52015DC0657

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de aan de Commissie verleende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad

1. Inleiding

Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten 1 werd vastgesteld om mogelijke belemmeringen voor de goede werking van de interne markt weg te nemen en de consument toereikende en relevante informatie over textielvezelsamenstelling te verstrekken. De verordening had ook tot doel meer flexibiliteit in te bouwen met het oog op de toevoeging van nieuwe vezelbenamingen en de aanpassing van de wetgeving aan de technische ontwikkelingen in de sector.

Bij Verordening (EU) nr. 1007/2011 is de Commissie de bevoegdheid verleend gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de volgende aangelegenheden:

vaststelling van technische criteria en procedurele voorschriften voor de toepassing van artikel 20, lid 5, met betrekking tot de toleranties voor de aanwezigheid van vreemde vezels in de vezelsamenstelling;

wijzigingen van de bijlagen II, IV, V, VI, VII, VIII en IX ter aanpassing aan de vooruitgang van de techniek;

wijzigingen van bijlage I teneinde overeenkomstig artikel 6 nieuwe textielvezelnamen op te nemen in de lijst in die bijlage.

2. Rechtsgrondslag

Dit verslag moet worden opgesteld op grond van artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1007/2011. Overeenkomstig deze bepaling wordt de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf 7 november 2011, en moet de Commissie uiterlijk negen maanden voor het verstrijken van deze termijn van vijf jaar, dus vóór 7 februari 2016, een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstellen.

3. Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Overeenkomstig artikel 22 werd de bevoegdheid gebruikt voor het vaststellen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 286/2012 van de Commissie 2 . Op basis van die verordening is de nieuwe generieke textielvezelbenaming "polypropyleen/polyamide bicomponent" toegevoegd aan de lijst van textielvezelbenamingen in de bijlagen I en IX bij Verordening (EU) nr. 1007/2011. Bovendien zijn eenvormige testmethoden voor de nieuwe textielvezel vastgesteld. Bijgevolg zijn de bijlagen I, VIII en IX bij Verordening (EU) nr. 1007/2011 gewijzigd. Dankzij de erkenning van deze nieuwe generieke naam op EU-niveau kon de textielindustrie voordelen verkrijgen uit de vervaardiging van textielproducten die gebruikmaken van de nieuwe vezel en de algemene bekendheid en verspreiding van de naam vergroten. Tegelijkertijd werd consumenten verzekerd dat de erkende vezel voldoet aan bepaalde gespecificeerde kenmerken en dat de textielproducten duidelijker kunnen worden geëtiketteerd of gemerkt. Bovendien beschikken de markttoezichtautoriteiten over de nodige informatie voor het testen van textielproducten om na te gaan of deze in hun samenstelling al dan niet de nieuwe vezel bevatten.

Onder meer deskundigen uit de lidstaten, het bedrijfsleven en andere belanghebbenden werden over het ontwerp van de gedelegeerde verordening van de Commissie geraadpleegd. De Commissie heeft de gedelegeerde verordening van de Commissie op 27 januari 2012 vastgesteld en het Europees Parlement en de Raad hiervan in kennis gesteld. Noch het Europees Parlement, noch de Raad heeft binnen de termijn van twee maanden bezwaar aangetekend tegen de gedelegeerde handeling. Deze gedelegeerde handeling is op 31 maart 2012 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en op 20 april 2012 in werking getreden, met toepassing vanaf 8 mei 2012.

Momenteel onderzoekt de Commissie een nieuw in januari 2014 ingediend verzoek voor de voorgestelde generieke naam van "polyacrylaat". De procedure loopt op dit moment en een definitieve beslissing over het al dan niet vaststellen van een gedelegeerde handeling wordt in 2016 verwacht.

Tot op heden is de bevoegdheid niet gebruikt met betrekking tot de vaststelling van technische criteria en procedurele voorschriften voor de toepassing van artikel 20, lid 5, omdat er ten tijde van de opstelling van dit verslag geen relevant verzoek voor hogere productietoleranties was ingediend bij de Commissie. Gezien de vooruitgang van de techniek op het tijdstip van de vaststelling van de verordening zijn de productietoleranties in artikel 20, leden 2 en 3, vastgesteld op niveaus die de fabrikanten toelaten de vezelsamenstelling van textielproducten accuraat te etiketteren en te merken. Het kan echter voorkomen dat nieuwe productieprocessen, nieuwe textielvezels en innovatieve textielproducten, met name producten die gerecycleerde textielvezels of textielvezelmengels bevatten, verschillende productietoleranties vereisen. Hogere toleranties mogen alleen worden toegestaan in uitzonderlijke en naar behoren gerechtvaardigde gevallen.

4. Conclusie

Met dit verslag voldoet de Commissie aan de rapportageverplichting in artikel 22 van Richtlijn 2011/1007/EU.

De Commissie heeft haar gedelegeerde bevoegdheden correct en te gepasten tijde uitgeoefend om ervoor te zorgen dat de nieuwe generieke textielvezelbenaming aan de lijst van vezelbenamingen werd toegevoegd.

Wat de toekomst betreft, is de Commissie van oordeel dat de bevoegdheidsdelegatie moet worden gehandhaafd. Dit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat aan de doelstellingen en de goede werking van Verordening (EU) nr. 1007/2011 wordt voldaan.

Choose the experimental features you want to try