This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52015PC0150
Proposal for a COUNCIL DECISION on the signing, on behalf of the European Union, of the Amending Protocol to the Agreement between the European Community and the Swiss Confederation providing for measures equivalent to those laid down in Council Directive 2003/48/EC on taxation of savings income in the form of interest payments
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de ondertekening, namens de Europese Unie, van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de ondertekening, namens de Europese Unie, van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling
/* COM/2015/0150 final - 2015/0075 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de ondertekening, namens de Europese Unie, van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling /* COM/2015/0150 final - 2015/0075 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Naar aanleiding van de vaststelling van Richtlijn
2003/48/EG van de Raad (hierna "de spaarrichtlijn" genoemd) en
teneinde het gelijke speelveld voor marktdeelnemers te behouden, ondertekende
de EU overeenkomsten met Zwitserland, Andorra, Liechtenstein, Monaco en San
Marino waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die
welke zijn vervat in de richtlijn. De lidstaten ondertekenden ook
overeenkomsten met de afhankelijke gebieden van het Verenigd Koninkrijk en
Nederland. Meer recentelijk is ook op internationaal niveau
onderkend dat het automatisch uitwisselen van inlichtingen een belangrijk
instrument in de strijd tegen grensoverschrijdende belastingfraude en
belastingontduiking is, doordat het voor volledige belastingtransparantie en
samenwerking tussen de belastingdiensten in de hele wereld zorgt. De
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (EOSO) is door de G20
gevraagd één mondiale standaard voor de automatische uitwisseling van
inlichtingen over financiële rekeningen te ontwikkelen. De mondiale standaard
is in juli 2014 door de OESO-Raad gepubliceerd. Na de vaststelling van een voorstel tot
actualisering van de spaarrichtlijn hechtte de Commissie op 17 juni 2011 haar
goedkeuring aan een mandaat om met Zwitserland, Liechtenstein, Andorra, Monaco
en San Marino onderhandelingen te starten teneinde de overeenkomsten van de EU
met die landen in overeenstemming te brengen met de internationale
ontwikkelingen en ervoor te zorgen dat zij maatregelen blijven toepassen die
gelijkwaardig zijn aan die welke in de EU worden toegepast. Op 14 mei 2013
bereikte de Raad overeenstemming over het onderhandelingsmandaat en besloot dat
de onderhandelingen dienden aan te sluiten bij de recente ontwikkelingen op
mondiaal niveau, waar is overeengekomen automatische uitwisseling van
inlichtingen als een internationale standaard te bevorderen. De Commissie heeft in haar mededeling van
6 december 2012, die een actieplan ter versterking van de strijd tegen
belastingfraude en belastingontduiking bevat, dan ook beklemtoond dat de
automatische uitwisseling van inlichtingen sterk moet worden bevorderd als de
toekomstige Europese en internationale standaard voor transparantie en
uitwisseling van inlichtingen in belastingzaken. Op basis van een in juni 2013 door de Commissie
ingediend voorstel stelde de Raad op 9 december 2014 Richtlijn 2014/107/EU
vast, teneinde Richtlijn 2011/16/EU te wijzigen en de verplichte automatische
uitwisseling van inlichtingen tussen de belastingautoriteiten in de EU uit te
breiden tot een breed scala van financiële items, overeenkomstig de mondiale
standaard. De wijziging garandeert een coherente, consistente en alomvattende
Uniebrede aanpak van de automatische uitwisseling van inlichtingen over
financiële rekeningen op de interne markt. Aangezien Richtlijn
2014/107/EU over het algemeen een ruimer toepassingsgebied dan Richtlijn
2003/48/EG heeft en bepaalt dat in gevallen waarin de toepassingsgebieden
elkaar overlappen, Richtlijn 2014/107/EU voorrang heeft, nam de Commissie op 18
november 2015 een voorstel tot intrekking van Richtlijn 2003/48/EG aan. Om de kosten te
drukken en de administratieve lasten voor zowel de belastingdiensten als de
marktdeelnemers te beperken, is het van cruciaal belang de wijziging van de
bestaande overeenkomst inzake spaargelden met Zwitserland aan te passen aan de
ontwikkelingen op EU- en internationaal niveau. Dit komt de
belastingtransparantie in Europa ten goede en vormt de rechtsgrondslag voor de
tenuitvoerlegging van de mondiale standaard van de OESO inzake de automatische
uitwisseling van inlichtingen tussen Zwitserland en de EU. Gelet op de
Zwitserse grondwettelijke bepalingen inzake ratificatie zou het
wijzigingsprotocol uiterlijk in mei 2015 moeten worden ondertekend, wil
Zwitserland de due diligence-procedures in januari 2017 kunnen starten en
willen de eerste uitwisselingen overeenkomstig de mondiale standaard tegen
september 2018 plaatsvinden. Dit zou alle lidstaten in staat stellen om zo
spoedig mogelijk deel te nemen aan de samenwerking waartoe Zwitserland zich op
internationaal niveau heeft verbonden. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Het
wijzigingsprotocol strekt tot tenuitvoerlegging van de mondiale standaard door
de EU-lidstaten en Zwitserland. De verschillende belanghebbenden werden al bij
herhaling geraadpleegd tijdens de ontwikkeling van de mondiale standaard van de
OESO. De EU-lidstaten
zijn ook geraadpleegd en geïnformeerd gedurende de onderhandelingen tussen de
Commissie en Zwitserland. Op de bijeenkomsten van de Europese Raad van maart en
december 2014 bracht de Commissie verslag uit over de stand van zaken bij de
onderhandelingen met Zwitserland. De Commissie heeft
ook de nieuwe deskundigengroep voor automatische uitwisseling van inlichtingen
over financiële rekeningen geraadpleegd die advies verstrekt om ervoor te
zorgen dat de EU-wetgeving inzake automatische inlichtingenuitwisseling op het
gebied van directe belasting daadwerkelijk afgestemd is op en volledig
verenigbaar is met de mondiale standaard van de OESO. De deskundigengroep omvat
vertegenwoordigers van organisaties die de financiële sector representeren en
van organisaties die strijden tegen belastingontduiking en –ontwijking. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL De rechtsgrondslag
van onderhavig voorstel wordt gevormd door artikel 115 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie in samenhang met artikel 218, lid
5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea. De materiële rechtsgrondslag wordt
gevormd door artikel 115 VWEU. Artikel 1 van het
bij dit voorstel voor een besluit van de Raad gevoegde wijzigingsprotocol
verandert de titel van de bestaande overeenkomst om de inhoud van de
overeenkomst als gewijzigd bij voornoemd wijzigingsprotocol beter weer te
geven. Artikel 2 vervangt
de bestaande artikelen en bijlagen door een nieuwe reeks bepalingen vervat in
11 artikelen, een bijlage I die de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO
weerspiegelt (die deel uitmaakt van de mondiale standaard), een bijlage II die
belangrijke delen van het OESO-commentaar op de mondiale standaard
weerspiegelt, en een bijlage III waarin de bevoegde autoriteiten van
Zwitserland en van elke lidstaat worden vermeld. De nieuwe artikelen
weerspiegelen de artikelen van de OESO-modelovereenkomst tussen bevoegde
autoriteiten voor de tenuitvoerlegging van de mondiale standaard, met kleine
aanpassingen in verband met het bijzondere wettelijke kader van een
EU-overeenkomst. Artikel 1 bevat geen definitie van "fiscaal
identificatienummer", aangezien dit begrip al wordt omschreven in deel
VIII, onderdeel E, punt 5, van bijlage I. Artikel 5 bevat een volledige reeks
bepalingen inzake de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, die aansluit bij
de meest recente tekst van het OESO-modelbelastingverdrag. Artikel 6 bevat een
uitvoeriger reeks bepalingen inzake gegevensbescherming. Artikel 7 voorziet in
een aanvullende raadplegingsronde voordat een lidstaat of Zwitserland overgaat
tot het schorsen van de overeenkomst. Artikel 8 bevat bepalingen over
wijzigingen van de overeenkomst, waaronder een snel mechanisme voor de
tijdelijke toepassing van wijzigingen van de mondiale standaard door een van de
overeenkomstsluitende partijen, op voorwaarde dat de andere partij hiermee
instemt. In artikel 9 is de hele reeks bepalingen overgenomen van artikel 15
van de overeenkomst vóór de wijziging ervan bij het wijzigingsprotocol,
aangezien de onderhandelaars van de overeenkomstsluitende partijen besloten om
geen wijziging aan te brengen in deze bepalingen, die betrekking hebben op de
belasting van ondernemingen en waarop de mondiale standaard niet van toepassing
is. In artikel 11 wordt het geografische toepassingsgebied vastgesteld. Bijlage I volgt
zowel de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO (CRS) als bijlage I bij
de richtlijn betreffende administratieve samenwerking. Bijlage II implementeert
belangrijke delen van het CRS-commentaar en komt overeen met bijlage II bij de
richtlijn betreffende administratieve samenwerking. De minieme afwijkingen van
bijlage I of II ten opzichte van de richtlijn betreffende administratieve
samenwerking zijn toe te schrijven aan het verzoek van de Zwitserse
onderhandelaars om de tekst opnieuw in overeenstemming te brengen met de CRS. Daarbij
gaat het onder meer om: 1. In deel I,
onderdeel D, is de verwijzing naar het vermelden van de geboorteplaats
afgestemd op de CRS. 2. Deel I,
onderdeel A, dat betrekking heeft op verzekeringen waarvan de verkoop aan
ingezetenen van een te rapporteren rechtsgebied daadwerkelijk wettelijk
verboden is, wordt weer toegevoegd. Om het risico van misbruik van deze
vrijstelling te voorkomen, is aan het eind van het wijzigingsprotocol een
bijbehorende gezamenlijke verklaring opgenomen. 3. Alle relevante
opties waarin het CRS-commentaar en de richtlijn betreffende administratieve
samenwerking voorzien, worden echter overgelaten aan elk van de lidstaten en
Zwitserland; van deze opties wordt niet direct gebruik gemaakt in de
overeenkomst. De lidstaten en Zwitserland zijn daarentegen gehouden elkaar en
de Commissie mee te delen of zij van een bepaalde optie gebruik hebben gemaakt.
Dit moet ervoor zorgen dat de alternatieve definitie van "gelieerde
entiteit" juist wordt toegepast met betrekking tot de optie inzake nieuwe
rekeningen van bestaande cliënten. 4. De definities
van "internationale organisatie" en "centrale bank" in deel
VIII, onderdeel B, punten 3 en 4, zijn opnieuw afgestemd op de CRS, zodat zij
ook kunnen worden toegepast in het kader van de vrijstelling van de
doorkijkbenadering voor passieve niet-financiële entiteiten (NFE's) in deel
VIII, onderdeel D, punt 9, onder c). 5. In bijlage II
wordt de definitie van "vestigingsplaats van een financiële
instelling" afgestemd op het CRS-commentaar, teneinde ook die gevallen te
bestrijken waarin de vestigingsplaats van een andere financiële instelling
dient te worden vastgesteld, bv. bij de doorkijkbenadering voor passieve NFE's. Artikel 3 van het
wijzigingsprotocol bevat bepalingen inzake de inwerkingtreding en toepassing.
Daarbij gaat het om de overgang van de bestaande overeenkomst naar de
gewijzigde overeenkomst wat betreft verzoeken om inlichtingen, de mogelijkheid
tot bronbelastingverrekening voor uiteindelijk gerechtigden, eindbetalingen van
bronbelasting door Zwitserland aan lidstaten en laatste uitwisselingen van
inlichtingen op basis van het systeem van vrijwillige verstrekking. Artikel 4 bevat een
protocol inzake aanvullende waarborgen in verband met de uitwisseling van
inlichtingen op verzoek, dat Zwitserland opneemt in zijn belastingverdragen.
Hierin is vastgesteld dat niets in de weg staat aan inlichtingenuitwisseling op
basis van een collectief verzoek. Het protocol inzake aanvullende waarborgen
strookt met het referentiekader voor de uitwisseling van inlichtingen op
verzoek van het Mondiaal Forum. Artikel 5 vermeldt
de talen waarin het wijzigingsprotocol wordt ondertekend. De herziene
overeenkomst wordt aangevuld door vier gezamenlijke verklaringen van de
overeenkomstsluitende partijen en één unilaterale verklaring van Zwitserland. De eerste
gezamenlijke verklaring betreft de beoogde datum van inwerkingtreding van de
herziene overeenkomst. De tweede en derde verklaring leggen een verband met het
commentaar respectievelijk op de mondiale standaard en op artikel 26 van het
OESO-modelverdrag inzake belasting naar inkomen en vermogen. De vierde
verklaring beoogt een verkeerde uitleg van onderdeel III, deel A, van bijlage I
te voorkomen en voorziet in een mechanisme voor wederzijdse kennisgeving van de
gevallen waarin er gronden zouden zijn om die vrijstelling toe te passen. De
vijfde verklaring is unilateraal en komt van Zwitserse zijde. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de
begroting. 5. AANVULLENDE INFORMATIE 2015/0075 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de ondertekening, namens de Europese
Unie, van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese
Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen
van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de
Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van
rentebetaling DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 115, in samenhang met artikel 218, lid 5,
en artikel 218, lid 8, tweede alinea, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 14 mei 2013 heeft de Raad
de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Zwitserse Bondsstaat
met het oog op de wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke
strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad
betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van
rentebetaling, teneinde die overeenkomst aan te passen aan de recente
ontwikkelingen op mondiaal niveau, waar is overeengekomen automatische
uitwisseling van inlichtingen als een internationale standaard te bevorderen. (2) De uit deze onderhandelingen
voortgevloeide tekst van het wijzigingsprotocol is in overeenstemming met de
door de Raad opgestelde onderhandelingsrichtsnoeren, aangezien hij de
overeenkomst aanpast aan de meest recente internationale ontwikkelingen inzake
de automatische uitwisseling van inlichtingen, namelijk de mondiale standaard
voor automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen in
fiscale aangelegenheden, die is ontwikkeld door de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (EOSO). De Unie, haar lidstaten en de Zwitserse
Bondsstaat hebben actief bijgedragen aan het werk van de OESO. De tekst van de
overeenkomst als gewijzigd bij het wijzigingsprotocol is de rechtsgrondslag
voor de tenuitvoerlegging van de mondiale standaard in de betrekkingen tussen
de Unie en de Zwitserse Bondsstaat. (3) Het wijzigingsprotocol dient
dan ook namens de Unie te worden ondertekend, onder voorbehoud van sluiting op
een later tijdstip, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De ondertekening van het wijzigingsprotocol
bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat
waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn
vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op
inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, wordt namens de Unie
toegestaan, onder voorbehoud van sluiting van voornoemd wijzigingsprotocol. De tekst van het te ondertekenen
wijzigingsprotocol is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 Het secretariaat-generaal van de Raad stelt
het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de
onderhandelaar over het wijzigingsprotocol is (zijn) aangewezen, machtiging
verleent het wijzigingsprotocol, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te
ondertekenen. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de twintigste
dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese
Unie. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter Wijzigingsprotocol bij de
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij
wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat
in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten
uit spaargelden in de vorm van rentebetaling Wijzigingsprotocol tot wijziging van
de
"Overeenkomst tussen de Europese
Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen
van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG
van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de
vorm van rentebetaling", hierna "de overeenkomst" genoemd DE EUROPESE UNIE, en DE ZWITSERSE BONDSSTAAT, hierna
"Zwitserland" genoemd, dan wel al naar gelang de context
"overeenkomstsluitende partij" of "overeenkomstsluitende
partijen" genoemd, Met het oog op de tenuitvoerlegging van de
OESO-standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over
financiële rekeningen, hierna "mondiale standaard" genoemd, binnen
een samenwerkingskader dat rekening houdt met de rechtmatige belangen van beide
overeenkomstsluitende partijen, Overwegende dat de overeenkomstsluitende
partijen al heel lang een nauwe band onderhouden waar het gaat om wederzijdse
bijstand in fiscale aangelegenheden, met name inzake de toepassing van
maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in
Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten
uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, en dat zij die band willen
uitbouwen om de internationale naleving van belastingverplichtingen te
bevorderen, Overwegende dat de overeenkomstsluitende
partijen een overeenkomst wensen te sluiten teneinde de naleving van
belastingverplichtingen op internationaal niveau te verbeteren op basis van
wederzijdse automatische uitwisseling van inlichtingen, met inachtneming van
bepaalde geheimhoudings- en andere waarborgen, waaronder bepalingen die het
gebruik van de uitgewisselde inlichtingen beperken, Overwegende dat artikel 10 van de overeenkomst
in zijn bestaande vorm (dat wil zeggen zoals die luidt voor de wijziging bij
dit wijzigingsprotocol), waarbij uitsluitend wordt voorzien in uitwisseling van
inlichtingen op verzoek over gedragingen die worden beschouwd als
belastingfraude en over soortgelijke aangelegenheden, dient te worden aangepast
aan de OESO-standaard voor transparantie en uitwisseling van inlichtingen in
belastingzaken, Overwegende dat de overeenkomstsluitende
partijen hun onderscheiden gegevensbeschermingswetten en -praktijken zullen
toepassen op de verwerking van de persoonsgegevens die worden uitgewisseld
overeenkomstig de bij dit wijzigingsprotocol gewijzigde overeenkomst en elkaar
onverwijld in kennis zullen stellen van wezenlijke veranderingen in deze wetten
en praktijken, Overwegende dat de lidstaten en Zwitserland
beschikken over i) passende waarborgen om ervoor te zorgen dat de inlichtingen
verkregen uit hoofde van de bij dit wijzigingsprotocol gewijzigde overeenkomst
vertrouwelijk blijven en uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden van en
door de personen of autoriteiten die betrokken zijn bij de heffing, inning of
invordering van, de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van of de
beslissing in beroepszaken met betrekking tot belastingen, of bij het toezicht
daarop, alsook voor andere toegestane doeleinden, en ii) de infrastructuur voor
een doeltreffende uitwisselingsband (met inbegrip van vastgelegde procedures
voor tijdige, accurate, veilige en vertrouwelijke inlichtingenuitwisseling,
doeltreffende en betrouwbare communicatie, en de capaciteit om kwesties en
zorgen omtrent uitwisselingen of uitwisselingsverzoeken snel op te lossen en de
bepalingen van artikel 4 van de overeenkomst als gewijzigd bij dit
wijzigingsprotocol toe te passen), Overwegende dat de categorieën rapporterende
financiële instellingen en te rapporteren rekeningen die worden bestreken door
de overeenkomst als gewijzigd bij dit wijzigingsprotocol, zijn bedoeld om de
belastingplichtigen minder gelegenheid te geven om rapportage te vermijden door
hun activa te verplaatsen naar financiële instellingen of te investeren in
financiële producten die buiten het toepassingsgebied van de overeenkomst als
gewijzigd bij dit wijzigingsprotocol vallen. Bepaalde financiële instellingen
en rekeningen met een laag risico om voor belastingontduiking te worden
gebruikt, zijn evenwel van het toepassingsgebied uitgesloten. Over het algemeen
dienen er geen drempels te worden opgenomen, aangezien deze gemakkelijk kunnen
worden omzeild door rekeningen over verschillende financiële instellingen te
splitsen. De financiële inlichtingen die moeten worden gerapporteerd en
uitgewisseld, dienen niet alleen betrekking te hebben op alle relevante
inkomsten (interesten, dividenden en vergelijkbare soorten inkomsten), maar ook
op het saldo van de rekeningen en de opbrengsten van de verkoop van financiële
activa, zodat situaties kunnen worden aangepakt waarin een belastingplichtige
tracht vermogen te verbergen dat zelf inkomsten of activa vertegenwoordigt
waarover belasting is ontdoken. Daarom is de verwerking van inlichtingen uit
hoofde van de bij dit wijzigingsprotocol gewijzigde overeenkomst noodzakelijk
en toereikend om de belastingdiensten van de lidstaten en Zwitserland in staat
te stellen correct en ondubbelzinnig te bepalen om welke belastingplichtigen
het gaat, hun belastingwetgeving in grensoverschrijdende situaties toe te
passen en te handhaven, te beoordelen hoe waarschijnlijk belastingontduiking is
en onnodig verder onderzoek te vermijden, ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT: Artikel 1 De titel van de overeenkomst wordt vervangen
door: "Overeenkomst tussen de Europese Unie en
de Zwitserse Bondsstaat over de automatische uitwisseling van inlichtingen over
financiële rekeningen ter verbetering van de internationale naleving van de
belastingplicht" Artikel 2 De artikelen 1 tot en met 22 alsook de
bijlagen worden vervangen door: "Artikel 1 Definities 1. In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a) "Europese Unie": de Unie die is opgericht bij het Verdrag
betreffende de Europese Unie, met inbegrip van de grondgebieden waar het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is,
overeenkomstig de bepalingen van dat Verdrag. b) "lidstaat": een lidstaat van de Europese Unie. c) "Zwitserland": het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat
zoals gedefinieerd in zijn wet in overeenstemming met het internationale recht. d) "de bevoegde autoriteiten" van Zwitserland en de
lidstaten: de autoriteiten vermeld in bijlage III. Bijlage III maakt
integrerend deel uit van deze overeenkomst. De lijst van bevoegde autoriteiten
in bijlage III kan door eenvoudige kennisgeving aan de andere
overeenkomstsluitende partij worden gewijzigd door Zwitserland, wat de in punt
a) van deze bijlage genoemde autoriteit betreft, en door de Europese Unie, wat
de overige, in de punten b) tot en met ac) genoemde autoriteiten betreft. e) "financiële instelling van een lidstaat": i) elke financiële
instelling die een ingezetene is van een lidstaat, maar uitgezonderd elk
filiaal van een dergelijke financiële instelling dat zich buiten die lidstaat
bevindt, en ii) elk filiaal van een financiële instelling die geen ingezetene
is van een lidstaat, indien dat filiaal zich in die lidstaat bevindt. f) "Zwitserse financiële instelling": i) elke financiële
instelling die een ingezetene is van Zwitserland, maar uitgezonderd elk filiaal
van een dergelijke financiële instelling dat zich buiten Zwitserland bevindt,
en ii) elk filiaal van een financiële instelling die geen ingezetene is van
Zwitserland, indien dat filiaal zich in Zwitserland bevindt. g) "rapporterende financiële instelling": elke financiële
instelling van een lidstaat of Zwitserse financiële instelling, naargelang de
context, die geen niet-rapporterende financiële instelling is. h) "te rapporteren rekening": een te rapporteren rekening in
een lidstaat of een Zwitserse te rapporteren rekening, naargelang de context,
mits de rekening als zodanig is aangemerkt op grond van de met de bijlagen I en
II sporende due diligence-procedures die gelden in de betrokken lidstaat of in
Zwitserland. i) "te rapporteren rekening in een lidstaat": een financiële
rekening die wordt beheerd door een Zwitserse rapporterende financiële
instelling en wordt aangehouden door één of meer te rapporteren personen van
een lidstaat of door een passieve NFE met een of meer uiteindelijk
belanghebbenden die een te rapporteren persoon van een lidstaat is. i) "Zwitserse te rapporteren rekening": een financiële
rekening die wordt beheerd door een rapporterende financiële instelling van een
lidstaat en wordt aangehouden door één of meer Zwitserse te rapporteren
personen of door een passieve NFE met een of meer uiteindelijk belanghebbenden
die een Zwitserse te rapporteren persoon is. k) "persoon van een lidstaat": een natuurlijke persoon of een
entiteit die door een Zwitserse rapporterende financiële instelling als
ingezetene van een lidstaat is aangemerkt op grond van de met de bijlagen I en
II sporende due diligence-procedures, of een nalatenschap van een erflater die
een ingezetene was van een lidstaat. l) "Zwitserse persoon": een natuurlijke persoon of een
entiteit die door een rapporterende financiële instelling van een lidstaat als
ingezetene van Zwitserland is aangemerkt op grond van de met de bijlagen I en
II sporende due diligence-procedures, of een nalatenschap van een erflater die
een ingezetene was van Zwitserland. 2. Elke in deze overeenkomst niet anderszins omschreven term met een
hoofdletter heeft de betekenis die hij op dat ogenblik heeft i) voor de
lidstaten, krachtens Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de
administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, of, in
voorkomend geval, de nationale wetgeving van de lidstaat die de overeenkomst
toepast, en ii) voor Zwitserland, krachtens zijn nationale wetgeving, waarbij
een dergelijke betekenis in overeenstemming dient te zijn met de in de bijlagen
I en II vastgelegde betekenis. Elke in deze
overeenkomst of in de bijlagen I of II niet anderszins omschreven term wordt,
tenzij het zinsverband anders vereist of de bevoegde autoriteit van een
lidstaat en Zwitserland een gemeenschappelijke betekenis overeenkomen conform
artikel 7 (overeenkomstig het nationale recht), de betekenis die hij op dat
ogenblik heeft krachtens de wetgeving van het betrokken rechtsgebied dat deze
overeenkomst toepast, i) voor de lidstaten, krachtens Richtlijn 2011/16/EU van
de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de
belastingen, of, in voorkomend geval, de nationale wetgeving van de betrokken
lidstaat, en ii) voor Zwitserland, krachtens zijn nationale wetgeving, waarbij
een dergelijke betekenis krachtens de toepasselijke belastingwetgeving van het
betrokken rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland)
voorrang heeft boven een betekenis die aan de term wordt gegeven op grond van
andere wetten van dat rechtsgebied. Artikel 2 Automatische
uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot te rapporteren rekeningen 1. Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en met inachtneming van
de toepasselijke rapportage- en due diligence-voorschriften welke sporen met de
bijlagen I en II, die integrerend deel uitmaken van deze overeenkomst, worden
de krachtens dergelijke voorschriften verkregen en in lid 2 genoemde
inlichtingen jaarlijks uitgewisseld door de bevoegde autoriteit van Zwitserland
met de bevoegde autoriteit van elk van de lidstaten en door de bevoegde
autoriteit van elk van de lidstaten met de bevoegde autoriteit van Zwitserland. 2. De uit te wisselen informatie betreft in het geval van een lidstaat
voor elke Zwitserse te rapporteren rekening en in het geval van Zwitserland
voor elke te rapporteren rekening in een lidstaat: a) de naam, het adres, het fiscaal identificatienummer en, in het geval
van een natuurlijke persoon, de geboortedatum en geboorteplaats van elke te
rapporteren persoon die een rekeninghouder van de rekening is en, in het geval
van een entiteit die een rekeninghouder is en waarvan met behulp van de procedures
inzake due diligence welke met de bijlagen I en II sporen, wordt vastgesteld
dat zij één of meer uiteindelijk belanghebbenden heeft die een te rapporteren
persoon is, de naam, het adres en het fiscaal identificatienummer van de
entiteit en de naam, het adres, het fiscaal identificatienummer en de
geboortedatum en geboorteplaats van elke te rapporteren persoon; b) het rekeningnummer (of het functionele equivalent daarvan bij het
ontbreken van een rekeningnummer); c) de naam en het eventuele identificatienummer van de rapporterende
financiële instelling; d) het saldo van de rekening of de waarde (in het geval van een
kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering met inbegrip van de geldswaarde of
waarde bij afkoop) aan het eind van het desbetreffende kalenderjaar of een
andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te worden, of indien de
rekening tijdens dat jaar of die periode werd opgeheven, de opheffing; e) ter zake van een bewaarrekening: i) het op de rekening (of ter zake van de rekening) gestorte of
bijgeschreven totale brutobedrag aan rente, totale brutobedrag aan dividenden
en totale brutobedrag aan overige inkomsten gegenereerd met betrekking tot de
activa op de rekening, gedurende het kalenderjaar of een andere relevante
periode waarover gerapporteerd dient te worden; en ii) de totale bruto-opbrengsten van de verkoop, terugbetaling of afkoop
van financiële activa gestort of bijgeschreven op de rekening gedurende het
kalenderjaar of een andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te
worden ter zake waarvan de rapporterende financiële instelling voor de
rekeninghouder optrad als bewaarder, makelaar, vertegenwoordiger of anderszins
als gevolmachtigde; f) ter zake van een depositorekening, het totale brutobedrag aan rente
gestort of bijgeschreven op de rekening gedurende het kalenderjaar of een
andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te worden; en g) ter zake van een rekening niet omschreven in lid 2, onder e) of f),
het totale brutobedrag betaald of gecrediteerd op de rekening van de
rekeninghouder gedurende het kalenderjaar of een andere relevante periode
waarover gerapporteerd dient te worden ter zake waarvan de rapporterende
financiële instelling een betalingsverplichting heeft of debiteur is, met
inbegrip van het totaalbedrag aan afbetalingen aan de rekeninghouder gedurende
het kalenderjaar of een andere relevante periode waarover gerapporteerd dient
te worden. Artikel 3 Tijdstip en wijze van automatische
inlichtingenuitwisseling 1. Voor de in artikel 2 bedoelde inlichtingenuitwisseling kunnen het
bedrag en de aard van ter zake van een te rapporteren rekening verrichte
betalingen worden vastgesteld in overeenstemming met de beginselen van de
belastingwetgeving van het rechtsgebied (een lidstaat
of Zwitserland) dat de inlichtingen verstrekt. 2. Voor de in artikel 2 bedoelde inlichtingenuitwisseling wordt in de
uitgewisselde inlichtingen vermeld in welke valuta elk betrokken bedrag is
uitgedrukt. 3. De in artikel 2, lid 2, bedoelde inlichtingen worden uitgewisseld
met betrekking tot het eerste jaar vanaf de inwerkingtreding van het op [XXXX]
ondertekende wijzigingsprotocol en alle daaropvolgende jaren en zij worden
uitgewisseld binnen negen maanden na het einde van het kalenderjaar waarop de
inlichtingen betrekking hebben. 4. De bevoegde autoriteiten wisselen de in artikel 2 beschreven
inlichtingen automatisch uit via een XML-schema voor de gezamenlijke
rapportagestandaard. 5. De bevoegde autoriteiten komen een of meer methoden voor
gegevensoverdracht overeen, met inbegrip van versleutelingsstandaarden. Artikel 4 Samenwerking inzake naleving en handhaving De bevoegde autoriteit van een lidstaat stelt
de bevoegde autoriteit van Zwitserland in kennis en de bevoegde autoriteit van
Zwitserland stelt de bevoegde autoriteit van een lidstaat in kennis wanneer
eerstgenoemde (kennisgevende) bevoegde autoriteit redenen heeft om aan te nemen
dat er door een fout onjuiste of onvolledige inlichtingen zijn gerapporteerd op
grond van artikel 2 of dat een rapporterende financiële instelling de
toepasselijke rapportagevoorschriften en due diligence-procedures die met de
bijlagen I en II sporen, niet naleeft. De in kennis gestelde bevoegde
autoriteit neemt alle passende maatregelen die haar uit hoofde van haar
nationale wetgeving ter beschikking staan om de in de kennisgeving vermelde
fouten of niet-naleving te corrigeren. Artikel 5 Uitwisseling van inlichtingen op verzoek 1. Niettegenstaande de bepalingen van artikel 2 en van andere
overeenkomsten die voorzien in de uitwisseling van inlichtingen op verzoek
tussen Zwitserland en een lidstaat, wisselen de bevoegde autoriteiten van
Zwitserland en van de lidstaten op verzoek de inlichtingen uit die naar
verwachting van belang zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze overeenkomst
of voor de toepassing of de handhaving van de nationale wetgeving betreffende
belastingen van elke soort en benaming die worden geheven ten behoeve van
Zwitserland en de lidstaten of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke
publiekrechtelijke lichamen daarvan, voor zover de heffing van belasting
krachtens dergelijke nationale wetgeving niet strijdig is met een toepasselijke
overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting tussen Zwitserland en de
betrokken lidstaat. 2. In geen geval worden de bepalingen van lid 1 van dit artikel en van
artikel 6 zodanig uitgelegd dat zij Zwitserland of een lidstaat ertoe
verplichten: a) administratieve maatregelen te nemen die in strijd zijn met de
wetgeving en de administratieve praktijk van Zwitserland of de betrokken
lidstaat; b) inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de
wetgeving of in de normale gang van zaken in de administratie van Zwitserland
of de betrokken lidstaat; c) inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-,
nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze zouden
onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met
de openbare orde (ordre public). 3. Indien in overeenstemming met dit artikel door een lidstaat of door
Zwitserland als verzoekend rechtsgebied om inlichtingen wordt verzocht, wendt
Zwitserland of die lidstaat als aangezocht rechtsgebied zijn maatregelen inzake
het verzamelen van inlichtingen aan om de verzochte inlichtingen te verkrijgen,
ongeacht het feit dat het aangezochte rechtsgebied ten behoeve van zijn eigen
belastingheffing niet over dergelijke inlichtingen hoeft te beschikken. Op de
in de vorige zin vervatte verplichting zijn de beperkingen van lid 2 van
toepassing, maar deze beperkingen mogen in geen geval zodanig worden uitgelegd
dat het het aangezochte rechtsgebied is toegestaan uitsluitend op grond van het
feit dat het geen nationaal belang heeft bij dergelijke inlichtingen, te
weigeren inlichtingen te verstrekken. 4. De bepalingen van lid 2 mogen in geen geval zodanig worden uitgelegd
dat het Zwitserland of een lidstaat is toegestaan het verstrekken van
inlichtingen te weigeren, uitsluitend op grond van het feit dat de betreffende
gegevens berusten bij een bank, een andere financiële instelling, een
gevolmachtigde of een persoon die bij wijze van vertegenwoordiging of als
vertrouwenspersoon optreedt, of omdat zij betrekking hebben op
eigendomsbelangen in een persoon. 5. De bevoegde autoriteiten komen de te gebruiken standaardformulieren
overeen alsook een of meer methoden voor gegevensoverdracht, met inbegrip van
versleutelingsstandaarden. Artikel 6 Vertrouwelijkheid en bescherming van
persoonsgegevens 1. Alle door een rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland) uit hoofde
van deze overeenkomst verkregen inlichtingen worden op dezelfde wijze
vertrouwelijk behandeld en beschermd als inlichtingen die krachtens de
nationale wetgeving van dat rechtsgebied zijn verkregen en, voor zover nodig
voor de bescherming van persoonsgegevens, in overeenstemming met de
toepasselijke nationale wetgeving en met de waarborgen die het rechtsgebied dat
de inlichtingen verstrekt, kan voorschrijven indien deze worden vereist
krachtens zijn nationale wetgeving. 2. Dergelijke inlichtingen worden in elk geval uitsluitend ter kennis
gebracht van personen of autoriteiten (met inbegrip van rechterlijke instanties
en bestuurlijke of toezichthoudende lichamen) die betrokken zijn bij de
heffing, inning of invordering van, de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake
van of de beslissing in beroepszaken met betrekking tot belastingen van dat
rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland), of bij het toezicht daarop.
Uitsluitend de bovenbedoelde personen of autoriteiten mogen van die
inlichtingen gebruikmaken en uitsluitend voor de in de vorige zin vermelde
doeleinden. Niettegenstaande de bepalingen van lid 1 mogen zij de inlichtingen
bekendmaken in openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen
aangaande die belastingen. 3. Niettegenstaande de bepalingen in de voorgaande leden kan van
inlichtingen die een rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland) heeft
ontvangen, gebruik worden gemaakt voor andere doeleinden indien die
inlichtingen voor die andere doeleinden kunnen worden gebruikt krachtens de
wetgeving van het rechtsgebied dat de inlichtingen heeft verstrekt
(respectievelijk Zwitserland of een lidstaat) en indien de bevoegde autoriteit
van dat rechtsgebied toestemming voor dat gebruik verleent. Door een
rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland) aan een ander rechtsgebied (respectievelijk
Zwitserland of een lidstaat) verstrekte inlichtingen kunnen door het
laatstbedoelde rechtsgebied worden doorgegeven aan een derde rechtsgebied (een
andere lidstaat), afhankelijk van voorafgaande toestemming van de bevoegde
autoriteit van het eerstbedoelde rechtsgebied waarvan de inlichtingen afkomstig
zijn. Inlichtingen die door de ene lidstaat aan de andere lidstaat zijn
verstrekt krachtens zijn toepasselijke wetgeving tot uitvoering van Richtlijn
2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het
gebied van de belastingen, kunnen aan Zwitserland worden doorgegeven,
afhankelijk van voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de
lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn. 4.
Elke bevoegde autoriteit van een lidstaat of van Zwitserland stelt de andere
bevoegde autoriteit, namelijk die van Zwitserland of de betrokken lidstaat,
onmiddellijk in kennis van schendingen van de vertrouwelijkheid, falende
waarborgen en alle sancties en corrigerende maatregelen die vervolgens zijn
getroffen. Artikel 7 Overleg en schorsing van de overeenkomst 1. Als er moeilijkheden ontstaan in verband met de tenuitvoerlegging of
de interpretatie van deze overeenkomst, kunnen de bevoegde autoriteiten van
Zwitserland dan wel van een lidstaat verzoeken om overleg tussen de bevoegde
autoriteit van Zwitserland en een of meer bevoegde autoriteiten van lidstaten
teneinde passende maatregelen te ontwikkelen om de naleving van deze
overeenkomst te waarborgen. Deze bevoegde autoriteiten stellen de Europese
Commissie en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten onmiddellijk in
kennis van de resultaten van hun overleg. Met betrekking tot
interpretatievraagstukken kan de Europese Commissie op verzoek van een van de
bevoegde autoriteiten deelnemen aan het overleg. 2. Als de vraag betrekking heeft op significante niet-naleving van de
bepalingen van deze overeenkomst en de in lid 1 beschreven procedure niet tot
een adequate oplossing leidt, kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat of
van Zwitserland de uitwisseling van inlichtingen krachtens deze overeenkomst
met respectievelijk Zwitserland of een specifieke lidstaat schorsen door de
andere bevoegde autoriteit in kwestie daarvan schriftelijk in kennis te
stellen. Een dergelijke schorsing wordt onmiddellijk van kracht. Voor de
doeleinden van dit lid geldt dat er onder meer sprake is van significante
niet-naleving wanneer de in deze overeenkomst vervatte bepalingen inzake
vertrouwelijkheid en gegevensbescherming niet worden nageleefd, wanneer de
bevoegde autoriteit van een lidstaat of van Zwitserland de krachtens deze
overeenkomst vereiste inlichtingen niet tijdig of adequaat verstrekt, of
wanneer aan entiteiten of rekeningen de status van niet-rapporterende
financiële instelling en uitgezonderde rekening wordt toegekend op een wijze
die afbreuk doet aan het doel van deze overeenkomst. Artikel 8 Wijzigingen 1. De overeenkomstsluitende partijen overleggen telkens wanneer er op
het niveau van de OESO wordt besloten om enig aspect van de mondiale standaard
in belangrijke mate te wijzigen of – indien de overeenkomstsluitende partijen
zulks nodig achten – teneinde de technische werking van deze overeenkomst te
verbeteren dan wel andere internationale ontwikkelingen te beoordelen of te
verwerken. Het overleg vindt plaats binnen een maand na een verzoek van een van
de overeenkomstsluitende partijen of, in dringende gevallen, zo spoedig
mogelijk. 2. Op basis van een dergelijk contact kunnen de overeenkomstsluitende
partijen met elkaar overleggen om na te gaan of deze overeenkomst moet worden
gewijzigd. 3. Met het oog op het in de leden 1 en 2 bedoelde overleg stelt elke
overeenkomstsluitende partij de andere overeenkomstsluitende partij in kennis
van mogelijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de goede werking
van deze overeenkomst. Dit omvat mede relevante overeenkomsten tussen een der
overeenkomstsluitende partijen en een derde land. 4. Na het overleg kan deze overeenkomst worden gewijzigd bij een
protocol of een nieuwe overeenkomst tussen de overeenkomstsluitende partijen. 5. Wanneer een overeenkomstsluitende partij een door de OESO
vastgestelde wijziging van de mondiale standaard ten uitvoer heeft gelegd en de
bijlagen I en/of II bij deze overeenkomst dienovereenkomstig wenst te wijzigen,
stelt hij de andere overeenkomstsluitende partij daarvan in kennis. Uiterlijk
een maand na deze kennisgeving vindt er een overlegprocedure tussen de
overeenkomstsluitende partijen plaats. Onverminderd lid 4 kan, als de
overeenkomstsluitende partijen in het kader van deze overlegprocedure
overeenstemming bereiken over de in de bijlagen I en/of II bij deze
overeenkomst aan te brengen wijziging, de overeenkomstsluitende partij die om
de wijziging heeft verzocht, gedurende de periode die nodig is om de wijziging
middels een formele aanpassing van de overeenkomst ten uitvoer te leggen, de
herziene versie van de bijlagen I en/of II bij deze overeenkomst, zoals
vastgesteld in het kader van de overlegprocedure, voorlopig toepassen vanaf de
eerste dag van januari van het jaar volgend op de voltooiing van voornoemde
procedure. Een
overeenkomstsluitende partij wordt geacht een door de OESO vastgestelde
wijziging met betrekking tot de mondiale standaard ten uitvoer te hebben
gelegd: a) voor de lidstaten: wanneer de wijziging is opgenomen in Richtlijn
2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het
gebied van de belastingen b) voor Zwitserland: wanneer de wijziging is opgenomen in een
overeenkomst met een derde land of in de nationale wetgeving. Artikel 9 Uitkering van dividenden, rente en royalty’s
tussen ondernemingen 1. Onverminderd de toepassing van binnenlandse of op een overeenkomst
gebaseerde bepalingen ter voorkoming van fraude of misbruik in Zwitserland en
de lidstaten is de uitkering van dividenden door dochterondernemingen aan
moedermaatschappijen niet onderworpen aan belasting in de bronstaat indien: - de
moedermaatschappij gedurende ten minste twee jaar een directe deelneming van
minimaal 25 % heeft in het kapitaal van de dochteronderneming en - de fiscale
woonstaat van de ene vennootschap een lidstaat en de fiscale woonstaat van de
andere vennootschap Zwitserland is en - de fiscale
woonstaat van geen van beide vennootschappen een derde staat is krachtens een
overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting met die derde staat en - beide
vennootschappen aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen zonder te zijn
vrijgesteld en beide vennootschappen kapitaalvennootschappen [1] zijn. 2. Onverminderd de toepassing van binnenlandse of op een overeenkomst
gebaseerde bepalingen ter voorkoming van fraude of misbruik in Zwitserland en
de lidstaten is de uitkering van rente en royalty’s tussen gelieerde
ondernemingen of hun vaste inrichtingen niet onderworpen aan belasting in de
bronstaat indien: - dergelijke
vennootschappen gedurende ten minste twee jaar zijn gelieerd door een directe
deelneming van minimaal 25 % in het kapitaal of beide vennootschappen
worden gehouden door een derde vennootschap die gedurende ten minste twee jaar
een directe deelneming van minimaal 25 % heeft in zowel het kapitaal van
de eerste vennootschap als het kapitaal van de tweede vennootschap en - de fiscale
woonstaat van de ene vennootschap een lidstaat is of de ene vaste inrichting
zich in een lidstaat bevindt en de fiscale woonstaat van de andere vennootschap
Zwitserland is of de andere vaste inrichting zich aldaar bevindt en - de fiscale
woonstaat van geen van beide vennootschappen een derde staat is of geen van
beide vaste inrichtingen zich aldaar bevindt krachtens een overeenkomst tot het
vermijden van dubbele belasting met die derde staat en - alle
vennootschappen onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting zonder te zijn
vrijgesteld, met name wat betreft de uitkering van rente en royalty’s, en elke
vennootschap een kapitaalvennootschap [1] is. 3. Bestaande overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting
tussen Zwitserland en de lidstaten die voorzien in een gunstiger fiscale
behandeling van de uitkering van dividenden, rente en royalty’s, blijven
onverlet. Artikel 10 Beëindiging van de overeenkomst Elke partij kan de onderhavige overeenkomst
door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij beëindigen.
Een dergelijke beëindiging wordt van kracht op de eerste dag van de maand die
volgt op het verstrijken van een tijdvak van twaalf maanden na de datum van de
kennisgeving van de beëindiging. In geval van beëindiging blijven alle
inlichtingen die voordien uit hoofde van deze overeenkomst zijn ontvangen,
vertrouwelijk en onderworpen aan artikel 6 van deze overeenkomst. Artikel 11 Territoriaal toepassingsgebied Deze overeenkomst is van toepassing,
enerzijds, op de grondgebieden van de lidstaten waarop het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie van toepassing is, onder de in dat verdrag
neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op Zwitserland. BIJLAGE I Gezamenlijke standaard voor
rapportage en due diligence met betrekking tot inlichtingen over financiële
rekeningen ("gezamenlijke rapportagestandaard") Afdeling I: Algemene rapportagevoorschriften
A. Onverminderd de onderdelen C
tot en met E moet iedere rapporterende financiële instelling aan de bevoegde
autoriteit van haar rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland) de volgende
inlichtingen verstrekken met betrekking tot elke van haar te rapporteren
rekeningen: 1.
de naam, het adres, het rechtsgebied/de rechtsgebieden waarvan de te
rapporteren persoon een ingezetene is (een lidstaat of Zwitserland), het
fiscaal identificatienummer/de fiscale identificatienummers en, voor natuurlijke
personen, de geboortedatum en de geboorteplaats, van elke te rapporteren
persoon die een rekeninghouder van de rekening is en, in het geval van een
entiteit die een rekeninghouder is en waarvan met behulp van due
diligence-procedures welke met de delen V, VI en VII sporen, wordt vastgesteld
dat zij één of meer uiteindelijk belanghebbenden heeft die een te rapporteren
persoon is, de naam, het adres, het rechtsgebied/de rechtsgebieden waarvan de
entiteit een ingezetene is (een lidstaat, Zwitserland of een ander
rechtsgebied) en het fiscaal identificatienummer/de fiscale
identificatienummers van de entiteit en de naam, het adres, het rechtsgebied/de
rechtsgebieden (een lidstaat of Zwitserland) waarvan de te rapporteren persoon
een ingezetene is, het fiscaal identificatienummer/de fiscale
identificatienummers en de geboortedatum en geboorteplaats van elke te
rapporteren persoon; 2.
het rekeningnummer (of het functionele equivalent daarvan bij het ontbreken van
een rekeningnummer); 3.
de naam en het eventuele identificatienummer van de rapporterende financiële
instelling; 4.
het saldo van de rekening of de waarde (in het geval van een
kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering met inbegrip van de geldswaarde of
waarde bij afkoop) aan het eind van het desbetreffende kalenderjaar of een
andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te worden, of indien de
rekening tijdens dat jaar of die periode werd opgeheven, de opheffing; 5. ter zake van een
bewaarrekening: a)
het op de rekening (of ter zake van de rekening) gestorte of bijgeschreven
totale brutobedrag aan rente, totale brutobedrag aan dividenden en totale
brutobedrag aan overige inkomsten gegenereerd met betrekking tot de activa op
de rekening, gedurende het kalenderjaar of een andere relevante periode
waarover gerapporteerd dient te worden; en b)
de totale bruto-opbrengsten van de verkoop, terugbetaling of afkoop van
financiële activa gestort of bijgeschreven op de rekening gedurende het
kalenderjaar of een andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te
worden ter zake waarvan de rapporterende financiële instelling voor de
rekeninghouder optrad als bewaarder, makelaar, vertegenwoordiger of anderszins
als gevolmachtigde; 6. ter zake van een depositorekening, het totale
brutobedrag aan rente gestort of bijgeschreven op de rekening gedurende het
kalenderjaar of een andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te
worden; en 7.
ter zake van een rekening niet omschreven in onderdeel A, punt 5 of
punt 6, het totale brutobedrag betaald of gecrediteerd op de rekening van
de rekeninghouder gedurende het kalenderjaar of een andere relevante periode
waarover gerapporteerd dient te worden ter zake waarvan de rapporterende
financiële instelling een betalingsverplichting heeft of debiteur is, met
inbegrip van het totaalbedrag aan afbetalingen aan de rekeninghouder gedurende
het kalenderjaar of een andere relevante periode waarover gerapporteerd dient
te worden. B. In de gerapporteerde inlichtingen wordt
vermeld in welke valuta elk bedrag is uitgedrukt. C. Niettegenstaande
onderdeel A, punt 1, hoeven het fiscaal identificatienummer/de fiscale
identificatienummers of de geboortedatum ter zake van bestaande rekeningen die
te rapporteren rekeningen zijn, niet te worden gemeld indien dit fiscaal identificatienummer/deze
fiscale identificatienummers en deze geboortedatum niet in het dossier van de
rapporterende financiële instelling voorhanden zijn, en de rapporterende
financiële instelling niet anderszins uit hoofde van nationale wetgeving of enig
rechtsinstrument van de Europese Unie verplicht is deze gegevens te verzamelen
(indien van toepassing). Rapporterende financiële instellingen zijn echter wel
verplicht redelijke inspanningen te doen om ter zake van bestaande rekeningen
aan het einde van het tweede kalenderjaar volgend op het jaar waarin bestaande
rekeningen als te rapporteren rekeningen worden aangemerkt, het fiscaal
identificatienummer/de fiscale identificatienummers en de geboortedatum te
verkrijgen. D. Niettegenstaande onderdeel A, punt 1, hoeft
het fiscaal identificatienummer niet te worden gerapporteerd indien de
betrokken lidstaat, Zwitserland of ander(e) rechtsgebied(en) waarvan de te
rapporteren persoon een ingezetene is geen fiscale identificatienummers
afgeeft. E. Niettegenstaande
onderdeel A, punt 1, hoeft de geboortedatum niet te worden gemeld, tenzij de
rapporterende financiële instelling anderszins uit hoofde van nationale
wetgeving verplicht is deze te verkrijgen en te rapporteren en deze beschikbaar
is in de elektronisch doorzoekbare gegevens die door de rapporterende
financiële instelling worden beheerd. Afdeling II: Algemene due
diligence-voorschriften A.
Een rekening wordt behandeld
als een te rapporteren rekening met ingang van de datum waarop zij als zodanig
krachtens de due diligence-procedures van deel II tot en met VII wordt
aangemerkt; behoudens andersluidende bepalingen moeten inlichtingen met
betrekking tot een te rapporteren rekening jaarlijks worden gerapporteerd in
het kalenderjaar volgend op het jaar waarop de inlichtingen betrekking hebben. B. Het saldo of de waarde
van een rekening wordt bepaald per de laatste dag van het kalenderjaar of van
een andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te worden. C. Indien een saldo- of waardegrens dient te worden
bepaald per de laatste dag van het kalenderjaar, moet het betreffende saldo of
de betreffende waarde worden bepaald per de laatste dag van de periode waarover
gerapporteerd dient te worden die eindigt met of in dat kalenderjaar. D. Elke lidstaat of Zwitsersland kan
rapporterende financiële instellingen toestaan gebruik te maken van
dienstverleners teneinde te voldoen aan de aan deze instellingen volgens het
nationale recht opgelegde verplichtingen inzake rapportage en due diligence,
maar de verantwoordelijkheid voor deze verplichtingen rust onverminderd bij de
rapporterende financiële instellingen. E. Elke lidstaat of
Zwitserland kan rapporterende financiële instellingen toestaan de due
diligence-procedures voor nieuwe rekeningen op bestaande rekeningen toe te
passen, en de due diligence-procedures voor hogewaarderekeningen op
lagewaarderekeningen toe te passen. Indien een lidstaat of Zwitserland toestaat
dat due diligence-procedures voor nieuwe rekeningen op bestaande rekeningen
worden toegepast, blijven de anderszins voor bestaande rekeningen geldende
regels van toepassing. Afdeling III Due diligence voor
bestaande rekeningen van natuurlijke personen De volgende procedures gelden om na te gaan welke
bestaande rekeningen van natuurlijke personen als te rapporteren rekeningen
moeten worden beschouwd. A. Rekeningen die niet
hoeven te worden gecontroleerd, geïdentificeerd of gerapporteerd. Een bestaande
rekening van een natuurlijke persoon in de vorm van een kapitaalverzekering of
een lijfrenteverzekering hoeft niet te worden gecontroleerd, geïdentificeerd of
gerapporteerd, mits het de rapporterende financiële instelling daadwerkelijk
bij wet verboden is om een dergelijke verzekering te verkopen aan ingezetenen
van een te rapporteren rechtsgebied. B. Lagewaarderekeningen.
De volgende procedures zijn van toepassing met betrekking tot
lagewaarderekeningen. 1.
Woonadres. Indien de rapporterende financiële instelling in haar dossier het
uit bewijsstukken afgeleide actuele woonadres van de natuurlijke persoon/rekeninghouder
heeft, kan zij de natuurlijke persoon/rekeninghouder behandelen als een
natuurlijke persoon die een fiscale ingezetene is van de lidstaat of het andere
rechtsgebied waar het adres gelegen is, om te bepalen of deze natuurlijke
persoon/rekeninghouder een te rapporteren persoon is. 2.
Onderzoek van elektronische dossiers. Indien de rapporterende financiële
instelling niet beschikt over het uit bewijsstukken afgeleide actuele woonadres
van de natuurlijke persoon/rekeninghouder, zoals vermeld in onderdeel B,
punt 1, moet de rapporterende financiële instelling de elektronisch
doorzoekbare gegevens die zij beheert, controleren op de onderstaande
indicatoren en onderdeel B, punten 3 tot en met 6, toepassen: a)
aanmerking van de rekeninghouder als een ingezetene van een te rapporteren
rechtsgebied; b)
de actuele post- of woonadressen (met inbegrip van postbussen) in een te
rapporteren rechtsgebied; c)
een of meer telefoonnummers in een te rapporteren rechtsgebied en geen
telefoonnummer in Zwitserland of de lidstaat van de rapporterende financiële
instelling, naargelang de context; d)
vaste instructies (andere dan ten aanzien van een depositorekening) om gelden
over te maken naar een rekening aangehouden in een te rapporteren rechtsgebied;
e)
geldige volmacht of tekenbevoegdheid verleend aan een persoon met een adres in
een te rapporteren rechtsgebied; of f)
een poste-restanteadres of een "per adres" in een te rapporteren
rechtsgebied indien de rapporterende financiële instelling geen ander adres van
de rekeninghouder geregistreerd heeft staan. 3.
Indien bij het onderzoek van elektronische dossiers geen van de in onderdeel B,
punt 2, genoemde indicatoren wordt aangetroffen, is geen verdere actie vereist
totdat er sprake is van een verandering van omstandigheden die ertoe leidt dat
een of meer indicatoren in verband worden gebracht met de rekening of totdat de
rekening een hogewaarderekening wordt. 4.
Indien bij het onderzoek van elektronische dossiers een van de in onderdeel B,
punt 2, onder a) tot en met e), genoemde indicatoren wordt aangetroffen, of
indien er een verandering van omstandigheden is opgetreden die ertoe leidt dat
een of meer van de indicatoren in verband worden gebracht met de rekening, moet
de rapporterende financiële instelling de rekeninghouder behandelen als een
fiscaal inwoner van elk te rapporteren rechtsgebied waarvoor een indicator
wordt aangetroffen, tenzij zij besluit onderdeel B, punt 6, toe te passen en
een van de daar genoemde uitzonderingen op die rekening van toepassing is. 5.
Indien bij het onderzoek van elektronische dossiers een poste-restanteadres of
een "per adres" voor de rekeninghouder wordt gevonden en geen ander
adres, noch een van de andere in onderdeel B, punt 2, onder a) tot en
met e), genoemde indicatoren wordt aangetroffen, moet de rapporterende
financiële instelling, in de naar omstandigheden meest geschikte volgorde, het
in onderdeel C, punt 2, omschreven onderzoek van papieren dossiers uitvoeren,
of tracht zij van de rekeninghouder een eigen verklaring of bewijsstukken te
verkrijgen teneinde diens fiscale woonplaats(en) vast te stellen. Indien het
onderzoek van de papieren dossiers geen indicatoren oplevert, en geen eigen
verklaring of bewijsstukken van de rekeninghouder worden verkregen, moet de
rapporterende financiële instelling de rekening aan de bevoegde autoriteit van
haar lidstaat of Zwitserland, naargelang de context, rapporteren als
ongedocumenteerde rekening. 6.
Indien indicatoren bedoeld in onderdeel B, punt 2, worden aangetroffen, is een
rapporterende financiële instelling evenwel niet verplicht de rekeninghouder
als een ingezetene van een te rapporteren rechtsgebied te behandelen indien: a) de inlichtingen over de rekeninghouder een actueel post-
of woonadres in dat te rapporteren rechtsgebied bevatten, een of meer
telefoonnummers in dat rechtsgebied (en geen telefoonnummer in Zwitserland of
de lidstaat van de rapporterende financiële instelling, naargelang de context)
of vaste instructies (met betrekking tot andere financiële rekeningen dan
depositorekeningen) voor de overmaking van gelden naar een rekening die in een
te rapporteren rechtsgebied wordt aangehouden, het volgende verkrijgt, of
eerder een dossier heeft gecontroleerd en dit bijhoudt met daarin het volgende:
i.
een eigen verklaring van de rekeninghouder van het rechtsgebied/de
rechtsgebieden (een lidstaat, Zwitserland of andere rechtsgebieden) waarvan die
rekeninghouder een ingezetene is, anders dan het genoemde te rapporteren
rechtsgebied; en ii.
bewijsstukken waaruit de niet-te-rapporteren status van de rekeninghouder
blijkt. b) ingeval de inlichtingen over de rekeninghouder een
geldige volmacht of tekenbevoegdheid bevat die is verleend aan een persoon met
een adres in het te rapporteren rechtsgebied, het volgende verkrijgt, of eerder
een dossier heeft gecontroleerd en dit bijhoudt met daarin het volgende: i. een eigen verklaring van de rekeninghouder van het
rechtsgebied/de rechtsgebieden (een lidstaat, Zwitserland of andere
rechtsgebieden) waarvan die rekeninghouder een ingezetene is, anders dan het
genoemde te rapporteren rechtsgebied; of ii. bewijsstukken waaruit de niet-te-rapporteren status van
de rekeninghouder blijkt. C. Uitgebreide
controleprocedures voor hogewaarderekeningen. De onderstaande uitgebreide
controleprocedures zijn van toepassing op hogewaarderekeningen. 1.
Onderzoek van elektronische dossiers. Met betrekking tot hogewaarderekeningen
moet de rapporterende financiële instelling de door haar beheerde elektronisch
doorzoekbare gegevens controleren op de in onderdeel B, punt 2, omschreven
indicatoren. 2.
Onderzoek van papieren dossiers. Indien de elektronisch doorzoekbare databases
van de rapporterende financiële instelling velden bevatten waarin alle in
onderdeel C, punt 3, omschreven inlichtingen zijn opgenomen, is geen onderzoek
van de papieren dossiers vereist. Indien niet al deze inlichtingen in de
elektronische databases zijn opgenomen, moet de rapporterende financiële
instelling ter zake van hogewaarderekeningen ook de actuele gegevens in het
stamdossier van de desbetreffende klanten controleren, en indien daarin niet
alle gegevens zijn opgenomen, tevens de volgende documenten controleren die
verband houden met de rekening en die de rapporterende financiële instelling
tijdens de daaraan voorafgaande vijf jaar heeft verkregen, op de in onderdeel
B, punt 2, omschreven indicatoren: a)
de meest recente bewijsstukken verzameld met betrekking tot de rekening; b)
de meest recente overeenkomst of documenten omtrent de opening van de rekening;
c)
de meest recente documenten verkregen door de rapporterende financiële
instelling in het kader van AML/KYC-procedures of andere regelgeving; d)
geldige formulieren voor volmachten of tekenbevoegdheid, en e)
geldende vaste instructies (andere dan ter zake van een depositorekening)
omtrent het overmaken van gelden. 3. Uitzondering indien de databases voldoende inlichtingen
bevatten. Een rapporterende financiële instelling is niet verplicht de in
onderdeel C, punt 2, omschreven papieren dossiers te onderzoeken indien haar
elektronisch doorzoekbare inlichtingen het volgende bevatten: a)
de verblijfsstatus van de rekeninghouder; b)
het woonadres en het postadres van de rekeninghouder zoals vastgelegd in de
huidige dossiers van de rapporterende financiële instelling; c)
het (de) eventuele telefoonnummer(s) van de rekeninghouder zoals vastgelegd in
de huidige dossiers van de rapporterende financiële instelling; d)
in geval van andere financiële rekeningen dan depositorekeningen: of er vaste
instructies zijn voor de overmaking van gelden op de rekening naar een andere
rekening (met inbegrip van rekeningen bij filialen van de rapporterende
financiële instelling of een andere financiële instelling); e)
of er een actueel poste-restanteadres of "per adres" is van de
rekeninghouder, en f)
of er een volmacht of tekenbevoegdheid voor de rekening is. 4.
Opvragen van feitelijke kennis bij de relatiemanager. Naast de in onderdeel C,
onder punten 1 en 2, omschreven onderzoeken van de elektronische en
papieren dossiers moet de rapporterende financiële instelling een
hogewaarderekening (met inbegrip van de eventueel daarmee geaggregeerde
financiële rekeningen) die is toegewezen aan een relatiemanager, behandelen als
een te rapporteren rekening indien de relatiemanager beschikt over feitelijke
kennis dat de houder van de rekening een te rapporteren persoon is. 5.
Gevolgen van het aantreffen van indicatoren. a)
Indien bij de in onderdeel C omschreven uitgebreide controle van
hogewaarderekeningen geen van de in onderdeel B, punt 2, genoemde indicatoren
wordt aangetroffen en de houder van een rekening niet is geïdentificeerd als
een te rapporteren persoon als bedoeld in onderdeel C, punt 4, zijn geen nadere
maatregelen vereist, totdat een verandering van omstandigheden ertoe leidt dat
een of meer indicatoren in verband worden gebracht met de rekening. b)
Indien bij de in onderdeel C omschreven uitgebreide controle van
hogewaarderekeningen een van de in onderdeel B, punt 2, onder a) tot en met e),
genoemde indicatoren wordt aangetroffen of indien er naderhand een verandering
van omstandigheden is opgetreden die ertoe leidt dat een of meer van de
indicatoren in verband worden gebracht met de rekening, moet de rapporterende
financiële instelling de rekening behandelen als een te rapporteren rekening
voor elk te rapporteren rechtsgebied waarvoor een indicator wordt aangetroffen,
tenzij zij besluit onderdeel B, punt 6, toe te passen en een van de daar
genoemde uitzonderingen van toepassing is op die rekening. c)
Indien bij de in onderdeel C omschreven uitgebreide controle van
hogewaarderekeningen een poste-restanteadres of "per adres" voor de
rekeninghouder wordt gevonden, en geen ander adres noch een van de andere in
onderdeel B, punt 2, onder a) tot en met e), genoemde indicatoren wordt
aangetroffen, moet de rapporterende financiële instelling van de rekeninghouder
een eigen verklaring of bewijsstukken verkrijgen teneinde diens fiscale
woonplaats(en) vast te stellen. Indien de rapporterende financiële instelling
geen eigen verklaring of bewijsstuk van de rekeninghouder kan verkrijgen, moet
zij de rekening aan de bevoegde autoriteit van haar lidstaat of van
Zwitserland, naargelang de context, rapporteren als ongedocumenteerde rekening.
6.
Indien een bestaande rekening van een natuurlijke persoon niet per
31 december van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende
wijzigingsprotocol een hogewaarderekening is, maar er één wordt op de laatste
dag van een volgend kalenderjaar, moet de rapporterende financiële instelling de
uitgebreide controleprocedures omschreven in onderdeel C met betrekking tot die
rekening voltooien binnen het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de
rekening een hogewaarderekening wordt. Als, op basis van deze controle, de
rekening wordt aangemerkt als een te rapporteren rekening, moet de
rapporterende financiële instelling de verlangde informatie over de rekening
verstrekken met betrekking tot het jaar waarin de rekening wordt aangemerkt als
een te rapporteren rekening en de daaropvolgende jaren jaarlijks, tenzij de
rekeninghouder ophoudt een te rapporteren persoon te zijn. 7.
Wanneer een rapporterende financiële instelling de in onderdeel C omschreven
uitgebreide controleprocedures toepast op een hogewaarderekening, hoeft de
rapporterende financiële instelling deze procedures niet opnieuw toe te passen,
met uitzondering van het onderzoek bij de relatiemanager omschreven in
onderdeel C, punt 4, op dezelfde hogewaarderekening in elk daaropvolgend jaar,
tenzij de rekening niet gedocumenteerd is, in welk geval de rapporterende
financiële instelling ze jaarlijks opnieuw dient toe te passen totdat de
rekening niet meer ongedocumenteerd is. 8.
Indien zich een verandering voordoet in de omstandigheden met betrekking tot
een hogewaarderekening die ertoe leidt dat een of meer indicatoren omschreven
in onderdeel B, punt 2, in verband worden gebracht met de rekening, moet de
rapporterende financiële instelling de rekening beschouwen als een te
rapporteren rekening met betrekking tot elk te rapporteren rechtsgebied
waarvoor een indicator is geïdentificeerd, tenzij de instelling ervoor kiest
onderdeel B, punt 6, toe te passen en een van de daar genoemde uitzonderingen
van toepassing is op die rekening. 9.
Een rapporterende financiële instelling moet procedures toepassen om ervoor te
zorgen dat een relatiemanager elke wijziging in de omstandigheden van een
rekening vaststelt. Als bijvoorbeeld aan een relatiemanager is meegedeeld dat
de rekeninghouder een nieuw postadres in een te rapporteren rechtsgebied heeft,
moet de rapporterende financiële instelling het nieuwe adres behandelen als een
wijziging in de omstandigheden en, indien zij kiest voor toepassing van
onderdeel B, punt 6, moet zij van de rekeninghouder de passende documentatie
verkrijgen. D. De controle van bestaande
hogewaarderekeningen van natuurlijke personen moet binnen een jaar volgend op
de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol worden
voltooid. De controle van bestaande lagewaarderekeningen van natuurlijke
personen moet binnen twee jaar volgend op de inwerkingtreding van het op [XXXX]
ondertekende wijzigingsprotocol worden voltooid. E. Elke bestaande rekening
van een natuurlijk persoon die is aangemerkt als een te rapporteren rekening
overeenkomstig dit deel, moet alle daaropvolgende jaren worden behandeld als
een te rapporteren rekening, tenzij de rekeninghouder ophoudt een te
rapporteren persoon te zijn. Afdeling IV: Due diligence voor
nieuwe rekeningen van natuurlijke personen De volgende procedures gelden om
na te gaan welke nieuwe rekeningen van natuurlijke personen moeten worden
beschouwd als te rapporteren rekeningen. A. Met betrekking tot
nieuwe rekeningen van natuurlijke personen moet de rapporterende financiële
instelling, bij het openen van een rekening, een eigen verklaring van de
rekeninghouder verkrijgen die deel kan uitmaken van de documentatie betreffende
de opening van de rekening, waarmee de rapporterende financiële instelling de
fiscale verblijfplaats(en) van de rekeninghouder kan nagaan en de redelijkheid
kan bevestigen van de verklaring op basis van de informatie die de
rapporterende financiële instelling heeft verkregen in verband met de opening
van de rekening, met inbegrip van alle stukken die zijn verzameld op grond van
de AML/KYC-procedures. B. Indien uit de eigen
verklaring van de rekeninghouder blijkt dat deze fiscaal een ingezetene is van
een te rapporteren rechtsgebied, moet de rapporterende financiële instelling de
rekening behandelen als een te rapporteren rekening en moet de verklaring tevens
het fiscaal identificatienummer van de rekeninghouder met betrekking tot dat te
rapporteren rechtsgebied bevatten (onder voorbehoud van onderdeel D van deel I)
en zijn geboortedatum. C. Indien zich een
verandering van omstandigheden met betrekking tot een nieuwe rekening van een
natuurlijke persoon voordoet op basis waarvan de rapporterende financiële
instelling weet, of redenen heeft om te weten, dat de oorspronkelijke eigen
verklaring van de rekeninghouder onjuist of onbetrouwbaar is, kan de rapporterende
financiële instelling zich niet beroepen op de oorspronkelijke verklaring en
moet zij een geldige verklaring verkrijgen waarin de fiscale verblijfplaats(en)
van de rekeninghouder staat/staan. Afdeling V: Due diligence voor
bestaande entiteitsrekeningen De volgende procedures gelden om na te gaan welke bestaande
entiteitsrekeningen moeten worden beschouwd als te rapporteren rekeningen. A. Entiteitsrekeningen die
niet hoeven te worden gecontroleerd, geïdentificeerd of gerapporteerd. Tenzij
de rapporterende financiële instelling anders besluit, hetzij voor alle
bestaande entiteitsrekeningen tezamen, hetzij voor elke duidelijk omschreven
groep van dat soort rekeningen afzonderlijk, hoeft een bestaande
entiteitsrekening met een geaggregeerd saldo of een geaggregeerde waarde van
niet meer dan 250 000 USD of een bedrag van dezelfde waarde
uitgedrukt in de nationale valuta van een lidstaat of Zwitserland, per 31
december voorafgaand aan de inwerkingtreding van het op
[XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol niet
te worden onderzocht, geïdentificeerd of gerapporteerd als een te rapporteren
rekening totdat het geaggregeerde saldo of de geaggregeerde waarde hoger is dan
dat bedrag op de laatste dag van een volgend kalenderjaar. B. Entiteitsrekeningen die
moeten worden gecontroleerd. Een bestaande
entiteitsrekening waarvan het geaggregeerd saldo of de geaggregeerde waarde per
31 december voorafgaand aan de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol hoger is dan
250 000 USD of een bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt in de
nationale valuta van een lidstaat of Zwitserland, en een bestaande
entiteitsrekening die dat bedrag per 31 december voorafgaand aan de
inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol niet overschrijdt maar
waarvan het totale saldo of de totale waarde op de laatste dag van een volgend
kalenderjaar hoger is dan dat bedrag, moeten worden gecontroleerd
overeenkomstig de procedures omschreven in onderdeel D. C. Entiteitsrekeningen die gerapporteerd moeten
worden. Met betrekking tot bestaande entiteitsrekeningen omschreven in
onderdeel B worden alleen rekeningen die worden aangehouden door een of meer
entiteiten die te rapporteren personen zijn, of door passieve NFE's met één of
meer uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren personen zijn, behandeld
als te rapporteren rekeningen. D. Controleprocedures voor het identificeren van
entiteitsrekeningen die gerapporteerd dienen te worden. Voor bestaande
entiteitsrekeningen omschreven in onderdeel B moet een rapporterende financiële
instelling de volgende controleprocedures toepassen teneinde vast te stellen of
de rekening wordt aangehouden door een of meer te rapporteren personen of door
passieve NFE's met een of meer uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren
personen zijn: 1.
Vaststellen of de entiteit een te rapporteren persoon is. a)
Informatie controleren die wordt bijgehouden ten behoeve van het toezicht of de
klantrelatie (met inbegrip van informatie verzameld uit hoofde van de
AML/KYC-procedures) teneinde vast te stellen of dit erop wijst dat de
rekeninghouder een ingezetene is van een te rapporteren rechtsgebied. Voor dit
doel omvat informatie waaruit blijkt dat de rekeninghouder een ingezetene is
van een te rapporteren rechtsgebied ook een plaats van oprichting of
organisatie, of een adres in een te rapporteren rechtsgebied. b)
Indien de informatie erop wijst dat de rekeninghouder ingezetene is van een te
rapporteren rechtsgebied, moet de rapporterende financiële instelling de
rekening behandelen als een te rapporteren rekening, tenzij zij van de
rekeninghouder een eigen verklaring ontvangt, of redelijkerwijs kan vaststellen
op grond van informatie waarover zij beschikt of die publiekelijk beschikbaar
is, dat de rekeninghouder geen te rapporteren persoon is. 2. Vaststellen of de entiteit een passieve NFE is met een
of meer uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren personen zijn. Ten
aanzien van een houder van een bestaande entiteitsrekening (met inbegrip van
een entiteit die een te rapporteren persoon is), moet de rapporterende
financiële instelling vaststellen of de rekeninghouder een passieve NFE is met
een of meer uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren personen zijn.
Indien een van de uiteindelijk belanghebbenden van een passieve NFE een te
rapporteren persoon is, moet de rekening worden behandeld als een te
rapporteren rekening. Bij deze vaststellingen moet de rapporterende financiële
instelling de leidraden volgen in onderdeel D, punt 2, onder a) tot en met c),
in de onder de gegeven omstandigheden meest geschikte volgorde. a) Vaststellen of de rekeninghouder een passieve NFE is. Om
te bepalen of de rekeninghouder een passieve NFE is moet de rapporterende
financiële instelling van de rekeninghouder een eigen verklaring verkrijgen om
diens status vast te stellen, tenzij de instelling informatie in haar bezit
heeft of er publiekelijk beschikbare informatie is op basis waarvan zij
redelijkerwijs kan vaststellen dat de rekeninghouder een actieve NFE is of een
financiële instelling anders dan een beleggingsentiteit omschreven in onderdeel
A, punt 6, onder b), van deel VIII die geen financiële instelling in een
deelnemend rechtsgebied is. b) Vaststellen van de uiteindelijk belanghebbenden van een
rekeninghouder. Bij de vaststelling van de uiteindelijk belanghebbenden bij een
rekeninghouder kan een rapporterende financiële instelling zich baseren op de
informatie die is verzameld en bijgehouden op grond van de AML/KYC-procedures. c) Vaststellen of een uiteindelijk belanghebbende van een
passieve NFE een te rapporteren persoon is. Om vast te stellen of een
uiteindelijk belanghebbende bij een passieve NFE een te rapporteren persoon is,
kan een rapporterende financiële instelling zich baseren op: i. informatie verzameld en bijgehouden overeenkomstig
AML/KYC-procedures in het geval van een bestaande entiteitsrekening aangehouden
door een of meer NFE's met een totaal saldo of een totale waarde van niet meer
dan 1 000 000 USD of een bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt
in de nationale valuta van een lidstaat of Zwitserland; of ii. een eigen
verklaring van de rekeninghouder of de uiteindelijk belanghebbende van het/de
te rapporteren rechtsgebied/rechtsgebieden (een lidstaat, Zwitserland of andere
rechtsgebieden) waarvan de uiteindelijk belanghebbende voor fiscale doeleinden
een ingezetene is. E. Tijdstippen voor controles en aanvullende procedures die van
toepassing zijn op bestaande entiteitsrekeningen. 1. De controle van
bestaande entiteitsrekeningen waarvan het geaggregeerd saldo of de geaggregeerde
waarde per 31 december voorafgaand aan de inwerkingtreding van het op [XXXX]
ondertekende wijzigingsprotocol hoger is dan 250 000 USD of een
bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt in de nationale valuta van elke lidstaat
of Zwitserland, moet binnen twee jaar volgend op de inwerkingtreding worden
voltooid. 2. De controle van
reeds bestaande entiteitsrekeningen waarvan het totaal saldo of de totale
waarde per 31 december van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding
van het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol niet hoger is dan 250 000 USD of een
bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt in de nationale valuta van een lidstaat
of Zwitserland, maar per 31 december van een daaropvolgend jaar dat bedrag
overschrijdt, moet worden voltooid binnen het kalenderjaar volgend op het jaar
waarin het geaggregeerde saldo of de geaggregeerde waarde dat bedrag
overschreed. 3. Indien een
verandering optreedt in de omstandigheden van een bestaande entiteitsrekening
die ertoe leidt dat de rapporterende financiële instelling weet, of redenen
heeft om te weten, dat de eigen verklaring van de rekeninghouder of andere
documentatie die verband houdt met een rekening onjuist of onbetrouwbaar is,
moet de rapporterende financiële instelling de status van de rekening opnieuw vaststellen
in overeenstemming met de procedures omschreven in onderdeel D. Afdeling VI: Due diligence voor
nieuwe entiteitsrekeningen De volgende
procedures gelden om na te gaan welke nieuwe entiteitsrekeningen moeten worden
beschouwd als te rapporteren rekeningen. A. Controleprocedures voor het
identificeren van entiteitsrekeningen die gerapporteerd dienen te worden. Voor
nieuwe entiteitsrekeningen dient een rapporterende financiële instelling de
volgende controleprocedures toe te passen teneinde vast te stellen of de
rekening wordt aangehouden door een of meer te rapporteren personen of door
passieve NFE's met een of meer uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren
personen zijn: 1. Vaststellen of de entiteit een te rapporteren persoon is. a) Een eigen verklaring van de rekeninghouder verkrijgen
die deel kan uitmaken van de documentatie betreffende de opening van de
rekening, waarmee de rapporterende financiële instelling de fiscale
vestigingsplaats(en) van de rekeninghouder kan nagaan en de redelijkheid kan
bevestigen van de verklaring op basis van de informatie die de rapporterende
financiële instelling heeft verkregen in verband met de opening van de
rekening, met inbegrip van alle documenten die zijn verzameld op grond van de
AML/KYC-procedures. Indien de entiteit verklaart dat zij geen fiscale
verblijfplaats heeft, kan de rapporterende financiële instelling zich voor het
bepalen van de verblijfplaats van de rekeninghouder baseren op het adres van
het hoofdkantoor van de entiteit. b) Indien de eigen verklaring van de rekeninghouder
aangeeft dat deze in een te rapporteren rechtsgebied verblijft, dient de
rapporterende financiële instelling de rekening te behandelen als een te
rapporteren rekening, tenzij zij op grond van informatie waarover zij beschikt
of die publiekelijk beschikbaar is redelijkerwijs kan vaststellen dat de
rekeninghouder geen te rapporteren persoon is met betrekking tot dat te
rapporteren rechtsgebied. 2. Vaststellen of de entiteit een passieve NFE is met een
of meer uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren personen zijn. Ten
aanzien van een houder van een nieuwe entiteitsrekening (met inbegrip van een
entiteit die een te rapporteren persoon is), moet de rapporterende financiële
instelling vaststellen of de rekeninghouder een passieve NFE is met een of meer
uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren personen zijn. Indien een van
de uiteindelijk belanghebbenden van een passieve NFE een te rapporteren persoon
is, moet de rekening worden behandeld als een te rapporteren rekening. Bij deze
vaststellingen moet de rapporterende financiële instelling de leidraden volgen
in onderdeel A, punt 2, onder a) tot en met c), in de onder de gegeven
omstandigheden meest geschikte volgorde. a) Vaststellen of de rekeninghouder een passieve NFE is. Om
te bepalen of de rekeninghouder een passieve NFE is moet de rapporterende
financiële instelling van de rekeninghouder zich baseren op een eigen
verklaring om diens status vast te stellen, tenzij de instelling informatie in
haar bezit heeft of er publiekelijk beschikbare informatie is op basis waarvan
zij redelijkerwijs kan vaststellen dat de rekeninghouder een actieve NFE is of
een financiële instelling anders dan een beleggingsentiteit omschreven in
onderdeel A, punt 6, onder b), van deel VIII die geen financiële instelling in
een deelnemend rechtsgebied is. b) Vaststellen van de uiteindelijk belanghebbenden van een
rekeninghouder. Bij de bepaling van de uiteindelijk belanghebbenden van een
rekeninghouder kan een rapporterende financiële instelling zich baseren op de
informatie die is verzameld en bijgehouden op grond van de AML/KYC-procedures. c) Vaststellen of een uiteindelijk belanghebbende van een
passieve NFE een te rapporteren persoon is. Om vast te stellen of een
uiteindelijk belanghebbende van een passieve NFE een te rapporteren persoon is,
kan een rapporterende financiële instelling zich baseren op de eigen verklaring
van de rekeninghouder of de uiteindelijk belanghebbende. Afdeling VII:
Bijzondere regels inzake due diligence De volgende
aanvullende regels zijn van toepassing bij de uitvoering van de eerder
omschreven due diligence-procedures: A. Vertrouwen op eigen
verklaringen van rekeninghouders en bewijsstukken. Een rapporterende financiële
instelling mag niet vertrouwen op een eigen verklaring van een rekeninghouder
of bewijsstukken indien zij weet of redenen heeft om te weten dat de verklaring
of bewijsstukken onjuist of onbetrouwbaar zijn. B. Alternatieve procedures
voor financiële rekeningen van individuele begunstigden van een
kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering en voor groepskapitaalverzekeringen
of groepslijfrenteverzekeringen. Een rapporterende financiële instelling mag
veronderstellen dat een individuele begunstigde (niet zijnde de eigenaar) van
een kapitaalverzekering of een lijfrenteverzekering die een uitkering bij
overlijden ontvangt geen te rapporteren persoon is en mag een dergelijke
financiële rekening behandelen als een andere dan een te rapporteren rekening
tenzij de financiële instelling daadwerkelijk weet of redenen heeft om te weten
dat de begunstigde een te rapporteren persoon is. Een rapporterende financiële
instelling heeft redenen om te weten dat een begunstigde van een
kapitaalverzekering of een lijfrenteverzekering een te rapporteren persoon is als
de door de rapporterende financiële instelling verzamelde informatie over de
begunstigde indicatoren bevat zoals omschreven in onderdeel B van deel III.
Indien een rapporterende financiële instelling daadwerkelijk weet of redenen
heeft om te weten dat de begunstigde een te rapporteren persoon is, moet de
rapporterende financiële instelling de procedures van onderdeel B van deel III
volgen. Een lidstaat of
Zwitserland heeft de keuzemogelijkheid rapporterende financiële instellingen
toe te staan een financiële rekening die een belang is van een lid in een
groepskapitaalverzekering of een groepslijfrenteverzekering te behandelen als
een financiële rekening die geen te rapporteren rekening is, tot de datum
waarop een bedrag betaalbaar wordt aan de werknemer/certificaathouder of
begunstigde, als de financiële rekening die een belang is van een lid in een
groepskapitaalverzekering of een groepslijfrenteverzekering, voldoet aan de
volgende eisen: a) de
groepskapitaalverzekering of de groepslijfrenteverzekering wordt afgegeven aan
een werkgever en heeft betrekking op 25 of meer werknemers/certificaathouders; b) de
werknemer/certificaathouders hebben recht op een contractwaarde gerelateerd aan
hun belangen en mogen begunstigden noemen voor de uitkering die betaalbaar is
bij overlijden van de werknemer, en c) het totale bedrag te
betalen aan elke werknemer/certificaathouder of begunstigde bedraagt niet meer
dan 1 000 000 USD of een bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt
in de nationale valuta van een lidstaat of Zwitserland. Een
"groepskapitaalverzekering" is een kapitaalverzekering die: i)
dekking biedt aan natuurlijke personen die zijn aangesloten via een werkgever,
beroepsvereniging, vakbond of andere vereniging of groep, en ii) voor ieder lid
van de groep (of lid van een categorie in de groep) een premie in rekening
brengt die wordt bepaald onafhankelijk van andere individuele
gezondheidskenmerken dan leeftijd, geslacht en rookgedrag van het lid (of
categorie leden) van de groep. Een "groepslijfrenteverzekering" is een
lijfrenteverzekering waarvan de rechthebbenden personen zijn die zijn
aangesloten via een werkgever, beroepsvereniging, vakbond of een andere
vereniging of groep. Vóór de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende
wijzigingsprotocol stellen de lidstaten Zwitserland ervan in kennis en stelt
Zwitserland de Europese Commissie ervan in kennis of zij gebruik hebben gemaakt
van de keuzemogelijkheid waarin dit lid voorziet. De Europese Commissie kan de
doorgifte van de kennisgevingen van lidstaten aan Zwitserland coördineren en de
Europese Commissie geeft de kennisgeving van Zwitserland aan alle lidstaten
door. Van alle verdere wijzigingen met betrekking tot de gebruikmaking van die
keuzemogelijkheid door een lidstaat of Zwitserland wordt op diezelfde wijze
kennis gegeven. C. Voorschriften voor de aggregatie van saldi en valuta 1.
Aggregatie van rekeningen van natuurlijke personen. Voor het vaststellen van
het totale saldo of de totale waarde van financiële rekeningen aangehouden door
natuurlijke personen is de rapporterende financiële instelling verplicht alle
door haar of door een gelieerde entiteit aangehouden financiële rekeningen te
aggregeren, maar uitsluitend voor zover de computersystemen van de
rapporterende financiële instelling de financiële rekeningen koppelen op grond
van een data-element, zoals een cliëntnummer of fiscaal identificatienummer, en
in staat zijn de saldi of waarden te aggregeren. Aan elke houder van een
gezamenlijke financiële rekening wordt het volledige saldo of de volledige waarde
van de gezamenlijke financiële rekening toegeschreven ten behoeve van de
vereiste aggregatie omschreven in deze alinea. 2.
Aggregatie van entiteitsrekeningen. Voor het vaststellen van het totale saldo
of de totale waarde van financiële rekeningen aangehouden door een entiteit is
de rapporterende financiële instelling verplicht rekening te houden met alle
door haar of door een gelieerde entiteit aangehouden financiële rekeningen,
maar uitsluitend voor zover de computersystemen van de rapporterende financiële
instelling de financiële rekeningen koppelen op grond van een data-element,
zoals een cliëntnummer of fiscaal identificatienummer, en in staat zijn de
saldi of waarden te aggregeren. Aan elke houder van een gezamenlijke financiële
rekening wordt het volledige saldo of de volledige waarde van de gezamenlijke
financiële rekening toegeschreven ten behoeve van de vereiste aggregatie
omschreven in deze alinea. 3.
Bijzondere aggregatieregel voor relatiemanagers. Voor het vaststellen van het
totale saldo of de totale waarde van financiële rekeningen aangehouden door een
persoon teneinde te bepalen of een financiële rekening een hogewaarderekening
is, is een rapporterende financiële instelling voorts verplicht de saldi van
financiële rekeningen te aggregeren indien de relatiemanager weet of redenen
heeft om te weten dat die rekeningen direct of indirect in het bezit zijn van,
onder zeggenschap staan of zijn geopend door dezelfde persoon (anders dan als
gevolmachtigde). 4.
Bij bedragen wordt het equivalent in andere valuta vermeld. Alle in dollars of
de nationale valuta van elke lidstaat of van Zwitserland uitgedrukte bedragen
worden geacht het equivalent van bedragen in andere valuta's te bevatten, zoals
bepaald door het nationale recht. Afdeling VIII: Definities De volgende
definities zijn van toepassing: A. Rapporterende financiële instelling 1.
Onder "rapporterende financiële instelling" wordt verstaan: elke
financiële instelling van een lidstaat of Zwitserse financiële instelling,
naargelang de context, die geen niet-rapporterende financiële instelling is. 2.
Onder "financiële instelling in een deelnemend rechtsgebied" wordt
verstaan: i) elke financiële instelling die een ingezetene is van een
deelnemend rechtsgebied, maar uitgezonderd een filiaal van die financiële
instelling dat zich buiten dat deelnemend rechtsgebied bevindt, en ii) elk
filiaal van een financiële instelling die geen ingezetene is van een deelnemend
rechtsgebied, indien dat filiaal zich in dat deelnemend rechtsgebied bevindt. 3.
Onder "financiële instelling" wordt verstaan: een bewaarinstelling,
een instelling die deposito's neemt, een beleggingsentiteit of een omschreven
verzekeringsmaatschappij. 4.
Onder "bewaarinstelling" wordt verstaan: een entiteit die voor
rekening van derden financiële activa in bewaring houdt als een wezenlijk deel
van haar bedrijfsactiviteiten. Een instelling houdt financiële activa voor
rekening van derden als wezenlijk deel van haar bedrijfsactiviteiten, wanneer
haar bruto-inkomsten die verband houden met het houden van financiële activa en
het verlenen van de bijbehorende financiële diensten gelijk is aan of groter is
dan 20 % van de bruto-inkomsten van de entiteit gedurende: i) de periode van
drie jaar die eindigt op 31 december (of de laatste dag van het boekjaar
indien dat niet gelijk loopt met het kalenderjaar) voorafgaand aan het jaar
waarin de vaststelling geschiedt, of ii) de bestaansperiode van de entiteit,
indien deze korter is. 5.
Onder "een instelling die deposito's neemt" wordt verstaan: een entiteit
die opvorderbare gelden verkrijgt in het kader van de normale uitoefening van
het bankbedrijf of een daarmee vergelijkbaar bedrijf. 6.
Onder "beleggingsentiteit" wordt verstaan een entiteit: a) met als voornaamste bedrijfsactiviteit het voor of namens
een klant uitvoeren van een of meer van de volgende activiteiten of
transacties: i. handel in geldmarktinstrumenten (cheques, wissels,
depositobewijzen, derivaten, etc.), vreemde valuta's, wisselkoersen,
rentepercentage- en indexinstrumenten, overdraagbare effecten, of
goederentermijnhandel; ii. beheren van een individueel vermogen en collectief
portefeuillebeheer, of iii. andere vormen van het beleggen, administreren of
beheren van financiële activa of geld ten behoeve van derden, of b)
met een bruto-inkomen dat hoofdzakelijk is toe te rekenen aan beleggen,
herbeleggen of handel in financiële activa, indien de entiteit wordt beheerd
door een andere entiteit die een instelling is die deposito's neemt, een
bewaarinstelling, een omschreven verzekeringsmaatschappij of een
beleggingsentiteit omschreven in onderdeel A, punt 6, onder a). Een entiteit wordt
gezien als een entiteit met als bedrijfsactiviteit voornamelijk het uitvoeren
van een of meer van de in onderdeel A, onder punt 6, onder a), omschreven
activiteiten, of haar bruto-inkomen is hoofdzakelijk toe te rekenen aan
beleggen, herbeleggen of handel in financiële activa voor de in onderdeel A,
punt 6, onder b), bedoelde doelen, als de bruto-inkomsten van de entiteit die
verband houden met deze activiteiten gelijk zijn aan of groter zijn dan 50 %
van de bruto-inkomsten van de entiteit gedurende: i) de periode van drie jaar
die eindigt op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de
vaststelling geschiedt, of ii) de bestaansperiode van de entiteit, indien deze
korter is. De term "beleggingsentiteit" heeft niet betrekking op een
entiteit die een actieve NFE is omdat die entiteit voldoet aan een van de
criteria vermeld in onderdeel D, punt 9, onder d) tot en met g). Deze paragraaf wordt
uitgelegd op een wijze die verenigbaar is met de gelijkwaardige bewoordingen
vervat in de definitie van "financiële instelling" in de
aanbevelingen van de Financial Action Task Force. 7.
De term "financiële activa" omvat effecten (bijvoorbeeld een aandeel
in een vennootschap; partnerschap of uiteindelijk belang in een breed opgezet
of een beursgenoteerd samenwerkingsverband of een trust; waardepapier,
obligatie, schuldbewijs of andere bewijzen van schuldenlast),
partnerschapsbelang, commodity, swap (bijvoorbeeld renteswaps, valutaswaps,
basisswaps, interest rate caps, interest rate floors, commodity swaps, equity
swaps, equity index swaps en soortgelijke overeenkomsten),
verzekeringsovereenkomst of lijfrenteverzekering of enig belang (inclusief een
termijncontract of optie) in een zekerheid, partnerschapsbelang, commodity,
swap, verzekeringsovereenkomst of lijfrenteverzekering. De term
"financiële activa" omvat niet een direct belang, buiten de vreemd
vermogenssfeer, in een onroerend goed. 8.
Onder "omschreven verzekeringsmaatschappij" wordt verstaan een
entiteit die een verzekeringsmaatschappij is (of de houdstermaatschappij van
een verzekeringsmaatschappij) die een kapitaalverzekering of
lijfrenteverzekering aanbiedt of verplicht is tot het betalen van uitkeringen
uit hoofde van een kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering. B. Niet-rapporterende financiële instelling 1. Onder
"niet-rapporterende financiële instelling" wordt verstaan een
financiële instelling die: a)
een overheidsinstantie is, een internationale organisatie of een centrale bank,
anders dan met betrekking tot een betaling die is afgeleid van een verplichting
in het kader van een commerciële financiële activiteit van een soort die wordt
uitgeoefend door een omschreven verzekeringsmaatschappij, een bewaarinstelling
of een instelling die deposito's neemt; b)
een pensioenfonds met brede deelname, een pensioenfonds met beperkte deelname,
een pensioenfonds van een overheidsinstantie, een internationale organisatie of
een centrale bank of een gekwalificeerde uitgever van een creditcard; c)
een andere entiteit met een laag risico om te worden gebruikt voor
belastingontduiking, die in wezen gelijkaardige kenmerken heeft als een van de
entiteiten omschreven in onderdeel B, punt 1, onder a) en b), die in de
nationale wetgeving wordt omschreven als een niet-rapporterende financiële
instelling, waarin voor de lidstaten is voorzien in artikel 8,
lid 7 bis, van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de
administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, en die is gemeld
aan de Europese Commissie, op voorwaarde dat de status van deze entiteit als
niet-rapporterende financiële instelling geen afbreuk doet aan het doel van
deze richtlijn; d)
een vrijgesteld collectief beleggingsvehikel, of e)
een trust voor zover de trustee van de trust een rapporterende financiële
instelling is en alle informatie rapporteert overeenkomstig het vereiste in
deel I met betrekking tot alle te rapporteren rekeningen van de trust. 2. Onder "overheidsinstantie" wordt verstaan de
regering van een lidstaat, Zwitserland of ander rechtsgebied, een staatkundig
onderdeel van een lidstaat, Zwitserland of ander rechtsgebied (voor alle
duidelijkheid, met inbegrip van een staat, provincie, district of gemeente), of
een agentschap of instantie van een lidstaat, Zwitserland of een ander
rechtsgebied of van een of meer van de voorgaande overheidsinstanties dat/die
volledig daartoe behoort/behoren. Deze categorie bestaat uit de integrale
delen, entiteiten waarover zeggenschap wordt uitgeoefend, en de staatkundige
onderdelen van een lidstaat, Zwitserland of een ander rechtsgebied. a)
Een "integraal deel" van een lidstaat, Zwitserland of een ander
rechtsgebied is elke persoon, organisatie, agentschap, bureau, fonds, instantie
of een ander lichaam, ongeacht de benaming, die/dat een bestuursautoriteit van
een lidstaat, Zwitserland of een ander rechtsgebied vormt. De netto-inkomsten
van de bestuursautoriteit moeten worden gecrediteerd naar de eigen rekening of
naar andere rekeningen van de lidstaat, Zwitserland of het andere rechtsgebied,
zonder dat er een deel ten goede komt van een particulier. Een integraal deel
omvat niet een persoon die een staatshoofd, ambtenaar of bestuurder is
handelend als privépersoon of op persoonlijke titel. b)
Een entiteit waarover zeggenschap wordt uitgeoefend is een entiteit die formeel
apart staat van de lidstaat, Zwitserland of het andere rechtsgebied, of die
anderszins een afzonderlijke juridische entiteit vormt, op voorwaarde dat: i.
de entiteit volledig behoort tot en volledig onder de zeggenschap staat van een
of meer overheidsinstanties, rechtstreeks of via één of meer entiteiten
waarover zeggenschap wordt uitgeoefend; ii.
de netto-inkomsten van de entiteit worden gecrediteerd naar de eigen rekening
of de rekeningen van een of meer overheidsinstanties, zonder dat een deel ervan
ten goede komt aan een particulier, en iii.
de activa van de entiteit bij ontbinding toekomen aan een of meer
overheidsinstanties. c) Inkomsten komen niet ten goede van particulieren als
deze personen de beoogde begunstigden zijn van een overheidsprogramma, en de
programma-activiteiten voor het grote publiek worden uitgevoerd met betrekking
tot het gemeenschappelijke welzijn of betrekking hebben op de administratie van
een fase van de overheid. Niettegenstaande het voorgaande, worden inkomsten
evenwel geacht ten goede te komen van particulieren als de inkomsten voortkomen
uit het gebruik van een Overheidsinstantie voor het voeren van een commercieel
bedrijf, zoals commerciële bankactiviteiten, dat financiële diensten verleent
aan particulieren. 3. Onder "internationale organisatie" wordt
verstaan iedere internationale organisatie of een agentschap of instantie
daarvan dat/die daar volledig toe behoort. Tot deze categorie behoort iedere
intergouvernementele organisatie (en ook een supranationale organisatie): 1)
die voornamelijk bestaat uit regeringen, 2) die daadwerkelijk een
hoofdzetelovereenkomst of soortgelijke overeenkomst heeft met de lidstaat,
Zwitserland of het andere rechtsgebied, en 3) waarvan de inkomsten niet ten
goede komen van particulieren. 4. Onder "centrale bank" wordt verstaan een
instelling die bij wet of bij goedkeuring van de overheid de belangrijkste
autoriteit is, naast de regering van de lidstaat, Zwitserland of het andere
rechtsgebied zelf, die middelen uitgeeft die bedoeld zijn om te circuleren als
geld. Een dergelijke instelling kan ook een instantie omvatten die los staat
van de regering van de lidstaat, Zwitserland of het andere rechtsgebied en al
dan niet geheel of gedeeltelijk tot de lidstaat, Zwitserland of het andere
rechtsgebied behoort. 5. Onder "uittredingsfonds met brede deelname"
wordt verstaan een fonds opgericht ten behoeve van pensioen-, invaliditeits- of
overlijdensuitkeringen, of een combinatie daarvan, aan begunstigden die huidige
of voormalige werknemers zijn (of personen die door de werknemers zijn
aangewezen) van een of meer werkgevers, als tegenprestatie voor de geleverde
diensten, op voorwaarde dat het fonds: a)
geen enkele begunstigde heeft met een recht van meer dan 5 % van de activa van
het fonds; b)
onderworpen is aan overheidsregelgeving en informatie verstrekt aan de
belastingautoriteiten; en c)
voldoet aan ten minste één van onderstaande eisen: i.
het fonds is algemeen vrijgesteld van belasting op inkomsten uit beleggingen,
ofwel voor die inkomsten wordt uitstel van belastingheffing verleend of zij
worden tegen een verlaagd tarief belast, vanwege de status die het fonds heeft
als uittredings- of pensioenregeling; ii.
het fonds ontvangt ten minste 50 % van zijn totale bijdragen van de aangesloten
werkgevers (met uitzondering van overdrachten van activa van andere regelingen
omschreven in onderdeel B, onder punten 5 tot en met 7, of van uittredings- en
pensioenrekeningen omschreven in onderdeel C, punt 17, onder a); iii.
uitkeringen of onttrekkingen van het fonds zijn uitsluitend toegestaan wanneer
zich bepaalde gebeurtenissen voordoen die verband houden met pensioen,
invaliditeit, of overlijden (met uitzondering van overgedragen uitkeringen aan
andere uittredingsfondsen omschreven in onderdeel B, onder de punten 5 tot en
met 7 of uittredings- en pensioenrekeningen vermeld in onderdeel C, punt 17,
onder a), of er zijn sancties van toepassing op dergelijke uitkeringen of
onttrekkingen voordat zich dergelijke gebeurtenissen voordoen, of iv.
bijdragen (met uitzondering van bepaalde toegestane aanvullende bijdragen) aan
het fonds door werknemers worden beperkt op grond van de verworven inkomsten
van de werknemer of mogen jaarlijks niet hoger zijn dan 50 000 USD of
een bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt in de nationale valuta van een
lidstaat of Zwitserland, onder toepassing van de regels die zijn omschreven in
onderdeel C van deel VII voor rekening-aggregatie en valuta-omrekening. 6. Onder "pensioenfonds met beperkte deelname"
wordt verstaan een fonds opgericht ten behoeve van pensioen-, invaliditeits- of
overlijdensuitkeringen aan begunstigden die huidige of voormalige werknemers
zijn (of personen die door de werknemers zijn aangewezen) van een of meer
werkgevers, als tegenprestatie voor geleverde diensten, op voorwaarde dat: a)
het fonds minder dan 50 deelnemers heeft; b)
het fonds wordt gefinancierd door een of meer werkgevers die geen
beleggingsentiteiten of passieve NFE's zijn; c)
de bijdragen van de werknemer respectievelijk de werkgever aan het fonds
(anders dan overdrachten van activa van uittredings- en pensioenrekeningen
omschreven in onderdeel C, punt 17, onder a) beperkt zijn op grond van de
verworven inkomsten respectievelijk de beloning van de werknemer; d)
de deelnemers die geen ingezetenen zijn van het rechtsgebied (een lidstaat of
Zwitserland) waar het fonds is gevestigd geen recht hebben op meer dan 20 % van
de activa van het fonds, en e)
het fonds onderworpen is aan overheidsreglementering en informatie verstrekt
aan de belastingautoriteiten. 7. Onder "pensioenfonds van een overheidsinstantie,
een internationale organisatie of een centrale bank" wordt verstaan een
fonds dat is opgericht door een overheidsinstantie, een internationale
organisatie of een centrale bank en pensioen-, invaliditeits- of
overlijdensuitkeringen uitkeert aan begunstigden of deelnemers die huidige of
voormalige werknemers zijn (of personen die door de werknemers zijn aangewezen),
of die geen huidige of voormalige werknemers zijn, indien de uitkeringen aan
die begunstigden of deelnemers gebaseerd zijn op persoonlijke diensten verricht
ten behoeve van de overheidsinstantie, internationale organisatie of centrale
bank. 8. Onder "gekwalificeerde uitgever van een
creditcard" wordt verstaan een financiële instelling die voldoet aan de
volgende eisen: a)
de financiële instelling is alleen een financiële instelling omdat zij uitgever
is van creditcards die alleen deposito's aanvaardt wanneer een klant een
betaling verricht hoger dan een verschuldigd bedrag ten opzichte van de kaart
en het te veel betaalde bedrag niet onverwijld aan de klant wordt
geretourneerd, en b)
met ingang van of nog vóór de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende
wijzigingsprotocol voert de financiële instelling beleidsmaatregelen en
procedures in om te voorkomen dat een klant meer betaalt dan
50 000 USD of een bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt in de
nationale valuta van een lidstaat of Zwitserland, of om ervoor te zorgen dat de
klant dat te veel betaald bedrag binnen 60 dagen terugbetaald krijgt, en in elk
van die gevallen worden de regels van onderdeel C van deel VII voor
rekeningaggregatie en valuta-omrekening toegepast. In dit verband heeft een door
een klant te veel betaald bedrag geen betrekking op creditsaldi in verband met
betwiste afboekingen van de rekening, maar wel op creditsaldi die ontstaan door
teruggestorte goederen. 9.
Onder "vrijgesteld collectief beleggingsvehikel" wordt verstaan een beleggingsentiteit
die wordt gereguleerd als een vehikel voor collectieve beleggingen, op
voorwaarde dat alle belangen in het collectief beleggingsvehikel worden
gehouden door of via personen of entiteiten die geen te rapporteren personen
zijn, behalve een passieve NFE met uiteindelijk belanghebbenden die te
rapporteren personen zijn. Een beleggingsentiteit
die wordt gereguleerd als een vehikel voor collectieve beleggingen, schiet niet
krachtens onderdeel B, punt 9, tekort als vrijgesteld collectief beleggingsvehikel
alleen omdat het vehikel fysieke aandelen aan toonder heeft uitgegeven, op
voorwaarde dat: a)
het collectieve beleggingsvehikel na 31 december van het jaar voorafgaand
aan de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol geen fysieke aandelen aan
toonder heeft uitgegeven of uitgeeft; b)
het collectieve beleggingsvehikel al deze aandelen intrekt bij afkoop; c)
het collectieve beleggingsvehikel de due diligence-procedures in de delen II
tot en met VII uitvoert en alle informatie meldt die over dergelijke aandelen
moet worden verstrekt wanneer ze worden aangeboden voor terugkoop of andere
betaling, en d)
het collectieve beleggingsvehikel over beleid en procedures beschikt om te
garanderen dat dergelijke aandelen zo spoedig mogelijk worden teruggekocht of
ingetrokken, in elk geval binnen twee jaar volgend op de inwerkingtreding van
het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol. C. Financiële rekening 1. Onder "financiële rekening" wordt verstaan een rekening
aangehouden door een financiële instelling, waaronder een depositorekening, een
bewaarrekening, en: a)
in het geval van een beleggingsentiteit, alle aandelenbelangen of
schuldvorderingen in de financiële instelling. Niettegenstaande het voorgaande,
omvat de term "financiële rekening" geen aandelenbelangen of
schuldvorderingen in een entiteit die een beleggingsentiteit is louter omdat
zij: i) beleggingsadvies geeft aan, en handelt namens, of ii) portefeuilles
beheert van, en optreedt namens, een klant met het oog op het beleggen in of
beheren of administreren van financiële activa die op naam van de klant bij een
andere financiële instelling dan een dergelijke entiteit zijn gedeponeerd; b)
in het geval van een financiële instelling die niet wordt omschreven in
onderdeel C, punt 1, onder a), aandelenbelangen of schuldvorderingen in de
financiële instelling, indien de categorie belangen is gecreëerd met om de
rapportage overeenkomstig deel I te vermijden, en c)
een kapitaalverzekering of een lijfrenteverzekering, aangeboden of aangehouden
door een financiële instelling, anders dan niet aan beleggingen gekoppelde,
niet-overdraagbare, direct ingaande lijfrenten, verstrekt aan natuurlijke
personen en die dienen voor het te gelde maken van een pensioen- of
arbeidsongeschiktheidsuitkering uit hoofde van een rekening die een
uitgezonderde rekening is. De term
"financiële rekening" omvat geen uitgezonderde rekeningen. 2. De term "depositorekening" omvat elke
bedrijfsrekening, betaalrekening, spaarrekening, termijnrekening of spaarrekening
bij een spaar- of nutsbank of een rekening waarvoor een depositobewijs, een
stortingsbewijs, een beleggingscertificaat of een schuldbewijs is overgelegd of
een ander daarmee vergelijkbaar instrument aangehouden door een financiële
instelling in het kader van de uitoefening van het bankbedrijf of een daarmee
vergelijkbaar bedrijf. Onder een depositorekening wordt voorts verstaan een
bedrag aangehouden door een verzekeringsmaatschappij uit hoofde van een
contract dat terugbetaling van de hoofdsom garandeert of een vergelijkbare
overeenkomst voor het betalen of ontvangen van interest over dat bedrag. 3. Onder "bewaarrekening" wordt verstaan een
rekening (anders dan een verzekeringsovereenkomst of lijfrenteverzekering) die
één of meer financiële activa houdt ten gunste van een derde. 4. Onder "aandelenbelang" wordt verstaan, in het
geval van een samenwerkingsverband dat een financiële instelling is, een
kapitaalbelang of een winstaandeel in het samenwerkingsverband. In het geval
van een trust die een financiële instelling is, wordt een aandelenbelang geacht
te worden aangehouden door degene die optreedt als insteller of begunstigde van
de volledige trust of een deel ervan of door een derde natuurlijke persoon die
uiteindelijk de feitelijke zeggenschap uitoefent over de trust. Een te
rapporteren persoon wordt behandeld als begunstigde van een trust indien de te
rapporteren persoon gerechtigd is rechtstreeks of middellijk (bijvoorbeeld via
een vertegenwoordiger) een verplichte uitkering te ontvangen of rechtstreeks of
middellijk een discretionaire uitkering kan ontvangen uit de trust. 5. Onder "verzekeringsovereenkomst" wordt
verstaan een overeenkomst (anders dan een lijfrenteverzekering) uit hoofde
waarvan de uitgevende instantie zich verplicht een bedrag uit te keren indien
zich een omschreven gebeurtenis voordoet aangaande overlijden, ziekte, ongeval,
aansprakelijkheid of vermogensrisico's. 6. Onder "lijfrenteverzekering" wordt verstaan
een overeenkomst uit hoofde waarvan de uitgevende instantie zich verplicht
uitkeringen te verstrekken gedurende een tijdvak dat geheel of gedeeltelijk
wordt vastgesteld op basis van de levensverwachting van een of meer natuurlijke
personen. De term omvat voorts een overeenkomst die in overeenstemming met de
wet- of regelgeving of in de praktijk van het rechtsgebied (een lidstaat,
Zwitserland of een ander rechtsgebied) waar de overeenkomst werd gesloten,
wordt aangemerkt als lijfrenteverzekering en uit hoofde waarvan de uitgevende
instantie zich verplicht gedurende een aantal jaren uitkeringen te verstrekken.
7. Onder "kapitaalverzekering" wordt verstaan een
verzekeringsovereenkomst (anders dan een herverzekeringsovereenkomst gericht op
schadeloosstelling tussen twee verzekeringsmaatschappijen) met een geldswaarde.
8. Onder "geldswaarde" wordt verstaan: i) het
bedrag waarop de houder van de polis aanspraak kan maken bij afkoop of
beëindiging van de overeenkomst (vastgesteld zonder aftrek van een
annuleringsvergoeding of polisbelening), of ii) het bedrag dat de polishouder
kan lenen uit hoofde van of ter zake van de overeenkomst, indien dat groter is
dan het eerste bedrag. Niettegenstaande het voorgaande is
"geldswaarde" niet een bedrag dat verschuldigd is uit hoofde van een
verzekeringspolis: a)
uitsluitend wegens het overlijden van een persoon, verzekerd in het kader van
een levensverzekeringsovereenkomst; b)
als een invaliditeits-, ongevals- of ziekte-uitkering of een andere uitkering
wegens economische verliezen door het optreden van de verzekerde gebeurtenis; c)
als een teruggave aan de polishouder van een eerder betaalde premie (minus de
kosten van verzekeringsheffingen al dan niet daadwerkelijk opgelegd) uit hoofde
van een verzekeringspolis (anders dan een aan beleggingen gekoppelde
levensverzekering of lijfrenteverzekering) vanwege opzegging of beëindiging van
de polis, afname van het risico gedurende de looptijd van de polis, of
voortvloeiend uit de correctie na de publicatie van onjuiste premies of
soortgelijke fouten; d)
als resultaatdeling voor polishouders (niet bij beëindiging) mits de
resultaatdeling verband houdt met een verzekeringsovereenkomst volgens welke de
enige betaalbare uitkeringen worden omschreven in onderdeel C, punt 8, onder
b), of e)
als een teruggave van een voorschotpremie of een vooruitbetaalde premie voor
een verzekeringsovereenkomst waarvoor de premie op zijn minst jaarlijks
betaalbaar is als het bedrag van het voorschot of de vooruitbetaling niet hoger
is dan de volgende jaarlijkse premie die volgens de overeenkomst betaalbaar
wordt. 9. Onder "bestaande rekening" wordt verstaan: a) een financiële rekening die per 31 december van het jaar
voorafgaand aan de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende
wijzigingsprotocol wordt aangehouden door een rapporterende financiële
instelling. b) een lidstaat of Zwitserland heeft ook de
keuzemogelijkheid om het begrip "bestaande rekening" te verruimen en
er elke financiële rekening van een rekeninghouder onder te verstaan, ongeacht
de datum waarop deze financiële rekening werd geopend, indien: i. de rekeninghouder
tevens bij de rapporterende financiële instelling, of met een gelieerde
entiteit in hetzelfde rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland) als de
rapporterende financiële instelling, houder is van een financiële rekening die
een bestaande rekening is krachtens onderdeel C, punt 9, onder a); ii. de rapporterende
financiële instelling en, voor zover van toepassing, de gelieerde entiteit in
hetzelfde rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland) als de rapporterende
financiële instelling beide eerder genoemde financiële rekeningen, en andere
financiële rekeningen van de rekeninghouder die worden behandeld als bestaande
rekeningen uit hoofde van punt b), behandelt als één enkele financiële rekening
om te voldoen aan de normen van kennisvereisten in onderdeel A van deel VII, en
met het oog op de bepaling van het saldo of de waarde van elk van de financiële
rekeningen bij de toepassing van een van de rekeningdrempels; iii. met betrekking tot een
financiële rekening die onderworpen is aan de AML/KYC procedures, de
rapporterende financiële instelling aan dergelijke AML/KYC-procedures voor de
financiële rekening kan voldoen door te vertrouwen op de AML/KYC-procedures die
zijn gevolgd voor de bestaande rekening, omschreven in onderdeel C, punt 9,
onder a), en iv. de rekeninghouder voor
het openen van de financiële rekening geen nieuwe, aanvullende of gewijzigde
klantinformatie hoeft te verstrekken, naast de voor de toepassing van deze
overeenkomst vereiste informatie. Vóór de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende
wijzigingsprotocol delen de lidstaten Zwitserland mee en deelt Zwitserland de
Europese Commissie mee of zij gebruik hebben gemaakt van de keuzemogelijkheid
waarin dit punt voorziet. De Europese Commissie kan de doorgifte van de
kennisgevingen van lidstaten aan Zwitserland coördineren en de Europese
Commissie geeft de kennisgeving van Zwitserland aan alle lidstaten door. Van
alle verdere wijzigingen met betrekking tot de gebruikmaking van die
keuzemogelijkheid door een lidstaat of Zwitserland wordt op diezelfde wijze
kennisgegeven. 10.
Onder "nieuwe rekening" wordt verstaan een financiële rekening,
aangehouden door een rapporterende financiële instelling, geopend bij of na de
inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol, tenzij de rekening
wordt behandeld als een bestaande rekening volgens de verruimde definitie van
"bestaande rekening" in onderdeel C, punt 9. 11.
Onder "bestaande rekening van een natuurlijke persoon" wordt verstaan
een bestaande rekening die door één of meer natuurlijke personen wordt
aangehouden. 12.
Onder "nieuwe rekening van een natuurlijke persoon" wordt verstaan
een nieuwe rekening die door één of meer natuurlijke personen wordt
aangehouden. 13.
Onder "bestaande entiteitsrekening" wordt verstaan een bestaande
rekening die door één of meer entiteiten wordt aangehouden. 14.
Onder "lagewaarderekening" wordt verstaan een bestaande rekening van
een natuurlijke persoon met een totaal saldo of een totale waarde per
31 december van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende
wijzigingsprotocol van niet meer dan 1 000 000 USD of een bedrag
van gelijke waarde uitgedrukt in de nationale valuta van een lidstaat of
Zwitserland. 15.
Onder "hogewaarderekening" wordt verstaan een bestaande rekening van
een natuurlijke persoon met een totaal saldo of een totale waarde per
31 december van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende
wijzigingsprotocol of per 31 december van daaropvolgende jaren, van meer
dan 1 000 000 USD of een bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt
in de nationale valuta van een lidstaat of Zwitserland. 16.
Onder "nieuwe entiteitsrekening" wordt verstaan een nieuwe rekening
die door één of meer entiteiten wordt aangehouden. 17. Onder "uitgezonderde
rekening" wordt verstaan een van onderstaande rekeningen: a) een uittredings- of pensioenrekening die voldoet aan
onderstaande voorwaarden: i.
de rekening is aan regels gebonden als een persoonlijke uittredingsrekening of
maakt deel uit van een geregistreerde of gereguleerde uittredings- of
pensioenregeling voor de verstrekking van uittredings- of pensioenuitkeringen
(met inbegrip van invaliditeits- of overlijdensuitkeringen); ii.
de rekening is fiscaal gefaciliteerd (d.w.z.. bijdragen aan de rekening die
anders zouden worden onderworpen aan belasting kunnen worden afgetrokken of
uitgesloten van de bruto-inkomsten van de rekeninghouder of belast tegen een
verlaagd tarief, of de belastingheffing op beleggingsinkomsten van de rekening
wordt uitgesteld of gebeurt tegen een verlaagd tarief); iii.
er wordt aan de belastingautoriteiten met betrekking tot de rekening informatie
verstrekt; iv.
opnames zijn afhankelijk gesteld van het bereiken van een bepaalde
uittredingsleeftijd, invaliditeit of overlijden, of er gelden sancties op
opnames die worden gedaan voordat een van deze gebeurtenissen zich voordoet, en
v.
i) de jaarlijkse bijdragen blijven beperkt tot 50 000 USD of een
bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt in de nationale valuta van een lidstaat
of Zwitserland, of minder, of ii) er is een maximale levenslange beperking van
de bijdrage aan de rekening van 1 000 000 USD of een bedrag van
dezelfde waarde uitgedrukt in de nationale valuta van een lidstaat of
Zwitserland, of minder, en in beide gevallen gelden de regels van onderdeel C
van deel VII inzake rekeningaggregatie en valuta-omrekening. Een financiële rekening die activa of middelen kan ontvangen die zijn
overgedragen uit één of meer financiële rekeningen die voldoen aan de eisen van
onderdeel C, punt 17, onder a) of b), of van een of meer uittredings- of
pensioenfondsen die voldoen aan de vereisten van onderdeel B, onder punten 17
tot en met 5, maar voor het overige voldoet aan het vereiste in onderdeel C,
punt 7, onder a), v), wordt niettemin geacht te voldoen aan dit laatste
vereiste. b) een rekening die
voldoet aan onderstaande voorwaarden: i.
de rekening is onderworpen aan regelgeving als beleggingsvehikel voor andere
doeleinden dan uittreding en wordt regelmatig verhandeld op erkende effectenbeurzen
of de rekening is onderworpen aan regelgeving als spaarvehikel voor andere
doeleinden dan uittreding; ii.
de rekening is fiscaal gefaciliteerd (bijdragen aan de rekening die anders
zouden worden onderworpen aan belasting kunnen worden afgetrokken of
uitgesloten van de bruto-inkomsten van de rekeninghouder of belast tegen een
verlaagd tarief, of de belastingheffing op beleggingsinkomsten van de rekening
wordt uitgesteld of gebeurt tegen een verlaagd tarief); iii.
opnames zijn alleen mogelijk als wordt voldaan aan specifieke criteria die te
maken hebben met het doel van de beleggings- of spaarrekening (bijvoorbeeld het
opleveren van voordelen op onderwijs- of medisch gebied), of er gelden sancties
op opnames die worden gedaan voordat aan deze criteria wordt voldaan, en iv.
jaarlijkse bijdragen zijn beperkt tot 50 000 USD of een bedrag van
dezelfde waarde uitgedrukt in de nationale valuta van een lidstaat of
Zwitserland, of minder, met toepassing van de regels die zijn vastgesteld in
onderdeel C van deel VII voor rekeningaggregatie en valutaomrekening. Een financiële
rekening die activa of middelen kan ontvangen die zijn overgedragen uit één of
meer financiële rekeningen die voldoen aan de eisen van onderdeel C, punt 17,
onder a) of b), of van een of meer uittredings- of pensioenfondsen die voldoen
aan de eisen van onderdeel B, punten 5 tot en met 7, maar voor het overige
voldoet aan het vereiste in onderdeel C, punt 17, onder b), iv), wordt
niettemin geacht te voldoen aan dit laatste vereiste. c) een levensverzekeringsovereenkomst met een
dekkingstermijn die verstrijkt voordat de verzekerde de leeftijd van 90 jaar
heeft bereikt, mits de overeenkomst voldoet aan de volgende eisen: i. periodieke premies, die niet in de loop van de tijd
afnemen, zijn ten minste jaarlijks verschuldigd tijdens de periode dat de
overeenkomst bestaat of tot de verzekerde de leeftijd van 90 jaar bereikt,
indien dat eerder gebeurt; ii. het contract heeft geen contractwaarde waartoe eenieder
toegang kan krijgen (door opname, lening of anderszins) zonder beëindiging van
de overeenkomst; iii. het bedrag (niet zijnde een uitkering bij overlijden)
te betalen bij annulering of beëindiging van het contract mag niet hoger zijn
dan de geaggregeerde voor het contract betaalde premies, minus de som van
mortaliteits-, morbiditeits- en kostentoeslagen (al dan niet daadwerkelijk
opgelegd) voor de periode of perioden van het bestaan van het contract en de
bedragen die zijn betaald vóór de annulering of beëindiging van het contract, en
iv. het contract is niet in het bezit van iemand die het
onder bezwarende titel verkregen heeft. d) een rekening die alleen wordt aangehouden door een
nalatenschap indien de documentatie voor deze rekening een kopie bevat van het
testament van de overledene of van de overlijdensakte. e) een rekening die is geopend in verband met onderstaande:
i. een rechterlijke beslissing of een vonnis. ii) verkoop, ruil of leasen van roerend of onroerend goed,
op voorwaarde dat de rekening aan de volgende eisen voldoet: - de rekening wordt louter gefinancierd met een
aanbetaling, waarborgsom, deposito van een bedrag nodig om een verplichting
zeker te stellen die rechtstreeks verband houdt met de transactie, of een
soortgelijke betaling, of wordt gefinancierd met financiële activa, gestort op
de rekening in verband met de verkoop, ruil, of leasing van het goed; -
de rekening wordt geopend en uitsluitend gebruikt om ervoor te zorgen dat de
koper zijn verplichting om de koopprijs van het goed te betalen, nakomt, dat de
verkoper een eventuele voorwaardelijke verplichting betaalt, of dat de
verhuurder of de huurder schade vergoedt met betrekking tot het geleasede goed,
zoals overeengekomen in het huurcontract, -
de activa van de rekening, inclusief de opbrengst daarvan, zullen worden
betaald of anderszins worden uitgekeerd ten behoeve van de koper, de verkoper,
de verhuurder of huurder (onder meer om te voldoen aan diens verplichting),
wanneer het goed wordt verkocht, geruild, of overgedragen of bij beëindiging
van de huur, -
de rekening is geen marge- of soortgelijke rekening in verband met een verkoop
of ruil van financiële activa, en -
de rekening is niet verbonden aan een rekening als omschreven in onderdeel C,
punt 17, onder f). iii. een verplichting van een financiële instelling die een
lening verstrekt, gedekt door onroerend goed, om een deel van een betaling uit
te stellen, uitsluitend ter vergemakkelijking van de betaling van belastingen
of verzekeringen in verband met het onroerend goed op een later tijdstip. iv. een verplichting van een financiële instelling
uitsluitend ter vergemakkelijking van de betaling van belastingen op een later
tijdstip. f)
een depositorekening die voldoet aan de volgende eisen: i. de rekening bestaat alleen omdat een klant een betaling
verricht, hoger dan een saldo ten opzichte van een creditcard of andere
kredietfaciliteit en het te veel betaalde bedrag wordt niet onverwijld aan de
klant geretourneerd, en ii. met ingang van of nog vóór de inwerkingtreding van het
op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol voert de financiële instelling
beleidsmaatregelen en procedures in om te voorkomen dat een klant meer betaalt
dan 50 000 USD of een bedrag van dezelfde waarde uitgedrukt in de
nationale valuta van een lidstaat of Zwitserland, of om ervoor te zorgen dat de
klant dat te veel betaald bedrag binnen 60 dagen terugbetaald krijgt, en in elk
van die gevallen worden de regels van onderdeel C van deel VII voor
valuta-omrekening toegepast. In dit verband heeft een door een klant te veel
betaald bedrag geen betrekking op creditsaldi in verband met betwiste
afboekingen van de rekening, maar wel op creditsaldi die ontstaan door
teruggestorte goederen. g) een andere rekening met een laag risico om te worden
gebruikt voor belastingontduiking, die in wezen gelijkaardige kenmerken heeft
als een van de rekeningen omschreven in onderdeel C, punt 17, onder a) tot en
met f), die in de nationale wetgeving wordt omschreven als een uitgezonderde
rekening, waarin voor de lidstaten is voorzien in artikel 8, lid 7 bis,
van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve
samenwerking op het gebied van de belastingen, en die is gemeld aan de Europese
Commissie, op voorwaarde dat de status van deze rekening als een uitgezonderde
rekening geen afbreuk doet aan het doel van deze richtlijn. D. Te rapporteren rekening 1. Onder "te rapporteren rekening" wordt verstaan een
rekening die wordt aangehouden door één of meer te rapporteren personen of een
passieve NFE met een of meer uiteindelijk belanghebbenden die een te
rapporteren persoon is, mits de rekening als zodanig is aangemerkt op grond van
de due diligence-procedures omschreven in de delen II tot en met VII. 2. Onder "te rapporteren persoon" wordt verstaan een persoon
van een te rapporteren rechtsgebied, niet zijnde: i) een onderneming waarvan de
aandelen regelmatig worden verhandeld op één of meer erkende effectenbeurzen,
ii) een onderneming die een gelieerde entiteit is van een onderneming
omschreven onder i), iii) een overheidsinstantie, iv) een internationale
organisatie, v) een centrale bank, of vi) een financiële instelling. 3. Onder "persoon van een te rapporteren rechtsgebied" wordt
verstaan een natuurlijke persoon of een entiteit die een ingezetene is van een
te rapporteren rechtsgebied onder de fiscale wetgeving van dat rechtsgebied, of
een nalatenschap van een erflater die een ingezetene was van een te rapporteren
rechtsgebied. Voor dit doel wordt een entiteit zoals een samenwerkingsverband,
een samenwerkingsverband met beperkte aansprakelijkheid of een soortgelijke
juridische constructie zonder fiscale woonplaats, behandeld als een ingezetene
van het rechtsgebied waar de plaats van de werkelijke leiding ervan is gelegen.
4. Onder "te rapporteren rechtsgebied" wordt verstaan
Zwitserland in het geval van een lidstaat of een lidstaat in het geval van
Zwitserland, in het kader van de verplichting de in deel I bedoelde informatie
te verstrekken. 5. Onder "deelnemend rechtsgebied" wordt met betrekking tot
een lidstaat of Zwitserland verstaan: a) een lidstaat met
betrekking tot het rapporteren aan Zwitserland, of b) Zwitserland met
betrekking tot het rapporteren aan een lidstaat, of c) een ander rechtsgebied:
i) waarmee de betrokken lidstaat of Zwitserland, naargelang de context, een
overeenkomst heeft op grond waarvan dat andere rechtsgebied de in deel I
bedoelde informatie zal verstrekken, en ii) dat voorkomt op een door die
lidstaat of Zwitserland gepubliceerde en aan Zwitserland respectievelijk de
Europese Commissie toegezonden lijst; d) met betrekking tot
lidstaten, enig ander rechtsgebied: i) waarmee de Europese Unie een
overeenkomst heeft op grond waarvan dat andere rechtsgebied de informatie,
bedoeld in deel I, zal verstrekken, en ii) dat voorkomt op een door de Europese
Commissie gepubliceerde lijst. 6. Onder "uiteindelijk belanghebbenden" worden verstaan de
natuurlijke personen die zeggenschap uitoefenen over een entiteit. In het geval
van trusts worden hieronder verstaan de insteller(s) van een trust, de
trustees, de eventuele protector(en), de begunstigde(n) of categorie(ën)
begunstigden en eventuele andere natuurlijke personen die de uiteindelijke
feitelijke zeggenschap uitoefenen over de trust en in het geval van andere
juridische overeenkomsten dan een trust worden hieronder verstaan personen in
dezelfde of een vergelijkbare positie. De uitdrukking "uiteindelijk
belanghebbenden" wordt uitgelegd op een wijze die verenigbaar is met de
aanbevelingen van de Financial Action Task Force. 7. Onder "NFE" wordt verstaan een entiteit die
geen financiële instelling is. 8. Onder "passieve NFE" wordt verstaan: i) een NFE die geen
actieve NFE is, of ii) een beleggingsentiteit omschreven in onderdeel A, punt
6, onder b), die geen financiële instelling in een deelnemend rechtsgebied is. 9. Onder "actieve
NFE" wordt verstaan een NFE die voldoet aan een van de volgende criteria: a) minder dan 50 % van de
bruto-inkomsten van de NFE in het voorgaande kalenderjaar of een andere
relevante periode waarover gerapporteerd dient te worden, bestaat uit passieve
inkomsten en minder dan 50 % van de activa van de NFE gedurende het voorgaande
kalenderjaar of een andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te
worden, bestaat uit activa die passieve inkomsten genereren of die worden
aangehouden voor het genereren van passieve inkomsten; b) de aandelen van de NFE worden
regelmatig verhandeld op een erkende effectenbeurs of de NFE is een gelieerde
entiteit van een entiteit waarvan de aandelen regelmatig worden verhandeld op
een erkende effectenbeurs; c) de NFE is een overheidsinstantie,
een internationale organisatie, een centrale bank of een entiteit die volledig
in het bezit is van een of meer van de voorgaande instanties; d) een substantieel deel van de
activiteiten van de NFE bestaat uit het (geheel of gedeeltelijk) aanhouden van
de geplaatste aandelen van, of het verschaffen van financiering en diensten
aan, een of meer dochterondernemingen die betrokken zijn bij handels- of
bedrijfsactiviteiten anders dan die van een financiële instelling, met dien verstande
dat een entiteit niet in aanmerking komt voor de status van NFE, indien de
entiteit fungeert als een beleggingsfonds (of zich als zodanig presenteert),
zoals een private equity fonds, durfkapitaalfonds, een overnamefonds dat met
schulden wordt gefinancierd of een beleggingsvehikel met het doel ondernemingen
te verwerven of te financieren en bij wijze van belegging daarin vervolgens
belangen aan te houden als vermogensbestanddelen; e) de NFE oefent nog geen
bedrijfsactiviteiten uit en heeft dat ook in het verleden niet gedaan, maar
investeert vermogen in activa teneinde bedrijfsactiviteiten uit te oefenen
anders dan die van een financiële instelling, op voorwaarde dat de NFE 24
maanden na de datum van haar oprichting niet in aanmerking komt voor deze uitzondering;
f) de NFE was gedurende de voorgaande
vijf jaar geen financiële instelling en is bezig met de liquidatie van haar
activa of met een reorganisatie teneinde de activiteiten voort te zetten of te
hervatten, niet zijnde die van een financiële instelling; g) de NFE is voornamelijk betrokken bij
financierings- en hedgingtransacties met of voor gelieerde entiteiten die geen
financiële instellingen zijn en verschaft geen financiering of hedgingdiensten
aan een entiteit die geen gelieerde entiteit is, mits de groep van dergelijke
gelieerde entiteiten voornamelijk betrokken is bij bedrijfsactiviteiten anders
dan die van een financiële instelling, of h) de NFE voldoet aan alle volgende vereisten: i. zij is opgericht in de
lidstaat of ander rechtsgebied waarvan zij een ingezetene is, en wordt aldaar
uitsluitend geëxploiteerd voor religieuze, charitatieve, wetenschappelijke,
artistieke, culturele, sportieve of educatieve doeleinden; of zij is opgericht
het rechtsgebied (een lidstaat, Zwitserland of een ander rechtsgebied) waarvan
zij een ingezetene is en wordt aldaar geëxploiteerd als een professionele
organisatie, bedrijfsvereniging, kamer van koophandel, arbeidsorganisatie,
land- of tuinbouworganisatie, burgerorganisatie of als een organisatie uitsluitend
ter bevordering van het sociale welzijn; ii. zij is in het
rechtsgebied waarvan zij een ingezetene is (een lidstaat, Zwitserland of een
ander rechtsgebied) vrijgesteld van inkomstenbelasting; iii. zij heeft geen
aandeelhouders of leden die als eigenaar of rechthebbende aanspraak kunnen
maken op haar inkomsten of activa; iv. de van toepassing
zijnde wetgeving van het rechtsgebied waarvan de NFE een ingezetene is (een
lidstaat, Zwitserland of een ander rechtsgebied) of haar oprichtingsakten staan
niet toe dat inkomsten of activa van de NFE worden uitgedeeld aan of aangewend
ten behoeve van een particulier of een niet-charitatieve entiteit anders dan in
het kader van de charitatieve activiteiten van de NFE of ter betaling van een
redelijke vergoeding voor verleende diensten of als betaling die een waarde in
het economische verkeer vertegenwoordigt voor activa die de NFE heeft
verworven; en v. de van toepassing zijnde
wetgeving van het rechtsgebied (een lidstaat, Zwitserland of een ander
rechtsgebied) waarvan de NFE een ingezetene is of haar oprichtingsakten
vereisen dat bij liquidatie of opheffing van de NFE al haar activa worden
overgedragen aan een overheidsinstantie of een andere non-profit organisatie of
vervallen aan de overheid van het rechtsgebied (een lidstaat, Zwitserland of
een ander rechtsgebied) waarvan de NFE een ingezetene is of een staatkundig
onderdeel daarvan. E. Diversen 1.
Onder "rekeninghouder" wordt verstaan de persoon die door de
financiële instelling die de rekening beheert is geregistreerd of wordt
geïdentificeerd als de houder van een financiële rekening. Een persoon, niet
zijnde een financiële instelling die als gevolmachtigde, bewaarder,
vertegenwoordiger, ondertekenaar, beleggingsadviseur of tussenpersoon een
financiële rekening houdt namens of voor rekening van een derde, wordt voor de
toepassing van deze bijlage niet aangemerkt als de houder van de rekening, maar
die derde wordt aangemerkt als de houder van de rekening. In het geval van een
kapitaalverzekering of een lijfrenteverzekering wordt als rekeninghouder
aangemerkt de persoon die gerechtigd is tot de geldswaarde of tot wijziging van
de begunstigde van de polis. Indien niemand gerechtigd is tot de geldswaarde of
de begunstigde kan wijzigen, is de houder van de polis een ieder die in de
polis genoemd wordt als eigenaar alsmede eenieder met een verworven recht op
uitkering krachtens de polisvoorwaarden. Aan het eind van de looptijd van een
kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering wordt elke persoon die recht heeft
op een uitkering volgens de polis aangemerkt als rekeninghouder. 2.
Onder "AML/KYC-procedures" worden verstaan de due
diligence-procedures voor klanten van een rapporterende financiële instelling
uit hoofde van vereisten ter bestrijding van het witwassen van geld of daarmee
vergelijkbare vereisten die van toepassing zijn op de rapporterende financiële
instelling. 3.
Onder "entiteit" wordt verstaan een rechtspersoon of een juridische
overeenkomst, zoals een vennootschap, samenwerkingsverband, trust of stichting.
4.
Een entiteit is een "gelieerde entiteit" van een andere entiteit
indien een van de entiteiten de andere beheerst, of indien beide entiteiten
onder een gemeenschappelijk zeggenschap vallen. Daartoe wordt onder zeggenschap
mede verstaan de directe of indirecte eigendom van meer dan 50 % van het aantal
stemmen en het vermogen in een entiteit. Een lidstaat of Zwitserland heeft ook
de keuzemogelijkheid om een entiteit aan te merken als een gelieerde entiteit
van een andere entiteit indien: a) een van de entiteiten de andere beheerst; b)
beide entiteiten onder een gemeenschappelijke zeggenschap vallen; of c) de twee
entiteiten beleggingsentiteiten zijn, omschreven in onderdeel A, punt 6, onder
b), onder een gemeenschappelijk beheer staan, en een dergelijk beheer voldoet
aan de due diligence-verplichtingen van de beleggingsentiteiten Daartoe wordt
onder zeggenschap mede verstaan de directe of indirecte eigendom van meer dan
50 % van het aantal stemmen en het vermogen in een entiteit. Vóór de
inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol delen de lidstaten
Zwitserland mee en deelt Zwitserland de Europese Commissie mee of zij gebruik
hebben gemaakt van de keuzemogelijkheid waarin dit onderdeel voorziet. De
Europese Commissie kan de doorgifte van de kennisgevingen van lidstaten aan
Zwitserland coördineren en de Europese Commissie geeft de kennisgeving van
Zwitserland aan alle lidstaten door. Van alle verdere wijzigingen met
betrekking tot de gebruikmaking van die keuzemogelijkheid door een lidstaat of
Zwitserland wordt op diezelfde wijze kennisgegeven. 5.
Onder "TIN" wordt verstaan het fiscaal identificatienummer (of een
functioneel equivalent bij gebreke van een fiscaal identificatienummer). 6.
Onder "bewijsstukken" worden verstaan: a)
een verklaring omtrent de woonplaats afgegeven door een bevoegd overheidsorgaan
(bijvoorbeeld een regering, of agentschap daarvan, of een gemeente) van het
rechtsgebied (een lidstaat, Zwitserland of een ander rechtsgebied) waarvan de
rechthebbende verklaart een ingezetene te zijn. b) in
het geval van natuurlijke personen, een geldig identiteitsbewijs afgegeven door
een bevoegd overheidsorgaan (bijvoorbeeld een regering, of een agentschap
daarvan, of een gemeente) met daarop de naam van de natuurlijke persoon, en dat
gewoonlijk wordt gebruikt als legitimatiebewijs. c)
in het geval van een entiteit, een officieel document afgegeven door een
bevoegd overheidsorgaan (bijvoorbeeld een regering, of een agentschap daarvan,
of een gemeente) met daarin de naam van de entiteit en het adres van haar
hoofdkantoor in het rechtsgebied (een lidstaat, Zwitserland of een ander
rechtsgebied) waarvan de entiteit verklaart een ingezetene te zijn, hetzij het
rechtsgebied (een lidstaat, Zwitserland of een ander rechtsgebied) waar de entiteit
is opgericht of gevestigd. d)
een gecontroleerd financieel overzicht, een verklaring van derden omtrent
kredietwaardigheid, een faillissementsaanvraag of een rapport van de
effectentoezichthouder. Met betrekking tot een bestaande entiteitsrekening
heeft elke lidstaat of Zwitserland ook de keuzemogelijkheid om rapporterende
financiële instellingen toe te staan als bewijsstuk te gebruiken iedere
indeling in de dossiers van de rapporterende financiële instelling met
betrekking tot de rekeninghouder, vastgesteld op basis van een
gestandaardiseerd bedrijfscoderingssysteem, dat werd vastgesteld door de
rapporterende financiële instelling in overeenstemming met haar normale
handelspraktijken voor de toepassing van AML/KYC-procedures of andere
regelgevende doeleinden (andere dan voor fiscale doeleinden) en dat werd
uitgevoerd door de rapporterende financiële instelling vóór de datum van
indeling van de financiële rekening als een bestaande rekening, op voorwaarde
dat de rapporterende financiële instelling niet weet of geen redenen heeft om
te weten dat deze indeling onjuist of onbetrouwbaar is. Een
"gestandaardiseerd bedrijfscoderingssysteem" is een codering voor het
indelen van bedrijven per bedrijfssoort voor andere doeleinden dan fiscale
doeleinden. Vóór de inwerkingtreding van het op [XXXX] ondertekende wijzigingsprotocol delen
de lidstaten Zwitserland mee en deelt Zwitserland de Europese Commissie mee of
zij gebruik hebben gemaakt van de keuzemogelijkheid waarin dit onderdeel
voorziet. De Europese Commissie kan de doorgifte van de kennisgevingen van
lidstaten aan Zwitserland coördineren en de Europese Commissie geeft de
kennisgeving van Zwitserland aan alle lidstaten door. Van alle verdere
wijzigingen met betrekking tot de gebruikmaking van die keuzemogelijkheid door
een lidstaat of Zwitserland wordt op diezelfde wijze kennisgegeven. Afdeling
IX: Doeltreffende uitvoering De lidstaten en
Zwitserland moeten administratieve procedures hebben om te zorgen voor
doeltreffende uitvoering en naleving van de rapportage- en due
diligence-procedures zoals hierboven omschreven, met inbegrip van: 1. voorschriften om te voorkomen dat financiële
instellingen, personen of tussenpersonen praktijken instellen gericht op het
omzeilen van de rapportage- en due diligence-procedures; 2. regels voor de rapporterende financiële
instellingen om registers bij te houden van de stappen die zijn gezet en
eventuele bewijzen die zijn aangevoerd voor de uitvoering van voornoemde
procedures en adequate maatregelen om die registers te verkrijgen; 3. administratieve procedures om na te gaan of de
rapporterende financiële instellingen zich houden aan de rapportage- en due
diligence-procedures; administratieve procedures die met een rapporterende
financiële instelling worden gevolgd als er ongedocumenteerde rekeningen worden
gerapporteerd; 4. administratieve procedures om voor de entiteiten
en rekeningen die in de nationale wetgeving worden gedefinieerd als niet
rapporterende financiële instellingen en uitgezonderde rekeningen, te garanderen
dat een laag risico blijft bestaan dat zij worden gebruikt voor
belastingontduiking; en 5. doeltreffende handhavingsbepalingen om
niet-naleving aan te pakken. BIJLAGE II Aanvullende
rapportage- en due diligence-regels voor informatie over financiële rekeningen 1. Wijziging in de
omstandigheden Een "wijziging in de
omstandigheden" is onder meer een wijziging die leidt tot de toevoeging
van relevante informatie over de status van een persoon of die op enige andere
wijze in strijd is met de status van die persoon. Bovendien omvat een wijziging
in de omstandigheden elke wijziging van, of toevoeging van informatie aan, de
rekening van de rekeninghouder (met inbegrip van de toevoeging, vervanging of
andere wijziging van een rekeninghouder) of elke wijziging van, of toevoeging
van informatie aan, een rekening die gelieerd is met de rekening (met
toepassing van de aggregatieregels omschreven in onderdeel C, onder punten 1
tot en met 3, van deel VII van bijlage I als de verandering of toevoeging
van informatie van invloed is op de status van de rekeninghouder. Indien een rapporterende
financiële instelling zich heeft gebaseerd op de toets inzake het woonadres
omschreven in onderdeel B, punt 1 van deel III van bijlage I en er is
sprake van een verandering in de omstandigheden waardoor de rapporterende
financiële instelling weet of redenen heeft om te weten dat de oorspronkelijke
bewijsstukken (of andere gelijkwaardige documentatie) onjuist of onbetrouwbaar
zijn, moet de rapporterende financiële instelling uiterlijk op de laatste dag
van het desbetreffende kalenderjaar of een andere geschikte rapportageperiode,
of 90 dagen na de bekendmaking of de ontdekking van een dergelijke wijziging in
de omstandigheden, indien dit later is, een verklaring en nieuwe bewijsstukken
verkrijgen voor het bepalen van de fiscale woonplaats(en) van de
rekeninghouder. Indien de rapporterende financiële instelling de verklaring en
de nieuwe bewijsstukken niet uiterlijk op die datum kan verkrijgen, moet de
rapporterende financiële instelling de elektronische zoekprocedure gebruiken
zoals omschreven in onderdeel B, onder punten 2 tot en met 6 van deel III van
bijlage I. 2. Verklaring voor nieuwe entiteitsrekeningen Met betrekking tot nieuwe entiteitsrekeningen kan een
rapporterende financiële instelling, om vast te stellen of een uiteindelijk
belanghebbende bij een passieve NFE een te rapporteren persoon is, zich
uitsluitend baseren op een verklaring van de rekeninghouder of de uiteindelijk
belanghebbende. 3. Vestigingsplaats van een financiële instelling Een financiële instelling is
een "ingezetene" van een lidstaat, Zwitserland of een ander
deelnemend rechtsgebied, indien zij is onderworpen aan de jurisdictie van die
lidstaat, Zwitserland of een ander deelnemend rechtsgebied (dat wil zeggen dat
het deelnemende rechtsgebied rapportage door de financiële instelling kan
afdwingen). In het algemeen geldt dat, wanneer een financiële instelling voor
fiscale doeleinden een ingezetene is van een lidstaat, Zwitserland of een ander
deelnemend rechtsgebied, zij onderworpen is aan de jurisdictie van die
lidstaat, Zwitserland of een ander deelnemend rechtsgebied en dus een
financiële instelling van een lidstaat, een Zwitserse financiële instelling of
een financiële instelling in een ander deelnemend rechtsgebied is. In het geval
van een trust die een financiële instelling is (ongeacht of zij voor fiscale
doeleinden een ingezetene is van een lidstaat, Zwitserland of een ander
deelnemend rechtsgebied), wordt de trust geacht onder de jurisdictie van een lidstaat,
Zwitserland of een ander deelnemend rechtsgebied te vallen indien een of meer
van de trustees ingezetenen zijn van deze lidstaat, Zwitserland of een ander
deelnemend rechtsgebied, tenzij de trust alle informatie die krachtens deze
overeenkomst of een andere overeenkomst ter uitvoering van de mondiale
standaard met betrekking tot te rapporteren rekeningen van de trust moet worden
vermeld, verstrekt aan een ander deelnemend rechtsgebied (een lidstaat,
Zwitserland of een ander deelnemend rechtsgebied), omdat zij voor fiscale
doeleinden een ingezetene is van dat andere deelnemende rechtsgebied. Wanneer
een financiële instelling (anders dan een trust) echter geen fiscale
vestigingsplaats heeft (bv. omdat zij wordt behandeld als fiscaal transparant,
of gevestigd is in een rechtsgebied dat geen inkomstenbelasting kent), wordt
zij geacht onder de jurisdictie van een lidstaat, Zwitserland of een ander
deelnemend rechtsgebied te vallen en is zij dus een financiële instelling van
een lidstaat, Zwitserland of een ander deelnemend rechtsgebied indien: a)
zij is opgericht in overeenstemming met de wetten van de lidstaat, Zwitserland
of een ander deelnemend rechtsgebied; b)
haar leiding (inclusief de werkelijke leiding) zich in de lidstaat, Zwitserland
of een ander deelnemend rechtsgebied bevindt, of c)
zij valt onder het financieel toezicht in de lidstaat, Zwitserland of een ander
deelnemend rechtsgebied. Wanneer
een financiële instelling (anders dan een trust) een ingezetene is van twee of
meer deelnemende rechtsgebieden (een lidstaat, Zwitserland of een ander
deelnemend rechtsgebied), is die financiële instelling onderworpen aan de
rapportage- en due diligence-verplichtingen van het deelnemend rechtsgebied
waar zij de financiële rekening/rekeningen aanhoudt. 4. Aangehouden rekening In het algemeen wordt een
rekening geacht te worden aangehouden door de volgende financiële instelling: a) in het geval van een bewaarrekening, door de financiële
instelling die het beheer heeft over de activa op de rekening (met inbegrip van
een financiële instelling die activa aanhoudt namens een rekeninghouder in die
instelling). b) in het geval van een depositorekening, door de financiële
instelling die verplicht is tot het doen van betalingen met betrekking tot de
rekening (met uitzondering van een gevolmachtigde van een financiële
instelling, ongeacht of die gevolmachtigde een financiële instelling is). c) in het geval van aandelen in of schuldvorderingen op een
financiële instelling die een financiële rekening vormen, door die financiële
instelling. d) in het geval van een kapitaalverzekering of een
lijfrenteverzekering, door de financiële instelling die verplicht is tot het
doen van betalingen met betrekking tot de verzekering. 5. Trusts die passieve NFE's
zijn Een entiteit zoals een samenwerkingsverband,
een samenwerkingsverband met beperkte aansprakelijkheid of een soortgelijke
juridische constructie zonder fiscale vestigingsplaats, overeenkomstig
onderdeel D, punt 3, van deel VIII van bijlage I, wordt behandeld als een
ingezetene van het rechtsgebied waar de plaats van de werkelijke leiding ervan
is gelegen. In dit verband wordt een rechtspersoon of juridische constructie
gezien als "soortgelijk" aan een samenwerkingsverband en een
samenwerkingsverband met beperkte aansprakelijkheid, wanneer deze in een te
rapporteren rechtsgebied niet worden behandeld als een fiscale eenheid volgens
de belastingwetgeving van dat te rapporteren rechtsgebied. Om dubbele
rapportage te vermijden (gelet op de ruime reikwijdte van de term
"uiteindelijk belanghebbende" in het geval van trusts), kan een trust
die een passieve NFE is, echter niet worden gezien als een soortgelijke
juridische constructie. 6. Adres van het hoofdkantoor
van de entiteit Een van de vereisten bedoeld
in onderdeel E, punt 6, onder c), van deel VIII van bijlage I is dat, met
betrekking tot een entiteit, de officiële documentatie het adres bevat van het
hoofdkantoor van de entiteit in de lidstaat, Zwitserland of een ander
rechtsgebied waarvan zij stelt een ingezetene te zijn of in de lidstaat,
Zwitserland of een ander rechtsgebied waar de entiteit is opgericht of
georganiseerd. Het adres van het hoofdkantoor van de entiteit is in het
algemeen de plaats waar zich de werkelijke leiding ervan bevindt. Het adres van
een financiële instelling waar de entiteit een rekening heeft, een
postbusadres, of een adres dat uitsluitend wordt gebruikt als postadres is niet
het adres van het hoofdkantoor van de entiteit, tenzij dit adres het enige
adres is dat door de entiteit wordt gebruikt en dat in de statutaire documenten
van de entiteit staat vermeld als haar geregistreerde adres. Verder is een
adres dat wordt opgegeven als poste-restanteadres niet het adres van het
hoofdkantoor van de entiteit. BIJLAGE III LIJST VAN BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE
PARTIJEN Voor het doel van deze overeenkomst gelden als
de bevoegde autoriteiten: a) in Zwitserland, Le chef du Département fédéral des
finances ou son représentant autorisé / Der Vorsteher oder die Vorsteherin des
Eidgenössischen Finanzdepartements oder die zu seiner oder ihrer Vertretung
bevollmächtigte Person / Il capo del Dipartimento federale delle finanze o la
persona autorizzata a rappresentarlo,
b) in het Koninkrijk België: De Minister van
Financiën/Le Ministre des Finances of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, c) in de Republiek Bulgarije:
Изпълнителният
директор на
Националната
агенция за
приходите of zijn
gemachtigde vertegenwoordiger, d) in de Tsjechische Republiek: Ministr
financí of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, e) in het Koninkrijk Denemarken: Skatteministeren,
of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, f) in de Bondsrepubliek Duitsland: Der
Bundesminister der Finanzen of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, g) in de Republiek Estland: Rahandusminister
of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, h) in de Helleense Republiek: Ο
Υπουργός των
Οικονομικών of zijn
gemachtigde vertegenwoordiger, i) in het Koninkrijk Spanje: El Ministro de
Economía y Hacienda of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, j) in de Franse Republiek: Le Ministre chargé
du budget of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, k) in de Republiek Kroatië: Ministar financija of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, l) in Ierland: The Revenue Commissioners of
hun gemachtigde vertegenwoordiger, m) in de Italiaanse Republiek: Il Capo del
Dipartimento per le Politiche Fiscali of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, n) in de Republiek Cyprus:
Υπουργός
Οικονομικών of zijn
gemachtigde vertegenwoordiger, o) in de Republiek Letland: Finansu ministras
of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, p) in de Republiek Litouwen: Finansu ministras
of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, q) in het Groothertogdom Luxemburg: Le
Ministre des Finances of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, r) in Hongarije: A pénzügyminiszter of zijn
gemachtigde vertegenwoordiger, s) in de Republiek Malta: Il-Ministru
responsabbli għall-finanzi of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, t) in het Koninkrijk der Nederlanden: De
Minister van Financiën of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, u) in de Republiek Oostenrijk: Der
Bundesminister für Finanzen of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, v) in de Republiek Polen: Minister Finansów of
zijn gemachtigde vertegenwoordiger, w) in de Portugese Republiek: O Ministro das
Finanças of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, x) in Roemenië: Președintele
Agenției Naționale de Administrare Fiscală of zijn gemachtigde
vertegenwoordiger, y) in de Republiek Slovenië: Minister za
finance of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, z) in de Slowaakse Republiek: Minister
financií of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, aa) in de Republiek Finland:
Valtiovarainministeriö/Finansministeriet of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, ab) in het Koninkrijk Zweden: Chefen för
Finansdepartementet of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, ac) in het Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en in de Europese
grondgebieden waarvan de externe betrekkingen onder de verantwoordelijkheid van
het Verenigd Koninkrijk vallen: de Commissioners of Inland Revenue of hun
gemachtigde vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteit in Gibraltar, die door
het Verenigd Koninkrijk wordt aangewezen overeenkomstig het Akkoord met
betrekking tot de autoriteiten van Gibraltar in de context van EU- en
EG-instrumenten en daarmee verband houdende verdragen welke zijn aangemeld bij
de lidstaten en instellingen van de Europese Unie van 19 april 2000, waarvan
het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie Zwitserland een
kopie zal doen toekomen, en dat van toepassing is op deze overeenkomst. [1] Voor wat betreft Zwitserland, omvat het
begrip "kapitaalvennootschappen": - société anonyme/Aktiengesellschaft/società anonima; - société à responsabilité
limitée/Gesellschaft mit beschränkter Haftung/società a responsabilità
limitata; - société en commandite par
actions/Kommanditaktiengesellschaft/società in accomandita per azioni." Artikel 3 Inwerkingtreding en toepassing 1.
Dit wijzigingsprotocol dient door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun
eigen procedures te worden bekrachtigd of goedgekeurd. De overeenkomstsluitende
partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van deze procedures. Dit
wijzigingsprotocol treedt in werking op de eerste dag van januari na de laatste
kennisgeving. 2.
Wat betreft de uitwisseling van inlichtingen op verzoek is de uitwisseling van
inlichtingen conform dit wijzigingsprotocol van toepassing op verzoeken gedaan
op of na de datum van inwerkingtreding waar het gaat om inlichtingen die
betrekking hebben op belastingjaren die beginnen op of na de eerste dag van
januari van het jaar waarin dit wijzigingsprotocol in werking treedt. Artikel
10 van de overeenkomst zoals deze luidde tot de wijziging bij dit
wijzigingsprotocol, blijft van toepassing, tenzij artikel 5 van de overeenkomst
als gewijzigd bij dit wijzigingsprotocol van toepassing is. 3.
De vorderingen van natuurlijke personen overeenkomstig artikel 9 van de
overeenkomst zoals deze luidde tot de wijziging bij dit wijzigingsprotocol,
blijven na de inwerkingtreding van dit wijzigingsprotocol onverlet. 4.
Zwitserland stelt een eindafrekening op bij het verstrijken van de
toepassingstermijn van de overeenkomst zoals deze luidde tot de wijziging bij
dit wijzigingsprotocol, verricht een eindbetaling aan de lidstaten en verstrekt
de inlichtingen die het heeft ontvangen van in Zwitserland gevestigde
uitbetalende instanties overeenkomstig artikel 2 van de overeenkomst zoals deze
luidde tot de wijziging bij dit wijzigingsprotocol, met betrekking tot het
laatste jaar van de toepassingstermijn van de overeenkomst zoals deze luidde
tot de wijziging bij dit wijzigingsprotocol, dan wel tot enig voorgaand jaar,
indien van toepassing. Artikel 4 De overeenkomst wordt aangevuld met een
protocol met de volgende inhoud: "Protocol bij de Overeenkomst tussen de
Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat over de automatische uitwisseling van
inlichtingen over financiële rekeningen ter verbetering van de internationale
naleving van de belastingplicht. Bij de ondertekening van dit
wijzigingsprotocol tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat zijn de
daartoe gemachtigde ondergetekenden de volgende bepalingen overeengekomen, die
integrerend deel uitmaken van de bij dit wijzigingsprotocol gewijzigde
overeenkomst: 1. Het is wel te verstaan dat pas om een inlichtingenuitwisseling
op grond van artikel 5 van deze overeenkomst wordt verzocht wanneer de
verzoekende staat (een lidstaat of Zwitserland) alle gebruikelijke
mogelijkheden voor het verkrijgen van inlichtingen overeenkomstig de nationale
belastingprocedures heeft benut. 2. Het is wel te verstaan dat de bevoegde autoriteit van de
verzoekende staat (een lidstaat of Zwitserland) bij het indienen van een
verzoek om inlichtingen op grond van artikel 5 van deze overeenkomst de
volgende inlichtingen verstrekt aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte
staat (Zwitserland respectievelijk een lidstaat): i) de identiteit van de persoon naar wie het onderzoek of de
controle is ingesteld; ii) het tijdvak waarop de gevraagde inlichtingen betrekking hebben; iii) een verklaring met betrekking tot de gevraagde inlichtingen,
waaronder de aard van die inlichtingen en de vorm waarin de verzoekende staat
deze wil ontvangen van de aangezochte staat; iv) het fiscale doel waarvoor de inlichtingen worden gevraagd; v) voor zover bekend, namen en adressen van personen die worden
verondersteld in het bezit te zijn van de gevraagde inlichtingen. 3. Het is wel te verstaan dat de verwijzing naar "verwacht
belang" ertoe strekt te voorzien in een zo ruim mogelijke uitwisseling van
inlichtingen op grond van artikel 5 van deze overeenkomst en
tegelijkertijd te verduidelijken dat de lidstaten en Zwitserland niet vrijelijk
naar inlichtingen kunnen "vissen" of om inlichtingen kunnen verzoeken
die waarschijnlijk niet van belang zijn voor de belastingaangelegenheden van
een bepaalde belastingplichtige. Hoewel lid 2 belangrijke procedurele vereisten
bevat die moeten waarborgen dat er niet naar inlichtingen wordt
"gevist", mogen de voorwaarden onder i) tot en met v) van genoemd lid
niet zodanig worden uitgelegd dat de effectieve uitwisseling van inlichtingen
erdoor wordt belemmerd. Aan het criterium "verwacht
belang" kan zowel worden voldaan in gevallen met één belastingplichtige
(met naam of anderszins aangeduid) of meerdere belastingplichtigen (met naam of
anderszins aangeduid). 4. Het is wel te verstaan dat deze overeenkomst geen betrekking
heeft op spontane inlichtingenuitwisseling. 5. Het is wel te verstaan dat bij een inlichtingenuitwisseling op
grond van artikel 5 van deze overeenkomst de in de aangezochte staat (een
lidstaat of Zwitserland) vastgestelde administratieve procedurevoorschriften
inzake de rechten van belastingplichtigen van toepassing blijven. Het is ook
wel te verstaan dat deze voorschriften ten doel hebben om de belastingplichtige
te verzekeren van een eerlijke procedure en niet om de inlichtingenuitwisseling
te voorkomen of onnodig te vertragen." Artikel 5 Talen Dit wijzigingsprotocol is opgesteld in twee
exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de
Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de
Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de
Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse
taal, zijnde alle taalversies gelijkelijk authentiek. Bij te werken
in alle talen. TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende
gevolmachtigden hun handtekening onder deze Overeenkomst hebben geplaatst. Bij te werken
in alle talen. Gedaan te [XXXX] op [XX] [XXXX] [XXXX]. Bij te werken
in alle talen. Voor de Europese Unie Für die Schweizerische Eidgenossenschaft Pour la Confédération suisse Per la Confederazione svizzera Verklaringen van de overeenkomstsluitende partijen: Gezamenlijke verklaring
van de overeenkomstsluitende partijen over de inwerkingtreding van het
wijzigingsprotocol De overeenkomstsluitende partijen verklaren dat zij
verwachten dat tijdig aan de grondwettelijke vereisten van Zwitserland en de
vereisten op grond van de wetgeving van de Europese Unie inzake de sluiting van
internationale overeenkomsten zal worden voldaan, zodat het wijzigingsprotocol
op de eerste dag van januari 2017 in werking kan treden. Zij zullen hiertoe
alle maatregelen nemen die binnen hun macht liggen. Gezamenlijke verklaring
van de overeenkomstsluitende partijen over de overeenkomst en de bijlagen De overeenkomstsluitende partijen komen met betrekking tot
de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en de bijlagen overeen dat het
commentaar op de OESO-modelovereenkomst tussen bevoegde autoriteiten en op de
gezamenlijke rapportagestandaard ter interpretatie of illustratie dienen te
worden gebruikt met het oog op een eenvormige toepassing ervan. Gezamenlijke verklaring
van de overeenkomstsluitende partijen over artikel 5 van de overeenkomst De overeenkomstsluitende partijen komen met betrekking tot
de tenuitvoerlegging van artikel 5 over de uitwisseling van inlichtingen
op verzoek overeen dat het commentaar op artikel 26 van het
OESO-modelverdrag inzake belasting naar inkomen en vermogen ter interpretatie
dient te worden gebruikt. Gezamenlijke verklaring
van de overeenkomstsluitende partijen over deel III, onderdeel A, van bijlage I
bij de overeenkomst De
overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat zij het praktische nut van
deel III, onderdeel A, van bijlage I zullen onderzoeken, waarin wordt bepaald
dat bestaande kapitaalverzekeringen en lijfrenteverzekeringen niet hoeven te
worden gecontroleerd, geïdentificeerd of gerapporteerd, mits het de
rapporterende financiële instelling daadwerkelijk bij wet verboden is om
dergelijke verzekeringen te verkopen aan ingezetenen van een te rapporteren
rechtsgebied. De overeenkomstsluitende partijen
onderschrijven de gemeenschappelijke interpretatie dat het de rapporterende
financiële instelling op grond van deel III, onderdeel A, van bijlage I
uitsluitend daadwerkelijk bij wet verboden is om kapitaalverzekeringen en
lijfrenteverzekeringen te verkopen aan ingezetenen van een te rapporteren
rechtsgebied, wanneer het die rapporterende financiële instelling op grond van
de EU-wetgeving en de nationale wetgeving van de lidstaten dan wel de Zwitserse
wetgeving die van toepassing is op een rapporterende financiële instelling die
ingezetene is van een deelnemend rechtsgebied (een lidstaat of Zwitserland),
niet alleen daadwerkelijk bij wet verboden is kapitaalverzekeringen en
lijfrenteverzekeringen te verkopen in een te rapporteren rechtsgebied (Zwitserland
respectievelijk een lidstaat), maar het de rapporterende financiële instelling
op grond van die wetgeving ook daadwerkelijk bij wet verboden is
kapitaalverzekeringen en lijfrenteverzekeringen te verkopen aan ingezetenen van
dat te rapporteren rechtsgebied onder andere omstandigheden. In dit kader zal elke lidstaat de Europese
Commissie in kennis stellen, die vervolgens Zwitserland in kennis stelt, indien
het rapporterende financiële instellingen in Zwitserland op grond van de
toepasselijke EU-wetgeving en nationale wetgeving van die lidstaat bij wet
verboden is zijn ingezetenen dergelijke verzekeringen te verkopen. Evenzo zal
Zwitserland de Europese Commissie in kennis stellen, die vervolgens de
lidstaten in kennis stelt, indien het rapporterende financiële instellingen van
een of meer lidstaten op grond van Zwitserse wetgeving bij wet verboden is
Zwitserse ingezetenen dergelijke verzekeringen te verkopen. Deze kennisgevingen
met betrekking tot de verwachte wettelijke situatie op het tijdstip van de
inwerkingtreding van het wijzigingsprotocol zullen plaatsvinden vóór de
inwerkingtreding ervan. Bij ontstentenis van een dergelijke kennisgeving wordt
ervan uitgegaan dat het de rapporterende financiële instellingen op grond van
de wetgeving van het te rapporteren rechtsgebied niet daadwerkelijk verboden is
onder één of meer omstandigheden kapitaalverzekeringen en lijfrenteverzekeringen
te verkopen aan ingezetenen van dat te rapporteren rechtsgebied. Indien het
rapporterende financiële instellingen op grond van de wetgeving van het
rechtsgebied van de rapporterende financiële instelling evenmin daadwerkelijk
verboden is kapitaalverzekeringen en lijfrenteverzekeringen te verkopen aan
ingezetenen van het te rapporteren rechtsgebied, is deel III, onderdeel A, van
bijlage I niet van toepassing op de betrokken rapporterende financiële
instellingen en verzekeringen. Verklaring van Zwitserland
over artikel 5 van de overeenkomst De Zwitserse delegatie heeft de Europese
Commissie meegedeeld dat Zwitserland geen inlichtingen zal uitwisselen in
verband met een verzoek dat op illegaal verkregen gegevens is gebaseerd. De
Europese Commissie heeft nota genomen van het Zwitserse standpunt.