EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0518

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal, en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

/* COM/2014/0518 final - 2014/0238 (NLE) */

52014PC0518

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal, en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan /* COM/2014/0518 final - 2014/0238 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Raad heeft de Europese Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie te onderhandelen over de verlenging van de op 1 juni 1981 in werking getreden overeenkomst tussen de regering van de Republiek Senegal en de Europese Economische Gemeenschap betreffende de visserij voor de Senegalese kust, en over een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 25 april 2014 een ontwerp van de nieuwe overeenkomst en van het protocol geparafeerd. De bestaande overeenkomst wordt bij de nieuwe overeenkomst ingetrokken en vervangen en heeft met ingang van de inwerkingtreding een looptijd van vijf jaar die stilzwijgend kan worden verlengd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vijf jaar die ingaat op de in artikel 12 ervan vastgestelde datum van voorlopige toepassing, i.e. de datum van ondertekening door de partijen.

De nieuwe overeenkomst is vooral bedoeld om een strategisch partnerschap op het gebied van visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal tot stand te brengen binnen een geactualiseerd kader waarin rekening wordt gehouden met de prioriteiten van het hervormd gemeenschappelijk visserijbeleid en de externe dimensie van dat beleid.

Het protocol is er in de eerste plaats op gericht om binnen de grenzen van het beschikbare overschot vangstmogelijkheden in de Senegalese wateren toe te kennen aan de vaartuigen van de Europese Unie, met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke evaluaties, met name die van de Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan (COPACE) en met inachtneming van het beste wetenschappelijke advies en de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT). De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een verkennende evaluatie waarin externe deskundigen zijn nagegaan in hoeverre het opportuun is om een nieuwe overeenkomst en een protocol te sluiten. Voorts wordt beoogd om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal te verstevigen met het oog op de instelling van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Senegalese visserijgebieden.

Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende categorieën:

-           28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

-           8 hengelvisserijvaartuigen;

-           2 trawlers (voor de visserij op demersale zwarte heek in volle zee).

Op basis daarvan stelt de Commissie voor dat de Raad, met instemming van het Parlement, de sluiting van deze overeenkomst en dit nieuwe protocol bij besluit goedkeurt.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de verkennende evaluatie waarin is nagegaan of het opportuun is een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector te sluiten tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is naar voren gekomen dat het van belang is de visserijovereenkomst met de Republiek Senegal te verlengen en een visserijprotocol met dat land te sluiten.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Parallel aan de onderhavige procedure worden procedures ingeleid met betrekking tot het besluit van de Raad houdende goedkeuring van de ondertekening en de voorlopige toepassing van de partnerschapovereenkomst inzake duurzame visserij en het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan, en met betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten van de Europese Unie.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De jaarlijkse financiële tegenprestatie bedraagt 1 808 000 EUR voor het eerste jaar, 1 738 000 EUR voor het tweede, derde en vierde jaar en 1 668 000 EUR voor het vijfde jaar. Deze prestatie valt uiteen in:

a) toegangsrechten voor een referentietonnage van 14 000 ton tonijnachtigen en een toegestaan vangstvolume van 2 000 ton zwarte heek, ten belope van 1 058 000 EUR voor het eerste jaar, 988 000 EUR voor het tweede, derde en vierde jaar en 918 000 EUR voor het vijfde jaar, en

b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Republiek Senegal ten belope van 750 000 EUR per jaar. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid  van de Republiek Senegal en met name met de behoeften van het land aan steun op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, bewaking, ambachtelijke visserij, bestrijding van illegale visserij en herstel van beschadigde ecosystemen met het oog op de aanvulling van de juvenielenbestanden.

2014/0238 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal, en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), en lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement[1],

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       De Unie heeft met de Republiek Senegal een vijfjarige, stilzwijgend verlengbare overeenkomst inzake duurzame visserij en een vijfjarig protocol voor de tenuitvoerlegging van die overeenkomst ondertekend, waarbij aan vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Senegal de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft.

(2)       De overeenkomst en het protocol zijn [...] overeenkomstig Besluit 2014/.../EU[2] ondertekend en worden met ingang van de datum van ondertekening voorlopig toegepast.

(3)       De overeenkomst en het protocol voor de tenuitvoerlegging ervan moeten namens de Unie worden goedgekeurd.

(4)       Bij de overeenkomst wordt een gemengde commissie opgericht die wordt belast met het toezicht op de toepassing van de overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie overeenkomstig het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te faciliteren, dient de Commissie, onder bepaalde voorwaarden, te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal (hierna de overeenkomst) en het protocol voor de tenuitvoerlegging van die overeenkomst (hierna het protocol) worden namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst en die van het protocol zijn als bijlage I en bijlage II bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die bevoegd is (zijn) om namens de Unie de respectievelijk in artikel 16 van de overeenkomst en in artikel 13 van het protocol bedoelde kennisgevingen te doen, waarmee de instemming van de Unie om door de overeenkomst en het protocol gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.

Artikel 3

De Europese Commissie wordt, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bijlage III bij dit besluit, gemachtigd om namens de Unie goedkeuring te verlenen voor wijzigingen van het protocol die worden vastgesteld door de krachtens artikel 7 van de overeenkomst ingestelde gemengde commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB C […] van […], blz. […].

[2]               PB L […] van […], blz. […].

Bijlage I

PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST

inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal

DE EUROPESE UNIE, hierna "de Unie" genoemd, en

DE REPUBLIEK SENEGAL, hierna "Senegal" genoemd,

 hierna "de partijen" genoemd,

GEZIEN de nauwe samenwerking tussen de Unie en Senegal, met name in het kader van de overeenkomst van Cotonou, en gezien de wens van de partijen deze betrekkingen te intensiveren,

GEZIEN het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 en de Overeenkomst inzake grensoverschrijdende bestanden van 1995,

VASTBESLOTEN de besluiten en aanbevelingen van de relevante regionale organisaties voor visserijbeheer waarvan de partijen lid zijn, toe te passen,

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 door de FAO aangenomen gedragscode voor een verantwoorde visserij,

VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen en de instandhouding van deze rijkdommen op lange termijn,

ERVAN OVERTUIGD dat deze samenwerking de vorm moet aannemen van initiatieven en maatregelen die, ongeacht of ze door beide partijen samen of door een partij afzonderlijk worden genomen, elkaar aanvullen en van die aard zijn dat de coherentie van de beleidslijnen en de synergie van de inspanningen worden gegarandeerd,

VASTBESLOTEN om, met het oog op die samenwerking, de dialoog aan te gaan die voor de uitvoering van het visserijbeleid van Senegal vereist is, en daarbij het maatschappelijk middenveld, en met name de mensen die in de visserijsector werken, te betrekken,

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen voor enerzijds de visserijactiviteiten van de Unievissersvaartuigen in de Senegalese wateren en anderzijds de steun die de Unie verleent voor de ontwikkeling van een verantwoorde visserij in die wateren,

VASTBERADEN te streven naar een nauwere economische samenwerking in de visserijsector en daarmee verwante sectoren door de samenwerking tussen bedrijven van beide partijen te bevorderen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)      "Senegalese autoriteiten": het ministerie van Visserij van de Republiek Senegal;

b)      "autoriteiten van de Unie": de Europese Commissie;

c)      "visserijactiviteit": het zoeken naar vis, het te water laten, uitzetten, slepen en ophalen van vistuig, het aan boord halen van de vangst, het overladen, het aan boord houden, het verwerken aan boord, het overbrengen, het kooien, het vetmesten en het aanlanden van vis en visserijproducten;

d)      "vissersvaartuig": elk vaartuig dat wordt gebruikt voor, dat is uitgerust voor of dat van een type is dat doorgaans wordt gebruikt voor het verrichten van visserijactiviteiten overeenkomstig de Senegalese regelgeving;

e)      "Unievissersvaartuig": vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;

f)       "Senegalese wateren": wateren onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Senegal;

g)      "overeenkomst": de overeenkomst, alsmede het daarbij horende protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels;

h)      "overmacht": plotse, onvoorziene en onvermijdelijke gebeurtenissen die het normale verloop van de visserijactiviteiten in de Senegalese wateren in gevaar kunnen brengen of kunnen verhinderen.

Artikel 2 – Toepassingsgebied

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake:

(a) de voorwaarden waartegen de Unievissersvaartuigen op het beschikbare overschot mogen vissen in de Senegalese wateren;

(b) de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van de visserij met als doel de duurzame visserij in de Senegalese wateren te bevorderen en de Senegalese visserijsector te ontwikkelen;

(c) de samenwerking betreffende de regelingen voor visserijcontrole in de Senegalese wateren met als doel de bovengenoemde regels en voorwaarden te handhaven, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de visbestanden te verzekeren en illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te bestrijden.

Artikel 3 - Beginselen

1. De partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de Senegalese wateren overeenkomstig de FAO-gedragscode voor een verantwoorde visserij te bevorderen.

2. Senegal verbindt zich ertoe om aan segmenten van andere in zijn wateren aanwezige buitenlandse vloten waarvan de vaartuigen dezelfde kenmerken hebben en op dezelfde soorten vissen als bedoeld in deze overeenkomst, geen gunstiger voorwaarden toe te kennen dan in deze overeenkomst zijn vastgelegd.

3. De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst volgens de procedure van de artikelen 8 en 96 van de overeenkomst van Cotonou ten uitvoer te leggen in overeenstemming met artikel 9 van die overeenkomst inzake de essentiële elementen van die overeenkomst, i.e. de mensenrechten en de democratische beginselen van de rechtsstaat, en het fundamentele element van die overeenkomst, i.e. goed openbaar bestuur.

4. De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst ten uitvoer te leggen volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur en daarbij rekening te houden met de toestand van de visbestanden.

5. De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die worden aangemonsterd op Unievissersvaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

6. De partijen raadplegen elkaar voordat zij een besluit nemen dat van invloed kan zijn op de activiteiten van Unievaartuigen in het kader van deze overeenkomst.

Artikel 4 – Toegang tot de Senegalese wateren

1. De Unievissersvaartuigen mogen hun activiteiten in de Senegalese wateren slechts uitoefenen indien zij in het kader van deze overeenkomst een visserijvergunning hebben ontvangen; visserijactiviteiten buiten dit kader zijn verboden.

2. De Senegalese autoriteiten mogen alleen in het kader van deze overeenkomst visserijvergunningen aan Unievissersvaartuigen afgeven; het is verboden om buiten dit kader vergunningen, met name particuliere, aan deze vissersvaartuigen af te geven.

Artikel 5 – Vigerende wetgeving en uitvoering

1. Onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst vallen de krachtens deze overeenkomst gereglementeerde visserijactiviteiten onder de Senegalese wetgeving.

2. De Senegalese autoriteiten brengen de autoriteiten van de Unie op de hoogte van elke wijziging van de wetgeving die gevolgen kan hebben voor de activiteiten van de Unievissersvaartuigen. De gewijzigde wetgeving is van toepassing op deze vaartuigen met ingang van de zestigste dag nadat de autoriteiten van de Unie de kennisgeving ontvangen.

3. Senegal verbindt zich ertoe al het nodige te doen voor de doeltreffende toepassing van de in deze overeenkomst opgenomen maatregelen inzake visserijcontrole. De Unievissersvaartuigen werken samen met de voor de uitvoering van deze controles bevoegde Senegalese autoriteiten.

4. De Unie verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen deze overeenkomst en de desbetreffende Senegalese wetgeving in acht nemen.

5. De autoriteiten van de Unie brengen de Senegalese autoriteiten op de hoogte van elke wijziging van de wetgeving die gevolgen kan hebben voor de activiteiten van de Unievissersvaartuigen in het kader van deze overeenkomst.

Artikel 6 - Financiële tegenprestatie

1. De financiële tegenprestatie die de Unie in het kader van deze overeenkomst aan Senegal betaalt, heeft tot doel:

(a) een deel van de kosten – niet dat van de toegangskosten voor de reders – te vergoeden die gepaard gaan met de toegang van de Unievissersvaartuigen tot de Senegalese visbestanden;

(b) middels sectorale steun de capaciteit te versterken voor het opstellen en uitvoeren van een duurzaam visserijbeleid door Senegal.

2. De financiële bijdrage voor de sectorale steun staat los van de betalingen betreffende de toegangskosten.  Bepalend voor de financiële bijdrage is de mate waarin de doelstellingen van het Senegalese sectorale visserijbeleid aan het einde van de jaarlijkse en meerjarige uitvoeringsprogrammering zijn gehaald overeenkomstig de bepalingen van het protocol bij deze overeenkomst.

3. De Unie betaalt de financiële tegenprestatie jaarlijks, volgens de bepalingen van het protocol. Het bedrag kan in de volgende gevallen worden herzien:

(a) overmacht;

(b) een verlaging van de vangstmogelijkheden voor de Unievissersvaartuigen omdat voor het beheer van de betrokken bestanden maatregelen worden toegepast die op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de bestanden;

(c) een verhoging van de vangstmogelijkheden voor de Unievissersvaartuigen indien dat, gezien de toestand van de betrokken bestanden, volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

(d) een herevaluatie van de voorwaarden die verbonden zijn met de financiële bijdrage voor sectorale steun wanneer dat gerechtvaardigd is in het licht van de resultaten van de door de partijen vastgestelde jaarlijkse en meerjarige programmering;

(e) de opschorting van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 13;

(f) de opzegging van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 14.

Artikel 7 - Gemengde commissie

1. Er wordt een uit vertegenwoordigers van de autoriteiten van de Unie en de Senegalese autoriteiten bestaande gemengde commissie ingesteld die tot taak heeft de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst op te volgen. Deze gemengde commissie kan wijzigingen van het protocol, de bijlage en de aanhangsels vaststellen.

2. Met het oog op de opvolging van de tenuitvoerlegging is het met name de taak van de gemengde commissie:

(a) toezicht uit te oefenen op de uitvoering, interpretatie en toepassing van deze overeenkomst, en met name op de vaststelling van de in artikel 6, lid 2, bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering en op de beoordeling van de uitvoering daarvan;

(b) op te treden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

(c) te fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of de toepassing van de overeenkomst.

3. Op grond van haar beslissingsbevoegdheid hecht de gemengde commissie haar goedkeuring aan wijzigingen van het protocol, de bijlage en de aanhangsels bij deze overeenkomst die betrekking hebben op:

(a) de herziening van de vangstmogelijkheden en, bijgevolg, van de daarmee verbonden financiële tegenprestatie;

(b) de bepalingen inzake de sectorale steun;

(c) de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij door de Unievissersvaartuigen.

De besluiten worden met consensus genomen en worden vermeld in de bijlage bij de notulen van de vergadering.

4. De gemengde commissie voert haar taken uit overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst en de desbetreffende voorschriften die de regionale organisaties voor visserijbeheer hebben vastgesteld.

5. De gemengde commissie komt minstens eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Senegal en in de Unie of op een andere, door beide partijen goedgekeurde locatie, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van een van beide partijen kan de gemengde commissie een buitengewone vergadering beleggen.

Artikel 8 – Samenwerking op het gebied van controle en de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

De partijen verbinden zich ertoe om in nauwe samenwerking op te treden tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij en zo te streven naar een verantwoorde en duurzame visserij.

Artikel 9 – Wetenschappelijke samenwerking

1. De partijen stimuleren wetenschappelijke samenwerking met het oog op een beter toezicht op de toestand van de biologische mariene rijkdommen in de Senegalese wateren.

2. De partijen raadplegen elkaar, in het kader van een gemengde wetenschappelijke werkgroep of van de bevoegde internationale organisaties, om het beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen in de Atlantische Oceaan te versterken en samen te werken bij ter zake relevant wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 10 – Samenwerking tussen beroepsorganisaties van de visserijsector, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld

1. De partijen bevorderen economische en technische samenwerking in de visserijsector en daarmee verbonden sectoren. Met name kunnen zij onderling overleg plegen om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te faciliteren en te coördineren.

2. De partijen verbinden zich ertoe de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de industriële verwerking van visserijproducten te bevorderen.

3. De partijen spannen zich in voor het creëren van de voorwaarden om de betrekkingen tussen hun bedrijven op technisch, economisch en commercieel gebied te bevorderen via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat. In voorkomend geval stimuleren zij de vorming van gemengde ondernemingen.

Artikel 11 – Geografisch toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is, onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden, en, anderzijds, op Senegal.

Artikel 12 – Duur

Deze overeenkomst is geldig voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding en kan stilzwijgend worden verlengd, behalve in het geval van opzegging overeenkomstig artikel 14.

Artikel 13 – Opschorting

1. De tenuitvoerlegging van deze overeenkomst kan in de volgende gevallen unilateraal door één partij worden opgeschort:

(a) overmacht;

(b) een geschil tussen de partijen over de interpretatie of de tenuitvoerlegging van de overeenkomst;

(c) een inbreuk van een van de partijen tegen de bepalingen van deze overeenkomst, met name artikel 3, lid 3, inzake de eerbiediging van de mensenrechten.

2. De opschorting van de overeenkomst wordt schriftelijk meegedeeld aan de andere partij en treedt drie maanden na ontvangst van deze mededeling in werking. De partijen plegen bij ontvangst van de mededeling over de opschorting overleg met elkaar teneinde de zaak binnen drie maanden minnelijk te schikken. Dit overleg kan worden voortgezet ook al is de opschorting in werking getreden. Wordt de zaak minnelijk geschikt, dan wordt de tenuitvoerlegging van de overeenkomst meteen hervat en wordt de in artikel 6 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 14 – Opzegging

1. Deze overeenkomst kan in de volgende gevallen unilateraal door één partij worden opgezegd:

(a) overmacht;

(b) achteruitgang van de betrokken bestanden, volgens het beste beschikbare betrouwbare en onafhankelijke wetenschappelijke advies;

(c) onderbenutting van de aan de Unievissersvaartuigen toegewezen vangstmogelijkheden;

(d) inbreuk tegen de door de partijen aangegane verbintenissen op het gebied van de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij.

2. De opzegging van de overeenkomst wordt schriftelijk meegedeeld aan de andere partij en treedt zes maanden na ontvangst van deze mededeling in werking, tenzij de partijen samen afspreken deze termijn te verlengen. De partijen plegen bij ontvangst van de mededeling over de opzegging overleg met elkaar teneinde de zaak binnen zes maanden minnelijk te schikken. Wordt de zaak minnelijk geschikt, dan wordt de tenuitvoerlegging van de overeenkomst meteen hervat en wordt de in artikel 6 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 15 – Intrekking

De op 1 juni 1981 in werking getreden overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Senegal en de Europese Economische Gemeenschap inzake de visserij voor de Senegalese kust wordt ingetrokken.

Artikel 16 – Inwerkingtreding

Deze overeenkomst is opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

De overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

Artikel 17 – Voorlopige toepassing

De overeenkomst wordt, zodra ze wordt ondertekend, voorlopig van toepassing alvorens in werking te treden.

BIJLAGE II

PROTOCOL voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal

Artikel 1 Toepassingsgebied

1. De aan de Unievissersvaartuigen toegewezen vangstmogelijkheden betreffen:

–  over grote afstanden trekkende soorten (als opgenomen in bijlage 1 van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982), met uitzondering van soorten die beschermd zijn of verboden door Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT):

(a)  28 vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen

(b) 8 vaartuigen voor de visserij met de hengel

–   demersale vissoorten in volle zee:

(c)  2 trawlers

Dit lid is van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 5 en 6 van dit protocol.

2. De in lid 1 vastgestelde vangstmogelijkheden gelden enkel in de Senegalese visserijgebieden waarvan de geografische coördinaten in de bijlage zijn vermeld.

Artikel 2 Looptijd

Dit protocol, met de daarbij horende bijlage, heeft een looptijd van 5 jaar die ingaat op de dag waarop het in werking treedt of, in voorkomend geval, waarop het voorlopig van toepassing wordt.

Artikel 3 Financiële tegenprestatie

1. De totale waarde van het protocol voor de in artikel 2 bedoelde periode wordt geraamd op 13 930 000 EUR. Dit bedrag is als volgt onderverdeeld:

1.1. 8 690 000 EUR in het kader van de in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie, die bestaat uit:

(2) een jaarlijkse financiële vergoeding voor de toegang tot de wateren (1 058 000 EUR voor het eerste jaar, 988 000 EUR voor het tweede, derde en vierde jaar en 918 000 EUR voor het vijfde jaar, wat overeenkomt met een referentietonnage voor over grote afstanden trekkende bestanden van 14 000 ton per jaar;

(3) een specifiek bedrag van 750 000 EUR voor elk van de vijf jaar, ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Senegal.

1.2. 5 240 000 000 EUR, wat overeenkomt met het geraamde bedrag van de door de reders verschuldigde rechten voor de op grond van artikel 4 van de overeenkomst en volgens de voorwaarden van hoofdstuk II, punt 3, afgegeven vismachtigingen.

2. Lid 1 is van toepassing behoudens de artikelen 5, 6, 7 en 8 van dit protocol en de artikelen 13 en 14 van de overeenkomst.

3. Senegal controleert de activiteiten van de Unievissersvaartuigen in de Senegalese visserijgebieden teneinde, rekening houdend met de toestand van de bestanden en elk beschikbaar overschot, te garanderen dat zowel de in lid 1.1, onder (1), vastgestelde referentietonnage voor over grote afstanden trekkende soorten als de totale toegestane vangsthoeveelheid voor de demersale soorten als vermeld in de technische fiche in het aanhangsel bij de bijlage van dit protocol adequaat wordt beheerd. In het kader van deze controle waarschuwt Senegal de autoriteiten van de Unie zodra de Unievissersvaartuigen die aanwezig zijn in de Senegalese visserijgebieden, een vangstniveau bereiken van 80 % van de referentietonnage of van 80 % van de totale toegestane vangsten voor de demersale soorten. Meteen bij ontvangst van deze mededeling brengt de Unie de lidstaten op de hoogte.

4. Zodra de vangsten een niveau bereiken van 80 % van de referentietonnage of van 80 % van de totale toegestane vangsten voor de demersale soorten, controleert Senegal maandelijks de vangsten van de Unievissersvaartuigen. Deze controle vindt dagelijks plaats zodra het elektronisch rapportagesysteem (ERS) als bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de bijlage bij dit protocol van toepassing is. Senegal waarschuwt de autoriteiten van de Unie zodra de hierboven vermelde referentiehoeveelheid of totale toegestane vangsthoeveelheid is bereikt. Meteen bij ontvangst van deze mededeling brengt de Unie de lidstaten op de hoogte.

5. Indien de Unievissersvaartuigen in de Senegalese wateren jaarlijks meer over grote afstanden trekkende soorten vangen dan de in lid 1.1, onder (1), vermelde jaarlijkse referentietonnage, wordt het totale bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie per extra gevangen ton verhoogd: het eerste jaar met 55 EUR, het tweede, derde en vierde jaar met 50 EUR en het vijfde jaar met 45 EUR.

6. De totale toegestane vangsthoeveelheid voor de demersale soorten als vermeld in de technische fiche in het aanhangsel bij de bijlage van dit protocol is het maximale volume van de voor deze soorten toegestane vangsten. Indien de jaarlijkse hoeveelheid die van deze soorten wordt gevangen, het toegestane totaal overschrijdt, wordt het in die fiche vermelde visrecht dat door de reders moet worden betaald, verhoogd met 50 % voor de boventallige vangsten. 

7. De Europese Unie mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 1.1, onder (1), vermelde bedrag. Indien de Unievissersvaartuigen meer vangen dan de met het dubbele van dat bedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de boventallige hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.

8. Voor het eerste jaar betaalt de Europese Unie de in lid 1.1, onder (1), bedoelde financiële tegenprestatie voor de toegang van de Unievissersvaartuigen tot de Senegalese visbestanden uiterlijk 90 (negentig) dagen na de datum van voorlopige toepassing van het protocol, en voor de volgende jaren uiterlijk op de datum waarop de ondertekening van het protocol verjaart.

9. De in lid 1.1, onder (1), bedoelde financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën van Senegal. De in lid 1.1, onder (2), bedoelde financiële tegenprestatie voor sectorale steun wordt op een depositorekening in de boeken van het ministerie van Financiën ter beschikking van het directoraat Zeevisserij gesteld.  De gegevens van de bankrekeningen worden jaarlijks door de Senegalese autoriteiten aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 4 Sectorale steun

1. De gemengde commissie stelt uiterlijk 3 (drie) maanden na de inwerkingtreding of in voorkomend geval na de voorlopige toepassing van dit protocol een meerjarig sectoraal programma, met toepassingsbepalingen, vast waarin de volgende elementen zijn opgenomen:

(1) de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in artikel 3, lid 1.1, onder (2), genoemde deel van de financiële tegenprestatie;

(2) de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om op termijn tot een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten in het nationale visserijbeleid en in andere beleidsgebieden van Senegal die met de totstandbrenging van een duurzame en verantwoorde visserij verband houden of deze kunnen beïnvloeden, met name op het gebied van ambachtelijke visserij, toezicht, controle en de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO) visserij, alsmede prioriteiten voor de versterking van de wetenschappelijke capaciteit van Senegal op het gebied van visserij;

(3) de criteria en de procedures, eventueel met inbegrip van begrotings- en financiële indicatoren, voor de jaarlijkse beoordeling van de behaalde resultaten.

2. De gemengde commissie stelt de doelstellingen vast en schat de verwachte impact van de projecten in teneinde haar goedkeuring te kunnen hechten aan wijze waarop Senegal de bedragen van de financiële bijdrage voor sectorale steun toewijst.

3. Elk jaar geeft Senegal een stand van zaken van de met de sectorale steun ten uitvoer gelegde projecten aan de hand van een jaarverslag dat door de gemengde commissie wordt onderzocht. Voordat het protocol verstrijkt, stelt Senegal bovendien een slotverslag op.

4. De financiële bijdrage voor sectorale steun wordt in schijven betaald overeenkomstig een benadering die is gebaseerd op de analyse van wat met de tenuitvoerlegging van de sectorale steun is bereikt, en op de behoeften die tijdens de programmering zijn vastgesteld. De Unie kan de betaling van de in artikel 3, lid 1.1, onder (2), van dit protocol bedoelde specifieke financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk schorsen:

4.1. wanneer bij een door de gemengde commissie uitgevoerde evaluatie blijkt dat de bereikte resultaten niet met de programmering overeenkomen;

4.2. wanneer die financiële tegenprestatie niet overeenkomstig de goedgekeurde programmering is vastgelegd.

De betaling van de financiële bijdrage wordt hervat nadat beide partijen overeenstemming hebben bereikt en/of wanneer de resultaten van de in lid 4 bedoelde financiële uitvoering dat rechtvaardigen. De in artikel 3, lid 1.1, onder (2), bedoelde specifieke financiële bijdrage kan evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk 6 (zes) maanden na het verstrijken van het protocol.

5. Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma moeten door de partijen in de gemengde commissie worden goedgekeurd.

Artikel 5 Wetenschappelijke samenwerking

1. De partijen verbinden zich ertoe in de West-Afrikaanse regio de samenwerking op het gebied van verantwoorde visserij te bevorderen. De partijen verbinden zich ertoe alle aanbevelingen en resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) in acht te nemen en rekening te houden met de wetenschappelijke adviezen van andere bevoegde regionale organisaties zoals de Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan (COPACE).

2. De partijen verbinden zich ertoe om geregeld en zo vaak als nodig de gemengde wetenschappelijke werkgroep samen te roepen en te belasten met het onderzoek van wetenschappelijke kwesties betreffende de tenuitvoerlegging van dit protocol. Het mandaat, de samenstelling en de werking van deze gemengde wetenschappelijke werkgroep worden vastgesteld door de gemengde commissie.

3. Op basis van de aanbevelingen en resoluties van de ICCAT en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen, zoals die van de COPACE, en, in voorkomend geval, van de conclusies van de gemengde wetenschappelijke werkgroep stelt de gemengde commissie maatregelen vast die gericht zijn op een duurzaam beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden en die van belang zijn voor de activiteiten van de Unievissersvaartuigen.

Artikel 6 Herziening van de vangstmogelijkheden

1. De gemengde commissie kan, mits de wetenschappelijke werkgroep daarmee instemt, de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden herzien voor zover de aanbevelingen en resoluties van de ICCAT en de adviezen van de COPACE bevestigen dat een dergelijke herziening borg staat voor het duurzame beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden.

2. Het in artikel 3, lid 1.1, onder (1), bedoelde deel van de financiële tegenprestatie wordt dan evenredig herzien pro rata temporis. Het door de Unie betaalde jaarlijkse totaalbedrag van de financiële tegenprestatie mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbele van het in artikel 3, lid 1.1, onder (1), genoemde bedrag.

Artikel 7 Nieuwe vangstmogelijkheden en experimentele visserij

1. Indien Unievissersvaartuigen belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 zijn vermeld, plegen de partijen in de gemengde commissie overleg teneinde eventueel een machtiging te verlenen voor die nieuwe activiteiten. Zo nodig spreken stelt de gemengde commissie de voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden vast en past zij zo nodig dit protocol en de bijlage ervan aan.

2. De machtiging voor de uitoefening van deze nieuwe visserijactiviteiten wordt verleend met inachtneming van de beste wetenschappelijke adviezen en in voorkomend geval op basis van de resultaten van wetenschappelijke campagnes die zijn gevalideerd door de gemengde wetenschappelijke werkgroep.

3. Naar aanleiding van het in lid 1 bedoelde overleg kan de gemengde commissie toestemming verlenen om in de Senegalese visserijgebieden campagnes op het gebied van experimentele visserij uit te voeren die tot doel hebben de technische haalbaarheid en de economische rendabiliteit van nieuwe visserijen te testen. Met het oog hierop en op verzoek van Senegal bepaalt de gemengde commissie per geval de soorten, de voorwaarden en andere relevante parameters. De partijen doen aan experimentele visserij volgens de voorwaarden die worden bepaald door de gemengde wetenschappelijke werkgroep.

Artikel 8 Opschorting

De tenuitvoerlegging van dit protocol, inclusief de betaling van de financiële tegenprestatie, kan unilateraal door een van de partijen worden opgeschort in de gevallen en tegen de voorwaarden als bepaald in artikel 13 van de overeenkomst.

Artikel 9 Opzegging

Dit protocol kan unilateraal door een van de partijen worden opgezegd in de gevallen en tegen de voorwaarden als bepaald in artikel 14 van de overeenkomst.

Artikel 10 Informatisering van de uitwisseling van gegevens

1. Senegal en de Europese Unie verbinden zich ertoe zo spoedig mogelijk de informaticasystemen in te voeren die nodig zijn voor de elektronische uitwisseling van alle met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende informatie en documentatie.

2. De elektronische versie van een document wordt als volledig gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd.

3. Senegal en de Europese Unie stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere storing van een informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende informatie en documentatie wordt dan automatisch vervangen door de papieren versie.

Artikel 11 Vertrouwelijkheid van de gegevens

1. Senegal en de Europese Unie zien erop toe dat alle in het kader van de overeenkomst verkregen nominatieve gegevens over de Unievaartuigen en hun visserijactiviteiten te allen tijde strikt worden behandeld overeenkomstig de beginselen van vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens.

2. De partijen zien erop toe dat alleen de geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten in de Senegalese visserijgebieden openbaar worden gemaakt, overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van de ICCAT en andere regionale organisaties voor visserijbeheer. Gegevens die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd, mogen door de bevoegde autoriteiten uitsluitend worden gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en voor visserijbeheer, controle en bewaking.

Artikel 12 Voorlopige toepassing

Dit protocol, met de erbij gevoegde bijlage en aanhangsels, is van toepassing met ingang van de datum waarop de partijen het ondertekenen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit protocol, met de erbij gevoegde bijlage en aanhangsels, treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures hebben gemeld.

BIJLAGE BIJ HET PROTOCOL

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN IN DE SENEGALESE VISSERIJZONE

Hoofdstuk I – Algemene bepalingen

1. Aanwijzing van de bevoegde autoriteit

Voor de toepassing van deze bijlage wordt met elke verwijzing naar een bevoegde autoriteit van de Europese Unie (EU) of de Republiek Senegal (Senegal), tenzij anders bepaald, het volgende bedoeld:

- voor de EU: de Europese Commissie, in voorkomend geval via de delegatie van de EU in Senegal;

- voor Senegal: het ministerie van Visserij en Maritieme Zaken.

2. Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt met "vismachtiging" hetzelfde bedoeld als met "vergunning" zoals gedefinieerd in de wetgeving van Senegal.

3. Visserijgebieden

Onder Senegalese visserijgebieden wordt verstaan de delen van de Senegalese wateren waarin Unievissersvaartuigen op grond van een machtiging van Senegal visserijactiviteiten mogen uitoefenen overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de overeenkomst.

3.1. De geografische coördinaten en de basislijnen van de visserijgebieden staan in aanhangsel 4 bij de bijlage van dit protocol.

3.2. Worden eveneens vermeld in aanhangsel 4 bij de bijlage van dit protocol: de gebieden waar de visserij krachtens nationaal recht verboden is, zoals nationale parken, beschermde mariene gebieden en gebieden waar de vis zich voortplant, alsmede de gebieden waar de scheepvaart verboden is.

3.3. Senegal deelt bij de afgifte van de vismachtiging de coördinaten van de visserijgebieden en de verboden gebieden aan de reders mee.

3.4. Senegal deelt elke wijziging met betrekking tot deze gebieden uiterlijk twee maanden vóór de toepassing ervan ter informatie mee aan de Europese Commissie.

4. Biologische rustperiode

De Unievissersvaartuigen die in het kader van dit protocol hun activiteit mogen uitoefenen, nemen elke biologische rustperiode in acht die krachtens de Senegalese wetgeving wordt opgelegd.

5. Aanwijzing van een gemachtigde agent

Unievissersvaartuigen die van plan zijn vangsten in een Senegalese haven aan te landen of over te laden, moeten worden vertegenwoordigd door een in Senegal verblijvende gemachtigde agent.

6. Automatische incasso van de betalingen van de reders

Senegal stelt de EU vóór de inwerkingtreding van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekening van het ministerie van Financiën waarop de financiële bedragen ten laste van de Unievaartuigen in het kader van de overeenkomst moeten worden overgemaakt. De aan de bankoverdrachten verbonden kosten zijn voor rekening van de reders.

7. Contact:

Zie aanhangsel 7 voor de contactgegevens van het ministerie van Visserij en Maritieme Zaken en van het directoraat Visserijbescherming en -toezicht van Senegal.

Hoofdstuk II – Vismachtigingen

1.         Voorwaarden voor de afgifte van een vismachtiging – in aanmerking komende vaartuigen

De in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde vismachtigingen worden afgegeven op voorwaarde dat het vaartuig is ingeschreven in het register van Unievissersvaartuigen en dat alle vereisten van de overeenkomst zijn nagekomen die uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten in Senegal berustten op de reder, de kapitein of het vaartuig zelf.

2.         Aanvraag van een vismachtiging

1. De bevoegde autoriteiten van de EU dienen voor elk vaartuig dat op grond van de overeenkomst wil vissen, elektronisch een aanvraag, met een kopie aan de delegatie van de EU in Senegal, in bij het ministerie van Visserij en Maritieme Zaken, en wel ten minste 20 (twintig) werkdagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur. Het origineel wordt rechtstreeks door de bevoegde EU-autoriteiten aan het directoraat Maritieme Visserij (DMV) toegezonden via de delegatie van de EU.

2. Voor het indienen van de aanvragen bij het DMV wordt gebruikgemaakt van het formulier volgens het model in aanhangsel 1.

3. Elke aanvraag voor een vismachtiging gaat vergezeld van de volgende documenten:

– het bewijs van betaling van het forfaitaire voorschot voor de geldigheidsduur van de vismachtiging;

– een recente kleurenfoto van het vaartuig (zijaanzicht).

4. Om in het kader van het huidige protocol een verlenging van de vismachtiging aan te vragen voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken niet zijn gewijzigd, hoeft alleen het bewijs van betaling van de visrechten te worden bijgevoegd.

3.         Forfaitaire visrechten/voorschotten

1. Het bedrag van de visrechten voor de demersale soorten is vastgesteld in de technische fiche in aanhangsel 2. De vismachtigingen worden afgegeven nadat het in die technische fiche vermelde voorschot is betaald aan de bevoegde nationale autoriteiten.

2. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de hengel gelden per ton die in de Senegalese visserijgebieden wordt gevangen de volgende visrechten:

55 EUR in het eerste jaar van toepassing;

60 EUR in het tweede en derde jaar van toepassing;

65 EUR in het vierde jaar van toepassing;

70 EUR in het vijfde jaar van toepassing.

De vismachtigingen worden afgegeven na betaling van de volgende forfaitaire visrechten aan de bevoegde nationale autoriteiten:

-         voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

-           13 750 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 250 ton per jaar, in het eerste jaar van toepassing van het protocol;

-           15 000 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 250 ton per jaar, in het tweede en derde jaar van toepassing van het protocol,

-           16 250 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 250 ton per jaar, in het vierde jaar van toepassing van het protocol;

-           17 500 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 250 ton per jaar, in het vijfde jaar van toepassing van het protocol;

-        voor hengelvisserijvaartuigen:

-           8 250 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 150 ton per jaar, in het eerste jaar van toepassing van het protocol;

-           9 000 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 150 ton per jaar, in het tweede en derde jaar van toepassing van het protocol,

-           9 750 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 150 ton per jaar, in het vierde jaar van toepassing van het protocol;

-           10 500 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 150 ton per jaar, in het vijfde jaar van toepassing van het protocol.

3. De forfaitaire visrechten zijn inclusief alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en kosten voor dienstverlening.

4. Wanneer de geldigheidsduur van de vismachtiging korter is dan een jaar, met name vanwege een biologische rustperiode, wordt het bedrag van de forfaitaire visrechten aangepast naar rato van de gevraagde geldigheidsduur.

4.         Afgifte van de vismachtiging en voorlopige lijst van tot visserij gemachtigde vaartuigen

1. Na de vismachtigingsaanvragen overeenkomstig de punten 2.2 en 2.3 te hebben ontvangen, stelt Senegal binnen vijf dagen de voorlopige lijst van tot visserij gemachtigde vaartuigen vast, uitgesplitst naar vaartuigcategorie.

2. Deze lijst wordt onmiddellijk aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de EU meegedeeld.

3. De EU zendt de voorlopige lijst door naar de reder of de gemachtigde agent. Wanneer de kantoren van de EU gesloten zijn, kan Senegal de voorlopige lijst rechtstreeks aan de reder of zijn vertegenwoordiger bezorgen, met een kopie aan de EU.

4. De vaartuigen mogen vissen zodra zij in de voorlopige lijst zijn opgenomen. Totdat de vismachtiging wordt afgegeven, moeten deze vaartuigen permanent een kopie van de voorlopige lijst aan boord bewaren.

5. De vismachtigingen voor alle vaartuigen worden, uiterlijk 20 (twintig) werkdagen na ontvangst van alle in punt 2.3 bedoelde documenten, door het DMV aan de reders of hun vertegenwoordigers afgegeven via de EU-delegatie in Senegal.

6. Teneinde de mogelijkheid om in het gebied te vissen niet te vertragen, wordt terzelfder tijd langs elektronische weg een kopie van de vismachtiging aan de reders toegezonden. Die kopie mag gedurende een periode van maximaal 60 dagen na de datum van afgifte van de vismachtiging worden gebruikt. Gedurende die periode wordt de kopie als gelijkwaardig aan het origineel beschouwd.

7. Onverminderd de punten 4 en 6 van deze afdeling wordt de vismachtiging permanent aan boord bewaard.

5.         Overdracht van de vismachtiging

1. De vismachtiging wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

2. In geval van aangetoonde overmacht, zoals verlies of langdurige immobilisatie van een vaartuig vanwege ernstige technische averij, kan de vismachtiging van een bepaald vaartuig op verzoek van de EU echter worden vervangen door een nieuwe vismachtiging op naam van een ander vaartuig van dezelfde categorie als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten hoeven te worden betaald.

3. In dit geval worden de totale vangsten van beide vaartuigen in aanmerking genomen voor het bepalen van eventuele aanvullende betalingen.

4. De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde vismachtiging via de EU-delegatie in Senegal terug aan het DMV.

5. De nieuwe vismachtiging gaat in op de datum waarop de geannuleerde vismachtiging aan het DMV wordt terugbezorgd. De EU-delegatie wordt in kennis gesteld van de overdracht van de vismachtiging.

6.         Geldigheidsduur van de vismachtiging

1. De vismachtigingen voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en voor de hengelvaartuigen worden opgesteld voor een jaarlijkse periode. De vismachtigingen voor de trawlers voor de demersale visserij in volle zee worden opgesteld voor een driemaandelijkse periode.

2. De looptijd van de vismachtigingen kan worden verlengd.

3. Om het begin van de geldigheidsduur van de vismachtigingen te bepalen, wordt verstaan onder:

– een jaarlijkse periode: in het eerste jaar van toepassing van het protocol, de periode tussen de datum van inwerkingtreding ervan en 31 december van hetzelfde jaar; vervolgens, elk volledig kalenderjaar; in het laatste jaar van toepassing van het protocol, de periode tussen 1 januari en de datum waarop het protocol verstrijkt;

– driemaandelijkse periode: bij de inwerkingtreding van het protocol, de periode tussen de datum van inwerkingtreding ervan en de datum waarop de volgende driemaandelijkse periode begint, met dien verstande dat een driemaandelijkse periode begint op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober; vervolgens, elke volledige driemaandelijkse periode; aan het einde van de periode van toepassing van het protocol, de periode tussen het einde van het laatste volledige kwartaal en de datum waarop het protocol verstrijkt.

7.         Ondersteuningsvaartuigen

1. Op verzoek van de EU machtigt Senegal de Unievissersvaartuigen met een vismachtiging zich te laten bijstaan door ondersteuningsvaartuigen.

2. Bijtanken en overlading van de vangsten worden niet als ondersteuning beschouwd.

3. De ondersteuningsvaartuigen moeten de vlag van een EU-lidstaat voeren en mogen niet uitgerust zijn voor de visvangst.

4. De in hoofdstuk II bedoelde procedure voor toezending van de vismachtigingsaanvragen geldt ook voor de ondersteuningsvaartuigen, voor zover deze procedure op deze vaartuigen toepasselijk is.

5. Senegal stelt de lijst van gemachtigde ondersteuningsvaartuigen op en deelt deze onverwijld mee aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de EU.

Hoofdstuk III - Technische maatregelen

In de technische fiche in aanhangsel 2 wordt vastgesteld welke technische maatregelen betreffende het gebied, het vistuig en de bijvangsten van toepassing zijn op de trawlers voor de demersale visserij in volle zee die een vismachtiging bezitten.

De tonijnvisserijvaartuigen moeten alle aanbevelingen en resoluties van de ICCAT in acht nemen.

Hoofdstuk IV – Controle, opvolging en toezicht

Afdeling 1: Regeling inzake de vangstaangiften

1.         Visserijlogboek

1. De kapitein van een Unievaartuig dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een visserijlogboek bij waarvan het model voor elke visserijcategorie is opgenomen in de aanhangsels 3a en 3b van deze bijlage.

2. Het visserijlogboek wordt door de kapitein ingevuld voor elke dag waarop het vaartuig aanwezig is in het Senegalese visserijgebied.

3. De kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt aangeduid met de FAO-drielettercode) in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soort vermeldt de kapitein ook de nulvangsten.

4. In voorkomend geval noteert de kapitein elke dag ook de teruggegooide hoeveelheden van elke soort in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.

5. Het visserijlogboek wordt leesbaar ingevuld, in hoofdletters, en wordt ondertekend door de kapitein.

6. De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de in het visserijlogboek vermelde gegevens.

2.         Vangstaangiften

1. De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig door de visserijlogboeken die hij tijdens de aanwezigheid in de Senegalese visserijgebieden heeft ingevuld, aan Senegal toe te zenden.

2. In afwachting van de invoering van het in punt 4 van deze afdeling bedoelde elektronische communicatiesysteem worden de visserijlogboeken als volgt ingediend:

i. wanneer het vaartuig een Senegalese haven aandoet, wordt het origineel van elk visserijlogboek bezorgd aan de plaatselijke vertegenwoordiger in Senegal, die de ontvangst ervan schriftelijk bevestigt;

   ii. wanneer het vaartuig de Senegalese visserijgebieden verlaat zonder eerst een Senegalese haven aan te doen, wordt het origineel van elk visserijlogboek

(a) gescand per e-mail naar het door Senegal meegedeelde adres gestuurd. Senegal bevestigt de ontvangst onmiddellijk per e-mail

of bij uitzondering

(b) via fax, op het door Senegal meegedeelde nummer, of

(c) via aan Senegal gericht postbericht, uiterlijk 14 dagen na aankomst in de haven en in geen geval later dan 45 dagen na het verlaten van het Senegalese gebied.

3. De kapitein doet de EU een kopie van alle visserijlogboeken toekomen. Wat de tonijnvisserijvaartuigen betreft, zendt de kapitein bovendien een kopie van alle visserijlogboeken toe aan een van de volgende wetenschappelijke instellingen:

(i)      IRD (Institut de recherche pour le développement)

(ii)     IEO (Instituto Español de Oceanografía)

(iii)    INIAP (Instituto Nacional de Investigaçao Agrária y das Pescas)

(v)     CRODT (Centre de Recherche Océanographique de Dakar Thiaroye)

4. Wanneer het vaartuig tijdens de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar het Senegalese visserijgebied, geeft dit aanleiding tot een nieuwe vangstaangifte.

5. Worden de bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Senegal de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en kan het land de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Senegal de verlenging van de vismachtiging weigeren.

6. Senegal stelt de EU onmiddellijk in kennis van iedere in dit verband toegepaste sanctie.

3.         Kwartaalvangstaangifte door de trawlers

In afwachting van de invoering van het in punt 4 van deze afdeling bedoelde elektronische communicatiesysteem deelt de Europese Commissie, volgens het modelformulier in aanhangsel 3c van deze bijlage, vóór het einde van de derde maand van elk kwartaal aan het directoraat Maritieme Visserij mee welke hoeveelheden de trawlers het afgelopen kwartaal hebben gevangen.

4.         Overgang naar een elektronisch systeem voor de melding van visserijgegevens (ERS)

De partijen spreken af over te schakelen naar een elektronisch systeem voor de melding van visserijgegevens dat is gebaseerd op de in aanhangsel 6 beschreven technische kenmerken. De partijen spreken af gemeenschappelijke maatregelen vast te stellen teneinde zo snel mogelijk op een dergelijk systeem te kunnen overschakelen. Zodra de voorwaarden voor deze overgang zijn vervuld, meldt Senegal dit aan de EU. Op de datum van deze melding gaat een termijn van twee maanden in waarbinnen het systeem volledig operationeel moet worden gemaakt.

5.         Afrekening van de visrechten voor tonijnvisserijvaartuigen

1. Jaaraangifte

1.1. Op basis van de visserijlogboeken en de door de kapitein verstrekte informatie wordt een jaarlijkse vangstaangifte opgesteld die voor validering aan de hierboven genoemde wetenschappelijke instellingen wordt toegezonden.

1.2. Deze aangiften worden, na te zijn gevalideerd, ter verificatie toegezonden aan het directoraat Maritieme Visserij, het directoraat Visserijbescherming en -toezicht en het CRODT.

1.3. Senegal deelt het resultaat van deze verificatie met spoed mee aan de EU.

1.4. De EU verzoekt zo nodig de wetenschappelijke instellingen van de EU om verduidelijking en deelt de verkregen informatie aan Senegal mee. Deze mededelingen gebeuren elektronisch.

1.5. De gemengde wetenschappelijke werkgroep komt samen wanneer dat nodig is.

1.6. Zo nodig worden andere besprekingen over het verificatieproces gehouden, eventueel in het kader van een vergadering waarbij alle wetenschappelijke instellingen worden betrokken.

2. Eindafrekening

2.1. Op basis van de vangstaangiften die de wetenschappelijke instellingen en het wetenschappelijk centrum als hierboven vermeld, hebben bevestigd, stelt de EU per tonijnvisserijvaartuig een eindafrekening vast van de visrechten die het vaartuig verschuldigd is voor het visseizoen van het voorgaande kalenderjaar.

2.2. De EU dient deze eindafrekening bij Senegal en bij de reder in vóór 15 juli van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vangsten zijn gedaan.

2.3. Valt de eindafrekening hoger uit dan het voor het verkrijgen van de vismachtiging betaalde forfaitaire visrecht, dan maakt de reder het saldo vóór 30 augustus van het lopende jaar aan Senegal over. Is het bedrag van de eindafrekening kleiner dan het vooraf betaalde forfaitaire visrecht, dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.

Afdeling 2: Het binnenvaren en verlaten van de Senegalese wateren

1.           De Unievissersvaartuigen die in het kader van dit protocol in de Senegalese wateren actief zijn, stellen de bevoegde Senegalese autoriteiten ten minste 6 (zes) uur van tevoren in kennis van hun voornemen om de Senegalese wateren binnen te varen of te verlaten.

2.           Vaartuigen die hun voornemen om de Senegalese wateren binnen te varen/te verlaten meedelen, moeten onverminderd afdeling 2 van aanhangsel 6 terzelfder tijd ook opgave doen van hun positie en de reeds aan boord aanwezige vangsten, geïdentificeerd met hun FAO-drielettercode en uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal stuks. Deze mededelingen moeten per e-mail of per fax worden toegezonden aan de in aanhangsel 7 vermelde adressen.

3.           Vaartuigen die bij de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, terwijl zij hun aanwezigheid niet bij de bevoegde Senegalese autoriteit hebben gemeld, worden beschouwd als vaartuigen zonder vismachtiging en kunnen worden bestraft volgens het nationale recht.

4.           Het e-mailadres, de fax- en telefoonnummers en de radiocoördinaten van de bevoegde Senegalese autoriteiten worden bij de vismachtiging gevoegd.

Afdeling 3: Overlading en aanlanding

1. De hengelvisserijvaartuigen landen de in de Senegalese visserijgebieden binnengehaalde vangsten aan in de haven van Dakar en kunnen deze aan de plaatselijke bedrijven verkopen tegen de internationale marktprijs die op basis van onderhandelingen tussen marktdeelnemers wordt bepaald.

2. Unievissersvaartuigen die in het kader van dit protocol in de Senegalese wateren vissen en in de Senegalese wateren willen overladen, doen dat in de haven van Dakar mits zij daarvoor toestemming hebben gekregen van de bevoegde Senegalese autoriteit.

3. De reders van die vaartuigen, of hun vertegenwoordiger, die willen aanlanden of overladen, stellen de bevoegde Senegalese autoriteiten ten minste 72 uur van tevoren in kennis van:

3.1. de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen of aangeland;

3.2. de naam van het vrachtschip of de haven van aanlanding;

3.3. de over te laden of aan te landen hoeveelheid (in ton) van elke soort;

3.4. de dag waarop het overladen of het aanlanden plaatsvindt;

3.5. de bestemming van de overgeladen of aangelande vangsten.

4. Het overladen of aanlanden staat gelijk aan het verlaten van de Senegalese wateren. Het betrokken vaartuig is verplicht de vangstaangiften bij de bevoegde Senegalese autoriteiten in te dienen en deze autoriteiten op de hoogte te brengen van zijn voornemen om de visserij voort te zetten of de Senegalese wateren te verlaten.

5. Overladen of aanlanden op een andere dan de hierboven beschreven wijze is niet toegestaan in de Senegalese wateren. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende Senegalese regelgeving voorziet.

Afdeling 4: Satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS)

1.         Positieberichten van vaartuigen – VMS-systeem

1. Unievaartuigen met een vismachtiging zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System – VMS) dat hun positie automatisch en permanent (om de twee uur) meedeelt aan het visserijcontrolecentrum (VCC) van hun vlaggenstaat.

2. Elk positiebericht moet

i.       de volgende gegevens bevatten:

(a) de identificatiegegevens van het betrokken vaartuig

(b) de laatste geografische positie van het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 500 meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99%

(c) de datum en het tijdstip van de registratie van de positie

(d) de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig

ii.      geconfigureerd zijn volgens het formaat in aanhangsel 5 van deze bijlage.

3. De eerste na het binnenvaren van het Senegalese visserijgebied geregistreerde positie wordt aangeduid met de code "ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code "POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van het Senegalese visserijgebied geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de code "EXI".

4. Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkt en, in voorkomend geval, elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten moeten op een beveiligde manier worden geregistreerd en drie jaar lang worden bewaard.

2.         Versturen van positieberichten door het vaartuig bij uitval van het VMS-systeem

1. De kapitein ziet erop toe dat het VMS-systeem van zijn vaartuig altijd volledig operationeel is en dat de positieberichten correct worden verstuurd naar het VCC van de vlaggenstaat.

2. Bij uitval wordt het VMS-systeem van het vaartuig binnen één maand hersteld of vervangen. Na verstrijking van deze termijn zonder herstelling of vervanging mag het vaartuig niet langer in de Senegalese visserijgebieden vissen.

3. Vaartuigen die met een defect VMS-systeem in de Senegalese visserijgebieden vissen, versturen hun positieberichten ten minste om de vier uur per e-mail, per radio of per fax naar het VCC van de vlaggenstaat, met opgave van alle in punt 1.2, onder i), van deze afdeling vermelde verplichte gegevens.

3.         Beveiligde toezending van de positieberichten aan Senegal

1. Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het VCC van Senegal. Het VCC van de vlaggenstaat en dat van Senegal wisselen hun e-mailadres uit en stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere wijziging daarvan.

2. De transmissie van de positieberichten tussen de VCC's van de vlaggenstaat en van Senegal gebeurt elektronisch via een beveiligd communicatiesysteem.

3. Het VCC van Senegal stelt het VCC van de vlaggenstaat en de EU onmiddellijk in kennis van iedere onderbreking in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een vismachtiging dat niet heeft gemeld dat het de Senegalese visserijgebieden zou verlaten.

4.         Slechte werking van het communicatiesysteem

1. Senegal zorgt ervoor dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die van het VCC van de vlaggenstaat en stelt de EU onmiddellijk in kennis van elk probleem bij de transmissie en de ontvangst van positieberichten, met het oog op een zo spoedig mogelijke technische oplossing.

2. Eventuele geschillen worden door de gemengde commissie beslecht.

3. De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor iedere bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die tot doel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen. Inbreuken worden bestraft met de in de geldende Senegalese wetgeving vastgestelde sancties.

5.         Wijziging van de frequentie van de positieberichten

1. Op basis van gefundeerde aanwijzingen voor een overtreding kan Senegal aan het VCC van de vlaggenstaat een verzoek, met kopie aan de EU, richten teneinde het interval voor het versturen van de positieberichten van een vaartuig voor een bepaalde onderzoeksperiode te beperken tot één uur.

2. Senegal legt deze stavingselementen over aan het VCC van de vlaggenstaat en aan de EU.

3. Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten onmiddellijk volgens de verlaagde frequentie door naar Senegal.

4. Aan het eind van de onderzoeksperiode stelt Senegal het VCC van de vlaggenstaat en de EU in kennis van de eventuele follow-up.

6.         Geldigheid van het VMS-bericht bij geschillen

Alleen door het VMS-systeem geleverde positiegegevens zijn geldig bij geschillen tussen de partijen.

Afdeling 5: Waarnemers

1. Waarneming van de visserijactiviteiten

1.1. De visserijactiviteiten van vaartuigen met een vismachtiging vallen onder een waarnemersregeling in het kader van de overeenkomst.

1.2. Voor tonijnvisserijvaartuigen moet deze waarnemersregeling in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van de ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan).

2. Aangewezen vaartuigen en waarnemers

2.1. Bij de afgifte van de vismachtiging deelt Senegal aan de EU en aan de reder of diens gemachtigde agent mee welke vaartuigen een waarnemer aan boord moeten nemen en hoe lang de waarnemer aan boord van elk vaartuig zal doorbrengen.

2.2. De EU en de reder van het vaartuig dat een waarnemer aan boord moet nemen, of diens gemachtigde agent, worden in kennis gesteld van de naam van de betrokken waarnemer, en wel uiterlijk 15 dagen vóór de dag waarop deze aan boord moet komen. Senegal stelt de EU en de reder of diens gemachtigde agent onmiddellijk in kennis van iedere wijziging op het gebied van de aangewezen vaartuigen en waarnemers.

2.3. Senegal tracht geen waarnemers aan te wijzen voor vaartuigen die reeds een waarnemer aan boord hebben of die voor het betrokken visseizoen in het kader van hun activiteiten in andere visserijgebieden dan de Senegalese reeds formeel verplicht zijn een waarnemer aan boord te nemen.

2.4. Op de trawlers voor de demersale visserij in volle zee mag de waarnemer niet langer dan twee maanden aan boord blijven. De waarnemer blijft niet langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om zijn taken te verrichten.

3. Forfaitaire financiële bijdrage

3.1. Bij de betaling van de jaarlijkse visrechten betalen de reders van de vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de vaartuigen voor de hengelvisserij aan het directoraat Visserijbescherming en -toezicht ook een forfaitair bedrag van 400 EUR per vaartuig voor de goede werking van het waarnemersprogramma.

3.2. Bij de betaling van de driemaandelijkse visrechten betalen de reders van de trawlers aan het directoraat Visserijbescherming en -toezicht ook een forfaitair bedrag van 100 EUR per vaartuig voor de goede werking van het waarnemersprogramma.

4. Loon van de waarnemer

Het loon en de sociale lasten voor de waarnemer zijn voor rekening van Senegal.

5. Voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer

5.1. De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer, met name de duur van zijn aanwezigheid aan boord, worden in onderling overleg tussen de reder, of diens gemachtigde agent, en Senegal vastgesteld.

5.2. De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de technische structuur van het vaartuig.

5.3. Kost en logies van de waarnemer aan boord van het vaartuig zijn voor rekening van de reder.

5.4. De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer te garanderen.

5.5. De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. Hij heeft toegang tot de communicatiemiddelen, de documenten die verband houden met de visserijactiviteiten van het vaartuig, met name het visserijlogboek en het navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van zijn taken.

6. Verplichtingen van de waarnemer

6.1. Gedurende zijn verblijf aan boord:

6.2. zorgt de waarnemer ervoor dat hij de visserijactiviteiten noch onderbreekt, noch hindert;

6.3. gaat de waarnemer zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord;

6.4. bewaart de waarnemer geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.

7. Aan boord nemen en van boord gaan van de waarnemer

7.1. De waarnemer wordt in een door de reder gekozen haven aan boord genomen.

7.2. De reder of diens vertegenwoordiger stelt Senegal 10 dagen vóór het aan boord nemen van de waarnemer in kennis van de datum, het tijdstip en de haven. Indien de waarnemer in een ander land aan boord gaat, zijn de reiskosten tot de haven van inscheping voor rekening van de reder.

7.3. Als de waarnemer zich niet binnen 12 uur na de vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die waarnemer aan boord te nemen. Het vaartuig mag de haven verlaten en zijn visserijactiviteiten aanvatten.

7.4. Wanneer de waarnemer niet in een Senegalese haven van boord gaat, zorgt de reder er op zijn kosten voor dat de waarnemer zo spoedig mogelijk naar Senegal kan terugkeren.

8. Taken van de waarnemer

De waarnemer verricht de volgende taken:

8.1. hij observeert de visserijactiviteiten van het vaartuig;

8.2. hij verifieert de positie van het vaartuig dat aan het vissen is;

8.3. hij verricht een bemonstering voor biologische doeleinden in het kader van een wetenschappelijk programma;

8.4. hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

8.5. hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de Senegalese visserijgebieden zijn gedaan;

8.6. hij verifieert de percentages bijvangsten en raamt de hoeveelheid teruggooi;

8.7. wanneer het vaartuig actief is in de Senegalese visserijgebieden, deelt hij zijn waarnemingen ten minste eenmaal per week per radio, fax of e-mail, mee en geeft hij daarbij ook de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op.

9. Verslag van de waarnemer

9.1. Alvorens het vaartuig te verlaten, legt de waarnemer de kapitein van het vaartuig een verslag over zijn waarnemingen voor. De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het verslag van de waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer en de kapitein. De kapitein ontvangt een kopie van het verslag van de waarnemer.

9.2. De waarnemer zendt zijn verslag toe aan Senegal, dat binnen 8 dagen na het van boord gaan van de waarnemer een kopie doet toekomen aan de EU.

Afdeling 6: Inspectie of zee en in de haven

1. Inspectie op zee

1.1. De Unievissersvaartuigen met een vismachtiging worden in de Senegalese visserijgebieden gecontroleerd door Senegalese vaartuigen en inspecteurs die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs.

1.2. Alvorens aan boord te gaan, stellen de Senegalese inspecteurs de Unievaartuigen in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De inspectie wordt door maximaal twee inspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en kwalificatie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen.

1.3. De Senegalese inspecteurs blijven niet langer aan boord van de Unievissersvaartuigen dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor de vaartuigen, de visserijactiviteit en de lading.

1.4. Senegal kan de EU toestaan om als waarnemer deel te nemen aan de inspectie op zee.

1.5. De kapiteins van de Unievissersvaartuigen vergemakkelijken het aan boord gaan en de werkzaamheden van de Senegalese inspecteurs.

1.6. Aan het eind van elke inspectie stellen de Senegalese inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het Unievissersvaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het Unievissersvaartuig.

1.7. De Senegalese inspecteurs overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het Unievissersvaartuig alvorens het vaartuig te verlaten. Senegal doet de EU binnen 8 dagen na de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.

2. Inspectie in de haven

2.1. Unievissersvaartuigen die in de wateren van een Senegalese haven vangsten aanlanden over overladen die in het Senegalese visserijgebied zijn bovengehaald, worden in de haven door daartoe gemachtigde inspecteurs geïnspecteerd.

2.2. De inspectie wordt door maximaal twee inspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en kwalificatie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen. De Senegalese inspecteurs blijven niet langer aan boord van het Unievissersvaartuig dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten, en voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, het aanlanden of overladen en de lading.

2.3. Senegal kan de EU toestaan om als waarnemer deel te nemen aan de inspectie in de haven.

2.4. De kapiteins van de Unievissersvaartuigen vergemakkelijken de werkzaamheden van de Senegalese inspecteurs.

2.5. Aan het eind van elke inspectie stellen de Senegalese inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het Unievissersvaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het Unievissersvaartuig.

2.6. De Senegalese inspecteurs overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het Unievissersvaartuig zodra de inspectie beëindigd is. Senegal doet de EU binnen 8 dagen na de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.

Afdeling 7: Inbreuken

1. Behandeling van inbreuken

1.1. Iedere inbreuk door een Unievissersvaartuig met een vismachtiging overeenkomstig deze bijlage wordt vermeld in een inspectieverslag. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk ingediend bij de EU en bij de vlaggenstaat.

1.2. De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tegen de betrokken inbreuk onverlet.

2. Aanhouding van het vaartuig – Informatievergadering

2.1. Wanneer de geldende Senegalese wetgeving hier voor de betrokken inbreuk in voorziet, kan elk Unievissersvaartuig dat een inbreuk begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en zich, wanneer het zich op zee bevindt, naar de haven van Dakar te begeven.

2.2. Senegal stelt de EU uiterlijk binnen 24 uur in kennis van iedere aanhouding van een Unievissersvaartuig met een vismachtiging. Deze kennisgeving gaat vergezeld van bewijsmateriaal betreffende de betrokken inbreuk.

2.3. Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein, de bemanning of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen voor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt Senegal op verzoek van de EU binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig een informatievergadering om de feiten die hebben geleid tot de aanhouding van het vaartuig, toe te lichten en eventuele verdere maatregelen uiteen te zetten. Aan deze informatievergadering kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen.

3. Vervolging van de inbreuk – Schikkingsprocedure

3.1. De op de inbreuk toe te passen sanctie wordt door Senegal overeenkomstig zijn geldende nationale wetgeving vastgesteld.

3.2. Wanneer de afhandeling van de inbreuk een gerechtelijke procedure vergt, wordt, voordat deze wordt ingeleid en voor zover de inbreuk geen strafbaar feit inhoudt, een schikkingsprocedure tussen Senegal en de EU ingeleid om de aard en de hoogte van de sanctie te bepalen. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk 3 dagen na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten.

3.3. Vertegenwoordigers van de vlaggenstaat van het vaartuig en van de EU kunnen aan deze schikkingsprocedure deelnemen.

4. Gerechtelijke procedure – Bankgarantie

4.1. Indien geen minnelijke schikking tot stand komt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft begaan, een bankgarantie bij een door Senegal opgegeven bank ter hoogte van een door Senegal vast te stellen bedrag dat de kosten van de aanhouding, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid.

4.2. De bankgarantie wordt vrijgegeven en onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis aan de reder terugbetaald:

– a) in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt opgelegd;

– b) ten bedrage van het saldo, wanneer de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie.

4.3. Senegal stelt de EU uiterlijk 8 dagen na de uitspraak van het vonnis in kennis van de uitkomst van de gerechtelijke procedure.

5. Vrijgave van het vaartuig en de bemanning

Het vaartuig en de bemanning mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld.

Afdeling 8: Samenwerking op het gebied van bewaking ter bestrijding van IOO-visserij

1. Doelstelling

Om de bewaking van de visserij op volle zee en de bestrijding van de IOO-visserij te intensiveren, signaleren de Unievissersvaartuigen in voorkomend geval dat in de Senegalese visserijgebieden vaartuigen aanwezig zijn die niet voorkomen op de door Senegal verstrekte lijst van tot visserij in Senegal gemachtigde buitenlandse vaartuigen.

2. Procedure

2.1. Kapiteins van Unievissersvaartuigen die een vissersvaartuig waarnemen dat mogelijk IOO-visserijactiviteiten aan het verrichten is, mogen zo veel mogelijk informatie over deze waarneming verzamelen.

2.1. De waarnemingsverslagen worden onmiddellijk en gelijktijdig toegezonden aan de Senegalese autoriteiten en aan de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het vaartuig dat de waarneming heeft gedaan, en deze bevoegde autoriteit stuurt de verslagen op haar beurt door naar de Europese Commissie of een door haar aangewezen organisatie.

2.2. De Europese Commissie stelt Senegal in kennis van deze informatie.

3. Wederkerigheid

Indien Senegal beschikt over waarnemingsverslagen betreffende vissersvaartuigen die mogelijk IOO-visserijactiviteiten in de Senegalese visserijgebieden verrichten, zendt het land die verslagen zo spoedig mogelijk toe aan de EU.

Hoofdstuk V - Aanmonstering van zeelieden

1.           De reders van de Unievissersvaartuigen die actief zijn in het kader van dit protocol, nemen onderdanen van ACS-landen in dienst onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:

-        op de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen moet ten minste 20 % van de zeelieden die tijdens het seizoen waarin in het Senegalese visserijgebied op tonijn wordt gevist, worden aangemonsterd, afkomstig zijn uit Senegal of eventueel uit een ACS-land;

-        op de vloot van vaartuigen voor de hengelvisserij moet ten minste 20 % van de zeelieden die tijdens het seizoen waarin in het Senegalese visserijgebied wordt gevist, worden aangemonsterd, afkomstig zijn uit Senegal of eventueel uit een ACS-land;

-        op de vloot van trawlers voor de demersale visserij in volle zee moet ten minste 20 % van de zeelieden die tijdens het seizoen waarin in het Senegalese visserijgebied wordt gevist, worden aangemonsterd, afkomstig zijn uit Senegal of eventueel uit een ACS-land.

2.           De reders spannen zich in om uit Senegal afkomstige zeelieden aan te monsteren.

3.           De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die worden aangemonsterd op Unievissersvaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

4.           De arbeidsovereenkomsten van de zeelieden uit Senegal en de ACS-landen, waarvan het Nationaal Agentschap voor Maritieme Zaken en de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, overeenkomstig het geldende recht, met inbegrip van een levens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

5.           Het loon van zeelieden van ACS-landen komt ten laste van de reders. Het loon wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan voor bemanningen uit hun land, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen.

6.           Alle op de Unievissersvaartuigen aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren.

Aanhangsels

1 – Vismachtigingsaanvraag

2 – Technische fiche

3 – Model voor het visserijlogboek en de vangstaangifte

4 – Geografische coördinaten van de visserijgebieden

5 – Transmissie van VMS-berichten aan Senegal – format van de VMS-gegevens – positiebericht

6 – Richtsnoeren voor het elektronische systeem voor de melding van gegevens over visserijactiviteiten (ERS-systeem)

7 – Contactgegevens van Senegal

Aanhangsel 1

VISSERIJOVEREENKOMST SENEGAL - EUROPESE UNIE

AANVRAAG VAN EEN VISMACHTIGING

I - AANVRAGER

1.     Naam van de reder: ...................................................Nationaliteit :........................................................................

2.     Adres van de reder: ........................................................................................................................

3.     Naam van de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder: .....................................................................

3.     Adres van de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder: ................................................................

4.     Telefoon:...................................................    Fax: ................................... E-mail: ……………

5.     Naam van de kapitein: ......................................... Nationaliteit: ................. E-mail: …………………………

II - VAARTUIG EN IDENTIFICATIE

1.     Naam van het vaartuig: ...............................................................................................................................................

2.     Vlaggenstaat:.......................................................................................................................

3.     Extern registratienummer: …………....................................................................................

4.     Haven van registratie: …………………. MMSI: ………….……IMO-nummer:…….…….…

5.     Vaart onder de huidige vlag sinds: ........../........./.............. Vroegere vlag (indien van toepassing): ………...

6.     Jaar waarin en plaats waar het vaartuig is gebouwd: ....../......./.......... te…………........ Radioroepnaam: ...............................

7.     Radiofrequentie: ………….............. Satelliettelefoonnummer vaartuig: ……………..…………...……

8.     Materiaal van de romp:  Staal ¨   Hout ¨   Polyester ¨          Ander ¨ …………………………….

III - TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET VAARTUIG EN UITRUSTING

1.     Lengte over alles: : ..................................................     Breedte: ....................................... Diepgang:.....

2.     Brutotonnage (in GT): ..................................            Nettotonnage: ……………….……………

3.     Vermogen van de hoofdmotor in kW: .......................Merk: .................................      Type: ….....................

4.     Vaartuigtype: ¨ Vaartuig voor tonijnvisserij met zegen ¨Vaartuig voor hengelvisserij  ¨Trawler voor demersale visserij op volle zee

5.     Vistuig: ......................................

6.     Visserijgebieden: ………………………………………          

7.     Doelsoorten: ……………………………….

8.     Voor aanlandingsverrichtingen aangewezen haven: ………………………………….………………………

9.     Totale bemanning aan boord: ....................................................................................................................

10.   Conserveringsmethode aan boord:       Vers ¨         Koelen ¨            Gemengd ¨         Invriezen ¨

11.   Invriescapaciteit per 24 uur (in ton): .................Capaciteit van de ruimen: ...............    Aantal: .....

12.        VMS-transponder:

            Fabrikant: …………………… Model: ………………….  Serienummer: …………………

            Versie software: ...........................................................  Satellietexploitant: ………………..

Ondergetekende verklaart dat de gegevens in deze aanvraag juist zijn en te goeder trouw worden verstrekt.

           

Gedaan te ..............................................., op ......................................

Handtekening van de aanvrager ...................................................................

Aanhangsel 2

Technische fiche – Demersale soorten in volle zee

(1) Doelsoorten:

Zwarte heek (Merluccius senegalensis en Merluccius polli) (2) Visserijgebied:

De visserij is toestaan in het als volgt afgebakende gebied[1]: a) ten westen van de lengtegraad 16° 53' 42" WL tussen de Senegalees-Mauritaanse grens en de breedtegraad 15° 40' 00" NB; b) buiten een zone van 15 zeemijl gemeten vanaf de referentielijn tussen de breedtegraden 15° 40' 00" NB en 15° 15' 00" NB; c) buiten een zone van 12 zeemijl gemeten vanaf de referentielijn tussen de breedtegraden 15° 15' 00" NB en 15 ° 00' 00" NB; d) buiten een zone van 8 zeemijl gemeten vanaf de basislijnen tussen de breedtegraden 15° 00' 00" NB en 14° 32' 30" NB; e) ten westen van de lengtegraad 17° 30' 00" WL, in de zone tussen de breedtegraad 14° 32' 30" NB en de breedtegraad 14° 04' 00" NB; f) ten westen van de lengtegraad 17° 22' 00" WL, in de zone tussen de breedtegraad 14° 04' 00" NB en de noordelijke Senegalees-Gambiaanse grens; g) ten westen van de lengtegraad 17° 35' 00" WL, in de zone tussen de zuidelijke Senegalees-Gambiaanse grens en de breedtegraad 12° 33' 00" NB; h) ten zuiden van het 137°-azimut, vanaf punt P9 (12° 33' 00" NB; 17° 35' 00'' WL) tot de intersectie met het 220°-azimut, vanaf Cabo Roxo, om rekening te houden met het beheers- en samenwerkingsakkoord tussen Senegal en Guinée-Bissau.

(3) Toegestaan vistuig:

Klassieke bodemtrawl of trawl voor de vangst van heek met een minimummaaswijdte van 70 mm. Het is verboden om voorzieningen aan te brengen die de mazen van de netten versperren of de selectieve werking ervan verminderen.  Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, uitsluitend aan de onderzijde van de kuil van bodemtrawls, beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen mogen uitsluitend aan de voorkant en de zijkanten van de onderzijde van de trawlkuil worden bevestigd. Aan de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de uitgetrokken mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.  Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.

(4) Bijvangst[2]:

7 % koppotigen, 7 % schaal- en schelpdieren en 15 % andere demersale vissen uit volle zee. De hierboven vastgestelde percentages van de bijvangsten worden overeenkomstig de Senegalese regelgeving aan het einde van elke visreis berekend op basis van het totaalgewicht van de vangsten. Het is verboden om elasmobranchii (volledig of in delen) die worden beschermd in het kader van het actieplan van de Europese Unie voor de instandhouding en het beheer van haaien en in het kader van de bevoegde regionale organisaties voor visserijbeheer en de bevoegde regionale visserijorganisaties, aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan of te verkopen. Het gaat dan meer bepaald om de witpunthaai (Carcharhinus longimanus), de zijdehaai (Carcharhinus falciformis), de witte haai (Carcharodon carcharias), de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de haringhaai (Lamna nasus), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), de zee-engel (Squatina squatina), de reuzenmanta (Manta birostris) en de soorten van de familie der hamerhaaien (Sphyrnidae). Incidenteel gevangen soorten elasmobranchii die niet aan boord mogen worden gehouden, moeten ongedeerd worden gelaten. Zij moeten snel worden teruggezet.

(5) Totale toegestane vangsten / Visrechten:

Toegestaan vangstvolume: || 2 000 ton per jaar

Visrechten: || 90 EUR/ton

De visrechten worden na elke periode van 3 maanden waarvoor het vaartuig toestemming heeft om te vissen, berekend op basis van de tijdens die periode gevangen hoeveelheden. De vismachtiging wordt slechts afgegeven nadat aan het begin van elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig toestemming heeft om te vissen, een voorschot van 500 EUR wordt betaald dat in mindering wordt gebracht op het totaalbedrag van de visrechten.

– Aantal vaartuigen die mogen vissen || 2 vaartuigen

– Type vaartuigen die mogen vissen || Trawlers voor de demersale visserij in volle zee

– Aanmonstering van zeelui uit Senegal of uit andere ACS-landen || 20 % van de bemanning

– Jaarlijkse biologische rustperiode || van 1 mei tot en met 30 juni[3]

Aanhangsel 3a

Over grote afstanden trekkende soorten: visserijlogboek – model van de ICCAT ||

|| || Beug Levend aas Ringzegen Trawl Andere ||

||

|| || || || || || || || || || ||

Naam van het vaartuig: ……………………………………………………………………. || Brutoregistertonnage:      …………………………………………………............................. || VERTREK vaartuig: TERUGKEER vaartuig: || Maand || Dag || Jaar || Haven || || ||

Vlaggenstaat: ……………………………………………………………………........................... || Capaciteit (MT): ……………………………………………........ || || || || || || ||

||

Registratienummer:        ………………………………………………………………................................... || Kapitein: ……………………………………………………….... || || || ||

Reder: ………………………………………………………….......................... || Aantal bemanningsleden:   ….…………………………………………………........................ || || || || || || || ||

Adres: …………………………………………………………………………... || Datum van het verslag: ………………………………………………...... || || ||

|| (Auteur van het verslag):   ………………………………………………................................. || Aantal dagen op zee: || || Aantal visdagen: Aantal uitzetten: || || Nummer visreis: || ||

||

||

|| ||

Datum || Sector || Temp. oppervlaktewater (ºC) || Visserijinspanning Gebruikt aantal haken || Capturas (Vangsten) || Isco usado na pesca (Gebruikt aas) ||

Maand || Dag || Breedtegraad N/Z || Lengtegraad O/W || Rode tonijn Thunnus thynnus of maccoyi || Geelvintonijn Thunnus albacares || (Grootoogtonijn) Thunnus obesus || (Witte tonijn) Thunnus alalunga || (Zwaardvis) Xiphias gladius || (Gestreepte marlijn) (Witte marlijn) Tetraptunus audax of albidus || (Zwarte marlijn) Makaira indica || (Zeilvis) Istiophorus albicane of platypterus || Gestreepte tonijn Katsuwonus pelamis || (Diverse soorten) || Dagtotaal (alleen gewicht in kg) || Geep || Pijlinktvis || Levend aas || (Andere) ||

|| || || || || || Aantal || Gewicht kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

AANGELAND GEWICHT (IN KG) || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Opmerkingen || || || || ||

1 – Gebruik één blad per maand en één regel per dag. || || 2 – Met "dag" wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de beuglijn. || 4 – Onderste regel (aangeland gewicht) pas invullen op het einde van de reis. Het daadwerkelijke gewicht bij het aanlanden moet worden opgegeven. || ||

|| || 3 – "Visserijsector" betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en breedte- en lengtegraden opgeven. N/Z en O/W vermelden. || || 5 – Alle gegevens van dit logboek worden strikt vertrouwelijk behandeld. || || ||

Aanhangsel 3b Demersale soorten in volle zee: visserijlogboek – model van de EU (bijlage VI van Verordening (EU) nr. 404/2011)[4]

Nr............. || VISSERIJLOGBOEK VAN DE EUROPESE UNIE || Dag Maand Uur Jaar 20-- , Vertrek (4Ì 1-------1 1----------1 1---------1 uit 1-------------------------1 Terugkeer (5) 1--------1 1---------1 1----------1 naar 1 -------------------------1 Aanlanding (6) 1---------1 1----------1 1----------1      te           1--------1

Naam vaartuig(en) (1)                   Externe identificatie (2) _______________________________            __________________________ Internationale radioroepnaam (IRCS)     (1) || Naam kapitein(s) (3)       --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1 Adres(sen) 1----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1

Vistuig (8)               Maaswijdte (9)                        Afmetingen (10) 1------------------1         1-------------------1        1-----------------1 ||         Bij overlading (7)               Dag 1--------1              Maand 1------------------1 1----------1 || Naam en radioroepnaam (in voorkomend geval)--------------------------------------------- Externe identificatie --------------------------------------------------------- Nationaliteit van het ontvangende vissersvaartuig ---------------------------------------

Datum (11) || Aantal visserij activiteiten (12) || Vistijd (13) || Positie (14) || Aan boord gehouden vangst per soort, uitgedrukt in kg levend gewicht of aantal eenheden (15)²

|| || || Statistisch vak || Gebied ICES OPANO/ COPACE/ CGPM || Visserijgebied niet-lidstaten || || || || || || || || || || || || Levend gewicht per eenheid, per betrokken soort || Paraaf

|| || || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || || || || || || ||

Aanbiedingsvorm vis (17) Hoeveelheid (19) Aanbiedingsvorm vis (17) Hoeveelheid (19) Aanbiedingsvorm vis (17) Hoeveelheid (19) Aanbiedingsvorm vis (17) Hoeveelheid (19) || Gebied ICES OPANO/ COPACE/ CGPM (22) || Visserijgebied niet (22) || || || || || || || || || || || || Geraamde totale teruggooi (16)

Aangifte van aanlanding/overlading (*)/ (18) in kg of eenheden: gelijk aan…………….. kg

|| || || || || || || || || || || || || Handtekening Kapitein/gemachtigde Π (20) Naam en adres gemachtigde (in voorkomend geval) (21) Naam en adres gemachtigde (in voorkomend geval) (21)

|| || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || || || || ||

|| || || || || || || || ■ || || || ||

(*) Doorhalen wat niet van toepassing is.

Aanhangsel 3c

Aanhangsel 4

Geografische coördinaten

Visserijgebieden en voor de visserij verboden gebieden in Senegal

De coördinaten van de Senegalese visserijgebieden en de Senegalese gebieden waar de visserij en de scheepvaart verboden zijn, worden vóór de inwerkingtreding van deze overeenkomst door Senegal meegedeeld.

Aanhangsel 5

MELDING VAN DE VMS-GEGEVENS AAN SENEGAL

FORMAT VAN DE VMS-GEGEVENS – POSITIEBERICHT

Gegeven || Code || Verplicht (V)/Optioneel (O) || Inhoud

Begin record || SR || V || Berichtinformatie – geeft het begin van de record aan

Geadresseerde || AD || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van geadresseerde

Verzender || FR || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van verzender

Vlaggenstaat || FS || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van vlaggenstaat

Berichttype || TM || V || Berichtinformatie – type bericht (ENT, POS, EXI)

Radioroepnaam (IRCS) || RC || V || Vaartuiginformatie – internationale radioroepnaam van het vaartuig (IRCS)

Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij || IR || O || Vaartuiginformatie – uniek nummer van de overeenkomstsluitende partij ISO-alfa-3-code (ISO-3166), gevolgd door het nummer

Extern registratienummer || XR || V || Vaartuiginformatie – nummer aangebracht op de romp van het vaartuig (ISO 8859.1)

Breedtegraad || LT || V || Positie-informatie – positie in graden en decimale graden +/- DD.ddd (WGS84)

Lengtegraad || LG || V || Positie-informatie – positie in graden en decimale graden +/- DD.ddd (WGS84)

Vaarrichting || CO || V || Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360°

Snelheid || SP || V || Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen

Datum || DA || V || Positie-informatie – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD)

Tijdstip || TI || V || Positie-informatie – tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM)

Einde registratie || ER || V || Systeeminformatie – geeft het einde van de registratie aan

De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:

de gebruikte tekens dienen in overeenstemming te zijn met ISO-norm 8859.1,

een dubbele schuine streep (//) en de letters "SR" geven het begin van een bericht aan,

elk gegevenselement wordt aangegeven met de code ervan en wordt van de andere gegevenselementen gescheiden door een dubbele schuine streep (//),

een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en gegeven,

de ER-code, gevolgd door een dubbele schuine streep (//) geeft het einde van het bericht aan,

de optionele gegevens moeten worden opgenomen tussen het begin en het einde van het bericht.

Aanhangsel 6

Richtsnoeren voor het elektronische systeem voor de melding van gegevens over visserijactiviteiten (ERS-systeem)

1. Algemene bepalingen

(1) Elk Unievissersvaartuig dat in de Senegalese wateren actief is, moet zijn uitgerust met een elektronisch systeem (hierna ERS-systeem genoemd) dat de gegevens over de visserijactiviteit van dat vaartuig (hierna ERS-gegevens genoemd) kan registreren en verzenden.

(2) Unievaartuigen zonder ERS-systeem of met een defect ERS-systeem mogen de Senegalese wateren niet binnenvaren om daar visserijactiviteiten te verrichten.

(3) De ERS-gegevens worden overeenkomstig de procedures van de vlaggenstaat van het vaartuig verzonden, d.w.z. dat zij eerst worden toegezonden aan het visserijcontrolecentrum (hierna VCC genoemd) van de vlaggenstaat, dat vervolgens zorgt voor de automatische terbeschikkingstelling van de gegevens aan het directoraat Visserijbescherming en -toezicht (DVBT) van Senegal.

(4) De vlaggenstaat en Senegal zorgen ervoor dat hun VCC is uitgerust met de informatica-apparatuur en de software die nodig zijn voor de automatische transmissie van de ERS-gegevens in XML-formaat en beschikt over een elektronische opslagprocedure om de ERS-gegevens te registreren en gedurende ten minste 3 jaar leesbaar te bewaren.

(5) Voor de transmissie van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de elektronische communicatiemiddelen die de Europese Commissie namens de EU beheert (DEH of Data Exchange Highway genoemd).

(6) De vlaggenstaat en Senegal wijzen elk een ERS-correspondent aan die als contactpersoon fungeert.

(a) De ERS-correspondenten worden voor ten minste 6 (zes) maanden aangewezen.

(b) Vóór de inbedrijfstelling van het ERS-systeem door de leverancier stellen het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Senegal elkaar in kennis van de gegevens van hun ERS-correspondent (naam, adres, telefoonnummer, faxnummer, e-mailadres).

(c) Wijzigingen van de gegevens van de ERS-correspondent moeten onmiddellijk worden gemeld.

2. Opstellen en verzenden van de ERS-gegevens

(1) Het Unievissersvaartuig moet:

(a) dagelijks de ERS-gegevens melden over elke dag die het in de Senegalese wateren heeft doorgebracht;

(b) voor elke visserijactiviteit registreren welke hoeveelheid per soort is gevangen, aan boord is gehouden of is teruggegooid, als doelsoort of als bijvangst;

(c) voor elke soort die staat vermeld op de door Senegal afgegeven vismachtiging, ook melden als er niets is gevangen;

(d) elke soort identificeren aan de hand van de alfa-3-lettercode van de FAO;

(e) de hoeveelheden uitdrukken in kg levend gewicht of, indien vereist, in aantal stuks;

(f) voor elke soort opgeven welke hoeveelheden zijn overgeladen en/of aangeland;

(g) telkens wanneer het de Senegalese wateren binnenvaart (COE-bericht) en verlaat (COX-bericht) een specifiek bericht registreren met daarin voor elke soort die vermeld staat op de door Senegal afgegeven vismachtiging, de hoeveelheden die bij het binnenvaren/verlaten aan boord worden gehouden;

(h) elke dag uiterlijk om 23.59 UTC de ERS-gegevens aan het VCC van de vlaggenstaat toezenden in het in punt 1, onder 4, bedoelde formaat.

(2) De kapitein is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden ERS-gegevens.

(3) Het VCC van de vlaggenstaat zendt de ERS-gegevens onmiddellijk automatisch naar het VCC van Senegal.

(4) Het VCC van Senegal bevestigt de ontvangst van de ERS-gegevens per omgaande en behandelt alle ERS-gegevens als vertrouwelijk.

3. Mankement in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig en/of in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat

(1) De vlaggenstaat stelt de kapitein en/of de eigenaar, of diens vertegenwoordiger, van een onder zijn vlag varend vaartuig onmiddellijk in kennis van technische mankementen van het op het vaartuig geïnstalleerde ERS-systeem en van mankementen in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat.

(2) De vlaggenstaat stel Senegal in kennis van het geconstateerde mankement en van de maatregelen die zijn genomen om het op te lossen.

(3) Indien zich een defect in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig voordoet, wordt er door de kapitein en/of de eigenaar op toegezien dat het ERS-systeem uiterlijk 10 dagen later is gerepareerd of vervangen. Indien het vaartuig in die periode van 10 dagen een haven aandoet, mag het zijn visserijactiviteiten in de Senegalese wateren pas hervatten wanneer het ERS-systeem weer naar behoren werkt of, wanneer dat laatste niet het geval is, wanneer Senegal daarvoor toestemming verleent.

(a) Een vissersvaartuig dat een technisch mankement aan zijn ERS-systeem heeft gehad, mag de haven pas verlaten wanneer zijn ERS-systeem weer naar behoren werkt, tot tevredenheid van de vlaggenstaat en van Senegal, of

(b) wanneer het daarvoor toestemming krijgt van de vlaggenstaat. In dat geval stelt de vlaggenstaat Senegal vóór het vertrek van het vaartuig hiervan in kennis.

(4) Unievaartuigen die in de Senegalese wateren actief zijn met een defect ERS-systeem, verzenden alle ERS-gegevens dagelijks, uiterlijk om 23.59 UTC, naar het VCC van de vlaggenstaat via om het even welk ander elektronisch communicatiemiddel waartoe het VCC van Senegal toegang heeft.

(5) ERS-gegevens die vanwege een mankement niet via het ERS-systeem ter beschikking van Senegal kunnen worden gesteld, worden door het VCC van de vlaggenstaat via een andere onderling afgesproken elektronische weg verzonden naar het VCC van Senegal. Deze alternatieve transmissie wordt dan als prioritair beschouwd, aangezien de normaal geldende transmissietermijnen niet in acht kunnen worden genomen.

(6) Indien het VCC van Senegal 3 opeenvolgende dagen geen ERS-gegevens van een vaartuig heeft ontvangen, kan Senegal dat vaartuig het bevel geven zich onmiddellijk voor onderzoek naar een door Senegal aangewezen haven te begeven.

4. Mankement bij het VCC – Het VCC van Senegal ontvangt geen ERS-gegevens

(1) Indien een VCC geen ERS-gegevens ontvangt, meldt de betrokken ERS-correspondent dit onmiddellijk aan de ERS-correspondent van het andere VCC en werkt hij zo nodig mee aan de oplossing van het probleem.

(2) Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Senegal spreken vóór de operationele invoering van het ERS-systeem af welke andere elektronische communicatiemiddelen voor de transmissie van de ERS-gegevens moeten worden gebruikt wanneer zich een mankement bij het VCC voordoet, en stellen elkaar in kennis van elke wijziging in dit verband.

(3) Wanneer het VCC van Senegal signaleert geen ERS-gegevens te hebben ontvangen, gaat het VCC van de vlaggenstaat op zoek naar de oorzaak van het probleem en neemt het de nodige maatregelen om het probleem op te lossen. Het VCC van de vlaggenstaat stelt het VCC van Senegal en de EU uiterlijk 24 uur nadat het mankement is geconstateerd, in kennis van de resultaten en de genomen maatregelen.

(4) Indien meer dan 24 uur nodig is om het probleem op te lossen, verzendt het VCC van de vlaggenstaat de ontbrekende ERS-gegevens onmiddellijk naar het VCC van Senegal aan de hand van een ander, in punt 3, onder (5), bedoeld elektronisch communicatiemiddel.

(5) Senegal waarschuwt zijn bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de Unievaartuigen in gebreke worden gesteld omdat het VCC van Senegal geen gegevens heeft verzonden vanwege een mankement bij een van de VCC's.

5. Onderhoud van een VCC

(1) Een VCC dat (in het kader van een onderhoudsprogramma) onderhoudsactiviteiten plant die gevolgen kunnen hebben voor de uitwisseling van ERS-gegevens, moet het andere VCC ten minste 72 uur van tevoren hiervan in kennis stellen, zo mogelijk met opgave van de datum en de duur van het onderhoud. Informatie over niet-gepland onderhoud wordt zo spoedig mogelijk aan het andere VCC gemeld.

(2) Tijdens het onderhoud kan de terbeschikkingstelling van ERS-gegevens worden geschorst totdat het systeem weer operationeel is. De betrokken ERS-gegevens worden in dat geval onmiddellijk na afloop van het onderhoud beschikbaar gesteld.

(3) Neemt het onderhoud meer dan 24 uur in beslag, dan worden de ERS-gegevens aan het andere VCC toegezonden aan de hand van een ander, in punt 3, onder (5), bedoeld elektronisch communicatiemiddel.

(4) Senegal waarschuwt zijn bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de Unievaartuigen in gebreke worden gesteld voor het niet verzenden van ERS-gegevens vanwege onderhoudswerkzaamheden bij een van de VCC's.

Aanhangsel 7

CONTACTGEGEVENS VAN SENEGAL

1. Directoraat Maritieme Visserij

Adres: Place du Tirailleur, 1 rue Joris, BP 289 Dakar

E-mail:infos@dpm.sn ; cjpmanel@gmail.com

Tel: + 221 338230137

Fax: + 221 338214758

2. Voor het aanvragen van vismachtigingen

Adres: Place du Tirailleur, 1 rue Joris, BP 289 Dakar

E-mail:infos@dpm.sn ; cjpmanel@gmail.com

Tel: + 221 338230137

Fax: + 221 338214758

3. Directoraat Visserijbescherming en -toezicht en meldingen van het binnenvaren en verlaten

Naam van het VCC (oproepcode): Papa Sierra

Radio:

            VHF: F1 kanaal 16; F2 kanaal 71;

            HF: F1 5.283 MHZ; F2 7.3495 MHZ

Adres:

E-mail: crrsdpsp@gmail.com

E-mail (alternatief): surpeche@hotmail.com

Tel: + 221 338602465

Fax: + 221 338603119

4. Centre de Recherche Océanographique de Dakar Thiaroye (CRODT)

Adres: Pôle de Recherches de Hann Sis au Laboratoire National d'Elevage et de Recherches vétérinaires (PRH/LNERV)

BP 2241 Dakar

E-mail: massal.fall@gmail.com

Tel: + 221 773339289 / 776483936

Fax: + 221 338328265

           

BIJLAGE III Specifieke voorwaarden betreffende de machtiging van de Europese Commissie tot het goedkeuren van bepaalde wijzigingen van de overeenkomst

1.           De in de punten 2 tot en met 5 van deze bijlage opgenomen voorwaarden zijn van toepassing op de machtiging van de Europese Commissie tot het goedkeuren van wijzigingen van het protocol die zijn vastgesteld door de bij artikel 7 van de overeenkomst ingestelde gemengde commissie.

2.           De wijzigingen van het protocol hebben betrekking op:

a)      herziening van de vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van het protocol;

b)      besluitvorming over de nadere bijzonderheden van de sectorale steun overeenkomstig artikel 4 van het protocol;

c)      technische specificaties en nadere bijzonderheden die overeenkomstig de bijlage bij het protocol onder de bevoegdheden van de gemengde commissie vallen.

3.           In de gemengde commissie:

a)      handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

b)      voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

c)      ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld.

4.           Als in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 2, wordt ervoor gezorgd dat in het namens de Unie in te nemen standpunt rekening wordt gehouden met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties (hierna voorbereidend document genoemd).

Met betrekking tot de in punt 2, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een blokkerende minderheid van lidstaten daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, naargelang welk tijdstip het vroegste is. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak naar de Raad terugverwezen.

Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

5.           De Commissie neemt alle maatregelen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

[1]               In voorkomend geval kan het visserijgebied worden afgebakend aan de hand van de coördinaten van de veelhoek waarin de visserij is toegestaan. De Senegalese autoriteiten delen deze coördinaten vóór de inwerkingtreding van dit protocol mee aan de Europese Commissie.

[2]               Deze bepaling zal na een jaar te zijn toegepast, worden herzien.

[3]               De biologische rustperiode zal, net als andere technische instandhoudingsmaatregelen, nadat het protocol één jaar is toegepast, worden geëvalueerd en eventueel, op aanbeveling van de gemengde wetenschappelijke werkgroep, worden aangepast met inachtneming van de toestand van de bestanden.

[4]               Bijlage X van Verordening (EU) nr. 404/2011 bevat de instructies die de kapiteins van Unievissersvaartuigen moeten volgen bij het invullen van de visserijlogboeken.

Top