EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 14.10.2015
COM(2015) 510 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT,
DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD
Aanpak van de vluchtelingencrisis: voortgang van de uitvoering van de prioritaire maatregelen van de Europese migratieagenda
Aanpak van de vluchtelingencrisis: voortgang van de uitvoering van de prioritaire maatregelen van de Europese migratieagenda
I.Inleiding
Gedurende de eerste negen maanden van dit jaar hebben meer dan 710 000 mensen – vluchtelingen, ontheemden en andere migranten – hun weg naar Europa gevonden, en het is waarschijnlijk dat die trend zich zal doorzetten. Dit stelt de Europese Unie danig op de proef. In de Europese migratieagenda die de Commissie in mei 2015 heeft gepresenteerd, wordt uiteengezet waarom een alomvattende aanpak van migratiebeheer noodzakelijk is. Inmiddels is een aantal belangrijke maatregelen ingevoerd: onder andere zijn twee noodregelingen opgezet om 160 000 personen die duidelijk internationale bescherming nodig hebben vanuit de meest getroffen lidstaten over te brengen naar andere lidstaten van de EU. De aanhoudende vluchtelingencrisis vereist echter onmiddellijke verdere actie.
De Europese Commissie heeft daarom op 23 september een aantal prioritaire maatregelen voorgesteld voor de uitvoering van de Europese migratieagenda, die de komende zes maanden moeten worden uitgevoerd. Het gaat om maatregelen voor de korte termijn om de huidige situatie te stabiliseren en maatregelen voor de langere termijn om een solide en toekomstbestendig systeem tot stand te brengen.
In de lijst van prioritaire maatregelen worden de belangrijkste maatregelen vermeld die onmiddellijk zouden moeten worden uitgevoerd: i) operationele maatregelen, ii) budgettaire steun en iii) uitvoering van de EU-wetgeving.
Die lijst is goedgekeurd op de informele bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders op 23 september 2015.
Nu, drie weken later, wordt in deze mededeling de verdere voortgang van de uitvoering van de prioritaire maatregelen beschreven (zie bijlage 1). De Europese Raad van deze week is voor de staatshoofden en regeringsleiders een goede gelegenheid om zich er duidelijk en ondubbelzinnig toe te verbinden een nieuwe fase van de EU-respons op de vluchtelingencrisis in te luiden: de fase van snelle en vastberaden uitvoering.
II.Operationele maatregelen
Voor een doeltreffend beheer van de door migratiestromen ontstane druk op sommige delen van de gedeelde buitengrens van het Schengengebied moeten alle lidstaten zowel hun verantwoordelijkheid als hun solidariteit tonen. Met de snelle invoering van de hotspotaanpak wordt de meest getroffen lidstaten steun verleend om de nieuwkomers naar behoren op te vangen en te identificeren en hun verzoeken te behandelen. Tegelijkertijd vindt de uitvoering plaats van de maatregelen die de Commissie heeft voorgesteld en de Raad heeft goedgekeurd voor de herplaatsing van 160 000 personen die duidelijk internationale bescherming nodig hebben. Daarmee kan de druk op de meest getroffen lidstaten aanzienlijk, maar niet geheel, worden weggenomen. Het is essentieel dat deze parallelle maatregelen nu volledig worden uitgevoerd. Deze houden in dat van alle migranten vingerafdrukken worden genomen, dat asielzoekers snel worden geselecteerd en herplaatst en dat passende opvangcapaciteit wordt gecreëerd. Als begeleidende maatregel moeten secundaire verplaatsingen worden voorkomen en moeten herplaatste personen die in een andere lidstaat worden aangetroffen onmiddellijk naar het herplaatsingsland worden teruggestuurd. Eveneens essentieel zijn maatregelen voor de snelle terugkeer, vrijwillig of gedwongen, van personen die geen internationale bescherming nodig hebben en derhalve niet voor herplaatsing in aanmerking komen. De door de Commissie voorgestelde prioritaire maatregelen zijn sterk gericht op de operationele kant van deze prioriteiten.
II.1
Uitvoering van de hotspotaanpak
Om het vertrouwen te herstellen in het algehele systeem, en met name het Schengengebied van vrij verkeer zonder controles aan de binnengrenzen, is het essentieel migratie goed en doeltreffend te beheren aan dat deel van de buitengrenzen waar de druk het hoogst is. Een kernpunt van de strategie van de EU en cruciaal voor haar geloofwaardigheid is dat wordt aangetoond dat het migratiestelsel weer in goed werkende staat kan worden hersteld, met name door de inzet van ondersteuningsteams voor migratiebeheer in “hotspots”, die tot taak hebben de onder de sterkste druk staande lidstaten te helpen hun verplichtingen en verantwoordelijkheden na te komen. De ondersteuningsteams kunnen alleen werken als zij een beroep kunnen doen op de EU-agentschappen, zo nauw mogelijk samenwerken met de autoriteiten in Italië en Griekenland en steun krijgen van de andere lidstaten.
De Commissie heeft speciale gezanten naar Italië en Griekenland gestuurd met het oog op praktische coördinatie en ondersteuning. In Griekenland is een speciaal team ter plaatse onder leiding van de directeur-generaal van de Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen, dat rechtstreeks aan de voorzitter rapporteert. Dit team is het eens geworden over een stap-voor-stapaanpak voor de identificatie van de hotspots, de inzet van de ondersteuningsteams, het starten van de herplaatsingen, het hervatten van de terugzendingen en het versterken van de grens. In Italië wordt gewerkt volgens hetzelfde model voor rechtstreekse, realtime ondersteuning en coördinatie. Deze intensieve voltijdse ondersteuning door de Commissie is zeer nuttig gebleken om de twee lidstaten te helpen met de uitvoeringsfase van het herplaatsingsproces te beginnen (zie bijlagen 2 en 3).
Zowel in Griekenland als in Italië worden door Europese regionale taskforces ondersteuningsteams voor migratiebeheer opgezet en gecoördineerd als vervolg op de geïntensiveerde activiteiten van de agentschappen zoals in de migratieagenda beschreven. Frontex, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken EASO, Europol en Eurojust werken hier alle aan mee. Zij kunnen daardoor onmiddellijk reageren op de behoeften die in de stappenplannen van Italië en Griekenland zijn beschreven.
De agentschappen zijn bij hun werkzaamheden echter sterk afhankelijk van de steun van de lidstaten. Zowel Frontex als EASO heeft de lidstaten opgeroepen een bijdrage te leveren door mensen en technische uitrusting ter beschikking te stellen. In beide gevallen werd daarbij om veel omvangrijkere middelen gevraagd dan ooit tevoren, wat aangeeft hoe uitzonderlijk de problemen zijn waarmee de meest getroffen lidstaten nu worden geconfronteerd. Het is cruciaal dat de lidstaten positief, concreet en snel op deze oproepen reageren.
Frontex vroeg in zijn laatste oproep om 775 extra grenswachters, screening- en debriefingspecialisten en tolken, die allen taken uitvoeren die onontbeerlijk zijn voor een doeltreffend beheer van de buitengrenzen van de Europese Unie. De oproep bestond uit twee delen: 670 medewerkers voor directe ondersteuning van de hotspotaanpak in Italië en Griekenland (wat voldoende zou moeten zijn tot eind januari 2016) en 105 gastmedewerkers voor inzet op diverse punten aan de landbuitengrenzen van de EU.
De recentste oproep van EASO behelsde 370 experts, wat voldoende is om de behoeften in Italië en Griekenland te dekken tot het derde kwartaal van 2017. Deze experts zullen de asielautoriteiten van de twee lidstaten hulp bieden bij het registratieproces, de informatiewerkzaamheden in verband met de herplaatsing en het opsporen van mogelijk frauduleuze documenten.
De behoefte aan personeel en uitrusting is op de informele bijeenkomst van EU-staatshoofden en regeringsleiders in september uitdrukkelijk erkend en in deze behoeften zou uiterlijk eind november moeten zijn voorzien.
Tot dusver echter zijn de toezeggingen van de lidstaten onvoldoende om de reële behoeften te dekken. Op 8 oktober hadden slechts zes lidstaten gereageerd op de oproep van EASO tot het leveren van bijdragen, waardoor 81 experts ter beschikking kwamen, terwijl er 374 nodig zijn. Op de oproep van Frontex is tot dusver door zes lidstaten gereageerd, waardoor 48 grenswachters ter beschikking zijn gekomen. De lidstaten zouden snel hun bijdrage moeten leveren in overeenstemming met de behoefte-evaluatie van de agentschappen.
Italië heeft Augusta, Lampedusa, Porte Empedocle, Pozzallo, Taranto en Trapani als hotspots aangewezen (zie bijlage 5). Het eerste ondersteuningsteam voor migratiebeheer is operationeel op Lampedusa. Het vormt een uitbreiding van een Europese regionale taskforce die in juni 2015 in Catania (Sicilië) is opgezet. Het ondersteuningsteam bestaat momenteel uit twee teams voor debriefing (ter beschikking gesteld door Frontex) plus experts van EASO die actief zijn op de hotspot en in een nabijgelegen herplaatsingscentrum. Door Frontex zijn al 42 gastmedewerkers ingezet en door EASO zes experts.
De hotspotaanpak kan alleen doeltreffend werken als de opvangcapaciteit wordt vergroot om de asielzoekers in afwachting van hun herplaatsing te kunnen huisvesten. Er moet bovendien voldoende capaciteit zijn om irreguliere migranten in afwachting van het terugkeerbesluit opgesloten te houden. Italië heeft zijn opvangcapaciteit versterkt en beschikt nu over centra voor eerste opvang in de vier hotspotgebieden, waar circa 1 500 personen kunnen worden ondergebracht. De capaciteit zal tegen het einde van het jaar worden uitgebreid met nog eens 1 000 plaatsen, zodat er voor de eerste opvang in totaal dus 2 500 plaatsen beschikbaar zullen zijn.
Griekenland heeft Lesbos, Chios, Leros, Samos en Kos als hotspots aangewezen (zie bijlage 4). De Europese regionale taskforce in Piraeus is volledig operationeel. Het eerste ondersteuningsteam voor migratiebeheer wordt op Lesbos ingesteld. Frontex heeft al 53 experts uitgezonden en één EASO-medewerker is permanent in Griekenland gestationeerd om de inzet van EASO-deskundigen te begeleiden.
Griekenland heeft zijn opvangcapaciteit versterkt en beschikt nu over zeven centra voor eerste opvang, screeningcentra en tijdelijke faciliteiten in vier van de vijf hotspots (Lesbos, Chios, Samos en Kos), waar circa 2 000 personen kunnen worden ondergebracht. Er wordt gewerkt aan verdere uitbreiding van de capaciteit.
De opvangbehoeften in de hotspots houden ten dele verband met de identificatie en registratie van irreguliere migranten die niet duidelijk internationale bescherming nodig hebben en dus niet voor herplaatsing in aanmerking komen. Er moet voldoende capaciteit beschikbaar zijn met faciliteiten om te verhinderen dat irreguliere migranten onderduiken.
II.2
Uitvoering van de herplaatsingsregeling
Het voorstel van de Commissie voor een besluit tot herplaatsing vanuit Italië en Griekenland van 40 000 vluchtelingen die duidelijk internationale bescherming nodig hebben, is op 14 september 2015 door de Raad goedgekeurd. Een week later volgende een besluit (eveneens op voorstel van de Commissie) tot herplaatsing vanuit Italië, Griekenland en andere door de vluchtelingencrisis rechtstreeks getroffen lidstaten van 120 000 personen die duidelijk internationale bescherming nodig hebben. De ondersteuningsteams voor migratiebeheer zorgen ervoor dat de herplaatsing in de nabijheid van de buitengrenzen van de Unie kan plaatsvinden.
Voor beide besluiten is onmiddellijke follow-up vereist van de instellingen van de EU, de onder druk staande lidstaten en de lidstaten die zich hebben verbonden tot het opvangen van herplaatste personen.
Op 1 oktober namen 80 afgevaardigden van de lidstaten, de EU-agentschappen, de Internationale Organisatie voor Migratie en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) deel aan een door de Europese Commissie georganiseerd Forum voor herplaatsing en hervestiging, waar over de praktische uitvoering van de regelingen werd gesproken. Italië en Griekenland presenteerden op het Forum hun stappenplannen voor herplaatsing, waarin maatregelen op het gebied van asiel, eerste opvang en terugkeer worden uiteengezet alsmede de maatregelen die de komende weken voor de volledige uitvoering van de herplaatsingsregeling zullen worden getroffen.
De eerste personen die duidelijk internationale bescherming nodig hebben, zijn al herplaatst, maar er moet nog veel werk worden verzet om snel tot een substantieel herplaatsingsvolume van enkele honderden personen per maand te komen. Alle lidstaten is verzocht om een nationaal contactpunt op te zetten. Tot dusver is dat in 21 lidstaten gebeurd. Ook is hen gevraagd om indien nodig verbindingsfunctionarissen uit te zenden naar Italië en Griekenland. Aan die oproep hebben tot dusver 22 lidstaten gehoor gegeven.
Een essentieel onderdeel van de herplaatsingsregeling is dat er in de ontvangende lidstaten afdoende opvangcapaciteit moet zijn om de herplaatste personen onder te brengen. Tot dusver hebben nog maar zes lidstaten gemeld dat zij opvangcapaciteit voor te herplaatsen personen hebben geregeld. Alle lidstaten moeten uiterlijk eind oktober hun opvangcapaciteit melden.
Eerste personen herplaatst die duidelijk internationale bescherming nodig hebben
Op 9 oktober 2015 vertrok de eerste vlucht uit Rome, met aan boord 19 Eritreeërs die in Zweden een nieuw leven beginnen. De vijf vrouwen en veertien mannen vertrokken van de luchthaven Ciampino in aanwezigheid van Europees commissaris voor Migratie en Binnenlandse Zaken Dimitris Avramopoulos, de Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken Jean Asselborn en de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Angelino Alfano. Het was een moment van groot symbolisch belang, dat het begin markeerde van een nieuwe Europese aanpak van de behandeling van asielverzoeken. Herplaatsing heeft echter niet alleen symboolwaarde, het moet een systematische en routinematige praktijk worden in zowel Italië als Griekenland.
De eerste vlucht was het resultaat van intensieve praktische voorbereidingen van de Italiaanse en Zweedse autoriteiten, Frontex en andere EU-agentschappen, lokale ngo’s en de speciale gezanten van de Europese Commissie. Dankzij aanhoudende inspanningen is het systeem nu operationeel en kunnen in elke fase de noodzakelijke registratie en verwerking plaatsvinden.
Om de eerste herplaatsing tot een succes te maken, hebben de contacten met de Eritrese gemeenschap een cruciale rol gespeeld. Aanvankelijk waren de asielzoekers niet bereid zich te laten registreren, omdat zij het systeem niet vertrouwden. Het heeft de gezanten van de Commissie ter plaatse veel moeite gekost om in samenwerking met de UNHCR en lokale ngo’s de eerste groep vluchtelingen ervan te overtuigen dat zij echt zouden worden herplaatst.
Het vertrouwen in het systeem groeit, met name sinds de eerste herplaatsingsvlucht is uitgevoerd. De mensen staan nu in de rij om zich op Lampedusa en in Villa Sikania te laten registreren. Meer dan honderd Eritreeërs zijn reeds als kandidaat voor herplaatsing erkend.
Het is nu essentieel dat meer mensen worden herplaatst, met name om te voorkomen dat er een stuwmeer van herplaatsingskandidaten ontstaat.
|
De geslaagde overdracht van de eerste groepen personen in het kader van de herplaatsingsregeling is een belangrijke stap. Er moeten nu constant op voldoende schaal mensen worden herplaatst. Alle lidstaten moeten de Commissie nu zo snel mogelijk meedelen hoeveel personen zij tot aan het einde van het jaar zullen herplaatsen. Het probleem is namelijk urgent.
II.3
Hervestiging
De hervestiging, rechtstreeks vanuit derde landen, van mensen die internationale bescherming nodig hebben, beantwoordt aan de humanitaire verplichtingen van de EU, maar biedt ook een veilig alternatief voor vluchtelingen, zodat die niet meer op eigen kracht de gevaarlijke reis naar Europa hoeven te ondernemen. Op het Forum voor herplaatsing en hervestiging van 1 oktober 2015 bevestigden de lidstaten hun toezegging van juli om via deze regeling de komende twee jaar 20 000 vluchtelingen op te vangen. Op 2 oktober is een workshop over hervestiging gehouden waar praktische oplossingen zijn besproken voor de doeltreffende toepassing van de hervestigingsregeling. Inmiddels hebben de eerste hervestigingen plaatsgevonden
. De lidstaten moeten de Commissie nu meedelen hoeveel personen zij de komende zes maanden zullen hervestigen en vanuit welk land.
II.4
Terugkeer en overname
Een belangrijk onderdeel van de onderling nauw verbonden mechanismen die het Europese asielstelsel vormen, is dat personen die geen recht hebben op internationale bescherming, daadwerkelijk worden teruggestuurd. Momenteel worden in de praktijk veel te weinig terugkeerbesluiten ook uitgevoerd. De smokkelnetwerken gebruiken dat feit om migranten te lokken die geen internationale bescherming nodig hebben. Hoe doeltreffender het terugkeerstelsel wordt, hoe kleiner de kans is dat smokkelaars mensen kunnen overtuigen dat het hun zal lukken om toch door de mazen van het net te glippen als wordt vastgesteld dat zij geen internationale bescherming nodig hebben.
Tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van oktober 2015 hebben de lidstaten het door de Commissie voorgestelde EU-actieplan inzake terugkeer goedgekeurd. Het belangrijkste is nu een snelle en doeltreffende follow-up.
Italië heeft kortgeleden twee terugkeeroperaties uitgevoerd: 28 Tunesiërs werden naar Tunesië teruggestuurd en 35 Egyptenaren naar Egypte. In oktober zullen één terugkeeroperatie vanuit Italië en twee vanuit Griekenland worden uitgevoerd, met coördinatie door Frontex. Dergelijke operaties zullen vaker moeten plaatsvinden.
Ervoor zorgen dat personen zonder verblijfsrecht daadwerkelijk worden teruggestuurd, is een kernonderdeel van het werk van de ondersteuningsteams voor migratiebeheer in de hotspots.
Dat vereist dat er in de EU doeltreffende systemen zijn voor de vaststelling en handhaving van terugkeerbesluiten. De afgelopen maand zijn concrete stappen gezet voor het ontwikkelen van een systeem voor geïntegreerd terugkeermanagement en het opnemen van terugkeerbesluiten en inreisverboden in de EU-systemen voor informatie-uitwisseling. De terugkeerinstanties van de lidstaten moeten bovendien over de nodige middelen kunnen beschikken om hun taak te vervullen.
Terugkeerbesluiten kunnen slechts worden uitgevoerd als de landen van herkomst instemmen met de overname van de betrokken personen. Overname is dus een noodzakelijk onderdeel van een doeltreffend terugkeerbeleid. Terugkerende personen moeten door hun land van herkomst worden overgenomen. Dat vereist een nauw partnerschap met derde landen, waarbij alle beschikbare middelen worden benut. De lidstaten en de Commissie moeten samenwerken om in hun betrekkingen met derde landen het juiste evenwicht tot stand te brengen, met als doel het aantal terugkerenden te verhogen. Om dat proces te bevorderen, is overeengekomen dat de lidstaten tegen eind 2015 Europese migratieverbindingsfunctionarissen zullen inzetten in elf landen, maar daarmee is nog geen begin gemaakt. De hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter is met de belangrijkste landen van herkomst van irreguliere migranten de eerste dialogen op hoog niveau aangegaan, als vervolg waarop een aantal bredere dialogen zal worden opgestart met Ethiopië, Somalië, de Afrikaanse Unie en de Sahellanden. De eerste prioriteit is ervoor te zorgen dat de al bestaande overnameovereenkomsten in de praktijk doeltreffend worden toegepast.
Streven naar succesvolle overname: praktische samenwerking met Pakistan
De EU heeft sinds 2012 een overnameovereenkomst met Pakistan. Gezien de grote aantallen personen om wie het gaat (zie bijlage 9; Pakistan staat al jarenlang op de vierde plaats als land van herkomst van irregulier in de EU-verblijvende onderdanen van derde landen) is deze overnameovereenkomst van bijzonder belang. Naar schatting keert echter slechts 54% van de Pakistanen die in de EU een terugkeerbevel krijgen, ook daadwerkelijk terug. De uitvoering van de overeenkomst varieert wat de effectiviteit betreft van lidstaat tot lidstaat. In Griekenland leidden geschillen inzake documenten tot een ernstige blokkade. Door middel van specifieke besprekingen deze maand over overname tussen de Commissie, Griekenland en de Pakistaanse autoriteiten zou het terugkeerproces weer op gang moeten worden gebracht:
in Athene zijn door de Commissie en Griekse en Pakistaanse functionarissen besprekingen gevoerd over de toepassing van de overnameovereenkomst met Pakistan;
dezelfde dag zijn er contacten geweest tussen de EU-delegatie in Islamabad en het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken;
commissaris Avramopoulos gaat op 29 oktober naar Islamabad om een gezamenlijk migratieplan te bespreken.
Het beoogde resultaat:
afspraken tussen Griekenland en Pakistan over de toepassing van de overnameovereenkomst;
Frontex zal in november vanuit Griekenland een gezamenlijke terugkeeroperatie met betrekking tot Pakistanen uitvoeren;
de Commissie zal een operationeel actieplan voor beter migratiebeheer met Pakistan presenteren.
|
II.5
Andere vormen van steun voor de lidstaten
De lidstaten beschikken over verschillende andere mogelijkheden om EU-steun te krijgen op het gebied van grens- en migratiebeheer, die nog onvoldoende worden benut.
De lidstaten kunnen vragen om de inzet van snelle-grensinterventieteams (RABIT) voor onmiddellijke ondersteuning van de grenswacht bij plotselinge of uitzonderlijke migratiedruk. Volgens de Commissie zijn de omstandigheden waarmee Griekenland de afgelopen paar maanden is geconfronteerd precies die waarvoor de teams zijn opgezet, maar noch Griekenland, noch Italië heeft om activering van het mechanisme verzocht.
Het EU-mechanisme voor civiele bescherming kan door een land worden geactiveerd als dit zich door een crisis overrompeld acht. Het mechanisme steunt op vrijwillige bijdragen van de lidstaten (zoals expertise, uitrusting, onderdak en medische goederen). De lidstaten is afgelopen maand verzocht om de Commissie in te lichten over materieel dat zij in gereedheid kunnen houden om te worden ingezet voor de hulp aan vluchtelingen. Slechts acht lidstaten hebben de Commissie meegedeeld dat zij (in beperkte mate) de beschikking hebben over materieel op het gebied van civiele bescherming, of deskundigen op dat gebied, die zij desgevraagd nog dit jaar zouden kunnen inzetten. De Commissie wijst er nogmaals op dat het noodzakelijk is dat de lidstaten het mechanisme met een aanzienlijke bijdrage ondersteunen.
In 2015 is het mechanisme tweemaal geactiveerd voor bijstand aan Hongarije, en eenmaal voor bijstand aan Servië, om spoedhulp te bieden bij behoeften die ontstonden door een ongekende instroom van vluchtelingen en migranten.
Er moet tevens op worden gewezen dat de lidstaten via de gezamenlijke Frontex-operaties Triton en Poseidon nog steeds dagelijks steun verlenen aan het beheer van de buitengrenzen, in het kader waarvan duizenden migranten en vluchtelingen worden gered. Zeventien lidstaten hebben materieel ter beschikking gesteld voor Triton en achttien lidstaten voor Poseidon. Het beschikbare materieel is echter nog steeds ontoereikend.
Geboekte vooruitgang
|
De eerste hotspot is operationeel op Lampedusa (Italië).
De eerste hotspot op Lesbos (Griekenland) wordt een dezer dagen operationeel.
Er is begonnen met herplaatsing naar andere lidstaten.
De ondersteuningsteams voor migratiebeheer zijn operationeel.
De eerste hervestigingen hebben plaatsgevonden.
Frontex verleent steun aan terugkeermissies.
|
Volgende stappen
|
In totaal zes hotspots moeten tegen het einde van het jaar operationeel zijn in Italië.
In totaal vijf hotspots moeten tegen het einde van het jaar operationeel zijn in Griekenland.
De lidstaten moeten voldoen aan verzoeken om experts en materieel ter beschikking te stellen van de ondersteuningsteams voor migratiebeheer, zodat deze alle geplande taken kunnen vervullen.
De lidstaten moeten meedelen hoeveel personen zij kunnen herplaatsen en hervestigen en hun opvangcapaciteit opgeven.
Er moeten uit Griekenland weer Pakistanen naar Pakistan kunnen worden teruggezonden.
De lidstaten moeten voldoende middelen ter beschikking stellen van de gezamenlijke Frontex-operaties Triton en Poseidon.
|
III. Budgettaire steun
De Commissie heeft zich er drie weken geleden toe verbonden haar financiële steun onmiddellijk uit te breiden. Inmiddels heeft zij begrotingswijzigingen voorgesteld om de financiering voor de aanpak van de vluchtelingencrisis voor 2015 en 2016 met 1,7 miljard EUR te verhogen.
Daarbij gaat het om:
uitbreiding, nog dit jaar, van de noodhulp uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid (100 miljoen EUR) (zie bijlage 8);
versterking van de belangrijkste agentschappen met 120 posten (60 posten voor Frontex, 30 posten voor het EASO en 30 posten voor Europol);
uitbreiding van de financiering voor het Europees nabuurschapsinstrument (300 miljoen EUR) en herschikking van andere EU-fondsen zodat het EU-trustfonds voor Syrië dit jaar over ten minste 500 miljoen EUR beschikt;
uitbreiding van de financiering voor rechtstreekse humanitaire hulp aan vluchtelingen met 500 miljoen EUR (200 miljoen EUR in 2015 en 300 miljoen EUR in 2016), met name om via het UNHCR, het Wereldvoedselprogramma en andere relevante organisaties rechtstreeks te kunnen voorzien in essentiële behoeften zoals voedsel en onderdak;
extra vastleggingen ten belope van 600 miljoen EUR voor 2016, ter verhoging van de noodfinanciering voor migratiekwesties (94 miljoen EUR), de personele en financiële middelen van Frontex, het EASO en Europol (circa 86 miljoen EUR voor terugkeer, hotspots en versterking van de agentschappen) en de steun aan de lidstaten waar de gevolgen van de vluchtelingencrisis het grootst zijn (310 miljoen EUR), en ter ondersteuning van de herplaatsingsregeling (110 miljoen EUR).
Dit brengt de totale financiering voor de aanpak van de vluchtelingencrisis voor 2015 en 2016 op 9,2 miljard EUR.
Het Europees Parlement en de Raad hebben de wijzigingen van de begroting voor 2015 snel goedgekeurd. De Commissie heeft inmiddels ook wijzigingen van de begroting voor 2016 aangenomen en verzoekt de begrotingsautoriteit om ook deze wijzigingen snel goed te keuren.
Om de Europese inspanningen verder te versterken, is het van belang dat dit aanzienlijke bedrag aan extra financiering voor migratie uit de EU-begroting nu wordt aangevuld met nationale middelen. Dat hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de EU ook erkend op hun bijeenkomst van 23 september. Daarbij benadrukten zij dat de nationale overheden een bijdrage moeten leveren en de EU-financiering met een equivalent bedrag moeten aanvullen, met het oog op het volgende:
Steun bieden om tot minstens 1 miljard EUR te komen, waarmee het UNHCR, het Wereldvoedselprogramma en andere agentschappen aan de dringende behoeften van vluchtelingen tegemoet kunnen komen. Uit de EU-begroting wordt voor dit jaar 200 miljoen EUR extra en voor volgend jaar 300 miljoen EUR extra vrijgemaakt. Van de lidstaten wordt derhalve verwacht dat zij uit hun nationale begrotingen 500 miljoen EUR toezeggen.
Sinds 23 september hebben tien lidstaten toegezegd om samen met ongeveer 275 miljoen EUR over de brug te komen. Daarvan is 80 % echter afkomstig van twee lidstaten: het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Er ontbreekt nu nog 225 miljoen EUR.
Steun bieden voor een aanzienlijke verhoging van het Trustfonds van de EU voor de Syrische crisis. Uit de EU-begroting wordt 500 miljoen EUR in het fonds gestort en de Commissie verzoekt de lidstaten een equivalente bijdrage te leveren.
Hoewel de huidige crisis voornamelijk te maken heeft met de situatie in Syrië en het trustfonds een flexibel instrument is voor snel optreden op dat gebied, is er tot op heden nog maar zeer weinig reactie gekomen van de lidstaten. Slechts twee lidstaten hebben al een toezegging gedaan: Italië heeft 3 miljoen EUR toegezegd en Duitsland 5 miljoen EUR. In totaal ontbreekt derhalve nog 492 miljoen EUR.
Steun bieden aan het noodtrustfonds voor stabiliteit en de aanpak van de diepere oorzaken van onregelmatige migratie en ontheemding in Afrika. De EUfinanciering bedraagt 1,8 miljard EUR en de Commissie verzoekt de lidstaten een equivalente bijdrage te leveren. Ook op dit gebied zijn nog maar geringe toezeggingen gedaan, met Luxemburg, Duitsland en Spanje die elk 3 miljoen EUR bijdragen. Zes lidstaten hebben informele toezeggingen gedaan, zonder precieze cijfers te geven. Vier lidstaten hebben gezegd dat zij waarschijnlijk een bijdrage zullen leveren en vier andere lidstaten overwegen nog een mogelijke bijdrage. Twee landen van buiten de EU hebben informeel gesuggereerd dat zij in totaal circa 9 miljoen EUR zouden bijdragen. In totaal ontbreekt derhalve nog maar liefst 1,791 miljard EUR.
Financiële middelen zijn essentieel om de huidige benarde situatie van vluchtelingen aan te pakken én de onderliggende oorzaken van het probleem tegen te gaan. De kloof tussen de door de Europese Raad geïdentificeerde behoeften en de geringe toezeggingen van de lidstaten moet zo snel mogelijk worden gedicht (zie bijlage 7).
Geboekte vooruitgang
|
Goedkeuring door het Europees Parlement en de Raad van het voorstel van de Commissie om de financiering voor het vluchtelingen- en migratiebeleid met 800 miljoen EUR te verhogen.
|
Volgende stappen
|
Het Europees Parlement en de Raad moeten de wijzigingen van de begroting voor 2016, als voorgesteld door de Commissie, goedkeuren.
De lidstaten moeten de bijdrage van 500 miljoen EUR voor humanitaire hulp aan vluchtelingen met een equivalent bedrag aanvullen, om tot 1 miljard EUR te komen.
De lidstaten moeten de bijdragen van 500 miljoen EUR en 1,8 miljard EUR uit de EU-begroting voor respectievelijk het Trustfonds van de EU voor de Syrische crisis en het Trustfonds van de EU voor Afrika met een equivalent bedrag aanvullen.
|
In deze context zijn vragen gerezen over de behandeling in het kader van het stabiliteits- en groeipact van uitgaven voor het beheer van de vluchtelingencrisis. De Commissie heeft bevestigd dat wanneer zij een specifiek verzoek ontvangt van een lidstaat, zij nagaat of en in hoeverre dat verzoek voldoet aan de bestaande regels van het stabiliteits- en groeipact. Daarbij zal ook gebruik worden gemaakt van de flexibiliteit die aan het pact is gegeven om op onvoorziene en ongewone gebeurtenissen te reageren.
De beoordeling moet per geval gebeuren als onderdeel van de analyse van de nationale begrotingsdocumenten. De beoordeling moet ook plaatsvinden op basis van het bewijs van de gemaakte nettokosten, volgens de overeengekomen methode voor de toepassing van het pact.
IV. Uitvoering van het EU-recht
De basis van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel bestaat erin hulp te bieden aan mensen die internationale bescherming nodig hebben, en migranten die niet in de EU mogen blijven, te laten terugkeren. Daartoe beschikt de EU over een solide reeks gemeenschappelijke regels inzake asiel en irreguliere migratie. Deze regels moeten wel correct worden toegepast.
De Commissie levert onder meer inspanningen om de doeltreffende uitvoering van de regels inzake terugkeer te bevorderen, door de lidstaten te wijzen op de gevolgen van deze regels. Zij heeft al gerichte dialogen gevoerd met de lidstaten om te benadrukken welke maatregelen zij moeten nemen om te voldoen aan hun plicht ervoor te zorgen dat iemand daadwerkelijk terugkeert. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat irreguliere migranten fysiek beschikbaar zijn voor terugkeer. Wanneer het risico bestaat dat een irreguliere migrant onderduikt, moet als laatste legitieme redmiddel gebruik worden gemaakt van bewaring. Als er een redelijke kans bestaat dat het tot verwijdering komt, mag deze mogelijkheid niet worden ondermijnd door het voortijdig eindigen van de bewaring. Tot slot is het voor de praktische uitvoering van terugkeerbeslissingen cruciaal dat beslissingen snel worden genomen en er voldoende personeel en opvangcapaciteit is.
De Commissie heeft sinds augustus aan vijf lidstaten een administratieve brief gezonden over de Eurodac-verordening inzake vingerafdrukken. Zij stuurde ook tien administratieve brieven met betrekking tot de correcte uitvoering van de terugkeerrichtlijn. Op de brief over de Eurodac-verordening hebben alle betrokken lidstaten gereageerd. De Commissie onderzoekt nu of de antwoorden volstaan en of er inbreukprocedures moeten worden ingeleid. Over de terugkeerrichtlijn is tot op heden nog meer één antwoord ontvangen. De Commissie wacht nog op de antwoorden van de andere lidstaten en zal de situatie snel beoordelen. Aan één lidstaat werd ook een administratieve brief verstuurd over de naleving van de richtlijn asielprocedures, de richtlijn opvangvoorzieningen en de Schengengrenscode.
In september nam de Commissie 40 beslissingen inzake potentiële of echte inbreuken, naast de 34 zaken die eerder al waren geopend. De beslissingen hadden betrekking op de richtlijn asielprocedures, de richtlijn opvangvoorzieningen en de richtlijn asielnormen. De Commissie heeft nog geen antwoorden ontvangen. Aangezien deze wetgeving van groot belang is, wordt de lidstaten verzocht zo snel mogelijk binnen de termijn van twee maanden hun antwoorden kenbaar te maken.
De Commissie zal indien nodig de inbreukprocedures snel en doeltreffend voortzetten, om ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving op dit gebied volledig wordt nageleefd (zie bijlage 6).
Bij de prioritaire maatregelen die in september zijn bepaald, is benadrukt dat er bijzondere aandacht moet worden besteed aan Griekenland. De lidstaten kunnen sinds 2010-2011 geen asielzoekers meer terugsturen naar Griekenland. In 2010 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat er een aantal inbreuken op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens had plaatsgevonden. Het Europees Hof van Justitie bevestigde vervolgens dat niet kan worden aangenomen dat de lidstaten de grondrechten van asielzoekers eerbiedigen wanneer zij in het kader van het Dublinsysteem mensen terugsturen naar Griekenland.
Zoals hierboven opgemerkt stelt de Commissie aanzienlijke middelen ter beschikking om Griekenland te helpen. De lidstaten beginnen nu ook een bijdrage te leveren. In korte tijd is veel vooruitgang geboekt. Nu de ondersteuningsteams voor migratiebeheer operationeel zijn, worden de tekortkomingen die tot de opschorting van de Dublinoverdrachten leidden, aangepakt. De opvangvoorzieningen worden uitgebreid en er wordt teruggekeerd naar een solide systeem voor de behandeling van asielverzoeken.
De geboekte vooruitgang is bemoedigend en moet worden voortgezet. Tegen 30 november 2015 zal de Commissie de situatie beoordelen. Als alle voorwaarden zijn vervuld, zal zij de Europese Raad in december 2015 of maart 2016 de aanbeveling doen te bevestigen dat de Dublinoverdrachten naar Griekenland kunnen worden hervat.
Een aantal lidstaten heeft recentelijk gebruikgemaakt van de mogelijkheid die de Schengengrenscode biedt om het grenstoezicht tijdelijk opnieuw in te voeren. Deze maatregel is gerechtvaardigd in uitzonderlijke crisissituaties, met name in geval van een ernstige bedreiging van de openbare orde
of de binnenlandse veiligheid van een lidstaat, maar het moet een tijdelijke maatregel blijven die geldt totdat de situatie is gestabiliseerd.
De Commissie rondt momenteel haar beoordeling van de situatie af en brengt een advies uit over de verlenging van de tijdelijke grenscontroles door Duitsland, Oostenrijk en Slovenië op basis van de Schengengrenscode.
Geboekte vooruitgang
|
De Commissie treedt op tegen de lidstaten die het EU-recht niet volledig omzetten en uitvoeren.
In Griekenland worden de opvangvoorzieningen uitgebreid en wordt werk gemaakt van goede omstandigheden voor een correct asielstelsel en de behandeling van asielverzoeken.
|
Volgende stappen
|
De Commissie zal alle inbreukprocedures inzake asiel en terugkeer actief en snel opvolgen.
De Commissie zal tegen 30 november 2015 de situatie van Dublinoverdrachten naar Griekenland evalueren.
|
V. De externe dimensie
In de Europese migratieagenda is benadrukt dat een geslaagd migratiebeleid zowel een interne als een externe dimensie moet omvatten. Europa moet altijd openstaan voor mensen die bescherming nodig hebben. Het is evenwel in ieders belang dat de oorzaken van de crises waardoor mensen op de vlucht gaan en een gevaarlijke reis ondernemen, worden aangepakt.
Bij de prioritaire maatregelen en de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van vorige maand is migratie aangemerkt als de belangrijkste externe uitdaging van de EU. Het belang van het probleem blijkt ook uit de extra financiering die hierboven is beschreven. In het kader van het huidige diplomatieke offensief is migratie nu ook centraal gesteld in bilaterale, regionale en multilaterale dialogen.
Turkije is een cruciale partner. Samen met Libanon en Jordanië heeft Turkije zeer grote humanitaire inspanningen moeten leveren om Syrische vluchtelingen op te vangen. De ligging van Turkije zorgt ervoor dat het merendeel van de vluchtelingen die de route langs de Westelijke Balkan volgt, door het land trekt. Turkije heeft bewezen dat het krachtig kan optreden tegen mensensmokkel. In het gedetailleerde actieplan inzake migratie dat voorzitter Juncker op 5 oktober aan president Erdoğan heeft gepresenteerd, wordt een reeks concrete maatregelen uiteengezet voor steun aan vluchtelingen, migranten en gastgemeenschappen en voor een nauwere samenwerking ter voorkoming van irreguliere migratie. Er zijn zowel maatregelen voor de korte, de middellange als de lange termijn in opgenomen. De Commissie voert momenteel actieve besprekingen met de Turkse autoriteiten over de afronding van het actieplan.
De samenwerking met Turkije nam ook een belangrijke plaats in op de conferentie op hoog niveau over de route via het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan die op 8 oktober op initiatief van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter en het Luxemburgse voorzitterschap werd georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst is overeenstemming bereikt over een reeks praktische maatregelen voor een doeltreffendere samenwerking met partnerlanden langs deze route. Daarbij gaat het onder meer om hulp aan de eerste landen van asiel en de landen van doorreis, maar er is ook aandacht besteed aan de bredere kwesties, namelijk het aanpakken van de onderliggende oorzaken en mensensmokkel
.
De hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter voert een uitgebreide diplomatieke dialoog om een oplossing te vinden voor de crisis in Libië. De inspanningen van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN Bernardino Léon worden daarbij politiek en financieel ondersteund. Op 8 oktober heeft de speciale vertegenwoordiger de definitieve tekst van het politieke akkoord voor Libië aan de deelnemers van de politieke dialoog voorgelegd. Belangrijk is nu dat het akkoord door de betrokken partijen wordt goedgekeurd. De EU staat paraat om daarna spoedig aanzienlijke steun te verlenen aan de nieuwe regering van nationale eenheid, ten behoeve van de Libische bevolking. De Raad Buitenlandse Zaken heeft op 12 oktober conclusies dienaangaande aangenomen.
Op 7 oktober is de tweede fase van de militaire operatie van de EU in het zuidelijke Middellandse Zeegebied "EUNAVFOR MED - operatie Sophia" in internationale wateren gestart. Eerder werden de doelstellingen van de eerste fase bereikt (observatie van en onderzoek naar netwerken van mensensmokkelaars en -handelaars), waarbij werd bijgedragen tot de redding van meer dan 3 000 mensen. In het kader van de operatie zal nu op volle zee kunnen worden overgegaan tot het aan boord gaan, doorzoeken, in beslag nemen en afleiden van vaartuigen waarvan wordt vermoed dat zij voor mensensmokkel of -handel worden gebruikt. De operatie zal ervoor zorgen dat meer vermoedelijke mensensmokkelaars voor de rechter moeten verschijnen en is dan ook zeer belangrijk voor het verstoren van het werk van mensenhandelaars en -smokkelaars. Op 9 oktober is met resolutie 2240 van de VNVeiligheidsraad hiervoor belangrijke politieke goedkeuring verleend.
Onder leiding van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter heeft de Raad Buitenlandse Zaken op 12 oktober conclusies aangenomen over de Syrische crisis. Op basis van deze conclusies zal de EU zich nog meer inzetten voor de door de VN geleide internationale inspanningen met het oog op een politieke oplossing voor het conflict. De hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter onderhoudt actief contacten met belangrijke regionale en internationale actoren, waaronder Rusland, de Verenigde Staten, Saudi-Arabië, Iran, Turkije en Irak. De EDEO heeft maatregelen genomen om de politieke oppositie binnen en buiten Syrië als partij bij het overgangsproces te ondersteunen en om er verder toe bij te dragen dat de talrijke politieke en militaire actoren toenadering zoeken en zich achter een gemeenschappelijke strategie scharen. Op 7 en 9 september heeft de EDEO samen met de speciale gezant van de VN, Staffan de Mistura, uitvoerig overleg gepleegd met bemiddelaars uit met name Rusland, Iran, Egypte en Saudi-Arabië en met voor Syrië verantwoordelijke gezanten van de lidstaten. De EU is ook actief in een aantal werkgroepen die de kleine groep van de wereldwijde coalitie tegen Da'esh heeft ingesteld, met name op het gebied van stabilisatie, buitenlandse terroristische strijders en het tegengaan van terrorismefinanciering. De regionale strategie van de EU voor Syrië en Irak en de dreiging die uitgaat van Da'esh, wordt momenteel uitgevoerd.
Migratie was een van de hoofdthema's die de vertegenwoordigers van de EU-instellingen en de lidstaten tijdens de 70ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties eind september hebben besproken. Hierbij werd benadrukt dat de internationale gemeenschap proactiever en krachtiger moet optreden om de problemen met betrekking tot migratie en mobiliteit van personen aan te pakken, met name in verband met de Syrische vluchtelingencrisis.
Het EU-actieplan tegen migrantensmokkel dat in mei is voorgesteld, wordt nu uitgevoerd, en er vinden zowel binnen als buiten de EU rechtshandhavingsoperaties plaats. In Ethiopië en Niger worden bijvoorbeeld campagnes gestart om mensensmokkel bij de bron aan te pakken.
Een belangrijke mijlpaal voor de aanpak van migratiekwesties is de migratietop in Valetta op 11 en 12 november. De top wordt momenteel grondig voorbereid met de Afrikaanse partners. De EU en de Afrikaanse partners zullen op de top kunnen bewijzen dat zij in staat zijn concrete maatregelen te nemen om de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken, en dat zij een ordelijke, veilige, reguliere en verantwoordelijke migratie en mobiliteit van personen kunnen garanderen. Het is essentieel dat de EU de partners met financiële middelen en expertise ondersteunt en vertrouwen heeft in de samenwerking en gemeenschappelijke inspanningen. Om tot resultaten te komen moet een gemeenschappelijke inspanning worden gedaan voor een grote financiële bijdrage aan het EU-trustfonds voor Afrika (zie punt III).
Geboekte vooruitgang
|
Via een reeks bijeenkomsten op hoog niveau hebben de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter en commissarissen een impuls gegeven aan het nieuwe diplomatieke offensief inzake migratie.
De doelstellingen van de eerste fase van EUNAVFOR MED - operatie Sophia zijn bereikt.
|
Volgende stappen
|
Het actieplan met Turkije afronden.
Dialogen op hoog niveau van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter met Ethiopië, de Afrikaanse Unie en Somalië op 20 en 21 oktober.
Start van de tweede fase van EUNAVFOR MED - operatie Sophia.
Steun van de EU voor een nieuwe regering van nationale eenheid in Libië.
Meer hulp van de EU ter ondersteuning van de door de VN geleide internationale inspanningen voor een politieke oplossing voor het conflict in Syrië.
De migratietop in Valetta.
|
VI.Conclusie
De hierboven uiteengezette operationele en budgettaire maatregelen moeten ertoe bijdragen dat het migratiestelsel van de EU weer naar behoren functioneert, zodat de regels correct worden uitgevoerd en het stelsel solide genoeg is om de onvermijdelijke migratiepieken op te vangen. Het is van essentieel belang dat de situatie aan de buitengrens zich stabiliseert. De Commissie is dan ook van plan om voor het eind van het jaar voorstellen te doen voor de ontwikkeling van een volledig operationele Europese grens- en kustwacht, omdat zij onderkent dat de lidstaten meer steun moeten krijgen bij het beheer van de buitengrenzen van Europa.
Samenvatting van de specifieke conclusies
De lidstaten moeten snel een bijdrage leveren om tegemoet te komen aan de behoeften van de EU-agentschappen voor de uitvoering van de hotspots.
Italië en Griekenland moeten hun opvangcapaciteit verhogen.
De lidstaten moeten kennisgeving doen van hun opvangcapaciteit voor herplaatste personen.
De lidstaten moeten duidelijk aangeven hoeveel mensen zij vanaf nu tot aan het einde van het jaar zullen herplaatsen.
De lidstaten moeten de Commissie nu meedelen hoeveel personen zij de komende zes maanden zullen hervestigen en vanuit welk land.
De lidstaten moeten het EU-actieplan inzake terugkeer van de Commissie onverwijld uitvoeren, om tot een doeltreffend systeem voor terugkeer in de EU te komen.
De EU moet tegen eind 2015 in elf lidstaten Europese migratieverbindingsfunctionarissen inzetten.
De lidstaten moeten het EU-mechanisme voor civiele bescherming met een aanzienlijke bijdrage ondersteunen.
De lidstaten moeten voldoende middelen ter beschikking stellen voor de gezamenlijke Frontex-operaties Triton en Poseidon.
De lidstaten moeten een met de EU-financiering equivalente bijdrage leveren ter ondersteuning van het UNHCR, het Wereldvoedselprogramma en andere internationale organisaties, en aan het Trustfonds van de EU voor Syrië en het Trustfonds van de EU voor Afrika.
Het Europees Parlement en de Raad moeten het ontwerp van gewijzigde begroting voor 2016, als voorgesteld door de Commissie, goedkeuren.
De Commissie zal indien nodig de inbreukprocedures snel en doeltreffend voortzetten, om ervoor te zorgen dat het acquis inzake asiel en terugkeer volledig wordt nageleefd.
De Commissie zal tegen 30 november 2015 nagaan of alle voorwaarden zijn vervuld om de Europese Raad in december 2015 of maart 2016 de aanbeveling te doen te bevestigen dat de Dublinoverdrachten naar Griekenland kunnen worden hervat.
De Commissie zal haar advies afronden over de verlenging van de tijdelijke grenscontroles door Duitsland, Oostenrijk en Slovenië op basis van de Schengengrenscode.
De Commissie zal het actieplan met Turkije afronden.
|
Lijst van bijlagen
Bijlage 1: Tabel over de uitvoering van de prioritaire maatregelen
Bijlage 2: Griekenland – Stand van zaken op 11 oktober 2015
Bijlage 3: Italië – Stand van zaken op 11 oktober 2015
Bijlage 4: Kaart van de in Griekenland aangewezen hotspots
Bijlage 5: Kaart van de in Italië aangewezen hotspots
Bijlage 6: Uitvoering van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel
Bijlage 7: Financiële toezeggingen van de lidstaten ter ondersteuning van de behoeften op het gebied van migratie
Bijlage 8: Financiële steun aan de lidstaten uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid
Bijlage 9: De werking van de overnameovereenkomst tussen de EU en Pakistan in de periode 2012-2014