This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52015PC0027
Proposal for a COUNCIL DECISION on the position to be adopted on behalf of the European Union within the Joint Committee established by the Agreement between the European Community, of the one part, and the Government of Denmark and the Home Government of the Faroe Islands, of the other part, as regards the replacement of Protocol 3 to that Agreement, concerning the definition of the concept of ‘originating products’ and methods of administrative cooperation, by a new protocol which, as regards the rules of origin, refers to the Regional Convention on pan-Euro-Mediterranean preferential rules of origin
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité, ingesteld bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds, over de vervanging van protocol nr. 3 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité, ingesteld bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds, over de vervanging van protocol nr. 3 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
/* COM/2015/027 final - 2015/0019 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité, ingesteld bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds, over de vervanging van protocol nr. 3 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen /* COM/2015/027 final - 2015/0019 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL De Regionale Conventie betreffende de
pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels[1] (hierna "de
conventie" genoemd) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op
grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden
verhandeld. De EU en het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer hebben de
conventie op 15 juni 2011 ondertekend. De EU en het Koninkrijk Denemarken namens de
Faeröer hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012
en 9 september 2013 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Als gevolg
daarvan is op grond van artikel 10, lid 3, de conventie voor de
EU en de Faeröer op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 november 2013 in
werking getreden. In artikel 6 van de conventie is bepaald
dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de
conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient het gemengd comité,
ingesteld bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering
van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds[2], een besluit te nemen
om protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip
"producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve
samenwerking te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de
oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen. Het door de EU in
het gemengd comité in te nemen standpunt moet door de Raad worden vastgesteld. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING De EU-lidstaten werden op 13 mei 2013
in het Comité douanewetboek – afdeling oorsprong in kennis gesteld van het
ontwerpbesluit van de Raad. De partijen bij de conventie werden laatstelijk
geraadpleegd tijdens de vergadering van de pan-Euro-med-werkgroep op 22 en
23 oktober 2014. Er behoefde geen beroep te worden gedaan op
externe deskundigheid. Er behoefde ook geen effectbeoordeling te worden
verricht omdat de voorgestelde wijzigingen louter technisch van aard zijn en
het thans geldende oorsprongsprotocol inhoudelijk ongemoeid laten. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL De rechtsgrondslag voor het besluit van de
Raad is artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het voorstel betreft een gebied dat onder de
exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is
derhalve niet van toepassing. Voorgesteld instrument: besluit van de Raad. 2015/0019 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te
nemen standpunt in het gemengd comité, ingesteld bij de overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de
Landsregering van de Faeröer, anderzijds, over de vervanging van protocol
nr. 3 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip
"producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve
samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft,
naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële
oorsprongsregels wordt verwezen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang
met artikel 218, lid 9, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Protocol nr. 3 bij de
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van
Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds[3] (hierna "de
overeenkomst" genoemd) heeft betrekking op de definitie van het begrip
"producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve
samenwerking (hierna "protocol nr. 3" genoemd). (2) De Regionale Conventie
betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels[4] (hierna "de
conventie" genoemd) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op
grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden
verhandeld. (3) De Unie en het Koninkrijk
Denemarken namens de Faeröer hebben de conventie op 15 juni 2011
ondertekend. (4) De Unie en het Koninkrijk
Denemarken namens de Faeröer hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op
26 maart 2012 en 9 september 2013 bij de depositaris van de conventie
neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de
conventie de conventie voor de Unie en de Faeröer op respectievelijk 1 mei 2012
en 1 november 2013 in werking getreden. (5) In artikel 6 van de
conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te
zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient het bij de
overeenkomst ingestelde gemengd comité een besluit te nemen om
protocol nr. 3 te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de
oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen. (6) Het standpunt van de Unie in
het gemengd comité moet derhalve worden gebaseerd op bijgaand ontwerpbesluit, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Het namens de Europese Unie in te nemen
standpunt in het gemengd comité, ingesteld bij de overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de
Landsregering van de Faeröer, anderzijds, over de vervanging van protocol
nr. 3 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip
"producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve
samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft,
naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële
oorsprongsregels wordt verwezen, dient te worden gebaseerd op het aan dit besluit
gehechte ontwerpbesluit van het gemengd comité. Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit van
het gemengd comité kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd
door de vertegenwoordigers van de Unie in het gemengd comité. Artikel 2 Het besluit van het gemengd comité wordt
bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4. [2] PB L 53 van 22.2.1997, blz. 2. [3] PB L 53 van 22.2.1997, blz. 2. [4] PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4. Ontwerp
BESLUIT NR. ... VAN HET GEMENGD COMITÉ EU/DENEMARKEN-FAERÖER van tot vervanging van protocol nr. 3 bij de overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de
Landsregering van de Faeröer, anderzijds, betreffende de definitie van het
begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve
samenwerking Het gemengd comité
EU/Denemarken-Faeröer, Gezien de overeenkomst tussen de Europese
Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van
de Faeröer, anderzijds[1],
en met name artikel 11, Gezien protocol nr. 3 bij de overeenkomst
tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de
Landsregering van de Faeröer, anderzijds, betreffende de definitie van het
begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve
samenwerking, Overwegende hetgeen volgt: (1)
In artikel 11 van de overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de
Landsregering van de Faeröer, anderzijds (hierna "de overeenkomst"
genoemd), wordt verwezen naar protocol nr. 3 bij de overeenkomst (hierna
"protocol nr. 3" genoemd), dat de oorsprongsregels bevat en
voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, de Faeröer en
andere partijen bij de conventie. (2)
Krachtens artikel 39 van
protocol nr. 3 kan het bij artikel 31 van de overeenkomst
ingestelde gemengd comité besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen. (3)
De Regionale Conventie betreffende de
pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels[2] (hierna "de
conventie" genoemd) strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels
die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane
gebied, door één rechtshandeling te vervangen. (4)
De Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken
namens de Faeröer hebben de conventie op 15 juni 2011 ondertekend. (5)
De Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken
namens de Faeröer hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012
en 9 september 2013 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg
is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie
voor de Europese Unie en de Faeröer op respectievelijk 1 mei 2012 en 1
november 2013 in werking getreden. (6)
Protocol nr. 3 moet derhalve worden vervangen
door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Protocol nr. 3 bij de overeenkomst tussen
de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de
Landsregering van de Faeröer, anderzijds, betreffende de definitie van het
begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve
samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Het is van toepassing met ingang van …. Gedaan te …, Voor
het gemengd comité De
voorzitter Bijlage Protocol
nr. 3 betreffende
de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en regelingen
voor administratieve samenwerking Artikel 1 Toepasselijke
regels van oorsprong 1. Voor de toepassing van deze
overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van
aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de
pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels[3] (hierna "de
conventie" genoemd), van toepassing. 2. Alle verwijzingen naar de
"desbetreffende overeenkomst" in aanhangsel I en in de relevante
bepalingen van aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de
pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels gelden als verwijzingen
naar deze overeenkomst. Artikel 2 Geschillenregeling 1. Indien er een geschil ontstaat in
verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I bij
de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de
controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet
uitvoeren, wordt dit aan het gemengd comité voorgelegd. 2. In alle gevallen is de wetgeving
van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een
importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer. Artikel 3 Wijzigingen
van het protocol Het gemengd comité kan besluiten bepalingen
van dit protocol te wijzigen. Artikel 4 Opzegging
van de conventie 1. Indien ofwel de Europese Unie ofwel
het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer de depositaris van de conventie
schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de
conventie te willen opzeggen, openen de Europese Unie en het Koninkrijk
Denemarken namens de Faeröer onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels
voor de toepassing van deze overeenkomst. 2. Tot de inwerkingtreding van deze
nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging
geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de
relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie van toepassing op
deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel
I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de
conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen
de Europese Unie en de Faeröer toestaan. Artikel 5 Overgangsbepalingen
- cumulatie Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel
21, lid 3, van aanhangsel I bij de conventie mag het bewijs van oorsprong een
certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn
indien bij de cumulatie alleen EVA-landen, de Faeröer, de Europese Unie,
Turkije en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn
betrokken. [1] PB L 53 van 22.2.1997, blz. 2. [2] PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4. [3] PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.