This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014PC0628
Proposal for a COUNCIL IMPLEMENTING DECISION amending the list of non-cooperating third countries in fighting IUU fishing pursuant to Regulation (EC) No 1005/2008 establishing a Community system to prevent, deter and eliminate illegal, unreported and unregulated fishing
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van de lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van de lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen
/* COM/2014/0628 final - 2014/0294 (NLE) */
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van de lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen /* COM/2014/0628 final - 2014/0294 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Motivering en
doel van het voorstel Dit voorstel
betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29
september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om
illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen,
tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr.
2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van de Verordeningen
(EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999[1]
(de IOO-verordening). Algemene
context Dit voorstel
wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de IOO-verordening en is
het resultaat van onderzoeks- en dialoogprocedures die werden toegepast in
overeenstemming met de materiële en procedurele eisen van de IOO-verordening, waarin
onder meer is bepaald dat alle landen zich moeten kwijten van de taken die ze
krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dienen
te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. Bestaande
bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Besluit van de
Commissie van 15 november 2012 (PB C 354 van 17.11.2012, blz. 1) inzake de
kennisgeving aan derde landen van de mogelijkheid dat zij door de Commissie als
niet-meewerkende derde landen worden geïdentificeerd op grond van Verordening
(EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een
communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te
voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. Uitvoeringsbesluit
van de Commissie van DATUM MAAND 2014 (PB C XXXX van XX.XX.2014, blz. ...) tot
vaststelling van de derde landen die door de Commissie als niet-meewerkende
derde landen worden beschouwd op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van
de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale,
ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te
beëindigen. Samenhang met
andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie Niet van
toepassing. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN Raadpleging
van belanghebbende partijen Belanghebbende
partijen werden overeenkomstig de bepalingen van de IOO-verordening in de loop
van de onderzoeks- en de dialoogprocedures in de gelegenheid gesteld hun
belangen te verdedigen. Bijeenbrengen
en benutten van deskundigheid Er hoefde geen
beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. Effectbeoordeling Dit voorstel
vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de IOO-verordening. De
IOO-verordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel
een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL Samenvatting
van de voorgestelde maatregel Op 15 november
2012 heeft de Commissie, bij besluit van de Commissie, acht derde landen
(Belize, het Koninkrijk Cambodja, de Republiek Fiji, de Republiek Guinee, de
Republiek Panama, de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka, de
Republiek Togo en de Republiek Vanuatu) in kennis gesteld van de mogelijkheid
dat zij krachtens de IOO-verordening door de Commissie als niet-meewerkende
landen worden geïdentificeerd. De Commissie
heeft stappen ondernomen ten aanzien van de acht landen. Het betrof onder meer
maatregelen om haar handelen te motiveren, gelegenheid voor de landen om te
reageren of de argumenten te weerleggen, recht om aanvullende informatie te
vragen of te overhandigen, voorstellen van actieplannen om de situatie te
verhelpen en voldoende tijd voor het verstrekken van een antwoord en het
verhelpen van de situatie. Op DATUM MAAND
2014 heeft de Commissie, bij uitvoeringsbesluit van de Commissie, Sri Lanka aangemerkt
als een derde land dat de Commissie beschouwt als niet-meewerkend
derde land op grond van de IOO-verordening. Het bijgevoegde
voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad is gebaseerd op de bevindingen
die hebben bevestigd dat Sri Lanka zich niet heeft gekweten van de taken die
het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat
dient te vervullen. Voorgesteld wordt
daarom dat de Raad bijgaand voorstel voor een besluit goedkeurt. Rechtsgrondslag Verordening (EG)
nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging
van een communautair systeem om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te
beëindigen. Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel
betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie
valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is
om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: De vorm van de
maatregel wordt voorgeschreven in de IOO-verordening en laat geen ruimte voor
nationale besluitvorming. Beschrijving van
de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Unie, de
nationale, regionale en plaatselijke overheden, de marktdeelnemers en burgers
zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan
tot het doel van het voorstel is niet van toepassing. Keuze van
instrumenten Voorgesteld
instrument: besluit. Andere
instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: Andere
instrumenten zouden ongeschikt zijn omdat de IOO-verordening niet in andere
mogelijkheden voorziet. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het voorstel heeft geen gevolgen voor de
begroting van de Unie. 2014/0294 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van de lijst van derde landen
die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening
(EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om
illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan
en te beëindigen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de
Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair
systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen,
tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr.
2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van de Verordeningen
(EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999[2],
en met name artikel 33, Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt: 1. INLEIDING (1) Bij Verordening (EG) nr.
1005/2008 (de IOO-verordening) is een EU-systeem tot stand gebracht om
illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) te voorkomen, tegen te
gaan en te beëindigen. (2) In hoofdstuk VI van de IOO-verordening
is de procedure vastgesteld met betrekking tot de identificatie (ook wel
"aanmerking" genoemd) van niet-meewerkende derde landen, de stappen
ten aanzien van landen die zijn aangemerkt als niet-meewerkend derde land, de
vaststelling van een lijst van niet-meewerkende derde landen, de schrapping van
landen van de lijst van niet-meewerkende derde landen, de bekendmaking van de
lijst van niet-meewerkende landen en noodmaatregelen. (3) Overeenkomstig artikel 32 van
de IOO-verordening heeft de Commissie door middel van het besluit van de
Commissie van 15 november 2012[3]
(besluit van 15 november 2012) acht derde landen in kennis gesteld van de
mogelijkheid dat zij worden aangemerkt als derde land dat de Commissie
beschouwt als niet-meewerkend derde land. (4) In het besluit van 15
november 2012 heeft de Commissie informatie opgenomen betreffende de essentiële
feiten en overwegingen die aan de identificatie ten grondslag liggen. (5) Eveneens op 15 november 2012
heeft de Commissie de acht derde landen in afzonderlijke brieven meegedeeld dat
zij de mogelijkheid overwoog om hen als niet-meewerkende derde landen aan te
merken. (6) De Commissie heeft in deze
brieven beklemtoond dat de betrokken landen konden voorkomen om overeenkomstig
de artikelen 31 en 33 van de IOO-verordening als niet-meewerkend derde land te
worden aangemerkt en voor opneming in de lijst te worden voorgesteld door in
nauwe samenwerking met de Commissie een actieplan vast te stellen om de in het
besluit van de Commissie van 15 november 2012 vermelde tekortkomingen te
verhelpen. (7) Bijgevolg heeft de Commissie
de acht betrokken derde landen verzocht: (i) alle nodige maatregelen te nemen
voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen die zijn vervat in de door de
Commissie voorgestelde actieplannen; (ii) de tenuitvoerlegging van de
maatregelen die zijn vervat in de door de Commissie voorgestelde actieplannen
te beoordelen; (iii) elke zes maanden gedetailleerde verslagen naar de
Commissie te zenden met een beoordeling van de tenuitvoerlegging van elke
maatregel, onder meer met betrekking tot de individuele en/of algemene
doeltreffendheid bij het waarborgen van de volledige conformiteit van de
visserijcontroleregeling. (8) De acht betrokken derde
landen hebben de gelegenheid gekregen schriftelijk te antwoorden op kwesties
die expliciet staan vermeld in het besluit van de Commissie van 15 november
2012 alsook op andere relevante gegevens, zodat zij bewijsmateriaal konden
aanvoeren om de in het besluit van 15 november 2012 naar voren gebrachte feiten
te weerleggen of aan te vullen of, indien van toepassing, een actieplan met het
oog op verbetering van de situatie konden aannemen en maatregelen konden nemen
om de situatie te verhelpen. De acht landen kregen het recht aanvullende
informatie te vragen of te verstrekken. (9) Op 15 november 2012 heeft de
Commissie de dialoog met de acht derde landen geopend en heeft zij erop gewezen
dat een termijn van zes maanden haars inziens in beginsel voldoende is om een
overeenkomst te bereiken. (10) De Commissie is doorgegaan met
het verzamelen en verifiëren van alle gegevens die zij noodzakelijk achtte. De
mondelinge en schriftelijke reacties van de acht landen op het besluit van de
Commissie van 15 november 2012 werden in overweging en in aanmerking genomen. De
acht landen werden mondeling dan wel schriftelijk op de hoogte gehouden van de
overwegingen van de Commissie. (11) Op 24 maart 2014 werd
Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU van de Raad tot vaststelling van een lijst van
derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond
van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van
een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij
te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen[4], aangenomen. Drie van de acht landen waarop het besluit van 15
november 2012 betrekking heeft, werden vermeld als niet-meewerkende landen
aangezien zij, ondanks het nemen van enkele maatregelen, zich nog steeds niet
hadden gekweten van de taken die zij krachtens internationaal recht als
vlaggen- of kuststaat dienen te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen
te gaan en te beëindigen. (12) Bij een uitvoeringsbesluit van
DATUM MAAND 2014[5]
heeft de Commissie de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka (Sri Lanka)
geïdentificeerd als een derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van
IOO-visserij. In overeenstemming met de IOO-verordening heeft de Commissie
gemotiveerd waarom zij van mening was dat Sri Lanka zich niet heeft gekweten
van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-,
kust-of marktstaat dient te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te
gaan en te beëindigen. (13) Derhalve dient in het kader
van de tenuitvoerlegging van de IOO-verordening naar aanleiding van de onderzoeks-
en dialoogprocedures die overeenkomstig de in de IOO-verordening vastgestelde
materiële en procedurele eisen zijn toegepast, een uitvoeringsbesluit van de
Raad te worden vastgesteld waarbij Sri Lanka op de lijst van niet aan de
bestrijding van IOO-visserij deelnemende derde landen wordt geplaatst. Dit
besluit is gebaseerd op die onderzoeks- en dialoogprocedures, waaronder de
briefwisselingen en de vergaderingen, alsmede het besluit van 15 november 2012
en het besluit van DATUM MAAND 2014. De motivering van deze procedures en
handelingen is dezelfde als die welke ten grondslag ligt aan dit besluit. Dit
besluit waarbij Sri Lanka op de lijst van niet aan de bestrijding van
IOO-visserij deelnemende derde landen wordt geplaatst, dient tot de in artikel
38 van de IOO-verordening vermelde gevolgen te leiden. (14) Door de vaststelling van het
uitvoeringsbesluit van de Raad waarbij Sri Lanka overeenkomstig artikel 33 van
de IOO-verordening op de lijst van niet-meewerkende derde landen wordt
geplaatst, wordt het besluit van DATUM MAAND 2014 waarbij Sri Lanka als een
niet-meewerkend derde land wordt aangemerkt, overbodig. (15) Overeenkomstig artikel 34, lid
1, van de IOO-verordening schrapt de Raad, met gekwalificeerde meerderheid van
stemmen op voorstel van de Commissie, een derde land van de lijst van
niet-meewerkende derde landen indien dat land aantoont dat de situatie die zijn
opneming in de lijst rechtvaardigde, is verholpen. Bij het nemen van een
besluit tot schrapping wordt ook in aanmerking genomen of de in de lijst
opgenomen derde landen concrete maatregelen hebben genomen die een blijvende
verbetering van de situatie kunnen bewerkstelligen. 2. PROCEDURE TEN AANZIEN VAN SRI
LANKA (16) Op 15 november 2012 heeft de
Commissie Sri Lanka overeenkomstig artikel 32 van de IOO-verordening in kennis
gesteld van het feit dat zij de mogelijkheid overwoog Sri Lanka aan te merken
als niet-meewerkend derde land en heeft zij Sri Lanka verzocht in nauwe
samenwerking met haar diensten een actieplan vast te stellen om de in het
besluit van 15 november 2012 vermelde tekortkomingen te verhelpen. In de
periode tussen december 2012 en juni 2014 heeft Sri Lanka zijn standpunten
schriftelijk te kennen gegeven en met de Commissie vergaderd om ter zake doende
punten te bespreken. De Commissie heeft Sri Lanka schriftelijk relevante
informatie verschaft. De Commissie is doorgegaan met het verzamelen en
verifiëren van alle gegevens die zij noodzakelijk achtte. De mondelinge en
schriftelijke reacties van Sri Lanka op het besluit van 15 november 2012 werden
in overweging en in aanmerking genomen en Sri Lanka werd mondeling dan wel
schriftelijk op de hoogte gehouden van de overwegingen van de Commissie. De
Commissie concludeerde dat de in het besluit van de Commissie van 15 november 2012
beschreven aandachtspunten en tekortkomingen niet voldoende waren aangepakt
door Sri Lanka. Bovendien was de Commissie van oordeel dat de maatregelen in
een voorgesteld actieplan niet ten volle werden uitgevoerd. 3. IDENTIFICATIE VAN SRI LANKA ALS
NIET-MEEWERKEND DERDE LAND (17) In het besluit van 15 november
2012 heeft de Commissie de taken van Sri Lanka geanalyseerd en heeft zij
beoordeeld of het land zijn internationale verplichtingen als vlaggen-, haven-,
kust- of marktstaat is nagekomen. De Commissie heeft bij deze beoordeling
rekening gehouden met de in artikel 31, leden 4 tot en met 7, van de in de
IOO-verordening opgenomen parameters. (18) Rekening houdend met de
bevindingen in het besluit van 15 november 2012, de desbetreffende door Sri
Lanka verstrekte informatie, het voorgestelde actieplan en de maatregelen die
zijn genomen om de situatie te verhelpen, heeft de Commissie beoordeeld of Sri
Lanka zijn verplichtingen is nagekomen. (19) De belangrijkste
tekortkomingen die door de Commissie in het voorgestelde actieplan zijn aangewezen,
hielden verband met verscheidene gevallen van niet-naleving van het
internationaal recht, die met name betrekking hadden op de niet-vaststelling
van een gepast wettelijk kader, het gebrek aan geschikte en doelmatige monitoring,
het gebrek aan een controle- en inspectieregeling, het ontbreken van een
afschrikkend sanctiestelsel en de ontoereikende tenuitvoerlegging van de
vangstcertificeringsregeling. Andere vastgestelde tekortkomingen houden meer
algemeen verband met de naleving van internationale verplichtingen, met
inbegrip van aanbevelingen en resoluties van regionale organisaties voor
visserijbeheer (ROVB's) en de voorwaarden voor de registratie van vaartuigen
overeenkomstig het internationaal recht. Ook werd melding gemaakt van
gebrekkige naleving van aanbevelingen en resoluties van ter zake relevante
organen als de Verenigde Naties, met hun Internationale Actieplan tegen
illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-IAP). De gebrekkige
naleving van niet-bindende aanbevelingen en resoluties is echter slechts als
ondersteunend bewijsmateriaal in aanmerking genomen en niet als grond voor de
identificatie. (20) In het uitvoeringsbesluit van
DATUM MAAND 2014 heeft de Commissie Sri Lanka geïdentificeerd als niet-meewerkend
derde land op grond van de IOO-verordening. (21) Wat betreft de mogelijke
beperkingen waarmee Sri Lanka als ontwikkelingsland wordt geconfronteerd, dient
opgemerkt te worden dat de specifieke ontwikkelingsstatus en de globale
prestatie van het land op het gebied van visserij niet worden geschaad door het
algemeen ontwikkelingsniveau van Sri Lanka. (22) Gezien het besluit van 15
november 2012 en het besluit van DATUM MAAND 2014, en gezien de dialoog die de
Commissie heeft gevoerd met Sri Lanka alsook het resultaat daarvan, kan worden
besloten dat de door Sri Lanka in het kader van zijn taken als vlaggenstaat
ondernomen stappen ontoereikend zijn om te voldoen aan de bepalingen van de
artikelen 94, 117 en 118 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het
recht van de zee (UNCLOS) en de artikelen 18, 19 en 20 van de
VN-Visbestandenovereenkomst (UNSFA). (23) Sri Lanka heeft zich dus niet
gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggenstaat
dient te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen
en dient derhalve te worden opgenomen in de EU-lijst van niet-meewerkende derde
landen. 4. VASTSTELLING VAN EEN LIJST VAN
NIET-MEEWERKENDE DERDE LANDEN (24) Gezien de conclusies met
betrekking tot Sri Lanka, dient dat land te worden opgenomen in de lijst van
niet-meewerkende derde landen die bij besluit van 24 maart 2014 overeenkomstig
artikel 33 van de IOO-verordening is vastgesteld. De bijlage bij het
Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU dient derhalve dienovereenkomstig te worden
gewijzigd. (25) De ten aanzien van Sri Lanka
te nemen maatregelen zijn opgenomen in artikel 38 van de IOO-verordening. Het
invoerverbod is van toepassing op alle in artikel 2, lid 8, van de
IOO-verordening gedefinieerde visserijproducten, aangezien de identificatie als
niet-meewerkend derde land niet is toe te schrijven aan het gebrek aan passende
maatregelen in verband met IOO-visserij op een bepaald bestand of een bepaalde
soort. (26) IOO-visserij dunt onder meer
visbestanden uit, vernietigt habitats in zeegebieden, ondermijnt de
instandhouding en het duurzame gebruik van mariene rijkdommen, verstoort de
concurrentie, brengt de voedselveiligheid in gevaar, benadeelt eerlijke vissers
en verzwakt kustgemeenschappen. Gezien de ernst van de problemen met betrekking
tot IOO-visserij is het noodzakelijk dat de EU de maatregelen ten aanzien van
Sri Lanka als niet-meewerkend land prompt ten uitvoer legt. Gezien het
voorgaande dient dit besluit in werking te treden op de dag na die van de
bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. (27) Overeenkomstig artikel 34, lid
1, van de IOO-verordening schrapt de Raad, op voorstel van de Commissie en met
gekwalificeerde meerderheid van stemmen, Sri Lanka van de lijst van
niet-meewerkende derde landen indien dat land aantoont dat de situatie die de
opneming in de lijst rechtvaardigde, is verholpen. Bij het nemen van een
besluit tot schrapping wordt ook in aanmerking genomen of Sri Lanka concrete
maatregelen heeft genomen die een blijvende verbetering van de situatie kunnen
bewerkstelligen, BESLUIT: Artikel 1 De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU
wordt vervangen door de in de bijlage bij dit besluit opgenomen tekst. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag na die
van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1. [2] PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1. [3] Besluit van de Commissie van 15 november 2012 inzake de
kennisgeving aan derde landen van de mogelijkheid dat zij door de Commissie als
niet-meewerkende derde landen worden geïdentificeerd op grond van Verordening
(EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een
communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te
voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB C 354 van 17.11.2012, blz. 1). [4] PB L 91 van 27.3.2014, blz. 43. [5] Uitvoeringsbesluit van de Commissie van DATUM MAAND 2014
tot vaststelling van de derde landen die door de Commissie als niet-meewerkende
derde landen worden beschouwd op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van
de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale,
ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te
beëindigen (PB C XX van dd.mm.2014, blz. X). BIJLAGE Lijst van derde landen die niet meewerken bij
de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij
("IOO-visserij") bij het Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT
VAN DE RAAD tot wijziging van de lijst van derde
landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van
Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een
communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te
voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen Belize Koninkrijk Cambodja Republiek Guinee Democratische Socialistische Republiek Sri
Lanka