Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015PC0465

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van het protocol voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia

    COM/2015/0465 final - 2015/0222 (NLE)

    Brussel, 30.9.2015

    COM(2015) 465 final

    2015/0222(NLE)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    betreffende de toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van het protocol voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Op basis van de desbetreffende onderhandelingsrichtsnoeren 1 heeft de Commissie onderhandelingen gevoerd met de regering van Liberia met het oog op het sluiten van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van een protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan. Na afloop van deze onderhandelingen zijn op 5 juni 2015 een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol geparafeerd. Zij bestrijken een periode van vijf jaar vanaf de datum van voorlopige toepassing, d.w.z. vanaf de datum van de ondertekening ervan, als vastgesteld in artikel 15 van de overeenkomst en artikel 12 van het protocol.

    De nieuwe overeenkomst is bedoeld om een strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia tot stand te brengen binnen een kader waarin rekening wordt gehouden met de prioriteiten van het hervormd gemeenschappelijk visserijbeleid en de externe dimensie van dat beleid.

    Het nieuwe protocol is er in de eerste plaats op gericht om de Unievaartuigen vangstmogelijkheden in de visserijzone van Liberia te bieden op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, met inachtneming van de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT – International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas) en, indien van toepassing, binnen de grenzen van het beschikbare overschot. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een verkennende evaluatie waarin externe deskundigen zijn nagegaan in hoeverre het opportuun is om een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol te sluiten. Voorts wordt beoogd om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia te versterken met het oog op de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Liberiaanse visserijzone.

    Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende categorieën:

       28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

       6 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

    Er dient te worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld. De Commissie stelt dan ook voor dat de Raad deze verordening goedkeurt.

    2.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie vooraf van een mogelijke partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en het bijbehorende protocol tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen deskundigen uit de lidstaten en het bedrijfsleven geraadpleegd. Voorts zijn de Liberiaanse visserijautoriteiten en belanghebbenden geraadpleegd in een specifieke technische vergadering. Uit dit overleg is naar voren gekomen dat het voor de Unie en de Republiek Liberia gunstig zou zijn een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met bijbehorend protocol te sluiten.

    3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

    Parallel aan deze procedure lopen procedures met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan, en met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de sluiting, met de goedkeuring van het Europees Parlement, van de genoemde partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De jaarlijkse financiële tegenprestatie bedraagt 715 000 EUR voor het eerste jaar, 650 000 EUR voor het tweede, het derde en het vierde jaar en 585 000 EUR voor het vijfde jaar, en is berekend op basis van:

    a) een referentietonnage van 6 500 ton waarvoor een bedrag voor de toegang tot de visserijzone wordt betaald van 357 500 EUR voor het eerste jaar, 325 000 EUR voor het tweede, het derde en het vierde jaar en 292 500 EUR voor het vijfde jaar, en

    b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Republiek Liberia ten belope van 357 500 EUR voor het eerste jaar, 325 000 EUR voor het tweede, het derde en het vierde jaar en 292 500 EUR voor het vijfde jaar. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer bepaald aan de behoeften van de Republiek Liberia met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek, de ambachtelijke visserij, de monitoring, controle en bewaking van de visserij en de bestrijding van illegale visserij.

    2015/0222 (NLE)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    betreffende de toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van het protocol voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Op 5 juni 2015 hebben de Europese Unie en de Republiek Liberia een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (hierna "de overeenkomst" genoemd) en een protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan geparafeerd, waarbij aan Unievaartuigen vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Liberia de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft.

    (2)Op […] heeft de Raad Besluit (EU) 2015/… 2 vastgesteld betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst en het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan.

    (3)De methode voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten moet worden vastgesteld, zowel voor de periode van de voorlopige toepassing als voor de volledige looptijd van het protocol.

    (4)In artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad 3 is bepaald dat, als blijkt dat de vangstmogelijkheden die krachtens het protocol aan de Unie zijn toegewezen, niet volledig worden benut, de Commissie de betrokken lidstaten daarvan in kennis moet stellen. Indien binnen een door de Raad te bepalen termijn niet wordt geantwoord, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    (1)De vangstmogelijkheden die in het protocol voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia (hierna "het protocol" genoemd) zijn vastgesteld, worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

    (a)vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

    Spanje:

    16 vaartuigen

    Frankrijk:

    12 vaartuigen

    (b)vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

    Spanje:

    6 vaartuigen

    (2)Verordening (EG) nr. 1006/2008 is van toepassing onverminderd de overeenkomst.

    (3)Als met de aanvragen voor vismachtigingen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging.

    (4)De in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn waarin de lidstaten moeten bevestigen dat zij niet volledig gebruikmaken van de vangstmogelijkheden die hun krachtens het protocol zijn toegewezen, bedraagt tien werkdagen vanaf de datum van de kennisgeving van de Commissie aan die lidstaten.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van de datum van ondertekening van het protocol.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1) Aangenomen op 20 juni 2014 tijdens de 3324e zitting van de Raad (Ecofin).
    (2) PB L […] van […], blz. […].
    (3) Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).
    Top