Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0666

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de "octroi de mer"-belastingregeling in de Franse ultraperifere gebieden

/* COM/2014/0666 final - 2014/0308 (CNS) */

52014PC0666

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de "octroi de mer"-belastingregeling in de Franse ultraperifere gebieden /* COM/2014/0666 final - 2014/0308 (CNS) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn van toepassing op de ultraperifere gebieden van de Unie. De Franse ultraperifere gebieden vallen evenwel buiten het territoriale toepassingsgebied van de btw- en de accijnsrichtlijn.

De bepalingen van het VWEU, en met name artikel 110, staan in beginsel niet toe dat lokale producten en producten uit het Franse moederland, andere lidstaten of derde landen in de Franse ultraperifere gebieden verschillend worden belast. Op grond van artikel 349 VWEU (oud artikel 299, lid 2, VEG) mogen echter specifieke maatregelen worden genomen ten gunste van deze gebieden omdat zij worden geconfronteerd met permanente belemmeringen die gevolgen hebben voor hun economische en sociale situatie. Deze maatregelen hebben betrekking op diverse beleidsterreinen, waaronder het fiscale beleid.

De "octroi de mer"-belasting is een indirecte belasting op de leveringen en de invoer van goederen in de Franse ultraperifere gebieden. Zij wordt in beginsel gelijkelijk geheven op lokaal vervaardigde producten en op producten die elders zijn vervaardigd (dat wil zeggen in het Franse moederland, andere lidstaten of derde landen).

Bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad van 10 februari 2004 (zoals gewijzigd bij Beschikking 2008/439/EG van de Raad van 9 juni 2008 en Besluit nr. 448/2011/EU van de Raad van 19 juli 2011), vastgesteld op grond van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag, werd Frankrijk evenwel gemachtigd om tot 1 juli 2014 vrijstelling of vermindering van de "octroi de mer" te verlenen voor bepaalde in de Franse ultraperifere gebieden (met uitzondering van Saint Martin) vervaardigde producten. In de bijlage bij die beschikking is een lijst opgenomen van de producten die in aanmerking komen voor belastingvrijstelling of ‑vermindering. Afhankelijk van product mag het belastingverschil tussen lokaal vervaardigde producten en andere producten niet meer dan 10, 20 of 30 procentpunten bedragen.

Deze gedifferentieerde belastingheffing moet de belemmeringen compenseren waarmee de ultraperifere gebieden te kampen hebben en die tot uiting komen in hogere productiekosten en dus ook een hogere kostprijs van lokaal vervaardigde producten. Als er geen specifieke maatregelen worden genomen, zouden de lokale producten minder concurrerend zijn dan producten van elders, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de vervoerkosten. Het behoud van een lokale productie, waarvan de productiekosten hoger zijn, zou daardoor worden bemoeilijkt.

Voorts is bij Besluit 2014/162/EU van de Raad van 11 maart 2014 Beschikking 2004/162/EG van de Raad ook van toepassing verklaard op Mayotte vanaf 1 januari 2014, de datum waarop Mayotte een ultraperifeer gebied is geworden. In dat besluit is ook vastgesteld ten aanzien van welke producten en binnen welke grenzen de "octroi de mer" mag worden gedifferentieerd.

Om de Commissie in staat te stellen haar onderzoek van het Franse verzoek te voltooien, ten slotte, is de geldigheidsduur van Beschikking 2004/162/EG van de Raad bij Besluit nr. 378/2014/EU van de Raad met zes maanden verlengd tot 31 december 2014 in plaats van 1 juli 2014.

Onderhavig voorstel strekt tot vaststelling van het rechtskader voor de "octroi de mer"-belasting vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2020. Het verlengt Beschikking 2004/162/EG opnieuw met een periode van zes maanden om Frankrijk de tijd geven de bepalingen van het nieuwe besluit van de Raad in zijn nationale recht om te zetten, en voorziet in de vaststelling van een nieuw rechtskader dat van toepassing is van 1 juli 2015 tot en met 31 december 2020.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad van 10 februari 2004 (zoals gewijzigd bij Beschikking 2008/439/EG van de Raad van 9 juni 2008 en de besluiten van de Raad nr. 448/2011/EU van 19 juli 2011, 2014/162/EU van 11 maart 2014 en nr. 378/2014/EU van 12 juni 2014) werd Frankrijk gemachtigd om tot 31 december 2014 vrijstelling of vermindering van de "octroi de mer" te verlenen voor bepaalde in de Franse ultraperifere gebieden (met uitzondering van Saint Martin) vervaardigde producten. In de bijlage bij die beschikking is een lijst opgenomen van de producten die in aanmerking komen voor belastingvrijstelling of ‑vermindering. Afhankelijk van het product mag het belastingverschil tussen lokaal vervaardigde producten en andere producten niet meer dan 10, 20 of 30 procentpunten bedragen.

In Beschikking 2004/162/EG worden de redenen voor het nemen van specifieke maatregelen uiteengezet: de geïsoleerde ligging, de afhankelijkheid van grondstoffen en energie, de noodzaak om grotere voorraden aan te leggen, de beperkte omvang van de lokale markt in combinatie met de nauwelijks ontwikkelde exportactiviteit enz. Al deze belemmeringen samen leiden tot hogere productiekosten en daarmee tot een hogere kostprijs van lokaal vervaardigde producten, die – als er geen specifieke maatregelen werden genomen – minder concurrerend zouden zijn dan producten van elders, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de kosten voor het vervoer naar de Franse overzeese departementen. Het behoud van de lokale productie zou daardoor worden bemoeilijkt. De specifieke maatregelen van Beschikking 2004/162/EG beogen daarom de lokale industrie te versterken door het concurrentievermogen ervan te verbeteren.

De Franse autoriteiten zijn van mening dat de belemmeringen waarmee de Franse ultraperifere gebieden worden geconfronteerd, nog altijd bestaan en hebben daarom de Europese Commissie, bij verschillende aan haar gerichte brieven tussen 25 januari en 7 juni 2013, verzocht om ook na 1 juli 2014 een systeem van gedifferentieerde belastingheffing te mogen blijven toepassen dat vergelijkbaar is met het huidige, meer bepaald tot 31 december 2020. Zij hebben erop gewezen dat de hierboven genoemde belemmeringen van permanente aard zijn, dat de lokale productie dankzij de bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad toegestane belastingregeling in stand kon worden gehouden en in sommige gevallen kon worden ontwikkeld, en dat de begunstigde ondernemingen niet aan de regeling hebben verdiend in zoverre dat de invoer van producten die onderworpen zijn aan een gedifferentieerde heffing, in zijn geheel bekeken, alleen maar verder is gestegen.

Het onderzoek van de lijsten van producten waarvoor de Franse autoriteiten een gedifferentieerde belastingheffing willen toepassen, is een werk van lange adem geweest waarbij voor elk product moest worden nagegaan of een gedifferentieerde belasting gerechtvaardigd en evenredig is, zodat geen afbreuk wordt gedaan aan de integriteit en de samenhang van de rechtsorde van de Unie, met inbegrip van de interne markt en het gemeenschappelijk beleid.

Dit werk heeft zolang geduurd vanwege het grote aantal producten in kwestie (enkele honderden) en de vele gegevens die moesten worden verzameld in verband met de structuur van de betrokken productmarkten: het bestaan van lokale productie, het bestaan van een omvangrijke "invoer" (inclusief uit het Franse moederland en andere lidstaten) die het behoud van de lokale productie in gevaar kan brengen, het ontbreken van een monopolie of bijna-monopolie van de lokale productie, redenen voor de hogere productiekosten die de lokale producten benadelen ten opzichte van "ingevoerde" producten, toetsing van de verenigbaarheid van een gedifferentieerde heffing met het overige Uniebeleid.

Zo heeft het bijvoorbeeld geen zin producten op te nemen in de lijsten van producten waarvoor de heffing gedifferentieerd kan worden, als er lokaal geen producten worden vervaardigd die aan de "octroi de mer" onderworpen zijn. Voor de definitie van de producten die lokaal worden vervaardigd, is in het algemeen gekozen voor de meest nauwkeurige post in de gecombineerde nomenclatuur. In bepaalde gevallen en ook wat betreft de producten op de bestaande lijsten van producten waarvoor de belasting kan worden gedifferentieerd, is evenwel gebruikgemaakt van de viercijferige posten van het douanetarief omdat het niet mogelijk was preciezere douaneposten met meer dan vier cijfers vast te stellen. In dat geval kan het voorkomen dat de gekozen viercijferige posten in mindere mate ook producten omvatten waarvoor geen lokale productie bestaat.

Voor de evaluatie van de hogere productiekosten die door de gedifferentieerde belastingheffing moeten worden gecompenseerd, hebben de Franse autoriteiten voor ieder product of, in het geval van verschillende producten met vergelijkbare productiekosten, iedere productgroep een evaluatie verstrekt van de hogere productiekosten waarmee de lokale ondernemingen worden geconfronteerd en die, naargelang het geval, het volgende omvatten: leveringskosten, loonkosten, hogere energiekosten, financiële kosten als gevolg van de grotere voorraden die moeten worden aangehouden, hogere onderhoudskosten, onderbenutting van de productiefaciliteiten, hogere financiële lasten. Er is gecontroleerd of de berekende hogere kosten niet minder bedroegen dan de door de Franse autoriteiten gevraagde belastingdifferentiatie.

Het voorstel voor een besluit van de Raad voorziet erin, net als Beschikking 2004/162/EG van de Raad, dat Frankrijk wordt gemachtigd om tot 31 december 2020 vrijstelling of vermindering van de "octroi de mer"-belasting te verlenen voor bepaalde in de Franse ultraperifere gebieden (met uitzondering van Saint Martin) vervaardigde producten. In de bijlage bij deze beschikking is een lijst opgenomen van de producten die in aanmerking komen voor belastingvrijstelling of ‑vermindering. Afhankelijk van product mag het belastingverschil tussen lokaal vervaardigde producten en andere producten niet meer dan 10, 20 of 30 procentpunten bedragen. Deel A van de bijlage bevat de producten waarvoor het belastingverschil niet meer dan 10 procentpunten mag bedragen, deel B die waarvoor het verschil niet meer dan 20 procentpunten en deel C die waarvoor het verschil niet meer dan 30 procentpunten mag bedragen.

De producten in de bijlage zijn grotendeels dezelfde als die in de bijlage bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad. Op basis van het volledige heronderzoek van de lijsten is evenwel een aantal producten geschrapt omdat zij niet of niet meer lokaal worden vervaardigd. Omgekeerd zijn producten toegevoegd die niet waren opgenomen in Beschikking 2004/162/EG maar die opnieuw lokaal worden vervaardigd of waarvan zich een lokale productie heeft ontwikkeld. Tot slot is een aantal producten gehandhaafd maar werd het toegestane belastingverschil aangepast, naar boven (bijvoorbeeld producten die van deel A naar deel B van de bijlage zijn verplaatst) dan wel naar beneden (bijvoorbeeld producten die van deel C naar deel B van de bijlage zijn verplaatst) om rekening te houden met de ontwikkeling van de hogere kosten. In de huidige regeling kunnen de kleine lokale producenten met een jaaromzet van minder dan 550 000 EUR van de betaling van de "octroi de mer" worden vrijgesteld. Frankrijk heeft te kennen gegeven dat het dit plafond wil verlagen tot 300 000 EUR. Als flankerende maatregel voor de verlaging van dit plafond waarboven producenten aan de "octroi de mer" onderworpen worden, wil het land evenwel ook de vrijstellingsvoorwaarden voor ondernemingen met een jaaromzet van minder dan 300 000 EUR vereenvoudigen. In de voorgestelde regeling zouden de ondernemers met een jaaromzet onder dit plafond niet aan de "octroi de mer" onderworpen zijn. Anderzijds zouden ze ook de "octroi de mer" die is vervat in de door hen afgenomen goederen, niet meer kunnen aftrekken. Deze systematiek is dus vergelijkbaar met de systematiek die op het gebied van de btw wordt toegepast in de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen van de artikelen 282 en volgende van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006. Deze systematiek lijkt dus geen bezwaar te vormen. In dit geval zou Frankrijk de in artikel 1 van het voorstel bedoelde belastingvrijstellingen of -verminderingen toepassen op alle ondernemers met een jaaromzet van ten minste 300 000 EUR.

Omwille van de samenhang met de voorschriften op het gebied van het landbouwbeleid is ervoor gekozen geen gedifferentieerde heffing toe te staan voor alle voedingsmiddelen die steun krijgen uit hoofde van hoofdstuk III van Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie, met name op grond van de specifieke voorzieningsgregeling. Deze maatregel voorkomt dat het effect van de landbouwsteun die op grond van de specifieke voorzieningsregeling wordt verleend, door een hogere "octroi de mer" op de gesubsidieerde producten wordt tenietgedaan of beperkt. Om die reden hebben de Franse autoriteiten ermee ingestemd dat alle producten ten aanzien waarvan voor 2015 de toepassing van een bijzondere voorzieningsregeling zal worden gevraagd, worden geschrapt van de lijsten van producten waarvoor de belastingheffing kan worden gedifferentieerd.

De beoogde ondersteuning van de sociaaleconomische ontwikkeling van de Franse overzeese departementen, die al is neergelegd in Beschikking 2004/162/EG, wordt bevestigd door de eisen ten aanzien van het doel van de heffing. Er bestaat een wettelijke verplichting om de opbrengst van deze belasting op te nemen in de middelen van de economische en fiscale regeling voor de Franse overzeese departementen en deze te gebruiken voor een strategie van economische en sociale ontwikkeling van de Franse overzeese departementen, die ook voorziet in steun voor de stimulering van lokale activiteiten.

Het voorstel voorziet andermaal in de verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 2004/162/EG met een periode van zes maanden tot en met 30 juni 2015. Deze maatregel zal Frankrijk de nodige tijd geven om de bepalingen van dit nieuwe besluit van de Raad in zijn nationale recht om te zetten.

De looptijd van de nieuwe regeling wordt vastgesteld op vijf jaar en zes maanden. De resultaten ervan zullen niettemin beoordeeld moeten worden. Daarom zullen de Franse autoriteiten de Commissie uiterlijk 31 december 2017 een verslag moeten voorleggen over de toepassing van de ingestelde belastingregeling, zodat kan worden nagegaan welk effect de genomen maatregelen hebben gehad en hoe zij hebben bijgedragen aan de bevordering of het behoud van de lokale economische activiteiten, rekening houdende met de belemmeringen waarmee de ultraperifere gebieden te kampen hebben, en zodat kan worden nagegaan of de belastingvoordelen die Frankrijk heeft verleend aan de lokaal vervaardigde producten, nog altijd noodzakelijk en proportioneel zijn. Op basis van dat verslag zal de Commissie de Raad een verslag voorleggen en, in voorkomend geval, een voorstel tot wijziging van de bepalingen van onderhavig besluit om rekening te houden met de gedane bevindingen.

Om een rechtsvacuüm te vermijden, wordt onderhavig besluit van toepassing met ingang van 1 juli 2015.

Het besluit van de Raad laat de eventuele toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag onverlet.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregelen

Machtiging van Frankrijk tot toepassing van vrijstellingen of verminderingen van de "octroi de mer" voor bepaalde lokaal vervaardigde producten in de Franse ultraperifere gebieden Guadeloupe, Guyana, Martinique, Mayotte en Réunion.

Rechtsgrondslag

Artikel 349 VWEU.

Subsidiariteitsbeginsel

Alleen de Raad is gemachtigd om op basis van artikel 349 VWEU specifieke maatregelen te nemen ten gunste van de ultraperifere gebieden om met name de voorwaarden voor de toepassing van de verdragen – met inbegrip van gemeenschappelijk beleid – op deze gebieden vast te stellen, omdat zij worden geconfronteerd met permanente belemmeringen die gevolgen hebben voor hun economische en sociale situatie.

Het voorstel is dus in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Het heeft uitsluitend betrekking op de producten waarvoor is aangetoond dat de lokale productie ervan extra kosten met zich meebrengt.

Voorts is de voorgestelde maximale differentiatie voor elk product waarop dit voorstel betrekking heeft, beperkt tot hetgeen nodig is om de extra kosten die gemoeid zijn met de betreffende lokale productie, te compenseren. Op die manier is de belastingdruk op de producten die in de Franse ultraperifere gebieden worden ingevoerd, niet hoger dan nodig is om het lagere concurrentievermogen van lokaal vervaardigde producten te ondervangen.

Keuze van instrumenten

Voorgesteld instrument: besluit van de Raad.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn.

Afwijkingen krachtens artikel 349 VWEU worden verleend door middel van besluiten van de Raad.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

2014/0308 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de "octroi de mer"-belastingregeling in de Franse ultraperifere gebieden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement[1],

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Krachtens de bepalingen van het Verdrag, die op de ultraperifere gebieden van de Unie – waartoe de Franse overzeese departementen behoren – van toepassing zijn, mogen lokale producten en producten uit het Franse moederland of andere lidstaten in beginsel niet verschillend worden belast. Op grond van artikel 349 van het Verdrag mogen echter specifieke maatregelen ten gunste van deze gebieden worden genomen omdat zij worden geconfronteerd met permanente belemmeringen die gevolgen hebben voor hun economische en sociale situatie.

(2)       Het is derhalve dienstig specifieke maatregelen te nemen die er met name op gericht zijn de voorwaarden voor de toepassing van het Verdrag op deze gebieden vast te stellen. Deze maatregelen moeten rekening houden met de bijzondere kenmerken en beperkingen van deze gebieden, zonder afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de rechtsorde van de Unie, met inbegrip van de interne markt en het gemeenschappelijk beleid. De belemmeringen waarmee de ultraperifere gebieden van de Unie te kampen hebben, zijn genoemd in artikel 349 van het Verdrag: de geïsoleerde ligging, de afhankelijkheid van grondstoffen en energie, de noodzaak om grotere voorraden aan te leggen, de beperkte omvang van de lokale markt in combinatie met de nauwelijks ontwikkelde exportactiviteit enz. Al deze belemmeringen samen leiden tot hogere productiekosten en daarmee tot een hogere kostprijs van lokaal vervaardigde producten, die – als er geen specifieke maatregelen worden genomen – minder concurrerend zouden zijn dan producten van elders, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de kosten voor het vervoer naar de Franse overzeese departementen. Het behoud van de lokale productie zou daardoor worden bemoeilijkt. Om die reden moeten specifieke maatregelen worden genomen om de lokale industrie te versterken en het concurrentievermogen ervan te verbeteren. Om het concurrentievermogen van de lokaal vervaardigde producten te herstellen, mag Frankrijk krachtens Beschikking 2004/162/EG van de Raad tot en met 31 december 2014 vrijstelling en vermindering van de "octroi de mer" verlenen voor bepaalde producten die worden vervaardigd in de ultraperifere gebieden Guadeloupe, Guyana, Martinique, Réunion en - sinds 1 januari 2014 - Mayotte. In de bijlage bij die beschikking is een lijst opgenomen van de producten die in aanmerking komen voor belastingvrijstelling of ‑vermindering. Afhankelijk van product mag het belastingverschil tussen lokaal vervaardigde producten en andere producten niet meer dan 10, 20 of 30 procentpunten bedragen.

(3)       Frankrijk heeft verzocht om, vanaf 1 januari 2015, een regeling te mogen handhaven die vergelijkbaar is met die van Beschikking 2004/162/EG. Het heeft erop gewezen dat de hierboven genoemde belemmeringen van permanente aard zijn, dat de lokale productie dankzij de bij Beschikking 2004/162/EG ingestelde belastingregeling in stand kon worden gehouden en in sommige gevallen kon worden ontwikkeld, en dat de begunstigde ondernemingen niet aan de regeling hebben verdiend in zoverre de invoer van producten die onderworpen zijn aan een gedifferentieerde heffing, in zijn geheel bekeken, alleen maar verder is gestegen.

(4)       In dit verband heeft Frankrijk de Commissie voor elk van de betrokken ultraperifere gebieden, namelijk Guadeloupe, Guyana, Martinique, Mayotte en Réunion, vijf nota's met lijsten van producten doen toekomen ten aanzien waarvan het voornemens is een gedifferentieerde heffing ten belope van 10, 20 of 30 procentpunten te hanteren naargelang deze producten al dan niet lokaal vervaardigd zijn. De regeling geldt niet voor het Franse ultraperifere gebied Saint Martin.

(5)       Bij dit besluit worden de bepalingen van artikel 349 van het Verdrag ten uitvoer gelegd en wordt Frankrijk gemachtigd een gedifferentieerde belasting te heffen op de producten waarvoor is aangetoond dat er sprake is van, ten eerste, lokale productie, ten tweede, een mogelijk gevaar voor het voortbestaan van de lokale productie door een aanzienlijke toevoer van goederen (waaronder vanuit het Franse moederland en andere lidstaten) en, ten derde, extra kosten die de kostprijs van de lokale productie opdrijven in vergelijking met elders vervaardigde producten, wat nadelig is voor het concurrentievermogen van de lokaal vervaardigde producten. Het toegestane belastingverschil mag de aangetoonde extra kosten niet overschrijden. Als met deze uitgangspunten rekening wordt gehouden, kunnen de bepalingen van artikel 349 van het Verdrag ten uitvoer worden gelegd zonder verder te gaan dan wat nodig is en zonder lokale producten op onrechtmatige wijze te bevoordelen, teneinde geen afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de rechtsorde van de Unie, met inbegrip van de handhaving van een onverstoorde mededinging in de interne markt en het staatssteunbeleid.

(6)       Teneinde de verplichtingen voor de kleine ondernemingen te vereenvoudigen, zullen de belastingvrijstellingen of -verminderingen betrekking hebben op alle ondernemers met een jaaromzet van ten minste 300 000 EUR. Ondernemers met een jaaromzet onder dit plafond zijn daarentegen niet onderworpen aan de zogenaamde "octroi de mer"-belasting, maar mogen ook de "octroi de mer" in de door hen afgenomen goederen, niet aftrekken.

(7)       Omwille van de samenhang met het Gemeenschapsrecht is er ook voor gekozen geen gedifferentieerde heffing toe te staan voor de voedingsmiddelen die steun krijgen uit hoofde van hoofdstuk III van Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad[2]. Deze bepaling voorkomt dat het effect van de landbouwsteun die op grond van de specifieke voorzieningsregeling wordt verleend, door een hogere "octroi de mer" op de gesubsidieerde producten wordt tenietgedaan of beperkt.

(8)       De beoogde ondersteuning van de sociaaleconomische ontwikkeling van de Franse overzeese departementen, die al is neergelegd in Beschikking 2004/162/EG, wordt bevestigd door de eisen ten aanzien van het doel van de heffing. Er bestaat een wettelijke verplichting om de opbrengst van deze belasting op te nemen in de middelen van de economische en fiscale regeling voor de Franse overzeese departementen en deze te gebruiken voor een strategie van economische en sociale ontwikkeling van de Franse overzeese departementen, die ook voorziet in steun voor de stimulering van lokale activiteiten.

(9)       De geldigheidsduur van Beschikking 2004/162/EG dient met een periode van zes maanden te worden verlengd tot en met 30 juni 2015. Dit zal Frankrijk in staat stellen dit besluit in zijn nationale recht om te zetten.

(10)     De looptijd van de regeling is vastgesteld op vijf jaar en zes maanden, dat wil zeggen tot en met 31 december 2020, de datum waarop ook de toepassing van de huidige richtsnoeren voor regionale staatssteun afloopt. De toepassing van de regeling zal niettemin voordien beoordeeld moeten worden. Daarom dient Frankrijk uiterlijk op 31 december 2017 een verslag voor te leggen over de toepassing van de ingestelde belastingregeling, zodat kan worden nagegaan welk effect de genomen maatregelen hebben gehad en hoe zij hebben bijgedragen aan het behoud, de bevordering en de ontwikkeling van de lokale economische activiteiten, rekening houdende met de belemmeringen waarmee de ultraperifere gebieden te kampen hebben. In dat verslag moet met name worden nagegaan of de belastingvoordelen die Frankrijk heeft verleend aan de lokaal vervaardigde producten, niet verder gaan dat wat strikt nodig is en of zij nog altijd noodzakelijk en proportioneel zijn. Het verslag moet ook een analyse bevatten van de gevolgen die de ingestelde regeling heeft gehad op het niveau van de prijzen in de Franse ultraperifere gebieden. Op basis van dat verslag zal de Commissie de Raad een verslag voorleggen en, in voorkomend geval, een voorstel tot wijziging van de bepalingen van dit besluit om rekening te houden met de bevindingen.

(11)     Om een rechtsvacuüm te vermijden, moet dit besluit van toepassing worden met ingang van 1 juli 2015.

(12)     Dit besluit laat de eventuele toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag onverlet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.           In afwijking van de artikelen 28, 30 en 110 van het Verdrag wordt Frankrijk gemachtigd om tot 31 december 2020 vrijstelling of vermindering van de zogenaamde "octroi de mer"-belasting te verlenen voor de producten op de lijst in de bijlage die lokaal zijn vervaardigd in Guadeloupe, Guyana, Martinique, Mayotte en Réunion, te weten de Franse ultraperifere gebieden in de zin van artikel 349 van het Verdrag.

Deze vrijstellingen of verminderingen moeten passen in de economische en sociale ontwikkelingsstrategie van de betrokken ultraperifere gebieden, rekening houdend met het communautair kader, en bijdragen aan de bevordering van lokale activiteiten, evenwel zonder dat de handelsvoorwaarden daardoor zodanig worden gewijzigd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

2.           In vergelijking met de belastingtarieven voor soortgelijke producten die niet afkomstig zijn van de betrokken ultraperifere gebieden, mag de toepassing van de in lid 1 bedoelde algehele vrijstellingen of verminderingen niet leiden tot verschillen die groter zijn dan:

a) 10 procentpunten voor de in de bijlage, deel A, bedoelde producten;

b) 20 procentpunten voor de in de bijlage, deel B, bedoelde producten;

c) 30 procentpunten voor de in de bijlage, deel C, bedoelde producten.

Frankrijk verbindt zich ertoe dat de vrijstellingen of verminderingen die op de in de bijlage genoemde producten worden toegepast, niet hoger zijn dan het percentage dat strikt noodzakelijk is voor het behoud, de bevordering en de ontwikkeling van de lokale activiteiten.

3.           Frankrijk past de in de twee voorgaande leden genoemde belastingvrijstellingen of ‑verminderingen toe op ondernemers met een jaaromzet van ten minste 300 000 EUR. Alle ondernemers met een jaaromzet onder dit plafond zijn niet aan de zogenaamde "octroi de mer"-belasting onderworpen.

Artikel 2

De Franse autoriteiten passen op de producten waarvoor een beroep is gedaan op de specifieke voorzieningsregeling van hoofdstuk III van Verordening (EU) nr. 228/2013, dezelfde belastingregeling toe als die welke zij toepassen op de lokaal vervaardigde producten.

Artikel 3

Frankrijk stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van de in artikel 1 bedoelde belastingregelingen.

Frankrijk legt de Commissie uiterlijk op 31 december 2017 een verslag voor over de toepassing van de in artikel 1 bedoelde belastingregeling, waarin is nagegaan welk effect de genomen maatregelen hebben gehad en hoe zij hebben bijgedragen aan het behoud, de bevordering en de ontwikkeling van de lokale economische activiteiten, rekening houdende met de belemmeringen waarmee de ultraperifere gebieden te kampen hebben.

Op basis van dat verslag legt de Commissie de Raad een verslag en, in voorkomend geval, een voorstel voor.

Artikel 4

In artikel 1, lid 1, van Beschikking 2004/162/EG, zoals gewijzigd bij Besluit nr. 378/2014/EU van 12 juni 2014, wordt "31 december 2014" vervangen door "30 juni 2015".

Artikel 5

De artikelen 1 tot en met 3 zijn van toepassing vanaf 1 juli 2015.

Artikel 4 is van toepassing vanaf 1 januari 2015.

Artikel 6

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB C […] van […], blz. […].

[2]               Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

BIJLAGE

A. Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde producten volgens de indeling van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief[1]

1. Ultraperifeer gebied Guadeloupe

0105 11, 0201, 0203, 0207, 0208, 0305 49 80, 0702, 0705 19, 0706 10 00 10, 0707 00 05, 0709 60 10, 0709 60 99, 1106, 2103 30 90, 2103 90 30, 2209 00 91, 2505, 2712 10 90, 2804, 2806, 2811, 2814, 2853 00 10, 3808, 4407 10, 4407 21‑4407 29, 4407 99, 7003 12 99, 7003 19 90, 7003 20, 8419 19.

2. Ultraperifeer gebied Guyana

0105 11, 0702, 0709 60, 0805, 0807, 1006 20, 1006 30, 2505 10, 2517 10, 3824 50, 3919, 3920 43, 3920 51, 6810 11, 7215, 7606 behalve 7606 91, 9405 60.

3. Ultraperifeer gebied Martinique

0105 11, 0105 12, 0105 15, 0201, 0203, 0207, 0208 10, 0209, 0305, 0403 behalve 0403 10, 0405, 0706, 0707, 0709 60, 0709 99, 0710 behalve 0710 90, 0711, 0801 11‑0801 19, 0802 90, 0803, 0804 30, 0804 50, 0805, 0809 10, 0809 40, 0810 30, 0810 90, 0812, 0813, 0910 91, 1102, 1106 20, 1904 10, 1904 20, 2001, 2005 behalve 2005 99, 2103 30, 2103 90, 2104 10, 2505, 2710, 2711, 2712, 2804, 2806, 2811 behalve 2811 21, 2814, 2836, 2853 00 10, 2907, 3204, 3205, 3206, 3207, 3401, 3808, 3820, 4012 11, 4012 12, 4012 19, 4401, 4407 21‑4407 29, 4408, 4409, 4415 20, 4421 90, 4811, 4820, 6306 12, 6306 19, 6306 30, 6902, 6904 10, 7006, 7003 12, 7003 19, 7113‑7117, 7225, 7309, 7310 behalve 7310 21, 7616 91, 7616 99, 8402 90, 8419 19, 8902, 8903 99, 9406.

4. Ultraperifeer gebied Mayotte

0407, 0702, 0704 90 90, 0705 19, 0709 99 10, 0707 00 05, 0708 90, 0709 30, 0709 60, 0709 93 10, 0709 99 60, 0714, 0801 11, 0801 12, 0801 19, 0803, 0804 30, 0805 10, 0904 11, 0904 12, 0905, 1806, 2309 90 behalve 2309 90 96, 3925 10 00, 3925 90 80, 3926 90 90, 3926 90 97, 6901, 6902, 9021 21 90.

5. Ultraperifeer gebied Réunion

0105 11, 0105 12, 0105 13, 0105 15, 0207, 0208 10, 0208 90 30, 0208 90 98, 0209, 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0403, 0405 behalve 0405 10, 0406 10, 0406 90, 0407, 0408, 0601, 0602, 0710, 0711 90 10, 0801, 0803, 0804, 0805, 0806, 0807, 0808, 0809, 0810, 0811, 0812, 0813, 0904, 0909 31, 0910 99 99, 1101 00 15, 1106 20, 1108 14, 1604 14, 1604 19, 1604 20, 1701, 1702, 1903, 1904, 2001, 2002 10, 2004 10 10, 2004 10 91, 2004 90 50, 2004 90 98, 2005 10, 2005 20, 2005 40, 2006, 2007 behalve 2007 99 97 10, 2103 20, 2103 90, 2104, 2201, 2309 90 behalve 2309 90 35 en 2309 90 96 90, , 2710 19 81‑2710 19 99, 3211, 3214, 3402, 3403 99, 3505 20, 3506 10, 3808 92, 3808 99, 3809, 3811 90, 3814, 3820, 3824, 3921 11, 3921 13, 3921 90 90, 3925 10, 3926 90, 4009, 4010, 4016, 4407 10, 4409 10, 4409 21, 4409 29, 4415 20, 4421, 4811, 4820, 6306, 6801, 6811 89, 7007 29, 7009 behalve 7009 10, 7312 90, 7314 behalve 7314 20, 7314 39, 7314 41, 7314 49 en 7314 50, 7606, 8310, 8418 50, 8418 69, 8418 91, 8418 99, 8421 21‑8421 29, 8471 30, 8471 41, 8471 49, 8537, 8706, 8707, 8708, 8902, 8903 99, 9001, 9021 21 90, 9021 29, 9405, 9406, 9506 21, 9506 29, 9619.

B. Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde producten volgens de indeling van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief

1. Ultraperifeer gebied Guadeloupe

0302, 0306 15, 0306 16, 0306 19, 0307 91, 0307 99, 0403, 0407, 0409, 0807 11, 0807 19 90, 1601, 1602 41 10, 1604 20 10, 1806 31, 1806 32 10, 1806 32 90, 1806 90 31, 1806 90 60, 1901 20, 1902 11, 1902 19, 1905, 2105, 2106, 2201 90, 2202 10, 2202 90, 2207 10, 2208 40, 2309 90 behalve 2309 90 31 30, 2309 90 51 en 2309 90 96 90, 2523 29, 2828, 3101, 3102 90, 3103 90, 3104 20, 3105 20, 3208, 3209, 3305 10, 3401, 3402, 3406, 3917 behalve 3917 10 10, 3919, 3920, 3923, 3924 10, 3925 10, 3925 30, 3925 90, 3926 90, 4418 10, 4418 20, 4418 90, 4818 10, 4818 20, 4818 30, 4818 90, 4821 10, 4821 90, 4823 40, 4823 61, 4823 69, 4823 70 10, 4910, 4911 10, 6303 12, 6303 91, 6303 92 90, 6303 99 90, 6306 12, 6306 19, 6306 30, 6810 behalve 6810 11 10, 7213 10, 7213 91 10, 7214 20, 7214 99 10, 7308 30, 7308 40, 7308 90 59, 7308 90 98, 7309 00 10, 7310 10, 7310 21 11, 7310 21 19, 7310 29, 7314 behalve 7314 12, 7610 10, 7610 90 90, 7616 99 90, 9001 40, 9404 10, 9404 21, 9406 00 20.

2. Ultraperifeer gebied Guyana

0201, 0203, 0204, 0206 10 95, 0206 10 98, 0206 30, 0206 80 99, 0207 11, 0207 13, 0207 41, 0207 43, 0208 10, 0208 90 10, 0208 90 30, 0209 10 90, 0209 90, 0210 11, 0210 12, 0210 19, 0210 99, 0302, 0303 89, 0304, 0305 39 90, 0305 49 80, 0305 59 80, 0305 69 80, 0306 17, 0403 10, 0406 10, 0406 40, 0406 90, 0901 behalve 0901 90, 1601, 1602, 1604 11‑1604 20, 1605 10‑1605 29, 1605 52‑1605 54, 1905, 2001 90 10, 2001 90 20, 2001 90 40, 2001 90 70, 2001 90 92, 2001 90 97, 2006 00 10, 2006 00 31, 2006 00 35, 2006 00 38 81, 2006 00 38 89, 2006 00 91, 2006 00 99 99, 2008 11, 2008 99 behalve 2008 99 48 19, 2008 99 48 99, 2008 99 49 80, 2103, 2105, 2106 90 98, 2201, 2202, 2208 40, 2309 90 behalve 2309 90 96 90, 2309 90 96 30, 2309 90 31 30, 2309 90 35, 2309 90 43, 2309 90 41 20, 2309 90 41 80 en 2309 90 51, 2828 90, 3208 90, 3209 10, 3402, 3809 91, 3923 behalve 3923 10, 3923 40 en 3923 90, 3925, 3926 90, 4201, 4817, 4818, 4819 40, 4819 50, 4819 60, 4820 10, 4821 10, 4823 69, 4823 90 85, 4905 91, 4905 99, 4909, 4910, 4911, 5907, 6109, 6205, 6206, 6306 12, 6306 19, 6307 90 98, 6802 23, 6802 29, 6802 93, 6802 99, 6810 19, 6815, 7006 00 90, 7009, 7210, 7214 20, 7214 99, 7216, 7301, 7306, 7308 10, 7308 30, 7308 90, 7309, 7310 behalve 7310 21 11 en 7310 21 19, 7314, 7326 90 98, 7411, 7412, 7604, 7607, 7610 10, 7610 90, 7612 10, 7612 90 30, 7612 90 80, 7616 91, 7616 99, 7907, 8211, 8421 21 00 90, 8537 10, 9404 21, 9405 20, 9405 40.

3. Ultraperifeer gebied Martinique

0210 11, 0210 12, 0210 19, 0210 20, 0210 99 41, 0210 99 49, 0210 99 51, 0210 99 59, 0302, 0303, 0304, 0306, 0307, 0403 10, 0406 10, 0406 90 50, 0407, 0408 99, 0409, 0601, 0602, 0603, 0604, 0702, 0704 90, 0705, 0710 90, 0807, 0811, 1601, 1602, 1604 20, 1605 10, 1605 21, 1605 62, 1702, 1704 90 61, 1704 90 65, 1704 90 71, 1806, 1902, 2005 99, 2105, 2106, 2201, 2202 10, 2202 90, 2208 40, 2309 behalve 2309 90 96 30, 2517 10, 2523 21, 2523 29, 2811 21, 2828 10, 2828 90, 3101, 3102, 3103, 3104, 3105, 3208, 3209, 3210, 3211, 3212, 3213, 3214, 3215, 3303, 3304, 3305, 3402, 3406, 3917,3919, 3920, 3921 11, 3921 19, 3923 21, 3923 29, 3923 30, 3924, 3925, 3926 10, 3926 30, 3926 90 92, 4418 10, 4418 20, 4418 90, 4818 10, 4818 20, 4818 30, 4818 40, 4818 90, 4819, 4821, 4823, 4902, 4907 00 90, 4909, 4910, 4911 10, 6103, 6104, 6105, 6107, 6109 10, 6109 90 20, 6109 90 90, 6203, 6204, 6205, 6207, 6208, 6805, 6810 11, 6810 19, 6810 91, 6811 81, 6811 82, 7015 10, 7213, 7214, 7217, 7308, 7314, 7610, 8421 21, 8708 21 90, 8708 99 97, 8716 40, 8901 90 10, 9021 21, 9021 29, 9401 30, 9401 51, 9401 59, 9401 69, 9401 71, 9401 79, 9401 90, 9403, 9404 10, 9404 21, 9405 60.

4. Ultraperifeer gebied Mayotte

0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 4407, 4409, 4414, 4418, 4419, 4420, 4421, 4819, 4821, 4902, 4909, 4910, 4911, 7003, 7005, 7210, 7212 30, 7216 61 90, 7216 91 10, 7301, 7308 30 7312, 7314, 7326 90 98, 7606, 7610 10, 8310, 9401 69, 9401 90 30, 9403 20 80, 9403 40, 9406 00 31, 9406 00 38.

5. Ultraperifeer gebied Réunion

0306 11, 0306 16, 0306 17, 0306 21, 0306 26, 0306 27, 0307 11, 0307 19, 0307 59, 0409, 0603, 0604 20 40, 0604 90 91, 0604 90 99, 0709 60, 0901 21, 0901 22, 0910 11, 0910 12, 0910 30, 0910 91 10, 0910 91 90, 1516 20, 1601, 1602, 1605,1704, 1806, 1901, 1902, 1905, 2005 51, 2005 59, 2005 99 10, 2005 99 30, 2005 99 50, 2005 99 80, 2008 behalve 2008 19 19 80, 2008 30 55 90, 2008 40 51 90, 2008 40 59 90, 2008 50 61 90, 2008 60 50 90, 2008 70 61 90, 2008 80 50 90, 2008 97 59 90 en 2008 99 49 80, 2105, 2106 90, 2208 40, 2309 10, 3208, 3209, 3210, 3212, 3301 12, 3301 13, 3301 24, 3301 29, 3301 30, 3401 11, 3917, 3920, 3921 90 60, 3923, 3925 20, 3925 30, 4012, 4418, 4818 10, 4819 10, 4819 20, 4821, 4823 70, 4823 90, 4909, 4910, 4911 10, 4911 91, 7216 61 10, 7308 behalve 7308 90, 7309, 7310, 7314 20, 7314 39, 7314 41, 7314 49, 7314 50, 7326, 7608, 7610, 7616 91, 7616 99 90, 8419 19, 8528 51, 8528 71, 8528 72, 8528 73, 9401 behalve 9401 10 en 9401 20, 9403, 9404 10, 9506 99 90.

C. Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder c), bedoelde producten volgens de indeling van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief

1. Ultraperifeer gebied Guadeloupe

0901 21, 0901 22, 1006 30, 1006 40, 1101, 1701, 2007, 2009 behalve 2009 11 99 98, 2009 49 99 90, 2009 79 19 90, 2009 89 69 90, 2009 89 73 90, 2009 89 97 99, 2009 90 59 39 en 2009 90 59 90, 2208 70[2], 2208 90[3], 7009 91, 7009 92.

2. Ultraperifeer gebied Guyana

1702, 2007, 2009 behalve 2009 11 99 98, 2009 31 19 99, 2009 49 99 90, 2009 89 36 90, 2009 81 99 90 en 2009 90 98 80, 2203, 2208 70[4], 2208 90[5], 4403 49, 4403 99 95, 4407 22, 4407 29, 4407 99 96, 4409 29 91, 4409 29 99, 4418 10 10, 4418 10 90, 4418 20 10, 4418 20 80, 4418 40, 4418 50, 4418 60, 4418 90, 4420 10, 9403 40 10, 9406 00 11, 9406 00 20, 9406 00 38.

3. Ultraperifeer gebied Martinique

0901 21, 0901 22, 1006 30, 1006 40, 1101 00 11, 1101 00 15, 1701, 1901, 1905, 2006 00 10, 2006 00 35, 2006 00 91, 2007 behalve 2007 10 99 15, 2007 99 33 15, en 2007 99 39 29, 2008 behalve 2008 20 51, 2008 50 61 90, 2008 60 50 10, 2008 80 50 90, 2008 93 93 90, 2008 97 51 90, 2008 97 59 90, 2008 99 48 94, 2008 99 48 99, 2008 99 49 80 en 2008 99 99 90, 2009 behalve 2009 11 99 96, 2009 11 99 98, 2009 19 98 99, 2009 29 99 90, 2009 39 39 19, 2009 39 39 99, 2009 49 30 91, 2009 49 30 99, 2009 49 91 90, 2009 69 51 10, 2009 79 11 91, 2009 79 11 99, 2009 89 97 99[6], 2009 89 99 99[7] en 2009 90 59 90[8], 2203, 2204 29, 2205, 2208 70[9], 2208 90[10], 7009 91, 7009 92, 7212 30, 9001 40.

4. Ultraperifeer gebied Mayotte

0401, 0403, 0406, 1601, 1602, 1901, 1905, 2105, 2201, 2202, 2203, 3301 29 11, 3301 29 31, 3401, 3402, 9404 29 90.

5. Ultraperifeer gebied Réunion

0905 10, 1512 19, 1514 19 90, 1515 29, 2009 behalve 2009 11 99 96, 2009 19 98 99, 2009 29 99 90, 2009 39 31 19, 2009 69 19 10, 2009 69 51 10, 2009 79 19 90, 2009 79 98 20, 2009 89 69 90[11], 2009 89 73 90, 2009 89 97 99[12], 2009 89 99 99[13], 2009 90 51 80 en 2009 90 59[14], 2202 10, 2202 90, 2203, 2204 21 79, 2204 21 80, 2204 21 83, 2204 21 84, 2204 29 83, 2204 29 84, 2206 00 59, 2206 00 89, 2208 70[15], 2208 90[16], 2402 20, 7113, 7114, 7115, 7117, 7308 90, 9404 21 10, 9404 21 90, 9404 29 10, 9404 29 90.

[1]               Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1001/2013 van de Commissie van 4 oktober 2013 (PB L 290 van 31.10.2013).

[2]               Alleen producten op rumbasis van tariefpost 2208 40.

[3]               Alleen producten op rumbasis van tariefpost 2208 40.

[4]               Alleen producten op rumbasis van tariefpost 2208 40.

[5]               Alleen producten op rumbasis van tariefpost 2208 40.

[6]               Wanneer de brixwaarde van het product hoger is dan 20.

[7]               Wanneer de brixwaarde van het product hoger is dan 20.

[8]               Wanneer de brixwaarde van het product hoger is dan 20.

[9]               Alleen producten op rumbasis van tariefpost 2208 40.

[10]             Alleen producten op rumbasis van tariefpost 2208 40.

[11]             Wanneer de brixwaarde van het product hoger is dan 20.

[12]             Wanneer de brixwaarde van het product hoger is dan 20.

[13]             Wanneer de brixwaarde van het product hoger is dan 20.

[14]             Wanneer de brixwaarde van het product hoger is dan 20.

[15]             Alleen producten op rumbasis van tariefpost 2208 40.

[16]             Alleen producten op rumbasis van tariefpost 2208 40.

Top