Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0682

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar

    /* COM/2014/0682 final - 2014/0318 (NLE) */

    52014PC0682

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar /* COM/2014/0682 final - 2014/0318 (NLE) */


    TOELICHTING

    1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Op basis van het mandaat van de Raad[1] heeft de Europese Commissie met Madagaskar onderhandeld over een verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen dit land en de Europese Gemeenschap. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 19 juni 2014 een ontwerp van het nieuwe protocol geparafeerd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van 4 jaar en gaat in op de in artikel 15 vastgestelde datum van voorlopige toepassing, i.e. op de datum van ondertekening van het protocol, maar niet eerder dan 1 januari 2015.

    Het protocol bij de overeenkomst is er in de eerste plaats op gericht om - voor zover van toepassing, binnen de grenzen van het beschikbare overschot - vangstmogelijkheden in het visserijgebied van Madagaskar toe te kennen aan de vaartuigen van de Europese Unie, met inachtneming van door de bevoegde regionale organisatie voor visserijbeheer, de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC), vastgestelde beheersmaatregelen. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een door externe deskundigen uitgevoerde ex post evaluatie.

    Het algemene doel bestaat erin om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar te verstevigen met het oog op de instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Malagassische visserijzone.

    Meer in het bijzonder voorziet het protocol in vangstmogelijkheden voor de volgende visserijen:

    · 40 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

    · 32 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van meer dan 100 BT,

    · 22 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van 100 BT of minder.

    De Commissie stelt op grond hiervan voor dat de Raad, met instemming van het Parlement, dit nieuwe protocol bij besluit goedkeurt.

    2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

    De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2013-2014. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is naar voren gekomen dat een visserijprotocol met Madagaskar behouden moet blijven.

    3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

    De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedures met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het protocol en met betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden over de EU-lidstaten.

    4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De jaarlijkse financiële tegenprestatie van 1 566 250 EUR in de eerste twee jaar van het protocol en van 1 487 500 EUR in de daaropvolgende twee jaar is gebaseerd op: a) een met een referentietonnage van 15 750 ton overeenstemmend jaarlijks bedrag van 866 250 EUR voor de eerste twee jaar van het protocol en van 787 500 EUR voor de daaropvolgende twee jaar voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar en b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar ten belope van 700 000 EUR per jaar. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer bepaald met de behoeften van Madagaskar op het gebied van de bestrijding van illegale visserij.

    2014/0318 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 5,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)       Op 15 november 2007 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 31/2008 betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar[2] goedgekeurd.

    (2)       De Raad heeft de Commissie gemachtigd om te onderhandelen over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst, waarbij aan de vaartuigen van de Europese Unie vangstmogelijkheden worden toegekend in de visserijzone waarover Madagaskar de jurisdictie heeft. Na afloop van die onderhandelingen is op 19 juni 2014 een ontwerp van het nieuwe protocol geparafeerd.

    (3)       Met het oog op de gegarandeerde hervatting van de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Unie is in artikel 15 van het nieuwe protocol bepaald dat het protocol met ingang van de datum van ondertekening ervan en ten vroegste op 1 januari 2015 voorlopig kan worden toegepast door elk van de partijen.

    (4)       In afwachting van de afronding van de voor de sluiting van dit nieuwe protocol vereiste procedures dient toestemming te worden gegeven voor de ondertekening en de voorlopige toepassing van dit protocol,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Namens de Unie wordt toestemming gegeven voor de ondertekening van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar, onder voorbehoud van de sluiting van dit protocol.

    De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    Het secretariaat-generaal van de Raad stelt de volmachtinstrumenten op die de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar van het protocol is (zijn) aangewezen, machtiging verlenen het protocol, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.

    Artikel 3

    Het protocol wordt met ingang van de datum van ondertekening ervan, maar niet eerder dan 1 januari 2015, voorlopig toegepast overeenkomstig artikel 15 van het protocol, in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan noodzakelijke procedures.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel,

                                                                           Voor de Raad

                                                                           De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.           KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

                  1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de geldende partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen.

                  1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

    11. – Maritieme zaken en visserij

    11.03 – Verplichte bijdragen aan regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) en andere internationale organisaties en duurzamevisserijovereenkomsten (DVO’s)

                  1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

    Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie.

                  1.4.    Doelstelling(en)

                  1.4.1  De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

    Het onderhandelen over en het sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen sluiten aan bij de algemene doelstelling, namelijk de EU-vissersvaartuigen toegang verlenen tot visserijzones onder de jurisdictie van derde landen en met die derde landen een partnerschap ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de EU-wateren te stimuleren.

    De partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij zorgen eveneens voor coherentie tussen de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de verbintenissen in het kader van andere Europese beleidslijnen (duurzame exploitatie van de visbestanden van derde landen, bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO), integratie van de partnerlanden in de wereldeconomie en een beter politiek en financieel visserijbeheer).

                  1.4.2  Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

    Specifieke doelstelling nr. 1

    Bijdragen tot een duurzame visserij in de wateren buiten de Europese Unie, de Europese aanwezigheid in de verre visserij handhaven en de belangen van de Europese visserijsector en de consument beschermen door het onderhandelen over en het sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met kuststaten, in samenhang met andere Europese beleidslijnen.

    Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

    Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten (begrotingsonderdeel 11.03.01)

                  1.4.3  Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

    Met de sluiting van het protocol worden de vangstmogelijkheden van de Europese vaartuigen in de visserijzone van de Republiek Madagaskar gehandhaafd.

    Via financiële steun (sectorale steun) voor de tenuitvoerlegging van op nationaal niveau door het partnerland vastgestelde programma's, met name op het gebied van controle en bestrijding van illegale visserij, draagt het protocol voorts bij tot een beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden.

                  1.4.4  Resultaat- en effectindicatoren

    Benutting van de vangstmogelijkheden (percentage gebruikte vismachtigingen ten opzichte van de door het protocol geboden mogelijkheden);

    verzameling en analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst;

    bijdrage aan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de EU en aan de stabilisering van de EU-markt (op geaggregeerd niveau met andere partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij);

    aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van de gemengde commissie.

                  1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

                  1.5.1  Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

    Het protocol voor de periode 2013-2014 loopt op 31 december 2014 af. Het nieuwe protocol zal volgens de planning met ingang van 1 januari 2015 voorlopig van toepassing zijn. Met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten wordt parallel aan de onderhavige procedure een procedure ingeleid voor de vaststelling door de Raad van een besluit betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het protocol.

    Op grond het nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de visserijactiviteiten van de EU-vloot in de visserijzone van Madagaskar en kunnen de Europese reders machtigingen aanvragen om in de visserijzone van dit land te vissen. Bovendien wordt met het nieuwe protocol de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar met het oog op het bevorderen van een duurzaam visserijbeleid versterkt. Met name voorziet het protocol in het volgen van de vaartuigen met VMS en in elektronische transmissie van vangstgegevens. Tot het moment dat de IT-systemen zullen kunnen worden ingezet, zal de frequentie van de transmissie van de vangst- en visserijinspanningsgegevens via de gebruikelijke kanalen worden opgevoerd. De sectorale steun is geïntensiveerd om Madagaskar te helpen haar internationale verbintenissen op het gebied van havenstaatcontrole na te komen.

                  1.5.2  Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

    Als de EU geen nieuw protocol sluit, kunnen er particuliere overeenkomsten worden gesloten, die voor het derde land niet zouden bijdragen tot een beter governancekader voor visserijactiviteiten en die dus minder garantie op een duurzame visserij zouden bieden. De EU hoopt tevens dat Madagaskar op grond van dit protocol doeltreffend met de EU zal blijven samenwerken, met name op het gebied van beheer van de visbestanden en bestrijding van illegale visserij.

                  1.5.3  Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    De onderbenutting van de vangstmogelijkheden die in het kader van het vorige protocol aan bepaalde segmenten van de Europese vloot waren toegewezen, heeft de partijen ertoe aangezet de vangstmogelijkheden voor de desbetreffende visserijen te verlagen. Het relatieve aandeel van de economische actoren van de Europese Unie in de bijdrage die aan het derde partnerland wordt betaald voor de toegang, is gestegen, terwijl het aandeel van de Europese Unie is gedaald, overeenkomstig het beginsel van het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid, dat ook is toegepast in andere protocollen waarover onlangs voor de Indische Oceaan is onderhandeld. De sectorale steun werd verhoogd met inachtneming van eerder uitgevoerde programma's en in het licht van de behoeften van de visserijautoriteiten van Madagaskar.

                  1.5.4  Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

    De middelen die in het kader van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij worden overgemaakt, vormen vrij besteedbare inkomsten in de begrotingen van de derde partnerlanden. Voorwaarde voor de sluiting en de follow-up van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij is evenwel dat een deel van deze middelen wordt geoormerkt voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van het sectorale beleid van het land. Deze financiële middelen zijn verenigbaar met financieringsbronnen van andere internationale geldschieters voor de uitvoering van projecten en/of programma's in de visserijsector op nationaal niveau.

                  1.6.    Duur en financiële gevolgen

    Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

         Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 01/01/2015 tot en met 31/12/2018.

         Financiële gevolgen vanaf 2015 tot en met 2018.

                  1.7.    Beheersvorm(en)

    Direct beheer door de Commissie

    via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegaties van de Unie

    2.           BEHEERSMAATREGELEN

                  2.1.    Regels inzake de monitoring en de verslaglegging

    De Commissie (DG MARE, in samenwerking met zijn attaché in Mauritius en de delegatie van de Europese Unie in Madagaskar) zal de uitvoering van dit protocol regelmatig toetsen, en daarbij met name kijken naar de benutting van de vangstmogelijkheden door de marktdeelnemers en naar de vangstgegevens.

    Voorts voorziet de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij in ten minste één jaarlijkse bijeenkomst van de gemengde commissie. Tijdens deze bijeenkomst bespreken de Commissie en het derde land de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en het protocol en passen zij de programmering en de financiële tegenprestatie zo nodig aan.

                  2.2.    Beheers- en controlesysteem

                  2.2.1  Geconstateerd(e) risico('s)

    Aan de invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst is een aantal risico's verbonden die met name betrekking hebben op de bedragen voor de financiering van het sectorale visserijbeleid (onderprogrammering). Tijdens de tenuitvoerlegging van het protocol voor de periode 2013-2014 hebben zich met Madagaskar geen problemen van die aard voorgedaan.

                  2.2.2  Controlemiddel(en)

    Er zal voortdurend over de programmering en de tenuitvoerlegging van het sectorale beleid worden gedialogeerd. De in artikel 6, lid 3, van het onderhavige protocol genoemde gezamenlijke analyse van de resultaten maakt eveneens deel uit van deze controlemiddelen.

    Voorts voorziet het protocol in specifieke bepalingen voor de opschorting ervan, onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden.

                  2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

    De Commissie zal streven naar politieke dialoog en permanent overleg met Madagaskar om het beheer van de overeenkomst te verbeteren en de bijdrage van de EU aan het duurzame beheer van de visbestanden te vergroten. Onder alle omstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij verricht, de normale begrotings- en financieringsvoorschriften en ‑procedures van de Commissie. Op grond hiervan moeten met name de bankrekeningen van de derde landen waarop de bedragen van de financiële tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd. In het kader van het onderhavige protocol moet de financiële tegenprestatie krachtens artikel 4, lid 4, worden overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij de centrale bank van Madagaskar.

    3.           GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

                  3.1.    Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

    Bestaande begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgaven || Bijdrage

    Nummer [Omschrijving………………………...……………] || GK/ NGK ([3]) || van EVA-landen[4] || van kandidaat-lidstaten[5] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

    2 || 11.0301 Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten (DVO) || GK || NEE || NEE || NEE || NEE

    Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

    (niet van toepassing)

                  3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven

                  3.2.1  Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

    in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

    Rubriek van het meerjarig financieel kader || Nummer 2 || Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen

    DG: MARE || || || Jaar N[6] 2015 || Jaar N+1 2016 || Jaar N+2 2017 || Jaar N+3 2018 || TOTAAL

    Beleidskredieten || || || || ||

    Nummer begrotingsonderdeel: 11.0301 || Vastleggingen || (1) || 1,566 || 1,566 || 1,488 || 1,488 || 6,108

    Betalingen || (2) || 1,566 || 1,566 || 1,488 || 1,488 || 6,108

    Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[7] || || || || ||

    Nummer begrotingsonderdeel: 11.010401 || || (3) || 0,042 || 0,042 || 0,042 || 0,092 || 0,218

    TOTAAL kredieten voor DG MARE || Vastleggingen || =1+3 || 1,608 || 1,608 || 1,530 || 1,580 || 6,326

    Betalingen || =2+3 || 1,608 || 1,608 || 1,530 || 1,580 || 6,326

    TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || 1,566 || 1,566 || 1,488 || 1,488 || 6,108

    Betalingen || (5) || 1,566 || 1,566 || 1,488 || 1,488 || 6,108

    ŸTOTAAL van de uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || 0,042 || 0,042 || 0,042 || 0,092 || 0,218

    TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 2 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 1,608 || 1,608 || 1,530 || 1,580 || 6,326

    Betalingen || =5+ 6 || 1,608 || 1,608 || 1,530 || 1,580 || 6,326

    Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken (niet van toepassing)

    TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || ||

    Betalingen || (5) || || || ||

    ŸTOTAAL van de uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || ||

    TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarig financieel kader (referentiebedrag) || Vastleggingen || =4+ 6 || || || ||

    Betalingen || =5+ 6 || || || ||

    Rubriek van het meerjarig financieel kader || 5 || "Administratieve uitgaven"

    in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

    || || || Jaar N[8] 2015 || Jaar N+1 2016 || Jaar N+2 2017 || Jaar N+3 2018 || TOTAAL

    DG MARE

    ŸPersonele middelen || 0,059 || 0,059 || 0,059 || 0,059 || 0,236

    ŸOverige administratieve uitgaven || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,040

    TOTAAL DG MARE || Kredieten || 0,069 || 0,069 || 0,069 || 0,069 || 0,276

    TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || (Totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 0,069 || 0,069 || 0,069 || 0,069 || 0,276

    in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

    || || || Jaar N[9] 2015 || Jaar N+1 2016 || Jaar N+2 2017 || Jaar N+3 2018 || TOTAAL

    TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || 1,677 || 1,677 || 1,599 || 1,649 || 6,602

    Betalingen || 1,677 || 1,677 || 1,599 || 1,649 || 6,602

    3.2.2      Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

    Vermeld doelstellingen en outputs || || Jaar N 2015 || Jaar N+1 2016 || Jaar N+2 2017 || Jaar N+2 2018 || TOTAAL

    OUTPUTS

    Soort output[10] || Gem. kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Totaal aantal outputs || Totale kosten

    SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 1[11] || || || || || || || || || ||

    - Toegang tot de visserijzone || Volume (ton) || N & N+1: 55 euro/t || 15 750 || 0,866 || 15 750 || 0,866 || 15.750 || 0,788 || 15 750 || 0,788 || 63 000 || 3,308

    N+2 & N+3: 50 euro/t

    - Sectorale steun || Jaarlijkse bijdrage || 0,300 || 1 || 0,700 || 1 || 0,700 || 1 || 0,700 || 1 || 0,700 || 4 || 2,800

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || 1,566 || || 1,566 || || 1,488 || || 1,488 || || 6,108

    TOTALE KOSTEN || || 1,566 || || 1,566 || || 1,488 || || 1,488 || || 6,108

                  3.2.3  Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

                            3.2.3.1 Samenvatting

    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

    || Jaar N[12] 2015 || Jaar N+1 2016 || Jaar N+2 2017 || Jaar N+3 2018 || TOTAAL

    RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || ||

    Personele middelen || 0,059 || 0,059 || 0,59 || 0,059 || 0,236

    Overige administratieve uitgaven || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,040

    Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0,069 || 0,069 || 0,069 || 0,069 || 0,276

    Buiten RUBRIEK 5[13] van het meerjarig financieel kader || || || || ||

    Personele middelen || 0,036 || 0,036 || 0,036 || 0,036 || 0,144

    Overige administratieve uitgaven || 0,006 || 0,006 || 0,006 || 0,056 || 0,074

    Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0,042 || 0,042 || 0,042 || 0,092 || 0,218

    TOTAAL || 0,111 || 0,111 || 0,111 || 0,161 || 0,494

    In de behoefte aan personeelsleden zal worden voorzien door personeelsleden van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn aangesteld en/of daartoe binnen het DG zijn herschikt, eventueel aangevuld met personele middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

                            3.2.3.2 Geraamde personeelsbehoeften

    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

    || Jaar N 2015 || Jaar N+1 2016 || Jaar N+2 2017 || Jaar N+3 2018

    Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) || || || ||

    || || || ||

    11 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 0,30 || 0,30 || 0,30 || 0,30

    11 01 01 02 (delegaties) || || || ||

    Extern personeel (in voltijdequivalent – VTE)[14] || || || ||

    11 01 02 01 (AC, END, INT van de totale financiële middelen) || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,15

    11 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || || || ||

    11 01 04 01 [15] || - zetel[16] || || || ||

    - delegaties || 0,25 || 0,25 || 0,25 || 0,25

    Ander begrotingsonderdeel (nader aan te geven) || || || ||

    TOTAAL || 0,7 || 0,7 || || 0,7

    11 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

    De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    Beschrijving van de uit te voeren taken:

    Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Beheer van de (her)onderhandelingen over de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij, en van de goedkeuring van het resultaat van de onderhandelingen door de instellingen; beheer van de lopende partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij, inclusief permanente financiële en operationele monitoring; beheer van de vergunningen. Desk officer DG MARE + eenheidshoofd of adjunct-eenheidshoofd + secretariaat: geraamd op ongeveer 0,45 VTE/jaar. Kost per eenheid                      132 000 EUR/jaar Berekening van de kosten: 0,45 persoon/jaar x 132 000 EUR/jaar Totale kosten               59 400 EUR => 0,059 mln. EUR

    Extern personeel || Monitoring van de tenuitvoerlegging van de sectorale steunverlening – arbeidscontractant in de delegatie (Mauritius): geraamd op ongeveer 0,25 VTE/jaar. Kost per eenheid                      145 000 EUR/jaar Berekening van de kosten:       0,25 VTE/jaar x 145 000 EUR/jaar Totale kosten               36 250 EUR => 0,036 mln. EUR

                  3.2.4  Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader.

                  3.2.5  Bijdrage van derden aan de financiering

    Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

                  3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

    [1]               Goedgekeurd door de Raad "Landbouw en visserij" op 14 april 2014.

    [2]               PB L 15 van 18.1.2008, blz. 1.

    [3]               GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

    [4]               EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

    [5]               Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan.

    [6]               Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

    [7]               Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

    [8]               Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

    [9]               Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

    [10]             Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).

    [11]             Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…".

    [12]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

    [13]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

    [14]             AC = arbeidscontractant (agent contractuel); AL = plaatselijk functionaris (agent local); END = gedetacheerd nationaal deskundige (expert national détaché); INT = uitzendkracht (intérimaire); JED = jonge deskundige in delegaties (jeune expert en délégation).

    [15]             Subplafonds voor uit beleidskredieten gefinancierd extern personeel (vroegere "BA"-onderdelen).

    [16]             Vooral voor de structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Visserijfonds (EVF).

    BIJLAGE

    Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële bijdrage in het kader van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar

    Artikel 1 Toepassingsgebied

    1.            Op grond van artikel 5 van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector worden de volgende vangstmogelijkheden toegekend:

    tonijn en tonijnachtigen (tonijn, boniet, koningsmakreel, marlijn, zwaardvis), daarmee geassocieerde soorten, en visserijen die onder het beheersmandaat van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) vallen, met uitzondering van:

    · bij internationale verdragen beschermde soorten,

    · soorten die op grond van een verbod van de IOTC noch volledig noch in delen aan boord mogen worden gehouden of mogen worden overgeladen, aangeland of opgeslagen, en met name de soorten van de familie der Alopiidae, der Sphyrnidae, alsmede

    · de volgende soorten: Cethorinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis en Carcharinus longimanus.

    · 40 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en

    · 32 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van meer dan 100 BT.

    · 22 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van 100 BT of minder.

    2.          Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 8 en 9 van dit protocol.

    Artikel 2

    Looptijd

    Dit protocol en de bijlage daarbij zijn van toepassing voor een periode van vier jaar vanaf de datum van voorlopige toepassing ervan.

    Artikel 3

    Beginselen en doelstellingen van dit protocol

    1.            De twee partijen verbinden zich ertoe verantwoorde visserij in de visserijzone van Madagaskar te bevorderen zonder daarbij onderscheid te maken tussen de verschillende in die zone vissende vloten. Alle in aanhangsel 2 van dit protocol gespecificeerde technische instandhoudingsmaatregelen die in het kader van de afgifte van de vismachtigingen gelden, zijn van toepassing op alle buitenlandse industriële vloten die in de visserijzone van Madagaskar onder vergelijkbare technische omstandigheden opereren als de vloten van de Europese Unie.

    2.            De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst ten uitvoer te leggen in overeenstemming met artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou inzake de essentiële elementen van die overeenkomst, i.e. de mensenrechten en de democratische beginselen van de rechtsstaat, en het fundamentele element van die overeenkomst, i.e. een goed openbaar bestuur, een duurzame ontwikkeling en een duurzaam en deugdelijk beheer van het milieu.

    Artikel 4 Financiële tegenprestatie

    1.            De in artikel 2 van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector bedoelde totale financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 2 bepaalde gehele periode, vastgesteld op 6 107 500 EUR.

    2.            Deze tegenprestatie bestaat uit:

    2.1.    een jaarlijks bedrag van 866 250 EUR voor de eerste twee jaar van het protocol en van 787 500 EUR voor de daaropvolgende twee jaar, wat overeenkomt met een referentietonnage, voor alle soorten tezamen, van 15 750 ton per jaar voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar, en

    2.2.    een specifiek jaarlijks bedrag van 700 000 EUR voor de ondersteuning en tenuitvoerlegging van het sectoraal beleid van Madagaskar op het gebied van de visbestanden en de visserij. De financiële tegenprestatie voor de sectorale steun wordt ter beschikking gesteld van het Ministerie van Visbestanden en Visserij.

    3.            Lid 1 is van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 5, 6, 8, 11 en 12 van dit protocol.

    4.            De in lid 2 gespecificeerde financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het Ministerie van Financiën van Madagaskar bij de Centrale Bank van Madagaskar en de gegevens van deze rekening worden door Madagaskar vóór aanvang van de voorlopige toepassing aan de Europese Unie meegedeeld en jaarlijks bevestigd.

    Artikel 5

    Betalingswijze van de financiële tegenprestatie voor de toegang

    1.            Indien de in artikel 1 bedoelde jaarlijkse vangsten in de visserijzone van Madagaskar, zoals aangegeven en gevalideerd voor de vissersvaartuigen van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling 1, van de bijlage bij dit protocol, hoger uitvallen dan de in artikel 4, lid 2.1, vermelde referentietonnage, wordt het bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie per extra gevangen ton verhoogd met 55 EUR in de eerste twee jaar en met 50 EUR in de laatste twee jaar van het protocol.

    2.            De Europese Unie mag jaarlijks voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in artikel 4, lid 2.1, vermelde bedrag voor het desbetreffende jaar. Indien vaartuigen van de Europese Unie in de visserijzone van Madagaskar meer vangen dan de met het dubbele van dit jaarlijkse bedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het daaropvolgende jaar betaald.

    3.            Voor het eerste jaar vindt de betaling van de financiële tegenprestatie voor de toegang van de vissersvaartuigen van de Europese Unie tot de visserijzone van Madagaskar uiterlijk 90 dagen na de in artikel 15 bedoelde voorlopige toepassing van het protocol plaats, en voor de daaropvolgende jaren uiterlijk op de datum waarop de voorlopige toepassing van dit protocol verjaart.

    4.            De benutting van het deel van de in artikel 4, lid 2.1, gespecificeerde financiële tegenprestatie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Madagaskar.

    Artikel 6 Tenuitvoerlegging en betaling van de sectorale steun

    1.            De gemengde commissie stelt uiterlijk drie maanden na aanvang van de voorlopige toepassing van dit protocol een meerjarig sectoraal programma vast dat in algemene zin tot doel heeft een verantwoorde en duurzame visserij in de visserijzone van Madagaskar te bevorderen conform de nationale visserijstrategie van Madagaskar.

    2.            De uitvoeringsbepalingen van dit meerjarige sectorale steunprogramma omvatten met name:

    2.1.    op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor de bestemming van het in artikel 4, lid 2.2, genoemde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie;

    2.2.    de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om tot een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten die Madagaskar in zijn nationale visserijbeleid en in het bijzonder in de nationale beheersstrategie voor de tonijnvisserij heeft gesteld, met name op het gebied van de ondersteuning van ambachtelijke en traditionele visserij, de monitoring, de controle en de bewaking bij visserijactiviteiten en meer in het bijzonder de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij), de versterking van de capaciteit voor het Malagassische onderzoek naar de visbestanden en van de capaciteit voor het beheer van de toegang tot en het gebruik van de mariene ecosystemen en visbestanden;

    2.3.    de criteria en de procedures, eventueel met inbegrip van financiële en begrotingsindicatoren, voor de jaarlijkse beoordeling van de behaalde resultaten.

    3.            De Malagassische autoriteiten geven elk jaar in een jaarverslag een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de activiteiten die met de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun ten uitvoer zijn gelegd. Dit verslag wordt door de gemengde commissie onderzocht. Daarnaast wordt in het verslag van het laatste jaar de balans opgemaakt van de tenuitvoerlegging van de sectorale steun voor de gehele looptijd van het protocol.

    4.            Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma moeten door de gemengde commissie worden goedgekeurd.

    5.            Het deel van de financiële bijdrage voor de sectorale steun wordt in jaarlijkse schijven betaald op basis van een door de gemengde commissie verrichte analyse van de resultaten van de sectorale steun, als bedoeld in de leden 3, 4 en 5 van dit artikel.

    6.            De Europese Unie kan de betaling van het in artikel 4, lid 2.2, van dit protocol bedoelde deel van de financiële bijdrage geheel of gedeeltelijk opschorten indien:

    6.1.    op grond van de door de gemengde commissie in het kader van lid 6 verrichte analyse de bereikte resultaten niet in overeenstemming zijn bevonden met de programmering van de gemengde commissie;

    6.2.    deze financiële tegenprestatie niet is benut.

    7.            Na een opschorting als bedoeld in punt 6 wordt de betaling van het deel van de financiële tegenprestatie voor sectorale steun pas hervat nadat beide partijen overleg hebben gepleegd en overeenstemming hebben bereikt en wanneer de resultaten van de sectorale steun in overeenstemming zijn met de programmering van de gemengde commissie. Het deel van de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun kan evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk zes maanden na het verstrijken van het protocol.

    Artikel 7  Wetenschappelijke samenwerking met het oog op verantwoorde visserij

    1.            De partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de visserijzone van Madagaskar en voor de onder de bevoegdheid van de IOTC vallende soorten en visserijen te bevorderen via wetenschappelijke samenwerking. De partijen verbinden zich ertoe de aanbevelingen en resoluties van de IOTC na te leven.

    2.            Gedurende de door dit protocol bestreken periode wisselen de Europese Unie en Madagaskar alle relevante wetenschappelijke informatie uit over de situatie van de visbestanden in de visserijzone van Madagaskar.

    3.            Gedurende de door dit protocol bestreken periode kunnen de partijen zo vaak als nodig een gemengde wetenschappelijke werkgroep bijeenroepen en belasten met de bestudering van wetenschappelijke kwesties die verband houden met de tenuitvoerlegging van dit protocol. Het mandaat, de samenstelling en de werking van deze gemengde wetenschappelijke werkgroep worden vastgesteld door de gemengde commissie.

    4.            Op basis van de aanbevelingen en resoluties van de IOTC en in het licht van de laatst beschikbare wetenschappelijke adviezen en, in voorkomend geval, van de conclusies van de gemengde wetenschappelijke werkgroep stelt de gemengde commissie maatregelen vast die gericht zijn op een duurzaam beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden en die van belang zijn voor de activiteiten van de vissersvaartuigen van de Unie.

    Artikel 8 Herziening van de vangstmogelijkheden en technische maatregelen in onderling overleg in de gemengde commissie

    1.            De gemengde commissie kan, in voorkomend geval na advies van de wetenschappelijke werkgroep, de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden herzien voor zover de aanbevelingen en resoluties van de IOTC bevestigen dat met een dergelijke herziening een duurzaam beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden gewaarborgd is.

    2.            De in artikel 4, lid 2.1, bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig aangepast pro rata temporis en het protocol en de bijlage daarbij worden dienovereenkomstig gewijzigd.

    3.            Zo nodig kan de gemengde commissie de bepalingen inzake de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de voorwaarden voor de toepassing van dit protocol en de bijlagen daarbij onderzoeken en in onderling overleg aanpassen.

    Artikel 9 Experimentele visserij

    1.            De gemengde commissie kan toestemming verlenen voor experimentele visserij in de Malagassische visserijzone om de technische haalbaarheid en de economische rendabiliteit van nieuwe visserijen te testen. Met het oog daarop en op verzoek van een van de twee partijen bepaalt de gemengde commissie de soorten, de voorwaarden en andere relevante parameters overeenkomstig de door de gemengde wetenschappelijke werkgroep omschreven voorwaarden.

    2.            De Europese Unie stelt de Malagassische autoriteiten in kennis van de machtigingsaanvragen voor experimentele visserij op basis van een technisch dossier dat de volgende gegevens bevat:

    · de technische kenmerken van het vaartuig;

    · de expertise inzake de betrokken visserij waarover de aan boord aanwezige officieren beschikken;

    · het voorstel betreffende de technische parameters van de experimentele visserij (duur, vistuig, exploratiegebieden enz.).

    3.            Machtigingen voor experimentele visserij hebben een looptijd van maximaal zes maanden. Voor dergelijke visserij wordt eventueel een door de Malagassische autoriteiten vastgestelde vergoeding betaald.

    4.            Tijdens de gehele periode van de experimentele visserij is een door Madaskar aangewezen wetenschappelijke waarnemer aan boord.

    5.            De in het kader van en tijdens de verkennende visserij gedane vangsten zijn eigendom van de reder.

    6.            De uitvoerige resultaten van de experimentele visserij worden aan de gemengde commissie meegedeeld. Indien de experimentele visserij volgens de gemengde commissie positieve resultaten heeft opgeleverd, kan Madagaskar voorstellen vangstmogelijkheden voor de nieuwe soorten aan de vloot van de Europese Unie toe te wijzen in het kader van een ander protocol.

    Artikel 10 Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij — Exclusiviteitsclausule

    1.            Vissersvaartuigen van de Europese Unie mogen slechts visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar uitoefenen indien zij voorkomen op de IOTC-lijst van erkende vissersvaartuigen en in het bezit zijn van een door de Malagassische autoriteiten in het kader van de partnerschapsovereenkomst en van dit protocol afgegeven vismachtiging.

    2.            De Malagassische autoriteiten mogen alleen in het kader van de partnerschapsovereenkomst en van dit protocol vismachtigingen aan vissersvaartuigen van de Europese Unie afgeven en het is verboden om buiten dit kader machtigingen, en met particuliere vergunningen, aan dergelijke vaartuigen af te geven.

    3.            Op de activiteiten van vissersvaartuigen van de Europese Unie die over een machtiging beschikken om in de wateren van Madagaskar te vissen, zijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Madagaskar van toepassing, tenzij in dit protocol en de bijlage ervan anders is bepaald.

    4.            Beide partijen stellen elkaar in kennis van alle wijzigingen in hun respectieve visserijbeleid en ‑wetgeving.

    Artikel 11 Opschorting

    1.            De tenuitvoerlegging van dit protocol, inclusief de betaling van de financiële tegenprestatie, kan unilateraal door een van de partijen worden opgeschort in geval van niet-naleving van de voorwaarden als bepaald in artikel 3 van de overeenkomst en in artikel 3 van dit protocol, alsook in de volgende gevallen en omstandigheden:

    1.1.    overmacht;

    1.2.    een ernstig en onopgelost geschil tussen de partijen over de interpretatie of tenuitvoerlegging van de overeenkomst en van dit protocol;

    1.3.    niet-betaling door de Europese Unie van de in artikel 4, lid 2.1, bedoelde financiële tegenprestatie om andere dan de in artikel 6 van dit protocol genoemde redenen.

    2.            Opschorting wegens niet-naleving van de in artikel 3, lid 2, van dit protocol vastgestelde voorwaarden is enkel toegestaan bij activering van de in artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou neergelegde overlegmechanismen in verband met een inbreuk op de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten als bedoeld in artikel 9 van die overeenkomst.

    3.            Wanneer de toepassing van het protocol om andere dan de in lid 2 van dit artikel genoemde redenen wordt opgeschort, meldt de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de opschorting.

    4.            De opschorting van het protocol om in lid 2 van dit artikel genoemde redenen is onmiddellijk na het besluit tot opschorting van toepassing.

    5.            Bij opschorting blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie pro rata temporis overeenkomstig verlaagd afhankelijk van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is opgeschort.

    6.            Alle activiteiten van de vissersvaartuigen van de Europese Unie in de visserijzone van Madagaskar worden opgeschort voor de gehele periode van opschorting.

    Artikel 12 Opzegging

    1.            In geval van opzegging van dit protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het protocol op te zeggen.

    2.            Beide partijen gaan met elkaar in onderhandeling zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden.

    Artikel 13 Vertrouwelijkheid van de gegevens

    1.            Madagaskar en de Europese Unie zien erop toe dat alle in het kader van de overeenkomst verkregen nominatieve gegevens over de vissersvaartuigen van de Europese Unie en hun visserijactiviteiten te allen tijde strikt worden behandeld overeenkomstig hun respectieve beginselen van vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens.

    2.            De partijen zien erop toe dat alleen de geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten in de Malagassische visserijzone openbaar worden gemaakt, overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van de IOTC.

    3.            Gegevens die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd, mogen door de bevoegde autoriteiten uitsluitend worden gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en voor visserijbeheer, ‑monitoring, -controle en -bewaking.

    Artikel 14 Elektronische gegevensuitwisseling

    1.            Madagaskar en de Europese Unie verbinden zich ertoe de nodige IT-systemen voor de elektronische uitwisseling van alle met de tenuitvoerlegging van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten zo snel mogelijk in te voeren. Voor elke elektronische uitwisseling wordt een ontvangstbewijs opgesteld.

    2.            De elektronische vorm van een document wordt op ieder moment als gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd.

    3.            Madagaskar en de Europese Unie stellen elkaar onverwijld in kennis van iedere storing van een IT-systeem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende informatie en documentatie wordt dan automatisch vervangen door de papieren versie ervan.

    Artikel 15 Voorlopige toepassing

    Het protocol is voorlopig van toepassing met ingang van de datum van de ondertekening ervan, maar niet eerder dan met ingang van 1 januari 2015.

    Artikel 16 Inwerkingtreding

    Dit protocol treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.

    BIJLAGE

    Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij in de visserijzone van Madagaskar door vaartuigen van de Europese Unie

    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    1.            Aanwijzing van de bevoegde autoriteit

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt met elke verwijzing naar een bevoegde autoriteit van de Europese Unie (EU) of de Republiek Madagaskar (Madagaskar), tenzij anders bepaald, het volgende bedoeld:

    1.1.    voor de EU: de Europese Commissie, in voorkomend geval via de delegatie van de EU in Madagaskar;

    1.2.    voor de Republiek Madagaskar: het Ministerie van Visbestanden en Visserij.

    2.            Vismachtiging

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt met de term vismachtiging hetzelfde bedoeld als met de term vergunning ("licence") als gedefinieerd in de wetgeving van Madagaskar.

    3.            Visserijzone van Madagaskar

    3.1.    Onder Malagassische visserijzone wordt verstaan: de delen van de Malagassische wateren waarin vissersvaartuigen van de Europese Unie op grond van een machtiging van Madagaskar visserijactiviteiten mogen uitoefenen.

    3.1.1.  De geografische coördinaten van de visserijzone van Madagaskar en van de basislijnen zijn te vinden in aanhangsel 3 bij de bijlage van dit protocol.

    3.1.2.  De overeenkomstig de geldende Malagassische wetgeving voor visserij verboden gebieden, zoals de nationale parken, de beschermde mariene gebieden en de zones waar de visbestanden zich voortplanten, worden vermeld in aanhangsel 4.

    3.2.    Alle bepalingen van het protocol en de bijlage zijn uitsluitend van toepassing binnen de grenzen van de in aanhangsel 3 aangegeven visserijzone van Madagaskar, op voorwaarde dat tevens de volgende bepalingen worden nageleefd:

    3.2.1.  De EU-vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en voor de visserij met de drijvende beug mogen hun visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren buiten 20 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen.

    3.2.2.  Rond de door de Malagassische vissers gebruikte verankerde visaantrekkende constructies wordt een beschermingszone van 3 zeemijl ingesteld, waartoe EU-vaartuigen geen toegang hebben. Madagaskar stelt de EU in kennis van de positie van de verankerde visaantrekkende constructies buiten 17 zeemijl en vermeldt deze op de aan de EU-vaartuigen afgegeven vismachtigingen.

    3.2.3.  In de zones van de Leven-bank en de Castor-bank, waarvan de coördinaten zijn vermeld in aanhangsel 4, zijn uitsluitend ambachtelijke en traditionale Malagassische visserijactiviteiten toegestaan.

    4.            Aanwijzing van een gemachtigde agent

    EU-reders die voornemens zijn in het kader van dit protocol een vismachtiging aan te vragen, moeten worden vertegenwoordigd door een in Madagaskar verblijvende gemachtigde agent.

    5.            Automatische incasso van de betalingen van de reders

    Madagaskar stelt de EU vóór de datum van voorlopige toepassing van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekening van het Ministerie van Financiën waarop de financiële bedragen ten laste van de EU-reders in het kader van de overeenkomst moeten worden overgemaakt. De aan de bankoverdrachten verbonden kosten zijn voor rekening van de reders.

    6.            Contact

    De contactgegevens die in het kader van de tenuitvoerlegging van dit protocol voor beide partijen van belang zijn, zijn opgenomen in aanhangsel 9.

    HOOFDSTUK II

    Vismachtigingen

    1.            Voorwaarden voor de afgifte van een vismachtiging – in aanmerking komende vaartuigen

    De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde vismachtigingen worden afgegeven op voorwaarde dat het vaartuig is ingeschreven in het register van vissersvaartuigen van de Europese Unie en voorkomt op de lijst van erkende vissersvaartuigen van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC). Bovendien mag voor de kapitein of het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van de visserij in de visserijzone van Madagaskar gelden.

    2.            Aanvraag van een visvergunning

    2.1.    De EU dient bij Madagaskar voor elk vaartuig dat op grond van de overeenkomst wil vissen, elektronisch een vismachtigingsaanvraag in, met een kopie aan de EU-delegatie in Madagaskar.

    2.2.    De aanvragen worden ingediend overeenkomstig het in aanhangsel 1 van deze bijlage opgenomen formulier.

    2.3.    Elke eerste vismachtigingsaanvraag en elke aanvraag in verband met een wijziging van de technische kenmerken van het betrokken vaartuig moeten vergezeld gaan van:

    · het bewijs van betaling van het geanticipeerde forfaitaire visrecht voor de geldigheidsduur van de vismachtiging;

    · een recente kleurenfoto van het vaartuig (zijaanzicht) van ten minste 15 x 10 cm;

    · in voorkomend geval een door de bevoegde autoriteit van de EU afgegeven sanitair erkennings- of registratieattest voor het vaartuig.

    2.4.    Voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken niet zijn gewijzigd, gaat de aanvraag tot verlenging van een vismachtiging in het kader van het huidige protocol uitsluitend vergezeld van het bewijs van betaling van het geanticipeerde forfaitaire visrecht.

    3.          Visrecht en geanticipeerd forfaitair visrecht

    3.1.    De visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, uitgedrukt in EUR per ton in de visserijzone van Madagaskar gevangen vis, worden als volgt vastgesteld:

    · 60 EUR/ton voor de eerste twee jaar van toepassing van het protocol;

    · 70 EUR/ton voor de laatste twee jaar van toepassing van het protocol.

    3.2.    De vismachtigingen worden afgegeven na overmaking van de volgende geanticipeerde forfaitaire visrechten aan de bevoegde nationale autoriteiten:

    voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

    · 11 400 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 190 ton per jaar, in de eerste twee jaar van toepassing van het protocol;

    · 13 300 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 190 ton per jaar, in de laatste twee jaar van toepassing van het protocol;

    voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van meer dan 100 BT:

    · 3 600 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 60 ton per jaar, in de eerste twee jaar van toepassing van het protocol;

    · 4 200 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 60 ton per jaar, in de laatste twee jaar van toepassing van het protocol;

    voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van 100 BT of minder:

    · 2 400 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 40 ton per jaar, in de eerste twee jaar van toepassing van het protocol;

    · 2 800 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 40 ton per jaar, in de laatste twee jaar van toepassing van het protocol.

    3.3.    De forfaitaire visrechten omvatten alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van de havengelden, de rechten voor aanlanding, de rechten voor overlading en de kosten van geleverde diensten.

    4.            Afgifte van de vismachtiging

    4.1.    Na ontvangst van de in punt 2 bedoelde vismachtigingsaanvragen, heeft Madagaskar 20 werkdagen de tijd om de vismachtigingen af te geven voor alle vissersvaartuigen van de Europese Unie waarvan de aanvraag in overeenstemming wordt bevonden met de punten 2.2, 2.3 en 2.4.

    4.2.    Madagaskar zendt originele vismachtigingen onmiddellijk via de EU-delegatie in Madagaskar toe aan de reders of hun gemachtigde agent.

    4.3.    Aan de EU-delegatie en aan de reders of hun gemachtigde agent wordt elektronisch een kopie van de vismachtiging toegezonden. Die aan boord gehouden kopie is geldig gedurende een periode van maximaal 60 kalenderdagen na de datum van afgifte van de vismachtiging. Na die periode moet de originele vismachtiging aan boord worden gehouden.

    5.          Overdracht van de vismachtiging

    5.1.    De vismachtiging wordt voor een specifiek vaartuig afgegeven en is niet overdraagbaar.

    5.2.    In geval van aangetoonde overmacht, zoals verlies of langdurige immobilisatie van een vaartuig vanwege ernstige technische averij, kan de vismachtiging van een bepaald vaartuig op verzoek van de EU echter worden vervangen door een nieuwe machtiging op naam van een ander vaartuig van dezelfde categorie als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten hoeven te worden betaald.

    5.3.    In dat geval worden de totale vangsten van beide vaartuigen in de visserijzone van Madagaskar opgeteld om eventuele aanvullende betalingen te bepalen.

    5.4.    De reder van het te vervangen vaartuig of diens gemachtigde agent zendt de geannuleerde vismachtiging via de EU-delegatie in Madagaskar terug aan het VCC van Madagaskar.

    5.5.    De nieuwe vismachtiging gaat in op de datum waarop de geannuleerde vismachtiging aan het Malagassische VCC wordt terugbezorgd. De EU-delegatie wordt in kennis gesteld van de overdracht van de vismachtiging.

    6.          Geldigheidsduur van de vismachtiging

    6.1.    De vismachtigingen worden opgesteld voor een jaarlijkse periode.

    6.2.    De looptijd van de vismachtigingen kan worden verlengd.

    6.3.    Indien de voorlopige toepassing niet op 1 januari 2015 aanvangt, wordt voor de bepaling van het begin van de geldigheidsduur van de vismachtigingen onder jaarlijkse periode verstaan:

    · in het eerste jaar van toepassing van het protocol de periode tussen de datum waarop het protocol voorlopig van toepassing wordt en 31 december van hetzelfde jaar;

    · vervolgens elk volledig kalenderjaar;

    · in het laatste jaar van toepassing van het protocol de periode tussen 1 januari en de datum waarop het protocol afloopt.

    7.            Aan boord mee te nemen documenten

    Tijdens het verblijf in de wateren van Madagaskar of in een haven van Madagaskar moeten de vissersvaartuigen te allen tijde de volgende documenten aan boord hebben:

    · de originele vismachtiging (indien dit origineel nog niet beschikbaar is, wordt in afwachting daarvan de in punt 4.3 van dit hoofdstuk bedoelde kopie van de vismachtiging gedurende een periode van 60 kalenderdagen als rechtsgeldig beschouwd);

    · het vaarbewijs van het vaartuig of een gelijkwaardig document dat door de autoriteiten van de vlaggenstaat is afgegeven;

    · het capaciteitsplan van het vaartuig in de vorm van bijgewerkte tekeningen of beschrijvingen van de indeling van het vissersvaartuig, en met name het aantal visruimen, met vermelding van de opslagcapaciteit in kubieke meter.

    8.            Ondersteuningsvaartuigen

    8.1.    Op verzoek van de EU en na onderzoek door de Malagassische autoriteiten machtigt Madagaskar de vissersvaartuigen van de Europese Unie met een vismachtiging zich te laten bijstaan door ondersteuningsvaartuigen.

    8.2.    De ondersteuningsvaartuigen moeten de vlag van een EU-lidstaat voeren en mogen niet voor de visvangst zijn uitgerust. Bijtanken en overlading van de vangsten worden niet als ondersteuning beschouwd.

    8.3.    De in dit hoofdstuk bedoelde procedure voor toezending van de vismachtigingsaanvragen geldt ook voor de ondersteuningsvaartuigen, voor zover deze procedure op deze vaartuigen toepasselijk is. Madagaskar stelt de lijst van gemachtigde ondersteuningsvaartuigen op en deelt deze onverwijld mee aan de EU.

    8.4.    De rechten voor ondersteuningsvaartuigen bedragen 3 500 EUR per jaar.

    HOOFDSTUK III

    Technische instandhoudingsmaatregelen

    1.            Vissersvaartuigen van de Europese Unie die in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen, leven alle technische instandhoudingsmaatregelen, de resoluties en aanbevelingen van de IOTC en de toepasselijke vigerende Malagassische wetgeving na.

    2.            In de technische notities in aanhangsel 2 van deze bijlage worden per visserijcategorie de voor de visserijzone, het vistuig en de bijvangsten geldende technische instandhoudingsmaatregelen voor EU-vissersvaartuigen met een vismachtiging vastgesteld.

    3.            Tijdens de visserijactiviteiten in de Malagassische visserijzone wordt het gebruik van visserijhulpmiddelen die het gedrag van over grote afstanden trekkende soorten veranderen en met name de concentratie van deze soorten in de nabijheid van of onder het visserijhulpmiddel stimuleren, beperkt tot drijvende, natuurlijke vis aantrekkende voorzieningen (FAD's) en drijvende, kunstmatige, ecologisch genoemde FAD's die zo zijn ontworpen, zijn gebouwd en worden gebruikt dat incidentele vangsten van walvisachtigen, haaien en schildpadden door middel van het visserijhulpmiddel worden vermeden. Deze visserijhulpmiddelen moeten zijn gemaakt van biologisch afbreekbaar materiaal. De hier bedoelde drijvende kunstmatige FAD's worden uitgezet en gebruikt in overeenstemming met de resoluties en aanbevelingen van de IOTC terzake.

    HOOFDSTUK IV

    Deel 1

    Regeling inzake de vangst- en inspanningsaangiften

    1.            Visserijlogboek

    1.1.    De kapitein van een vissersvaartuig van de Europese Unie dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een visserijlogboek bij dat in overeenstemming is met de toepasselijke resoluties van de IOTC voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug en voor vaartuigen voor de zegenvisserij.

    1.2.    Het visserijlogboek wordt door de kapitein ingevuld voor elke dag waarop het vaartuig in de visserijzone van Madagaskar aanwezig is.

    1.3.    De kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt aangeduid met de FAO-drielettercode) in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de nulvangsten, de bijvangsten en de teruggeworpen hoeveelheden.

    1.4.    Het visserijlogboek wordt leesbaar ingevuld, in blokletters, en ondertekend door de kapitein.

    1.5.    De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de in het visserijlogboek vermelde gegevens.

    2.            Vangstaangiften

    2.1.    De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig door toezending aan Madagaskar van de tijdens de aanwezigheid in de visserijzone van Madagaskar ingevulde visserijlogboeken.

    2.2.    In afwachting van de invoering van het in punt 3 van dit deel bedoelde elektronische communicatiesysteem worden de visserijlogboeken als volgt ingediend:

    2.2.1.  wanneer een haven van Madagaskar wordt aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek aan de plaatselijke vertegenwoordiger in Madagaskar bezorgd, die een schriftelijke ontvangstbevestiging afgeeft;

    2.2.2.  wanneer het vaartuig de Malagassische visserijzone verlaat zonder eerst een Malagassische haven aan te doen, wordt het origineel van elk visserijlogboek

    · onverwijld gescand per e-mail naar de door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar meegedeelde e-mailadressen gestuurd;

    of indien dat niet mogelijk is,

    · per fax naar het door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar meegedeelde nummer, of

    · uiterlijk 7 werkdagen na aankomst in elke andere haven en in geen geval later dan 15 werkdagen na het verlaten van de Malagassische visserijzone, via een postbericht dat naar het het in aanhangsel 9 vermelde adres wordt verzonden.

    2.3.    De kapitein doet de EU en de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat een kopie van alle visserijlogboeken toekomen. De kapitein verzendt eveneens een kopie van alle visserijlogboeken:

    · naar USTA (Unité statistique thonière d'Antsiranana)

    en tevens naar een van de volgende wetenschappelijke instellingen:

    · IRD (Institut de recherche pour le développement);

    · IEO (Instituto Español de Oceanografía);

    · IPMA (Instituto Português do Mar e da Atmosféra).

    2.4.    Wanneer het vaartuig tijdens de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar de visserijzone van Madagaskar, geeft dit aanleiding tot een nieuwe vangstaangifte.

    2.5.    Worden de bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Madagaskar de vismachtiging van het betrokken vaartuig opschorten totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en de reder de sanctie opleggen waarin de geldende Malagassische wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Madagaskar de verlenging van de vismachtiging weigeren.

    2.6.    Madagaskar stelt telkens wanneer het aan de reder meedeelt welke sanctie het in dit verband heeft opgelegd, ook de EU daarvan in kennis.

    3.            Inbedrijfstelling van een elektronisch systeem voor de melding van visserijgegevens (ERS)

    De twee partijen komen overeen gebruik te maken van een elektronisch systeem voor de melding van visserijgegevens dat is gebaseerd op de richtsnoeren in aanhangsel 8. De partijen streven ernaar het systeem binnen zes maanden na het begin van de voorlopige toepassing van dit protocol operationeel te maken.

    4.            Kwartaal- en jaaraangiften van vangsten en van visserijinspanningen

    4.1.    Kwartaalaangiften

    4.1.1.  Indien het in punt 3 van dit deel bedoelde elektronische systeem voor de melding van visserijgegevens niet operationeel is, deelt de EU Madagaskar vóór het einde van de derde maand van elk kwartaal voor elke in dit protocol vastgestelde categorie de vangst- en inspanningsgegevens (aantal zeedagen) voor de maanden van het voorgaande kwartaal mee volgens het modelformulier in aanhangsel 5 van deze bijlage.

    4.1.2.  Deze geaggregeerde gegevens uit de visserijlogboeken worden als voorlopig beschouwd totdat de EU een jaarlijkse eindafrekening van de vangsten en inspanningen meedeelt.

    4.2.    Jaaraangiften

    4.2.1.  Voor alle vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en alle vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug die in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen, stelt de EU per soort en per maand een jaarlijkse vangst- en inspanningsaangifte (aantal zeedagen) vast op basis van de door de nationale overheidsinstanties van de vlaggenstaten gevalideerde vangstgegevens en na analyse door de bovengenoemde EU-instituten voor het onderzoek naar de visbestanden in de vorm van kruiscontroles van de beschikbare gegevens in de visserijlogboeken, de aanlandingsaangiften, de verkoopdocumenten en in voorkomend geval de wetenschappelijke waarnemingsverslagen.

    4.2.2.  De door de EU-instituten voor het onderzoek naar de visbestanden gehanteerde methodologie voor de analyse van de omvang en de samenstelling van de vangsten in de visserijzone van Madagaskar wordt gedeeld met de Unité Statistique Thonière d'Antisaranana, het VCC van Madagaskar en de Direction de la Statistique et de la Programmation van het Ministerie van Visbestanden en Visserij van Madagaskar.

    5.            Afrekening van de visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

    5.1.    Op basis van de in punt 4.2 van dit deel bedoelde jaarlijkse vangst- en inspanningsaangiften stelt de EU voor elk EU-vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen en voor elk EU-vaartuig voor de visserij met de drijvende beug dat het voorgaande jaar in de visserijzone van Madagaskar mocht vissen, een eindafrekening vast van de visrechten die het vaartuig verschuldigd is voor het visseizoen van het voorgaande kalenderjaar.

    5.2.    De EU dient de jaarlijkse vangst- en inspanningsaangifte en de eindafrekening van de visrechten bij Madagaskar ter bevestiging in vóór 31 juli van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vangsten zijn gedaan.

    5.3.    Madagaskar stelt de EU in kennis van de ontvangst van deze aangiften en die afrekening en kan de EU om een nadere toelichting vragen.

    5.3.1.  In dat geval neemt de EU contact op met de overheidsdiensten van de vlaggenstaten en met de bevoegde nationale EU-instellingen en verschaft zij Madagaskar binnen 20 werkdagen de gevraagde aanvullende informatie.

    5.3.2.  In voorkomend geval kan een speciale vergadering van de wetenschappelijke werkgroep worden belegd waarvoor vertegenwoordigers van de bevoegde nationale instellingen van de EU en van Madagaskar worden uitgenodigd en waar de vangstgegevens en de voor de kruiscontroles van informatie gebruikte methoden worden onderzocht.

    5.4.    Madagaskar kan de jaarlijkse vangst- en inspanningsaangifte en de eindafrekening van de visrechten op basis van bewijsstukken betwisten binnen een termijn van 30 werkdagen na de in punt 5.3 van dit deel bedoelde datum van kennisgeving.

    5.4.1.  Bij verschil van mening plegen de partijen overleg in de gemengde commissie.

    5.4.2.  Als er geen betwisting is en deze termijn is verstreken, beschouwen de partijen de jaarlijkse vangst- en inspanningsaangifte en de eindafrekening van de visrechten als goedgekeurd.

    5.5.    Valt de eindafrekening hoger uit dan het voor de vismachtiging overgemaakte geanticipeerde forfaitaire visrecht, dan maakt de reder het saldo uiterlijk op 30 september van het lopende jaar aan Madagaskar over. Is het bedrag van de eindafrekening lager dan het geanticipeerde forfaitaire visrecht, dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.

    Deel 2

    Binnenvaren en verlaten van de visserijzone van Madagaskar

    1.            De kapiteinen van de vissersvaartuigen van de Europese Unie die in het kader van dit protocol actief zijn in de visserijzone van Madagaskar, stellen de bevoegde autoriteiten van Madagaskar ten minste drie uur van tevoren in kennis van hun voornemen om de visserijzone van Madagaskar binnen te varen of te verlaten.

    2.            De kapiteinen van de vaartuigen die hun voornemen om de Malagassische visserijzone binnen te varen of te verlaten meedelen, moeten onverminderd deel 2 van aanhangsel 8 terzelfder tijd ook opgave doen van hun positie en de geschatte hoeveelheden van elke gevangen en reeds aan boord aanwezige soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal stuks. Deze mededelingen moeten per e-mail, per fax of per radiobericht worden toegezonden aan de in aanhangsel 9 vermelde adressen.

    3.            De Malagassische autoriteiten bevestigen per e-mail dat zij de elektronische mededeling hebben ontvangen.

    4.            Vaartuigen die hun aanwezigheid niet bij het VCC van Madagaskar hebben gemeld en bij de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, worden beschouwd als vaartuigen zonder vismachtiging en kunnen worden bestraft volgens de vigerende Malagassische wetgeving.

    5.            Het e-mailadres, de fax- en telefoonnummers en de radiocoördinaten van het VCC van Madagaskar worden bij de vismachtiging gevoegd.

    6.            Madagaskar brengt de EU en de betrokken vaartuigen onverwijld op de hoogte van elke wijziging in het e-mailadres, het faxnummer of de radiofrequentie.

    Deel 3

    Overlading en aanlanding

    1.            Elke vorm van overlading op zee is verboden.

    2.            Nadat het VCC van Madagaskar daarvoor vooraf toestemming heeft gegeven, mag een overlading in de wateren van Madagaskar in een daartoe aangewezen Malagassische haven plaatsvinden onder toezicht van visserijinspecteurs van Madagaskar.

    3.            De aangewezen vissershavens waar overlading in Madagaskar is toegestaan, zijn Antsiranana (voor vaartuigen voor de visserij met de zegen) en Toliary, Ehoala, Toamasina en Mahajanga (voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug).

    4.            De reder van een vissersvaartuig van de Europese Unie, of diens vertegenwoordiger, die in een Malagassische haven wil aanlanden of overladen, stelt het VCC en terzelfderijd de havenautoriteit van Madagaskar ten minste 72 uur van tevoren in kennis van:

    · de naam en het nummer waarmee het vissersvaartuig dat zal aanlanden of overladen, staat ingeschreven in het vissersvaartuigenregister van de IOTC;

    · de haven van aanlanding of overlading en, in voorkomend geval, de naam van het vrachtschip;

    · de verwachte datum en het verwachte tijdstip van aanlanding of overlading;

    · de hoeveelheid van elke over te laden of aan te landen soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren;

    · de bestemming van de overgeladen of aangelande vangsten.

    5.            Na onderzoek van de in punt 4 van dit deel vermelde gegevens verleent het VCC van Madagaskar binnen 24 uur na de kennisgeving aan de reder of aan diens vertegenwoordiger toestemming voor overlading of aanlanding.

    6.            Overladen en aanlanden worden beschouwd als het verlaten van de visserijzone van Madagaskar. In dit verband zijn de bepalingen van deel 2 van dit hoofdstuk van toepassing.

    7.            Na de aanlanding of overlading deelt de reder of diens vertegenwoordiger mee of het voornemen bestaat om de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar voort te zetten of om de visserijzone van Madgaskar te verlaten.

    8.            Een overlading of aanlanding die niet met de punten 1 tot en met 7 van dit deel in overeenstemming is, is verboden in de visserijzone van Madagaskar. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende wetgeving van Madagaskar voorziet.

    9.            Overeenkomstig de toepasselijke IOTC-resolutie worden de bijvangsten van EU-vaartuigen voor de visserij met de zegen die in een haven van Madagaskar aanlanden, zoveel mogelijk beschikbaar gesteld aan plaatselijke verwerkingsbedrijven tegen plaatselijke marktprijzen. Op verzoek van de reders van vissersvaartuigen van de Europese Unie verstrekken de regionale departementen van het Ministerie van Visbestanden en Visserij van Madagaskar een lijst met contactgegevens van de plaatselijke verwerkingsbedrijven.

    10.          De EU-vaartuigen voor de tonijnvisserij die vrijwillig hun vangsten in een haven van Madagaskar aanlanden, krijgen een korting van 5 EUR per ton in de visserijzone van Madagaskar gevangen vis op het in hoofdstuk II, punt 3.1, van deze bijlage vermelde visrecht voor de visserijcategorie waartoe het betrokken vaartuig behoort. Worden de visserijproducten aan een visverwerkingsfabriek van Madagaskar verkocht, dan wordt een extra korting van 5 EUR per ton toegekend.

    Deel 4

    Satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS)

    1.            Positieberichten van vaartuigen – VMS-systeem

    1.1.    Vissersvaartuigen van de Europese Unie met een vismachtiging zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System — VMS) dat hun positie ieder uur automatisch meedeelt aan het visserijcontrolecentrum (VCC) van hun vlaggenstaat.

    1.2.    Elk positiebericht is opgesteld volgens het model in aanhangsel 7 bij deze bijlage en bevat:

    · de identificatiegegevens van het vaartuig;

    · de laatste geografische positie van het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 500 meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %;

    · de datum en het tijdstip van de registratie van de positie;

    · de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig.

    1.3.    De eerste na het binnenvaren van de Malagassische visserijzone geregistreerde positie wordt aangeduid met de code "ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code "POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van de visserijzone van Madagaskar geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de code "EXI".

    1.4.    Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkt en, in voorkomend geval, elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten moeten op een beveiligde manier worden geregistreerd en drie jaar lang worden bewaard.

    2.            Melding van positieberichten bij uitval van het VMS-systeem

    2.1.    De kapitein vergewist zich ervan dat het VMS-systeem van zijn vaartuig te allen tijde volledig operationeel is en dat de positieberichten correct worden doorgestuurd naar het VCC van de vlaggenstaat.

    2.2.    EU-vaartuigen met een defect VMS-systeem mogen de visserijzone van Madagaskar niet binnenvaren.

    2.3.    Bij uitval na het binnenvaren van de Malagassische visserijzone wordt het VMS-systeem van het vaartuig binnen vijftien dagen hersteld of vervangen. Lukt dat niet binnen die termijn, dan mag het vaartuig niet langer in de visserijzone van Madagaskar vissen.

    2.4.    Vaartuigen die met een defect VMS-systeem in de Malagassische visserijzone vissen, versturen hun positieberichten ten minste om de vier uur per e-mail, radiobericht of fax naar het VCC van de vlaggenstaat en van Madagaskar overeenkomstig punt 1.2 van dit deel.

    3.            Beveiligde verzending van de positieberichten aan Madagaskar

    3.1.    Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het VCC van Madagaskar. De VCC's van de vlaggenstaat en van Madagaskar wisselen hun e-mailadres uit en stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere wijziging daarvan.

    3.2.    De verzending van de positieberichten tussen de VCC's van de vlaggenstaat en Madagaskar geschiedt elektronisch via een beveiligd communicatiesysteem.

    3.3.    Het VCC van Madagaskar stelt het VCC van de vlaggenstaat en de Europese Unie in kennis van iedere onderbreking in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een vismachtiging dat niet heeft gemeld dat het de visserijzone zou verlaten.

    4.            Slechte werking van het communicatiesysteem

    4.1.    Madagaskar verzekert zich ervan dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die van het VCC van de vlaggenstaat en stelt de Europese Unie onmiddellijk in kennis van elk probleem bij de transmissie en de ontvangst van positieberichten met als doel zo snel mogelijk een technische oplossing te vinden.

    4.2.    Eventuele geschillen worden door de gemengde commissie beslecht.

    4.3.    De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor iedere bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die tot doel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen. Inbreuken worden bestraft met de in de geldende wetgeving van Madagaskar vastgestelde sancties.

    5.            Wijziging van de frequentie van de positieberichten

    5.1.    Op basis van gefundeerde aanwijzingen voor een overtreding kan het VCC van Madagaskar bij het VCC van de vlaggenstaat een verzoek, met kopie aan de EU, richten om het interval voor het versturen van de positieberichten van een vaartuig voor een bepaalde onderzoeksperiode te verlagen tot dertig minuten.

    5.2.    Het VCC van Madagaskar moet deze stavingselementen overleggen aan het VCC van de vlaggenstaat en aan de EU.

    5.3.    Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten onmiddellijk volgens de nieuwe frequentie door naar het VCC van Madagaskar.

    5.4.    Het VCC van Madagaskar stelt het VCC van de vlaggenstaat en de EU onmiddellijk in kennis van het einde van de inspectieprocedure.

    5.5.    Aan het einde van de onderzoeksperiode stelt het VCC van Madagaskar het VCC van de vlaggenstaat en de Europese Unie in kennis van de eventuele follow-up.

    6.            Geldigheid van het VMS-bericht bij geschillen

    Alleen door het VMS-systeem geleverde positiegegevens zijn geldig bij geschillen tussen de partijen.

    Deel 5

    Waarnemers

    1.            Waarneming van de visserijactiviteiten

    1.1.    Beide partijen erkennen het belang van het nakomen van de verplichtingen van de toepasselijke IOTC-resoluties met betrekking tot het programma van wetenschappelijke waarnemers.

    1.2.     Om de naleving van deze resoluties te waarborgen, zijn de bepalingen inzake waarnemers als volgt:

    1.2.1.  Op verzoek van de Malagassische autoriteiten nemen de vissersvaartuigen van de Europese Unie die in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen, een aantal waarnemers aan boord dat overeenkomt met 10 % van het totale aantal schepen met een vismachtiging per visserijcategorie, als bedoeld in hoofdstuk I.

    1.2.2.  De waarnemers hebben tot taak op de toepassing van de in punt 1.1 bedoelde IOTC-resoluties toe te zien en wetenschappelijke gegevens te verzamelen die de bevoegde Malagassische nationale instelling of door de gemengde wetenschappelijke werkgroep nodig hebben.

    1.2.3.  De waarnemers worden aangewezen door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar.

    1.3.    Op vaartuigen met een tonnage van 100 BT of minder zijn de bepalingen van dit deel niet van toepassing.

    2.            Aangewezen vaartuigen en waarnemers

    2.1.    Bij afgifte van de vismachtigingen wordt door Madagaskar een lijst opgesteld en, in voorkomend geval, bijgewerkt van vaartuigen die zijn geselecteerd om een waarnemer aan boord te nemen, zulks met inachtneming van het bepaalde in punt 1.2.2.

    2.2.    Madagaskar zendt deze lijst onmiddellijk na de opstelling of bijwerking ervan per e-mail naar de EU. Als een van de aangewezen vaartuigen vanwege veiligheidsvoorschriften, en met name die welke verband houden met piraterij, aantoonbaar te weinig ruimte heeft, passen de Europese Unie en Madagaskar de lijst van geselecteerde vaartuigen op grond daarvan aan, zulks onverminderd het bepaalde in punt 1.2.1.

    2.3.    Zodra de lijst van vaartuigen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen, definitief vaststaat, brengt Madagaskar de reders of hun gemachtigde agent van de schepen die tijdens hun aanwezigheid in de visserijzone van Madagaskar een waarnemer aan boord moeten nemen, daarvan gelijktijdig op de hoogte.

    2.4.    Zodra de Malagassische autoriteiten samen met de reder van het geselecteerde vaartuig de inschepingsdatum overeenkomstig punt 7.2 van dit deel hebben vastgesteld, stelt Madagaskar de EU en de betrokken reder of diens gemachtigde agent in kennis van de naam en de contactgegevens van de aangewezen waarnemer.

    2.5.    Madagaskar stelt de EU en de betrokken EU-reders of hun vertegenwoordiger van elke wijziging met betrekking tot de aangewezen vaartuigen en waarnemers onverwijld in kennis overeenkomstig de punten 2.1 en 2.3 van dit deel.

    2.6.    Madagaskar en de EU trachten, in samenwerking met de andere kuststaten in het zuidwestelijke deel van de Indische Oceaan, tot een gecoördineerde regionale tenuitvoerlegging van de waarnemingsprogramma's, met name op initiatief van de IOTC, te komen.

    2.7.    Een vissersvaartuig van de Europese Unie dat overeenkomstig punt 2.1 is aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen, is van die verplichting vrijgesteld indien er al een waarnemer aan boord is die daar gedurende de gehele geplande periode verblijft, mits die waarnemer:

    · is erkend in het kader van een regionaal waarnemingsprogramma waarbij Madagaskar en de EU partij zijn, of

    · aan boord is genomen in het kader van verplichtingen die gelijkwaardig zijn aan de in punt 1.2.2 van dit deel bedoelde verplichtingen en aan de verplichtingen uit hoofde van andere partnerschapsovereenkomsten voor duurzame visserij tussen de Europese Unie en andere kuststaten in het zuidwestelijke deel van de Indische Oceaan,

    · aan het bepaalde in de punten 1.2.1 en 8 van dit deel kan voldoen en het VCC van Madagaskar in kennis kan stellen van het resultaat van zijn waarnemingen tijdens de aanwezigheid van het vaartuig in de visserijzone van Madagaskar.

    2.8.    De waarnemer blijft niet langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om zijn taken te verrichten.

    3.            Financiële bijdrage van de reders

    3.1.    Onverminderd de gecoördineerde regionale waarnemersprogramma's als bedoeld in punt 2.6 van dit deel, betaalt de reder voor elke waarnemer die door Madagaskar is aangewezen om aan boord van een vissersvaartuig van de Europese Unie te worden genomen, een bijdrage van 20 EUR per dag dat de waarnemer aan boord is. Dit bedrag komt ten goede aan het door het Malagassische VCC beheerde waarnemersprogramma.

    3.2.    De kosten van inscheping en ontscheping tussen de haven waar de Malagassische waarnemer aan boord of van boord gaat en diens woonplaats in Madagaskar komen ten laste van de reder.

    4.            Loon van de waarnemer

    Het loon en de sociale premies voor de door Madagaskar aangewezen waarnemer zijn voor rekening van de autoriteiten van Madagaskar.

    5.            Voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer

    5.1.    De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer, en met name de duur van zijn aanwezigheid aan boord, worden in onderling overleg tussen de reder of zijn gemachtigde agent en Madagaskar vastgesteld.

    5.2.    De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de technische structuur van het vaartuig.

    5.3.    De kosten van het verblijf en de maaltijden van de waarnemer aan boord van het vaartuig zijn voor rekening van de reder.

    5.4.    De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer te waarborgen.

    5.5.    De waarnemer beschikt over alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein van het vaartuig zorgt ervoor dat de waarnemer toegang heeft tot de communicatiemiddelen, tot de documenten aan boord, tot de documenten die verband houden met de visserijactiviteiten van het vaartuig, en met name het visserijlogboek, het verwerkingslogboek en het navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van zijn taken.

    6.            Taken van de waarnemer

    Gedurende zijn volledige verblijf aan boord:

    · zorgt de waarnemer ervoor dat hij de visserijactiviteiten niet onderbreekt of hindert;

    · gaat hij zorgvuldig om met de goederen en installaties aan boord;

    · bewaart de waarnemer geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.

    7.            Inscheping en ontscheping van de waarnemer

    7.1.    De waarnemer gaat in een door de reder gekozen haven aan boord.

    7.2.    De reder of zijn vertegenwoordiger stelt Madagaskar tien dagen vóór het aan boord nemen van de de waarnemer in kennis van de datum, het tijdstip en de haven van inscheping. Indien de waarnemer in een ander land aan boord gaat, zijn de reis- en doorreiskosten (met inbegrip van de kosten van verblijf en maaltijden) tot de haven van inscheping voor rekening van de reder.

    7.3.    Als de waarnemer zich niet binnen twaalf uur na de vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die waarnemer aan boord te nemen. Het vaartuig mag de haven dan verlaten en zijn visserijactiviteiten aanvangen.

    7.4.    Indien de waarnemer niet in een haven van Madagaskar van boord gaat, komen de reis- en doorreiskosten tot zijn Malagassische woonplaats (met inbegrip de kosten van verblijf en maaltijden) voor rekening van de reder.

    7.5.    Indien het vaartuig zich niet op het afgesproken tijdstip in een vooraf vastgestelde haven bevindt om een waarnemer aan boord te nemen, komen de kosten die ontstaan doordat de waarnemer in de haven moet wachten (verblijf en maaltijden), ten laste van de reder.

    7.6.    Indien het vaartuig niet opdaagt, kan Madagaskar de vismachtiging van dat vaartuig opschorten en de in de geldende wetgeving van Madagaskar vastgestelde sancties toepassen, tenzij het om een aan het VCC gemeld geval van overmacht gaat. In dit laatste geval komt de reder met de Malagassische autoriteiten een nieuwe datum overeen waarop de waarnemer aan boord wordt genomen, en mag het vaartuig geen visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar verrichten totdat de waarnemer daadwerkelijk aan boord gaat. Madagaskar stelt de EU en de reder onverwijld in kennis van de maatregelen die in het kader van dit punt zijn genomen.

    8.            Taken van de waarnemer

    8.1.    De waarnemer verricht de volgende taken:

    8.1.1.  Hij verzamelt alle informatie over de visserijactiviteit van het vaartuig, en met name informatie over:

    · het gebruikte vistuig;

    · de positie van het vaartuig tijdens de visserijactiviteit;

    · de hoeveelheden of, in voorkomend geval, het aantal exemplaren voor elke gevangen doelsoort en daarmee geassocieerde soort, alsook voor de bijvangsten en incidenteel gevangen soorten;

    · de geraamde vangsten die aan boord zijn gehouden en die welke zijn teruggeworpen.

    8.1.2.  Hij neemt biologische monsters in het kader van wetenschappelijke programma's.

    8.2.    Tijdens de activiteiten van het vaartuig in de visserijzone van Madagaskar deelt de waarnemer zijn waarnemingen dagelijks mee per radiobericht, fax of e-mail en geeft hij daarbij ook de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op, en voert hij ook eventuele andere taken in opdracht van het Malagassische VCC uit.

    9.            Verslag van de waarnemer

    9.1.    Alvorens het vaartuig te verlaten, legt de waarnemer de kapitein van het vaartuig een verslag van zijn waarnemingen voor. De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het verslag van de waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer en door de kapitein, die een kopie van dat verslag ontvangt. Wanneer de kapitein het waarnemersverslag weigert te ondertekenen, schrijft hij in dat verslag de redenen van die weigering, met de vermelding "weigert te ondertekenen".

    9.2.    De waarnemer zendt zijn verslag toe aan het VCC van Madagaskar, dat binnen 15 werkdagen na het van boord gaan van de waarnemer een kopie doet toekomen aan de EU.

    Deel 6

    Inspectie op zee en in de haven

    1.            Vissersvaartuigen van de Europese Unie met een vismachtiging worden op zee of in de haven, op de kade of op de rede in de visserijzone van Madagaskar geïnspecteerd door vaartuigen en inspecteurs van Madagaskar die voor de controle van de visserij zijn beëdigd.

    2.            Alvorens aan boord te gaan, stellen de inspecteurs van Madagaskar de kapitein van het vissersvaartuig van de Europese Unie in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De inspectie wordt verricht door de visserijinspecteurs zelf. Vóór de inspectie moeten de inspecteurs hun identiteit en hun kwalificatie aantonen en aangeven wat hun opdracht is.

    3.            De inspecteurs blijven niet langer aan boord van de vissersvaartuigen van de Europese Unie dan nodig is om de inspectietaken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading.

    3.1.    Madagaskar kan vertegenwoordigers van de EU toestaan om als waarnemer aan de inspectie deel te nemen.

    3.2.    De kapitein van het vissersvaartuig van de Europese Unie faciliteert het aan boord gaan en de werkzaamheden van de inspecteurs.

    3.3.    Aan het eind van elke inspectie stellen de inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het vissersvaartuig van de Europese Unie mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het vissersvaartuig van de Europese Unie. Wanneer de kapitein het inspectieverslag weigert te ondertekenen, schrijft hij in het inspectieverslag de redenen van die weigering, met de vermelding "weigert te ondertekenen".

    3.4.    De inspecteurs overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het vissersvaartuig van de Europese Unie alvorens het vaartuig te verlaten. Madagaskar zendt uiterlijk acht werkdagen nadat de inspecteurs weer aan land zijn gegaan, een kopie van het inspectieverslag aan de EU, onverminderd de bepalingen van deel 7, punt 1, van deze bijlage.

    Deel 7

    Inbreuken

    1.            Behandeling van inbreuken

    1.1.    Van elke inbreuk die in de visserijzone van Madagaskar is gepleegd door een EU-vissersvaartuig met een vismachtiging overeenkomstig deze bijlage en die het voorwerp is van een inbreukkennisgeving, is in een inspectieverslag melding gemaakt.

    1.2.    Bij een inbreuk die in de visserijzone van Madagaskar door een EU-vissersvaartuig is gepleegd, wordt de kennisgeving van de inbreuk en de aan de kapitein of het visserijbedrijf opgelegde sancties rechtstreeks aan de reder toegezonden overeenkomstig de in de geldende wetgeving van Madagaskar vastgestelde procedures.

    1.3.    Een kopie van het inspectieverslag en van de inbreukkennisgeving wordt door Madagaskar binnen 72 uur aan de EU elektronisch toegezonden.

    1.4.    De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tegen de vastgestelde inbreuk onverlet.

    2.            Aanhouding van het vaartuig – Informatiebijeenkomst

    2.1.    Indien ten aanzien van een EU-vissersvaartuig een inbreuk wordt vastgesteld, kan dit vaartuig, als de geldende Malagassische wetgeving daarin voorziet, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en zich, wanneer het zich op zee bevindt, naar een haven van Madagaskar te begeven.

    2.2.    Madagaskar stelt de Europese Unie binnen 24 uur elektronisch in kennis van de aanhouding van een EU-vissersvaartuig. De kennisgeving vermeldt de reden voor de aanhouding en/of de opbrenging en gaat vergezeld van bewijsmateriaal betreffende de betrokken inbreuk.

    2.3.    Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein, de bemanning of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen voor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt Madagaskar binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig een informatiebijeenkomst waarop de feiten die tot de aanhouding van het vaartuig hebben geleid, worden toegelicht en de eventuele verdere stappen worden uiteengezet. Aan deze informatiebijeenkomst kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat en van de reder van het vaartuig deelnemen.

    3.            Vervolging van de inbreuk – Schikkingsprocedure

    3.1.    De op de geconstateerde inbreuk toe te passen sanctie wordt door Madagaskar overeenkomstig de bepalingen van de geldende Malagassische wetgeving vastgesteld.

    3.2.    Wanneer voor de afhandeling van de inbreuk een gerechtelijke procedure vereist is, wordt vóór de inleiding daarvan en voor zover de inbreuk geen strafbaar feit inhoudt, getracht een schikking tussen de Malagassische autoriteiten en het EU-vaartuig tot stand te brengen waarin de aard en de hoogte van de sanctie worden bepaald. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk 72 uur na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten.

    3.3.    Een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vissersvaartuig en van de Europese Unie kan aan deze schikkingsprocedure deelnemen.

    4.            Gerechtelijke procedure – Bankgarantie

    4.1.    Indien geen minnelijke schikking tot stand komt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft gepleegd, een bankgarantie bij een door Madagaskar opgegeven bank ter hoogte van een door Madagaskar vast te stellen bedrag dat de kosten van de aanhouding, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt vrijgegeven wanneer de gerechtelijke procedure is voltooid.

    4.2.    Na het vonnis wordt de bankgarantie vrijgegeven en zo snel mogelijk aan de reder terugbetaald:

    · in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt opgelegd;

    · ten bedrage van het saldo, wanneer de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie.

    4.3.    Madagaskar stelt de Europese Unie binnen acht dagen na het vonnis in kennis van de resultaten van de gerechtelijke procedure.

    5.            Vrijgave van het vaartuig en de bemanning

    Het vaartuig en de bemanning mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld.

    Deel 8

    Samenwerking op het gebied van bewaking ter bestrijding van IOO-visserij

    1.            Doelstelling

    Om de bewaking van de visserij op volle zee en de bestrijding van de IOO-visserij te intensiveren, worden de kapiteins van de vissersvaartuigen van de Europese Unie aangemoedigd vissersvaartuigen in de visserijzone van Madagaskar te signaleren die niet voorkomen op de IOTC-lijst of op de Malagassische lijst van buitenlandse vaartuigen die in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen.

    2.            Procedure

    2.1.    Kapiteins van EU-vissersvaartuigen die een vissersvaartuig waarnemen dat mogelijk IOO-visserijactiviteiten uitoefent, mogen zoveel mogelijk gegevens over deze waarneming verzamelen.

    2.2.    Deze informatie wordt onverwijld en gelijktijdig toegezonden aan het VCC van Madagaskar en aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat van het vaartuig van waar de waarneming is verricht. Zodra deze bevoegde autoriteiten de desbetreffende informatie  hebben ontvangen, sturen zij deze elektronisch door naar de EU.

    2.3.    De EU stuurt deze op haar beurt door naar Madagaskar.

    3.            Wederkerigheid

    Indien Madagaskar beschikt over waarnemingsverslagen over vissersvaartuigen die mogelijk IOO-visserijactiviteiten in de Malagassische visserijzone uitoefenen, zendt het deze verslagen zo spoedig mogelijk aan de EU toe.

    HOOFDSTUK V

    Aanmonstering van zeelieden

    1.            De reders van de vissersvaartuigen van de Europese Unie die in het kader van dit protocol actief zijn, streven ernaar onderdanen van Madagaskar of, indien dat niet mogelijk is, van andere ACS-landen aan te monsteren voor de visserij in de visserijzone van Madagaskar. Het aantal Malagassische zeelieden dat op elk vissersvaartuig van de Europese Unie wordt aangemonsterd, bedraagt minimaal twee voor vaartuigen voor de visserij met de zegen en minimaal één voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 BT.

    2.            Reders die het in punt 1 genoemde minimumaantal aan te monsteren Malagassische zeelieden niet halen, betalen een forfaitair bedrag van 20 EUR per dag per niet-aangemonsterde zeeman.

    3.            De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die op vissersvaartuigen van de Europese Unie zijn aangemonsterd. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, om de erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en om de bestrijding van discriminatie in arbeid en beroep.

    4.            De arbeidsovereenkomsten van de Malagassische zeelieden, waarvan de bevoegde Malagassische autoriteiten en de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Op grond van deze overeenkomsten zijn de zeelieden overeenkomstig de geldende Malagassische wetgeving aangesloten bij de op hen van toepassing zijnde socialezekerheidsregeling, met inbegrip van een levens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

    5.            De gage van de Malagassische zeelieden komt ten laste van de reder. De gage moet in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers worden vastgesteld. De bezoldigingsvoorwaarden voor de zeelieden mogen echter niet ongunstiger zijn dan die welke in Madagaskar gelden, en evenmin onder de IAO-normen liggen.

    6.            De door reders van vissersvaartuigen van de Europese Unie aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Indien de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren.

    7.            De kosten van inscheping of ontscheping tussen de haven waar de Malagassische zeeman aan boord of van boord gaat en diens woonplaats in Madagaskar komen ten laste van de reder.

    LIJST VAN AANHANGSELS

    Aanhangsel 1  – Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

    Aanhangsel 2  – Technische notitie

    Aanhangsel 3  – Coördinaten (lengte- en breedtegraden) van de visserijzone van Madagaskar

    Aanhangsel 4 – Geografische coördinaten van de zone waar uitsluitend Malagassische ambachtelijke en traditionele visserijactiviteiten zijn toegestaan

    Aanhangsel 5 - Modelformulier voor kwartaalaangifte van voorlopige vangsten en visserijinspanningen

    Aanhangsel 6 – Formulier voor de aangifte van het binnenvaren en verlaten van de visserijzone

    Aanhangsel 7 - Formaat van het VMS-positiebericht

    Aanhangsel 8 – Richtsnoeren voor het gebruik van het elektronische systeem voor de verzending van gegevens over visserijactiviteiten (ERS-systeem - Electronic Recording and Reporting System)

    Aanhangsel 9 – Contactgegevens van Madagaskar

    Aanhangsel 1  – Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

    Ministerie van Visbestanden en Visserij van de Republiek Madagaskar

    Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij

    Madagaskar – Europese Unie

    Aanvraag van een vismachtiging

    I - AANVRAGER

    1.     Naam van de reder: .................................................................    Nationaliteit:.....................................

    2.     Adres van de reder: ..............................................................................................................................

    3.     Naam van de unie of van de producentenorganisatie van de reder: .........................................................

    4.     Adres van de unie of van de producentenorganisatie van de reder: .........................................................

    5.     Telefoon:…......................................        Fax: ........................................           E-mail: ……............…………

    6.     Naam van de gemachtigde agent: .........................................................................................................

    7.     Adres van de gemachtigde agent: .........................................................................................................

    8.     Telefoon:…......................................        Fax: ...............................      E-mail: ………………...........…………

    9.     Naam van de kapitein: ....................................... Nationaliteit: …………. E-mail:…………….…...…..

    II - VAARTUIG EN IDENTIFICATIE

    1.     Naam van het vaartuig: ........................................................................................................................

    2.     Vlaggenstaat:…....................................................................................................................................

    3.     Extern registratienummer: ………….....................................................................................................

    4.     Haven van registratie: …………………. MMSI: ...............................................IMO-nummer:…..….…

    5.     Vaart onder de huidige vlag sinds: ........../........./........ Vroegere vlag (indien van toepassing): …….…...

    6.     Bouwjaar en constructieplaats van het vaartuig: ...../..…/........… te………………………….................... Radioroepnaam: ……………………..

    7.     Radiofrequentie: …………................ Satelliettelefoonnummer: ……………………..…………...………

    8.     Materiaal van de romp:         Staal ¨ Hout ¨ Polyester ¨        Andere ¨ ……………………………...

    III - TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET VAARTUIG EN UITRUSTING

    1.     Lengte over alles: : ................................. Breedte: ................................. Diepgang: ............................

    2.     Brutotonnage (BT): ..................................            Nettotonnage: ……………….……………………………

    3.     Vermogen van de hoofdmotor in kW: ................. Merk: ............................ Type: …………..................

    4.     Vaartuigtype: ¨Vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen        ¨Ondersteuningsvaartuig

    Naam (namen) en extern(e) registratienummer(s) van het (de) vaartuig(en) voor de tonijnvisserij met de zegen waaraan het ondersteunings­vaartuig is verbonden:

                                                                                                    ……..…………………………

                                                                                                    ………………..………………

                            ¨ Vaartuig voor de visserij met de drijvende beug > 100 BT                                        ¨ Vaartuig voor de visserij met de drijvende beug ≤ 100 BT

    5.     Vistuig: ..............................................................................................................................................

    6.     Visserijzones: ……………………….……………………………………………………………………...

    7.     Doelsoorten: …………………………………………………………………………………………………

    8.     Voor aanlandingsverrichtingen aangewezen haven: ………………………….….…………………………

    9.     Totale bemanning aan boord: ...............................................................................................................

    10.   Conserveringsmethode aan boord: Vers ¨        Koelen ¨           Gemengd ¨       Invriezen ¨

    11.   Invriescapaciteit per 24 uur (in ton): ........................ Capaciteit van de ruimen: ...............          Aantal: ….....

    12.        VMS-transponder:

                Fabrikant: ............................... Model: ………………….  Serienummer: ……………………………

                Versie software: ...........................................  Satellietexploitant: ……………………………………

    Ondergetekende verklaart dat de gegevens in deze aanvraag juist zijn en te goeder trouw zijn verstrekt.

               

    Gedaan te ..............................................., op ......................................

    Handtekening van de aanvrager ...................................................................

    Aanhangsel 2 – TECHNISCHE NOTITIE

    1 - Technische instandhoudingsmaatregelen 1.1.       Visserijzone

    Buiten 20 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen. In aanhangsel 3 aangeduide visserijzone. Rond de nationale verankerde visaantrekkende constructies moet een beschermingszone van 3 mijl in acht worden genomen. Op de Leven- bank en de Castor-bank, waarvan de coördinaten zijn vermeld in aanhangsel 4, zijn uitsluitend Malagassische ambachtelijke en traditionele visserijactiviteiten toegestaan.

    1.2.       Toegestaan vistuig

    Zegen Drijvende beug

    1.3.       Toegestane soorten

    Tonijn en tonijnachtigen (tonijn, boniet, koningsmakreel, marlijn, zwaardvis), daarmee geassocieerde soorten, en visserijen die onder het beheersmandaat van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) vallen, met uitzondering van: § bij internationale verdragen beschermde soorten, § soorten die op grond van een verbod van de IOTC noch volledig noch in delen aan boord mogen worden gehouden of mogen worden overgeladen, aangeland of opgeslagen, en met name de soorten van de familie der Alopiidae, der Sphyrnidae, alsmede § de volgende soorten: Cethorinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis en Carcharinus longimanus. EU-vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug die in het kader van dit protocol mogen vissen, mogen samen met de tonijnen en tonijnachtigen in de onder het beheersmandaat van de IOTC vallende visserij niet meer dan 250 ton haaien per jaar vangen in de visserijzone van Madagaskar. Bij overschrijding van deze maximumhoeveelheid wordt de visserij op haaien gesloten overeenkomstig de desbetreffende toepasselijke wetgeving van de partijen. De kapiteinen van de vaartuigen treffen dan de nodige maatregelen om alle incidentele vangsten van elasmobranchii te vermijden.

    1.4        Bijvangsten

    Inachtneming van de IOTC-aanbevelingen

    2 - Door de reder te betalen visrechten /vangstequivalent:

    Door de reder te betalen visrechten per ton gevangen vis || 60 EUR/ton voor de eerste twee jaar van toepassing van het protocol 70 EUR/ton voor de laatste twee jaar van toepassing van het protocol

    Jaarlijkse geanticipeerde forfaitaire visrechten reders || 11 400 EUR/jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen voor de eerste twee jaar en 13 300 EUR/jaar voor de laatste twee jaar, voor 190 ton 3 600 EUR/jaar per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug > 100 BT voor de eerste twee jaar en 4 200 EUR/jaar voor de laatste twee jaar, voor 60 ton 2 400 EUR/jaar per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug ≤ 100 BT voor de eerste twee jaar en 2 800 EUR/jaar voor de laatste twee jaar, voor 40 ton

    Aantal vaartuigen dat mag vissen || 40 vaartuigen voor de zegenvisserij 32 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug > 100 BT 22 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug ≤ 100 BT

    3– Andere

    Rechten per ondersteuningsvaartuig: 3 500 EUR per vaartuig

    Zeelieden: Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: ten minste 2 voor de visreis in de visserijzone van Madagaskar aangemonsterde zeelieden hebben de Malagassische nationaliteit. Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: ten minste 1 voor de visreis in de visserijzone van Madagaskar aangemonsterde zeeman heeft de Malagassische nationaliteit. De reders spannen zich in om bovenop dit aantal extra zeelieden met de Malagassische nationaliteit in dienst te nemen.

    Waarnemers: § Op verzoek van de autoriteiten van Madagaskar nemen de EU-vissersvaartuigen een waarnemer aan boord; het is de bedoeling dat 10 % van de vaartuigen met visvergunning voor de visserijzone van Madagaskar door een waarnemer worden bezocht. Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van 100 BT of minder hoeven echter deze verplichting niet na te komen. § De reder wordt verzocht om voor elk vaartuig dat een waarnemer aan boord neemt, een bijdrage van 20 EUR per dag dat de waarnemer aan boord is, te betalen. Dit bedrag komt ten goede aan het door het VCC beheerde waarnemersprogramma.

    Aanhangsel 3  – Coördinaten (lengte- en breedtegraden) van de visserijzone van Madagaskar

    Punt || LatDD || LonDD || || LatitudeString || LongitudeString

    1 || -10,3144 || 49,4408 || || 10° 18' 52" S || 049° 26' 27" E

    2 || -11,0935 || 50,1877 || || 11° 05' 37" S || 050° 11' 16" E

    3 || -11,5434 || 50,4776 || || 11 32' 36" S || 050° 28' 39" E

    4 || -12,7985 || 53,2164 || || 12° 47' 55" S || 053° 12' 59" E

    5 || -14,0069 || 52,7392 || || 14° 00' 25" S || 052° 44' 21" E

    6 || -16,1024 || 52,4145 || || 16° 06' 09" S || 052° 24' 52" E

    7 || -17,3875 || 52,3847 || || 17° 23' 15" S || 052° 23' 05" E

    8 || -18,2880 || 52,5550 || || 18° 17' 17" S || 052° 33' 18" E

    9 || -18,7010 || 52,7866 || || 18° 42' 04" S || 052° 47' 12" E

    10 || -18,8000 || 52,8000 || || 18° 48' 00" S || 052° 47' 60" E

    11 || -20,4000 || 52,0000 || || 20° 23' 60" S || 052° 00' 00" E

    12 || -22,3889 || 51,7197 || || 22° 23' 20" S || 051° 43' 11" E

    13 || -23,2702 || 51,3943 || || 23° 16' 13" S || 051° 23' 39" E

    14 || -23,6405 || 51,3390 || || 23° 38' 26" S || 051° 20' 20" E

    15 || -25,1681 || 50,8964 || || 25° 10' 05" S || 050° 53' 47" E

    16 || -25,4100 || 50,7773 || || 25° 24' 36" S || 050° 46' 38" E

    17 || -26,2151 || 50,5157 || || 26° 12' 54" S || 050° 30' 57" E

    18 || -26,9004 || 50,1112 || || 26° 54' 01" S || 050° 06' 40" E

    19 || -26,9575 || 50,0255 || || 26° 57' 27" S || 050° 01' 32" E

    20 || -27,4048 || 49,6781 || || 27° 24' 17" S || 049° 40' 41" E

    21 || -27,7998 || 49,1927 || || 27° 47' 59" S || 049° 11' 34" E

    22 || -28,1139 || 48,6014 || || 28° 06' 50" S || 048° 36' 05" E

    23 || -28,7064 || 46,8002 || || 28° 42' 23" S || 046 ° 48' 01" E

    24 || -28,8587 || 46,1839 || || 28° 51' 31" S || 046° 11' 02" E

    25 || -28,9206 || 45,5510 || || 28° 55' 14" S || 045° 33' 04" E

    26 || -28,9301 || 44,9085 || || 28° 55' 48" S || 044° 54' 31" E

    27 || -28,8016 || 44,1090 || || 28° 48' 06" S || 044 ° 06' 32" E

    28 || -28,2948 || 42,7551 || || 28° 17' 41" S || 042° 45' 18" E

    29 || -28,0501 || 42,2459 || || 28° 03' 00" S || 042° 14' 45" E

    30 || -27,8000 || 41,9000 || || 27° 48' 00" S || 041 ° 53' 60" E

    31 || -27,5095 || 41,5404 || || 27° 30' 34" S || 041° 32' 25" E

    32 || -27,0622 || 41,1644 || || 27° 03' 44" S || 041° 09' 52" E

    33 || -26,4435 || 40,7183 || || 26° 26' 37" S || 040° 43' 06" E

    34 || -25,7440 || 40,3590 || || 25° 44' 38" S || 040° 21' 32" E

    35 || -24,8056 || 41,0598 || || 24° 48' 20" S || 041° 03' 35" E

    36 || -24,2116 || 41,4440 || || 24° 12' 42" S || 041° 26' 38" E

    37 || -23,6643 || 41,7153 || || 23° 39' 51" S || 041° 42' 55" E

    38 || -22,6317 || 41,8386 || || 22 ° 37' 54" S || 041° 50' 19" E

    39 || -21,7798 || 41,7652 || || 21° 46' 47" S || 041° 45' 55" E

    40 || -21,3149 || 41,6927 || || 21° 18' 54" S || 041° 41' 34" E

    41 || -20,9003 || 41,5831 || || 20° 54' 01" S || 041° 34' 59" E

    42 || -20,6769 || 41,6124 || || 20° 40' 37" S || 041° 36' 45" E

    43 || -19,6645 || 41,5654 || || 19° 39' 52" S || 041° 33' 55" E

    44 || -19,2790 || 41,2489 || || 19° 16' 44" S || 041° 14' 56" E

    45 || -18,6603 || 42,0531 || || 18° 39' 37" S || 042° 03' 11" E

    46 || -18,0464 || 42,7813 || || 18° 02' 47" S || 042° 46' 53" E

    47 || -17,7633 || 43,0335 || || 17° 45' 48" S || 043° 02' 01" E

    48 || -17,2255 || 43,3119 || || 17° 13' 32" S || 043° 18' 43" E

    49 || -16,7782 || 43,4356 || || 16° 46' 42" S || 043° 26' 08" E

    50 || -15,3933 || 42,5195 || || 15° 23' 36" S || 042° 31' 10" E

    51 || -14,4487 || 43,0263 || || 14° 26' 55" S || 043° 01' 35" E

    52 || -14,4130 || 43,6069 || || 14° 24' 47" S || 043° 36' 25" E

    53 || -14,5510 || 44,3684 || || 14° 33' 04" S || 044° 22' 06" E

    54 || -14,5367 || 45,0275 || || 14° 32' 12" S || 045 ° 01' 39" E

    55 || -14,3154 || 45,8555 || || 14° 18' 55" S || 045° 51' 20" E

    56 || -13,8824 || 46,3861 || || 13° 52' 57" S || 046° 23' 10" E

    57 || -12,8460 || 46,6944 || || 12° 50' 46" S || 046° 41' 40" E

    58 || -12,6981 || 47,2079 || || 12° 41' 53" S || 047° 12' 28" E

    59 || -12,4637 || 47,7409 || || 12° 27' 49" S || 047° 44' 27" E

    60 || -12,0116 || 47,9670 || || 12° 00' 42" S || 047° 58' 01" E

    61 || -11,0158 || 48,5552 || || 11° 00' 57" S || 048° 33' 19" E

    62 || -10,3144 || 49,4408 || || 10° 18' 52" S || 049° 26' 27" E

    NB: Madagaskar deelt de geografische coördinaten van de basislijnen van zijn visserijzone uiterlijk met ingang van de voorlopige toepassing van dit protocol mee.

    Aanhangsel 4 – Geografische coördinaten van de zone waar uitsluitend Malagassische ambachtelijke en traditionele visserijactiviteiten zijn toegestaan

    Punt || Latitude || Longitude

    1 || 12°18.44S || 47°35.63

    2 || 11°56.64S || 47°51.38E

    3 || 11°53S || 48°00E

    4 || 12°18S || 48°14E

    5 || 12°30S || 48°05E

    6 || 12°32S || 47°58E

    7 || 12°56S || 47°47E

    8 || 13°01S || 47°31E

    9 || 12°53S || 47°26E

    Aanhangsel 5 - Modelformulier voor kwartaalaangifte van voorlopige vangsten en visserijinspanningen

    Aanhangsel 6 – Formulier voor de aangifte van het binnenvaren en verlaten van de visserijzone

    MODELLEN VOOR MELDINGEN

    1. MODEL VOOR MELDINGEN BIJ HET BINNENVAREN (TEN MINSTE 3 UUR VAN TEVOREN)

    GEADRESSEERDE: VCC MADAGASKAR

    CODE ACTIE: ENT

    NAAM VAN HET VAARTUIG:

    INTERNATIONALE RADIOROEPNAAM:

    VLAGGENSTAAT:

    SOORT VAARTUIG:

    NUMMER VAN DE VERGUNNING:

    POSITIE BIJ HET BINNENVAREN:

    DATUM EN TIJDSTIP (UTC) BIJ HET BINNENVAREN:

    TOTALE HOEVEELHEID VIS AAN BOORD (IN KG):

    YFT (Albacore/ Yellowfin tuna/ Geelvintonijn/Thunnus albacares) in kg:

    SKJ (Listao/ Skipjack/ Gestreepte tonijn/ Katsuwonus pelamis) in kg:

    BET (Patudo/ Grootoogtonijn/ Thunnus obesus) in kg:

    ALB (Germon/ Albacore tuna/ Witte tonijn/ Thunnus alalunga) in kg:

    - OVERIGE (PRECISEER) in kg:

    2. MODEL VOOR MELDINGEN BIJ HET UITVAREN (TEN MINSTE 3 UUR VAN TEVOREN)

    GEADRESSEERDE: VCC MADAGASKAR

    CODE ACTIE: EXI

    NAAM VAN HET VAARTUIG:

    INTERNATIONALE RADIOROEPNAAM:

    VLAGGENSTAAT:

    SOORT VAARTUIG:

    NUMMER VAN DE VERGUNNING:

    POSITIE BIJ HET UITVAREN:

    DATUM EN TIJDSTIP (UTC) VAN HET UITVAREN:

    TOTALE HOEVEELHEID VIS AAN BOORD (IN KG):

    YFT (Albacore/ Yellowfin tuna/ Geelvintonijn/Thunnus albacares) in kg:

    SKJ (Listao/ Skipjack/ Gestreepte tonijn/ Katsuwonus pelamis) in kg:

    BET (Patudo/ Grootoogtonijn/ Thunnus obesus) in kg:

    ALB (Germon/ Albacore tuna/ Witte tonijn/ Thunnus alalunga) in kg:

    - OVERIGE (PRECISEER) in kg:

    Alle mededelingen moeten worden toegezonden aan de bevoegde autoriteit per e-mail of per fax:

    Fax +261 202249014

    E-mail: csp-mprh@blueline.mg

    Centre de Surveillance des Pêches de Madagascar, B.P.60 114 Antananarivo

    Aanhangsel 7 - Formaat van het VMS-positiebericht

    MEDEDELING VAN VMS-BERICHTEN AAN MADAGASKAR

    FORMAT VAN DE VMS-GEGEVENS – POSITIEBERICHT

    Gegeven || Code || Verplicht (V)/Optio­neel (O) || Inhoud

    Begin record || SR || V || Berichtinformatie – geeft het begin van de record aan

    Geadresseerde || AD || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van geadresseerde

    Verzender || FR || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van verzender

    Vlaggenstaat || FS || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van vlaggenstaat

    Berichttype || TM || V || Berichtinformatie – type bericht (ENT, POS, EXI)

    Radioroepnaam (IRCS) || RC || V || Vaartuiginformatie – internationale radioroepnaam van het vaartuig (IRCS)

    Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij || IR || O || Vaartuiginformatie – uniek nummer van de overeenkomstsluitende partij ISO-alfa-3-code (ISO-3166), gevolgd door het nummer

    Extern registratienummer || XR || V || Vaartuiginformatie – nummer aangebracht op de romp van het vaartuig (ISO 8859.1)

    Breedtegraad || LT || V || Positie-informatie – positie in graden en decimale graden +/- DD.ddd (WGS84)

    Lengtegraad || LG || V || Positie-informatie – positie in graden en decimale graden +/- DD.ddd (WGS84)

    Vaarrichting || CO || V || Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360°

    Snelheid || SP || V || Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen

    Datum || DA || V || Positie-informatie – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD)

    Tijdstip || TI || V || Positie-informatie – tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM)

    Einde record || ER || V || Systeeminformatie – geeft het einde van de registratie aan

    De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:

    de gebruikte tekens dienen in overeenstemming te zijn met ISO-norm 8859.1;

    een dubbele schuine streep (//) en de letters "SR" geven het begin van een bericht aan,

    elk gegevenselement wordt aangegeven met de code ervan en wordt van de andere gegevenselementen gescheiden door een dubbele schuine streep (//),

    een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en gegeven,

    de ER-code, gevolgd door een dubbele schuine streep (//) geeft het einde van het bericht aan,

    de optionele gegevens moeten worden opgenomen tussen het begin en het einde van het bericht.

    Aanhangsel 8 – Richtsnoeren voor het gebruik van het elektronische systeem voor de verzending van gegevens over visserijactiviteiten (ERS - Electronic Recording and Reporting System)

    (1) Algemene bepalingen

    (1) Elk vissersvaartuig van de Europese Unie dat in de visserijzone van Madagaskar actief is, moet zijn uitgerust met een elektronisch systeem, hierna ERS-systeem genoemd, dat de gegevens over de visserijactiviteit van dat vaartuig, hierna ERS-gegevens genoemd, kan registreren en verzenden.

    (2) Vaartuigen van de Europese Unie zonder ERS-systeem of met een niet-werkend ERS-systeem mogen de Malagassische visserijzone niet binnenvaren om daar visserijactiviteiten te verrichten.

    (3) De ERS-gegevens worden overeenkomstig de procedures van de vlaggenstaat van het vaartuig verzonden, d.w.z. dat zij eerst worden toegezonden aan het visserijcontrolecentrum (hierna VCC genoemd) van de vlaggenstaat, dat vervolgens zorgt voor de automatische terbeschikkingstelling van de gegevens aan het VCC van Madagaskar.

    (4) De vlaggenstaat en Madagaskar zorgen ervoor dat hun VCC is uitgerust met de informatica-apparatuur en de software die nodig zijn voor de automatische transmissie van de ERS-gegevens in XML-formaat en beschikt over een elektronische opslagprocedure om de ERS-gegevens te registreren en gedurende ten minste 3 jaar leesbaar te bewaren.

    (5) Voor de transmissie van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de elektronische communicatiemiddelen die de Europese Commissie namens de EU beheert ("DEH" of "Data Exchange Highway" genoemd).

    (6) De vlaggenstaat en Madagaskar wijzen elk een ERS-correspondent aan die als contactpersoon fungeert.

    (1) De ERS-correspondenten worden voor ten minste zes maanden aangewezen.

    (2) Vóór de inbedrijfstelling van het ERS-systeem door de leverancier stellen het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Madagaskar elkaar in kennis van de gegevens van hun ERS-correspondent (naam, adres, telefoonnummer, faxnummer, e-mailadres).

    (3) Wijzigingen in de gegevens van de ERS-correspondent moeten onmiddellijk worden gemeld.

    (2) Opstellen en verzenden van de ERS-gegevens

    (1) Het Unievissersvaartuig:

    (1) verzendt dagelijks de ERS-gegevens voor elke dag dat het zich in het vangstgebied van Madagaskar bevindt;

    (2) registreert voor elke visserijactiviteit welke hoeveelheid per soort is gevangen, aan boord is gehouden of is teruggeworpen, als doelsoort of als bijvangst;

    (3) geeft voor elke op de vismachtiging van Madagaskar vermelde soorten ook de nulvangsten aan;

    (4) identificeert elke soort aan de hand van de alfa-3-lettercode van de FAO;

    (5) drukt de hoeveelheden uit in kg levend gewicht of, indien vereist, in aantal stuks;

    (6) geeft voor elke soort op welke hoeveelheden zijn overgeladen en/of aangeland;

    (7) registreert in de ERS-gegevens telkens wanneer het de Malagassische visserijzone binnenvaart (COE-bericht) en verlaat (COX-bericht), een bericht met daarin voor elke op de vismachtiging van Madagaskar vermelde soort de hoeveelheden die bij het binnenvaren/uitvaren aan boord zijn gehouden;

    (8) zendt elke dag uiterlijk om 23.59 UTC de ERS-gegevens aan het VCC van de vlaggenstaat toe in het in punt 2 bedoelde formaat.

    (2) De kapitein is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden ERS-gegevens.

    (3) Het VCC van de vlaggenstaat zendt de ERS-gegevens onmiddellijk automatisch naar het VCC van Madagaskar.

    (4) Het VCC van Madagaskar bevestigt de ontvangst van de ERS-gegevens per omgaande en behandelt alle ERS-gegevens als vertrouwelijk.

    (3) Mankement in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig en/of in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat

    (1) De vlaggenstaat stelt de kapitein en/of de eigenaar, of diens vertegenwoordiger, van een onder zijn vlag varend vaartuig onmiddellijk in kennis van technische mankementen van het op het vaartuig geïnstalleerde ERS-systeem en van mankementen in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat.

    (2) De vlaggenstaat stel Madagaskar in kennis van het geconstateerde mankement en van de maatregelen die zijn genomen om het op te lossen.

    (3) Indien zich een defect in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig voordoet, wordt er door de kapitein en/of de reder op toegezien dat het ERS-systeem na uiterlijk tien dagen wordt gerepareerd of vervangen. Indien het vaartuig in die periode van tien dagen een haven aandoet, mag het zijn visserijactiviteiten in de Malagassische visserijzone pas hervatten wanneer het ERS-systeem weer naar behoren werkt of, wanneer dat laatste niet het geval is, wanneer Madagaskar daarvoor toestemming verleent.

    (1) Een vissersvaartuig dat een technisch mankement aan zijn ERS-systeem heeft gehad, mag de haven pas verlaten wanneer zijn ERS-systeem weer naar behoren werkt, tot tevredenheid van de vlaggenstaat en van Madagaskar, of

    (2) wanneer het daarvoor toestemming krijgt van de vlaggenstaat. In dat geval stelt de vlaggenstaat Madagaskar vóór het vertrek van het vaartuig hiervan in kennis.

    (4) Unievaartuigen die in de visserijzone van Madagaskar actief zijn met een defect ERS-systeem, verzenden alle ERS-gegevens dagelijks, uiterlijk om 23.59 UTC, naar het VCC van de vlaggenstaat via om het even welk ander elektronisch communicatiemiddel waartoe het VCC van Madagaskar toegang heeft.

    (5) ERS-gegevens die vanwege een mankement niet via het ERS-systeem ter beschikking van Madagaskar kunnen worden gesteld, worden door het VCC van de vlaggenstaat via een andere onderling afgesproken elektronische weg verzonden naar het VCC van Madagaskar. Deze alternatieve transmissie wordt dan als prioritair beschouwd, aangezien de normaal geldende transmissietermijnen niet in acht kunnen worden genomen.

    (6) Indien het VCC van Madagaskar 3 opeenvolgende dagen geen ERS-gegevens van een vaartuig heeft ontvangen, kan Madagaskar dat vaartuig het bevel geven zich onmiddellijk voor onderzoek naar een door Madagaskar aangewezen haven te begeven.

    (4) Mankement bij het VCC – Het VCC van Madagaskar ontvangt geen ERS-gegevens

    (1) Indien een VCC geen ERS-gegevens ontvangt, meldt de betrokken ERS-correspondent dit onmiddellijk aan de ERS-correspondent van het andere VCC en werkt hij zo nodig mee aan de oplossing van het probleem.

    (2) Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Madagaskar spreken vóór de operationele invoering van het ERS-systeem af welke andere elektronische communicatiemiddelen voor de transmissie van de ERS-gegevens moeten worden gebruikt wanneer zich een mankement bij het VCC voordoet, en stellen elkaar in kennis van elke wijziging in dit verband.

    (3) Wanneer het VCC van Madagaskar signaleert geen ERS-gegevens te hebben ontvangen, gaat het VCC van de vlaggenstaat op zoek naar de oorzaak van het probleem en neemt het de nodige maatregelen om het probleem op te lossen. Het VCC van de vlaggenstaat stelt het VCC van Madagaskar en de EU uiterlijk 24 uur nadat het mankement is geconstateerd, in kennis van de resultaten en de genomen maatregelen.

    (4) Indien meer dan 24 uur nodig is om het probleem op te lossen, verzendt het VCC van de vlaggenstaat de ontbrekende ERS-gegevens onmiddellijk naar het VCC van Madagaskar aan de hand van een ander, in punt 3, onder (v), bedoeld elektronisch communicatiemiddel.

    (5) Madagaskar waarschuwt zijn bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de EU‑vaartuigen in gebreke worden gesteld omdat het VCC van Madagaskar geen gegevens heeft verzonden vanwege een mankement bij een van de VCC's.

    (5) Onderhoud van een VCC

    (1) Een VCC dat (in het kader van een onderhoudsprogramma) onderhoudsactiviteiten plant die gevolgen kunnen hebben voor de uitwisseling van ERS-gegevens, moet het andere VCC ten minste 72 uur van tevoren hiervan in kennis stellen, zo mogelijk met opgave van de datum en de duur van het onderhoud. Informatie over niet-gepland onderhoud wordt zo spoedig mogelijk aan het andere VCC gemeld.

    (2) Tijdens het onderhoud kan de terbeschikkingstelling van ERS-gegevens worden opgeschort totdat het systeem weer operationeel is. De betrokken ERS-gegevens worden in dat geval onmiddellijk na afloop van het onderhoud beschikbaar gesteld.

    (3) Neemt het onderhoud meer dan 24 uur in beslag, dan worden de ERS-gegevens aan het andere VCC toegezonden met behulp van een ander, in punt 3, onder (v), bedoeld elektronisch communicatiemiddel.

    (4) Madagaskar waarschuwt zijn bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de EU‑vaartuigen in gebreke worden gesteld voor het niet verzenden van ERS-gegevens vanwege onderhoudswerkzaamheden bij een van de VCC's.

    (6) Routering van ERS-gegevens naar Madagaskar

    (1) Voor de transmissie van de ERS-gegevens van de vlaggenstaat naar Madagaskar wordt gebruikgemaakt van de in punt 1 van dit aanhangsel bedoelde elektronische communicatiemiddelen die de Europese Commissie namens de EU beheert (DEH of Data Exchange Highway genoemd).

    (2) In het kader van het beheer van de visserijactiviteiten van de EU-vloot worden deze gegevens opgeslagen en kunnen ze namens de Europese Unie worden ingezien door daartoe gemachtigd personeel van de Europese Commissie.

    Aanhangsel 9 – Contactgegevens van Madagaskar

    NB: Madagaskar deelt alle hieronder bedoelde gegevens uiterlijk bij aanvang van de toepassing van dit protocol mee.

    1.          Ministerie van Visbestanden en Visserij

    Adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummers.

    2.          Voor het aanvragen van vismachtigingen

    Adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummers.

    3.          Directoraat Statistiek en Programmering (DSP)

    Adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummers.

    4.          Visserijcontrolecentrum (VCC) en meldingen inzake het binnenvaren en uitvaren

    Naam van het VCC (oproepcode):

    Radio:

                VHF: F1 kanaal 16; F2 kanaal 71

                HF: F1 5.283 MHZ ; F2 7.3495 MHZ

    Adres, e-mailadres, alternatief e-mailadres, telefoon- en faxnummers.

    5.          Unité de Statistique Thonière d'Antsiranana

    Adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummers.

    Top