Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015PC0041

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden voor zeebaars

/* COM/2015/041 final - 2015/0025 (NLE) */

52015PC0041

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden voor zeebaars /* COM/2015/041 final - 2015/0025 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Bij Verordening (EU) 2015/104 zijn voor 2015 de vangstmogelijkheden vastgesteld voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Uniewateren en, voor Unievaartuigen, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. Deze vangstmogelijkheden worden doorgaans meerdere keren gewijzigd gedurende de periode waarin zij van kracht zijn.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Niet van toepassing.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Het voorstel heeft tot doel Verordening (EU) 2015/104 te wijzigen zoals hieronder wordt uiteengezet.

In haar voorstel voor Verordening (EU) 2015/104 (COM(2014) 670) heeft de Commissie maatregelen opgenomen voor de bescherming van het zeebaarsbestand (Dicentrarchus labrax) in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan. In juni 2014 heeft de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) wetenschappelijk advies uitgebracht over dit bestand, dat sinds 2012 snel achteruitgaat. Bovendien zijn de bestaande nationale maatregelen ter bescherming van zeebaars volgens het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) door de bank genomen ondoeltreffend gebleken. Zeebaars is een langzaam groeiende soort die laat geslachtsrijp wordt. De visserijsterfte bij dit bestand ligt momenteel vier keer hoger dan het niveau dat de maximale duurzame opbrengst zou opleveren (MSY – maximum sustainable yield).

Het voorstel van de Commissie bevatte een vangstbeperking voor recreatievissers, de zogenoemde "bag-limiet", en een reeks maatregelen voor de commerciële visserij op deze soort. Deze maatregelen konden niet op de steun van de Raad rekenen en zijn daarom geschrapt in Verordening (EU) 2015/104.

De Commissie is nu bezig met het vaststellen van noodmaatregelen om de visserijsterfte in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan te reduceren. Zij baseert zich hiervoor op artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (de "basisverordening voor het GVB"). Deze maatregelen zijn gericht op de commerciële zeebaarsvisserij. Aangezien recreatievisserijen ook bijdragen tot de visserijsterfte bij deze soort, moet in de verordening tot vaststelling van vangstmogelijkheden voor 2015 een vangstbeperking voor recreatievissers worden opgenomen.

2015/0025 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden voor zeebaars

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       In Verordening (EU) 2015/104 van de Raad[1] zijn geen vangstmogelijkheden voor het zeebaarsbestand (Dicentrarchus labrax) in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan opgenomen.

(2)       In juni 2014 heeft de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) wetenschappelijk advies uitgebracht over het zeebaarsbestand in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan en bevestigd dat dit bestand sinds 2012 snel achteruitgaat.  Bovendien heeft het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) de geldende nationale maatregelen ter bescherming van zeebaars beoordeeld en deze, over de hele linie, ondoeltreffend bevonden. Zeebaars is een langzaam groeiende soort die laat geslachtsrijp wordt. De visserijsterfte bij het zeebaarsbestand in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan ligt momenteel vier keer hoger dan het niveau dat de maximale duurzame opbrengst zou opleveren (MSY – maximum sustainable yield).

(3)       De Commissie heeft op basis van artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad[2] noodmaatregelen vastgesteld ter vermindering van de visserijsterfte die door bepaalde commerciële visserijen op zeebaars wordt veroorzaakt.

(4)       De recreatievisserijen dragen fors bij tot de visserijsterfte bij dit bestand. Daarom moeten vangstmogelijkheden worden vastgesteld in de vorm van een dagelijkse beperking van het aantal vissen dat een recreatievisser mag houden. Er wordt op verschillende manieren aan recreatievisserij gedaan, bv. van een recreatievaartuig of vanaf de kust.

(5)       Aangezien deze daglimiet bovenop de noodmaatregelen komt die de Commissie voor bepaalde commerciële visserijen heeft vastgesteld, dient de onderhavige verordening zeven dagen na de bekendmaking ervan in werking te treden.

(6)       Verordening (EU) 2015/104 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2015/104 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 2 wordt vervangen door:

"Artikel 2

Toepassingsgebied

1. Deze verordening is van toepassing op de volgende vaartuigen:

a)         Unievaartuigen;

b)         vaartuigen van derde landen in Uniewateren.

2. Voor de toepassing van artikel 11 bis is de onderhavige verordening tevens van toepassing op recreatievisserijen."

(2) In artikel 3 wordt het volgende toegevoegd onder m):

"m) "recreatievisserijen": niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de mariene levende aquatische rijkdommen worden geëxploiteerd voor doeleinden als vrijetijdsbesteding, toerisme of sport."            

(3) Het volgende artikel 11 bis wordt toegevoegd:

"Artikel 11bis

Recreatievisserijen op zeebaars in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan

In het kader van recreatievisserijen in de ICES-sectoren IVb, IVc, VIIa, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh, VIIj en VIIk mag een visser per dag niet meer dan drie exemplaren zeebaars houden."

(4) Bijlage I bij Verordening (EU) 2015/104 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               Verordening (EU) 2015/104 van de Raad van 19 januari 2015 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Uniewateren en, voor Unievaartuigen, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 779/2014 van de Raad.

[2]               Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad  van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad.

BIJLAGE

bij het voorstel voor een verordening van de Raad

tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden

Bijlage I bij Verordening (EU) 2015/104 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste tabel (de tabel van de Latijnse namen en de overeenkomstige gewone namen) wordt na "Deania calcea" het volgende ingevoegd:

"Dicentrarchus labrax || BSS || Zeebaars"

2. In de tweede tabel (de tabel van de gewone namen en de overeenkomstige Latijnse namen) wordt na "Zandspieringen" het volgende ingevoegd:

"Zeebaars || BSS || Dicentrarchus labrax"

Top