This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014PC0322
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on common rules for exports (codification)
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (codificatie)
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (codificatie)
/* COM/2014/0322 final - 2014/0167 (COD) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (codificatie) /* COM/2014/0322 final - 2014/0167 (COD) */
TOELICHTING 1. In de context van een Europa van de
burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en
verduidelijken van het recht van de Unie om het duidelijker en toegankelijker
te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in
staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het
recht van de Unie kan ontlenen. Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang
talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd,
gedeeltelijk in de oorspronkelijke handeling en gedeeltelijk in de latere
wijzigingshandelingen te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels
zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal handelingen moet
worden vergeleken. Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het
recht duidelijk en doorzichtig te maken. 2. Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie haar diensten opgedragen alle handelingen na maximaal
tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een
minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het
juiste begrip van de bepalingen ernaar zouden moeten streven de teksten
waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te
codificeren. 3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december
1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee
rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven
moment op een bepaald onderwerp van toepassing is. Bij codificatie moet de normale procedure voor de vaststelling van handelingen van de
Unie volledig in acht worden genomen. Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke
wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het
Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van
20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten
overeengekomen. 4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Verordening (EG) nr. 1061/2009 van de Raad
van 19 oktober 2009 houdende de totstandbrenging van een
gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer[3].
De nieuwe verordening vervangt de verschillende handelingen die erin zijn
verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de handelingen die worden
gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en
daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de
codificatie zelf vereist zijn. 5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande
consolidatie, in 22 officiële talen, van Verordening (EG) nr. 1061/2009
en de handeling tot wijziging daarvan, met behulp van een
gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor publicaties van de Europese
Unie. Voor zover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en
de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in
bijlage III bij de gecodificeerde verordening. ê 1061/2009
(aangepast) 2014/0167 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD Ö betreffende de Õ gemeenschappelijke
regeling voor de uitvoer (codificatie) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag Ö betreffende
de werking van de Europese Unie Õ, en met name
artikel Ö 207, lid
2 Õ, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[5], Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EG) nr. Ö 1061/2009 van
de Raad[6] Õ is ingrijpend
gewijzigd[7].
Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot
codificatie van die verordening te worden overgegaan. (2) Ö Het
gemeenschappelijk handelsbeleid dient op eenvormige beginselen te berusten. Õ (3) Het is derhalve dienstig Ö in Õ een
gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer uit de Ö Unie te
voorzien Õ. (4) In alle lidstaten is de
uitvoer nagenoeg volledig geliberaliseerd. Het is derhalve mogelijk op Ö Unieniveau Õ uit te gaan van het
beginsel dat de uitvoer naar derde landen aan geen enkele kwantitatieve
beperking onderhevig is, behoudens de bij deze verordening toegestane
afwijkingen en onverminderd de maatregelen die de lidstaten overeenkomstig het
Verdrag kunnen treffen. (5) De Commissie moet worden
ingelicht wanneer een lidstaat, op grond van een uitzonderlijke ontwikkeling
van de markt, oordeelt dat vrijwaringsmaatregelen noodzakelijk kunnen zijn. (6) Het is van wezenlijk belang
om op Ö Unieniveau Õ, met name op basis
van bovenbedoelde inlichtingen, de voorwaarden en de ontwikkeling van de
uitvoer, de verschillende gegevens inzake de economische en commerciële
situatie, alsmede, zo nodig, de te nemen maatregelen te onderzoeken. (7) Het kan nodig zijn toezicht
uit te oefenen op bepaalde exporten of om, als voorzorgsmaatregel,
conservatoire maatregelen te nemen teneinde aan onverwachte praktijken het
hoofd te bieden. (8) De vrijwaringsmaatregelen die
in het belang van de Ö Unie Õ moeten worden
genomen, dienen te worden vastgesteld met inachtneming van de bestaande
internationale verplichtingen. ê 1061/2009
overweging 11 (aangepast) (9) Het blijkt noodzakelijk de
lidstaten die gebonden zijn door internationale overeenkomsten waarbij in geval
van reële of dreigende moeilijkheden bij de voorziening met aardolieproducten
een mechanisme voor de toewijzing van deze producten aan de
overeenkomstsluitende partijen in werking treedt, toe te staan de in dit
verband aangegane verbintenissen ten aanzien van derde landen na te komen,
onverminderd de Ö Uniebepalingen Õ die met hetzelfde
oogmerk werden vastgesteld. Deze machtiging dient van kracht te zijn tot Ö het Europees
Parlement en Õ de Raad passende
maatregelen neemt ter uitvoering van de door de Ö Unie Õ of door alle
lidstaten aangegane verbintenissen. ê 1061/2009 overweging 12 (aangepast) (10) De onderhavige verordening
moet alle producten, zowel de industriële als de landbouwproducten, omvatten.
Zij moet worden toegepast als aanvulling op de regelingen houdende een
gemeenschappelijke ordening van der landbouwmarkten en op de uit hoofde van
artikel Ö 352 Õ van het Verdrag
vastgestelde specifieke regelingen die van toepassing zijn op de goederen die
zijn verkregen door verwerking van landbouwproducten. Evenwel dient te worden
voorkomen dat de bepalingen van de onderhavige verordening een doublure vormen
van de bepalingen van bovenbedoelde regelingen, met name van de daarin vervatte
vrijwaringsclausules. ê 37/2014 art.
1 en bijlage, punt 21 (aangepast) (11) De uitvoering Ö van deze verordening
vereist Õ eenvormige
voorwaarden voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen. Deze maatregelen
moeten door de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr.
182/2011 van het Europees Parlement en de Raad[8], ê 1061/2009
(aangepast) HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: HOOFDSTUK I GRONDBEGINSEL Artikel 1 De uitvoer uit de Ö Unie Õ naar derde landen is
vrij, hetgeen betekent dat zij niet onderhevig is aan kwantitatieve
beperkingen, met uitzondering van die welke overeenkomstig deze verordening
worden toegepast. HOOFDSTUK II Ö INFORMATIE- EN OVERLEGPROCEDURE VAN DE UNIE Õ Artikel 2 Wanneer een lidstaat, op grond van een
uitzonderlijke ontwikkeling van de markt, oordeelt dat vrijwaringsmaatregelen
in de zin van hoofdstuk III noodzakelijk kunnen zijn, deelt hij zulks mede aan
de Commissie. Deze stelt de overige lidstaten daarvan in kennis. ê 37/2014 art. 1 en
bijlage, punt 21, onder 2) Artikel 3 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij
Verordening (EU) nr. […/…] van het Europees Parlement en de Raad[9] ingestelde Comité
vrijwaringsmaatregelen. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU)
nr. 182/2011. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is
artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. 3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is
artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011 in samenhang met artikel 5 van
toepassing. ê 1061/2009 Artikel 4 Teneinde de economische en commerciële
situatie van een product vast te stellen kan de Commissie de lidstaten
verzoeken haar statistische gegevens te verschaffen over de ontwikkeling van de
markt van dit product en om te dien einde toezicht te houden op de uitvoer
daarvan, zulks op de door haar aangegeven wijze en in overeenstemming met de
nationale wetgevingen. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om de
verzoeken van de Commissie in te willigen en delen haar de gevraagde gegevens
mede. De Commissie stelt de overige lidstaten van een en ander in kennis. HOOFDSTUK III VRIJWARINGSMAATREGELEN Artikel 5 ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 21, onder 3) 1. Teneinde een crisistoestand veroorzaakt
door schaarste aan essentiële goederen te voorkomen of te ondervangen, kan,
wanneer de belangen van de Unie een onmiddellijk optreden vergen, de Commissie
op verzoek van een lidstaat of eigener beweging en rekening houdende met de
aard der producten en de andere bijzondere kenmerken van de betrokken transacties,
de uitvoer van een product afhankelijk stellen van de overlegging van een
uitvoervergunning die wordt afgegeven volgens de voorschriften en binnen de
begrenzingen, die zij volgens de onderzoeksprocedure van artikel 3, lid 2, of
in spoedeisende gevallen, artikel 3, lid 3, vaststelt. 2. Het Europees Parlement, de Raad en de
lidstaten worden van de vastgestelde maatregelen in kennis gesteld. Deze
maatregelen treden onmiddellijk in werking. ê 1061/2009
(aangepast) 3. De maatregelen kunnen worden beperkt tot
bepaalde bestemmingen en tot de uitvoer uit bepaalde gebieden van de Ö Unie Õ. Zij gelden niet
voor producten die reeds onderweg zijn naar de grens van de Ö Unie Õ. ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 21, onder 3) 4. Wanneer een lidstaat de Commissie om een
optreden heeft verzocht, neemt de Commissie binnen ten hoogste vijf werkdagen
na de datum van ontvangst van het verzoek een besluit overeenkomstig lid 1. 5. Wanneer de Commissie lid 1 van dit artikel
heeft toegepast, besluit zij binnen 12 werkdagen na de datum van de
inwerkingtreding van de door haar getroffen maatregel, of zij passende
maatregelen in de zin van artikel 6 treft. Indien uiterlijk zes weken na de
datum van inwerkingtreding van de maatregel geen maatregelen zijn vastgesteld,
wordt deze maatregel geacht te zijn ingetrokken. ê 1061/2009 Artikel 6 ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 21, onder 4) 1. Wanneer de belangen van de Unie zulks
vereisen, kan de Commissie volgens de in artikel 3, lid 2, bedoelde
onderzoeksprocedure de nodige maatregelen treffen: ê 1061/2009
(aangepast) a) om een crisistoestand, veroorzaakt
door schaarste aan essentiële goederen, te voorkomen of te ondervangen; b) om de naleving mogelijk te maken van
de internationale verplichtingen, aangegaan door de Ö Unie Õ of al haar
lidstaten, met name ter zake van de handel in basisproducten. 2. De in lid 1 bedoelde maatregelen kunnen
worden beperkt tot bepaalde bestemmingen en tot de uitvoer uit bepaalde
gebieden van de Ö Unie Õ. Zij gelden niet
voor producten die reeds onderweg zijn naar de grens van de Ö Unie Õ. 3. Bij de instelling van kwantitatieve
uitvoerbeperkingen wordt met name rekening gehouden: a) met de omvang van de tegen normale
voorwaarden vóór de inwerkingtreding van een vrijwaringsmaatregel in de zin van
dit hoofdstuk, gesloten contracten welke door de betrokken lidstaat
overeenkomstig diens nationale bepalingen ter kennis van de Commissie zijn
gebracht; b) met het feit dat de verwezenlijking
van het met de instelling van de kwantitatieve beperkingen nagestreefde doel
niet in gevaar mag komen. ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 21, onder 5) Artikel 7 1. Gedurende de tijd dat een in de artikelen 5
en 6 bedoelde maatregel van kracht is, kan de Commissie hetzij op verzoek van
een lidstaat of op eigen initiatief: a) het effect van deze maatregel onderzoeken; b) nagaan of handhaving van de
maatregelen nog noodzakelijk is. Indien de Commissie van oordeel is dat de
maatregel nog moet worden toegepast, stelt zij de lidstaten daarvan in kennis. 2. Wanneer de Commissie oordeelt dat
intrekking of wijziging van de in de artikelen 5 en 6 bedoelde maatregelen
geboden is, handelt zij volgens de in artikel 3, lid 2, bedoelde
onderzoeksprocedure. ê 1061/2009 HOOFDSTUK IV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 8 ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 21, onder 6) Voor de producten van bijlage I zijn, tot het
Europees Parlement en de Raad passende maatregelen vaststellen die voortvloeien
uit de door de Unie of door alle lidstaten aangegane internationale
verbintenissen, de lidstaten gerechtigd om, onverminderd de ter zake door de
Unie vastgestelde voorschriften, de crisismechanismen in werking te stellen
waardoor ten aanzien van derde landen verbintenissen in verband met de
toewijzing van producten ten uitvoer worden gelegd welke zijn vastgesteld bij
internationale overeenkomsten die zij vóór de inwerkingtreding van deze
verordening hebben gesloten. ê 1061/2009 De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte
van maatregelen die zij voornemens zijn te nemen. Deze maatregelen worden door
de Commissie medegedeeld aan de Raad en de overige lidstaten. ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 21, onder 7) Artikel 9 De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag
aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende
maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009
van de Raad[10],
informatie op over de uitvoering van deze verordening. ê 1061/2009
(aangepast) Artikel 10 Onverminderd andere Ö Uniebepalingen Õ vormt de onderhavige
verordening geen beletsel voor het aannemen of toepassen door de lidstaten van
kwantitatieve uitvoerbeperkingen welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de
openbare zedelijkheid, de openbare orde Ö of Õ de openbare
veiligheid Ö of van de
bescherming van Õ de gezondheid en het
leven van personen, dieren of planten, het nationaal artistiek, historisch en
archeologisch bezit of de industriële en commerciële eigendom. Artikel 11 Ö Deze verordening
doet geen afbreuk aan de toepassing van regelingen houdende een
gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten of aan de toepassing van de
uit hoofde van artikel 352 van het Verdrag vastgestelde specifieke regelingen
welke van toepassing zijn op goederen die door de verwerking van
landbouwproducten zijn verkregen, doch vormt een aanvulling daarop. Õ Evenwel is artikel 5 niet van toepassing
op de producten welke onder deze regelingen vallen en waarvoor de Ö Unieregeling Õ van het
handelsverkeer met derde landen voorziet in de mogelijkheid om kwantitatieve
beperkingen op de uitvoer toe te passen. Artikel 4 is niet van toepassing
op producten welke onder deze regelingen vallen en waarvoor de Ö Unieregeling Õ van het
handelsverkeer met derde landen bepaalt dat een uitvoercertificaat of ander
uitvoerdocument moet worden overgelegd. Artikel 12 Verordening (EG) nr. Ö 1061/2009 Õ wordt ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening
gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen
volgens de concordantietabel in bijlage III. Artikel 13 Deze verordening treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] COM(87) 868 PV. [2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies. [3] Opgenomen in het wetgevingsprogramma voor 2014. [4] Zie bijlage II bij dit voorstel. [5] PB C […] van […], blz. […]. [6] Verordening (EG) nr. 1061/2009 van de Raad van 19 oktober
2009 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke regeling voor de
uitvoer (PB L 291 van 7.11.2009, blz. 1). [7] Zie bijlage II. [8] Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement
en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de voorschriften en
algemene beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de
uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L
55 van 28.2.2011, blz. 13). [9] Verordening (EU) nr. […/…] van het Europees Parlement
en de Raad van […] betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer
(PB L […] van […], blz. […]). [10] Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30
november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit
landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van
22.12.2009, blz. 51). ê 1061/2009
(aangepast) BIJLAGE I Producten bedoeld in artikel 8 GN-code || Omschrijving 270900 || Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen 2710 || Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen 27101111 tot en met 27101190 || Lichte oliën 27101911 tot en met 27101929 || Halfzware oliën 27101931 tot en met 27101999 || Zware oliën, met uitzondering van smeerolie voor de uurwerkmakerij en dergelijke, in kleine verpakkingen met een netto-inhoud van ten hoogste 250 g olie 2711 || Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen: – vloeibaar gemaakt: 271112 || – – propaan: – – – propaan met een zuiverheidsgraad van 99 % of meer – – – ander 271113 || – – butanen – gasvormig: ex27112900 || – – andere: – – – propaan – – – butanen _____________ é BIJLAGE II Ingetrokken
verordening met de wijziging ervan Verordening (EG) nr. 1061/2009 van de Raad (PB L 291 van 7.11.2009, blz. 1) || || || Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 18 van 21.1.2014, blz. 1) || Uitsluitend punt 21 van de bijlage _____________ BIJLAGE III Concordantietabel Verordening (EG) nr. 1061/2009 || De onderhavige verordening Artikel 1 || Artikel 1 Artikel 2 || Artikel 2 Artikel 4 || Artikel 3 Artikel 5 || Artikel 4 Artikel 6 || Artikel 5 Artikel 7 || Artikel 6 Artikel 8 || Artikel 7 Artikel 9 || Artikel 8 Artikel 9 bis || Artikel 9 Artikel 10 || Artikel 10 Artikel 11 || Artikel 11 Artikel 12 || Artikel 12 Artikel 13 || Artikel 13 Bijlage I || Bijlage I Bijlage II || Bijlage II Bijlage III || Bijlage III _____________