingang van de zestigste dag nadat de autoriteiten van de Unie de kennisgeving van Liberia hebben ontvangen.

    4.De Unie verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Liberia vallende wateren in acht nemen.

    5.De autoriteiten van de Unie stellen de Liberiaanse autoriteiten in kennis van elke wijziging in de wetgeving van de Unie die van invloed kan zijn op de activiteiten van Unievaartuigen die op grond van deze overeenkomst worden verricht.

    Artikel 6 - Financiële tegenprestatie

    1.De financiële tegenprestatie die de Unie in het kader van deze overeenkomst aan Liberia betaalt, heeft tot doel:

    a)een deel van de kosten — niet de toegangskosten die voor rekening van de reders zijn — te vergoeden die gepaard gaan met de toegang van de Unievaartuigen tot de Liberiaanse visserijzone en visbestanden;

    b)de capaciteit van Liberia om een duurzaam visserijbeleid te ontwikkelen, via sectorale steun te versterken.

    2.De financiële tegenprestatie voor de sectorale steun staat los van de betalingen voor de toegangskosten en is afhankelijk van de mate waarin de doelstellingen van de Liberiaanse sectorale steun die in het protocol en de jaarlijkse en meerjarige programmering voor de uitvoering daarvan zijn vastgesteld, worden gehaald.

    3.De door de Unie toegekende financiële tegenprestatie wordt elk jaar betaald overeenkomstig het protocol.

    a)Het bedrag van de in lid 1, onder a), bedoelde tegenprestatie kan door toepassing van artikel 8 van deze overeenkomst worden herzien naar aanleiding van:

    i)een vermindering van de vangstmogelijkheden voor de Unievaartuigen met het oog op het beheer van de betrokken bestanden, wanneer zulks op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig wordt geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de bestanden,

    ii)een verhoging van de vangstmogelijkheden voor de Unievaartuigen wanneer zulks, gezien de toestand van de betrokken bestanden, volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

    b)Het bedrag van de in lid 1, onder b), bedoelde tegenprestatie kan worden herzien als gevolg van een herevaluatie van de voorwaarden voor de financiële tegenprestatie voor de uitvoering van een sectoraal visserijbeleid in Liberia, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de door beide partijen geconstateerde specifieke resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering;

    c) de tegenprestatie kan worden geschorst als gevolg van:

    i)de toepassing van artikel 13 van deze overeenkomst;

    ii)de toepassing van artikel 14 van deze overeenkomst.

    Artikel 7 - Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren en in het maatschappelijk middenveld

    1.De partijen bevorderen economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en de daarmee verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren.

    2.De partijen verbinden zich ertoe de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de industriële verwerking van visserijproducten te bevorderen.

    3.De partijen spannen zich zo nodig in om, door de aanmoediging van het scheppen van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat, de voorwaarden te creëren die de betrekkingen tussen hun bedrijven op technisch, economisch en commercieel gebied bevorderen.

    4.De partijen kunnen zich ertoe verbinden een actieplan tussen Liberia en de exploitanten van Unievaartuigen uit te voeren dat tot doel heeft het aanlanden van vis uit Unievaartuigen die in Liberia actief zijn, te bevorderen.

    5.De partijen stimuleren zo nodig de oprichting, in hun wederzijdse belang, van joint ventures die systematisch voldoen aan de Liberiaanse wetgeving en de Uniewetgeving.

    Artikel 8 - Gemengde commissie

    1.Er wordt een gemengde commissie opgericht die bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en de Liberiaanse autoriteiten en belast is met de monitoring van de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie kan wijzigingen in het protocol, de bijlage en de aanhangsels voorstellen.

    2.De gemengde commissie verricht met name de volgende taken:

    a)monitoring van de uitvoering, interpretatie en toepassing van deze overeenkomst en met name de vaststelling van de in artikel 6, lid 2, bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering en de evaluatie van de uitvoering daarvan;

    b)optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied, en met name statistische analyses maken van de vangstgegevens;

    c)fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of de toepassing van de overeenkomst.

    3.Op grond van haar beslissingsbevoegdheid hecht de gemengde commissie haar goedkeuring aan wijzigingen van het protocol, de bijlagen en de aanhangsels bij deze overeenkomst die betrekking hebben op:

    a)de herziening van de vangstmogelijkheden en, bijgevolg, van de betrokken financiële tegenprestatie;

    b)de bepalingen inzake de sectorale steun;

    c)de technische voorwaarden en modaliteiten waaronder de Unievaartuigen hun visserijactiviteiten verrichten.

    4.De gemengde commissie voert haar taken uit overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst en de desbetreffende voorschriften van de ICCAT en de andere regionale visserijorganisaties, voor zover die van toepassing zijn.

    5.De gemengde commissie komt minstens eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Liberia en in de Unie of zoals anders wordt bepaald in onderlinge overeenstemming, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van een van beide partijen kan de gemengde commissie een buitengewone vergadering beleggen. De besluiten worden met consensus genomen en worden bijgevoegd bij de goedgekeurde notulen van de vergadering. Zij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de procedures voor de vaststelling ervan zijn voltooid.

    6.De gemengde commissie kan een eigen reglement van orde vaststellen.

    Artikel 9 - Samenwerking op het gebied van bewaking en bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

    De partijen verbinden zich ertoe in nauwe samenwerking illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te bestrijden om tot een verantwoorde en duurzame visserij te komen.

    Artikel 10 - Wetenschappelijke samenwerking

    1.De partijen bevorderen wetenschappelijke samenwerking met het oog op de regelmatige evaluatie van de toestand van de visbestanden in de Liberiaanse wateren.

    2.De partijen verbinden zich ertoe om, zo nodig, in een gezamenlijke wetenschappelijke bijeenkomst en in de ICCAT en andere betrokken regionale visserijorganisaties met elkaar overleg te plegen om het beheer en de instandhouding van de mariene biologische rijkdommen in de Liberiaanse visserijzone te versterken en samen te werken bij het desbetreffende wetenschappelijke onderzoek.

    Artikel 11 - Geografisch gebied waarop de overeenkomst van toepassing is

    Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van Liberia en de wateren onder Liberiaanse jurisdictie.

    Artikel 12 – Looptijd en stilzwijgende verlenging

    Deze overeenkomst is geldig voor een periode van vijf jaar, te berekenen vanaf de datum waarop zij voorlopig van toepassing wordt. Zij wordt stilzwijgend verlengd, behalve in het geval van opzegging overeenkomstig artikel 14.

    Het protocol en de bijlage met aanhangsels vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

    Artikel 13 – Schorsing

    1.De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van elk van beide partijen worden geschorst in de volgende omstandigheden:

    a)bij overmacht, of

    b)als er tussen de partijen een geschil ontstaat over de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst, of

    c)als een van de partijen de bepalingen van deze overeenkomst, en met name artikel 3, lid 4, met betrekking tot de eerbiediging van de mensenrechten, niet naleeft.

    2.De schorsing van de toepassing van de overeenkomst wordt door de belanghebbende partij schriftelijk aan de andere partij meegedeeld en treedt drie maanden na ontvangst van die kennisgeving in werking. Vanaf het tijdstip van de kennisgeving van de schorsing plegen de partijen met elkaar overleg om binnen drie maanden tot een minnelijke schikking van hun geschil te komen. Wanneer zij tot een dergelijke schikking komen, wordt de uitvoering van de overeenkomst hervat en wordt het bedrag van de in artikel 6 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd afhankelijk van de duur van de schorsing.

    Artikel 14 – Opzegging

    1.Deze overeenkomst kan door een van de partijen worden opgezegd, met name in de volgende omstandigheden:

    a)bij overmacht;

    b)wanneer de toestand van de betrokken bestanden volgens het beste beschikbare onafhankelijke en betrouwbare wetenschappelijke advies verslechtert;

    c)wanneer de aan de Unievaartuigen toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut;

    d)wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen op het gebied van de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij niet worden nagekomen.

    2.De opzegging van de overeenkomst wordt door de belanghebbende partij schriftelijk aan de andere partij meegedeeld en treedt zes maanden na ontvangst van die kennisgeving in werking, tenzij de partijen in onderlinge overeenstemming besluiten die termijn te verlengen. Vanaf het tijdstip van de kennisgeving van de opzegging plegen de partijen met elkaar overleg om binnen zes maanden tot een minnelijke schikking van hun geschil te komen.

    3.Bij opzegging wordt het bedrag van de in artikel 6 bedoelde financiële tegenprestatie voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt, evenredig en pro rata temporis verlaagd.

    Artikel 15 - Voorlopige toepassing

    Deze overeenkomst wordt, zodra zij door de partijen wordt ondertekend, voorlopig van toepassing alvorens in werking te treden.

    Artikel 16 – Taal en inwerkingtreding

    Deze overeenkomst is opgesteld in de Bulgaarse, de Spaanse, de Tsjechische, de Deense, de Duitse, de Estse, de Griekse, de Engelse, de Franse, de Ierse, de Kroatische, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Hongaarse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Slowaakse, de Sloveense, de Finse en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

    Zij treedt in werking wanneer de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste procedures.

    BIJLAGE II

    Protocol voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia

    Artikel 1 - Toepassingsgebied

    1.Op grond van artikel 4 van de overeenkomst worden aan de Unievaartuigen vangstmogelijkheden toegekend voor:

    sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982).

    2.Dit protocol heeft betrekking op de volgende types Unievaartuigen:

    a)28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de ringzegen, en

    b)6 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

    3.Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 6 en 7 van dit protocol.

    4.Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst mogen Unievaartuigen slechts visserijactiviteiten in de Liberiaanse visserijzone uitoefenen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die op grond van dit protocol overeenkomstig de bijlage is afgegeven.

    Artikel 2 - Looptijd

    Dit protocol en de bijlage daarbij zijn van toepassing voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van voorlopige toepassing.

    Artikel 3 - Financiële tegenprestatie

    1.De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 2 bedoelde periode, vastgesteld op 3 250 000 EUR.

    2.Deze financiële tegenprestatie omvat:

    a)een jaarlijks bedrag voor de toegang tot de visbestanden in de Liberiaanse visserijzone ten belope van 357 500 EUR voor het eerste jaar, 325 000 EUR voor het tweede, het derde en het vierde jaar en 292 500 EUR voor het vijfde jaar, wat overeenkomt met een referentietonnage van 6 500 ton per jaar, en

    b)een specifiek jaarlijks bedrag als steun voor de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Liberia ten belope van 357 500 EUR voor het eerste jaar, 325 000 EUR voor het tweede, het derde en het vierde jaar en 292 500 EUR voor het vijfde jaar.

    3.Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 4, 5, 6, 7 en 8 van dit protocol en de artikelen 13 en 14 van de overeenkomst.

    4.Als de Unievaartuigen in de Liberiaanse visserijzone per jaar meer vangen dan de in lid 2, onder a), vermelde jaarlijkse referentietonnage, wordt het totale bedrag van de financiële tegenprestatie per extra gevangen ton verhoogd, het eerste jaar met 55 EUR, het tweede, het derde en het vierde jaar met 50 EUR en het vijfde jaar met 45 EUR.

    5.De Unie mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 2, onder a), vermelde bedrag. Als de Unievaartuigen meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.

    6.Voor het eerste jaar betaalt de Unie de in lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie voor de toegang van de Unievaartuigen tot de Liberiaanse visbestanden uiterlijk drie (3) maanden na het begin van de voorlopige toepassing van dit protocol, en voor de volgende jaren uiterlijk op de verjaardag van de voorlopige toepassing van dit protocol.

    7.De benutting van de in lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie is de exclusieve bevoegdheid van de Liberiaanse autoriteiten.

    8.De in lid 2 bedoelde financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij de Centrale Bank van Liberia. De in lid 2, onder b), bedoelde financiële tegenprestatie wordt ter beschikking gesteld van het ministerie van Landbouw van Liberia. De Liberiaanse autoriteiten stellen de autoriteiten van de Unie jaarlijks in kennis van de gegevens van de bankrekening.

    Artikel 4 - Sectorale steun

    1.De gemengde commissie stelt uiterlijk drie (3) maanden na de datum van de inwerkingtreding of de voorlopige toepassing van dit protocol een meerjarig sectoraal programma, met toepassingsbepalingen, vast waarin de volgende elementen zijn opgenomen:

    a)de jaarlijkse en meerjarige richtsnoeren voor het gebruik van het in artikel 3, lid 2, onder b), vastgestelde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie;

    b)de jaarlijkse en meerjarige doelstellingen die na verloop van tijd moeten zijn bereikt om tot een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de in het nationale visserijbeleid van Liberia gestelde prioriteiten die verband houden met de bevordering van een verantwoorde en duurzame visserij of daarop van invloed kunnen zijn, met name wat betreft steun voor de ambachtelijke visserij, de monitoring, controle en bewaking en de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO) visserij, alsook met de prioriteiten inzake de versterking van de wetenschappelijke capaciteit van Liberia in de visserijsector;

    c)de criteria en de procedures, met inbegrip van, indien van toepassing, begrotings- en financiële indicatoren, voor de beoordeling van de resultaten die elk jaar worden bereikt.

    2.Voor het gebruik van het in artikel 3, lid 2, onder b), vastgestelde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie wordt uitgegaan van de te halen doelstellingen, als vastgesteld door de gemengde commissie, en van de jaarlijkse en meerjarige programmering om die te bereiken.

    3.Over voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma wordt door de gemengde commissie beslist. Door de Liberiaanse autoriteiten geëiste dringende wijzigingen in het jaarlijkse sectorale programma kunnen door de gemengde commissie worden aangebracht, onder meer via een briefwisseling.

    4.Liberia legt elk jaar een voortgangsverslag over de met de sectorale steun uitgevoerde acties en de daarmee bereikte resultaten voor, dat door de gemengde commissie wordt onderzocht. Vóór het verstrijken van dit protocol stelt Liberia ook een eindverslag op.

    5.Het in artikel 3, lid 2, onder b), vastgestelde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie wordt betaald in tranches. De tranche voor het eerste jaar van het protocol wordt betaald op basis van de behoeften die als onderdeel van de goedgekeurde programmering zijn vastgesteld. De tranches voor de volgende jaren van de toepassing worden betaald op basis van de behoeften die als onderdeel van de goedgekeurde programmering zijn vastgesteld, en op basis van een analyse van de resultaten die bij de uitvoering van de sectorale steun zijn bereikt.

    6.De Unie behoudt zich het recht voor om de betaling van de in artikel 3, lid 2, onder b), van dit protocol vastgestelde specifieke financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk te herzien en/of te schorsen:

    a)wanneer uit een evaluatie door de gemengde commissie blijkt dat de bereikte resultaten niet met de programmering overeenstemmen;

    b)wanneer die financiële tegenprestatie niet is benut als bepaald door de gemengde commissie.

    7.De betaling van de financiële tegenprestatie wordt na overleg tussen de partijen en goedkeuring door de gemengde commissie hervat wanneer dit gerechtvaardigd is op basis van de resultaten van de uitvoering van de in lid 1 bedoelde programmering. De in artikel 3, lid 2, onder b), vastgestelde specifieke financiële tegenprestatie kan evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk zes (6) maanden na het verstrijken van het protocol.

    8.Liberia kan elk jaar een extra bedrag bovenop de in artikel 3, lid 2, onder b), vastgestelde financiële tegenprestatie toewijzen voor de uitvoering van het meerjarenprogramma. Deze toewijzing moet uiterlijk twee (2) maanden na de verjaardag van dit protocol aan de Unie worden meegedeeld.

    9.De twee partijen verbinden zich ertoe ervoor te zorgen dat de met sectorale steun uitgevoerde maatregelen zichtbaar zijn.

    Artikel 5 - Wetenschappelijke samenwerking betreffende verantwoorde visserij

    1.De twee partijen verbinden zich ertoe de verantwoorde visserij in de Liberiaanse visserijzone te bevorderen zonder daarbij onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die dezelfde kenmerken hebben en op dezelfde soorten vissen als die waarop dit protocol betrekking heeft.

    2.De twee partijen verbinden zich ertoe tijdens de looptijd van dit protocol samen te werken bij de monitoring van de toestand van de visbestanden in de Liberiaanse visserijzone om informatie over duurzaam visserijbeheer uit te wisselen.

    3.De partijen leven de aanbevelingen en resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) na en houden rekening met het wetenschappelijke advies van andere relevante regionale organisaties.

    4.De partijen verbinden zich ertoe om, zo nodig, gezamenlijke wetenschappelijke bijeenkomsten te beleggen teneinde wetenschappelijke kwesties in verband met de uitvoering van dit protocol te onderzoeken. Het mandaat van die gezamenlijke wetenschappelijke bijeenkomsten kan door de gemengde commissie worden opgesteld.

    5.Op basis van de aanbevelingen en resoluties van de ICCAT, het beste beschikbare wetenschappelijke advies en, in voorkomend geval, de conclusies van de gezamenlijke wetenschappelijke bijeenkomst kan de gemengde commissie, wat de activiteiten van Unievaartuigen betreft, een besluit nemen over maatregelen om het duurzame beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden te waarborgen.

    Artikel 6 - Herziening, in onderlinge overeenstemming, van de vangstmogelijkheden en de technische maatregelen

    1.De gemengde commissie kan de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden herbeoordelen en tot herziening daarvan besluiten voor zover in de aanbevelingen en resoluties van de ICCAT wordt bevestigd dat die herziening het duurzame beheer van de onder dit protocol vallende visserijbestanden ten goede zal komen. In dat geval herziet de gemengde commissie de in artikel 3, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis. De Unie mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in artikel 3, lid 2, onder a), vermelde bedrag.

    2.Zo nodig kan de gemengde commissie ook technische bepalingen van dit protocol en de bijlage daarbij onderzoeken en besluiten daarmee verband houdende bepalingen in onderlinge overeenstemming vast te stellen.

    Artikel 7 - Experimentele visserij en nieuwe vangstmogelijkheden

    1.Op verzoek van een van de partijen kan de gemengde commissie overwegen of in de Liberiaanse visserijzone aan experimentele visserij kan worden gedaan om de technische haalbaarheid en de economische rendabiliteit te testen van nieuwe visserijen die niet in artikel 1 van dit protocol zijn opgenomen. De gemengde commissie stelt daartoe geval per geval de soorten, de voorwaarden en andere relevante parameters vast.

    2.Als de Unie, rekening houdend met het beste beschikbare wetenschappelijke advies en op basis van de resultaten van de experimentele visserij, belangstelling krijgt voor nieuwe vangstmogelijkheden, komt de gemengde commissie bijeen om de voorwaarden voor die nieuwe visserijactiviteiten te bespreken en vast te stellen.

    3.Nadat Liberia zijn toestemming voor die nieuwe visserijactiviteiten heeft verleend, brengt de gemengde commissie de overeenkomstige wijzigingen aan in dit protocol en de bijlage daarbij.

    Artikel 8 – Schorsing

    1.De uitvoering van dit protocol, inclusief de betaling van de in artikel 3, lid 2, onder a) en b), bedoelde financiële tegenprestatie, kan op initiatief van elk van beide partij worden geschorst in de gevallen en onder de voorwaarden die in artikel 13 van de overeenkomst zijn vastgesteld.

    2.Onverminderd artikel 4 van dit protocol wordt de betaling van de financiële tegenprestatie hervat zodra de aan de in artikel 13 van de overeenkomst genoemde gebeurtenissen voorafgaande situatie is hersteld.

    Artikel 9 – Opzegging

    Dit protocol kan op initiatief van elk van beide partijen worden opgezegd in de gevallen en onder de voorwaarden die in artikel 14 van de overeenkomst zijn vastgesteld.

    Artikel 10 - Elektronische gegevensuitwisseling

    1.Liberia en de Unie verbinden zich ertoe de nodige systemen in te voeren voor de elektronische uitwisseling van alle met de uitvoering van de overeenkomst en dit protocol verband houdende gegevens en documenten.

    2.De elektronische vorm van een document wordt op elk moment als gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd.

    3.Elke partij stelt de andere partij onverwijld in kennis van iedere storing van een computersysteem die een dergelijke uitwisseling verhindert. In die omstandigheden worden de met de uitvoering van de overeenkomst en dit protocol verband houdende gegevens en documenten automatisch vervangen door de papieren versie ervan, zoals vastgesteld in de bijlage.

    Artikel 11 - Vertrouwelijkheid

    1.Liberia en de Unie verbinden zich ertoe erop toe te zien dat alle in het kader van de overeenkomst en dit protocol verkregen commercieel gevoelige gegevens over Unievaartuigen en hun visserijactiviteiten te allen tijde overeenkomstig hun respectieve beginselen van vertrouwelijkheid en gegevensbescherming worden behandeld.

    2.Beide partijen zien erop toe dat alleen de geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten van de vloot van de Unie in de Liberiaanse visserijzone openbaar worden gemaakt, overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van de ICCAT en andere regionale organisaties voor visserijbeheer. Anderszins vertrouwelijk geachte gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de uitvoering van de overeenkomst en ten behoeve van visserijbeheer, monitoring, controle en bewaking.

    Artikel 12 - Voorlopige toepassing

    Dit protocol wordt, zodra het door de partijen wordt ondertekend, voorlopig van toepassing alvorens in werking te treden.

    Artikel 13 - Inwerkingtreding

    Dit protocol treedt in werking wanneer de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste procedures.

    BIJLAGE

    VOORWAARDEN VOOR HET VERRICHTEN VAN VISSERIJACTIVITEITEN DOOR UNIEVAARTUIGEN IN DE LIBERIAANSE VISSERIJZONE

    HOOFDSTUK I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Aanwijzing van de bevoegde autoriteit

    1.Voor de toepassing van deze bijlage wordt, tenzij anders is bepaald, met elke verwijzing naar de Europese Unie (de "Unie") of Liberia als bevoegde autoriteit, het volgende bedoeld:

    – voor de Unie: de Europese Commissie, indien van toepassing via de delegatie van de Europese Unie in Liberia (hierna de "EU-delegatie" genoemd);

    – voor Liberia: het ministerie van Landbouw.

    De Liberiaanse visserijzone

    2.De geografische coördinaten van de in artikel 1, onder g), van de overeenkomst gedefinieerde Liberiaanse visserijzone en de basislijnen zijn omschreven in aanhangsel 5 van deze bijlage.

    3.De gebieden die overeenkomstig de nationale wetgeving gesloten zijn voor de visserij, zoals nationale parken, beschermde mariene gebieden en gebieden waar de vis zich voortplant, alsmede de gebieden die voor de scheepvaart gesloten zijn, zijn eveneens omschreven in aanhangsel 5 van deze bijlage.

    4.Liberia stelt de reders bij de afgifte van de vismachtiging in kennis van de coördinaten van deze gebieden.

    5.Liberia stelt de Unie, minstens twee (2) maanden vóór de inwerkingtreding ervan, in kennis van elke wijziging in de voor de scheepvaart en de visserij gesloten gebieden.

    Betalingen door de reders

    6.Liberia stelt de Unie vóór de voorlopige toepassing van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekening(en) van de overheid waarop de financiële bedragen moeten worden overgemaakt die in het kader van de overeenkomst ten laste zijn van de Unievaartuigen. De aan de bankoverschrijvingen verbonden kosten zijn voor rekening van de reders.

    Contactgegevens

    7.De contactgegevens van de Liberiaanse autoriteiten zijn opgenomen in aanhangsel 7 van deze bijlage.

    HOOFDSTUK II

    VISMACHTIGINGEN

    AFDELING 1

    AANVRAAG EN AFGIFTE VAN VISMACHTIGINGEN

    Voorwaarden voor het verkrijgen van een vismachtiging

    1.Alleen vaartuigen die daarvoor in aanmerking komen, kunnen een machtiging krijgen om in de Liberiaanse visserijzone te vissen.

    2.Een vaartuig komt slechts voor een machtiging in aanmerking als voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van de visserij in Liberia geldt. Tevens mogen zij bij de Liberiaanse autoriteiten geen verplichtingen hebben uitstaan op grond van eerdere visserijactiviteiten in Liberia in het kader van met de Unie gesloten visserijovereenkomsten. De vaartuigen moeten ook in het register van vissersvaartuigen van de EU en het vaartuigenregister van de ICCAT zijn opgenomen en mogen niet op de IOO-lijst van de ICCAT of van andere regionale organisaties voor visserijbeheer staan.

    Aanvraag van een vismachtiging

    3.Voor elk vaartuig dat op grond van de overeenkomst wenst te vissen, dient de Unie ten minste vijftien (15) kalenderdagen vóór de begindatum van de aangevraagde geldigheidsduur bij Liberia elektronisch een aanvraag in, met kopie aan de EU-delegatie in Liberia. De Unie zendt de originelen rechtstreeks aan Liberia toe, met kopie aan de EU-delegatie in Liberia.

    4.De aanvragen worden ingediend op een formulier volgens het model in aanhangsel 1 van deze bijlage en gaan vergezeld van de volgende documenten:

    i)het bewijs van betaling van de niet-terugvorderbare geanticipeerde visrechten voor de geldigheidsperiode van de aangevraagde vismachtiging;

    ii)voor elke eerste aanvraag op grond van het protocol en elke aanvraag naar aanleiding van een technische wijziging aan het betrokken vaartuig: een recente (ten hoogste twaalf maanden oude) digitale kleurenfoto van het vaartuig met een voldoende grote resolutie (ten minste 15 × 10 cm) waarop het zijaanzicht in detail staat afgebeeld, met de naam en het identificatienummer van het vaartuig zichtbaar op de romp;

    iii)het zeewaardigheidscertificaat van het vaartuig;

    iv)het registratiecertificaat van het vaartuig;

    v)het tonnagecertificaat;

    vi)een verzekeringsbewijs;

    vii)een afbeelding en een gedetailleerde beschrijving van het gebruikte vistuig.

    5.De bevoegde Liberiaanse autoriteiten gebruiken de informatie die in het in punt 4 bedoelde aanvraagformulier wordt verstrekt, om binnen de in punt 3 vastgestelde termijn het "Liberia Maritime Authority certificate of number" op te stellen en af te geven. Het "Liberia Maritime Authority certificate of number" moet worden afgegeven voordat de bevoegde Liberiaanse autoriteiten de vismachtiging afgeven.

    6.Als onderdeel van hun eerste aanvraag voor een vismachtiging op grond van dit protocol ondergaan alle Unievaartuigen een aan de machtiging voorafgaande inspectie. De eerste vismachtiging wordt slechts afgegeven als die inspectie, die met toestemming van de betrokken havenstaat wordt verricht in een tussen de Unie en Liberia overeengekomen aangewezen haven in de deelregio, met succes wordt afgerond. Als de inspecties buiten de haven van Monrovia plaatsvinden, zijn de daarmee gepaard gaande kosten voor de reder.

    7.Om in het kader van het huidige protocol een vernieuwing van de vismachtiging aan te vragen voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken niet zijn gewijzigd, hoeft bij de vernieuwingsaanvraag alleen het bewijs van betaling van de niet-terugvorderbare visrechten te worden bijgevoegd. Als de technische specificaties zijn gewijzigd, wordt de aanvraag opnieuw ingediend met alle revelante in punt 4 vermelde documenten en wordt de vismachtiging slechts afgegeven nadat een nieuwe aan de machtiging voorafgaande inspectie met succes is afgerond.

    8.Als Liberia geen toestemming van de havenstaat heeft gekregen om de inspectie uit te voeren, is de reder automatisch vrijgesteld van de verplichting om de in de punten 6 en 7 bedoelde aan de machtiging voorafgaande inspecties te ondergaan.

    Afgifte van de vismachtiging

    9.Liberia geeft de vismachtigingen binnen vijftien (15) kalenderdagen na ontvangst van alle in punt 4 bedoelde documenten af aan de reders of stelt de Unie binnen diezelfde termijn in kennis van zijn weigering. Het origineel van de vismachtiging wordt via de Unie aan de reder of zijn agent toegezonden. Wanneer de kantoren van de Unie gesloten zijn, kan Liberia de vismachtiging rechtstreeks aan de reder of zijn agent toezenden, met kopie aan de Unie.

    10.Tegelijk wordt, om de mogelijke uitoefening van de visserij niet te vertragen, elektronisch een kopie van de vismachtiging aan de Unie toegezonden, die ter informatie moet worden doorgestuurd naar de reder en naar de EU-delegatie in Liberia. Die kopie mag gedurende een periode van ten hoogste zestig (60) kalenderdagen na de datum van afgifte van de vismachtiging worden gebruikt. Gedurende die periode wordt de kopie als gelijkwaardig aan het origineel beschouwd.

    11.Onverminderd punt 10 wordt het origineel van de vismachtiging permanent aan boord bewaard.

    Lijst van vaartuigen die mogen vissen

    12.Zodra de vismachtiging is afgegeven, neemt Liberia het Unievaartuig onmiddellijk op in de lijst van vaartuigen die in de Liberiaanse visserijzone mogen vissen. Die lijst wordt onmiddellijk toegestuurd aan de eenheid voor monitoring, controle en bewaking (Monitoring Control and Surveillance Unit - MCSU), het nationale centrum voor monitoring van de visserij (National Fisheries Monitoring Center - NFMC) en het ministerie van Landbouw van Liberia en aan de Unie. Liberia werkt de lijst van de tot visserij gemachtigde vaartuigen regelmatig bij. De nieuwe lijst wordt onmiddellijk aan de MCSU, het NFMC en het ministerie van Landbouw van Liberia en aan de Unie toegestuurd.

    13.Als de vismachtiging niet binnen de in punt 9 vastgestelde termijn wordt afgegeven, wordt het vaartuig voorlopig in de lijst opgenomen, tenzij duidelijk blijkt dat het niet aan de vereisten van punt 2 voldoet. Tijdens die periode mag het vaartuig vissen.

    Overdracht van de vismachtiging

    14.De vismachtiging wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

    15.Op verzoek van de Unie wordt evenwel, wanneer is aangetoond dat het om overmacht gaat, met name bij verlies of langdurige immobilisatie van een vaartuig door ernstige technische averij, de vismachtiging vervangen door een nieuwe machtiging voor een ander vaartuig van dezelfde visserijcategorie als het te vervangen vaartuig, op voorwaarde dat een nieuwe aanvraag voor een vismachtiging op grond van punt 4 wordt ingediend en een aan de machtiging voorafgaande inspectie op grond van punt 6 met succes wordt afgerond, evenwel zonder dat nieuwe visrechten verschuldigd zijn. In dit geval worden de totale vangsten van beide vaartuigen in aanmerking genomen voor het bepalen van eventuele aanvullende betalingen.

    16.De reder of zijn agent zendt de geannuleerde vismachtiging via de EU-delegatie in Liberia terug aan Liberia. De nieuwe vismachtiging gaat in op de datum waarop de geannuleerde machtiging wordt terugbezorgd. De EU-delegatie in Liberia wordt in kennis gesteld van de overdracht van de vismachtiging.

    17.Liberia werkt de lijst van vaartuigen die mogen vissen bij en stuurt die onverwijld naar de MCSU, het NFMC en het ministerie van Landbouw van Liberia, en naar de Unie.

    Geldigheidsduur van de vismachtiging

    18.De vismachtigingen zijn geldig gedurende een jaarperiode en kunnen worden vernieuwd.

    19.Voor de bepaling van het begin van de geldigheidsduur wordt onder "jaarperiode" verstaan:

    i)in het eerste jaar van toepassing van het protocol de periode tussen de datum waarop het protocol voorlopig van toepassing wordt en 31 december van datzelfde jaar;

    ii)vervolgens elk volledig kalenderjaar;

    iii)in het laatste toepassingsjaar van het protocol, de periode tussen 1 januari en de datum waarop het protocol verstrijkt.

    Voor het eerste en het laatste jaar waarin het protocol van toepassing is, worden de in afdeling 2 bedoelde geanticipeerde visrechten pro rata temporis berekend.

    Aan boord te houden documenten

    20.Tijdens het verblijf in de Liberiaanse visserijzone of in een overeengekomen aangewezen haven in de deelregio, hebben de vissersvaartuigen te allen tijde de volgende documenten aan boord:

    i)de vismachtiging;

    ii)het registratiecertificaat van het vaartuig;

    iii)het "Liberia Maritime Authority certificate of number";

    iv)bijgewerkte, gecertificeerde tekeningen of beschrijvingen van de indeling van het vissersvaartuig, en met name het aantal visruimen van het vissersvaartuig, waarbij de opslagcapaciteit in kubieke meters is aangegeven;

    v)als in de kenmerken van het vissersvaartuig wijzigingen zijn aangebracht wat betreft de lengte over alles, het brutoregistertonnage, het vermogen van de hoofdmotor of hoofdmotoren in pk of de inhoud van het scheepsruim, een door de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het vissersvaartuig gecertificeerd certificaat waarin de aard van die wijziging is beschreven;

    vi)als het vissersvaartuig is voorzien van tanks voor gekoeld zeewater, een door de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het vaartuig gecertificeerd document waarin de kalibratie van de tanks in kubieke meters is aangegeven;

    vii)een kopie van de toepasselijke visserijwetgeving van Liberia, die door Liberia moet worden verstrekt; en

    viii)de in punt 4 bedoelde documenten.

    AFDELING 2

    VOORWAARDEN BETREFFENDE DE VISMACHTIGING — VISRECHTEN EN GEANTICIPEERDE BETALINGEN

    1.De door de reders te betalen visrechten worden berekend aan de hand van de volgende bedragen per ton vis die in de Liberiaanse visserijzone wordt gevangen:

    55 EUR per ton in het eerste jaar van toepassing;

    60 EUR per ton in het tweede en het derde jaar van toepassing;

    65 EUR per ton in het vierde jaar van toepassing;

    70 EUR per ton in het vijfde jaar van toepassing.

    2.De vismachtigingen worden afgegeven zodra de reders de bevoegde autoriteiten van Liberia de volgende geanticipeerde visrechten hebben betaald:

    voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

    7 150 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 130 ton per jaar, in het eerste jaar van de toepassing van het protocol,

    7 150 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 119,17 ton per jaar, in het tweede en het derde jaar van de toepassing van het protocol,

    7 150 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 110 ton per jaar, in het vierde jaar van de toepassing van het protocol,

    7 150 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 102,14 ton per jaar, in het vijfde jaar van de toepassing van het protocol;

    voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

    2 200 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 40 ton per jaar, in het eerste jaar van de toepassing van het protocol,

    2 200 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 36,67 ton per jaar, in het tweede en het derde jaar van de toepassing van het protocol,

    2 200 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 33,85 ton per jaar, in het vierde jaar van de toepassing van het protocol,

    2 200 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 31,43 ton per jaar, in het vijfde jaar van de toepassing van het protocol.

    3.De geanticipeerde visrechten zijn inclusief alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en dienstverleningskosten.

    4.Wanneer de geldigheidsduur van de vismachtiging korter is dan een jaar, wordt het bedrag van de geanticipeerde visrechten aangepast naar rato van de gevraagde geldigheidsduur.

    5.Valt de eindafrekening van de visrechten hoger uit dan de geanticipeerde visrechten die de reder voor het verkrijgen van de vismachtiging heeft betaald, dan maakt de reder het saldo uiterlijk op 30 september van het jaar na dat van de betrokken vangsten aan Liberia over. Wanneer het bedrag van de eindafrekening kleiner is dan de in punt 2 vastgestelde geanticipeerde visrechten, kan de reder het verschil niet terugvorderen.

    AFDELING 3

    ONDERSTEUNINGSVAARTUIGEN

    1.Liberia staat toe dat Unievaartuigen die over een vismachtiging beschikken, door ondersteuningsvaartuigen worden bijgestaan. De ondersteuningsvaartuigen voeren de vlag van een lidstaat van de Unie, mogen niet voor de visvangst zijn uitgerust en evenmin voor overladingen worden gebruikt.

    2.Liberia stelt de ondersteuningsactiviteiten en de voorwaarden voor de afgifte van een machtiging vast en stelt een lijst van gemachtigde ondersteuningsvaartuigen op, die het onverwijld meedeelt aan de nationale instantie voor visserijcontrole en aan de Unie.

    3.Het recht voor de machtiging van ondersteuningsvaartuigen bedraagt 3 000 EUR per vaartuig per jaar.

    HOOFDSTUK III

    TECHNISCHE INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN

    1.In de technische notities in aanhangsel 2 van deze bijlage worden per visserijcategorie de voor de visserijzone, het vistuig en de bijvangsten geldende technische instandhoudingsmaatregelen voor vaartuigen met een vismachtiging vastgesteld.

    2.De vaartuigen nemen alle aanbevelingen van de ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan) en de ter zake geldende Liberiaanse wetgeving in acht.

    3.Het gebruik van drijvende, vis aantrekkende voorzieningen (FAD's) in de Liberiaanse visserijzone blijft beperkt tot kunstmatige dragers met zich onderwater bevindende niet-verstrikkende hangstructuren. Deze drijvende kunstmatige FAD’s mogen slechts worden uitgezet en gebruikt indien de Unie een beheersplan vaststelt dat in overeenstemming is met de bepalingen van de ICCAT.

    4.De Unievaartuigen zorgen ervoor dat hun visserijactiviteiten de traditionele plaatselijke visserij niet verstoren en laten alle schildpadden, zeezoogdieren, zeevogels en rifvissen op zodanige wijze vrij dat deze bijvangsten optimale overlevingskansen hebben.

    5.De Unievaartuigen en hun kapiteins en exploitanten zorgen ervoor dat hun visserijactiviteiten de activiteiten van andere vissersvaartuigen niet verstoren en het vistuig van andere vissersvaartuigen niet belemmeren.

    HOOFDSTUK IV

    CONTROLE, MONITORING EN TOEZICHT

    AFDELING 1

    VANGSTAANGIFTEN

    Visserijlogboek

    1.De kapitein van een Unievaartuig dat op grond van de overeenkomst vist, houdt een visserijlogboek bij waarvan het model voor elke visserijcategorie is opgenomen in aanhangsel 3 van deze bijlage.

    2.Het visserijlogboek wordt door de kapitein ingevuld voor elke dag waarop het vaartuig aanwezig is in de Liberiaanse visserijzone.

    3.De kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode) in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, indien vereist, in aantal exemplaren. Voor elke hoofdsoort vermeldt de kapitein ook de bijvangsten.

    4.Voor zover van toepassing noteert de kapitein elke dag ook de volgende gegevens in het visserijlogboek:

    i)de hoeveelheden van elke teruggegooide soort, uitgedrukt in kg levend gewicht of, indien vereist, in aantal exemplaren;

    ii)het gebruikte vistuigtype;

    iii)de positie van het vaartuig op het middaguur en, indien van toepassing, de positie bij het uitzetten van het vistuig, de uitzettijd of het aantal haken en de temperatuur aan het zeeoppervlak;

    iv)het totale aantal trekken per dag, de geaggregeerde tijd per trek en het totale aantal dagen waarop per visreis is gevist; en

    v)eventuele andere gegevens als vastgesteld door de gemengde commissie.

    5.Indien een vaartuig op een bepaalde dag geen vistuig heeft uitgezet, of indien er bij het uitzetten niets is gevangen, vermeldt de kapitein van het vaartuig deze informatie op het logboekformulier voor die dag. Indien een vaartuig op een bepaalde dag (tot middernacht plaatselijke tijd) geen visserijactiviteiten verricht, wordt dit voor de betrokken dag in het logboek van het vaartuig vermeld.

    6.Tijdstip en datum van het binnenvaren en verlaten van de Liberiaanse visserijzone worden onmiddellijk na het binnenvaren en verlaten van de Liberiaanse visserijzone in het logboek geregistreerd.

    7.Het visserijlogboek wordt leesbaar ingevuld, in hoofdletters, en ondertekend door de kapitein.

    8.De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de in het visserijlogboek vermelde gegevens.

    Vangstaangiften

    9.De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig door de tijdens de aanwezigheid in de Liberiaanse visserijzone ingevulde visserijlogboeken toe te zenden aan het Nationale visserijbureau (Bureau of National Fisheries - BNF).

    10.De visserijlogboeken worden als volgt toegezonden:

    i)wanneer het vaartuig een Liberiaanse haven aandoet, wordt het origineel van elk visserijlogboek bezorgd aan de plaatselijke vertegenwoordiger van Liberia, die de ontvangst ervan schriftelijk bevestigt;

    ii)bij het verlaten van de Liberiaanse visserijzone zonder dat vooraf een Liberiaanse haven is aangedaan, wordt elk visserijlogboek verzonden binnen veertien (14) kalenderdagen na aankomst in een andere haven, en in ieder geval binnen dertig (30) kalenderdagen na het verlaten van de Liberiaanse visserijzone:

    (a)bij voorkeur gescand per e-mail, of

    (b)per fax, of

    (c)het origineel per post.

    11.Met het oog op een snellere transmissie stellen beide partijen alles in het werk om een systeem voor elektronische uitwisseling van alle gegevens in te voeren.

    12.Zodra de vangstaangiften per e-mail kunnen worden toegezonden, verstuurt de kapitein de visserijlogboeken naar Liberia via het door Liberia meegedeelde e-mailadres. Liberia verzendt per omgaande een ontvangstbevestiging per e-mail.

    13.De kapitein doet de EU-delegatie in Liberia een kopie van alle visserijlogboeken toekomen. Voorts zendt de kapitein voor elk vaartuig een kopie van alle visserijlogboeken toe aan het BNF en een van de volgende wetenschappelijke instellingen:

    i)IRD (Institut de recherche pour le développement);

    ii)IEO (Instituto Español de Oceanografia);

    iii)IPMA (Instituto Português do Mar e da Atmosfera).

    14.Wanneer het vaartuig tijdens de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar de Liberiaanse visserijzone, geeft dit aanleiding tot een nieuwe vangstaangifte.

    15.Worden de bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Liberia de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangstaangifte is doorgestuurd, en de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Liberia weigeren de vismachtiging te vernieuwen. Liberia stelt de Unie onverwijld in kennis van iedere in dit verband toegepaste sanctie.

    Overgang naar een elektronisch systeem

    16.Beide partijen verklaren bereid te zijn over te schakelen naar een systeem voor elektronische vangstaangiften op basis van de in aanhangsel 6 van deze bijlage beschreven technische kenmerken. De partijen spreken af om de methode voor de elektronische doorzending samen te bepalen met als doel het systeem zo snel mogelijk operationeel te maken. Zodra de voorwaarden voor deze overgang zijn vervuld, meldt Liberia dit aan de Unie. Na deze inkennisstelling stellen de twee partijen een termijn van twee maanden vast waarbinnen het systeem volledig operationeel moet worden gemaakt.

    Kwartaalaangiften van vangsten

    17.Totdat het in punt 16 bedoelde elektronische vangstaangiftesysteem is ingevoerd, delen de lidstaten de Europese Commissie uiterlijk vijftien (15) kalenderdagen vanaf het einde van elk kwartaal,  de in ton uitgedrukte vangstgegevens over het voorgaande kwartaal mee, zoals die door hun nationale overheidsdiensten zijn gevalideerd en door de in punt 13 genoemde wetenschappelijke instellingen zijn bevestigd. De wetenschappelijke instellingen analyseren de vangstgegevens aan de hand van kruiscontroles van de beschikbare gegevens in de visserijlogboeken, de aanlandingsaangiften, de verkoopdocumenten en, in voorkomend geval, de wetenschappelijke waarnemingsverslagen. Op basis hiervan stelt de Unie voor elk vaartuig dat in de Liberiaanse visserijzone mag vissen, per soort en per maand een kwartaalaangifte van de vangst op volgens het model in aanhangsel 8 van deze bijlage.

    18.De geaggregeerde gegevens van de visserijlogboeken worden als voorlopig beschouwd totdat de Unie de in punt 23 bedoelde eindafrekening van de visrechten heeft meegedeeld.

    Eindafrekening van de visrechten

    19.Totdat het in punt 16 bedoelde elektronische vangstaangiftesysteem is ingevoerd, delen de lidstaten de Europese Commissie elk jaar uiterlijk op 15 mei de in ton uitgedrukte vangstgegevens over het voorgaande jaar mee, zoals die door hun nationale overheidsdiensten zijn gevalideerd en door de in punt 13 genoemde wetenschappelijke instellingen zijn bevestigd.

    20.De wetenschappelijke instellingen analyseren de vangstgegevens aan de hand van kruiscontroles van de beschikbare gegevens in de visserijlogboeken, de aanlandingsaangiften, de verkoopdocumenten en, in voorkomend geval, de wetenschappelijke waarnemingsverslagen.

    21.Aan het BNF wordt meegedeeld welke methode de wetenschappelijke instellingen van de Unie toepassen om de omvang en de samenstelling van de vangsten in de Liberiaanse visserijzone te analyseren.

    22.Op basis van de in punt 19 bedoelde vangstaangiften stelt de Unie voor elk vaartuig dat het voorgaande jaar in de Liberiaanse visserijzone mocht vissen, een eindafrekening vast van de visrechten die het vaartuig voor het jaarlijkse visseizoen van het voorgaande kalenderjaar verschuldigd is.

    23.De Unie doet deze eindafrekening van de visrechten vóór 30 juni van het lopende jaar via de lidstaten tegelijk aan Liberia en aan de reders toekomen.

    24.Liberia stelt de Unie in kennis van de ontvangst van de eindafrekening en kan de Unie, indien het dit nodig acht, om toelichting vragen. In dat geval pleegt de Unie overleg met de nationale overheidsdiensten van de vlaggenstaten en met de wetenschappelijke instellingen van de Unie en doet zij al het nodige om Liberia de noodzakelijke aanvullende gegevens te verstrekken. Indien nodig kan een specifieke gezamenlijke wetenschappelijke bijeenkomst worden belegd om de vangstgegevens en de voor de kruiscontroles van de informatie gebruikte methoden te onderzoeken.

    25.Liberia kan de definitieve jaarlijkse vangstaangifte en de eindafrekening van de visrechten op basis van bewijsstukken betwisten binnen een termijn van 30 kalenderdagen na de in punt 24 bedoelde kennisgeving. Bij verschil van mening plegen de partijen overleg in de gemengde commissie. Als Liberia binnen de genoemde termijn geen bezwaar aantekent, wordt de eindafrekening van de visrechten geacht te zijn aangenomen.

    AFDELING 2

    AANLANDING EN OVERLADING

    Aanlandingsprocedure

    1.De kapitein van een Unievaartuig die vangsten uit de Liberiaanse visserijzone in een Liberiaanse haven wenst aan te landen, stelt Liberia, totdat de Mesurado-pier operationeel wordt, ten minste achtenveertig (48) uur vóór de aanlanding en daarna ten minste vierentwintig (24) uur vóór de aanlanding in kennis van:

    (a)de naam en de internationale radioroepnaam van het vissersvaartuig dat zal aanlanden;

    (b)de haven van aanlanding;

    (c)de verwachte datum en het verwachte tijdstip van aanlanding;

    (d)de hoeveelheid (uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, indien vereist, in aantal exemplaren) van elke aan te landen soort (aangeduid met de FAO-drielettercode);

    (e)de aanbiedingsvorm van de producten.

    2.De aanlanding moet plaatsvinden in de visserijzone van een hiertoe gemachtigde Liberiaanse haven.

    3.Worden de bepalingen betreffende de aanlandingsprocedure niet nageleefd, dan worden de daartoe in de Liberiaanse wetgeving vastgestelde sancties toegepast.

    Aanmoediging tot het aanlanden

    4.De Unievaartuigen leveren hun tonijn zo veel mogelijk aan de plaatselijke industrie, tegen wereldmarktprijzen. Totdat in Liberia de Mesurado-pier operationeel wordt, wordt aan een Unievaartuig dat over een vismachtiging overeenkomstig dit protocol beschikt en zijn tonijnvangsten in een aangewezen haven van Liberia aanlandt, een financiële stimulans gegeven in de vorm van een verlaging van het visrecht ten belope van 10 EUR per ton aangelande bijvangsten, voor zover de vangst aan een Liberiaans visbedrijf wordt verkocht voor bevoorrading van de Liberiaanse markt. Dit mechanisme is beperkt tot maximaal 50 % van de definitieve aangegeven vangsten.

    5.Zodra de visserijterminal van de Mesurado operationeel wordt, krijgen de Unievaartuigen de financiële stimulans in de vorm van een gedeeltelijke verlaging van het visrecht ten belope van 10 EUR per aangelande ton. Als aan de plaatselijke industrie wordt verkocht, wordt een extra verlaging van het visrecht ten belope van nog eens 10 EUR per aangelande ton gegeven. Voor bijvangsten wordt, wanneer de vangst aan de plaatselijke markt wordt verkocht, een speciale verlaging van het visrecht ten belope van 25 EUR per ton aangelande bijvangsten gegeven. Dit mechanisme is beperkt tot maximaal 50 % van de definitief aangegeven tonijnvangsten.

    Overlading

    6.De kapitein van een Unievaartuig die vangsten uit de Liberiaanse visserijzone in een Liberiaanse haven wenst over te laden, stelt Liberia, totdat de Mesurado-pier operationeel wordt, ten minste achtenveertig (48) uur vóór de overlading en daarna ten minste vierentwintig (24) uur vóór de overlading in kennis van:

    (a)de naam en de internationale radioroepnaam van het overladende vissersvaartuig;

    (b)de naam en de internationale radioroepnaam van het ontvangende vissersvaartuig;

    (c)de haven van overlading;

    (d)de verwachte datum en het verwachte tijdstip van overlading;

    (e)de hoeveelheid (uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, indien vereist, in aantal exemplaren) van elke over te laden soort (aangeduid met de FAO-drielettercode);

    (f)de aanbiedingsvorm van de producten.

    7.Het overladen gebeurt in een daartoe gemachtigde Liberiaanse haven, in aanwezigheid van Liberiaanse inspecteurs. Om vertraging te voorkomen mag de kapitein in uitzonderlijke gevallen waarin geen Liberiaanse inspecteur aanwezig kan zijn, met het overladen beginnen na afloop van de in punt 6 vastgestelde kennisgevingstermijn. Overlading op zee is verboden.

    8.Overladen wordt beschouwd als het verlaten van de Liberiaanse visserijzone zoals omschreven in afdeling 3. Daarom dienen de vaartuigen uiterlijk 24 uur nadat het overladen is beëindigd, of in elk geval minstens zes uur voordat het overladende vaartuig de haven verlaat, naargelang van wat zich het eerst voordoet, bij de bevoegde autoriteiten hun vangstaangiften in en deelt de reder mee of hij van plan is met het vissen door te gaan dan wel de Liberiaanse visserijzone te verlaten. Voor het ontvangende vaartuig zijn de rapportagevereisten van de toepasselijke Liberiaanse wetgeving van toepassing.

    AFDELING 3

    CONTROLE EN INSPECTIE

    Binnenvaren en verlaten van de zone

    1.Telkens wanneer een Unievaartuig met een vismachtiging de Liberiaanse visserijzone binnenvaart of verlaat, moet dit minstens zes (6) uur van tevoren aan Liberia worden gemeld.

    2.Bij de melding van het binnenvaren of verlaten deelt het Unievaartuig met name de volgende gegevens mee:

    i)verwachte datum, verwacht tijdstip en verwachte plaats;

    ii)de aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of indien vereist, in aantal exemplaren;

    iii)de aanbiedingsvorm van de producten.

    3.De kennisgeving gebeurt bij voorkeur per e-mail, of indien dat niet mogelijk is, per fax of per radio, op een e-mailadres, oproepnummer of radiofrequentie zoals meegedeeld door Liberia en vermeld in aanhangsel 7. Liberia verzendt per omgaande een ontvangstbevestiging per e-mail. Liberia stelt de betrokken vaartuigen en de Unie onverwijld in kennis van elke wijziging van het e-mailadres, het oproepnummer of de radiofrequentie.

    4.Een Unievaartuig dat in de Liberiaanse visserijzone wordt waargenomen terwijl het aan het vissen is zonder dat het zijn aanwezigheid vooraf heeft gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig dat illegaal vist.

    Inspectie op zee

    5.De inspectie op zee in de Liberiaanse visserijzone van Unievaartuigen met een vismachtiging wordt uitgevoerd door Liberiaanse vaartuigen en inspecteurs die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs.

    6.Voordat de Liberiaanse inspecteurs aan boord gaan, stellen zij het Unievaartuig in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De kapitein van het Unievaartuig staat toe dat de Liberiaanse inspecteurs aan boord gaan en hun werkzaamheden verrichten, en verleent daaraan zijn medewerking. De inspectie wordt door maximaal vijf (5) inspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en kwalificatie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen.

    7.De kapitein geeft onmiddellijk gevolg aan iedere redelijke instructie van de gemachtigde functionarissen en vergemakkelijkt het veilig aan boord gaan en de inspectie van het vaartuig, het vistuig, de uitrusting, de registers, de vis, de visproducten en de bescheiden betreffende de bemanning.

    8.De kapitein en de bemanningsleden van het vaartuig vallen de gemachtigde functionaris tijdens de uitoefening van zijn taken niet aan, belemmeren hem niet, bieden hem geen weerstand, houden hem niet op, weigeren niet hem aan boord te laten, intimideren hem niet en mengen zich niet in zijn werkzaamheden.

    9.De Liberiaanse inspecteurs blijven niet langer aan boord van het Unievaartuig dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat die zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading.

    10.Liberia kan de Unie toestaan om als waarnemer aan de inspectie deel te nemen.

    11.Aan het eind van elke inspectie stellen de Liberiaanse inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het Unievaartuig mag opmerkingen aan het inspectieverslag toevoegen. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het verslag opstelt, en door de kapitein van het Unievaartuig.

    12.De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tijdens een inbreukprocedure onverlet. Weigert de kapitein dit document te ondertekenen, dan moet hij dit schriftelijk motiveren en brengt de inspecteur de vermelding "weigert te ondertekenen" aan. De Liberiaanse inspecteurs overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het Unievaartuig alvorens het vaartuig te verlaten. Liberia doet de Unie binnen acht (8) kalenderdagen na de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.

    Inspectie in de haven

    13.Mits de betrokken havenstaat daartoe toestemming geeft, wordt de inspectie in de haven of op de rede van Unievaartuigen met een vismachtiging die vangsten uit de Liberiaanse visserijzone in een in onderlinge overeenstemming tussen de Unie en Liberia aangewezen haven in de deelregio aanlanden, uitgevoerd door vaartuigen en inspecteurs van Liberia die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs.

    14.Voordat de Liberiaanse inspecteurs aan boord gaan, stellen zij het Unievaartuig in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De kapitein van het Unievaartuig staat toe dat de Liberiaanse inspecteurs aan boord gaan en hun werkzaamheden verrichten, en verleent daaraan zijn medewerking. De inspectie wordt door maximaal vijf (5) inspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en kwalificatie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen.

    15.De kapitein geeft onmiddellijk gevolg aan iedere redelijke instructie van de gemachtigde functionarissen en vergemakkelijkt het veilig aan boord gaan en de inspectie van het vaartuig, het vistuig, de uitrusting, de registers, de vis, de visproducten en de bescheiden betreffende de bemanning.

    16.De kapitein en de bemanningsleden van het vaartuig vallen de gemachtigde functionaris tijdens de uitoefening van zijn taken niet aan, belemmeren hem niet, bieden hem geen weerstand, houden hem niet op, weigeren niet hem aan boord te laten, intimideren hem niet en mengen zich niet in zijn werkzaamheden.

    17.De Liberiaanse inspecteurs blijven niet langer aan boord van het Unievaartuig dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat die zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading.

    18.Liberia kan de Unie toestaan om als waarnemer aan de inspectie deel te nemen.

    19.Aan het eind van elke inspectie stellen de Liberiaanse inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het Unievaartuig mag opmerkingen aan het inspectieverslag toevoegen. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het verslag opstelt, en door de kapitein van het Unievaartuig.

    20.De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tijdens een inbreukprocedure onverlet. Weigert de kapitein dit document te ondertekenen, dan moet hij dit schriftelijk motiveren en brengt de inspecteur de vermelding "weigert te ondertekenen" aan. De Liberiaanse inspecteurs overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het Unievaartuig alvorens het vaartuig te verlaten. Liberia doet de Unie binnen acht (8) kalenderdagen na de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.

    Samenwerking op het gebied van monitoring ter bestrijding van IOO-visserij

    21.Om de bestrijding van IOO-visserij te intensiveren signaleren de kapiteins van Unievissersvaartuigen de aanwezigheid van vaartuigen in de Liberiaanse visserijzone die mogelijk IOO-visserijactiviteiten aan het verrichten zijn, en winnen zij zo veel mogelijk informatie in over wat is waargenomen. De waarnemingsverslagen worden onmiddellijk toegezonden aan de MCSU, het NFMC en het ministerie van Landbouw van Liberia en aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van het vaartuig dat de waarneming heeft gedaan, en deze instanties sturen de verslagen op hun beurt onmiddellijk door naar de Unie of de door haar aangewezen instantie.

    22.Als Liberia beschikt over waarnemingsverslagen over vissersvaartuigen die mogelijk IOO-visserijactiviteiten in de Liberiaanse visserijzone uitoefenen, doet het deze verslagen aan de Unie toekomen.

    AFDELING 4

    SATELLIETVOLGSYSTEEM VOOR VAARTUIGEN (VMS)

    Positieberichten van vaartuigen — VMS-systeem

    1.Tijdens hun aanwezigheid in de Liberiaanse visserijzone moeten Unievaartuigen met een vismachtiging te allen tijde zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System - VMS) dat hun positie automatisch en permanent (om de twee uur) meedeelt aan het visserijcontrolecentrum (VCC) van hun vlaggenstaat.

    2.Elk positiebericht moet het volgende bevatten:

    (a)de identificatiegegevens van het vaartuig;

    (b)de laatste geografische positie van het vaartuig (lengte en breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 100 m en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %;

    (c)de datum en het tijdstip van de registratie van de positie;

    (d)de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig.

    3.Elk positiebericht moet geconfigureerd zijn volgens het formaat in aanhangsel 4 van deze bijlage.

    4.De eerste positie die na het binnenvaren van de Liberiaanse visserijzone wordt geregistreerd, wordt aangeduid met de code "ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code "POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van de Liberiaanse visserijzone geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de code "EXI".

    5.Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkt en, zo nodig, elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten worden op een beveiligde manier geregistreerd en worden gedurende drie jaar bewaard.

    Melding van positieberichten door de vaartuigen bij uitval van het VMS-systeem

    6.De kapitein verzekert er zich te allen tijde van dat het VMS-systeem van zijn vaartuig volledig operationeel is en dat de positieberichten correct worden doorgestuurd naar het VCC van de vlaggenstaat.

    7.Bij uitval wordt het VMS-systeem van het vaartuig binnen tien dagen hersteld of vervangen. Na het verstrijken van deze termijn zonder herstelling of vervanging mag het vaartuig niet langer in de Liberiaanse visserijzone vissen.

    8.Vaartuigen die in de Liberiaanse visserijzone vissen en waarvan het VMS-systeem defect is, sturen hun positieberichten ten minste om de vier uur per e-mail, radio of fax door aan het VCC van de vlaggenstaat, met opgave van alle verplichte gegevens.

    Beveiligde verzending van de positieberichten aan Liberia

    9.Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het VCC van Liberia. Het VCC van de vlaggenstaat en dat van Liberia wisselen hun e-mailadres uit en stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere wijziging daarvan.

    10.De transmissie van de positieberichten tussen de VCC's van de vlaggenstaat en van Liberia gebeurt elektronisch via een beveiligd communicatiesysteem.

    11.Het VCC van Liberia stelt het VCC van de vlaggenstaat en de Unie onmiddellijk in kennis van iedere onderbreking in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een vismachtiging, voor zover dat vaartuig niet heeft gemeld dat het de Liberiaanse visserijzone zou verlaten.

    Slechte werking van het communicatiesysteem

    12.Liberia verzekert zich ervan dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die van het VCC van de vlaggenstaat en stelt de Unie onmiddellijk in kennis van elk probleem bij de transmissie en de ontvangst van positieberichten met het oog op een zo spoedig mogelijke technische oplossing. Eventuele geschillen worden door de gemengde commissie beslecht.

    13.De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor iedere bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die tot doel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen. Inbreuken worden bestraft met de in de geldende Liberiaanse wetgeving vastgestelde sancties.

    Herziening van de frequentie van de positieberichten

    14.Op basis van gefundeerde aanwijzingen voor een overtreding kan Liberia het FMC van de vlaggenstaat, met kopie aan de Unie, verzoeken het interval voor het versturen van de positieberichten van een vaartuig gedurende een bepaalde onderzoeksperiode te beperken tot dertig minuten. Liberia legt deze gefundeerde aanwijzingen onmiddellijk over aan het VCC van de vlaggenstaat en aan de Unie. Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten onmiddellijk volgens de nieuwe frequentie door naar Liberia.

    15.Wanneer de onderzoeksperiode afloopt, stelt Liberia het VCC van de vlaggenstaat en de Unie daarvan onmiddellijk in kennis; vervolgens deelt Liberia aan dit VCC en aan de Unie mee of vervolg zal worden gegeven aan het onderzoek.

    AFDELING 5

    WAARNEMERS

    Waarneming van visserijactiviteiten

    1.De visserijactiviteiten van vaartuigen met een vismachtiging vallen onder een waarnemersregeling in het kader van de overeenkomst.

    2.Deze waarnemersregeling is in overeenstemming met de aanbevelingen van de ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan).

    3.Totdat het nieuwe regionale waarnemersprogramma van de ICCAT operationeel wordt, gelden voor de waarnemers de onderstaande bepalingen.

    Aangewezen vaartuigen en waarnemers

    4.Uiterlijk vijftien (15) kalenderdagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord zou moeten gaan, wijst het BNF de Unievaartuigen aan die een waarnemer aan boord moeten nemen, evenals de waarnemer die aan dit vaartuig wordt toegewezen. Op verzoek van de Liberiaanse autoriteiten nemen de Unievaartuigen een waarnemer aan boord; het is de bedoeling dat 15 % van de vaartuigen met een vismachtiging door een waarnemer wordt bezocht.

    5.Het BNF stelt een lijst op van de vaartuigen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen, alsmede een lijst van de aangestelde waarnemers. Deze lijsten worden geactualiseerd. Zij worden meteen na de opstelling ervan aan de Unie meegedeeld, en vervolgens, indien zij worden geactualiseerd, om de drie maanden.

    6.Als de vismachtiging is afgegeven, stelt het BNF de Unie en de reder of zijn agent in kennis van de aangewezen vaartuigen en van de waarnemers die aan boord van elk vaartuig zullen gaan. De reder kiest het tijdstip en de haven waar de waarnemers aan boord worden genomen; dit kan een niet-Liberiaanse haven zijn. Het BNF stelt de Unie en de reder of zijn agent onverwijld in kennis van elke wijziging in de aangewezen vaartuigen en waarnemers.

    7.Het BNF streeft ernaar geen waarnemers aan te wijzen voor vaartuigen die reeds een waarnemer aan boord hebben of die voor het betrokken visseizoen in het kader van hun activiteiten in andere visserijzones dan die van Liberia reeds formeel verplicht zijn een waarnemer aan boord te nemen.

    8.De waarnemers blijven aan boord gedurende één visreis of, op het uitdrukkelijke verzoek van de reder voor een bepaald vaartuig, gedurende meer dan één visreis.

    9.De waarnemers blijven niet langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om hun taken te verrichten.

    Forfaitaire financiële bijdrage

    10.Bij de betaling van de jaarlijkse geanticipeerde visrechten maakt de reder aan Liberia voor elk vaartuig ook een forfaitair bedrag van 400 EUR per jaar over.

    Loon van de waarnemer

    11.Het loon en de sociale bijdragen voor de waarnemer zijn voor rekening van Liberia.

    Voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer

    12.De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer, met name de duur van zijn aanwezigheid aan boord, worden in onderling overleg tussen de reder of zijn agent en Liberia vastgesteld.

    13.De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de technische indeling van het vaartuig.

    14.De reder zorgt op zijn kosten voor kost en logies van de waarnemer aan boord van het vaartuig en stelt onder meer was- en toiletvoorzieningen ter beschikking; de kwaliteit hiervan is minstens even goed als die welke aan de officieren op het vissersvaartuig wordt geboden.

    15.De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke veiligheid en het algemene welzijn van de waarnemer te waarborgen.

    16.De kapitein garandeert de waarnemer de toegang tot de voorzieningen, het vistuig en de apparatuur aan boord van het vaartuig die de waarnemer nodig heeft om zijn taken te vervullen, met inbegrip van:

    i)de brug en de communicatie en navigatieapparatuur van het vaartuig;

    ii)de documenten en registers, waaronder alle logboeken van het vaartuig, ongeacht of die aan boord moeten worden gehouden en moeten worden bijgewerkt op grond van de Liberiaanse visserijwetgeving dan wel anderszins voor doeleinden op het gebied van inspectie van de registers en kopiëring.

    17.De kapitein staat de waarnemer te allen tijde toe:

    i)de communicatieapparatuur van het vaartuig te gebruiken om berichten te ontvangen en te versturen en met het vasteland en andere vaartuigen te communiceren;

    ii)vismonsters of volledige exemplaren van elke vissoort te nemen, te meten, van het vaartuig te verwijderen of te bewaren;

    iii)monsters en volledige exemplaren aan boord op te slaan, ook in de diepvriesinstallaties van het vaartuig;

    iv)de visserijactiviteiten, met inbegrip van de vis, het vistuig, de apparatuur, de documenten, de kaarten en de registers, te fotograferen en foto- of filmmateriaal dat de waarnemer aan boord van het vaartuig heeft gemaakt of gebruikt, van het vaartuig te verwijderen.

    Verplichtingen van de waarnemer

    18.Gedurende zijn volledige verblijf aan boord:

    (a)zorgt de waarnemer ervoor dat hij de visserijactiviteiten noch onderbreekt, noch hindert;

    (b)gaat hij zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord;

    (c)bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.

    Inscheping en ontscheping van de waarnemers

    19.De reder of zijn agent stelt Liberia tien (10) kalenderdagen vóór het aan boord nemen van de waarnemer in kennis van de datum, het tijdstip en de haven. Als de waarnemer in een ander land aan boord wordt genomen, zijn de reiskosten tot de haven van inscheping voor rekening van de reder.

    20.Als de waarnemer zich niet binnen twaalf (12) uur na de vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die waarnemer aan boord te nemen. Het vaartuig mag de haven verlaten en zijn visserijactiviteiten aanvatten.

    21.Wanneer de waarnemer niet in een Liberiaanse haven van boord gaat, zorgt de reder er, op zijn kosten, voor dat de waarnemer zo spoedig mogelijk naar Liberia kan terugkeren.

    22.Als het vaartuig zich niet op het afgesproken tijdstip in de vooraf overeengekomen haven bevindt om een waarnemer aan boord te nemen, zijn de kosten die ontstaan doordat de waarnemer in de haven moet wachten (verblijf, maaltijden enz.), berekend op basis van een dagvergoeding van 80 EUR, voor rekening van de reder.

    23.Als het vaartuig niet opdaagt zonder dat het vooraf het BNF en het NFMC daarvan in kennis heeft gesteld, kan Liberia passende maatregelen nemen overeenkomstig de geldende Liberiaanse wetgeving.

    Taken van de waarnemer

    24.De waarnemer verricht de volgende taken:

    (a)hij observeert de visserijactiviteiten van het vaartuig;

    (b)hij observeert de soort, hoeveelheid, grootte en toestand van de gevangen vis;

    (c)hij observeert de methoden waarmee, de gebieden waarin en de dieptes waarop vis wordt gevangen;

    (d)hij observeert de effecten van de visserijmethoden op de vis en het milieu;

    (e)hij observeert de verwerking, het vervoer, het overladen, de opslag of de teruggooi van de vis;

    (f)hij verifieert de positie van het vaartuig tijdens de visserijactiviteiten;

    (g)hij verricht een bemonstering voor biologische doeleinden in het kader van een wetenschappelijk programma;

    (h)hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

    (i)hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten in de Liberiaanse visserijzone;

    (j)hij verifieert de percentages bijvangsten en raamt de hoeveelheid teruggooi;

    (k)in de periode dat het vaartuig actief is in de Liberiaanse visserijzone, deelt hij zijn waarnemingen ten minste eenmaal per week per radio, fax of e-mail mee en geeft hij daarbij ook de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op.

    Verslag van de waarnemer

    25.Voordat de waarnemer het vaartuig verlaat, legt hij de kapitein van het vaartuig een beknopt verslag over zijn waarnemingen voor; de inhoud daarvan wordt door de gemengde commissie goedgekeurd. De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het verslag van de waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer en de kapitein. De kapitein ontvangt een kopie van het verslag van de waarnemer.

    26.De waarnemer zendt zijn verslag toe aan het BNF, dat binnen vijftien (15) kalenderdagen na het van boord gaan van de waarnemer een kopie doet toekomen aan de Unie.

    27.De informatie in het verslag van de waarnemer kan door de bevoegde Liberiaanse autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de Unie voor wetenschappelijke analyse worden gebruikt en om na te gaan of de voorschriften in acht zijn genomen.

    AFDELING 6

    INBREUKEN

    Behandeling van inbreuken

    1.Elke inbreuk door een Unievaartuig dat over een vismachtiging overeenkomstig deze bijlage beschikt, moet worden vermeld in een inbreuk of inspectieverslag dat door de bevoegde Liberiaanse autoriteit wordt opgesteld. De kennisgeving van de inbreuk en van de aan de kapitein of het visbedrijf opgelegde toepasselijke sancties wordt rechtstreeks aan de reder toegezonden overeenkomstig de in de geldende Liberiaanse wetgeving vastgestelde procedure. Een kopie van de kennisgeving wordt binnen 24 uur aan de vlaggenstaat van het vaartuig en de Unie toegezonden.

    2.De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tijdens een inbreukprocedure onverlet. De kapitein van het vaartuig verleent zijn medewerking tijdens de inspectieprocedure.

    Aanhouding van het vaartuig – Informatiebijeenkomst

    3.Wanneer de geldende wetgeving van Liberia daarin voorziet voor de betrokken inbreuk, kan elk Unievaartuig dat een inbreuk begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en, wanneer het vaartuig zich op zee bevindt, zich naar een Liberiaanse haven te begeven.

    4.Liberia stelt de Unie binnen vierentwintig (24) uur in kennis van iedere aanhouding van een Unievaartuig met een vismachtiging. Die kennisgeving omvat bewijsstukken die de aanhouding van het vaartuig staven.

    5.Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein, de bemanning of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen voor het veiligstellen van de bewijsstukken, belegt Liberia op verzoek van de Unie binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig een informatiebijeenkomst om de feiten die hebben geleid tot de aanhouding van het vaartuig, toe te lichten en eventuele verdere maatregelen uiteen te zetten. Aan deze informatiebijeenkomst kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen.

    Op de inbreuk toe te passen sancties - Schikkingsprocedure

    6.Liberia stelt de op de inbreuk toe te passen sanctie vast overeenkomstig de geldende nationale wetgeving.

    7.Als de reder de boete niet aanvaardt, wordt voordat het tot een gerechtelijke procedure komt en voor zover de inbreuk geen strafbaar feit inhoudt, tussen de Liberiaanse autoriteiten en het Unievaartuig een schikkingsprocedure ingeleid om de zaak in der minne te schikken. Aan deze schikkingsprocedure kan worden deelgenomen door een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig en van de Unie. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk drie (3) kalenderdagen na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten.

    Gerechtelijke procedure – Bankgarantie

    8.Indien geen minnelijke schikking tot stand komt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft gepleegd, een bankgarantie bij een door Liberia opgegeven bank ter hoogte van een door Liberia vast te stellen bedrag dat de kosten van de aanhouding van het vaartuig, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid.

    9.De bankgarantie wordt vrijgegeven en onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis aan de reder terugbetaald:

    (a)in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt opgelegd;

    (b)ten bedrage van het saldo, wanneer de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie.

    10.Liberia stelt de Unie uiterlijk acht (8) kalenderdagen na de uitspraak van het vonnis in kennis van de uitkomst van de gerechtelijke procedure.

    Vrijgave van het vaartuig en de bemanning

    11.Het vaartuig en de bemanning mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld.

    HOOFDSTUK V

    AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN

    1.De reders van de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en van de vaartuigen voor de beugvisserij nemen onderdanen van ACS-landen in dienst onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:

    op de vloot van de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen moet ten minste 20 % van de zeelieden die worden aangemonsterd tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen op tonijn wordt gevist, afkomstig zijn uit ACS-landen;

    op de vloot van de vaartuigen voor de beugvisserij moet ten minste 20 % van de zeelieden die worden aangemonsterd tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen op tonijn wordt gevist, afkomstig zijn uit ACS-landen.

    2.De reders spannen zich in om per vaartuig drie (3) gekwalificeerde Liberiaanse zeelieden aan te monsteren. De reders kiezen de op hun vaartuigen aan te monsteren zeelieden vrij uit op basis van de door het BNF aan de Unie overgelegde lijst.

    3.De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op Unievaartuigen. Het gaat hierbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie in arbeid en beroep.

    4.De arbeidsovereenkomsten van zeelieden uit ACS-landen worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Er wordt een kopie gegeven aan de ondertekenende partijen, het BNF, de Liberiaanse maritieme autoriteit (LiMA) en het ministerie van Arbeid van Liberia. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

    5.Het loon van de zeelieden van ACS-landen komt ten laste van de reders. Het loon wordt, vóór de afgifte van de vismachtigingen, vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke voor hun respectieve land gelden, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen.

    6.Alle op Unievaartuigen aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan boord te nemen.

    7.Wanneer de Liberiaanse zeeman niet in een Liberiaanse haven van boord gaat, zorgt de reder er, op zijn kosten, voor dat de zeeman zo spoedig mogelijk naar Liberia kan terugkeren.

    8.Als het vaartuig zich niet op het afgesproken tijdstip in de vooraf overeengekomen haven bevindt om een Liberiaanse zeeman aan boord te nemen, zijn de kosten die ontstaan doordat de Liberiaanse zeeman in de haven moet wachten (verblijf, maaltijden enz.), berekend op basis van een dagvergoeding van 80 EUR, voor rekening van de reder.

    9.De reders delen jaarlijks informatie betreffende de aangemonsterde zeelieden mee. Deze informatie omvat het aantal zeelieden die onderdaan zijn van:

    (a)de Unie;

    (b)een ACS-land, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen Liberianen en onderdanen van andere ACS-landen, en

    (c)landen die niet tot de ACS of de Unie behoren.

    Aanhangsels van deze bijlage

    Aanhangsel 1 – Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

    Aanhangsel 2  – Technische notitie

    Aanhangsel 3 – Visserijlogboek

    Aanhangsel 4 – Formaat van het VMS-positiebericht

    Aanhangsel 5 – Afbakening van de Liberiaanse visserijzone

    Aanhangsel 6 – Elektronische melding van de visserijactiviteiten

    Aanhangsel 7 – Contactgegevens van de Liberiaanse autoriteiten

    Aanhangsel 8 – Formulier voor de vangstaangifte

    Aanhangsel 1

    VISSERIJOVEREENKOMST LIBERIA - EUROPESE UNIE

    FORMULIER VOOR DE AANVRAAG VAN EEN VISMACHTIGING

    I- AANVRAGER

    1.    Naam van de reder: .....................................................................................................................................

    2.    Adres van de reder: .....................................................................................................................................

    2.    Naam van de organisatie of van de agent van de reder (indien van toepassing): .....................................................................................................................................

    3.    Adres van de organisatie of van de agent van de reder (indien van toepassing): .....................................................................................................................................

    4.    Telefoon: .......................... Fax: ................................. E-mail: ................................

    5.    Naam van de kapitein: ..................... Nationaliteit: .................... E-mail: ...........................

    6.    Naam en adres van de in Liberia verblijvende agent:

    .....................................................................................................................................

    II- VAARTUIG EN IDENTIFICATIE

    1.    Naam van het vaartuig: .....................................................................................................................................

    2.    Vlaggenstaat: .....................................................................................................................................

    3.    Extern registratienummer: .....................................................................................................................................

    4.    Haven van registratie: ……………………………. MMSI-nummer: ……………..……

    IMO-nummer: …......................................................

    5.    Vaart onder de huidige vlag sinds: ........./......../.............

    Vroegere vlag (indien van toepassing): ....................

    6.    Jaar waarin en plaats waar het vaartuig is gebouwd: ....../......./.......... in ..................................................

    Radioroepnaam: .....................................

    7.    Radiofrequentie: ....................................

    Satelliettelefoonnummer: ..............................

    8.    Materiaal van de romp:     staal     hout     polyester     ander

    III - TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET VAARTUIG EN VAN DE UITRUSTING

    1.    Lengte over alles: ..................................................    Breedte: .....................................

    2.    Tonnage (in GT): ..............................    Nettotonnage: …………………...

    3.    Vermogen van de hoofdmotor in kW: .......................    Merk: ......................................
    Type: ...........................................

    4.    Vaartuigtype:     vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen     vaartuig voor de beugvisserij         vaartuig voor de hengelvisserij

    5.    Vistuigtypes: ..................................................................................................

    6.    Visserijzones: .................................................    Doelsoorten: …………………

    7.    Voor aanlanding aangewezen haven: ....................................................................

    8.    Totale bemanning aan boord: ..................................................................................................

    9.    Conserveringsmethode aan boord:    
        koeling met ijs     koele opslag     gemengd     invriezing

    10.    Invriescapaciteit/24 uur (in tonnen): ................. Capaciteit van de ruimen: ……...................
    Aantal ruimen: ........

    11.    VMS-transponder:

    Fabrikant: ............................. Model: ........................... Serienummer: ........................

    Softwareversie: .................................................. Satellietexploitant: ............................................

    12.    Koers en positiebepalingsinstrumenten: …………………………………………………………………………………………..……

    IV – OVERIGE INFORMATIE

    1.    Volledige naam en volledig adres van de verzekeraar: …………………………………………………………………………………………………

    2.    Indien van toepassing, registratienummer en merk van de zich aan boord bevindende helikopter: …………………………………………………………………………………………………

    3.    Naam en adres van de exploitant van een vliegtuig dat in verband met de visserijactiviteiten wordt gebruikt, en registratienummer en merk van dat vliegtuig …………………………………………………………………………………………………

    4.    Is de reder of de charteraar insolvent of loopt tegen hem een faillissementsprocedure op grond van nationale rechtsvoorschriften? …………………………………………………………………………………………………

    5.    Is de reder, de exploitant of het vaartuig betrokken geweest bij inbreuken tegen rechtsvoorschriften van de Republiek Liberia? …………………………………………………………………………………………………

    6.    Is voor het hierboven geïdentificeerde vaartuig, met zijn huidige naam/vlag of eventuele vorige namen/vlaggen, in de voorbij drie jaar een vergunning of machtiging geschorst of ingetrokken?

    JA ______ NEE _______

    Zo ja, geef op een afzonderlijk blad papier, dat u hierbij voegt, een overzicht van de omstandigheden van die voorvallen, met een toelichting over de huidige stand van schorsing of intrekking.

    7.    Is het vaartuig opgenomen in het van toepassing zijnde register van zeewaardige vaartuigen?

    JA ______ NEE _______

    Ondergetekende verklaart dat de gegevens in deze aanvraag juist zijn en te goeder trouw zijn verstrekt.

    Gedaan te ..............................................., op ……/………/………………

    Naam van de aanvrager: .....................................................

    Aanhangsel 2

    TECHNISCHE NOTITIE

    (1)Visserijzone:

    Buiten 12 zeemijl vanaf de basislijn, met uitzondering van de voor de scheepvaart en de visserij gesloten gebieden zoals bepaald in aanhangsel 5.

    (2)Toegestane categorieën:

    Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de ringzegen

    Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

    (3)Bijvangst:

    Naleving van de aanbevelingen van de ICCAT en de FAO.

    (4)Visrechten en tonnage:

    Rechten per gevangen ton

    Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

    - 1e jaar: 55 EUR/ton.

    - 2e en 3e jaar: 60 EUR/ton.

    - 4e jaar: 65 EUR/ton.

    - 5e jaar: 70 EUR/ton.

    Jaarlijkse geanticipeerde visrechten (inclusief alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en dienstverleningskosten):

    - Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: 7 150 EUR per jaar gedurende de hele looptijd van het protocol

    - Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 2 200 EUR per jaar gedurende de hele looptijd van het protocol

    Aantal vaartuigen dat mag vissen

    28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen

    6 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

    (5)Andere:

    Recht voor de machtiging van ondersteuningsvaartuigen: 3 000 EUR per vaartuig per jaar.

    Waarnemers op 15 % van de vaartuigen die mogen vissen.

    Forfaitaire financiële bijdrage voor waarnemers: 400 EUR per vaartuig per jaar.

    Zeelieden: 20 % van de aangemonsterde zeelieden moet onderdaan van een ACS-land zijn.

    Aanhangsel 3

    VISSERIJLOGBOEK - ICCAT-LOGBOEK VOOR DE TONIJNVISSERIJ

    Beug

    Levend aas

    Ringzegen

    Trawlnetten

    Andere

    Naam van het vaartuig: …………………………………………………….

    Brutotonnage ………………………………………….





    VERTREK vaartuig:




    TERUGKEER vaartuig:

    Maand

    Dag

    Jaar

    Haven

    Vlaggenstaat: ……………………………………………………..

    Capaciteit – (MT): …………………………………………

    Registratienummer: ………………………………………………..

    Kapitein: ……………………………………………..

    Reder: ……………………………………………………

    Aantal bemanningsleden: ………………………………………………..

    Adres: ………………………………………………….

    Datum van het verslag: ………………………………………….

    (Auteur van het verslag):

    ……………………………………….................................

    Aantal dagen op zee:

    Aantal visdagen:



    Aantal uitzetten:



    Nummer visreis:

    Datum

    Sector

    Vangsten

    Isco usado na pesca
    (gebruikt aas)

    Maand

    Dag

    Breedtegraad N/Z

    Lengtegraad O/W

    Temp. oppervlaktewater

    (ºC)

    Visserijinspanning

    Gebruikt aantal haken

    Blauwvintonijn

    Thunnus

    thynnus of

    maccoyi

    Geelvintonijn

    Thunnus

    albacares

    Grootoogtonijn

    Thunnus

    obesus

    Witte tonijn

    Thunnus

    alalunga

    Zwaardvis

    Xiphias

    gladius

    Gestreepte marlijn

    Witte marlijn

    Tetraptunus

    audax of albidus

    Zwarte marlijn

    Makaira

    indica

    Zeilvis

    Istiophorus albicans of platypterus

    Gestreepte tonijn

    Katsuwonus

    pelamis

    Diverse soorten

    Dagtotaal(gewicht enkel in kg)

    Geep

    Inktvis

    Levend aas

    (Andere)

    Aantal

    Gewicht kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    Aantal

    kg

    AANGELAND GEWICHT (IN KG)

    Opmerkingen

    1 – Gebruik één blad per maand en één regel per dag.
    2 – Na afloop van elke reis een afschrift van het formulier bezorgen aan uw correspondent of aan ICCAT, Calle Corazón de María, 8, 28002 Madrid, Spanje.

    3 – Met "dag" wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de lijn.
    4 – "Visserijsector" betekent de positie van het vaartuig.
     Minuten afronden en breedte- en lengtegraden opgeven. N/Z en O/W vermelden.

    5 – Onderste regel (aangeland gewicht) pas invullen aan het einde van de reis. Op te geven is het daadwerkelijke gewicht bij aanlanding.
    6 – Alle gegevens van dit logboek worden strikt vertrouwelijk behandeld.

    Aanhangsel 4

    MELDING VAN DE VMS-GEGEVENS AAN LIBERIA

    POSITIERAPPORT

    Gegevenselement

    Code

    Verplicht of facultatief

    Toelichting

    Begin record

    SR

    V

    Systeeminformatie – geeft het begin van de record aan

    Geadresseerde

    AD

    V

    Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van de geadresseerde

    Van

    FR

    V

    Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van de verzender

    Vlaggenstaat

    FS

    V

    Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van de vlaggenstaat

    Type bericht

    TM

    V

    Berichtinformatie – type bericht (ENT, POS, EXI)

    Radioroepnaam (IRCS)

    RC

    V

    Vaartuiginformatie – internationale radioroepnaam van het vaartuig (IRCS)

    Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij

    IR

    F

    Vaartuiginformatie – uniek nummer van de overeenkomstsluitende partij, ISO-alfa-3-code (ISO-3166), gevolgd door het nummer

    Extern registratienummer

    XR

    V

    Vaartuiginformatie – nummer aangebracht op de romp van het vaartuig (ISO 8859.1)

    Breedtegraad

    LT

    V

    Positie-informatie – positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS84)

    Lengtegraad

    LG

    V

    Positie-informatie – positie in graden en minuten O/W GGMM (WGS84)

    Koers

    CO

    V

    Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360°

    Snelheid

    SP

    V

    Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen

    Datum

    DA

    V

    Positie-informatie – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD)

    Tijdstip

    TI

    V

    Positie-informatie – tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM)

    Einde record

    ER

    V

    Systeeminformatie – geeft het einde van de record aan

    V = verplicht gegevenselement

    F = facultatief gegevenselement

    Elke gegevenstransmissie moet als volgt worden gestructureerd:

    (1)de gebruikte tekens moeten in overeenstemming zijn met ISO-norm 8859.1;

    (2)een dubbele schuine streep (//) en de letters "SR" geven het begin van een bericht aan;

    (3)elk gegevenselement wordt aangegeven met de code ervan en wordt van de andere gegevenselementen gescheiden door een dubbele schuine streep (//);

    (4)een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en gegeven;

    (5)de ER-code, gevolgd door een dubbele schuine streep (//) geeft het einde van het bericht aan;

    (6)de optionele gegevens moeten worden opgenomen tussen het begin en het einde van het bericht.

    Aanhangsel 5

    AFBAKENING VAN DE LIBERIAANSE VISSERIJZONE

    COÖRDINATEN VAN DE VISSERIJZONE

    Voordat het protocol voorlopig van toepassing wordt, stellen de bevoegde Liberiaanse autoriteiten de bevoegde diensten van de Unie in kennis van de geografische coördinaten van de Liberiaanse basislijn, de Liberiaanse visserijzone en de voor scheepvaart en visserij gesloten gebieden. De Liberiaanse autoriteiten verbinden zich er ook toe alle wijzigingen van deze coördinaten minstens één maand van tevoren mee te delen.

    Aanhangsel 6

    RICHTSNOEREN VOOR HET BEHEER EN HET GEBRUIK VAN HET SYSTEEM VOOR DE ELEKTRONISCHE MELDING VAN GEGEVENS OVER VISSERIJACTIVITEITEN (ERS-SYSTEEM)

    Algemene bepalingen

    1)Elk Unievissersvaartuig moet, wanneer het in de Liberiaanse visserijzone actief is, zijn uitgerust met een elektronisch systeem, hierna "ERS-systeem" genoemd, dat de gegevens over de visserijactiviteiten van dat vaartuig, hierna "ERS-gegevens" genoemd, kan registreren en verzenden.

    2)Unievaartuigen zonder ERS-systeem of met een niet-werkend ERS-systeem mogen de Liberiaanse visserijzone niet binnenvaren om daar visserijactiviteiten te verrichten.

    3)De ERS-gegevens worden overeenkomstig de procedures van de vlaggenstaat van het vaartuig verzonden, d.w.z. dat zij eerst worden toegezonden aan het visserijcontrolecentrum (hierna "VCC" genoemd) van de vlaggenstaat, dat vervolgens zorgt voor de automatische terbeschikkingstelling van de gegevens aan het VCC van Liberia.

    4)De vlaggenstaat en Liberia zorgen ervoor dat hun VCC's zijn uitgerust met de informatica-apparatuur en de software die nodig zijn voor de automatische transmissie van de ERS-gegevens in XML-formaat, en beschikken over een back-upprocedure waarmee de ERS-gegevens kunnen worden opgeslagen en bewaard in een formaat dat gedurende ten minste drie (3) jaar computerleesbaar is.

    5)Elke wijziging of bijwerking van dit formaat wordt vastgelegd en gedateerd en moet zes (6) maanden na de invoering ervan operationeel zijn.

    6)Voor de transmissie van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de elektronische communicatiemiddelen die de Europese Commissie namens de EU beheert ("DEH" of "Data Exchange Highway" genoemd).

    7)De vlaggenstaat en Liberia wijzen elk een ERS-correspondent aan die als contactpersoon fungeert.

    (a)De ERS-correspondenten worden voor ten minste zes (6) maanden aangewezen.

    (b)Vóór de inbedrijfstelling van het ERS-systeem door de leverancier stellen het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Liberia elkaar in kennis van de contactgegevens van hun ERS-correspondent (naam, adres, telefoonnummer, faxnummer, e-mailadres).

    (c)Wijzigingen in de contactgegevens van de ERS-correspondent moeten onmiddellijk worden gemeld.

    Opstellen en verzenden van de ERS-gegevens

    8)Het Unievissersvaartuig:

    (a)verzendt dagelijks de ERS-gegevens voor elke dag dat het zich in de Liberiaanse visserijzone bevindt;

    (b)registreert voor elke visserijactiviteit welke hoeveelheid van elke soort is gevangen en als doelsoort of bijvangst aan boord is gehouden dan wel is teruggegooid;

    (c)meldt de nulvangsten voor elke soort die op de door Liberia afgegeven vismachtiging vermeld staat;

    (d)identificeert elke soort aan de hand van de alfa-3-lettercode van de FAO;

    (e)drukt de hoeveelheden uit in kg levend gewicht en, indien vereist, in aantal exemplaren;

    (f)geeft, bij de ERS-gegevens, voor elke soort op welke hoeveelheden zijn overgeladen en/of aangeland;

    (g)registreert telkens wanneer het de Liberiaanse visserijzone binnenvaart (COE-bericht) of verlaat (COX-bericht) een specifiek bericht in de ERS-gegevens, met daarin voor elke soort die vermeld staat op de door Liberia afgegeven vismachtiging, de hoeveelheden die bij het binnenvaren/verlaten aan boord worden gehouden;

    (h)zendt elke dag uiterlijk om 23.59 UTC de ERS-gegevens aan het VCC van de vlaggenstaat toe in het in punt 3 bedoelde formaat.

    9)De kapitein is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden ERS-gegevens.

    10)Het VCC van de vlaggenstaat zendt de ERS-gegevens onmiddellijk automatisch naar het VCC van Liberia.

    11)Het VCC van Liberia bevestigt de ontvangst van de ERS-gegevens met een retourbericht en behandelt alle ERS-gegevens als vertrouwelijk.

    Mankement in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig en/of in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat

    12)De vlaggenstaat stelt de kapitein en/of de reder, of hun agent, van een onder zijn vlag varend vaartuig onmiddellijk in kennis van technische mankementen van het op het vaartuig geïnstalleerde ERS-systeem en van mankementen in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat.

    13)De vlaggenstaat stel Liberia in kennis van het geconstateerde mankement en van de maatregelen die zijn genomen om het op te lossen.

    14)Indien zich een defect in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig voordoet, wordt er door de kapitein en/of de reder op toegezien dat het ERS-systeem binnen tien (10) kalenderdagen wordt gerepareerd of vervangen. Indien het vaartuig in die periode van tien (10) dagen een haven aandoet, mag het zijn visserijactiviteiten in de Liberiaanse visserijzone pas hervatten wanneer het ERS-systeem weer naar behoren werkt of, wanneer dat laatste niet het geval is, wanneer Liberia daarvoor toestemming verleent.

    15)Een vissersvaartuig dat een technisch mankement aan zijn ERS-systeem heeft gehad, mag de haven pas verlaten wanneer:

    (a)zijn ERS-systeem ten genoegen van de vlaggenstaat en Liberia weer naar behoren werkt, of

    (b)wanneer het daarvoor toestemming krijgt van de vlaggenstaat. In dat laatste geval stelt de vlaggenstaat Liberia vóór het vertrek van het vaartuig hiervan in kennis.

    16)Unievaartuigen die in de Liberiaanse visserijzone actief zijn met een defect ERS-systeem, verzenden alle ERS-gegevens dagelijks, uiterlijk om 23.59 UTC, naar het VCC van de vlaggenstaat via om het even welk ander elektronisch communicatiemiddel waartoe het VCC van Liberia toegang heeft.

    17)ERS-gegevens die wegens een in punt 12 bedoeld mankement niet via het ERS-systeem ter beschikking van Liberia kunnen worden gesteld, worden door het VCC van de vlaggenstaat via een andere onderling afgesproken elektronische weg verzonden naar het VCC van Liberia. Deze alternatieve transmissie wordt als prioritair beschouwd, aangezien de normaal geldende transmissietermijnen niet in acht kunnen worden genomen.

    18)Indien het VCC van Liberia drie (3) opeenvolgende dagen geen ERS-gegevens van een vaartuig heeft ontvangen, kan Liberia dat vaartuig het bevel geven zich onmiddellijk voor onderzoek naar een door Liberia aangewezen haven te begeven.

    Mankement bij het VCC – Het VCC van Liberia ontvangt geen ERS-gegevens

    19)Indien een VCC geen ERS-gegevens ontvangt, meldt de betrokken ERS-correspondent dit onmiddellijk aan zijn collega van het andere VCC en werkt hij zo nodig mee aan de oplossing van het probleem.

    20)Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Liberia spreken vóór de ingebruikname van het ERS-systeem af welke alternatieve elektronische communicatiemiddelen voor de transmissie van de ERS-gegevens moeten worden gebruikt wanneer zich een mankement bij het VCC voordoet, en stellen elkaar in kennis van elke wijziging in dit verband.

    21)Wanneer het VCC van Liberia signaleert geen ERS-gegevens te hebben ontvangen, gaat het VCC van de vlaggenstaat op zoek naar de oorzaak van het probleem en neemt het de nodige maatregelen om het probleem op te lossen. Het VCC van de vlaggenstaat stelt het VCC van Liberia en de Unie uiterlijk vierentwintig (24) uur nadat het mankement is geconstateerd, in kennis van de resultaten van de genomen maatregelen.

    22)Indien meer dan vierentwintig (24) uur nodig is om het probleem op te lossen, verzendt het VCC van de vlaggenstaat de ontbrekende ERS-gegevens onmiddellijk naar het VCC van Liberia aan de hand van een van de in punt 20 bedoelde alternatieve elektronische communicatiemiddelen.

    23)Liberia brengt zijn bevoegde monitoringdiensten (MCS) op de hoogte om te voorkomen dat het VCC van Liberia de Unievaartuigen in gebreke stelt voor het niet verzenden van ERS-gegevens wegens een mankement bij een van de VCC's.

    Onderhoud van een VCC

    24)Een VCC dat (in het kader van een onderhoudsprogramma) onderhoudsactiviteiten plant die gevolgen kunnen hebben voor de uitwisseling van ERS-gegevens, moet het andere VCC hiervan ten minste tweeënzeventig (72) uur van tevoren in kennis stellen, zo mogelijk met opgave van de datum en de duur van het onderhoud. Informatie over niet-gepland onderhoud wordt zo spoedig mogelijk aan het andere VCC gemeld.

    25)Tijdens het onderhoud kan de terbeschikkingstelling van ERS-gegevens worden opgeschort totdat het systeem weer operationeel is. De betrokken ERS-gegevens worden in dat geval onmiddellijk na afloop van het onderhoud beschikbaar gesteld.

    26)Neemt het onderhoud meer dan vierentwintig (24) uur in beslag, dan worden de ERS-gegevens aan het andere VCC toegezonden aan de hand van een van de in punt 20 bedoelde alternatieve elektronische communicatiemiddelen.

    27)Liberia brengt zijn bevoegde monitoringdiensten (MCS) op de hoogte om te voorkomen dat het VCC van Liberia de Unievaartuigen in gebreke stelt voor het niet verzenden van ERS-gegevens wegens onderhoudswerkzaamheden bij een van de VCC's.

    Aanhangsel 7

    CONTACTGEGEVENS VAN DE LIBERIAANSE AUTORITEITEN

    1.    Ministerie van Landbouw:

    Adres: LIBSUCO Compound, LPRC Road, off Somalia Drive, Gardnersville, Liberia

    Postadres: P.O. Box 10-9010, 1000 Monrovia 10, Liberia

    2.    Autoriteit die de vismachtiging afgeeft: Bureau of National Fisheries (BNF - Nationaal visserijbureau)

    Adres: UN Drive, opposite LBDI, Freepoint Branch, Bushrod Island, Monrovia, Liberia

    Postadres: c/o Ministry of Agriculture, P.O. Box 10-9010, 1000 Monrovia, Liberia
    E-mail:
    bnf@liberiafisheries.net ; williamyboeh@gmail.com  

    Telefoon: +231-770-251-983; +231-888-198-006

    3.    Visserijcontrolecentrum (VCC):

    Adres: Liberia Coast Guard Base, Bong Mines Bridge, Bushrod Island

    E-mail: fmc@liberiafisheries.net  

    Telefoon: +231-880-431-581

    4.    Kennisgeving van het binnenvaren of verlaten van de zone:

    E-mail: fmc@liberiafisheries.net  

    Aanhangsel 8

    FORMULIER VOOR DE VANGSTAANGIFTE

     

    BIJLAGE III

    Reikwijdte van de verleende bevoegdheden en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de gemengde commissie

    (1)De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Liberia te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan punt 3 van deze bijlage, overeenstemming te bereiken over wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

    (a)herziening van de vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van het protocol;

    (b)besluitvorming over de nadere bijzonderheden van de sectorale steun overeenkomstig artikel 4 van het protocol;

    (c)technische bepalingen van het protocol en de bijlage daarbij die onder de bevoegdheid van de gemengde commissie vallen overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het protocol.

    (2)In de gemengde commissie die bij de overeenkomst is opgericht:

    (a)handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

    (b)voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

    (c)ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en die passen in de context van gezamenlijk beheer door de kuststaten.

    (3)Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

    Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

    Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het in het voorbereidende document vervatte Uniestandpunt geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten, die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen 20 dagen na ontvangst van het voorbereidende document, al naar gelang hetgeen zich het eerst voordoet. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak aan de Raad voorgelegd.

    Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

    De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

    Top